Onthaalbrochure
Orthopedie en traumatologie Beste student, beste medewerker Van harte welkom op de afdeling orthopedie en traumatologie van het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende av. Met deze brochure willen we u in het kort informeren over de werking van onze dienst en u reeds een beeld geven van de meest voorkomende pathologieën en onderzoeken. We staan er op u individueel te begeleiden in de hoop dat u zich hierbij vlug "thuis" zult voelen. Voor bijkomende informatie kan u terecht bij de collega’s, hoofdverpleegkundige, dokters, diëtist,… Wij wensen je alvast veel werkvreugde.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
1
1.Voorstelling van de dienst.
Waar vind ik de afdeling? 11e verdieping VE 110, dienst orthopedie en traumatologie Route: 1100
Coördinaten van de dienst Hoofdverpleegkundige: Sabine Gadeyne t: 050 45 31.10. Mail:
[email protected]
Geneesheren verbonden aan de afdeling: geneesheren–specialisten orthopedie: - Geneesheer – diensthoofd Orthopedie: Dr. Vandekerchove B. - Dr. Van Meirhaeghe J. - Dr. Goubau J. - Dr. Berghs B. - Dr. De Rycke J. - Dr. Plasschaert F. - Dr.Vanhoonacker P. - Dr. Vandekerckhove M. - Dr. Tajdar F. - Dr. Kerckhove D. - Dr Vandekerckhove Pieter- Jan - zaalarts orthopedie Dr Verstraete Barbara Samenwerkingsverband met de orthopedische artsen van AZ St. Lucas -Dr. Vandenberghe L. -Dr. De Muynck M. - Dr. Van Damme G. - Dr. Van Isacker T. - Dr. Hoste D. - Dr. Deprez P. - Dr. Van Mierlo B. Eén of meerdere doktersassistenten
Andere medewerkers op de afdeling:
Paramedici: Kinesitherapeuten: Diëtiste Sociale dienst Ergotherapie Psychologische dienst: Onderhoudspersoneel Orthopedic nurse: geeft info sessies voor Totale knie en Totale heupoperaties, na afspraak op dinsdag en donderdag voormiddag.
Andere diensten waarmee hoofdzakelijk wordt samengewerkt:
Polikliniek Orthopedie, gips- verbandkamer: 1e verdieping Radiologie en medische beeldvorming: 1e verdieping Revalidatie en Kiné: 1e verdieping Intensieve zorgendienst: 4e verdieping
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
2
Apotheek: 5e verdieping Laboratorium: 6e verdieping Isotopenafdeling: oncologisch centrum Polikliniek Cardiologie: 6e verdieping Polikliniek Pneumologie: 6e verdieping Polikliniek Endocrinologie (diabetesregeling): 3e verdieping Pijnkliniek Sint Franciscus Xaverius voor post operatieve revalidatie Ondersteuningsteam geratrische zorg
2. Voorkomende pathologie – patiëntenpopulatie – aandachtspunten voor verzorging Onderscheid maken tussen orthopedie en traumatologie:
Traumatologie: Alle letsels opgelopen ten gevolge van slag, val, stoot (= trauma’s) vb. sportongevallen: hoofdzakelijk jonge patiënte vb. straatongevallen : politrauma patiënten zowel jonge en oudere patiënten. vb. werkongevallen, jonge en oudere patiënten.
Orthopedie: Ziekten, aandoeningen en gebreken van het actieve en passieve bewegingsapparaat. Bv. artrose, reuma, ischialgieën, aangeboren afwijkingen,… kunnen oudere of jongere patiënten zijn.
2.1 Fracturen:
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
3
2.2 Behandeling 2.2.1 Behandeling met gips: vb. polsfractuur Aandachtspunten bij gipsverband: Kleur van de extremiteiten controleren: mag niet ongekleurd of blauw zijn. Beweeglijkheid van de extremiteiten controleren (tenen en vingers). Indien zwelling van de extremiteiten: lidmaat in hoogstand brengen en eventueel medicatie toedienen Tintelingen in de extremiteiten melden. t° van het lidmaat dagelijks controleren. Controle op knellen of snijdende randen: gebruik van kompressen – knipjes maken in de gips of de gips wijder maken.
2.2.2 Behandeling met tractieapparatuur
Tractie (conservatieve behandeling en/of in afwachting van OP) o
Huid (skin) tractie: tijdelijke behandeling. Patiënt tilt/draait zich steunend op gezonde been met een kussen tussen de benen tijdens de zorgverlening.
o
Met Kirschnerpin: nooit de gewichten afnemen tijdens de zorgverlening. Patiënt tilt zich steunend op gezonde been. Goed de insteekpunten van de pin observeren op infectie. Vragen aan de patiënt deze niet aan te raken. De insteekpunten van de tractie dagelijks ontsmetten met Iso-betadine dermicum®, een stukje Inadine® tule als splitkompres. Goed het betrokken lidmaat contoleren en bloedcirculatie en bezenuwing: kleur, t°, gevoel en beweging van de extremiteiten, zwelling, pijn: mondeling en schriftelijk rapporteren. De hiel (been in tractie) mag niet op het bed rusten, steeds controleren of de gewichten vrij hangen (specifieke kous met kussentje in de hiel of een hielkussen). Goed de houding van de patiënt in bed observeren: het lichaam moet in rechte lijn liggen en mag niet onderuit zakken. Patiënten ook observeren op symptomen van longembolie en trombose.
