Beleidsplan Nationaal Jenevermuseum

Beleidsplan 2009-2014

Nationaal Jenevermuseum

2

INHOUDSOPGAVE Voorwoord

4

1. Procesbeschrijving van de beleidsplanning

5

1.1. Plan van aanpak en gehanteerde methodiek 5 1.2. Concreet: evaluatie van de beleidsperiode 2003-2008 5 1.3. Concreet: beleidsvoorbereidend werk en finalisering van het beleidsplan 6 2. Analyse van de afgelopen beleidsperiode

7

2.1

Interne analyse 2.1.1. Het Nationaal Jenevermuseum en zijn collectie a. De oprichting b. De collectie c. Het museumconcept 2.1.2. De 4 museumfuncties a. Verzamelen b. Bewaren c. Onderzoeken d. informeren en presenteren 2.1.3. Management: organisatie en middelen a. Organisatiestructuur b. Personeel c. Financiële middelen d. Infrastructuur

7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 10 10 10

2.2

Externe analyse (belanghebbenden / omgevingsanalyse) 2.2.1. Belanghebbenden 2.2.2. Omgevingsanalyse a. Maatschappelijke trends b. Technologische trends c. Wetgevende context d. Regionale context 2.2.3. Onderschrijving sectorale beleidsplannen

12 12 13 13 14 14 14 15

2.3

SWOT-analyse & -conclusies 2.3.1. Toelichting 2.3.2. Analyse en besluiten a. Algemeen management (museumbeheer) b. Collectie (verzamelen, bewaren, onderzoeken) c. Publiekswerking (informeren, presenteren)

16 16 16 16 18 20

3. Missie en visie van het Nationaal Jenevermuseum

22

3.1. 3.2.

22 22

Missie Visie

4. Strategische en operationele doelstellingen & resultaatsindicatoren

24

5. Meerjarenplanning

28

5.1.

28 28

Inhoudelijk 5.1.1. Collectie



3

5.2.

5.1.2. Publiekswerking a. Actualisering van de vaste presentatie b. Tentoonstellingen c. Evenementen 5.1.3. Management en organisatie a. Samenwerkingsverbanden b. Vzw-werking

28 28 28 29 30 30 30

Financieel

31

5.2.1. Verwachte uitgaven (incl. BTW) 5.2.2. Verwachte inkomsten 5.2.3. Toelichting bij de meerjarenbegroting a. Algemene toelichting b. Toelichting bij de meerjarenbegroting inrichtende overheid c. Toelichting bij de meerjarenbegroting ondersteunende organisatie d. Toelichting bij de personeelskosten

31 32 34 34 34 34 34

6. Opvolging

35

6.1. 6.2.

Implementatie Evaluatie en bijsturing

35 35

7. Overzicht van de bijlagen

36

BIJLAGEN 1. Folder Nationaal Jenevermuseum

37

2. Organogram stedelijke afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel

38

3. Organogram stedelijke musea Hasselt

39

4. Statuten Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw

40

5. Samenstelling raad van bestuur Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw

42

6. Afsprakennota tussen de stad Hasselt en Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw

43

7. Personeelsbestand Nationaal Jenevermuseum

45

8. Begroting lopend werkingsjaar inrichtende overheid (2008)

46

9. Begroting lopend werkingsjaar ondersteunende organisatie (2008)

48

10. Samenvatting rekeningen Stad Hasselt, exploitatierekeningen vzw’s en resultaten voor de stedelijke musea Hasselt

50

11. Overzicht bezoekerscijfers 1987-2007

55



4

VOORWOORD In 2007 vierde het Nationaal Jenevermuseum zijn 25ste verjaardag. Gedurende die 25 jaren heeft het museum een doorgedreven proces van professionalisering ondergaan. De beginjaren stonden vooral in het teken van de herbestemming en restauratie van de stokerij Stellingwerff/Theunissen. De restauratie van deze stokerij, die exemplarisch is voor de jenevernijverheid ten tijde van de eerste industriële revolutie, zorgde ervoor dat de bezoeker in situ ondervindt hoe in ons land in de 19de en aan het begin van de 20ste eeuw jenever geproduceerd werd. Na dit grootse restauratieproject lag de nadruk op het verzamelen en registreren van een representatieve collectie en het vergroten van de naamsbekendheid van het museum. Een volgende periode luidde de verdere museologische professionalisering in, mede dankzij de erkenning en subsidiëring van het Nationaal Jenevermuseum op regionaal niveau. Tijdens een derde fase lag de nadruk op de ontsluiting van de collectie: een actualisering van de permanente presentatie, het digitaliseren van de collectie, het aanwerven van twee publieksmedewerkers en het uitbouwen van een educatieve werking. Deze professionalisering zal in de beleidsperiode 2009-2014 voortgezet en vooral uitgediept worden binnen een achterliggende visie die samengevat kan worden in het motto: WERKEN & GENIETEN. Deze visie, die van toepassing is op het werk voor én achter de schermen, moet geconcretiseerd worden binnen de museumwerking waar de komende jaren beleidsmatig drie prioriteiten worden gesteld. Om zijn regionale uitstraling en werking als expertisecentrum op het vlak van gedistilleerd te vergroten initieert het museum enkele structurele samenwerkingsverbanden die verderop in dit beleidsplan worden toegelicht. Verder is een opfrissing van de permanente presentatie een zeer belangrijk aandachtspunt. De huidige presentatie is ondertussen 10 jaar oud en bijgevolg aan een actualisering toe. Tot slot maakt het museum werk van een gedetailleerd collectieplan waarin bijzondere aandacht moet besteed worden aan een duidelijk afstotingsbeleid voor bepaalde deelcollecties. Dit beleidsplan zal de leidraad worden voor de museumwerking van de komende zes jaar. Het mag heel duidelijk de ambitie weergeven van het Nationaal Jenevermuseum en aantonen dat het museum vastberaden verder werkt aan de professionalisering van de uitvoering van zijn kerntaken. Davy Jacobs Coördinator



5

1. PROCESBESCHRIJVING VAN DE BELEIDSPLANNING 1.1. Plan van aanpak & gehanteerde methodiek Het ‘Draaiboek beleidsplanning voor musea’ (Culturele Biografie Vlaanderen, 2007) vormde de praktische leidraad in het traject van de beleidsplanning van het Nationaal Jenevermuseum. Toch is dit traject van de beleidsplanning bewust of onbewust een traject van vele jaren. Elk jaar wordt immers nagegaan in welke mate de actieplannen gerealiseerd zijn en in welke mate nieuwe acties kaderen binnen de algemene museumvisie en het beleidsplan. De evaluatie van de afgelopen beleidsperiode 2003-2008 startte in ieder geval heel concreet begin 2007. Deze evaluatie die uitmondde in het beleidsplan voor de periode 2009-2014 werd voorbereid, gestuurd en gecoördineerd door de museumcoördinator. Hij stelde de timing op, de agenda van de verschillende bijeenkomsten en bereidde de meeste swotanalyses voor en begeleidde deze. De museumcoördinator stelde ook de sneuveldocumenten op die voor feedback werden voorgelegd aan verschillende stakeholders. In januari 2007 werden alle aanbevelingen van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Limburg bij het beleidsplan 2003-2008, bij het geactualiseerde beleidsplan, bij de jaarverslagen en actieplannen verzameld. Deze aanbevelingen dienden samen met het vorige beleidsplan als basis voor de interne en externe analyse van de museumwerking en als ondersteuning van en aanvulling op de swotanalyses met de verschillende stakeholders. Bij het uitvoeren van de swotanalyses werd bewust gekozen om te starten met die stakeholders die het dichtst bij de bezoekers staan: het eigen personeel en de stafmedewerkers. Vervolgens werden andere stakeholders bevraagd. Tijdens de swotsessies werden telkens drie aspecten besproken: het algemeen management, het collectiebeleid en de publiekswerking. Door middel van de “post-it”-methode leverde dit interessante en soms verbazingwekkende resultaten op. De swotresultaten van de verschillende swotsessies werden door de coördinator samengebracht, gefilterd en verwerkt tot conclusies die het toekomstige beleid moeten voeden. Aan de hand van deze interne en externe swotanalyse formuleerde de museumcoördinator een voorstel tot bijgestuurde missie, een vernieuwende visie, alsook de strategische en operationele doelstellingen met hun resultaatsindicatoren. Deze doelstellingen werden in de mate van het mogelijke “SMART” geformuleerd. Bij de redactie van de teksten werd op zeer regelmatige basis teruggekoppeld naar de stafmedewerkers, de museumbestuurders en de collega’s van de afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief & Erfgoedcel (CTMAE). Bovendien werd er systematisch feedback gevraagd aan de provinciale museumconsulente. Het uiteindelijke beleidsplan werd ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt en de raad van bestuur van de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt. 1.2. Concreet: evaluatie van de beleidsperiode 2003-2008 • • •

18 januari 2007 swotanalyse ‘museumwerking’ door het personeel van het Nationaal Jenevermuseum 15 februari 2007: swotanalyse ‘museumwerking’ door de stafmedewerkers van de stedelijke musea Hasselt 21 maart 2007



6

•

• •

swotanalyse ‘museumwerking’ door het dagelijks bestuur van de vzw Nationaal Jenevermuseum 4 juni 2007 swotanalyse ‘museumwerking’ door de stedelijke afdeling voor Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel (CTMAE), de cultuurbeleidscoördinator en de schepen van cultuur 18 juni 2007 swotanalyse ‘wisselwerking stad Hasselt – museumvzw’s’ door de stuurgroep van de stedelijke musea Hasselt 10 september 2007 swotanalyse ‘museumwerking’ door de raad van bestuur vzw Nationaal Jenevermuseum

1.3. Concreet: beleidsvoorbereidend werk en finalisering van het beleidsplan •

•

• • • • •

vanaf 21 mei 2006 de stedelijke musea Hasselt werden door de hoofdcoördinator vertegenwoordigd in de interne stuurgroep voor het lokaal cultuurbeleidsplan samen met de stedelijke dienst voor cultuur, het cultuurcentrum Hasselt, de stedelijke bibliotheek, de erfgoedcel en het stadsarchief; deze stuurgroep participeerde aan de vormingsdriedaagse van Cultuurlokaal in Sint Niklaas op 21/11/06, 13/2/07, 29/3/07 en vergaderde op 6/2/07, 20/3/07, 11/4/07, 23/5/07,20/6/07, 14/8/07, 19/9/07 22 februari 2007 studiedag ‘Beleidsplanning voor musea’, Hasselt (georganiseerd door Culturele Biografie Vlaanderen en het provinciale museumconsulentschap); de museumcoördinator nam deel aan deze studiedag 11 juni 2007 voorbereiding van de missie, visie & doelstellingen door het dagelijks bestuur van de vzw Nationaal Jenevermuseum 5 november 2007 bespreking van de missie, visie & doelstellingen door het dagelijks bestuur van de vzw Nationaal Jenevermuseum 10 december 2007 bespreking en goedkeuring van het beleidsplan door de raad van bestuur van de vzw Nationaal Jenevermuseum 10 januari 2008 goedkeuring van het beleidsplan door het college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt 14 januari 2008 indiening van het beleidsplan bij de Vlaamse Gemeenschap



7

2. ANALYSE VAN DE AFGELOPEN BELEIDSPERIODE 2.1. Interne analyse 2.1.1. Het Nationaal Jenevermuseum en zijn collectie a. De oprichting Midden jaren '70 ontstond er belangstelling voor het industriële verleden en de getuigen ervan. In Hasselt concentreerde de aandacht zich op de jeneverindustrie die, zeker in de 19de eeuw, het sociale en economische leven van de stad bepaalde. Concreet vertaalde deze belangstelling zich in acties van gedreven particulieren rond de vervallen en met sloop bedreigde stokerij Stellingwerff/Theunissen in de Witte Nonnenstraat. De uitzonderlijke industrieelarcheologische waarde van het gebouwencomplex werd gehonoreerd in augustus 1975 toen het bij Koninklijk Besluit als eerste industrieel monument in België werd beschermd. In 1979 kocht het stadsbestuur het gebouwencomplex om er een jenevermuseum in onder te brengen. De restauratie, gerealiseerd met Europese, provinciale en rijkstoelagen, startte in het voorjaar 1983 en werd in juli 1987 voltooid. Van bij de aanvang kanaliseerde het stadsbestuur de belangstelling voor het onderwerp door de oprichting van de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt te stimuleren (1980). Deze vzw kreeg verregaande inhoudelijke bevoegdheden. Zij startte met het samenstellen van een collectie en presenteerde deze in tijdelijke tentoonstellingen, aanvankelijk buitenshuis en van 1982 tot 1987 in het vroegere Grauwzustersklooster aan de Thonissenlaan. b. De collectie De museumcollectie omvat ca. 22.000 collectiestukken. Deze stukken hebben betrekking op hetzij de geschiedenis van het Belgische gedistilleerd (vandaar “Nationaal” Jenevermuseum), hetzij het distillatieproces (van de vroegste sporen van distillatietechnieken tot de modernste stookapparatuur), hetzij de sociale en economische implicaties van de Belgische productie en consumptie van gedistilleerd. De kerncollectie bestaat uit de 19de-eeuwse stookinstallatie (beschermd in 2005), een molenstoel en een stoommachine, die ervoor zorgen dat het museum zijn eigen jenevers en likeuren kan produceren. Tot de belangrijkste deelcollecties behoren de uitzonderlijke verzameling affiches en etiketten voor jenever en likeur en de collectie flessen, stopen, jenever- en likeurglazen. In België is deze collectie, die een authentiek stuk industriële Belgische geschiedenis beschrijft, origineel en uniek. In Nederland bevindt er zich een gelijkaardige collectie in het Jenevermuseum in Schiedam dat zich toespitst op het Nederlands gedistilleerd. c. Het museumconcept Er werd geopteerd voor een nationale benadering van het onderwerp. Enerzijds omdat het productiegebied van Belgische jenever zich uitstrekt over heel België. Anderzijds omdat de ontwikkeling van deze industrie in grote mate werd en wordt bepaald door de Belgische (accijns)wetgeving, de houding van de overheid inzake drankmisbruik, de economische context, de industrialisatie en de landbouwpolitiek. Verder komen de historisch gegroeide regionale verschillen in de ontwikkeling van het product en zijn industrie een dynamische aanpak ten goede. Ze vormen een herkenbaar of onderscheidend gegeven voor de bezoeker en zijn daardoor identiteitsvormend. Het museum is in de eerste plaats een levend museum. In de mate van het mogelijke wordt de authentieke productieapparatuur zo vaak mogelijk in werking gezet. Stap voor stap worden de verschillende fasen van het jeneverproductieproces toegelicht. Dit eerder technologisch-wetenschappelijke gegeven biedt uiteraard mogelijkheden naar de educatieve werking en verhoogt de belevingswaarde voor de bezoeker. Het museum plaatst de jenever ook in zijn sociaaleconomische context en confronteert deze met de hedendaagse situatie. Ze biedt invalshoeken als de maatschappelijke en ecologische



