Jeugddebat
Handleiding
Roel Bazuin 07/2000
Inleiding
Stap 1: oriëntatie Stap 2: samenwerkingspartners Stap 3: tijdsplanning Stap 4: begroting Stap 5: werving en promotie/de pers Stap 6: agendavorming Stap 7: de agendacommissie Stap 8: plannen maken, formuleren moties en stellingen Stap 9: training; het vormen van fracties Stap 10: locatie Stap 11: debatleiding Stap 12: entertainment Stap 13: het debat Stap 14: evaluatie Stap 15: Uitvoeren en verbeteren
Bijlage: 1. ADRESSEN 2. Deelnemerslijst
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
2
Inleiding Deze handleiding is ontwikkeld in het kader van de samenwerking tussen het VNG-project Lokaal Jeugdbeleid en de Stichting Nationaal Jeugddebat en waar nodig aangepast aan opzet in de gemeente Brielle . Het is een praktisch stappenplan om een lokaal jeugddebat op te zetten, waarbij het gaat om een steeds terugkerend proces: direct na afloop van het jeugddebat beginnen eigenlijk al weer de voorbereidingen voor het volgende jeugddebat. Want een lokaal jeugddebat mag eigenlijk niet een eenmalige aangelegenheid zijn van ‘kijk ons eens naar de jeugd luisteren’, maar zou moeten worden ingepast in het gemeentelijke jeugdbeleid. Een instrument om nieuw jeugdbeleid te maken en om bestaand beleid te toetsen. De in deze handleiding gehanteerde werkwijze is afkomstig van de methodiek die gevolgd wordt bij het jaarlijkse Nationaal Jeugddebat in de Tweede Kamer. Door ervaring is gebleken dat deze methodiek – zij het in iets aangepaste vorm – ook uitstekend geschikt is voor het lokale, gemeentelijke niveau. Voor het begeleiden van het proces zijn op enkele momenten ‘deskundigen’ onontbeerlijk. Dat zijn mensen die een workshop ‘debattraining’ hebben gevolgd, of in de praktijk ervaring hebben opgedaan. Die deskundigen zijn beschikbaar, maar de organisator van een lokaal jeugddebat kan natuurlijk ook zijn eigen deskundige(n) deze workshop laten volgen. Wij wensen de gebruiker(s) van deze handleiding succes en vooral ook plezier bij het opbouwen van een geslaagde gedachtenwisseling tussen jongeren en de gemeentelijke bewindspersonen!
Op de internetsite van de Stichting Nationaal Jeugddebat wordt een zo actueel mogelijk overzicht gegeven van alle initiatieven voor een lokaal jeugddebat, zowel de debatten die nog moeten komen als de debatten die al zijn gehouden. www.jeugddebat.nl
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
3
Stap 1: De oriëntatie Er komt een jeugddebat, daar gaan we van uit. Om dat goed te organiseren is er jeugd nodig. Niet alleen voor het debat zelf, maar vooral ook in de voorbereiding en achteraf. En er is een regisseur nodig, die de kar trekt en sturing geeft. Voor die regisseur is deze handleiding. De regisseur kan veel zelf doen, maar kan ook het nodige delegeren. Een lokaal jeugddebat organiseer je om jongeren bij het beleid in de gemeente te betrekken. Dus moeten de lokale beleidsontwikkelaars er wel achter staan. Een wethouder moet naar de jongeren willen luisteren, en hen ook daar waar mogelijk toezeggingen kunnen doen.
