2015
nationaal jeugddebat
Nationaal Jeugddebat 1
panel verslag nationaal jeugddebat 2015 Inhoudsopgave 03 Voorwoord 04 Inleiding 05 Overzicht toezeggingen 06 Hoe gaat het Jeugddebat in zijn werk? Provinciale Jeugddebatten Onderwerpen JIJ-onderzoek Trainingsweekend en voorbereidingsdagen Opening Nationaal Jeugddebat 10 Debat Fractie Rood 12 Debat Fractie Blauw 14 Debat Fractie Geel 16 Debat Fractie Groen 18 Open Debat 20 Afsluiting 23 Colofon
2
NJR
VOORWOORD NJR is hèt jongerennetwerk van Nederland. Het is de missie van NJR om jongeren te verbinden: met hun eigen sterke punten, met elkaar en met de organisaties en bedrijven die vorm geven aan onze wereld. WWW.NJR.NL
Nationaal Jeugddebat 3
dan twintig projecten, onze belangenbehartiging en via onze 38 landelijke lidorganisaties, bieden we jongeren alles wat ze nodig hebben om hun sterke punten te ontdekken en te gaan voor wat hen ligt. Zo ook bij het Nationaal Jeugddebat. Als je heel goed bent in argumenteren en logisch nadenken, was je tijdens het Nationaal Jeugddebat de vlijmscherpe analist die argumenten bedenkt. Als je goed bent in luisteren en samenvatten, was je de secretaris die de sterkste argumenten eruit pikte en ordende. Als je goed bent in presenteren en het verkondigen van een standpunt, was je op 20 april presentator of woordvoerder. Ook de trainers en procesbegeleiders zijn een perfect voorbeeld van jongeren die gaan voor wat hen ligt en die hun sterke punten kennen en inzetten bij alles wat ze doen. Zij zijn stuk voor stuk ontzettend goed in het inspireren van anderen, in het goed overbrengen van informatie en in het enthousiasmeren van de deelnemers van het Nationaal Jeugddebat. Ik wil iedereen die dit leest dan ook uitdagen om te kijken welke kansen NJR je nog meer biedt om te gaan voor wat je ligt.
INLEIDING Tweede Kamer der Staten-Generaal - 20 april 2015 Twintig jaar Nationaal Jeugddebat! Twintig jaar waarin wij, jongeren, aan ministers en staatssecretarissen, beleidsmakers en topfunctionarissen, en een enkele directeur of Kinderombudsman, hebben kunnen vertellen wat wij belangrijk vinden! Twintig jaar waarin beleidsmakers niet om ons heen konden. Natuurlijk, er zijn in die twintig jaren ook voorstellen in een debat onderuit gehaald, , maar hebben wij ons daar ooit door uit het veld laten slaan? Nooit! Dat is de kracht van jongeren, dat is wat wij de Tweede Kamer elk jaar weer komen brengen; een wereld van denken in mogelijkheden, in ambities, in willen en kunnen, in gaan voor wat je ligt en in samenwerken om grootse dingen te ontketenen. Het zijn de jongeren die mogelijkheden zien en die echt het verschil maken. Het perfecte voorbeeld daarvan toont zich al in de geschiedenis van het Nationaal Jeugddebat. Al bijna 15 jaar geleden heeft een pientere fractie een minister te verstaan gegeven dat er een organisatie zou moeten bestaan, die de belangen van jongeren vertegenwoordigt. Gelukkig was de minister zelf ook pienter, want zo is NJR opgericht. Eerst bekend als Nationale Jeugdraad, die als leus had ‘meedoen, meedenken, meebeslissen’, nu bekend als NJR, het netwerk dat ervoor zorgt dat jongeren hun sterke punten kunnen ontdekken en kunnen gaan voor wat hen ligt. Uitgaan van je sterke punten blijkt een schot in de roos als je gelukkig en succesvol wilt worden. Daarom is dat het uitgangspunt van alles wat we als NJR doen en uitdragen. In de meer
4
NJR
Het twintigste Nationaal Jeugddebat is begonnen met het debat van Fractie Rood over mantelzorg met staatssecretaris Van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Fractie Blauw nam het stokje over in een debat met Ted van den Bergh, directeur van de Triodos Foundation, over recyclen en hergebruik. Na een korte pauze heeft Fractie Geel een fel debat gevoerd met Europarlementariër Agnes Jongerius over kansen op de arbeidsmarkt. Last but not least was daar Fractie Groen, die minister Plasterk het vuur aan de schenen legde in een debat over democratie. Als kers op de taart zijn alle fracties ten slotte in debat gegaan met Ab van der Touw, lid van het Platform Onderwijs 2032 en CEO van Siemens Nederland, over het onderwijs in 2032. Uitgebreide info over de voorstellen en de toezeggingen vind je in dit boekje. Het Nationaal Jeugddebat 2015 ligt al achter ons, maar dat wil niet zeggen dat dit ook alles was. Sterker nog, het Nationaal Jeugddebat is juist een nieuw begin, voor iedereen die erbij betrokken is geweest: de deelnemers, procesbegeleiders, maar ook de bewindspersonen. De opgedane inspiratie, de geoefende vaardigheden, de ontdekte en ontwikkelde sterke punten, allemaal zorgen ze ervoor dat een deur is geopend, een deur naar een wereld vol ongekende mogelijkheden, die allemaal tastbaar worden en voor het oprapen liggen als je weet waar je goed in bent en je sterke punten inzet in alles wat je doet! Jasmin Schous, voorzitter NJR 2014 – 2015
OVERZICHT TOEZEGGINGEN Tijdens het Nationaal Jeugddebat 2015 sleepten de verschillende fracties diverse toezeggingen in de wacht. Hieronder alles op een rij: Mantelzorg – Fractie Rood en staatssecretaris Van Rijn Staatssecretaris Van Rijn nodigt Fractie Rood uit om mee te denken over een handreiking over mantelzorg voor gemeentes. Mezzo wil met Fractie Rood rond de tafel over de invulling van de Dag voor de Mantelzorg voor jongeren. Recyclen en Hergebruik – Fractie Blauw en Ted van den Bergh (directeur Stichting Triodos Foundation) Ted van den Bergh nodigt de fractie uit op het kantoor van Triodos in Zeist om verder te praten over
het voorstel van Fractie Blauw om de campagne ‘Recycle Challenge’ op te zetten, hierbij nodigt hij ook mensen uit het werkveld uit. Via de social media accounts van Triodos kunnen acties van de jongeren gedeeld worden. Kansen op de Arbeidsmarkt – Fractie Geel en Agnes Jongerius (Europarlementariër) Agnes Jongerius helpt de fractie graag bij het uitwerken van hun plan: de arbeidsmarkt Tinder-app. Democratie – Fractie Groen en minister Plasterk Minister Plasterk adviseert zijn collega’s om vaker langs te gaan op scholen om zo politiek Den Haag dichter bij de jongeren te brengen. Ook zoekt hij uit of het mogelijk is om alle jongeren een brief te sturen
over het stemrecht dat zij hebben (of dat dat wellicht beter via e-mail kan gaan). Het idee van de adviesverkiezingen heeft nog wat verdere uitwerking nodig, maar de minister vindt het een mooi plan. Misschien kan een pilot met stembussen op scholen georganiseerd worden? Onderwijs in 2032 – Alle fracties en Ab van der Touw (lid Platform Onderwijs2032 en CEO Siemens Nederland) Ab van der Touw nodigt de jongeren uit om aan het eind van de zomer langs te komen en kritisch te kijken naar de ideeën van het Platform Onderwijs2032. Zij mogen fungeren als een klankbordgroep.