8

implicaties van de industrialisatie (agro-industrie), de evolutie van arbeidsverhoudingen, enz. De jenever wordt als nationaal gedistilleerd product eveneens geplaatst in de volkscultuur. De gedistilleerde drank biedt de mogelijkheid om de mens te tonen in zijn sterkte en zwakte: enerzijds vernuftig, ondernemend, innoverend en arbeidend bij de productie en anderzijds zwak en onbeheerst, soms zelfs dwangmatig bij de consumptie. Deze contextuele en actualiteitsgerichte benadering opent, meer dan de zuiver biochemische en technologische benadering van het productieproces, de dialoog met de brede doelgroep. Nochtans gaat er in verhouding meer aandacht naar het technologische verhaal dan naar het socio-economische verhaal en wordt de technologische benadering vaak ervaren als te nadrukkelijk aanwezig. In dit verband dringen een actualisering van het museumconcept en de inrichting van de permanente presentatie zich op. 2.1.2. De vier museumfuncties a. Verzamelen De museumcoördinator beheert de collectie. Hij bepaalt bijgevolg het verwervingsbeleid (zie ook onder 2.1.1. b.) en wordt hierbij geadviseerd de raad van bestuur en een werkgroep collectie. De collectie is eigendom van de museumvzw. Gezien de collectie technische, wetenschappelijke, economische en maatschappelijke tendensen en evoluties dient te illustreren wordt bij de collectievorming niet gestreefd naar een volledige, maar wel naar een representatieve collectie. De collectie wordt opgedeeld in een kerncollectie (stokerijsite en stookinstallatie) en 7 deelcollecties (productieapparatuur, verpakkingsmateriaal, promotiemateriaal, consumptiemateriaal, documentair materiaal, beeldende kunst en materiaal met betrekking tot nevenactiviteiten van het productieproces). De digitale basisregistratie van de hele collectie is – conform de CIDOC-richtlijnen – voor 100% voltooid en gebeurt via het registratieprogramma AdLib Museum. De thesaurus werd opgebouwd op basis van Art & Architectural Thesaurus en European Brewery Convention. Het documentatiecentrum beschikt over een inventaris van publicaties, tijdschriften en audiovisuele materialen in Microsoft Access. b. Bewaren Steeds worden de nodige maatregelen genomen om de collectie zo optimaal mogelijk te bewaren en te presenteren. Samen met de andere stedelijke musea deelt het Nationaal Jenevermuseum een volledig geklimatiseerde en beveiligde depotruimte (800 m²) in de gebouwen van de centrale werkplaatsen van de stad Hasselt. De verschillende collecties worden hier per materiaalsoort bewaard. In het museum beantwoorden verlichting, temperatuur en luchtvochtigheid aan de algemeen geldende normen. Het museum beschikt over de nodige apparatuur om deze te meten en constant te houden (luxmeter, digitale thermohygrometers, aircotoestellen). Lichtgevoelige stukken, zoals papier, krijgen extra aandacht. De collecties zijn over het algemeen in goede tot zeer goede staat. Hoofdzakelijk papieren documenten komen in aanmerking voor actieve restauratie. De operationele stookinstallatie wordt regelmatig volgens de regels van de kunst schoongemaakt en jaarlijks gecontroleerd op corrosiesporen. Het museum heeft geen restauratieatelier. Restauratiewerken worden uitbesteed aan gespecialiseerde firma’s. De collectie is door de stad Hasselt verzekerd via een ‘blanket cover formule’ (“Alle risico’s” polisnummer 45.062.336). Alle tentoonstellingszalen zijn tijdens de openingsuren beveiligd door bewakingscamera’s. Na sluitingstijd is het museum volumetrisch (bewegingsmelders) en met randdetectie (magneetsluiters) beveiligd. c. Onderzoeken De meeste onderzoeken van de collectie gebeuren in functie van een tentoonstelling en/of publicaties en colloquia. Deze onderzoeken worden wegens het ontbreken van personele



9

middelen doorgaans uitbesteed aan externe specialisten en/of organisaties. Onderzoeksprojecten in verband met mondelinge geschiedenis gebeuren met vrijwilligers die de nodige opleiding genieten, of in samenwerking met de erfgoedcel Hasselt. Het museum publiceert meestal jaarlijks de resultaten van dergelijke onderzoeken. Het museum ontwikkelt op basis van oude recepten traditionele likeuren, en draagt op deze manier bij tot het in stand houden van het gastronomische erfgoed. d. Informeren en presenteren Het museum vertelt zijn verhaal aan +15-jarigen door middel van zeer diverse (interactieve) media: vaste presentatie met interactieve elementen, tijdelijke tentoonstellingen, begeleide rondleidingen, voordrachten(reeksen), publicaties, evenementen, enz. De afgelopen beleidsperiode werkte het museum een uitgebreid en gevarieerd educatief aanbod uit voor scholen (wetenschappelijke workshops e.d.) en groepen volwassenen (degustatiesessies). Het documentatiecentrum is na afspraak raadpleegbaar. In het proeflokaal worden drankjes geserveerd (ook niet-alcoholische dranken). Het museum is het hele jaar door open behalve een drietal weken in januari. Het is goed bereikbaar met de auto, het openbaar vervoer, te voet en met de fiets. Voor rolstoelgebruikers zijn de nodige voorzieningen aanwezig. Door het historische karakter van het pand zijn enkele ruimtes echter niet toegankelijk voor hen. Communicatie en publiciteit in het bijzonder worden gevoerd via de kanalen van de stad Hasselt (o.a. In&Uit Hasselt), via free publicity en via eigen communicatiemiddelen (website, promofolder, advertenties, nieuwsbrief in samenwerking met de andere stedelijke musea, beursaanwezigheid, e.d.). De raad van bestuur wordt voor deze functies geadviseerd door de werkgroepen educatie en publiekswerking. Bijlage 1:

Folder Nationaal Jenevermuseum

2.1.3. Management: organisatie en middelen a. Organisatiestructuur De stad Hasselt is de inrichtende macht. Het Nationaal Jenevermuseum is een onderdeel van de dienst stedelijke musea binnen de afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel. Op zeer regelmatige basis vindt er overleg plaats binnen de dienst en de afdeling. Het hoofd van de afdeling is de cultuurbeleidscoördinator, het hoofd van de dienst is de hoofdcoördinator. De musea delen twee stafmedewerkers en zijn vertegenwoordigd in twee officiële adviesraden ingericht door de stad: de erfgoedraad en de kunstenraad. De hoofdcoördinator is lid van de stuurgroep van de stedelijke erfgoedcel. In zijn werking wordt het museum ondersteund door de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt. De vzw streeft naar een evenwichtige (jeneverproducenten, vertegenwoordigers van overkoepelende verenigingen, wetenschappers, onderwijs, enz.) en geografisch representatieve vertegenwoordiging van de leden in de algemene vergadering (ca. 150 leden) en in de raad van bestuur. Deze laatste wordt bijgestaan door werkgroepen die fungeren als creatieve en inhoudelijke denktanks. Het stadsbestuur en de vzw legden de afspraken en de verantwoordelijkheden vast in een overeenkomst. Kort samengevat is de stad verantwoordelijk voor het personeel, gebouw en logistiek. De vzw levert advies met betrekking tot de inhoudelijke invulling van het museum en de exploitatie van de stookinstallatie en het proeflokaal. Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6:

Organogram afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel Organogram stedelijke musea Hasselt Statuten Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw Samenstelling raad van bestuur Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw Afsprakennota tussen de stad Hasselt en Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw



10

b. Personeel Het personeelsbestand, zonder staffuncties, bestaat uit 11 medewerkers met een ambtenarenstatuut (8,6 FTE). Het museum wordt inhoudelijk en zakelijk geleid door de coördinator. Twee stafmedewerkers (resp. educatie en publiekswerking, 1,8 FTE) voeren opdrachten uit voor de drie stedelijke musea die geleid worden door een hoofdcoördinator (1 FTE). De functieomschrijving van elk personeelslid vermeldt de toepassing van de deontologische code voor het museumberoep. Vorming in het kader van de functionele loopbaan van het personeel wordt voorzien door het stadsbestuur conform de krachtlijnen van de nota Kelchtermans 1993. Mits voldoende motivatie zijn, behalve deze formeel voorziene vorming, ook andere opleidingen mogelijk (workshops, studiedagen, enz.). Voor grotere technische en andere onderhoudswerken doet het museum een beroep op de technische diensten van de stad Hasselt ofwel in eigen regie ofwel via onderhoudscontracten. De museumpromotie gebeurt voor een groot deel door de In&Uit Hasselt (toerisme Hasselt), waar ook de boeking en administratie van geleide bezoeken gecentraliseerd worden. Het museum werkt op structurele basis met vrijwilligers, gerekruteerd uit de algemene vergadering van de vzw. Zij worden ingeschakeld in het onthaal van bezoekers, de collectieregistratie, enz. In de mate van het mogelijke gaat het museum in op vragen van onderwijsinstellingen om stagiairs tewerk te stellen en te begeleiden. Bijlage 7:

Personeelsbestand Nationaal Jenevermuseum

c. Financiële middelen De museumwerking wordt gefinancierd door de stad Hasselt en de museumvzw. Het stadsbestuur neemt de infrastructuur-, personeels- en werkingskosten voor zijn rekening. De kosten voor tijdelijke projecten en evenementen worden mee gedragen door de vzw. De afspraken hierover werden vastgelegd in een overeenkomst tussen stad en vzw. Het stadsbestuur draagt de inkomsten uit entreegelden over aan de vzw. De uitgaven en opbrengsten van het proeflokaal en de museumshop zijn voor rekening van de vzw. Het lidgeld van de vzw bedraagt 15 euro per jaar. Quasi alle vzw-inkomsten worden telkens opnieuw geïnvesteerd in de werking van het volgende jaar. Sinds 2002 werd het museum ingedeeld op het regionale niveau en ontvangt het werkingssubsidies van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Limburg. Belangrijk hierbij is dat de financiële inbreng van het stadsbestuur status quo bleef in vergelijking met de periode vóór 2002. Afhankelijk van de initiatiefnemer wordt door het stadsbestuur of de vzw betoelaging voor projecten aangevraagd. Het museum genereert nagenoeg geen inkomsten uit sponsoring. Het onderwerp (alcohol) past voor mogelijke sponsors niet in hun beleid. Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10:

Begroting lopend werkingsjaar inrichtende overheid (2008) Begroting lopend werkingsjaar ondersteunende organisatie (2008) Samenvatting rekeningen Stad Hasselt, exploitatierekeningen vzw’s en resultaten voor de stedelijke musea Hasselt

d. Infrastructuur Het Nationaal Jenevermuseum is sinds 1987 ondergebracht in de vroegere jeneverstokerij Stellingwerff/Theunissen. Na grondige restauratie voldoen de gebouwen aan de bouwtechnische, klimatologische en beveiligingsvereisten voor de huisvesting van een museum in alle aspecten: ontvangst van (andersvalide) bezoekers, tewerkstelling van personeel en tentoonstelling van de collectie. In 2002 werd, door aankoop door het stadsbestuur van twee aangrenzende woningen, het museum uitgebreid met een grotere onthaalruimte met museumshop en een educatieve ruimte. Het depot bevindt zich in de stedelijke centrale werkplaatsen, gelegen buiten het stadscentrum.



11

De preventie en beveiliging tegen brand en inbraak van het pand wordt gecoördineerd door de stedelijke dienst voor preventie. Deze waakt ook volgens de geldende wetgeving inzake welzijn op het werk over de arbeidsveiligheid en de veiligheid van de bezoekers. De vzw beschikt over een exploitatievergunning voor een ambachtelijke jeneverstokerij met toebehoren en opslag van alcohol in het museum. Bij het uitreiken ervan werd voldaan aan alle exploitatievoorwaarden inzake brandvoorkoming en -bestrijding en de voorwaarden voor opslagplaatsen van alcoholhoudende vloeistoffen.



12

2.2. Externe analyse (belanghebbenden / omgevingsanalyse) 2.2.1. Belanghebbenden •

Bezoekers De belangrijkste stakeholders zijn de meer dan 50.000 bezoekers die individueel of in groepsverband in het museum over de vloer komen. Hun reacties op de museumwerking bepalen immers voor een groot gedeelte het museumbeleid.

Bijlage 11:

Overzicht bezoekerscijfers 1987-2007

•

Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw Vanaf het prille begin van het Nationaal Jenevermuseum werd een vzw in het leven geroepen die verantwoordelijk werd voor de inhoudelijke invulling van het museum. De vzw zorgt voor de nodige inhoudelijke expertise en bouwde een sterke vrijwilligerswerking uit. De verantwoordelijkheden van de vzw werden overeengekomen in een afsprakennota met de Stad Hasselt.

•

Stad Hasselt en diensten Voor beleidsvorming, onderzoek, communicatie, het organiseren van evenementen, het realiseren van tentoonstellingen en andere logistieke ondersteuning werkt het Nationaal Jenevermuseum voortdurend samen met: 1. de gemeenteraad en het college van burgmeester en schepenen van de stad Hasselt 2. de andere diensten van de stedelijke afdeling CTMAE: Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel 3. de stedelijke technische diensten 4. stedelijke erfgoedraad, stedelijke cultuurraad

•

Subsidiërende overheden De Vlaamse Gemeenschap en de provincie Limburg hebben door middel van werkingsen projectsubsidies een groot aandeel in werkingskosten van het Nationaal Jenevermuseum.

•

Museumsector Zowel lokaal en (eu)regionaal, als nationaal en internationaal zijn er musea die van enorm belang waren en steeds zijn voor het Nationaal Jenevermuseum, wat tot uiting kwam in diverse samenwerkingsprojecten: - de Hasseltse musea: Het Stadsmus en het Modemuseum Hasselt waarmee gezamenlijke communicatie wordt gevoerd, tentoonstellingsprojecten werden opgezet, een depot wordt gedeeld, enz. - gedistilleerdmusea en gerelateerde bezoekerscentra: o.a. Jenevermuseum Schiedam (NL), Distillerie de Wambrechies (FR) waarmee o.a. tentoonstellingen worden uitgewisseld, een vlot bruikleenverkeer wordt gerealiseerd, expertise inzake collectie wordt uitgewisseld, enz. - industrieelarcheologische musea: industriemusea Euregio Maas-Rijn, het Mijnmuseum, waarmee een gezamenlijke communicatie wordt gevoerd, het MIAT waarmee een studiedag werd georganiseerd, het MOT en het Stoomcentrum Maldegem waarmee expertise wordt uitgewisseld inzake collectie, enz.

•

Jenever- en gedistilleerdsector Het is heel belangrijk voor het museum om de vinger aan de pols te houden wat betreft de actualiteit van de gedistilleerdsector. Hiervoor onderhoudt het museum nauwe contacten met:



13

-

-

-

de Belgische Federatie van Wijn en Gedistilleerd waarmee informatie wordt uitgewisseld over de Europese drankenwetgeving, waarmee voordrachten georganiseerd worden, enz. de ca. 60 Belgische producenten van jenever en likeur waarmee tentoonstellingsprojecten worden opgezet, expertise m.b.t. productie wordt uitgewisseld, enz. preventieverenigingen: VAD, BIVV waarmee educatieve en tentoonstellingsprojecten worden opgezet

•

Ruimere erfgoedsector Wat de ruimere erfoedsector betreft wordt regelmatig samengewerkt met actoren die bevraagd worden met betrekking tot beleidsvorming en inhoudelijk advies: - de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) - het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) - het Steunpunt voor Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed (SIWE) - de vzw Hasseltse toeristische gidsen

•

Onderwijs en andere educatieve centra Voor stage- en onderzoeksopdrachten, voor educatieve projecten en inhoudelijke ondersteuning bij tentoonstellingen werkt het Nationaal Jenevermuseum samen met: - de verschillende Vlaamse universiteiten en de Universiteit Maastricht - de Hasseltse hogescholen - de hotelschool in Hasselt - het Technisch Instituut Heilig Hart in Hasselt - Syntra Limburg - Vorming Plus Limburg - het stedelijk conservatorium - de stedelijke kunstacademie

2.2.2. Omgevingsanalyse a. Maatschappelijke trends De laatste jaren zijn geschiedenis en erfgoed massaal in de media aanwezig geweest, via interactieve wedstrijden en cross media projecten: Monumentenstrijd, w@=d@, de Grootste Belg, historische fictiereeksen (Katarakt, De Keyser van de Smaak). Het ietwat “saaie” imago van geschiedenis en erfgoed wordt op een aangename manier vertaald naar het publiek. Ook een jenevermuseum plukt hiervan de vruchten, ook al wordt jenever heel vaak geassocieerd met een ouderwets drankje dat enkel gedronken werd door grootvader en grootmoeder. Er is ook vernieuwde aandacht voor de kennis, de producten, de technieken, de (streek)gastronomie… van vroeger. Vooral de gastronomie wordt tegenwoordig enorm gehyped. Wat nuttig en interessant was uit vroegere perioden, wordt in de eigen leefwereld geïntegreerd. Duurzaamheid is een begrip geworden, dat niet enkel meer naar de milieuproblematiek verwijst. Hier liggen heel wat opportuniteiten voor een jenevermuseum ondanks het feit dat de jeneverproductie en –consumptie een dalende trend kennen. De vaak eenzijdige maatschappelijke perceptie van alcohol, en bijgevolg ook jenever en ander gedistilleerd, is tegenwoordig alles behalve positief: alcohol en de verkeersproblematiek, alcohol als een drug die tot verslaving leidt, binge drinking, de alcoholpops die jongeren verleiden, enz. Deze perceptie brengt vaak een zeer sceptische benadering van het thema ‘jenever’ met zich mee wat het een stuk moeilijker maakt om het concept ‘jenevermuseum’ te communiceren aan het onderwijs of aan mogelijke sponsors.