Uitwendige fixateurs: als behandeling van open fractuur: goed thv de insteekopeningen observeren op infectie, dagelijks de insteekpunten ontsmetten met Iso-betadine dermicum® en een aantal stukjes Inadine® tule als splitcompres. Het getroffen lichaamsdeel mag opgetild worden door het frame vast te pakken en niet het lichaamsdeel zelf optillen. Vermijd duwen en stoten tegen het frame.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
4
2.2.3 Chirurgische behandeling Ingrepen via artroscopie: Diagnostisch, curatief: hechten,spoelen, partiële of totale meniscectomie,… De wondjes beperken zich tot kleine incisies gehecht met wondstrips.
Grote heelkundige ingrepen:
Incisie(s) en redondrain(s) dagelijks ontsmetten met Iso-betadine dermicum tot de wonde droog is (± 4 tot 5 dagen), gevolgd door een opsite post op visible verband.
Redonfles(sen): dagelijks redonfles vervangen + datum en debiet noteren op fles. Na 24 uur of 48 uur op voorschrift redondrain(s) verwijderen als gesloten systeem (de klemmen vooraf dicht zetten op de leidingen).
Risicopatiënten worden op een anti-decubitusmatras gelegd.
Controle uitvoeren van de drukpunten (stuit, beide hielen)
Controlefoto eerste postoperatieve dag: patiënt niet opzetten vóór het kennen van de resultaten hiervan.
Controle uitvoeren op symptomen van embolie en tromboflebitis (zwelling, pijn onderste ledematen / knieholte).
Patiënt draagt korte of lange anti-trombosekousen, na het wassen van benen en voeten deze steeds terug aandoen. Uitgezonderd bij de TKP operaties uitgevoerd door Dr. Vandekerckhove
Schema Clexane/Fraxiparine en schema verwijderen hechtingsmateriaal volgen.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
5
Heupgewricht:
Controle foto eerste postoperatieve dag: patiënt niet opzetten vóór het kennen van de resultaten hiervan.
Anti-rotatiebotje aandoen als patiënt in bed ligt, gedurende de eerste 2 nachten bij heupoperaties van Dr. Derycke.
Voor de verzorging mag de patiënt draaien, op niet-geopereerde zijde (= gezonde zijde) met een kussen tussen de benen (minder luxatiegevaar en meer comfort voor de patiënt).
Bij opzetten van de patiënt: steeds het voorschrift volgen omtrent al/niet steunen (FWB = volle steun met krukken, PWB = partiële steunname). Geen tractie uitoefenen op de geopereerde zijde. De patiënt wordt uit bed geholpen aan de kant van het geopereerde been. Eens de patiënt opgezet is : steeds de benen plooien (niet uitstrekken op een bankje).
Patiënten met totale heupprothese éénmalige radiotherapie (5 RAD) pré- of direct postoperatief om vorming van bot in de wonde te voorkomen (=heterotrope ossificatie)
Hechtingen verwijderen volgens voorschriften.
Patiënten met een geplande totale heupprothese kunnen ingeschakeld worden in het snelfit programma. Dit beoogt een snel en efficiënt herstel na een operatie, door gebruik te maken van het klinisch pad (zie intranet/verpleegkundig dossier) en het zoveel mogelijk betrekken van patiënt en zijn coach (een familielid of vriend(in))in de zorg. Het klinisch pad als dossier bestaat uit verschillende uit te voeren items die dagelijks door de diverse disciplines moeten afgekruist worden. Het beoogt dus een optimale multi-professionele samenwerking tussen arts, verpleegkundigen, kinesist, ergotherapeut en medisch maatschappelijk werker. De nodige informatie ontvangt de patiënt via een infobrochure.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
6
Totale heupprothese (THP) Dag 0:
Rechtstaan naast bed voor patiënten van Dr. VDKM
Dag 1:
’s morgens: rand bed/soms even opzitten. Dr VDKM: reeds opzitten. in namiddag: zeker opzitten ’s morgens zit niemand op
Dag 2:
ontbijt in bed en opzitten na de verzorging In de namiddag uiteraard ook opzitten misschien sportieve kledij (als redon weg en wonde niet lekt)
Dag 3:
ontbijt in bed, of zelfstandig opstaan voor ontbijt ’s middags + ’s avonds eten aan tafel (nu in bed) sportieve kledij NB op dag 3 wordt ADL aan lavabo gegeven door ergotherapeut Dag 4:
zeker uit bed Sportieve kledij (dag/nachtkledij ) afhankelijk van toestand wonde. Als wonde droog=sportieve kledij
Kniegewricht
Dit is een voorbeeld van een ingroeiprothese Kinétec-oefeningen volgens voorschrift.