Nationaal Jeugddebat 5
HOE GAAT HET JEUGDDEBAT IN ZIJN WERK? Het debat in de Tweede Kamer is natuurlijk het hoogtepunt van het Nationaal Jeugddebat, maar de jongeren zijn al veel langer bezig. Verdeeld over vier niet politiek gekleurde fracties (Rood, Groen, Geel en Blauw) hebben ze voorstellen voorbereid over een onderwerp dat jongeren zelf belangrijk vinden. Dit jaar waren dat de onderwerpen Mantelzorg, Recyclen en Hergebruik, Kansen op de Arbeidsmarkt en Democratie. Het open debat ging over Onderwijs in 2032. Iedere fractie heeft door middel van brainstormsessies het voornaamste probleem rond hun onderwerp bepaald. Vervolgens hebben ze de oorzaken voor dit probleem blootgelegd en een oplossing aangedragen. Deze methode wordt de verbetermethodiek genoemd. Het voordeel van de verbetermethodiek is dat iedereen aan het woord komt en er geen foute antwoorden bestaan. Zo komt er een voorstel tot stand dat door iedereen gezamenlijk bedacht is en een duidelijke opbouw kent: probleem – oorzaak – oplossing. Tijdens het Nationaal Jeugddebat bestaat elke fractie uit ongeveer 35 jongeren. Gedurende het debat heeft iedereen in de fractie een eigen functie; de presentatoren verzorgen de inleiding van de stellingen, de analisten zijn de denktank van de fractie, de woordvoerders gaan namens de fractie in debat met de politici en de secretarissen zorgen ervoor dat de juiste argumenten bij de woordvoerders terechtkomen. Elke fractie kan rekenen op de steun van vier procesbegeleiders. Deze
6
NJR
begeleiders zijn oud-jeugddebatdeelnemers die getraind zijn om de deelnemers te ondersteunen en het gehele traject te begeleiden.
PROVINCIALE JEUGDDEBATTEN Voorafgaand aan het Nationaal Jeugddebat zijn alle deelnemers begonnen met een provinciaal debat in hun eigen provincie. In twaalf provincies debatteerden in totaal 594 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar, van zowel het vmbo, het mbo, de havo als het vwo. De jongeren hebben gedebatteerd met Statenleden en Gedeputeerden over onderwerpen die voor zowel de provincie als voor de jongeren relevant zijn. Voorafgaande aan het debat bedachten de jongeren met de hulp van procesbegeleiders een voorstel ter verbetering van hun eigen provincie. Deze voorstellen verdedigden zij vervolgens tegenover de Statenleden en Gedeputeerden in de Statenzaal van het provinciehuis. Tijdens ieder Provinciaal Jeugddebat zijn jongeren aan de hand van vooraf opgestelde criteria (zoals enthousiasme, diversiteit in achtergrond en talent, motivatie en inbreng) geselecteerd voor het Nationaal Jeugddebat. Om de diversiteit van de groep jongeren te vergroten zijn er tien jongeren via het Jeugdwelzijnsberaad debat geselecteerd om mee te doen aan het Nationaal Jeugddebat.
TOEZEGGINGEN PROVINCIALE JEUGDDEBATTEN Naar aanleiding van een aantal Provinciale Jeugddebatten zijn er ook toezeggingen gedaan. Een aantal van deze toezeggingen hebben al een vervolg gekregen. Zo is er in Groningen een voorstel gedaan om het taalgebruik van de politici begrijpelijker te maken. Door middel van het uitreiken van een “Klare Taal Bokaal” hopen jongeren dat politici hun taalgebruik aanpassen. In Zuid-Holland wordt er gekeken naar de organisatie van een wedstrijd waarbij vuilnisbakken aantrekkelijker gemaakt worden om het vuilnis in weg te gooien. In Overijssel wil de Commissaris van de Koning samen met de jongeren een verkiezingsapplicatie voor jongeren ontwikkelen, waardoor jongeren meer bij verkiezingen betrokken worden. In Noord-Brabant gaan jongeren samen met het restaurant van het provinciehuis een “gelegenheidsrestaurant” creëren, waarbij gerechten uit verschillende culturen worden aangeboden, om zo het gesprek hierover te stimuleren.
ONDERWERPEN NATIONAAL JEUGDDEBAT 2015 Tijdens de Provinciale Jeugddebatten mogen alle deelnemers aangeven welke onderwerpen zij graag besproken zouden willen zien tijdens het Nationaal Jeugddebat in de Tweede Kamer. Hieruit worden vijf
populaire onderwerpen gekozen. Voor 2015 zijn dat: Mantelzorg, Recyclen en Hergebruik, Kansen op de Arbeidsmarkt, Democratie en Onderwijs in 2032. Het open debat ging over dit laatste onderwerp. Dat de onderwerpen van 2015 belangrijk zijn, blijkt ook uit de actualiteit; Mantelzorg Iedereen kent het spotje wel: “Nederland verandert en de zorg verandert mee”. Het aantal mantelzorgers in Nederland is gestegen, Staatssecretaris Van Rijn wil graag dat gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen beter samenwerken met mantelzorgers. Voor dit voornemen heeft hij 4 miljoen beschikbaar gesteld. Recyclen en Hergebruik Op dit moment wordt er jaarlijks 10 miljoen ton afval verbrand of gestort. Het kabinet wil deze hoeveelheid in de komende 10 jaar halveren. Recyclen en Hergebruik is een van de mogelijke oplossingen om dit te realiseren. Kansen op de Arbeidsmarkt In Europa is een kwart van de jongeren werkloos. De Europese Unie trekt daarom 1 miljard euro uit om jongeren weer aan een baan te helpen. Daarnaast hebben we te maken met een veranderende arbeidsmarkt. Door meer technologie verdwijnen er banen en komen er andere banen bij. Welke kansen ontstaan er daardoor op de arbeidsmarkt? Democratie Nederland beweegt steeds verder naar een participatiesamenleving en politici zijn op zoek naar manieren om de mening van burgers te horen en meer interactie tussen politiek en burgers te bewerkstelligen. Het onderwerp Democratie is van alle tijden. Onderwijs in 2032 Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is een platform gestart om alle input rondom de veranderingen binnen het onderwijs te verzamelen: Platform Onderwijs2032. De maatschappij verandert, welke kennis en vaardigheden hebben leerlingen in de toekomst nodig?