14

b. Technologische trends Het internet en digitale toepassingen zijn de laatste jaren bij veel mensen ingeburgerd en zijn vaak al een aanpak om mensen op een directere en interactieve manier met geschiedenis en erfgoed in aanraking te laten komen. Interactie staat centraal in deze nieuwe technologieën en dit kan een welkome aanvulling zijn op de traditionele manier van kennisoverdracht in verband met geschiedenis en erfgoed. Het aanbod van kennis en informatie is breder, maar de keuze erin wordt persoonlijker. Hierin schuilt echter ook het gevaar van het teloorgaan van de objectiviteit. c. Wetgevende context en regelgeving Voor de subsidies is het Nationaal Jenevermuseum afhankelijk van: - de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen, stad Hasselt - het provinciebestuur provincie Limburg - de Vlaamse Gemeenschap via het erfgoeddecreet en de reglementen inzake restauratie- en onderhoudspremies Voor de productie van jenever en likeuren volgt het museum de wetgeving en richtlijnen van: - de Belgische Administratie der Douane & Accijnzen - het Federaal Voedselagentschap - de verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken - het ministerieel besluit houdende erkenning als geografische benaming van gedistilleerde dranken (9 juli 1997) De werking van de museumvzw wordt mede bepaald door: - vzw-wetgeving - wet op de vrijwilligerswerking Ook relevant voor de algemene museumwerking zijn de beleidsaccenten van de Vlaamse minister en de gedeputeerde voor cultuur, het decreet op het lokaal cultuurbeleid en de internationale trends op het vlak van cultuur en erfgoed (ICOM, Unesco conventies, e.d.). d. Regionale context In de onmiddellijke regio (Limburg en Vlaanderen) zijn nog verschillende actoren die een relevante invloed kunnen uitoefenen op en kansen bieden aan de werking van het Nationaal Jenevermuseum: •

Museumsector - andere “gastronomische” musea: o.a. Fruitmuseum, Bakkerijmuseum, Zuivelmuseum, Brouwerijmusea, Suikermuseum, … - andere musea in Hasselt en Limburg: Literair Museum, Openluchtmuseum Bokrijk, Bocholter Brouwerijmuseum, Gallo-Romeins Museum

•

Ruimere Erfgoedsector - lokale, regionale en nationale erfgoedverenigingen: archieven, VIAT, VMV, heemkundige kringen, Academie voor Streekgebonden Gastronomie, Centrum voor Agrarische Geschiedenis, Monumentenwacht - steunpunten: CBV, VCV (FARO) - privéverzamelaars en verzamelaarsverenigingen: Verzamelaarsunie Hasseltse Keramiek, verzamelclub De Langeman, De Oude Flesch (NL), … - Confrérie van de Hasseltse Jenever, Orde van de Oost-Vlaamse MeesterDistillateurs, vzw Hasseltse Jeneverfeesten - andere erfgoedactoren in Hasselt: Abdijsite Herkenrode, Virga Jessecomité, Architectuurwijzer, Veldeke Hasselt, …



15

•

Stad Hasselt - andere stedelijke diensten: dienst welzijn, jeugddienst, dienst informatie en beleidsondersteuning - andere cultuuractoren in Hasselt:, z33, cultuurcentrum, stedelijke en provinciale bibliotheek, Muziekodroom, …

•

Diverse - Davidsfonds - Willemsfonds - Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging (KVCV), Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV)

2.2.3. Onderschrijving van sectorale beleidsplannen De stedelijke musea werkten mee aan het tot stand komen van het cultuurbeleidsplan Hasselt 2008-2013 en het erfgoedbeleidsplan 2009-2014. Zij werden gehoord in het kader van het jeugdbeleidsplan 2008-2010. Het cultuurbeleidsplan vermeldt, gebaseerd op de evaluatie en de swotbesluiten, geen belangrijke strategische koerswijzigingen voor de stedelijke musea. De samenwerking met andere veelal culturele actoren werd in de voorbije beleidsperiode ingezet en blijft een prioriteit. Het Nationaal Jenevermuseum wordt één keer uitdrukkelijk vermeld onder strategisch doel 1.4. in operationeel doel 1.4.3: “Hasselt is de Hoofdstad van de Smaak. Het straalt deze titel uit op het vlak van de inrichting van het openbaar domein en ook op het vlak van mode, design en het culinaire. Operationeel doel Zowel de culinaire troeven die zowel wortelen in de Hasseltse tradities zoals jenever, speculaas e.a. als nieuwe culinaire ontwikkelingen worden omgezet in arrangementen en andere initiatieven. Belangrijke partners hierbij zijn onder meer het Nationaal Jenevermuseum, de Academie voor Streekgebonden Gastronomie, Ambiance (met De Beste Klas), de Hotelschool, de Grenslandhallen, Fair Trade en de Hasseltse horecasector. Het Literair Museum organiseert een permanente tentoonstelling over lekkere sprookjes.” Het erfgoedbeleidsplan biedt de bredere context waarin de stedelijke musea evolueren: deze van een integraal en geïntegreerd erfgoedbeleid. Wanneer zich relevante projecten van de Hasseltse erfgoedcel aandienen, zal het Nationaal Jenevermuseum zich hierin inschakelen. Omgekeerd zal het museum voor eigen projecten waarin de nadruk ligt op Hasselt en omgeving samenwerking zoeken met de erfgoedcel.



16

2.3. Swotanalyse en -besluiten 2.3.1. Toelichting De verschillende aspecten van de museumwerking werden binnen diverse werkgroepen geswot: museumpersoneel, stafmedewerkers, diensthoofden van de afdeling CTMAE van de stad Hasselt, dagelijks bestuur van de museumvzw. De belangrijkste opmerkingen en conclusies die uit deze analyses kwamen werden geordend volgens drie grote thema’s: a. Algemeen management (museumbeheer) b. Collectie (verzamelen, bewaren, onderzoeken) c. Publiekswerking (informeren en presenteren) 2.3.2. Analyse en besluiten a. Algemeen management (museumbeheer) STERKTES - flexibele samenwerking stad - vzw - duidelijke afsprakennota tussen stad – vzw; stadsbestuur kent de ondersteunende vzw een hoge participatiegraad toe - financiële slagkracht vzw - werkgroepwerking vzw - gestructureerd overleg met de andere stedelijke musea en de diensten van de afdeling CTMAE - breed draagvlak voor het museum via vzwwerking - recent gevormde organisatiestructuur en de functionele samenwerking van de stedelijke musea leiden tot een efficiënte en professionele werking met gedifferentieerde taakverdeling en deskundigheid - stadsbestuur voert een personeelsbeleid met bijzondere aandacht voor de interne communicatie, de vorming en het welzijn van zijn personeel - flexibel en enthousiast museumteam -… OPPORTUNITEITEN

- uitbouw van een internationaal netwerk van gedistilleerdcollecties - sterkere samenwerking met de huidige jeneverproducenten - onderzoek naar andere, mogelijke (museale) samenwerkingsverbanden in Vlaanderen -…


ZWAKTES

- te weinig sociaaleconomische en historische expertise in de vzw - te weinig vrijwilligers voor bezoekersonthaal - te weinig inhoudelijke en wetenschappelijke expertise onder de vaste museummedewerkers - calamiteitenplan ontbreekt - museum is niet in orde met de bewakingswet; de bewakingfunctie wordt niet echt opgenomen -…

BEDREIGINGEN - sterk uitgesproken technologischwetenschappelijke expertise in de vzw - het delen van de stafmedewerkers met de andere stedelijke musea - maatschappelijke perceptie van alcohol als gevaar - maatschappelijke perceptie van jenever als weinig sexy - daling van de jeneverproductie en –consumptie - toenemende vraag naar programma’s à la carte, bezoeken buiten openingsuren - toenemende vraag naar kortingen en gratis toegang - trage en tijdrovende financiële en administratieve procedures van de overheden -…


17

• Swotbesluit 1 Er bestaat al meer dan 25 jaar een degelijke en flexibele samenwerking tussen de Stad Hasselt en de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt. De onderlinge bevoegdheden (personeel en logistiek / inhoudelijke museumwerking) zijn duidelijk vastgelegd in een afsprakennota. Door deze afspraken heeft de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt dankzij de opbrengsten uit de inkomgelden en de verkoop in proeflokaal en museumshop voldoende financiële slagkracht om te investeren in grotere projecten. • Swotbesluit 2 De vzw Nationaal Jenevermuseum heeft een sterke vrijwilligerswerking, die zich o.m. uit in een werkgroepwerking. Deze werkgroepwerking moet in de toekomst nog verder gedynamiseerd en uitgebouwd worden. Zo is bijvoorbeeld in de raad van bestuur en de werkgroepen voldoende expertise aanwezig m.b.t. het technologisch-wetenschappelijke aspect van het jeneververhaal, te weinig echter met betrekking tot het sociaaleconomische en historische aspect. Voor het onthaal van bezoekers zijn vaak te weinig vrijwilligers beschikbaar. Een nieuwe rekrutering dringt zich op. • Swotbesluit 3 Het delen van 2 stafmedewerkers (educatie en publiekswerking) met de twee andere stedelijke musea kan mogelijk de verdere professionalisering van de museumwerking hypothekeren. Temeer omdat binnen het team te weinig inhoudelijke en wetenschappelijke expertise aanwezig is waardoor onderzoek doorgaans uitbesteed wordt. • Swotbesluit 4 De maatschappelijke opvattingen van alcohol als gevaar en van jenever (en ander gedistilleerd) als weinig sexy of hippe drank plaatsen gedistilleerde dranken in een ongunstig daglicht. O.m. door de dalende jeneverconsumptie is voor de meeste, huidige producenten de jeneverproductie slechts een nevenactiviteit. De hedendaagse gedistilleerdsector wordt o.a. hierdoor meer en meer gepercipieerd als een minder leefbare sector. • Swotbesluit 5 Het Nationaal Jenevermuseum moet zich meer internationaal profileren en de mogelijkheden onderzoeken van een netwerk voor musea en bezoekerscentra met als thema ‘gedistilleerd’ (vb. één Europese “gedistilleerd”-collectie, gezamenlijke publieksprojecten, website, enz.) en zich actiever inschakelen in andere museale netwerken (gastronomiemusea, industrieelarcheologische musea, enz.). Samenwerking met jeneverproducenten kan hier waardevol zijn. • Swotbesluit 6 De toenemende vraag naar bezoeken buiten de openingsuren, programma’s à la carte, kortingen en gratis toegang legt een zware druk op de personele en financiële middelen.



18

b. Collectie (verzamelen, bewaren, onderzoeken) STERKTES - levend museum met een operationele (beschermde) stoomstokerij in situ - een in België sterke én unieke thematische collectie - duidelijk verwervingsbeleid - basisregistratie voor 100% uitgevoerd - volledig daarvoor uitgerust depot - publicatiebeleid (wetenschappelijk onderbouwde publicaties toegankelijk voor ruim publiek) - indeling van het museum op het regionale niveau -… OPPORTUNITEITEN - projecten rond mondelinge geschiedenis - tijdelijke tentoonstellingen kunnen eigen collectie onder aandacht brengen en onderzoek stimuleren - huisvesting bibliotheek ASG in stadsarchief - stellen van goed omschreven onderzoeksvragen aan onderwijsinstellingen onder meer via de wetenschapswinkel -…

ZWAKTES - onduidelijk afstotingsbeleid - onduidelijk restauratiebeleid - aanvaardbare, maar geen optimale thesaurus - documentaire collectie onvoldoende toegankelijk - beperkt structureel, wetenschappelijk onderzoek wegens beperkte personeelsbezetting - verwerven van actueel materiaal van de huidige producenten - publicatie over eigen collectie meestal enkel in functie van tijdelijke tentoonstellingen -… BEDREIGINGEN - delen van het museumdepot met de andere stedelijke musea brengt plaatsgebrek met zich mee - ontbreken van een goede thesaurus voor industrieelarcheologisch erfgoed -…

• Swotbesluit 1 Het Nationaal Jenevermuseum bezit een in België sterke én unieke thematische collectie, met als belangrijkste deelcollecties de affiche- en etikettencollecties. De kerncollectie bestaat uit een beschermde 19de-eeuwse stookinstallatie die nog steeds operationeel is en alzo de beleving van de museumbezoeker stimuleert. • Swotbesluit 2 Het Nationaal Jenevermuseum beschikt over een beknopt geformuleerd collectiebeleid. De basisregistratie is voor 100% uitgevoerd en gemakkelijk raadpleegbaar bij het uitvoeren van onderzoek en publieksactiviteiten. Het verwervingsbeleid is duidelijk afgebakend. Het restauratie- en afstotingsbeleid daarentegen vormen aandachtspunten. • Swotbesluit 3 De collectie kan optimaal geconserveerd worden dankzij een volledig daarvoor uitgerust depot. Dit depot wordt gedeeld met de andere stedelijke musea, wat op termijn zal leiden tot plaatsgebrek, vooral met betrekking tot het verwerven van (grotere) productieapparatuur. • Swotbesluit 4 De documentaire collectie (documentatiecentrum, (bedrijfs)archieven, fotomateriaal) is onvoldoende toegankelijk voor medewerkers en onderzoekers/bezoekers. De huisvesting van de bibliotheek van de Academie voor Streekgebonden Gastronomie (ASG) in het Hasseltse stadsarchief creëert mogelijkheden hieromtrent: o.a. het op elkaar afstemmen en samen toegankelijk maken van bibliotheek en documentatiecentrum van ASG en Nationaal Jenevermuseum. Dit kan ook uitgebreid worden naar andere verenigingen, musea e.d. • Swotbesluit 5 Het Nationaal Jenevermuseum heeft een sterke reputatie op het vlak van publicaties die zowel sterk wetenschappelijk onderbouwd zijn, alsook een ruim publiek aanspreken. Niettegenstaande is door de beperkte personeelsbezetting het wetenschappelijk onderzoek m.b.t. de collectie en de context van de collectiestukken eerder beperkt. Dit probleem wordt



19

opgevangen door het uitbesteden van wetenschappelijk onderzoek aan externen (professionelen en/of vrijwilligers), vaak in het kader van tijdelijke tentoonstellingen. Dit zijn immers unieke gelegenheden om eigen én extern onderzoek te stimuleren. Bovendien brengen ze (al dan niet in combinatie met tijdelijke bruiklenen) de eigen collectie onder de aandacht.