Doelstelling Bij het lokale jeugddebat zullen geen prijzen voor de beste debaters te winnen zijn; daar gaat het immers niet om. Niet de kunst van het debatteren staat centraal, maar het ruimte geven aan de ideeën en meningen van jongeren. En tegelijk om te werken aan een beter begrip tussen voor- en tegenstanders van bepaalde ideeën: een debat brengt toenadering, geen verwijdering. Door een jeugddebat te organiseren met politici en jongeren wordt duidelijk dat je elkaar serieus wilt nemen. Bedenk vooraf wat er met het jeugddebat bereikt moet worden, en formuleer aan de hand daarvan een doelstelling. bijvoorbeeld het op gang brengen van een dialoog tussen jongeren en lokale politici, of het raadplegen van jongeren ten behoeve van lokaal jeugdbeleid. Wanneer de doelstelling duidelijk is, kan daarbij in de verschillende stappen van de voorbereiding rekening mee worden gehouden. Voorbereidingswerkgroep Een goed jeugddebat begint met een voorbereidingswerkgroep. Die werkgroep bestaat uit 5 à 10 jongeren. Hoe kom je aan die jongeren? Dat kan via het onderwijs (elke school levert één jongere), via het sociaal-cultureel werk (buurthuis), via de kerken of via jeugdorganisaties (Scouting, Jong Nederland). Nodig de jongeren uit voor een kennismaking/oriëntatie, en benoem ze tot lid van de voorbereidingswerkgroep jeugddebat. Zij gaan het mede-organiseren, en zullen de onderwerpen verzamelen waarover het debat mogelijk zal gaan. De voorbereidingswerkgroep creëert het eerste draagvlak voor het toekomstige debat. Zijn er misschien al eerder initiatieven geweest voor een lokaal jeugddebat? Spoor de initiatiefnemers op – zij hebben wellicht bruikbare ervaring of willen meewerken. Informeer eventueel bij de Stichting Nationaal Jeugddebat of het JeugdNetwerk Nederland. Afspiegeling? De voorbereidingswerkgroep hoeft niet een afspiegeling te zijn van de maatschappij. Als er bijvoorbeeld een groepje jongeren van een bepaalde school of bepaalde club de voorbereidingswerkgroep wil vormen, is dat op zich geen punt. Die ‘afspiegeling’ speelt wel een rol bij de deelnemers van het debat zelf. De eerste bijeenkomst Tijdens de eerste bijeenkomst met de voorbereidingswerkgroep moeten de volgende punten aan de orde komen: kennismaking de stappen die leiden naar het debat (deze handleiding dus) onderwerpen waarover een debat zou kunnen gaan taakverdeling binnen de voorbereidingswerkgroep Taakverdeling Binnen de voorbereidingswerkgroep moeten de taken worden verdeeld. De regisseur houdt weliswaar de touwtjes in handen, maar hij/zij zal niet alles zelf kunnen doen. Taken liggen er op het gebied van: agenda-vorming werving deelnemers training/instructie deelnemers publiciteit financiën basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
4
-
facilitaire zaken (locatie, catering)
Afspraken De voorbereidingswerkgroep zal zo’n vijf keer met elkaar overleggen en aan elkaar verslag doen van ieders activiteiten. Alle gemaakte afspraken moeten steeds worden vastgelegd in een verslag, dat iedereen kort na elke bijeenkomst thuisgestuurd krijgt. Afhankelijk van ieders individuele inzet en capaciteiten zal de regisseur ook rechtstreeks veel of weinig contact onderhouden met de individuele leden van de voorbereidingswerkgroep. Om na te denken over mogelijke onderwerpen kan het handig zijn om eerst enkele ‘hoofdrubrieken’te benoemen, en daar vervolgens onderwerpen bij te verzinnen. Hoofdrubrieken kunnen bijvoorbeeld zijn: veiligheid, uitgaan, vrije tijd/voorzieningen, etcetera.
Voor welke leeftijdsgroep organiseren we het debat? Het is belangrijk om dat al vroeg vast te stellen, bijvoorbeeld vanwege de vraag of basisscholen wel of niet benaderd moeten worden. Bedenk: een debat met alleen groep acht zal een andere agenda krijgen dan een debat met zestienjarigen.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
5
Stap 2: Samenwerkingspartners Met het formeren van het voorbereidingswerkgroepje zijn er misschien al meteen potentiële samenwerkingspartners. Die samenwerkingspartners heb je nodig om het lokale jeugddebat ook een breed draagvlak te geven. Want als je alleen als regisseur de kar moet trekken, is het niet eenvoudig om de klus te klaren. Wat bedoelen we met samenwerkingspartners? Dat kunnen scholen zijn, of het regionale dagblad, of het buurthuis/wijkcentrum, of wellicht de bibliotheek. Ook het bedrijfsleven zou mogelijk partner kunnen zijn.