JIJ-ONDERZOEK Elke fractie bestaat uit jongeren uit verschillende provincies, van verschillende leeftijden, van verschillende
Nationaal Jeugddebat 7
opleidingsniveaus en met verschillende achtergronden. Deze jongeren vertegenwoordigen in de Tweede Kamer de stem van alle jongeren die nog niet mogen stemmen. Om dit goed te kunnen doen, hebben de deelnemers van het Nationaal Jeugddebat minimaal acht jongeren uit hun omgeving aangedragen voor een kwantitatief onderzoek. Dit onderzoek heet het JIJ-onderzoek: Jongeren-Interviewen-Jongeren. Het JIJ-onderzoek peilt de mening van Nederlandse jongeren over de onderwerpen die behandeld worden in de Tweede Kamer. De uitkomsten van dit onderzoek zijn door de deelnemers van het Nationaal Jeugddebat gebruikt bij het maken van de voorstellen. De uitkomsten zijn te vinden op www.njr.nl/njrpanel.
TRAININGSWEEKEND EN VOORBEREIDINGSDAGEN Een goede voorbereiding is het halve werk. Daarom heeft iedere deelnemer een uitgebreide debat- en presentatietraining gekregen. Deze training was verspreid over een voorbereidingsdag en een deelnemersweekend. De trainingen werden verzorgd door de procesbegeleiders, in samenwerking met gekwalificeerde Jeugddebat-trainers van NJR. Tijdens dit intensieve voorbereidingstraject leerden de deelnemers wat debatteren precies inhoudt en hoe ze op een goede manier in de Tweede Kamer hun argumenten kunnen overbrengen. De eerste voorbereidingsdag en het deelnemersweekend waren ook bedoeld om elkaar beter te leren kennen en aan de hand van het Sterke Punten Spel ieders kwaliteiten te ontdekken. De deelnemersgroep werkte het hele traject intensief met elkaar samen. Met de informatie van het JIJ-onderzoek en de training op zak, gingen de deelnemers tijdens het deelnemersweekend aan de slag om gezamenlijk de voorstellen voor het debat uit te werken. De betrokken ministeries en verschillende experts hebben de voorstellen gezien en er feedback op gegeven. Tijdens de tweede voorbereidingsdag hadden de deelnemers de tijd om deze feedback te verwerken. Ook was er op deze dag een generale repetitie van het grote debat in de Tweede Kamer.
IN DE TWEEDE KAMER Op maandag 20 april was het zover. 135 jongeren namen plaats in de blauwe zetels van de Tweede Kamer. Vier fracties, vijf onderwerpen en vier eigen voorstellen; de jongeren lieten hun stem horen tijdens het 20e Nationaal Jeugddebat van NJR. Dit alles vond plaats onder leiding van de eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer: Khadija Arib. 8
NJR
Nationaal Jeugddebat 9
FRACTIE ROOD Maneltelzorg Staatssecretaris Van Rijn – ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Voorstel: Het begrip mantelzorg bekender maken. De Dag van de Mantelzorg aantrekkelijker maken voor jongeren door een klassenwedstrijd te organiseren. Leerlingen voeren challenges uit die met mantelzorg te maken hebben. De scholen met de best uitgevoerde challenges winnen een feest in bijvoorbeeld Ziggo Dome of Heineken Music Hall. “Wie van jullie weet er wat er op 10 november is? En wie weet er precies uit te leggen wat het begrip mantelzorg inhoudt?” Met deze vragen opent Fractie Rood haar presentatie in de Tweede Kamer. Er gaan weinig handen de lucht in. De fractie is er tijdens de voorbereidingen achter gekomen dat er in hun fractie ook mantelzorgers zitten, die tot voor het Nationaal Jeugddebat nog niet wisten dat ze mantelzorger zijn. De fractie stelt dat er te weinig aandacht is voor mantelzorg en jonge mantelzorgers. Op 10 november vindt de Dag van de Mantelzorg plaats, Fractie Rood wil deze dag graag aantrekkelijker en leuker maken voor jongeren. Er moet een klassenwedstrijd komen waarin leerlingen challenges aangaan die iets met mantelzorg te maken hebben. Via een applicatie worden er elke dag challenges aangeboden die de leerlingen kunnen uitvoeren. Voorbeelden van deze challenges zijn
10
NJR
de opdracht om op de foto te gaan met een mantelzorger, het spelen van een quiz over mantelzorgen of het uitvoeren van een opdracht waardoor je in contact komt met een mantelzorger. Doordat er een leuke prijs tegenover staat (een groot feest in bijvoorbeeld Ziggo Dome of Heineken Music Hall) zijn jongeren gemotiveerd om de challenges uit te voeren. Zo komen jongeren op een leuke manier in aanraking met zowel het begrip mantelzorg, als mantelzorgers uit hun buurt. De Fractie vraagt financiële steun van de staatssecretaris en de inzet van zijn netwerk om dit voorstel uit te kunnen voeren. De presentatoren benadrukken nog eens het doel van hun voorstel: “Jongeren bewust maken van het belang van mantelzorg en laten zien wat voor geweldig werk mantelzorgers verrichten”. Staatssecretaris Van Rijn benoemt dat we in Nederland 3,5 miljoen mantelzorgers hebben. “Misschien zorgt je oma voor je opa, doet een klasgenoot iets voor een gehandicapte zus of zorgt de buurvrouw voor haar chronisch zieke echtgenoot.” De staatssecretaris denkt dat jongeren wel weten dat die oma, klasgenoot of buurvrouw dat doet, maar niet dat dit mantelzorg genoemd wordt. De staatssecretaris geeft aan dat het ministerie al veel doet aan het laten zien wat mantelzorg betekent, er is een heel programma waarmee het ministerie wil bereiken dat zorginstellingen en gemeenten beter samenwerken met mantelzorgers. Staatssecretaris Van Rijn wil graag weten op welke