Patiënten met een geplande totale knieprothese kunnen eveneens ingeschakeld worden in het snelfit programma (uitleg zie heupgewricht)
Totale knieprothese Idem als bij de THP. Tenzij bij aanwezigheid PCA-pomp, bedrust tot verwijderen pomp. Dag 0: opstaan 4 uur na terugkomst op afdeling voor patiënten van Dr. VDKB
Rug Onthaalbrochure
Absolute bedrust (rugligging of zijligging) tot dragen van korset of volgens voorschrift. Bij toedienen van de totaalzorg: patiënt draaien in blok. Observatie van de drukpunten (schouderbladen, stuit en hielen). Rechtkomen van de patiënt: op voorschrift, met hulp van een kinesitherapeut. orthopedie en traumatologie
7
Lange anti-trombosekousen. Voor maaltijden: bed in anti-Trendelenburg
Schoudergewricht: Zie procedure bij schouderprothese op het intranet in het ziekenhuis.
2.3 Wervelindeukingen: Dit zijn lichte indeukingsfracturen zonder gevaar voor verplaatsing of zenuwbeschadiging. Conservatieve behandeling met bedrust (1 week) driepuntskorset wordt aangepast in de verbandkamer
Patiënt draaien in blok voor de verzorging Driepuntskorset dragen bij oplopen. Observatie van de drukpunten: schouderbladen, stuit en hielen. Schema Clexane®/Fraxiparine®: Voor maaltijden: bed in anti-Trendelenburg.
3. Dagindeling
3.1 Verloop van een dag op VE 110 Vroegdienst (V1) (V2) V 2: start van 6u30 tot 13u V 1: start van 6u30 tot 13u en van 14u tot 15u30
Patiëntenoverdracht van 6u30 tot 6u45 Toewijzing van patiënten staat op het bord of werkflap: gang is in 2 groepen verdeeld En verpleegkundige van iedere groep start met de medicatiebedeling. Eerst worden de patiënten verzorgd die als eerste op het operatieprogramma gepland staan: wassen- bedopschik- operatiehemd, daarna komen de patiënten aan de beurt die op onderzoek of ontslag SFX gaan. Zo nodig nog enkele bloedpuncties af te nemen. Helpen bij de maaltijdbedeling (indien mogelijk) Indien er opnames zijn, wordt ook hier hulp geboden bij de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijk van dienst. Rond 08u30 een kleine pauze van 15 min, om een boterham te nuttigen en ondertussen komt de verantwoordelijke een kleine briefing van de morgentoer met de arts geven met eventuele wijzigingen. Vanaf 8u45 wordt de verzorging verder afgewerkt en de spoelruimtes opgeruimd, verzorgingskarren aangevuld, daarna worden de belangrijke items in de PC ingevuld alsook de patiëntendossiers. Rond 11u start men opnieuw met een medicatiebedeling. Ondertussen wordt er geholpen bij het opdienen van de maaltijden. Vanaf 12u30 worden de patiënten terug in bed geholpen, naar het toilet begeleid, of de bedpan aangereikt. Eventueel ijspacks aanleggen. Patiënten gaan afhalen van de ontwaakruimte, parameters controleren en dossier in orde brengen, met de nodige voorschriften etc. Om 12u30 geeft de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke overdracht aan de late dienst. Om 13u gaan eten of einde werkshift. Om 14u hulp bieden bij de namiddag verzorging, opnames, aanvullen materiaal, patiënten afhalen van ontwaakruimte, dossiers in orde brengen
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
8
Laatdienst (L1) (L2) L1: start van 12u30 tot 21u ( met een half uurtje pauze) L2: start van 8u30 tot 12u en van 16u30 tot 21u ( weekend)
Om 12u30 tot 13u patiëntenoverdracht Patiëntentoewijzing op het bord of de werkflap Om 13u nazicht zaalronde, en eventueel nog maaltijden afruimen. Rond 13u starten we met de namiddag verzorging: indien er personeel genoeg is verdelen we ons in 2 groepen: parameter controle, verbandcontrole, patiënten uit het bed helpen, bedopschik. Terug het patiënten dossier invullen op de PC . Rond 14u klaarleggen van de bloedafnames voor de volgende dag, klaarmaken van de verzorgingskar, dossiers van ontslagen patiënten in orde brengen, patiënten afhalen van de ontwaakruimte, ……… Helpen bij de opnames. Medicatie sorteren en opbergen in de dienstkamer Parameter controle ( PCA pompen) om de 2 uur bij de OP patiënten. Rond 16u30 een kleine overdracht van de verantwoordelijke naar de laatdienst. Een verpleegkundige van iedere groep start met de medicatiebedeling. Patiënten terug in bed helpen. Indien mogelijk helpen bij de bedeling van het avondmaal. Patiënten gaan afhalen van de ontwaakruimte. Afdienen van de maaltijden Hierna volgens afspraak met de collega’s een half uur pauze nemen Vanaf 19u starten met medicatiebedeling, operatiepatiënten voor de volgende dag voorbereiden o.a. clippen, lavement, anticoagulantia toedienen etc., nazicht wonden. Invullen van het patiëntendossier Om 20u45 overdracht naar de nachtdienst