20

c. Publiekswerking (informeren en presenteren) STERKTES - levend museum in situ - naamsbekendheid en imago - laagdrempelig profiel - ruim publieksbereik in Vlaanderen, Duitsland en Nederland (gemiddeld 50.000 bezoekers per jaar) - afronding bezoek met gratis borrel - educatieve scholenwerking (wetenschapspopularisering) - bezoekersfaciliteiten (vestiaire, proeflokaal, lift, toegankelijkheid mindervaliden, educatieve ruimte, …) -… OPPORTUNITEITEN - actualisering permanente presentatie - meer ruimte voorzien in de planning voor kleinere evenementen (optredens en performances, gastronomische workshops, voordrachten, degustaties, …) - proeflokaal en museumshop bieden meer mogelijkheden - uitbouw van samenwerkingsverbanden - Hasselt kent een grote cultuurtoeristische dynamiek (resultaten WES-onderzoek) en heeft een sterke citymarketing. -…

ZWAKTES - Franstalig publiek te weinig bereikt - te weinig activiteitgerichte communicatie en promotie - geen consequent gebruik huisstijl - te weinig aandacht voor de deelcollecties in vaste presentatie - vaste presentatie te sterk gericht op productieproces, te weinig op sociaaleconomisch verhaal - onvoldoende fysieke ruimte voor grotere tijdelijke tentoonstellingen -… BEDREIGINGEN

- te sterk ingebed in city marketing van de stad - cultuurtoeristisch overaanbod - maatschappelijke perceptie van alcohol als gevaar hypothekeert educatieve scholenwerking - vergrijzing gidsenteam -…

• Swotbesluit 1 Ondanks de grote naamsbekendheid, het laagdrempelige profiel en het positieve imago van het museum wordt een tekort ervaren aan een eigen algemene (een consequenter en weldoordacht gebruik van een eigen huisstijl is aangewezen) en activiteitgerichte communicatie en promotie (in het bijzonder naar een Franstalig publiek). • Swotbesluit 2 Het museum is een levend museum waarvan de ligging in situ bijdraagt tot de sfeer van de locatie en de beleving van de bezoeker. Niettegenstaande is de permanente presentatie aan een actualisering toe. De technische aspecten van het productieproces komen zeer uitgebreid aan bod ten koste van het historische en socio-economische verhaal. Bovendien is er te weinig aandacht voor de deelcollecties en de verhalen van de mensen erachter. • Swotbesluit 3 Het museum heeft een sterke educatieve jongerenwerking uitgebouwd inspelend op de tendens van wetenschapspopularisering. De negatieve maatschappelijke perceptie van alcohol als gevaar kan echter de uitbouw van deze educatieve werking sterk hypothekeren. • Swotbesluit 4 Praktisch gezien is het museum gemakkelijk bereikbaar en zijn nodige bezoekersfaciliteiten (toiletten, lift, vestiaire, educatieve ruimte, proeflokaal, enz.) voorzien. Toch bieden het proeflokaal en de kleine museumshop nog heel wat mogelijkheden voor een inhoudelijke en praktische uitbouw. Bovendien beschikt het museum niet over voldoende fysieke ruimte om (twee)jaarlijks een grotere tentoonstelling in te plannen.



21

• Swotbesluit 5 De verdere uitbouw van een internationaal netwerk voor gedistilleerdmusea biedt samenwerkingsmogelijkheden op het vlak van communicatie en publiekswerking.



22

3. MISSIE EN VISIE VAN HET NATIONAAL JENEVERMUSEUM 3.1. MISSIE Een actuele, dynamische en wetenschappelijk onderbouwde dialoog aangaan met volwassenen en jongvolwassenen over de plaats en de perceptie van (Belgisch) gedistilleerd in de samenleving vroeger en nu: van de oudste sporen van distillatietechnieken tot de meest recente objecten die te relateren zijn aan het (Belgisch) gedistilleerd. 3.2. VISIE VAN HET NATIONAAL JENEVERMUSEUM Al 25 jaar is het Nationaal Jenevermuseum het toonaangevende museum in Vlaanderen en België voor onze nationale gedistilleerde drank. Dat dit museum zich in Hasselt bevindt is niet toevallig. Midden jaren 70 ontstond er in Vlaanderen belangstelling voor het industriële verleden en de getuigen ervan. In Hasselt concentreerde de aandacht zich op de jeneverindustrie aangezien deze, zeker in de 19de eeuw, het sociale en economische leven van de stad bepaalde. Concreet vertaalde deze belangstelling zich onder meer in acties van gedreven particulieren rond de vervallen en met sloop bedreigde stokerij Stellingwerff/Theunissen in de Witte Nonnenstraat. Hierdoor werden de pers en het stadsbestuur gesensibiliseerd. De restauratie van deze stokerij, die exemplarisch is voor de jenevernijverheid ten tijde van de eerste industriële revolutie, zorgde ervoor dat de bezoeker ook nu nog steeds in situ ondervindt hoe in de 19de en aan het begin van de 20ste eeuw jenever geproduceerd werd. Het museumconcept evolueerde van het noodzakelijke behoud door restauratie van de unieke stokerij Stellingwerff/Theunissen en de herbestemming ervan tot museum naar het verzamelen en registreren van een relevante en representatieve collectie. Vervolgens zette deze evolutie zich voort in een meer hedendaagse en grondiger geprofessionaliseerde visie op de ontsluiting van de stokerij en de collectie voor een gedifferentieerd publiek. Deze professionalisering wordt in de volgende beleidsperiode voortgezet en vooral uitgediept binnen een achterliggende visie die samengevat kan worden in het motto: WERKEN & GENIETEN. Dit motto verwijst zowel naar de werkzaamheden voor als achter de schermen, het onderschrijft de ICOM-definitie van een museum met zijn 4 basisfuncties (verwerven, bewaren & beheren, onderzoeken en presenteren), en illustreert perfect de inhoud van het museumverhaal: • WERKEN De vaste museummedewerkers en vrijwilligers zetten zich ten volle in voor de museumwerking. Daar komt niet alleen denkwerk, maar ook heel wat handenarbeid aan te pas. Bovendien vertelt het museum een verhaal van een product op een plek waar sinds jaar en dag letterlijk noeste arbeid werd geleverd. - inhoudelijk: zowel het quasi volledige museumverhaal als het overgrote deel van de collectie is te relateren aan het produceren, verpakken, promoten en verkopen van een product door de eeuwen heen en dit steeds in een nationale context - vóór de schermen: presenteren van de collectie, onthalen van bezoekers, rondleidingen verzorgen, workshops begeleiden, enz. - achter de schermen: verwerven, registreren, bewaren, restaureren en onderzoeken van de collectie, voorbereiden en communiceren van tentoonstellingen, workshops, evenementen, onderhouden van de gebouwen, enz. • GENIETEN Overal ter wereld worden afspraken en overeenkomsten bezegeld met een heildronk. Er vindt geen feest of ritueel plaats of het glas wordt geheven. Drank stimuleert en nodigt mensen uit om te genieten. Drinken en genieten is nu eenmaal een sterk universeel



23

gegeven, ook al moet er aandacht en debat mogelijk zijn over de keerzijde van de medaille: overmatig drankgebruik. Toegepast op de museumwerking wordt “genieten” geïnterpreteerd als het zoeken naar nieuwe uitdagingen waarvan het succesvolle resultaat als het ware als een roes inwerkt op de medewerkers én de bezoekers. - inhoudelijk: de ontwikkeling van jenever van geneesmiddel tot genotmiddel enerzijds en de perceptie van gedistilleerde drank als maatschappelijk gevaar anderzijds - voor de schermen: alle zintuigen van de bezoekers prikkelen op zoveel mogelijk verschillende manieren, haar/hem de sfeer laten beleven van een 19de-eeuwse stokerij; hem laten kennismaken met het uitgebreide geuren- en smakenpalet van het Belgische gedistilleerdlandschap, organiseren van degustaties, voordrachten en workshops m.b.t. jenever en gastronomie - achter de schermen: medewerkers en vrijwilligers stimuleren en motiveren door hen nieuwe uitdagingen te bieden, opvolgen van de hedendaagse ontwikkelingen in de gedistilleerdsector, de huidige producenten een platform bieden zonder te vervallen in al te grote commercie, samenwerkingsverbanden opzetten met gelijkaardige thematisch verwante musea en erfgoedverenigingen in binnen- en buitenland, enz. Besluit: de beleidsprioriteiten Uit dit alles mag blijken dat het museum niet alleen de ingeslagen richting, die nogal sterk technisch en biochemisch georiënteerd is (nadruk op het jeneverproductieproces), zal aanhouden. Maar het museum gaat de komende beleidsperiode ook, vanuit het oogpunt van wetenschapspopularisering en interdisciplinariteit, meer de nadruk gaan leggen op de belangrijke wisselwerking tussen het technisch-wetenschappelijke aspect en de sociaalhistorische en economische realiteit in heden en verleden. Dit zal vertaald worden naar het beleid betreffende collectie en publiekswerking en tot uiting moeten komen in diverse projecten en samenwerkingsverbanden. De meest ambitieuze projecten voor de volgende beleidsperiode zijn immers een actualisering/totaalherinrichting van het bezoekersparcours en de uitbouw van een internationaal netwerk voor musea (en eventueel bezoekerscentra) die zich bezighouden met gedistilleerd. De eerste aanzetten hiervoor zijn al gegeven.



24

4. STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN & RESULTAATSINDICATOREN Strategische doelstelling 1: professionalisering en vernieuwing museumaanbod Door middel van een lagedrempelpolitiek garandeert het Nationaal Jenevermuseum kwaliteit, professionaliteit en vernieuwing in het totale museumaanbod. De nadruk ligt zowel op de persoonlijke beleving en ervaring, als op de maatschappelijke en historische lering van een publiek van jongvolwassenen en volwassenen. Overeenkomstige swotbesluiten:

publiekswerking 1 t/m 5

Operationele doelstelling 1.1. Het Nationaal Jenevermuseum bereidt de actualisering van zijn permanente presentatie voor. Bij deze actualisering moet de nadruk liggen op interactie en persoonlijke beleving. De uiteindelijke presentatie vertoont een doordachte wisselwerking tussen het technologisch-wetenschappelijke aspect (“machine” & productieproces) en het socioeconomische aspect (mens & maatschappij). Resultaatsindicatoren - evaluatie huidige presentatie en realisatie van financieel haalbaarheidsplan - concreet uitvoeringsplan - geactualiseerde presentatie Operationele doelstelling 1.2. In functie van de actualisering van de permanente presentatie, evalueert het Nationaal Jenevermuseum zijn huidige tentoonstellingsbeleid en werkt het eventueel een vernieuwende aanpak uit. Resultaatsindicatoren - evaluatie huidig tentoonstellingsbeleid - concreet plan van aanpak in functie van permanente presentatie Operationele doelstelling 1.3. Het Nationaal Jenevermuseum werkt bij zijn permanente presentatie en tijdelijke tentoonstellingen een activiteitenaanbod uit, aangepast aan diverse doelgroepen, ook buiten Vlaanderen, in functie van het thema en voert daarover een gerichte communicatie met zijn publiek. Resultaatsindicatoren - aantal randactiviteiten per jaar - aantal verschillende doelgroepen dat aangetrokken wordt - aantal deelnemers per activiteit Operationele doelstelling 1.4. In zijn educatieve werking streeft het Nationaal Jenevermuseum naar wetenschapspopularisering waarbij exacte en humane wetenschappen elkaar aanvullen. In het bijzonder ten aanzien van jongeren vanaf 15 jaar (al dan niet in schoolverband) neemt het museum een sensibiliserende rol op ten aanzien van een verantwoorde alcoholconsumptie. Resultaatsindicatoren - aantal georganiseerde educatieve projecten - bewustwording van jongeren met betrekking tot verantwoord alcoholgebruik Strategische doelstelling 2: verzamelen, bewaren en onderzoeken Als voorbeeld van herbestemming van industrieelarcheologisch erfgoed en als wetenschappelijke toetssteen in de historische en actuele gegevens over (Belgisch) gedistilleerd verzamelt en bewaart het Nationaal Jenevermuseum het (industrieel) roerend, onroerend en immaterieel patrimonium met betrekking tot de productie en de geschiedenis



25

van het Belgische gedistilleerd en onderzoekt het cultuurhistorisch belang ervan. Hierbij ontwikkelt het Nationaal Jenevermuseum verder zijn expertise en deelt deze met particulieren, verenigingen, musea en erfgoedcentra, beroepsorganisaties, bedrijven en overheden. Overeenkomstige swotbesluiten:

collectie 1 t/m 5

Operationele doelstelling 2.1. Het Nationaal Jenevermuseum verfijnt zijn algemeen collectiebeleid en heeft daarbij bijzondere aandacht voor de opmaak van een restauratieplan en het omschrijven van duidelijke afstotingsprocedures voor de verschillende deelcollecties. Resultaatsindicatoren - een collectieplan met een duidelijk restauratieplan en een welomlijnd afstotingsbeleid Operationele doelstelling 2.2. Binnen zijn verzamelen bewaarbeleid legt het Nationaal Jenevermuseum de volgende beleidsperiode de nadruk op de uitbreiding van zijn 19de- en 20ste-eeuwse affiche- en pancartecollectie, alsook op de verwerving van recent promotiemateriaal (jaren 1970 tot vandaag). Resultaatsindicatoren - aantal verworven affiches en pancartes - hoeveelheid verworven recent promotiemateriaal Operationele doelstelling 2.3. Het Nationaal Jenevermuseum stimuleert actief het onderzoek door derden van de eigen collectie en thema’s verwant met het museumverhaal, het faciliteert hen en biedt een platform om de resultaten van het onderzoek op een dynamische manier te verspreiden. Resultaatsindicatoren - minstens één onderzoeksproject per jaar - aantal voordrachten, publicaties, tentoonstellingen of andere presentatievormen die voortvloeien uit het onderzoek Operationele doelstelling 2.4. Het Nationaal Jenevermuseum ontsluit zijn collecties via het internet (via de eigen website en “erfgoedlimburg.be”). Resultaatsindicatoren - de mogelijkheid om de museumcollecties online te raadplegen - het aantal raadplegingen van deze online-inventaris Operationele doelstelling 2.5. De werking van het geconditioneerde depot blijft bestendigd in samenwerking met de andere stedelijke musea. Resultaatsindicatoren - een regelmatig overleg over de werking en inrichting van het depot Strategische doelstelling 3: samenwerking Het Nationaal Jenevermuseum stimuleert en coördineert regionale en internationale samenwerkingsverbanden (netwerkvorming) die dankzij een duidelijk geprofileerde en sterk gestructureerde organisatie blijk geven van een (inter)nationale inhoudelijke en promotionele slagkracht. Overeenkomstige swotconclusies:


algemeen management 4 & 5, collectie 4 & 5, publiekswerking 5


26

Operationele doelstelling 3.1. Het Nationaal Jenevermuseum bouwt samen met het Jenevermuseum Schiedam (NL) een netwerk uit van Europese collecties van gedistilleerd. Het uiteindelijke doel is een inventaris van gedistilleerdcollecties die de internationale drinken drankcultuur in kaart brengen. Op die manier kan het museum een interculturele dialoog aangaan met diverse buitenlandse partners. Op termijn wordt eveneens contact gezocht met gelijkaardige partners buiten Europa. Resultaatsindicatoren - een inventaris van gedistilleerdcollecties in Europa - aantal concrete projecten met verschillende gedistilleerdpartners Operationele doelstelling 3.2. Samen met het MIAT te Gent zet het Nationaal Jenevermuseum een samenwerkingsverband op met musea en erfgoedactoren die technische collecties beheren. Het samenwerkingsverband wisselt in de eerste plaats expertise uit met betrekking tot gezamenlijke problematieken (o.a. veiligheid, onderhoud, verwerving). Resultaatsindicatoren - een netwerk van erfgoedactoren met technische collecties - studiedagen e.d. over gemeenschappelijke problematieken Operationele doelstelling 3.3. Het Nationaal Jenevermuseum onderzoekt de mogelijkheid om in Vlaanderen naar het voorbeeld van de Vlaamse Kunstcollectie een samenwerkingsverband te initiëren onder de naam “de Vlaamse Gastronomiecollectie”. Resultaatsindicatoren - inventaris van “gastronomiemusea” - aantal geïnteresseerde partners Operationele doelstelling 3.4. Samen met de hedendaagse Belgische jeneverproducenten zet het Nationaal Jenevermuseum publieksgerichte activiteiten op zodat de bezoeker op de hoogte blijft van de jeneveractualiteit en de rijkdom van de Belgische jenever en de Belgische gedistilleerde dranken leert kennen en waarderen. Resultaatsindicatoren - aantal participerende producenten - reacties van het publiek Operationele doelstelling 3.5. Reeds opgebouwde, occasionele contacten met diverse onderwijspartners worden bestendigd in een structureel samenwerkingsverband. Dit verloopt in samenwerking met de andere stedelijke musea in Hasselt. Resultaatsindicatoren - een structureel samenwerkingsverband met diverse onderwijspartners - aantal gezamenlijke projecten Operationele doelstelling 3.6. Het Nationaal Jenevermuseum participeert in een breder cultuur- en erfgoedbeleid van de stad Hasselt, de provincie Limburg en de Vlaamse Gemeenschap en levert een zo ruim mogelijke bijdrage aan hun toeristische uitstraling. Als cultuurtoeristische bestemming streeft het museum hierbij een (inter)nationaal bereik na. Resultaatsindicatoren - aantal relevante deelnames aan stedelijke, provinciale en Vlaamse initiatieven plus de resultaten ervan