doelgroep de fractie zich specifiek richt. Is dat op mantelzorgers in het algemeen of op jonge mantelzorgers? Daarnaast is hij nieuwsgierig naar de uitwerking van de wedstrijd die de fractie wil organiseren. De winnaars mogen naar een feest: “Dat is natuurlijk altijd leuk, maar het is wel de vraag of we door dat feest de aandacht aan mantelzorgers geven die jullie willen geven.” Als laatst wil de staatssecretaris van de fractie horen wat scholen nog meer kunnen doen. Het gaat er uiteindelijk om dat iedereen weet wat mantelzorg is. Fractie Rood legt uit dat de challenges gedurende een langere periode uitgevoerd worden. Na verloop van tijd weten jongeren beter wat mantelzorg inhoudt. Daarnaast wil de fractie ook niet dat het feest het doel voorbij schiet. Het feest moet het middel zijn, de challenges, en daarmee bekendheid voor het begrip mantelzorg, zijn het grote doel. Het feest is eigenlijk de grote beloning waarvoor de jongeren willen strijden. De fractie richt zich vooral op jongeren, want meer dan de helft van de mantelzorgers is een jongere. Staatssecretaris Van Rijn begrijpt dat het feest een beloning is voor de inspanningen die de jongeren leveren bij het uitvoeren van de challenges. Hij wil nog wel weten wat er precies van de scholen verlangd wordt. De fractie vindt dat je het uitvoeren van de challenges niet verplicht kan stellen op scholen. Maar als er een grote prijs op staat (het feest), dan zijn jongeren eerder geïnteresseerd. Je krijgt dan mond-tot-mond reclame: “Heb je dat gehoord? Zullen we daaraan mee doen?”
De fractie denkt dat de campagne grotendeels vanzelf verspreid wordt. Het moet een soort hype worden, zodat scholen die niet meedoen aan de challenges, achterlopen. Scholen nemen zelf het initiatief en de challenges worden in de eigen tijd van de leerlingen uitgevoerd. De Fractie benadrukt nog eens dat er echt veel jongeren zijn die geen idee hebben wat mantelzorg is. Een aantal leden van de fractie hebben het in hun klas gevraagd en de overgrote meerderheid van hun klasgenoten wist niet wat mantelzorg inhield. Het blijft dus belangrijk dat het begrip bekender wordt. De andere fracties mogen ook hun conclusies geven. Ze vonden het een goed debat, hier en daar mocht het iets vuriger. Ook zijn ze benieuwd of het feest dé manier is. “Bereik je hiermee de juiste doelgroep?” Fractie Rood neemt nog eens het moment om te benadrukken dat jongeren het begrip moeten kennen. “Wij worden later volwassen. Als wij er nu voor zorgen dat het onder jongeren bekend is, dan is het als wij volwassen zijn niet meer zo’n issue.” Ook de staatssecretaris betwijfelt nog of het feest de oplossing is voor dit probleem. Maar hij ziet wel in dat jongeren beloond moeten worden voor hun inspanningen. Hij vindt dit ook meer iets voor de uitwerking. Hij gaat graag nog eens met Fractie Rood (in overleg met NJR) rond de tafel om de ideeën verder uit te werken. Het voorstel van Fractie Rood is een mogelijkheid, maar misschien zijn er nog meer vormen te bedenken die tot hetzelfde doel leiden.
Nationaal Jeugddebat 11
FRACTIE BLAUW Recyclen en Hergebruik Ted van den Bergh – directeur Stichting Triodos Foundation Voorstel: De Recycle Challenge. Een overkoepelende term die gebruikt gaat worden door alle organisaties en bedrijven die iets doen op het gebied van recyclen en hergebruik. Daarnaast wil de fractie een pop-up store en een applicatie over recyclen en hergebruik in het leven roepen. “Wisten jullie dat wij, als iedere wereldbewoner zou verbruiken wat de gemiddelde Nederlander verbruikt, drie-en-een-halve aardbol nodig hebben om deze consumptie te compenseren? Dit is gewoon absoluut teveel.” Er wordt teveel onnodig weg gegooid en jongeren zijn zich hier volgens de Fractie niet genoeg bewust van. Ook zijn jongeren zich niet bewust van de voordelen van recycling. Recycling heeft bovendien een suf imago, waardoor het niet aantrekkelijk is voor deze doelgroep. Fractie Blauw wil de “Recycle Challenge” in het leven roepen. Een overkoepelende term die gebruikt gaat worden door alle organisaties en bedrijven die iets doen op het gebied van recyclen en hergebruik. Door #recyclechallenge bij alle acties te gebruiken, wordt er meer eenheid gecreëerd en is het effect van iedere afzonderlijke actie groter. Ook wil de fractie een pop-up store opzetten en een applicatie laten ontwikkelen.