Keukendienst K: Start om 7u30 tot 12u30 en van 14u30 tot 17u30
Om 7u30 koffie zetten en opvragen van de patiëntenlijst Nazien welke patiënten er nuchter moeten blijven en welke patiënten er diabeet zijn… Opdienen van de maaltijden Afdienen van de maaltijden Waterbedeling Toer van het ziekenhuis met de binnenpost, apotheekbak, labo’s, RX post, consulten…… Maaltijdregistratie voor de volgende dag door bevraging bij de patiënt op de kamer Klaarzetten koffiekar voor de namiddag Opruimen van de keuken Logistieke taken i.v.m. bestellingen Om 11u30 maaltijdbedeling Om 12u15 afhalen van de plateaus Opruimen van de keuken // einde werkshift voormiddag Om 14u30 opdienen en afdienen van de koffie Aanvullen van materiaal in de tussenruimtes Toer van de binnenpost en afhalen van de medicatie in de apotheek Voorbereiden van de boterhammen Koffie maken Om 17u opdienen en afdienen zover als mogelijk Om 17u30 einde werkshift
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
9
Dag 5 hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke D5: 7u30 tot 13u en van 14u tot 16u30
overlopen van de patiëntenlijst zaalronde met de verantwoordelijke arts en assistent uitwerken van de zaalronde op de PC overdracht naar de vroegdienst ontslagen en opnames + de nodige afspraken (consulten en onderzoeken) telefonisch regelen om 12u30 overdracht naar de laat dienst in het weekend meehelpen in de zorg vanaf 13u30 opnames, ontslagen en consulten in orde brengen 16u30 overdracht naar de laatdienst
4. Procedures: Zie Dina: procedures, formulieren en staande orders
STUDENT Welkom van de mentoren We heten je van harte welkom en wensen je een leerzame stageperiode. Het team, en in het bijzonder de mentoren, zullen zich inzetten om je te begeleiden bij je leerproces op VE 110. Twee belangrijke uitgangspunten worden vooropgesteld. 1. Slechts de zorgen die in de theorie en in de praktijk behandeld werden op school, mogen uitgevoerd worden. 2. De aard van de leermomenten wordt bepaald in functie van de stagedoelen en dit in samenspraak met de mentoren en de stageleerkrachten. Vergeet niet! Voor elk probleem, klein of groot van gelijk welke aard ook, spreek de hoofdverpleegkundige of/en een verpleegkundige of/en een mentor aan waar u zich goed bij voelt en zeker de begeleiding van uw school. Blijf er niet mee zitten en laat je stage er niet door beïnvloeden.
Welke leermomenten bieden wij aan…
Op verpleegtechnisch vlak Onthaalbrochure
Hygiënische zorgen Preventie decubitus Preventie trombose / embolie Verplaatsingstechnieken. Temperatuur / pols / RR controles Venapunties Inspuitingen SC / IM Voorbereiden en toedienen van diverse insulines Bepalen glycemie waarden Voorbereiden, aanprikken perifeer infuus/verwisselen infuuszak, observatie Infuuspompen, PCIA, PCEA pomp: observeren, wegnemen Toedienen aërosol Medicatiedistributie per os Plaatsen van verblijfsonde Observatie urine Ledigen collecteerzak Zorgen aan verblijfsonde orthopedie en traumatologie
10
Verwijderen verblijfsonde Blaassondage: bij retentie, residu, voor bacteriologisch onderzoek Lavementen Toedienen suppo MRSA screening Afnemen hemoculturen Wondverzorging: o o o o o o o o o
ontsmetten van chirurgische en traumatologische wonden; ontsmetten van wonden met aanwezigheid van redondrain of wonddrain; verwijderen van hechtingsmateriaal; verwijderen van redondrain aanbrengen tule; inbrengen hydrofiele/vochtige wiek; cultuuropname van wondvocht met natte en droge wisser; uitvoeren wondspoeling; uitvoeren VAC therapie aanbrengen vochtige verbanden.
Relationeel en psychosociaal vlak
Persoonlijke problemen die invloed kunnen hebben op het functioneren op de VE kunnen bespreekbaar gesteld worden met de stagebegeleider, mentor, HV, of om het even welke verpleegkundige in wie de student vertrouwen heeft. De student krijgt hier de kans om kennis te maken met de belevingswereld van de heelkundige patiënt. De student moet bepaalde zaken kunnen relativeren, zodat hij/zij er niet onder lijdt: omgaan met ‘vieze’ zaken (braaksel, stoelgang, lelijke wonden, verminkingen,…). De student moet leren gepast omgaan met diverse noden. De student moet– binnen de mogelijkheden – gepaste info kunnen verstrekken aan de patiënt. De student leert samen werken met verpleegkundigen, medestudenten, andere paramedici, hulppersoneel,…
Administratief vlak
Voor alle studenten: leren schriftelijk observaties rapporteren in het verpleegkundig dossier.