27

Strategische doelstelling 4: management en organisatie Het Nationaal Jenevermuseum dynamiseert de vzw-werking en creëert daarbij een zo breed mogelijk draagvlak. Overeenkomstige swotbesluiten:

algemeen management 2 & 3, collectie 5

Operationele doelstelling 4.1. De werking van de raad van bestuur en de werkgroepwerking worden grondig geëvalueerd en, waar nodig, bijgestuurd. Voor de werkgroepen worden nieuwe leden gerekruteerd zodat er een gezonde wisselwerking ontstaat tussen de technologischwetenschappelijke en de sociaalhistorische expertise. Resultaatsindicatoren - evaluatierapport van de werkgroepwerking en werking raad van bestuur - aantal nieuwe leden Operationele doelstelling 4.2. De vrijwilligerswerking wordt sterk uitgebreid, meer bepaald m.b.t. het inschakelen van vrijwillige medewerkers in het bezoekersonthaal bij evenementen en uitzonderlijke openingsdagen, alsook m.b.t. de verdere aanvulling van de collectieregistratie en uitwerking van publieksprojecten. Resultaatsindicatoren - aantal vrijwilligers



28

5. MEERJARENPLANNING 5.1. Inhoudelijk 5.1.1. Collectie Periode 2009-2012

Project Opstellen transparant collectieplan

Middelen

Partner

/

/ /

2009-2014

Uitbreiding affiche- en pancartecollectie

jaarlijks aankoopbudget vzw (8.000 euro)

2009-2014

Stimuleren van onderzoek

werkingskosten vzw en stad

2009-2010

Digitale ontsluiting collecties

werkingskosten vzw

- diverse wetenschappelijke instellingen - privépersonen - PCCE - communicatiebureau

5.1.2. Publiekswerking a. Actualisering van de vaste presentatie Toelichting De kosten voor de actualisering van de vaste presentatie worden geraamd tussen de 400.000 en 500.000 euro. Het opstellen van een financieel haalbaarheidsplan in het begin van de beleidsperiode moet meer duidelijkheid brengen over de verdeling van de kosten over de vzw, de stad Hasselt en andere mogelijke subsidieverstrekkers en sponsors. Periode

Project

Middelen

2009-2010

Doorlichting huidige vaste presentatie

- werkingskosten vzw - projectsubsidie provincie Limburg

2009-2010

Voorbereiden en finaliseren financieel haalbaarheidsplan

- werkingskosten vzw/stad

2011-2013

Inhoudelijke voorbereiding

2014

Concrete realisatie actualisering

- werkingskosten vzw/stad - investeringen vzw/stad - werkingskosten vzw/stad - investeringen vzw/stad - sponsoring

Partner - klankbordgroep met interne en externe experts - diverse focusgroepen - Provincie Limburg - communicatiebureau - werkgroep adhoc - mogelijke sponsors - werkgroep adhoc - communicatiebureau - vormgevingsbureau - werkgroep adhoc - communicatiebureau - vormgevingsbureau

b. Tentoonstellingen In het begin van de beleidsperiode zal het tentoonstellingsbeleid grondig geëvalueerd worden (cf. operationele doelstelling 1.3.). De tentoonstellingen zullen gerealiseerd worden in het licht van deze evaluatie. In 2013 en 2014 worden geen tijdelijke tentoonstellingsprojecten voorzien omdat die periode voorbehouden wordt om de actualisering van de vaste presentatie te finaliseren.



29

Periode 2009-2011

Voorjaar 2009

Project Evaluatie & eventuele koerswijziging tentoonstellingsbeleid Super! Triënnale voor mode, design en beeldende kunst

Middelen

- werkgroep publiekswerking

/ werkingskosten stad (12.500 euro)

Najaar 2009

Publicitaire keramiek

werkingskosten vzw / stad (12.500 euro)

Voorjaar 2010

Landbouwstokerij versus spiritusfabriek


Najaar 2010

Sluikstoken en smokkelarij


2011

Project ‘Buitenlands gedistilleerd’


Naoorlogse affiches voor jenever en likeur / /

werkingskosten vzw / stad (20.000 euro) / /

2012 2013 2014

Partner(s)

- stedelijke dienst voor cultuur - vzw Triënnale - Verzamelaarsunie Hasseltse Keramiek - verzamelclub De Langeman - stokerij Vandamme te Balegem - Jenevermuseum Schiedam (NL) - Likeur- en Frismuseum Hilvarenbeek (NL) - Nationaal Museum en Archief van Douane en Accijnzen, Antwerpen - diverse buitenlandse musea voor gedistilleerd - Belgische Federatie voor Wijn en Gedistilleerd - dhr. Karl Scheerlinck / /

c. Evenementen Toelichting In het kader van de geplande tentoonstellingen worden diverse randactiviteiten en evenementen georganiseerd. Deze worden concreet voorbereid in de werkgroep publiekswerking of in een werkgroep adhoc. Er zijn ook evenementen die (twee)jaarlijks terugkeren en waar het museum steeds aan participeert. Evenement

Periode

Middelen

Shots!

februari (jaarlijks)

werkingskosten vzw (2.000 euro)

Erfgoeddag

april (jaarlijks)

werkingskosten vzw (afhankelijk van het thema)

Open Monumentendag

september (jaarlijks)

werkingskosten vzw (afhankelijk van het thema)

Vlaamse

oktober (tweejaarlijks)

werkingskosten vzw


Partner(s) - stedelijke dienst voor cultuur - Hasseltse culturele actoren - Vlaamse Gemeenschap - erfgoedcel Hasselt - andere partners afhankelijk van het thema - stedelijke dienst voor cultuur - andere partners afhankelijk van het thema - universiteit Hasselt


30

Wetenschapsweek

(1.000 euro)

Week van de smaak


november (jaarlijks)

- Hotelschool Hasselt - stedelijke dienst voor cultuur - erfgoedcel Hasselt

5.1.3. Management en organisatie a. Samenwerkingsverbanden Sommige samenwerkingsverbanden werden al geïnitieerd in de vorige beleidsperiode. Deze zullen bestendigd worden en resulteren in meerdere concrete samenwerkingsprojecten. Tijdens de beleidsperiode 2009-2014 wordt gewerkt aan de realisatie van nieuwe samenwerkingsverbanden. In enkele gevallen wordt in eerste instantie de haalbaarheid van de samenwerking onderzocht. Periode

Samenwerkingsverband

Middelen

2009-2014

Gedistilleerdcollecties Europa

werkingskosten vzw

2009-2014

Technische collecties

werkingskosten vzw

2009-2014

“Vlaamse gastronomiecollectie”

werkingskosten vzw

2009-2014

Belgische producenten van jenever en likeur

werkingskosten vzw

2009-2014

Onderwijs

werkingskosten vzw

Partner - Jenevermuseum Schiedam (NL) - gedistilleerdmusea in Europa - bezoekerscentra met gedistilleerd-collecties - MIAT - Vlaamse musea met technische collecties - ASG - voedingsmusea in Vlaanderen - BFWG - Belgische producenten - diverse lokale en regionale onderwijspartners

b. Vzw-werking Periode

2009

2009-2014


Project Evaluatie en eventuele bijsturing werkgroepwerking en werking raad van bestuur Uitbouw vrijwilligerswerking

Middelen

Partner

/

/

werkingskosten vzw

/


31

5.2. Financieel 5.2.1. Verwachte uitgaven (incl.BTW)

stad Personeelskosten (EG 70) Investeringen in vaste activa (EG 91) Kosten inhoudelijke werking (EG 71) TOTAAL

Personeelskosten (EG 70) Investeringen in vaste activa (EG 91) Kosten inhoudelijke werking (EG 71) TOTAAL


2009 vzw

totaal

stad

2010 vzw

totaal

stad

2011 vzw

totaal

350.239

10.000

360.239

350.239

10.000

360.239

350.239

10.000

360.239

15.000

5.000

20.000

15.000

5.000

20.000

15.000

5.000

20.000

147.540

175.000

322.540

147.540

175.000

322.540

177.540

175.000

352.540

512.779

190.000

702.779

512.779

190.000

702.779

542.779

190.000

732.779

stad

2012 vzw

totaal

stad

2013 vzw

totaal

stad

2014 vzw

totaal

350.239

10.000

360.239

350.239

10.000

360.239

350.239

10.000

360.239

15.000

5.000

20.000

140.000

5.000

145.000

265.000

5.000

270.000

212.540

175.000

387.540

127.540

175.000

302.540

127.540

175.000

302.540

577.779

190.000

767.779

617.779

190.000

807.779

742.779

190.000

932.779


32

5.2.2. Verwachte inkomsten

stad Inkomsten uit verkoop Middelen uit eigen werking Sponsoring Subsidies (EG 61) - Vlaamse Gemeenschap (erfgoeddecreet) - Provincie (erfgoeddecreet) - Gemeente - Andere (premie hogere overheden voor gesubsidieerd personeel) Andere (EG 60 & EG 80) - Ontvangsten prestaties - Ontvangsten overdrachten - Diverse (diverse verkopen, financiële opbrengsten) TOTAAL


2009 vzw

totaal

2010 vzw

totaal

125.000

125.000

125.000

55.000

55.000

55.000

stad

2011 vzw

totaal

125.000

125.000

125.000

55.000

55.000

55.000

stad

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

74.400

74.400

74.400

74.400

74.400

74.400

82.901

82.901

82.901

82.901

82.901

82.901

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

222.601

10.000

10.000

190.000

412.601

222.601

10.000

10.000

190.000

412.601

222.601


10.000

10.000

190.000

412.601

33

stad Inkomsten uit verkoop Middelen uit eigen werking Sponsoring Subsidies (EG 61) - Vlaamse Gemeenschap - Provincie - Gemeente - Andere (premie hogere overheden voor gesubsidieerd personeel) Andere (EG 60 & EG 80) - Ontvangsten prestaties - Ontvangsten overdrachten - Diverse (diverse verkopen, financiële opbrengsten) TOTAAL


2012 vzw

totaal

2013 vzw

totaal

125.000

125.000

125.000

55.000

55.000

55.000

stad

2014 vzw

totaal

125.000

125.000

125.000

55.000

55.000

55.000

stad

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

74.400

74.400

74.400

74.400

74.400

74.400

82.901

82.901

82.901

82.901

82.901

82.901

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

222.601

10.000

10.000

190.000

412.601

222.601

10.000

10.000

190.000

412.601

222.601


10.000

10.000

190.000

412.601

34

5.2.3. Toelichting bij de meerjarenbegroting a. Algemene toelichting - In de meerjarenbegroting worden 2 begrotingen samengevoegd, nl. deze van de inrichtende overheid (stad Hasselt) en deze van de ondersteunende organisatie (vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt). Afspraken in verband met toekenning en besteding van de budgetten werden opgemaakt in een overeenkomst tussen beide instanties. - In de meerjarenbegroting werden de uitgaven voor de actualisering van de vaste presentatie, die geraamd wordt op 500.000 euro, procentueel gespreid over de beleidsperiode (4% in 2009, 4% in 2010, 10% in 2011, 17% in 2012, 25% in 2013 en 50% in 2014). De uitgaven werden voorlopig opgenomen in de begroting van de stad Hasselt (economische groepen EG 71 en EG 91). De concrete uitvoering van de werken in 2013 en 2014 verklaart de stijging in de investeringsuitgaven voor die jaren. - In het begin van de beleidsperiode wordt specifiek voor dit project een financieel haalbaarheidsplan opgesteld. Dit plan moet meer duidelijkheid brengen over de verdeling van de kosten over de vzw, de stad Hasselt en andere mogelijke subsidieverstrekkers en sponsors. b. Toelichting bij de meerjarenbegroting inrichtende overheid (stad Hasselt) - Deze begroting houdt geen rekening met de kosten voor informaticavoorzieningen die onder de algemene overheadkosten van de stad Hasselt vallen. - In deze begroting werd abstractie gemaakt van de werkingskosten en investeringen voor het centraal depot. Dit depot wordt gebruikt door de drie stedelijke musea van Hasselt, waaronder het Nationaal Jenevermuseum. De werkingskosten en investeringen werden niet opgenomen in de calculatie. c. Toelichting bij meerjarenbegroting ondersteunende organisatie (Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw) - Deze meerjarenbegroting is gebaseerd op een gemiddelde van de inkomsten en uitgaven van de vzw tijdens laatste vijf jaren van de vorige beleidsperiode. d. Toelichting bij de personeelskosten - De personeelskosten worden volledig gedragen door de stad Hasselt. - Bij het berekenen van de loonkosten van de medewerkers van het Nationaal Jenevermuseum werd abstractie gemaakt van de loonkosten van de stafmedewerkers, namelijk de hoofdcoördinator Stedelijke Musea Hasselt, stafmedewerker publiekswerking Stedelijke Musea Hasselt en stafmedewerker educatie Stedelijke Musea Hasselt. Deze drie medewerkers vervullen de opdrachten voor de drie stedelijke musea waaronder het Nationaal Jenevermuseum. Hun loonkost werd niet opgenomen in de calculatie.



35

6. OPVOLGING 6.1. Implementatie De museumcoördinator bereidt de implementatie voor van dit beleidsplan met al zijn onderdelen. Hij staat eveneens in voor de coördinatie en opvolging ervan. Hierbij wordt hij ondersteund door de stafmedewerkers publiekswerking en educatie en rapporteert hij aan de hoofdcoördinator. De finale besluitvorming ligt bij het stadsbestuur en de raad van bestuur van de vzw. Samen met de personeelsleden, vrijwilligers en bestuurders (van stad en vzw) realiseert hij projecten en acties. Dit gebeurt op basis van jaarlijkse actieplannen. In deze actieplannen wordt erover gewaakt dat de geplande projecten in de lijn liggen van en overeenstemmen met de missie, visie en doelstellingen van het museum. 6.2. Evaluatie en bijsturing Voor elke actie en elk project vindt een evaluatie plaats waarbij aandacht wordt besteed aan zowel het realisatieproces als aan het uiteindelijke resultaat en de reacties van de betreffende doelgroep en partners. Afhankelijk van het project of van de actie gebeurt de evaluatie in de werkgroep die advies gaf en/of de voorbereiding voor zijn rekening nam. De evaluatierapporten worden voorgelegd aan de raad van bestuur. De belangrijkste punten van evaluatie worden mee opgenomen in het jaarverslag. In geval van structurele of weerkerende projecten of acties moet de evaluatie mogelijkheden tot bijsturing bieden bij voortzetting of herneming van het project of de actie.