12
NJR
De pop-up store is een non-profit winkel waar gerecyclede en tweedehands spullen worden verkocht. Als ervoor gezorgd wordt dat het een cool imago heeft, trekt het jongeren aan. De applicatie bevat ideeën en tips voor jongeren, om hen te stimuleren om meer te recyclen en hergebruiken en hen te laten weten hoe ze dat kunnen doen. “Drie-en-een-halve aardbol. Dat is een buitengewoon indrukwekkende binnenkomer.” De heer Van den Bergh vindt het goed om juist van jongeren te horen dat recycling een suf imago heeft. “Het is jammer, het zou ook leuk en cool moeten zijn.” Hij vindt het een goed plan om dat suffe imago weg te poetsen. Daarnaast denkt hij dat Fractie Groen met de hashtag en de app een begin kan maken aan het bij elkaar brengen van alle inspanningen rondom recyclen en hergebruik. De heer Van den Bergh is nog wel benieuwd hoe de fractie dit allemaal aan wil pakken. “Werkt het voorstel van de fractie via scholen? Wat zijn de belangrijkste items uit het voorstel? Maken jullie onderscheid tussen jongens en meisjes? En wanneer is de fractie tevreden?” Fractie Blauw vindt het vooral belangrijk dat jongeren zich bewuster worden van en gemotiveerder worden om te recyclen door de hashtag en de app. De bekendheid van de hashtag moet niet via scholen worden gegenereerd, want dan krijgt de actie volgens de Fractie al snel het suffe voorlichtingsimago. Mond-tot-mond
reclame en social media moeten een goede bijdrage aan de bekendheid gaan leveren. Wanneer jongeren recycling als iets hips gaan zien, het een trend wordt en jongeren meer gaan recyclen, dan is de fractie tevreden. De heer Van den Bergh denkt dat het betrekken van scholen ook kansen biedt. Ook op scholen kunnen jongeren het met elkaar over de challenges hebben. Er zou een challenge tussen scholen kunnen worden opgezet, die een extra boost geeft aan bekendheid van de campagne. Het kan natuurlijk ook een sportclub of een andere plek waar jongeren bij elkaar komen zijn, die betrokken wordt bij de campagne. Uiteindelijk wil Fractie Blauw bereiken dat jongeren in Nederland meer gaan recyclen en hergebruiken. Het moet iets blijvends worden, niet iets dat alleen tijdens je schoolperiode gebeurt. De heer Van den Bergh is het ermee eens dat jongeren niet moeten onderschatten dat zij straks zelf een voorbeeld zijn voor de volgende generatie.
nodigen die relevant zijn voor de plannen van de fractie. Als de fractie budget nodig heeft voor het opzetten van de campagne, dan kan hij ervoor zorgen dat het er komt. Daarnaast benadrukt de heer Van den Bergh dat het wedstrijd-, leer-, uitdagende element erg belangrijk is. Misschien kan de fractie een leuke prijs bedenken? Hij wil de fractie helpen dit mogelijk te maken. Triodos Bank heeft alleen al op Facebook zo’n 23.000 volgers. Als je daar acties van jongeren publiceert, krijgen deze een groot bereik. Deze toezegging kan de heer Van den Bergh ook doen. Voor dit alles geldt de voorwaarde dat de overheid ook een rol krijgt bij dit plan. Na het Nationaal Jeugddebat zullen de notulen ook bij het ministerie neergelegd worden. Voorzitter Arib komt ook nog even terug op Doutzen Kroes (tevens oud-deelnemer Nationaal Jeugddebat) en Michiel Huisman. Ze vraagt aan de Kamer wie er voor het uitnodigen van deze twee bekende Nederlanders is. Er volgt een luid applaus.
Fractie Blauw komt nog terug op de jongens-versusmeisjescommunicatie. Hiervoor willen ze gebruik maken van het netwerk van de heer Van den Bergh, daar horen ook vast bepaalde bekende Nederlanders bij. Voor de jongens zou Doutzen Kroes een goed voorbeeld kunnen zijn, want dat is een aantrekkelijke vrouw. Voor de meisjes misschien Michiel Huisman. Fractie Geel, Groen en Blauw vinden het een goed idee om alle bestaande initiatieven op het gebied van recyclen en hergebruik te koppelen met de Recycle Challenge. Ze zijn wel benieuwd of dit niet een tijdelijke hit is. Ze vinden de ideeën van Fractie Blauw wel creatief en omdat het meerdere ideeën zijn, kunnen ze in de uitwerking ook nog verschillende kanten op. Fractie Blauw laat weten het fijn te vinden dat de heer Van den Bergh tijdens het debat met hen meedacht. Het voorstel bevat slechts een aantal van hun ideeën, de Fractie wil in een vervolgafspraak graag laten zien wat ze nog meer bedacht hebben. De heer Van den Bergh geeft nog aan het heel belangrijk te vinden dat jongeren investeren in hun netwerk en samenwerken. Hij geeft als tip aan Fractie Blauw dat je niet alles alleen kan, je hebt anderen nodig om het plan uit te voeren. Ook adviseert hij de fractie hun plannen onafhankelijk van derde partijen te maken en altijd het grotere doel, de drie-en-een-halve wereldbol, voor ogen te houden. Hij nodigt de fractie graag uit bij Triodos in Zeist, hij gaat dan proberen een paar mensen uit zijn netwerk uit te
Nationaal Jeugddebat 13
FRACTIE GEEL Kansen op de Arbeidsmarkt Agnes Jongerius - Europarlementariër Voorstel: Een platform: “Wat kan ik met wat ik kan?” Door middel van talenten en competenties ontstaan er op dit platform matches tussen jongeren (uit de hele Europese Unie) en bedrijven. De arbeidsmarkt verandert. 40 jaar geleden werkte je heel lang bij één bedrijf, tegenwoordig veranderen werknemers veel regelmatiger van baan. Volgens Fractie Geel wordt er op de arbeidsmarkt vaak alleen gefocust op de vaardigheden die je op school leert, terwijl je buiten school ook veel ervaring opdoet. Deze ervaringen worden door een werkgever bijna nooit meegenomen, aldus de fractie. “Alle jongeren hebben talenten, daaraan mag niet getwijfeld worden. Als deze talenten optimaal benut worden, is dat zowel goed voor de jongeren, als voor de maatschappij.” Op dit moment weten jongeren niet goed wat de waarde is van hun talenten. “Met een groot inlevingsvermogen of veel creativiteit kan je ook ver komen in het bedrijfsleven.” De fractie ziet een kans in een platform met het motto ‘Wat kan ik met wat ik kan?’. Het platform bestaat uit een applicatie en een website, waarop jongeren en bedrijven (uit de hele Europese Unie) een account kunnen aanmaken. Jongeren doen een talententest waarbij er
14
NJR