Voorbereiding door de student
Vooraf contacteren van de hoofdverpleegkundige. Onderstaande links openklikken en al eens lezen Info: zie http://www.azsintjan.be Stage bij AZ- St. Jan – Informatie voor verpleging, verzorging en logistiek. De eerste dag: De stagecoördinator en de begeleidingsverpleegkundigen plannen telkens om 9 uur een onthaal op maandag voor de studenten van o.a. volgende scholen: Vesalius, HBOV, Vives, Howest. De plaats van afspraak is aan het onthaal ( groene draaideuren vooraan in het ziekenhuis ) Het onthaal bestaat uit: 1. Opwachten aan de voordeur voor een welkomstwoordje. 2. Begeleiden naar de kleedkamers en tijd geven om je om te kleden. 3. Rondleiding binnen onze campus met de belangrijkste plaatsen. 4. Na de rondleiding een kleine presentatie met vooral afspraken en verwachtingen. 5. Zo nodig begeleiden naar de stageplaats.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
11
Doelen van de dienst die meegenomen worden bij tussentijdse en eindevaluaties van de student. Het is de bedoeling dat de student bij aanvang aan de stagelector en mentoren een schriftelijk overzicht voorlegt met stagedoelen. In de stagedoelen kun je voorop stellen je sterke punten verder te ontwikkelen en te werken aan je zwakke punten. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces en de vraag naar feedback. Een zorg wordt achteraf besproken met de student zodat hij eruit leert voor de toekomst. Het groeiproces van de student zal voor de evaluatie bepalend zijn
Doelen van de dienst naar de student toe: Je heb de introductiebundel vooraf ingezien om een beter zicht te hebben op de problematiek en de individuele noden van de patiënten. Je voorstellen aan het personeel en patiënten is een elementaire vorm van beleefdheid en wordt in dank afgenomen. Je bent steeds net en verzorgd als je op de VE aankomt. Dit is een zaak van persoonlijke hygiëne. Indien je een zorg gaat uitvoeren steeds het verpleegdossier grondig raadplegen ivm aanwezige infecties en de te nemen maatregelen. Je neemt initiatief om de aanwezige leermomenten te benutten, door concrete afspraken te maken met de verantwoordelijke om onderzoeken, behandelingen… bij te wonen. Tijdig vragen om SC, IM, bloedafnames en wondzorgtechnieken te sparen. Je vult leerdoelen in op begeleidingsfiche, je bespreekt deze met de mentor en de verpleegkundigen zodat ze je daarbij kunnen begeleiden. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces, daarom wordt gevraagd de begeleidingsfiche voor te leggen aan de mentor of de verpleegkundige om deze lijst samen na de zorgverlening in te vullen en te bespreken. Je gaat op een tactvolle en beleefde manier van om met de patiënten en het personeel met wie wordt samengewerkt. Je respecteert het BEROEPSGEHEIM en de privacy van de patiënt! Er kunnen geen documenten met een identificatie van de patiënt meegenomen worden naar huis. Je integreert je op een gepaste manier in het team, rekening houdend met de eigenheid van de verpleegeenheid. Je kan zelf vragen stellen en problemen of gegevens aan bod brengen. Je woont de patiëntenoverdracht bij. Je neemt verantwoordelijkheid op. Wees eerlijk, correct en stipt. Eerlijk uitkomen voor eventuele fouten of vergissingen. Je neemt zelf initiatief voor neventaken. Je bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van een patiënt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en/of de mentoren. Je bent in staat om op een constructieve wijze om te gaan met feedback. Je zorgt ervoor dat je zoveel mogelijk doelstellingen hebt bereikt op het einde van jouw stage. Je neemt maatregelen om kruisinfecties te voorkomen. Je vult op het einde van de stage de studentenenquête in. Bij ziekte of afwezigheid verwittig je steeds je begeleiding van school maar tevens de verpleegeenheid: 050 45 31.10.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
12
NIEUWE COLLEGA 1. Welkom van de hoofdverpleegkundige Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zult veel nieuwe indrukken opdoen. Ik wil je daarin geruststellen : stilaan krijg je alles onder de knie ! We zullen je zo snel mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. We stellen alles in het werk om jou te helpen, daarvoor staat de coach, de begeleidingsverpleegkundigen en het voltallige team klaar om het leerproces mee te begeleiden. We verwachten van jou het initiatief om ervoor te zorgen dat je gedurende de opleiding voldoende “leert” en aanwezig bent op de vormingen die voor jou georganiseerd worden Dit zullen dan ook de zaken zijn die bij de tussentijdse feedbackgesprekken en functioneringsgesprekken onder andere aan bod zullen komen.
2. Nieuwe medewerker De nieuwe medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Daarom zal van jouw verwacht worden: 1. dat je op gepaste tijden je opleidingsplan invult. 2. je bespreekt het opleidingsplan met de coach. 3. je volgt de opgelegde vormingen.