36

7. OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN 1. Folder Nationaal Jenevermuseum 2. Organogram stedelijke afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel 3. Organogram stedelijke musea Hasselt 4. Statuten Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw 5. Samenstelling raad van bestuur Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw 6. Afsprakennota tussen de stad Hasselt en Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw 7. Personeelsbestand Nationaal Jenevermuseum 8. Begroting lopend werkingsjaar inrichtende overheid (2008) 9. Begroting lopend werkingsjaar ondersteunende organisatie (2008) 10. Samenvatting rekeningen Stad Hasselt, exploitatierekeningen vzw’s en resultaten voor de stedelijke musea Hasselt 11. Overzicht bezoekerscijfers 1987-2007



37

BIJLAGE 1 Folder Nationaal Jenevermuseum



38

BIJLAGE 2 Organogram stedelijke afdeling Cultuur, Toerisme, Musea, Archief en Erfgoedcel

College van Burgemeester en Schepenen Koepelraad

Andere stedelijke afdelingen

Afdeling CTMAE Socioculturele raad

CultuurbeleidsCoördinator Kunstenraad

Erfgoedraad

Cultuurcommunicatie

Toerisme

Cultuur

Stedelijke musea

Educatie

Stadsarchief

Publiekswerking


Modemuseum Hasselt

Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw

De vrienden van het Modemuseum Hasselt


Erfgoedcel

Beiaardtoren

Het Stadsmus

Stadsmuseum Hasselt vzw


39

BIJLAGE 3 Organogram stedelijke musea Hasselt

hoofd afdeling cultuur, toerisme, musea, archief en erfgoedcel 1VE / niveau A

hoofdcoördinator stedelijke musea 1VE / niveau A

stafmedewerker publiekswerking 1VE / niveau A

stafmedewerker educatieve werking 1VE / niveau B

depotbeheerder 0,2VE / niveau D

coördinator Het Stadsmus 1VE / niveau A

coördinator Nationaal Jenevermuseum 1VE / niveau A

coördinator Modemuseum Hasselt 1VE / niveau A

administratief medewerker 1VE / niveau C



registrator 1VE / niveau C



onthaalbediende 3VE / niveau D



suppoost 1VE / niveau D

suppoost 1VE / niveau D

technisch medewerker 1VE / niveau C



40

BIJLAGE 4 Statuten Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw I. Naam, zetel, doel en duur. Art.1. De vereniging draagt als naam: "Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw”. In haar betrekkingen tot derden mag zij ook gebruik maken van de vertaling: "Musée National du Genièvre Hasselt asbl". Art.2. De vereniging is gevestigd in het Nationaal Jenevermuseum, Witte Nonnenstraat 19 te B-3500 Hasselt en resorteert onder het gerechtelijk arrondissement Hasselt. Art.3. De vereniging heeft tot doel, met uitsluiting van enig winstoogmerk, alle activiteiten te ontwikkelen die het Nationaal Jenevermuseum Hasselt, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten goede komen, ook onroerende en roerende goederen verwerven, kopen en verkopen, in bruikleen ontvangen, huren en verhuren. Art.4. De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde ontbonden worden zoals geregeld door de Wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002. II. Leden. Art.5. Het aantal leden is onbeperkt maar moet tenminste elf bedragen. Art.6. De vereniging telt effectieve en toegetreden leden. Alleen de eerstgenoemden bezitten de volheid van het lidmaatschap met inbegrip van het stemrecht op de Algemene Vergadering. De toegetreden leden hebben alleen de rechten en de plichten welke bepaald worden in het huishoudelijk reglement. Art.7. Nieuwe leden kunnen schriftelijk hun kandidatuur stellen bij de voorzitter van de vereniging en worden aanvaard bij besluit van de Raad van Bestuur. Art.8. Effectieve leden die geen lidgeld meer betalen worden voor het volgende werkingsjaar als ontslagnemend beschouwd. Leden en bestuurders die om persoonlijke redenen wensen ontslag te nemen, kunnen dit per aangetekend schrijven richten aan de voorzitter van de vzw. Andere modaliteiten die tot een ontslag of uitsluiting van bestuurders of van leden kunnen leiden gebeuren op de wijze bepaald bij art.12 van de Wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002. Art.9. Uitgetreden en uitgesloten leden en hun rechtsopvolgers hebben geen deel in het vermogen van de vereniging. Evenmin hebben zij het recht om de door henzelf of door hun rechtsopvolgers gedane inbrengsten of gestorte lidgelden terug te vorderen. Art.10§1. De Algemene Vergadering, op voorstel van de Raad van Bestuur, kan aan de effectieve leden een lidgeld opleggen dat nooit meer dan 100 euro zal bedragen. De modaliteiten omtrent het lidgeld worden bepaald in het Huishoudelijk Reglement van de vereniging. Art.10§2. In geen geval zijn de leden persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen aangegaan door de vereniging. III. Bestuur. Raad van bestuur. Art.11. De vereniging wordt bestuurd door een Raad van Bestuur van ten minste elf leden, verkozen door de Algemene Vergadering en door deze te allen tijde afzetbaar. Aan de Raad van Bestuur wordt een afgevaardigde van het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Hasselt toegevoegd met stemrecht. Art.12§1. Alleen effectieve leden kunnen zich kandidaat stellen voor de Raad van Bestuur. Art.12§2. Ieder effectief lid kan zich kandidaat stellen volgens de modaliteiten bepaald door het Huishoudelijk Reglement. Art.13§1. Leden van de Raad van Bestuur worden verkozen voor de termijn van vier jaar. Art.13§2. De helft van het aantal leden van de Raad van Bestuur, bij een even aantal, en de helft plus één, bij een oneven aantal leden, benoemd door de Algemene Vergadering zal om de twee jaar, om beurt, door middel van verkiezingen vernieuwd worden. Art.14§1. In de Raad van Bestuur worden volgende functies voorzien: een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester. De voorzitter wordt rechtstreeks verkozen door de Algemene Vergadering. De andere statutaire functies worden door de Raad van Bestuur zelf aangeduid of verkozen. Art.14§2.De Raad van Bestuur vergadert na bijeenroeping van de voorzitter of diens vervanger. De oproepingsbrief vermeldt de agenda, plaats, datum en uur van de vergadering. Art.14§3. De Raad van Bestuur vergadert slechts geldig als tenminste de helft van de bestuurders aanwezig is. Als de helft van de bestuurders niet aanwezig is wordt er een nieuwe Raad van Bestuur per aangetekend schrijven samengeroepen met dezelfde agenda. Zij kan dan beslissingen nemen over die agendapunten, afgezien van het aantal aanwezige bestuurders.Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of de dienstdoende voorzitter bepalend. Art.14§4. Van elke vergadering wordt een verslag opgesteld. Dit verslag zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de volgende vergadering van de Raad van Bestuur. Uittreksels uit dit verslag worden geldig ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders. Art.15§1. De Raad van Bestuur beschikt over de meest uitgebreide machten om het maatschappelijk doel te verwezenlijken en de daartoe vereiste rechtshandelingen te stellen. Art.15§2. Deze Raad kan zijn bevoegdheden gedeeltelijk overdragen aan twee of meer van zijn leden. Derden kunnen slechts volmacht ontvangen voor een duidelijk omschreven opdracht mits deze in tijd beperkt is. Art.15§3. Deze Raad vaardigt alle huishoudelijke reglementen uit die hij nodig heeft en laat deze goedkeuren en/of wijzigen door de Algemene Vergadering bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden.



41

Art.15§4. Deze Raad kan een dagelijks bestuur in haar midden aanstellen, bestaande o.m. uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de penningmeester, eventueel aangevuld met andere bestuurders. Art.15§5. Alle bevoegdheden die niet door de Wet of door de statuten zijn toegewezen aan de Algemene Vergadering, worden uitgeoefend door de Raad van Bestuur. Art.16. De leden van de Raad van Bestuur zijn slechts verantwoordelijk voor de uitoefening van hun mandaat, dat ten kosteloze titel is. IV. De Algemene Vergadering. Art.17. De Algemene Vergadering bestaat uit alle effectieve leden. Een lid van die Vergadering kan zich door een ander lid van de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen. Geen vertegenwoordiger mag echter beschikken over meer dan één volmacht. Art.18. De Algemene Vergadering is bevoegd voor: a) de statutenwijziging,b) de benoeming en de afzetting van bestuurders, c) de benoeming en de afzetting van commissarissen, d) de goedkeuring van de begroting en de jaarrekeningen, e) de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen, f) de vrijwillige ontbinding, g) de uitsluiting van effectieve leden. Art.19§1. Elk jaar wordt ten minste één gewone Algemene Vergadering gehouden voor het goedkeuren van de rekeningen van het afgelopen jaar en van de begroting(en) van het volgende jaar. Deze vergadering heeft plaats zo spoedig mogelijk na afloop van het vorige boekjaar en uiterlijk in de loop van de maand maart. In afwachting van deze vergadering mag de Raad van Bestuur per maand één twaalfde uitgeven van de ontwerpbegroting. Art.19§2. Buitengewone Algemene Vergaderingen worden gehouden telkens wanneer de omstandigheden dit vereisen en in elk geval wanneer één vijfde van de effectieve leden daarom schriftelijk verzoeken. Art.19§3. Oproepingen voor de Algemene Vergadering kunnen alleen geldig gedaan worden door de voorzitter en de secretaris. Zij gebeuren schriftelijk en vermelden plaats, uur, datum en de dagorde. Deze uitnodigingen moeten minstens 10 werkdagen vooraf de effectieve leden bereiken. Art.19§4. De agenda van de Algemene Vergadering wordt bepaald door de Raad van Bestuur. Eén twintigste van de effectieve leden hebben het recht punten op de agenda te brengen. De Algemene Vergadering kan geen geldige besluiten nemen buiten de agendapunten. Art.20. Deze vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter (of diens plaatsvervanger) van de Raad van Bestuur. Hij duidt een stemopnemer aan als er moet gestemd worden. Art.21. In Gewone Algemene Vergaderingen worden de besluiten genomen met eenvoudige meerderheid van stemmen, welk ook het aantal aanwezigen of vertegenwoordigende leden is. Besluiten i.v.m. statutenwijziging, uitsluiting van leden of vrijwillige ontbinding kunnen slechts genomen worden als de voorwaarden bepaald in de artikels 8, 12 en 20 van de Wet van 27 juni 1921 (zoals gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002) in acht worden genomen. Bij staking van stemmen beslist in ieder geval de stem van de voorzitter of diens plaatsvervanger. Art.22. Van elke Algemene Vergadering wordt een verslag opgesteld dat ter goedkeuring aan de volgende Algemene Vergadering wordt voorgelegd. Zowel leden als belanghebbende derden kunnen de besluiten van de Algemene Vergadering inzien. Uittreksels uit dit verslag worden geldig ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders. V. Financieel beleid. Art.23. Het boekjaar van de vereniging loopt van 1 januari tot 31 december. Rekeningen en begrotingen worden, eventueel door bemiddeling van de penningmeester, door de Raad van Bestuur voorbereid en ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. VI.Ontbinding en vereffening. Art.24. Behoudens de gevallen van rechterlijke ontbinding en van ontbinding van rechtswege, kan tot ontbinding van de vereniging slechts besloten worden door de Algemene Vergadering, overeenkomstig de artikelen 20 en volgende van de Wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002, en overeenkomstig deze statuten. Het besluit tot ontbinding vermeldt bovendien één of meerdere vereffenaars, waarvan de bevoegdheid door de Algemene Vergadering wordt bepaald. Art.25. Welke ook de oorzaak is van de ontbinding, worden de eigendommen van het Nationaal Jenevermuseum, roerend en onroerend, overgedragen aan het bestuur van de Stad Hasselt. Art.26. Aangelegenheden die door deze statuten niet zouden geregeld zijn, worden geregeld overeenkomstig de Wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002. Aldus aangenomen op de Algemene Vergadering van 8 september 2003.

- VAN SCHOONENBERGHE Eric, voorzitter - DUFOUR Hugo, secretaris - QUETIN Raymond, schatbewaarder



42

BIJLAGE 5 Samenstelling raad van bestuur Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw Bestuursleden (stemgerechtigd) Van Schoonenberghe Eric Kelles Livin Dufour Hugo Quetin Raymond

Twee Dreven 53 Kloosterlaan 38 Kempische Steenweg 64/1 Kempische Steenweg 24/1

9830 SINT-MARTENS-LATEM 3500 HASSELT 3500 HASSELT 3500 HASSELT

VOORZITTER ONDERVOORZITTER SECRETARIS PENNINGMEESTER

Collen Jacques Ferket Ronald Filliers Jan Houtman Erik Lenaerts Martin Raymaekers Aimé Reygel Patrick Smeets Jo Smeets Willy Van Brabant Alexis Wissels Roland

A. Orteliuslaan 4 Reyndersstraat 25 Leernse Steenweg 3 A. Van de Veldelaan 20 Grote Breemstraat 109 Burgemeester Bollenstraat 1/7 Oude Luikerbaan 101 Sasstraat 3 Sittardlaan 5 Kuringersteenweg 29 Aisne 4

3500 HASSELT 2000 ANTWERPEN 9800 DEINZE 2900 SCHOTEN 3500 HASSELT 3500 HASSELT 3500 HASSELT 3500 HASSELT 3500 HASSELT 3500 HASSELT 6941 HEYD - DURBUY

BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER BESTUURDER

Jacobs Davy Pollet Lieve Swerts Jean-Pierre

Tuinweg 1 B Groenplein 1 J. van Helmontlaan 49

3740 BILZEN 3500 HASSELT 3500 HASSELT

Vandeput Ann

Heidebergstraat 3

3511 HASSELT

COORDINATOR SCHEPEN CULTUUR CULTUURBELEIDSCOORDINATOR HOOFDCOORDINATOR

Toegevoegd (niet stemgerechtigd)



43

BIJLAGE 6 Afsprakennota tussen de stad Hasselt en Nationaal Jenevermuseum Hasselt vzw Stedelijke musea Hasselt – afspraken stadsbestuur en vzw De organisatiestructuur en de respectievelijke rol van de hoofdcoördinator, de coördinatoren, de stafmedewerkers en de vzw's. • Beleidsnota’s, toelage- en sponsordossiers en andere officiële documenten De hoofdcoördinator is verantwoordelijk voor al deze dossiers en documenten, spreekt met de stafmedewerkers en de coördinatoren de voorbereiding hiervoor af en geeft haar goedkeuring aan de eindredactie. • Personeel De hoofdcoördinator is diensthoofd van het museumpersoneel. Zij stuurt en controleert rechtstreeks de stafmedewerkers en de coördinatoren en onrechtstreeks het uitvoerend personeel. Dit wordt rechtstreeks door de respectievelijke coördinator aangestuurd. De hoofdcoördinator bewaakt de algemene organisatiestructuur en de toepassing van de arbeidsvoorwaarden. Nota's aan het college van burgemeester en schepenen - zowel over personeelsaangelegenheden als over andere materies - of de personeelscommissie worden samen met het afdelingshoofd ondertekend door de hoofdcoördinator. Zij is ook de woordvoerster voor personele aangelegenheden met het college, de stadssecretaris, de personeelsdienst en -commissie, en het afdelingshoofd. De personeelsleden vormen een museumteam. Zij kunnen door de hoofdcoördinator in overleg met de coördinatoren volgens noodwendigheden tijdelijk of permanent ingezet worden in elk museum. • Gidsen De relaties met de gidsen zijn een verantwoordelijkheid van de stad. De vzw’s kunnen hierin adviseren. • Vrijwilligerswerking De vzw’s werven in functie van zinvolle activiteiten actief binnen de eigen leden en daarbuiten vrijwillige medewerkers. Zij sluiten een contract met deze medewerkers af en zorgen voor de nodige verzekeringen. De vrijwilligers worden aangestuurd door de coördinator. • Programmering De hoofdcoördinator is verantwoordelijk voor de programmering; Zij coördineert met oog voor samenwerking en voor een evenwichtige en kwaliteitsvolle programmering; Zij volgt het proces van het tot stand komen van de programmering op en geeft haar definitieve goedkeuring ervoor; Zij volgt het proces van de uitvoering op; Zij heeft aandacht voor de planning op middenlange en lange termijn. De coördinator is verantwoordelijk voor het aanbrengen van mogelijke thema's en initiatieven, en dit in overleg met de vzw; Hij is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering en dit onder toezicht en in overleg met de hoofdcoördinator. De stafmedewerkers dragen vanuit hun respectievelijke expertise bij tot het succes van de programmering. De vzw is een draagvlak en een klankbord, en doet in overleg met de coördinator voorstellen van thema's en initiatieven. De vzw ondersteunt het museum op het vlak van zijn basisfuncties, nl. verwerven, bewaren, onderzoeken en ontsluiten. Deze steun bestaat in het hierover adviseren, het mee voorbereiden en uitvoeren van de programmering en het uitbouwen van netwerken. • Timing en planning De hoofdcoördinator stelt de programmering, inclusief de projectbegrotingen, voor het volgende jaar in juni aan de stuurgroep voor. • Verwervingsbeleid Een verwervingscommissie, samengesteld uit de hoofdcoördinator, de coördinator en de voorzitter van de vzw of zijn afgevaardigde, beslist over alle verwervingen. De vzw’s kunnen adviseren en schenken, mits aanvaarding door de verwervingscommissie. Vanaf 2006 beheert de hoofdcoördinator de verwervingskredieten van de stad. • Uitbatingen en verhuur van infrastructuur De vzw is verantwoordelijk voor de uitbating van het proeflokaal/cafetaria en de museumwinkel, inclusief de wettelijke vergunningen hieraan verbonden. Zij is verantwoordelijk voor de inkoop en verkoop van de handelsgoederen, en van de benodigdheden en toestellen eigen aan de exploitatie.