gefocust wordt op hun karakter en competenties. Deze talenten veranderen in talententags. Bedrijven kunnen zoeken op bepaalde tags, zo kan er een match ontstaan. “Zie het als een soort Tindermatch op de arbeidsmarkt.” Fractie Geel denkt dat met behulp van deze maatregelen de banenkans voor jongeren wordt vergroot. Bedrijven kunnen via dit netwerk reclame maken en laten zien wie ze zijn en wat ze doen. Jongeren vinden zo een baan die echt bij hen past. Mevrouw Jongerius dankt Fractie Geel voor de presentatie en heeft een paar vragen: “Wat doe je met mensen die de boel belazeren, die op het netwerk zichzelf enorm mooi voordoen, maar eigenlijk niet zoveel talent in huis hebben?” Het idee van de arbeidsmarkt-Tinder vindt ze goed verzonnen, maar dit helpt niet echt tegen het feit dat er gewoonweg te weinig banen zijn in heel Europa. Hoe draagt dit voorstel bij aan het uitbreiden van het aantal banen? “Anders is de app een grote teleurstelling, net zoals op Tinder ook weleens schijnt te gebeuren: Je hebt een leuk profiel, maar vervolgens wil niemand contact met je hebben.” Fractie Geel komt terug op de vraag wat ze willen doen met mensen die de boel belazeren. Naast het platform is er ook altijd nog een sollicitatiegesprek. Je hebt dus niet de garantie dat je een bepaalde baan krijgt als je de gezochte talenten bezit. Mevrouw Jongerius geeft aan dat er dan behoefte is aan een soort screening , zodat de
profielen zo eerlijk mogelijk worden ingevuld. De fractie wil het platform laten ontwikkelen door specialisten, .die goed nadenken over manieren om de site zo betrouwbaar mogelijk te maken. Fractie Geel benadrukt dat het gaat om talenten en het karakter van iemand. Dat maakt dit platform anders dan bestaande websites, zoals werk.nl en eures.eu. Ook zou het mooi zijn als er één groot platform komt, in plaats van allemaal kleinere losse sites. Eventueel kan het platform zich wel aansluiten bij Europass. Fractie Geel denkt dat dit voorstel niet zozeer het banentekort zal verminderen, de kloof tussen jongere werkzoekers en werkgevers wordt hiermee wel verkleind. Er zijn ook veel jongeren werkloos, omdat zij gewoonweg niet de juiste mogelijkheden hebben om een baan te vinden. Jongeren weten niet welke banen er zijn en
hebben een kleiner netwerk. Ze hebben nog niet zo’n gevuld CV als volwassenen en komen net van school. Daarom vindt de fractie het belangrijk om de talenten van de jonge banenzoekers te benadrukken, want die heeft immers iedereen. Mevrouw Jongerius is nog wel benieuwd wat bedrijven precies aan dit platform hebben. Ze begrijpt dat het voor jongeren via een applicatie laagdrempeliger kan zijn, maar waarom zouden bedrijven zich aansluiten? Het platform wordt pas een succes als bedrijven hun vacatures gaan aanmelden. Fractie Geel benoemt het matchingsysteem van de site. Door te werken met talenten, wordt de perfecte match gevonden. Daardoor is de kans ook groter dat een werknemer langer bij dat bedrijf blijft werken, wat leidt tot wederzijdse waardering. Door dit platform voor de hele Europese Unie aan te bieden, kunnen bedrijven ook naar geschikte kandidaten over de grens kijken. Wie weet ontwikkelen jongeren in Nederland bepaalde vaardigheden beter dan jongeren in bijvoorbeeld buurlanden, waardoor Nederlandse jongeren aantrekkelijker zijn voor bepaalde bedrijven over de grens. Mevrouw Jongerius is met de laatste argumenten van Fractie Geel overtuigd van het plan. Daarbij is het nog wel belangrijk om na te denken hoe we ervoor zorgen dat jongeren op een goede manier hun eigen talenten, karakter en persoonlijkheid weten te beschrijven, dat is essentieel. Als jongeren beter op hun plek zitten, gaat de productiviteit omhoog en profiteren we daar allemaal van. Mevrouw Jongerius wil de fractie helpen bij het verder uitwerken van dit idee, want uitwerking heeft het nog wel nodig. De Tinder-app voor de arbeidsmarkt is een goede vondst, zo goed dat we er ook voor moeten zorgen dat hij gaat werken. En daar mag nog een kleine slag in gemaakt worden. Na een groot applaus wordt het derde debat van het 20e Nationaal Jeugddebat afgesloten.
Nationaal Jeugddebat 15
FRACTIE GROEN Democratie Minister Plasterk – minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Voorstel: adviesverkiezingen voor jongeren vanaf 16 jaar. Politici gaan langs bij scholen om een basiscursus politiek te geven. Een brief naar iedereen die voor het eerst mag stemmen, waarin zij worden aangemoedigd hun stem uit te brengen. “Wij zijn bang, bang voor het monster dat onze democratie bedreigt.” Fractie Groen is bang dat we straks een samenleving vormen die bestaat uit mensen, degenen die nu jongeren zijn, die niet weten wat democratie is. Jongeren weten te weinig over politiek, en weten niet hoe ze invloed kunnen uitoefenen. Veel jongeren weten niet dat ze de mogelijkheid hebben om over belangrijke beslissingen mee te praten. Dat brengt de toekomst van de democratie in gevaar. Ook is er een kloof tussen politici en jongeren. Politici spreken de taal van jongeren niet en er is weinig interactie. Voor jongeren tussen de 16 en 18 jaar stelt de fractie “adviesverkiezingen” voor. De uitslagen van deze verkiezingen kunnen een week voor de officiële verkiezingen bekend gemaakt worden. Daarnaast is het belangrijk dat politici langsgaan bij scholen om daar met jongeren in gesprek te gaan en hen een basiscursus politiek te geven. Als laatste moet een ouderwetse brief
16
NJR
gestuurd worden naar alle jongeren van 16 tot 18 jaar, waarin het belang van het stemmen wordt toegelicht. “De eerste stap van democratie is gezet in 1917, toen het mannenkiesrecht werd ingevoerd. Twee jaar later mochten ook de vrouwen gaan stemmen. Laten we samen de derde stap zetten en de adviesverkiezingen invoeren: 1917 – 1919 – 2017.” Minister Plasterk heeft na deze presentatie twee vragen voor de fractie: aan de ene kant zegt Fractie Groen dat jongeren te weinig over politiek weten, aan de andere kant vindt de fractie dat jongeren moeten gaan stemmen. “Kun je er niet beter eerst voor zorgen dat jongeren meer weten over politiek en dan pas gaan stemmen?” Ook is het belangrijk dat als er adviesverkiezingen komen, dit goede en eerlijke verkiezingen zijn. Minister Plasterk is benieuwd hoe Fractie Groen dat wil organiseren. Fractie Groen wil beginnen met een basiscursus, gegeven door politici, op scholen. Dit kunnen zowel landelijke, provinciale als gemeentelijke politici zijn. Daarna kunnen de verkiezingen plaatsvinden. Ook moeten er informatie-i’tjes op de verkiezingswebsites komen zodat er meer informatie gegeven kan worden over de partijen. Daar kan nu, in 2015, al mee begonnen worden, zodat de jongeren voorbereid zijn op de adviesverkiezingen van 2017. Wat betreft het eerlijk stemmen: De fractie wil het stemmen koppelen aan DigiD, daardoor kan elke jongere maar één keer een stem uitbrengen.