2.1: Het persoonlijk opleidingsplan = het POP Het POP geeft je een duidelijk overzicht van de vaardigheden en de beroepskennis en attitudes die van jou worden verwacht op je nieuwe dienst. Bij indiensttreding wordt een nulmeting opgemaakt met de begeleidingsverpleegkundige en coach. Daarna neem je zelf regelmatig initiatief om het POP te overlopen met je coach, hoofdverpleegkundige of begeleidingsverpleegkundige. Deze data plan je best meteen zodat je zeker bent dat je op tijd reflecteert en feedback kunt krijgen i.v.m. jouw leerproces. Het is EEN WERKDOCUMENT, een leidraad voor het volgen van de evolutie van je kennen, kunnen en integreren. Na het doorlopen van het volledige opleidingsplan (ten vroegste na 1 jaar) kunnen maximum 40 uren vorming worden toegekend.
Opleidingsplan orthopedie Opleidingsplan VE 110 Nulmeting
3 mnd
6 mnd
9 mnd
1 jaar
Opmerkingen
Gemaakte afspraken Datum Administratie beroepskennis en vaardigheden Verpleegkundig zorgplan
Opnameplanning
2.2: Bespreken van het opleidingsplan
Samen met de coach de evolutie bespreken en eventueel de nodige acties ondernemen om je ontwikkeling van de vaardigheden, kennis en integratie op jouw dienst te bevorderen.
2.3: Vormingsaanbod en noden Elke nieuwe starter moet in samenspraak met de hoofdverpleegkundige een aantal vormingen volgen die worden vastgelegd door het ziekenhuis. Deze informatie krijg je bij de start van de begeleidingsverpleegkundigen.
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
13
Vormingen vastgelegd voor de dienst orthopedie
Verplichte vormingen voor alle nieuwe medewerkers.
Klachtenbehandeling in het ziekenhuis Onthaalnamiddag voor nieuwe personeelsleden Inleiding in het personeelstatuut IDPBW Praktische opleiding: draagbare blusmiddelen Klantgerichtheid voor nieuwe medewerkers Tijdsregistratie: niet langer chinees Aansprakelijkheid van verpleegkundigen en vroedvrouwen Vigigerm pakt de strijd aan tegen infecties Het pijnbeleid in het ziekenhuis Staand orders diabetesbeleid Informatie ivm vormingen bij indiensttreding Het opleidingsplan Rondleiding in het ziekenhuis Centraal patiëntendossier Patiëntenoproepsysteem Himed en telefoonkaart Gebruik van Dina ( informatica toepassingen) Fixatie van een patiënt: praktische uitvoering Palliatief zorgadviesteam Klinische paden, standaardverpleegplannen enz… Samenwerking met de apotheek deel 1 Samenwerking met de apotheek deel 2 Samenwerking met het laboratorium Zorgprogramma geriatrie CPR en samenwerking met het medisch urgentieteam HACCP voor zorgeenheden Het verpleegkundig dossier Milieubeleid Berekenen voor verpleegkundigen en vroedvrouwen Basiscursus wondzorg Implanteerbare poortkatheter: aanprikken en zorg Samenwerking met apotheek deel 3: chemotherapie Technische aspecten van een lijktooi Afnemen ECG en interpretatie QRS complex CVD meting Het gebruik van volumetrische-, spuit-, en voedingspompen
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
14
3. Coach Op orthopedie fungeren een aantal ervaren verpleegkundigen als coach. Zij gaan jou zo goed mogelijk begeleiden en ondersteunen op de werkvloer. Je kunt bij hen terecht met al je vragen met als doel je kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. De coach is ook je vertrouwenspersoon die het integreren in het team stimuleert. Het is goed om met de coach van bij de start: minimum 2 geijkte momenten af te spreken in de eerste twee maanden een aantal vaste momenten af te spreken om de 2 maanden in het eerste jaar. Dit alles in het kader van je POP en integratie in het team.
4.Begeleidingsverpleegkundige De begeleidingsverpleegkundigen zijn er om jou te ondersteunen en jouw integratie te bevorderen zodat je kan ontwikkelen tot een goed functionerend teamlid. Ingrid Devos t: 050.45.39.29. Katrien De Vooght t: 050.45.39.27. Taken
begeleidingsverpleegkundigen : Onthaal bij de start in het ziekenhuis. Opvolging en ondersteunen van het POP. Aanbieden van individuele werkvloerbegeleiding. Bepaalde technieken opnieuw inoefenen. Informeren ivm de vormingen. Zorgen dat de nieuwe medewerker zichzelf kan inschrijven voor latere vormingen.