44

De vzw is de begunstigde voor de verhuur van museumruimten. De stuurgroep keurt het verhuurreglement goed. De coördinator beoordeelt de aanvragen in overleg met de hoofdcoördinator. Omwille van strategische redenen kunnen zij afwijken van het verhuurreglement. In dat geval overleggen zij eerst met het dagelijks bestuur van de vzw. De personeelskosten worden binnen de perken van de stadsbegroting door de stad betaald voor de normale personeelsactiviteiten en voor het onthaal van het publiek tijdens de normale werkuren. De aan het personeel uitbetaalde overuren en vergoedingen tengevolge van bezoeken buiten de normale werkuren waarvan de vzw ook inkomsten geniet zijn ten laste van de vzw. De vzw Nationaal Jenevermuseum is verantwoordelijk voor de stookactiviteiten in het museum en de stad voor de randvoorwaarden om deze activiteiten wettelijk en veilig uit te voeren. Voor deze afspraak wordt een afzonderlijke overeenkomst tussen de stad en de vzw opgesteld. • Financies, begroting en rekening Middelen van de stad De hoofdcoördinator stelt het begrotingsvoorstel van de musea en het depot voor de stadsbegroting in juni aan de stuurgroep voor. De hoofdcoördinator beheert het globaal programmeringsbudget en wendt het aan in functie van de programmering van de drie musea. In principe worden er twee tentoonstellingen per museum per jaar voorzien. Middelen van de vzw’s De vzw’s ontvangen de inkomsten uit de toegangstickets, verhuur, cafetaria en museumwinkel. Zij wenden deze aan om de tentoonstellingsprogrammering te versterken, bv. door middel van een catalogus of een colloquium, om andere activiteiten voor de eigen leden of voor het grote publiek te organiseren, en dit steeds in overleg met de coördinator en de hoofdcoördinator, of om collectiestukken te verwerven na overleg met de verwervingscommissie in functie van de doelstellingen en de behoeften van het museum. • Communicatie en overleg De burgemeester, de schepen van cultuur, de stadssecretaris, de cultuurbeleidscoördinator, de hoofdcoördinator en de coördinatoren vormen samen met de voorzitter en secretaris van de drie vzw’s de stuurgroep. De schepen van cultuur is voorzitter. De hoofdcoördinator stelt de agenda samen en bereidt deze voor. Zij is ook verantwoordelijk voor het verslag. De stuurgroep vergadert jaarlijks in juni en op vraag van een van de betrokken partijen. Jean-Pierre Swerts, cultuurbeleidscoördinator Hasselt, 28 februari 2005 Overeenkomst tussen de Stad Hasselt en de vzw Nationaal Jenevermuseum Hasselt Het feit dat het Nationaal Jenevermuseum een werkende jeneverstokerij herbergt, maakt een aanvullende overeenkomst op de afsprakennota 2005 nodig. De stad Hasselt • is eigenaar van de beschermde stookinstallatie; • geeft opdracht aan de vzw Nationaal Jenevermuseum om de stookinstallaties aan te wenden voor een demonstratieve productie van jenever; • is via de interne dienst voor preventie op het werk verantwoordelijk voor de veiligheid van de werknemers betrokken bij het productieproces (arbeidswetgeving) en via de interne milieudienst voor de naleving van de milieuwetgeving; • is verantwoordelijk voor het onderhoud en de restauratie van de stookinstallatie binnen de voorwaarden van de bescherming, de investeringen op het vlak van veiligheid en hygiëne ten gevolge van de uitbating en de water- en energiekosten. De vzw Nationaal Jenevermuseum • is als rechtspersoon de uitbater van de jeneverstokerij; • zorgt ervoor dat alle wettelijke formaliteiten voor uitbating (productie en verhandeling) vervuld zijn; • neemt een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor ongevallen veroorzaakt door het in bedrijf zijn van de installaties; • is aansprakelijk voor de producten die zij op de markt brengt en verzekert zich hiervoor; • volgt de specifieke wetgeving verbonden aan de uitbating (accijnzen, vergunning, HACCP, traceerbaarheid, autocontrole…) op; • signaleert relevante wijzigingen in de wetgeving aan het stadsbestuur en bezorgt desgevallend inspectieverslagen; • neemt de kosten voor de productie en commercialisering voor haar rekening. Ann Vandeput, hoofdcoördinator Hasselt, 12 september 2005



45

BIJLAGE 7 Personeelsbestand Nationaal Jenevermuseum

Statuut

Tewerkstelling in het museum

Geslacht

Diploma

Tewerkgesteld in het museum sinds

Geboortejaar

hoofdcoördinator*

vastbenoemd

voltijds*

vrouwelijk

HOBU

1988

1961

Jacobs Davy

coördinator

contractueel

voltijds

mannelijk

universiteit

1999

1975

Dehullu Joanie

stafmedewerker publiekswerking*

contractueel

voltijds*

vrouwelijk

universiteit

1999

1970

Smets Joke

stafmedewerker educatieve werking*

contractueel

voltijds*

vrouwelijk

HOBU

2005

1978

Damen Tony

registrator

GESCO

deeltijds (80%)

mannelijk

LSO

1983

1956

Hansen Danny

suppoost

vastbenoemd

voltijds

mannelijk

LSO

1983

1960

Kempeneers Jan

technisch medewerker

GESCO

voltijds

mannelijk

KSO

1986

1956

Marechal Kristel

onthaalbediende

GESCO

deeltijds (50%)

vrouwelijk

TSO

1996

1972

Meyers Birgitte

onthaalbediende

GESCO

deeltijds (50%)

vrouwelijk

TSO

2005

1964

Molhoek Linda

onthaalbediende

GESCO

deeltijds (50%)

vrouwelijk

TSO

1996

1955

Palmans Sabine

onthaalbediende

GESCO

deeltijds (80%)

vrouwelijk

ASO

1989

1968

Reymen Henry

administratief medewerker

GESCO

voltijds

mannelijk

ASO

1983

1951

Severy Paul

administratief medewerker

vastbenoemd

voltijds

mannelijk

TSO

1999

1951

Wolfs Sabine

onthaalbediende

GESCO

deeltijds (50%)

vrouwelijk

TSO

1996

1969

Naam en voornaam

Functie

Vandeput Ann

* voert ook opdrachten uit voor Het Stadsmus en het Modemuseum Hasselt



46

BIJLAGE 8 Begroting lopend werkingsjaar inrichtende overheid (2008) artikel ONTVANGSTEN

2008

omschrijving

GD 77101/161-01 GD 77101/161-48 GD totaal EG 60

800,00 rechtstreekse prestaties 2.500,00 andere ontvangsten en terugvorderingen 3.300,00 ontvangsten-prestaties

GD 77101/465-01

50.000,00 werkingstoelage Vlaamse Gemeenschap

GD 77101/465-05

82.901,00

premie van hogere overheden voor gesubsidieerd personeel

GD 77101/485-01 GD totaal EG 61

74.400,00 werkingstoelage provincie 207.301,00 ontvangsten-overdrachten

GD GD GD GD

0,00 interest op lening van meer dan 1 jaar 0,00 aflossing van leningen vzw's 0,00 ontvangsten-schuld 210.601,00

77101/261-03 77101/870-01 totaal EG 62 totaal GD

BD 77101/663-51 BD totaal EG 80 BD totaal BD TOTAAL ONTVANGSTEN

12.000,00 subsidies voor gebouwen 12.000,00 ontvangsten-overdrachten 12.000,00

222.601,00

UITGAVEN

GD 77101/111-01

103.233,00 bezoldiging gemeentepersoneel

GD 77101/111-02

174.392,00 bezoldiging gesubsidieerde contractuelen

GD 77101/112-01

7.765,00 vakantiegeld gemeentepersoneel

GD 77101/112-02

11.778,00 vakantiegeld gesubsidieerde contractuelen

GD 77101/112-48

6.906,00 andere sociale vergoedingen en toelagen

GD 77101/113-01

22.528,00 patronale bijdragen RSZPPO gemeentepersoneel

GD 77101/113-02

10.688,00

GD 77101/113-48

patronale bijdragen RSZPPO gesubsidieerde contractuelen

9.037,00 patronale bijdragen andere pensioenkassen

GD 77101/115-01

70,00

verplaatsingskosten naar en van werk gemeentepersoneel

GD 77101/115-02

50,00

verplaatsingskosten naar en van werk gesubsidieerde contractuelen

GD 77101/117-01 GD totaal EG 70


3.792,00 premies voor verzekering arbeidsongevallen 350.239,00 uitgaven-personeelskosten


47

reis- en verblijfskosten gemeentepersoneel en mandatarissen

GD 77101/121-01

2.000,00

GD 77101/122-02

4.000,00 erelonen en vergoedingen studies en werken

GD 77101/122-04

2.000,00 auteursrechten, erelonen, vergoedingen optredens

GD 77101/123-02

700,00 kantoorbenodigdheden voor rechtstreeks verbruik

GD 77101/123-06 GD 77101/123-11 GD 77101/123-12 GD 77101/123-13 GD 77101/123-48 GD 77101/124-02 GD 77101/124-05

10.000,00 prestaties van derden, eigen aan de functie 2.300,00 telefoonkosten huur- en onderhoudskosten bureaumateriaal- en meubilair 1.000,00 beheers- en werkingskosten van de informatica 800,00 andere administratiekosten 250,00

13.500,00

technische benodigdheden voor rechtstreeks verbruik

0,00 aankoop werkkleding gemeentepersoneel

GD 77101/124-06

2.000,00 prestaties van derden, eigen aan de functie

GD 77101/124-08

5.100,00 verzekering BA, diefstal, brand, meubilair enz.

GD 77101/124-12

2.640,00

GD 77101/124-48

huur- en onderhoudskosten technische benodigdheden

200,00 andere technische kosten

GD 77101/125-02

3.000,00 herstelling gebouwen, benodigdheden gebouwen

GD 77101/125-06

34.000,00 onderhoud gebouw, verwarming en inbraakalarm

GD GD GD GD GD

77101/125-08 77101/125-10 77101/125-12 77101/125-13 77101/125-15 totaal EG 71

GD 77101/332-02 totaal EG 72 GD totaal GD

BD 77101/724-54

1.750,00 100,00 15.750,00 25.000,00 1.450,00 127.540,00

verzekering onroerende goederen BTW op onroerende goederen elektriciteit gas water uitgaven-werkingskosten

1.500,00 subsidies aan instellingen voor gezinnen 1.500,00 uitgaven-overdrachten 479.279,00

15.000,00

buitengewoon onderhoud aan gebouwen voor cultuur

BD 77101/741-51 BD 77101/741-98

0,00 aankoop van bureaumeubilair 0,00 aankoop ander meubilair

BD 77101/744-51

0,00

totaal EG 91 BD totaal BD TOTAAL UITGAVEN


aankoop machines, exploitatiematerieel en uitrusting

15.000,00 investeringen 15.000,00

494.279,00


48

BIJLAGE 9 Begroting lopend werkingsjaar ondersteunende organisatie (2008) OMSCHRIJVING UITGAVEN

BUDGET 2008

AANKOPEN HANDELSGOEDEREN DRANKEN ARTIKELS DRUKWERKEN GRONDSTOFFEN SUBTOTAAL I : ORGANISATIEKOSTEN SECRETARIAATSKOSTEN ANDERE ORGANISATIEKOSTEN DIVERSE KOSTEN SUBTOTAAL II :

50.000 2.0000 2.000 25.000 79.000 4.000 8.000 2.000 2.500 15.500

PUBLICITEITSKOSTEN SUBTOTAAL III :

15.000 15.000

PERSONEELS- & BEHEERDERSKOSTEN SUBTOTAAL IV :

10.000 10.000

FINANCIELE KOSTEN SUBTOTAAL V :

7.000 7.000

PROJECTEN SUBTOTAAL VI :

12.500 12.500

TENTOONSTELLINGEN SUBTOTAAL VII :

18.000 18.000

AFSCHRIJVINGEN SUBTOTAAL VIII :

17.000 17.000

VOORRAADWIJZIGING HANDELSGOEDEREN MINWAARDE OP KLANTEN COLLECTIEVORMING BIBLIOTHEEK - MUSEUM TOTAAL KOSTEN OMSCHRIJVING OPBRENGSTEN SUBSIDIES - TOELAGEN SUBTOTAAL I : VERKOOP TICKETS - LIDGELDEN SUBTOTAAL II :

8.000 182.000 BUDGET 2008 0 0 40.000 40.000

VERKOPEN HANDELSGOEDEREN DRANKEN


115.000


49

ARTIKELS PUBLIKATIES SUBTOTAAL III :

5.000 3.500 123.500

DIVERSE OPBRENGSTEN SUBTOTAAL IV :

5.000 5.000,00

PROJECTEN -TENTOONSTELLINGEN SUBTOTAAL V :

4.500 4.500

FINANCIELE OPBRENGSTEN SUBTOTAAL VI :

1.500 1.500

DIVERSE UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN

7.500

TOTAAL ONTVANGSTEN RESULTAAT


182.000 0


50

BIJLAGE 10 Samenvatting rekeningen Stad Hasselt, exploitatierekeningen vzw’s en resultaten voor de stedelijke musea Hasselt 1. Samenvatting rekeningen stad Hasselt voor de stedelijke musea depot

77100

GD ontvangsten-prestaties GD ontvangsten-overdrachten GD uitgaven-personeelskosten GD uitgaven-werkingskosten GD uitgaven-schuld BD ontvangsten-overdrachten BD uitgaven-investeringen

EG 60 EG 61 EG 70 EG 71 EG 7x EG 80 EG 91 ontvangsten uitgaven resultaat

Jenevermuseum

77101

GD ontvangsten-prestaties GD ontvangsten-overdrachten GD ontvangsten-schuld GD uitgaven-personeelskosten GD uitgaven-werkingskosten GD uitgaven-overdrachten BD ontvangsten-overdrachten BD uitgaven-investeringen BD uitgaven-schuld

EG 60 EG 61 EG 62 EG 70 EG 71 EG 72 EG 80 EG 91 EG 92 ontvangsten uitgaven resultaat


2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

0,00 € 0,00 € 0,00 € 70.455,48 € 0,00 € 2.940,96 € 0,00 € 73.396,44 € -73.396,44 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 60.185,04 € 0,00 € 122.748,89 € 467.201,00 € 122.748,89 € 527.386,04 € -404.637,15 €

9,92 € 0,00 € 0,00 € 9,92 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 9,92 € 9,92 € 0,00 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 7.153,00 € 0,00 € 0,00 € 4.577,91 € 0,00 € 11.730,91 € -11.730,91 €

0,00 € 1.220,00 € 58,41 € 13.371,63 € 0,00 € 15.000,00 € 37.650,12 € 16.220,00 € 51.080,16 € -34.860,16 €