De minister geeft aan dat het 100% zeker moet zijn dat iedereen maar één keer kan stemmen, terwijl het systeem zo gemaakt moet worden dat niemand erachter kan komen wat iemand heeft gestemd. DigiD is daar een manier voor, maar ook dat is geen waterdicht systeem. Hoe weten we dat bij het stemmen met DigiD er geen misbruik van iemands persoonsgegevens gemaakt wordt? Over dit punt wijst Fractie Groen terug naar het debat met Fractie Geel: “We hebben het net over werkloosheid gehad. Wij denken dat er in dit land nog een hoop werkloze ICT’ers zijn die kunnen werken aan een beter DigiD-systeem.” Fractie Groen benadrukt dat als jongeren vanaf hun 16e al bezig zijn met de adviesverkiezingen, ze dan veel beter voorbereid zijn op het stemmen tijdens de echte verkiezingen. Op dat moment weten ze meer en kunnen ze dus beter hun stem uitbrengen. “Ook minister Plasterk is jong geweest, misschien wil hij over het volgende nadenken: als politici langs scholen gaan dan kan dat op de lange termijn veel positiviteit in de samenleving creëren, omdat jongeren dan veel meer weten over politiek door de tijd die er in is gestoken door politici zelf.” Dat vindt minister Plasterk een goed punt. Hij verwijst naar de politieke jongerenorganisaties; jongeren onder de 18 jaar kunnen daar lid van worden. Je kunt zelfs op de verkiezingslijst staan vanaf 14 jaar (maar pas verkozen worden als je 18 jaar bent). Je kunt dus al erg jong bij een politieke partij actief worden. Op dat moment heb je passief kiesrecht. Fractie Groen benadrukt dat de jongeren die nu in de Tweede Kamer zitten zich al
interesseren voor politiek, maar lang niet alle jongeren hebben zin om lid te worden van een politieke partij. Daarom is een adviesverkiezing een beter idee. Dan is het meer eenmalig en hoeven jongeren er niet steeds mee geconfronteerd te worden. Aan het einde van het debat noemt Fractie Groen nog eens de drie speerpunten van hun voorstel op: de brief, politici die een basiscursus politiek geven op scholen, en de adviesverkiezingen. “Jongeren willen graag betrokken worden.” Minister Plasterk complimenteert Fractie Groen met de goede argumenten die zij gaven voor dit voorstel. Hij is ervan overtuigd dat het goed is dat politici meer langs scholen gaan. Hij gaat zijn collega’s adviseren om dit vaker te doen. Het is belangrijk dat jongeren geïnformeerd raken over de politiek, uiteindelijk zijn zij de toekomst. Ook de brief vindt minister Plasterk een goed idee. Hij wil wel eerst uitzoeken wat dat precies gaat kosten, misschien is een e-mail wat gemakkelijker en goedkoper. De adviesverkiezingen vindt de minister een mooi idee. Er moet over de vorm nog goed nagedacht worden. Misschien kan er op veel scholen een peiling gehouden worden met een stembus, dan zien jongeren meteen hoe het stemproces verloopt met lijsten en formulieren. Fractie Groen eindigt met een laatste vraag: “Mogen we straks met u op de foto?” Hier zegt de minister graag ja op.
Nationaal Jeugddebat 17
OPEN DEBAT ALLE DEELNEMERS Onderwijs in 2032 Ab van der Touw – lid Platform Onderwijs2032 en CEO Siemens Nederland In Nederland is er een commissie ingesteld onder leiding van Paul Schnabel, genaamd Onderwijs2032. De kinderen die nu naar groep 1, gaan zouden in 2032 klaar moeten zijn om vervolgonderwijs te gaan volgen of de arbeidsmarkt op te gaan. De vraag die het platform stelt is: “Wat moeten kinderen in 2032 kennen en kunnen om goed voorbereid te zijn op een leven lang jezelf ontwikkelen en een boterham verdienen? En wat moeten ze doen om een goede burger te zijn, te kunnen debatteren en om zelfstandig keuzes te maken?” Op school leer je heel veel, maar het ontbreekt soms nog wel eens aan vaardigheden, voornamelijk op het gebied van ICT. Hoe ziet de wereld er straks uit? Een koelkast die zelf melk bestelt, de wasmachine die communiceert met het wasgoed dat erin wordt gedaan of een zelfstandige auto? Zouden scholen minder de nadruk moeten leggen op de kennis van vandaag de dag en zich meer moeten richten op de toekomst? De vraag voor dit debat luidt: “Zijn scholen vandaag de dag voldoende voorbereid om jongeren klaar te stomen en ervoor te zorgen dat zij de vaardigheden aangeleerd krijgen die nodig zijn voor de 21e eeuw?” Volgens de jongeren is technologie niet meer weg te denken uit onze samenleving. Tegenwoordig zijn er ook een aantal iPad-scholen. Ze vinden niet dat alle boeken
18
NJR
helemaal vervangen moeten worden, maar de middelen die we hebben kunnen we als ondersteuning gebruiken. Jongeren moeten geprikkeld blijven om op zoek te gaan naar meer dan wat er beschikbaar is. Ook blijkt dat een tekst vanaf een scherm voor 10% minder onthouden wordt dan vanaf een boek of krijtbord. De heer Van der Touw is het ermee eens dat ook boeken een onderdeel van het onderwijs moeten blijven, maar we kunnen veel meer gebruik maken van de middelen die er nu zijn. Het is via internet bijvoorbeeld ook mogelijk om contact te leggen met andere scholen, op die manier kan kennis beter uitgewisseld worden. De deelnemers vinden ook dat leerlingen vaker praktisch aan de slag moeten gaan met datgene wat ze geleerd hebben. Op dit moment is het onderwijs erg gericht op stampen. Voor een toets weet je alles, een week erna ben je het weer vergeten. Dit vult de heer Van der Touw aan met de mogelijkheid om de kennis die je hebt opgedaan, meteen in de praktijk te brengen door de school uit te gaan en bijvoorbeeld een projectopdracht te doen. Het menselijke gevoel en het sociale contact vinden de jongeren ook belangrijk. Een robot voor de klas vinden ze daarom geen goed idee, robots tonen geen emoties. Daarnaast willen jongeren geholpen worden door een mens en niet door een stuk ijzer. Ook de mentale stabiliteit van de leerlingen vinden de deelnemers belangrijk. “Hoe gaat het nou echt met je?” Als je emotioneel stabiel bent, kan je ook beter leren. Daar