Nieuwe wegen gaan bewandelen, of juist aansluiten bij de bestaande infrastructuur voor jongeren? Er zijn voor beiden ‘voors’ en ‘tegens’ te geven. Een lokaal jeugddebat alleen samen met een buurthuis of een kerk komt misschien wel makkelijk van de grond, maar heeft gelijk ook een specifieke uitstraling.
Misschien wordt er een jeugddebat georganiseerd in een omliggende gemeente, of is er net een jeugddebat geweest. Op de internetsite van het Nationaal Jeugddebat worden alle jeugddebat-initiatieven (voor zover bij de Stichting bekend) vermeld. Van elkaars deskundigheid valt altijd te leren. Studiepunten Samenwerken met één of verschillende scholen, past dat wel binnen het overvolle programma dat de leerlingen moeten afwerken? In goed overleg met de sectie maatschappijvakken (bijvoorbeeld) zou kunnen worden vastgesteld dat er studiepunten te behalen zijn voor het (mee)organiseren van een debat, of voor het deelnemen eraan. Het is wel van belang dat het debat voor de leerlingen geen ‘verplicht nummer’ wordt maar gewoon een vrije keuze blijft.
Heb je samenwerkingspartners, communiceer er dan mee. Hou ze van begin tot eind op de hoogte van alle stappen, door ze verslagen toe te sturen, memo’s of eventueel zelfs een eenvoudige ‘Nieuwsbrief’. Door je partners te informeren houd je ze betrokken. In de bijlagen van deze map is een model voor een nieuwsbrief opgenomen. Regionale dagblad Natuurlijk betrek je vroeg of laat de pers bij het jeugddebat. Daarover staat meer in Stap 5. Maar je zou dat ook nu al kunnen doen. Het contact kan worden gelegd via de redactie, of via de PR-afdeling van de krant. Je hebt dan van begin tot eind ondersteunende publiciteit, terwijl de krant ‘in the picture’ komt bij een jonge doelgroep. Bedrijfsleven Samenwerken met het bedrijfsleven is natuurlijk ook een optie, bijvoorbeeld om het debat te kunnen financieren. In feite spreek je dan over sponsoring. Er zijn altijd wel lokaal opererende bedrijven te vinden die graag hun maatschappelijke betrokkenheid tot uiting willen laten komen, zonder daarmee te nadrukkelijk hun stempel op het debat te willen drukken.
Leg iedere vorm van samenwerking vast op papier; daarmee voorkom je naderhand verschil van inzicht of interpretatie. Het hoeft niet meteen een contract te zijn; een bevestigend memo is vaak al voldoende.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
6
Stap 3: Tijdsplanning Onderdeel
Planning
Samenstellen voorbereidingswerkgroep Bijeenkomsten voorbereidingswerkgroep, taakverdeling Vaststellen ‘vergaderschema’ voorbereidingswerkgroep Contacten leggen met samenwerkingspartners Datum agendabijeenkomst vaststellen Datum training vaststellen Datum debat vaststellen Locatie vaststellen voor agendabijeenkomst Locatie vaststellen voor plannenbijeenkomst Locatie vaststellen voor training Locatie vaststellen voor jeugddebat Wervingsplan opstellen Deelnemerslijst (doel: maximaal 15 deelnemers; 5 raadsleden/wethouders) Pers Contactpersoon pers voorbereidingsgroep Begroting opstellen, budget vaststellen Gemeenteraadsleden uitnodigen voor debat College van B&W uitnodigen voor debat Trainer(s) en/of procesbegeleiders benaderen Voorzitter bepalen Start werving (circa 6 weken) Sluiting werving Agenda-vorming (bijeenkomst met deelnemers, duur circa een dagdeel) Agendacommissie: voorbereidingswerkgroep samen met ambtenaren *Plannen maken, formuleren van moties en stellingen (bijeenkomst met deelnemers, duur circa een dagdeel) Gericht de wethouder(s) uitnodigen wiens beleidsterrein(en) aan de orde komen *Training (bijeenkomst met deelnemers, duur circa een dagdeel) Entertainment vaststellen Catering vaststellen Evaluatie Uitvoering toezeggingen: start ‘verbetergroep’ Op naar het volgende lokale jeugddebat! *Deze bijeenkomsten kunnen worden gecombineerd