5. Afspraken op de afdeling Je POP bijwerken na 3-6-9 maand om dan af te sluiten na 1 jaar. Indien daar belangrijke punten uitkomen bespreek je dit met je coach en/of hoofdverpleegkundige. Inschrijven in de nodige vormingen voor jouw afdeling en doorgeven op je wensenlijst elke maand naar je hoofdverpleegkundige zodat hij/zij er rekening kan mee houden op de werklijst. Bij ziekte wordt de dienst zo snel mogelijk verwittigd ( 050.45.31.10)
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
15
Veel gebruikte terminologie : Actie move sling Abductie Adductie ankylose Anteflexie anterior Anti-rotatie botje
Artritis artrodese Artroplasie Artroscoop artroscopie aseptische necrose artrose autologe bloedtransfusie bipolair BHP blaastraining
botbank cerclagedraad cijfer 8 - verband circumductie collar'n cuff concaaf congruentie consolideren D.H.S. D.S.A. deviatie diastase distaal doppler dorsaal draaien in blok
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
mousse arm draagband de beweging waarbij het lidmaat van het lichaam weg wordt verwijderd. het brengen van een lidmaat naar het lichaam toe verstijving van een gewricht buigen voorzijde op maat gemaakte steungevende goot waarin het been rust. De hiel is open. Ter hoogte van de hiel is een dwarslatje dat maakt dat het been en de voet niet naar binnen of buiten sche stand blijft). De goot wordt over het been gefixeerd met 3 velcro banden. gewrichtsslijmvliesontsteking kunstmatige verstijving van een gewricht (operatief) artrotisch of gebroken fragment binnen een Gewricht vervangen door een prothese instrument dat het endoscopisch onderzoek mogelijk maakt van een gewricht kijken in een gewricht met een artroscoop afsterven van een gedeelte van het beenbot door een interne pathologie of ten gevolge van een trauma degeneratie van een gewricht (slijtage) het bloed dat de patiënt verliest via de redondrains krijgt hij/zij terug geïnfundeerd articulerend op twee plaatsen Bipolaire Heupprothese bij patiënten die gedurende een bepaalde tijd met een verblijfsonde liggen. Vooraleer de blaassonde te verwijderen wordt deze gedurende enkele uren afgeklemd om de blaas op te voeden. Als de patiënt voelt dat de blaas vol is, wordt de klem terug geopend. hier worden lijkenten bewaard. Deze levert botenten wanneer er meer enten nodig zijn dan de beschikbare voorraad van de patiënt zelf. osteosynthesemateriaal (vb. aangewend bij patellafractuur) 3 weken durende behandeling bij claviculafractuur - het verband is in stof gemaakt met velcro sluitingen cirkelvormige beweging in het gewricht draagriem in mousse waarin de arm rust. Het verband wordt gefixeerd in de nek (bij fracturen) hol anatomische stand herstellen, verstijven, vast worden, genezen van een beenbreuk dynamische heupschroef digitale substractie angiografie (radiografische zichtbaar maken van bloedvaten met behulp van contrastvloeistof) afwijking uiteenwijken van beenderen zonder ontwrichting het deel dat het meest van het lichaam verwijderd is echografische onderzoek van de bloedvaten tot de rugzijde behorend methode om patiënten met rugaandoeningen te draaien in bed: vragen aan de patiënt de armen te kruisen over de borst, de ene voet over de andere leggen, de beide 16
duolockprothese Dupuy - verband dyspnoe echografie elektrostimulatie endorotatie endoscoop / endoscopie eversie exorotatie extensie extern fascia fixateur externe
fixatie flexie gammanagel gipsatelle greffe Haematoom heparine hydrotherapie hyperextensie ijsimpactie intern inversie kinetec
kirschnerpin küntscher kyfoplastie lateraal lardinoisboog ligament longperfusie- en ventilatiescan Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
verpleegkundigen maken aan elke kant van het bed het steeklaken los. De ene verpleegkundige trekt de patiënt naar zich toe en draait hem over zodat hij in zijligging komt. De 2e verpleegkundige steunt de patiënt ter hoogte van schouder en stuit (patiënt neemt niet actief deel) bipolaire heupprothese: acetabulum: metalen ring (kan bewegen in het acetabulum) prothese draagdoek (-verband) waarin de arm rust na operaties op schouder- en onderarm bemoeilijkte ademhaling onderzoek naar weefselveranderingen in het lichaam door terugkaatsen van ultrasonore golven elektronische impulsen geven op het motorpunt van de spier. Deze contraheert zonder tussenkomst van de wil van de patiënt. Beoogt het versterken van de spier binnenwaartse draaiing optisch instrument om lichaamsholten en/of kanalen langs binnen te bekijken, biopsies te nemen of te handelen het naar buiten brengen buitenwaartse draaiing strekken uitwendig peesblad, peesvlies dat spieren bedekt = uitwendige fixateur: een structuur van metalen pinnen, die buiten het lichaam wordt gebruikt om fractuurstukken op hun plaats te houden. Tijdens de OP worden proximaal en distaal van de # pinnen ingebracht die met een uitwendig frame verbonden worden, zodanig dat de botstukken in één rechte lijn staan en niet kunnen verschuiven. Indicatie: behandeling van open fracturen en hun complicaties vastlegging, het fixeren plooien y - nagel, fixatiemateriaal gebruikt bij heupfractuur gipsgoot overplanting bloeduitstorting in / onder de huid, in het weefsel anticoagulans, antistollingsmiddel toegevoegd aan bloed om het vloeibaarder te maken onderwatertherapie het strekken verder dan 180° inpakken met ijs, bedoeld om inwendige bloeding ter hoogte van de breuk te doen stoppen – werkt bloedstelpend inwendig het naar binnen brengen continue passieve mobilisatie (C.P.M.) dit gebeurt door een elektrisch aangedreven apparaat dat de knie na het plaatsen van een knieprothese progressief doet plooien tot ±110° puntige metalen pin gebruikt als osteosynthesemateriaal mergnagel - indicatie: behandeling van breuken van de lange pijpbeenderen het opspuiten van een wervel, als nieuwe techniek bij wervelfractuur zijdelings, van de middellijn weg uitwendige fixateur bij bekken# (trekschroef in de trochanter major) bindweefselband, versterkingsband van gewrichten het opsporen van longventilatiedefecten door 17
middel van radioactieve isotopen het opsporen van longdefecten door middel van radioactieve isotopen loosening loslaten, loskomen van de eerder geplaatste prothese Luxatie ontwrichting M.R.I. (M.N.R.) magnetic resonance imaging mediaal in de middellijn gelegen, naar het midden toe multifragmentair meerdere breuken op één bot N.S.A.I.D. niet steroïdale anti-inflammatoire medicatie osteochondritis ontsteking van been en kraakbeen osteomyelitis beenmergontsteking osteosynthese het mechanische vastzetten van een breuk door middel van osteosynthesemateriaal ( operatief) Osteosynthesemateriaal materialen gecreëerd om beenstukken vast te zetten ( metalen platen, draden, schroeven, pennen,…) osteotomie operatie waarbij een been wordt doorgebeiteld P.C.A.-pomp patiënt controlled analgesy ( pijnpomp, een bepaalde dosis pijnmedicatie kan door druk van de patiënt op een handtoets aan zichzelf worden toegediend - er is wel een maximum gesteld aan toegelaten dosis) peroperatoir tijdens de operatie pertrochanter door de trochanter plaat- en vijsfixatie vastzetten van beenstukken d.m.v. plaat en vijzen - indicatie: bij behandeling van breuken gelegen rondom de gewrichten plantair zoolwaarts, m.b.t. de voetzool platte bedrust verplichte bedrust (rugligging) frequent voorkomend bij aandoeningen van de wervelkolom pneumonie longontsteking polytrauma meerdere trauma's, traumata waarbij ook niet-extremiteiten betrokken zijn posterior achterzijde pronatie het naar achter draaien prothese kunstmatig vervangstuk van een ontbrekend lichaamsdeel proximaal het deel dat het dichtst bij het lichaam gelegen is redondrain dunne plastieken buis, op het uiteinde perforaties vertonend. Wordt veel aangelegd tijdens operaties om de rest van bloed / wondvocht af te zuigen via een vacuum systeem redonfles luchtledige fles met gradaties waarin het aangezogen bloed via de redondrain afloopt retroflexie strekken revisie heupprothese heringreep, waarbij een nieuwe prothese wordt geplaatst rigiditeit stijfheid rotatorcuff scheur van de pezen van de spieren die zorgen voor de rotatie van de schouder schuine plank bij patiënten met rugoperaties en wervelfracturen, die gedurende enige tijd strikte bedrust hadden geleidelijk de rug belasten om orthostatische hypotensie te voorkomen skintractie tractie door pleister - rekverband subluxatie ontwrichting waarbij de gewrichtskop de kom slechts gedeeltelijk heeft verlaten südecksyndroom atrofie van beenweefsel na trauma of OP aan de onderste / bovenste ledematen. ( vooral hand, voet, onderbeen) berustend op neuro- circulatoire stoornissen = spasmen van de kleine arterioli als gevolg van ondoelmatige sympatische reacties supinatie het naar voor draaien T.H.P. totale heupprothese tractie uitrekken / voorttrekken; toepassing van trekkracht op een deel van het lichaam, dat gebruikt kan worden bij de longperfusiescan
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
18
valgus varus ventraal
behandeling van fracturen om bv. ontstoken gewrichten te immobiliseren, spierkramp te verlichten kiné- oefeningen bij patiënten geopereerd van heupluxatie / acetabulumfractuur. De patiënt begint zelf te oefenen terwijl zijn fractie aan blijft, door aan touwen te trekken die via een katrolsysteem zijn been in beweging brengt. Het gewricht blijft ontlast en wordt tezelfdertijd gemobiliseerd aderontsteking ten gevolge van trombus vorming van een bloedstolsel in een bloedvat breken van de femurschacht om een driehoekig stuk bot (wig) te nemen met de punt naar de binnenkant van het botsstuk en de basis van de driehoek aan de buitenzijde, om zo de druk te verleggen op de heupkop, die nog niet aangetast is door artrose naar buiten gedraaid naar binnen gebogen tot de buikzijde behorend
zimmerbrace
extensiespalk (bij patiënten met knieprothese)
tractie-suspensieoefeningen
tromboflebitis trombose valgiserende osteotomie
Onthaalbrochure
orthopedie en traumatologie
19