mag dus meer de nadruk op gelegd worden. De sociale vaardigheden moeten ook zeker niet vergeten worden, net als het presenteren voor de klas. Hier is de heer Van der Touw het helemaal mee eens. Hij is aanhanger van de uitspraak: “If you can’t make your point, use PowerPoint.” Ofwel gebruik de technologie als ondersteuning. Het moet allemaal heel menselijk blijven, dat is wel belangrijk. Er mag ook meer geïnvesteerd worden in scholing van leraren. “Als zij ons de nieuwste technologie moeten aanleren, dan kunnen ze zeker een stoomcursus ICT gebruiken.” Leraren kunnen het onderwijs maken of breken; door een leraar wordt een vak leuk of minder leuk. De heer Van der Touw is het ermee eens dat leraren ook hun leven lang moeten blijven leren. Een deelnemer geeft aan dat hij de heer Van der Touw heeft opgezocht op LinkedIn en zo ontdekte dat hij op de Universiteit Leiden heeft gezeten. “Dat heeft u natuurlijk gevormd tot wat u nu bent en heeft u gebracht tot uw huidige functie.” De huidige jongeren krijgen allemaal te maken met een flinke studieschuld door de nieuwe regeling rondom de studiefinanciering. “Hoe kunt u ervoor zorgen dat onze carrièremogelijkheden niet door deze studiefinanciering belemmerd worden?” De heer Van der Touw denkt dat in de toekomst leren en werken steeds vaker samen gaan. “Je zult steeds vaker én je eigen inkomen verdienen én studeren.” Dat doe je dan gedurende een langere tijd en niet zoals nu een korte tijd alleen maar studeren. De deelnemers hebben het ook over de zogenaamde B-vakken: verzorging, tekenen, handvaardigheid en mentoruren. Deze vakken zouden volgens sommige
deelnemers vervangen kunnen worden door vakken als programmeren en grafisch ontwerpen. En als je geen techneut bent, kan je een ander vak kiezen. Zo kan iedereen met zijn eigen vakkenpakket een basis leggen voor later. De heer Van der Touw benoemt dat dit een onderwerp is dat vaak terugkomt in de commissie. Er is op dit moment weinig ruimte voor echte talentontwikkeling. Er moet meer ruimte komen om talenten te laten zien, daarom moet er de ruimte zijn om te kiezen of je gaat tekenen of programmeren. “We moeten proberen scholieren juist in die vakken superieur te laten worden.” De heer Van der Touw is onder de indruk van de kwaliteit van de vragen van de deelnemers en de wijze waarop ze geformuleerd zijn, er is goed over de vragen nagedacht. Van dit debat heeft hij een aantal dingen geleerd, die hij meeneemt in de commissie Onderwijs2032. Het investeren in docenten is een belangrijke. Ook is er gesproken over het stampen van lesstof. Misschien moet je af en toe weg van het ritme van elk uur iets anders en twee, drie of vier uur achter elkaar een thema heel uitgebreid behandelen, zodat de stof echt begrepen wordt. “Een voorbeeld zijn voor anderen in je omgeving” kwam ook in het debat naar voren. Niet alleen de cijfers zijn belangrijk, maar ook de sociale, mentale kant en teamwork zijn belangrijke aspecten. De heer Van der Touw zou het leuk vinden als een groep deelnemers aan het eind van de zomer samenkomt, als een soort klankbordcommissie, en hun reactie geeft op de plannen van Platform Onderwijs2032 tot zover.
Nationaal Jeugddebat 19
AFSLUITING Na dit open debat neemt NJR voorzitter Jasmin Schous nog eenmaal het woord om alles af te sluiten. “Jullie stonden in lange rijen achter de interruptiemicrofoons om jullie mening te verkondigen en opbouwende kritiek te geven, dat is echt heel knap! Jullie zijn scherp, kritisch, ambitieus en visionair. Ik ben heel trots dat ik hier vandaag met jullie mag staan en mag aanschouwen hoe fantastisch jullie zijn.” Ook voorzitter Khadija Arib complimenteert de deelnemers over de wijze waarop ze dit debat hebben aangepakt: “Jullie hebben het voortreffelijk gedaan, echt ontzettend goed! De manier waarop jullie debatteren met elkaar was respectvol, naar elkaar en naar degenen met wie jullie in debat gingen, of dat nou een minister, een staatssecretaris of iemand uit het bedrijfsleven was. Heel veel complimenten voor jullie!” Hierna wordt iedereen bedankt die aanwezig was: het publiek, de mensen waarmee de jongeren in debat gingen, het personeel van de Tweede Kamer, de procesbegeleiders en natuurlijk de deelnemers zelf. Na een groot applaus verlaten de deelnemers de Tweede Kamer en is het 20e Nationaal Jeugddebat afgesloten.
20 20
NJR
Nationaal Jeugddebat 21 21
22
Colofon Het Nationaal Jeugddebat 2015 is mede mogelijk
Voor de provinciale jeugddebatten is dit seizoen ook
Verslag van het 20e Nationaal Jeugddebat, dat
gemaakt door:
samengewerkt met In-Spe Gelderland
plaatsvond op maandag 20 april in de plenaire zaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Tweede Kamer der Staten-Generaal
van de Tweede Kamer in Den Haag.
Koninkrijksrelaties
En natuurlijk alle procesbegeleiders van het
Tekst door:
PvdA Europees Parlement
Nationaal Jeugddebat:
Esther Reuver, projectleider Nationaal Jeugddebat
Stichting Triodos Foundation
Anne Marij van der Wal, Arne van Eerden, Babette
Platform Onderwijs2032
Jongen, Bregje de Regt, Daniël Raadschelders,
Foto’s: Bart Notermans
Daphne Wolfs, Demian Vane, Elise Mooren, Esmée
Vormgeving: Rianne Rijlaarsdam
Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Samenwerkingspartners:
Boersma, Gözde Sözüdogru, Jason Plantein, Jochen
Provincie Limburg, Zeeland, Noord-Brabant,
van Zoest, Maarten Kavelaars, Noa Harmsen, Romy
Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland, Flevoland,
van den Berg, Stefan Schrama, Sureyya Guleç, Ward
Overijssel, Gelderland, Drenthe, Friesland en
van Gasteren, Yannick Niemeijer en Youssra Aassafro.
Groningen
23
24
NJR