240,87 € 0,00 € 0,00 € 10.156,89 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 240,87 € 10.156,89 € -9.916,02 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 11.050,00 € 0,00 € 0,00 € 4.020,00 € 0,00 € 15.070,00 € -15.070,00 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 11.050,00 € 0,00 € 0,00 € 2.500,00 € 0,00 € 13.550,00 € -13.550,00 €

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

1.988,20 € 67.509,68 €

6.647,28 € 189.422,70 €

2.451,42 € 175.957,43 €

291.419,70 € 10.207,80 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €

305.384,71 € 21.023,49 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €

314.071,00 € 75.497,74 € 0,00 € 9.987,20 € 16.585,46 €

6.778,44 € 182.547,75 € 26.695,21 € 328.388,00 € 74.050,56 € 0,00 € 0,00 € 19.366,04 € 75.000,00 € 216.021,40 € 496.804,60 € -280.783,20 €

4.008,62 € 187.742,28 € 26.500,00 € 349.634,53 € 85.090,40 € 0,00 € 0,00 € 55.341,29 €

1.663,14 € 174.519,14 € 25.750,00 € 337.199,62 € 87.222,80 € 0,00 € 0,00 € 19.638,47 €

3.300,00 € 185.485,00 € 0,00 € 330.876,00 € 169.728,00 € 0,00 € 0,00 € 15.000,00 €

3.300,00 € 207.301,00 € 0,00 € 350.239,00 € 127.540,00 € 1.500,00 € 12.000,00 € 15.000,00 €

218.250,90 € 490.066,22 € -271.815,32 €

201.932,28 € 444.060,89 € -242.128,61 €

188.785,00 € 515.604,00 € -326.819,00 €

222.601,00 € 494.279,00 € -271.678,00 €

69.497,88 € 301.627,50 € -232.129,62 €

196.069,98 € 188.396,05 € 326.408,20 € 406.154,20 € -130.338,22 € -217.758,15 €


51

Het Stadsmus

77102

GD ontvangsten-prestaties GD ontvangsten-overdrachten GD uitgaven-personeelskosten GD uitgaven-werkingskosten GD uitgaven-overdrachten BD ontvangsten-overdrachten BD ontvangsten-investeringen BD uitgaven-overdrachten BD uitgaven-investeringen


Modemuseum

77103

GD ontvangsten-prestaties GD ontvangsten-overdrachten GD uitgaven-personeelskosten GD uitgaven-werkingskosten GD uitgaven-overdrachten BD ontvangsten-overdrachten BD ontvangsten-investeringen BD uitgaven-overdrachten BD uitgaven-investeringen


Staf

77104

2001

2002

GD ontvangsten-prestaties GD ontvangsten-overdrachten GD uitgaven-personeelskosten

EG 60 EG 61 EG 70

0,00 € 0,00 €

0,00 € 0,00 €


2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

6.381,84 € 34.787,73 € 231.504,14 € 42.231,94 €

3.106,95 € 32.722,00 € 259.974,70 € 34.890,73 € 1.627,42 €

15.248,78 € 43.632,00 € 287.933,49 € 103.772,07 €

3.579,89 € 32.494,82 € 296.423,34 € 97.985,80 €

2.592,50 € 38.789,70 € 294.859,67 € 192.641,23 €

4.655,66 € 57.216,26 € 247.595,85 € 104.960,52 €

9.987,20 €

92.732,54 € 300,00 € 12.000,00 € 55.737,05 € 129.107,25 € 462.146,19 € -333.038,94 €

12.300,00 € 241.325,76 € 41.382,20 € 741.126,66 € -699.744,46 €

13.141,23 € 61.871,92 € 365.697,60 € -303.825,68 €

2.600,00 € 106.232,00 € 247.890,00 € 247.923,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 19.380,00 € 108.832,00 € 515.193,00 € -406.361,00 €

3.000,00 € 56.132,00 € 229.085,00 € 135.800,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 58.500,00 € 59.132,00 € 423.385,00 € -364.253,00 €

8.895,63 € 41.169,57 € 282.631,71 € -241.462,14 €

12.000,00 € 14.711,50 € 20.154,75 € 35.828,95 € 68.867,98 € 311.204,35 € 423.860,31 € -275.375,40 € -354.992,33 €

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

505,16 € 46.747,00 € 187.373,28 € 27.763,71 €

1.400,66 € 43.629,00 € 200.210,74 € 33.195,85 €

1.179,38 € 35.219,58 € 202.563,10 € 88.108,37 €

6.460,82 € 31.116,41 € 217.354,71 € 82.656,97 €

3.258,66 € 27.449,87 € 178.332,11 € 144.088,06 €

7.203,60 € 33.951,15 € 207.018,55 € 156.074,68 €

11.000,00 € 62.861,00 € 202.021,00 € 176.494,00 €

0,00 € 9.987,20 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 9.950,00 € 708,38 € 21.838,45 € 45.029,66 € 46.386,16 € 234.114,97 € 322.459,92 € -189.085,31 € -276.073,76 €

0,00 € 2.218,00 € 9.950,00 € 11.006,11 € 39.795,23 € 320.967,79 € -281.172,56 €

0,00 € 0,00 € 12.168,00 € 7.952,83 € 30.708,53 € 342.541,00 € -311.832,47 €

10.000,00 € 0,00 € 0,00 € 62.330,56 € 51.154,75 € 425.423,79 € -374.269,04 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 55.000,00 € 73.861,00 € 433.515,00 € -359.654,00 €

4.500,00 € 45.861,00 € 230.274,00 € 172.266,00 € 5.000,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 28.000,00 € 50.361,00 € 435.540,00 € -385.179,00 €

2003

2004

2005

2006

2007

2008

527,56 € 0,00 € 131.466,78 €

594,05 € 0,00 € 150.967,29 €

564,62 € 0,00 € 162.283,58 €

485,05 € 0,00 € 134.548,19 €

700,00 € 0,00 € 144.637,00 €

1.000,00 € 0,00 € 153.614,00 €

0,00 € 0,00 € 0,00 € 12.618,51 € 47.292,16 € 227.755,50 € -180.463,34 €


52

GD uitgaven-werkingskosten GD uitgaven-overdrachten BD uitgaven-investeringen

EG 71 EG 72 EG 91 ontvangsten uitgaven resultaat

375,00 € 123.946,76 € 0,00 € 0,00 € 124.321,76 € -124.321,76 €

497,67 € 145.018,00 € 0,00 €

1.286,79 € 0,00 € 0,00 € 527,56 € 145.515,67 € 132.753,57 € -145.515,67 € -132.226,01 €

1.396,53 € 0,00 € 0,00 € 594,05 € 152.363,82 € -151.769,77 €

1.456,43 € 0,00 € 0,00 € 564,62 € 163.740,01 € -163.175,39 €

1.962,02 € 0,00 € 0,00 € 485,05 € 136.510,21 € -136.025,16 €

3.197,00 € 0,00 € 0,00 € 700,00 € 147.834,00 € -147.134,00 €

2.617,00 € 0,00 € 0,00 € 1.000,00 € 156.231,00 € -155.231,00 €

ontvangsten

157.959,61 € 399.677,48 € 304.187,67 € 385.517,93 € 307.126,25 € 1.285.237,92 1.009.732,91 € 1.444.013,31 € 1.788.554,05 € € 1.544.629,23 € -851.773,30 € -1.144.951,75 € -981.050,25 € -1.058.495,38 € -1.481.427,80 €

315.684,87 €

372.178,00 €

333.094,00 €

1.381.849,38 € -1.066.164,51 €

1.627.216,00 € -1.255.038,00 €

1.522.985,00 € -1.189.891,00 €

Stedelijke musea

uitgaven resultaat 2. Samenvatting exploitatierekeningen vzw's verbonden aan de stedelijke musea Jenevermuseum

vzw ontvangsten uitgaven resultaat

Het Stadsmus

vzw

ontvangsten uitgaven resultaat

Modemuseum



1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

349.389,83 € 284.607,08 € 64.782,75 €

333.451,82 € 348.771,66 € -15.319,84 €

390.753,79 € 379.603,79 € 11.150,00 €

376.353,60 € 355.640,53 € 20.713,07 €

182.206,68 € 166.497,41 € 15.709,27 €

177.456,96 € 174.999,74 € 2.457,22 €

187.299,68 € 174.338,41 € 12.961,27 €

186.598,93 € 187.470,10 € -871,17 €

198.000,00 € 198.000,00 € 0,00 €

182.000,00 € 182.000,00 € 0,00 €

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

30.656,74 € 24.930,26 € 5.726,48 €

30.049,11 € 25.109,95 € 4.939,16 €

47.897,27 € 47.020,02 € 877,25 €

63.731,82 € 64.206,38 € -474,56 €

53.159,50 € 58.536,07 € -5.376,57 €

41.271,62 € 48.873,25 € -7.601,63 €

58.510,48 € 43.265,35 € 15.245,13 €

55.726,29 € 31.012,68 € 24.713,61 €

44.900,00 € 59.950,00 € -15.050,00 €

31.150,00 € 34.650,00 € -3.500,00 €

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

65.183,33 € 74.396,34 € -9.213,01 €

44.762,33 € 52.134,91 € -7.372,58 €

95.991,89 € 74.574,68 € 21.417,21 €

65.150,91 € 64.870,68 € 280,23 €

60.613,34 € 74.909,29 € -14.295,95 €

54.442,51 € 45.992,13 € 8.450,38 €

57.427,93 € 62.106,33 € -4.678,40 €

60.110,77 € 83.770,51 € -23.659,74 €

111.620,00 € 100.810,00 € 10.810,00 €

128.653,00 € 112.955,00 € 15.698,00 €


53

samen


1999 445.229,90 € 383.933,68 € 61.296,22 €

2000 408.263,26 € 426.016,52 € -17.753,26 €

2001 534.642,95 € 501.198,49 € 33.444,46 €

2002 505.236,33 € 484.717,59 € 20.518,74 €

2003 295.979,52 € 299.942,77 € -3.963,25 €

2004 273.171,09 € 269.865,12 € 3.305,97 €

2005 303.238,09 € 279.710,09 € 23.528,00 €

2006 302.435,99 € 302.253,29 € 182,70 €

2007 354.520,00 € 358.760,00 € -4.240,00 €

3. Resultaten Stedelijke musea stad ontvangsten uitgaven resultaat vzw ontvangsten uitgaven resultaat samen resultaat

Jenevermuseum stad ontvangsten uitgaven resultaat vzw ontvangsten uitgaven resultaat samen resultaat bezoekers

Modemuseum stad ontvangsten uitgaven resultaat vzw ontvangsten uitgaven


2001 2002 157.959,61 € 399.677,48 € 1.009.732,91 1.544.629,23 € € -851.773,30 € -1.144.951,75 € 534.642,95 € 501.198,49 € 33.444,46 €

505.236,33 € 484.717,59 € 20.518,74 €

2003 304.187,67 € 1.285.237,92 €

2004 385.517,93 € 1.444.013,31 €

2005 307.126,25 € 1.788.554,05 €

-981.050,25 € -1.058.495,38 € -1.481.427,80 € 295.979,52 € 299.942,77 € -3.963,25 €

273.171,09 € 269.865,12 € 3.305,97 €

303.238,09 € 279.710,09 € 23.528,00 €

2006 2007 315.684,87 € 372.178,00 € 1.381.849,38 1.627.216,00 € € -1.066.164,51 -1.255.038,00 € € 302.435,99 € 354.520,00 € 302.253,29 € 358.760,00 € 182,70 € -4.240,00 €

-818.328,84 € -1.124.433,01 €

-985.013,50 € -1.055.189,41 € -1.457.899,80 € -1.065.981,81 -1.259.278,00 € €

2001 69.497,88 € 301.627,50 € -232.129,62 € 390.753,79 € 379.603,79 € 11.150,00 €

2002 196.069,98 € 326.408,20 € -130.338,22 € 376.353,60 € 355.640,53 € 20.713,07 €

2003 188.396,05 € 406.154,20 € -217.758,15 € 182.206,68 € 166.497,41 € 15.709,27 €

2004 216.021,40 € 496.804,60 € -280.783,20 € 177.456,96 € 174.999,74 € 2.457,22 €

2005 2006 218.250,90 € 201.932,28 € 490.066,22 € 444.060,89 € -271.815,32 € -242.128,61 € 187.299,68 € 186.598,93 € 174.338,41 € 187.470,10 € 12.961,27 € -871,17 €

2007 188.785,00 € 515.604,00 € -326.819,00 € 198.000,00 € 198.000,00 € 0,00 €

-220.979,62 €

-109.625,15 €

-202.048,88 €

-278.325,98 €

-258.854,05 € -242.999,78 €

-326.819,00 €

55.132

51.093

49.311

51.898

2001 47.292,16 € 227.755,50 € -180.463,34 € 95.991,89 € 74.574,68 €

2002 45.029,66 € 234.114,97 € -189.085,31 € 65.150,91 € 64.870,68 €

2003 46.386,16 € 322.459,92 € -276.073,76 € 60.613,34 € 74.909,29 €

2004 39.795,23 € 320.967,79 € -281.172,56 € 54.442,51 € 45.992,13 €

52.399

50.504

50.522

2005 2006 30.708,53 € 51.154,75 € 342.541,00 € 425.423,79 € -311.832,47 € -374.269,04 € 57.427,93 € 60.110,77 € 62.106,33 € 83.770,51 €

2007 73.861,00 € 433.515,00 € -359.654,00 € 111.620,00 € 100.810,00 €


2008

2008 341.803,00 € 329.605,00 € 12.198,00 €

54

resultaat

21.417,21 €

280,23 €

-14.295,95 €

8.450,38 €

samen resultaat

-159.046,13 €

-188.805,08 €

-290.369,71 €

-272.722,18 €

29.227

23.593

24.160

29.534

2001 41.169,57 € 282.631,71 € -241.462,14 € 47.897,27 € 47.020,02 € 877,25 €

2002 35.828,95 € 311.204,35 € -275.375,40 € 63.731,82 € 64.206,38 € -474,56 €

2003 68.867,98 € 423.860,31 € -354.992,33 € 53.159,50 € 58.536,07 € -5.376,57 €

2004 129.107,25 € 462.146,19 € -333.038,94 € 41.271,62 € 48.873,25 € -7.601,63 €

2005 2006 41.382,20 € 61.871,92 € 741.126,66 € 365.697,60 € -699.744,46 € -303.825,68 € 58.510,48 € 55.726,29 € 43.265,35 € 31.012,68 € 15.245,13 € 24.713,61 €

2007 108.832,00 € 515.193,00 € -406.361,00 € 44.900,00 € 59.950,00 € -15.050,00 €

-240.584,89 €

-275.849,96 €

-360.368,90 €

-340.640,57 €

-684.499,33 € -279.112,07 €

-421.411,00 €

13.520

20.010

17.175

16.457

bezoekers

Het Stadsmus stad ontvangsten uitgaven resultaat vzw ontvangsten uitgaven resultaat samen resultaat bezoekers


-4.678,40 €

-23.659,74 €

10.810,00 €

-316.510,87 € -397.928,78 €

-348.844,00 €

24.727


12.871

22.295

22.863

55

BIJLAGE 8 Overzicht bezoekerscijfers 1987-2007* Jaar

Jaartotaal

Algemeen totaal

1987

7.385

7.385

1988

30.595

37.980

1989

34.607

72.587

1990

38.673

111.260

1991

46.236

157.496

1992

48.093

205.589

1993

51.304

256.893

1994

62.525

319.418

1995

62.038

381.456

1996

59.802

441.258

1997

54.135

495.393

1998

58.847

554.240

1999

59.951

614.191

2000

53.416

667.607

2001

55.132

722.739

2002

51.093

773.832

2003

49.311

823.143

2004

51.898

875.041

2005

52.399

927.440

2006

50.504

977.944

2007

50.522

1.028.466

* De telling begint in augustus 1987 toen het Nationaal Jenevermuseum gehuisvest werd op site van de voormalige stokerij Stellingwerff/Theunissen.



Beleidsplan Nationaal Jenevermuseum

Recommend Documents