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
7
Bijzonderheden
Stap 4: Begroting
Onderdeel Bedrag Personeelslasten Reiskosten (Training) Bureaukosten (porti, kopieer, telefoon, fax etc) Wervingskosten (posters, banner, flyer) Drukwerk (logo, omslag) Training deelnemers (uurtarief en materiaal), 2 personen Verbetergroep (uurtarief en materiaal) Huur locatie (Goote) Schoonmaak Catering Entertainment (Johan Cahuzak?) Presentjes Naamkaartjes T-shirts Onvoorzien totaal
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
8
Dekking
Stap 5: Werving en promotie/de pers Bij de werving kun je in grote lijn aan twee methodes denken: de individuele benadering of de open wervingsmethode, of een combinatie van beiden. Bij de individuele benadering gaan de leden van de voorbereidingswerkgroep op zoek naar deelnemers; bij de open wervingsmethode maak je gebruik van verschillende communicatiemiddelen zoals pers, folders, posters etcetera. Aantal Voordat je gaat werven, moet het gewenste aantal deelnemers worden vastgesteld. Ga daarbij (bijvoorbeeld) uit van het aantal zitplaatsen in de raadzaal, en stel het gewenste aantal deelnemers op 75% van dat aantal. De overgebleven zitplaatsen zijn dan t.z.t. beschikbaar voor gemeenteraadsleden. Stel ook een minimumaantal vast; als dat aantal niet wordt gehaald gaat het jeugddebat niet door. Stel ook de leeftijdsgrenzen vast, bijvoorbeeld 12 tot 18 jaar. Heterogeen Bij de werving moet wel rekening geworden met de uiteindelijke samenstelling van de groep. Voor de hand ligt het streven naar een evenredige afspiegeling van de maatschappij, maar dat kan in de praktijk nog wel eens lastig zijn. Bij de werving is extra aandacht nodig om lager opgeleide jongeren en allochtone jongeren te bereiken. Het is in ieder geval goed om te streven naar een evenredige deelname van jongens en meisjes, waarbij de totale vastgestelde leeftijdsgroep ook evenredig vertegenwoordigd is. Een praktische werkwijze is een lijst te maken met zo veel mogelijk plaatsen waar je potentiële deelnemers kunt vinden, zoals scholen, jongerencentra, sportclubs, kerken, jongerenorganisaties en uitgaansgelegenheden. Promotieteam Vanuit de voorbereidingswerkgroep kun je een pro motieteam samenstellen, dat zich (gesteund door de regisseur) inzet voor de werving. Het kan daarbij heel stimulerend werken om een ervaren jeugddebater deel uit te laten maken van het promotieteam. De Stichting Nationaal Jeugddebat kan nagaan of er uit een bepaalde gemeente deelnemers aan het Nationaal Jeugddebat zijn geweest. De lijst met plaatsen waar je potentiële deelnemers kunt vinden wordt verdeeld over de leden van het promotieteam, die vervolgens de contacten gaan leggen. Die contacten zullen dan vaak lopen via een intermediair: de docent, begeleider, coach of – bijvoorbeeld – een imam of pastor. Biedt daarbij aan dat je bereid bent om een praatje te komen houden, en doe dat bij voorkeur met twee leden van het promotieteam (het is gezelliger en je kunt elkaar aanvullen).
De samenstelling van het promotieteam moet bij voorkeur ook heterogeen zijn, en niet bijvoorbeeld alleen meisjes. Dan verklein je misschien de kans dat jongens zich aanmelden, en van een bepaald imago kom je niet snel af. Als je aan de gang wilt om allochtonen te werven, is het zinvol om ook allochtonen in het promotieteam op te nemen.
Inventariseer eerdere contacten In een aantal gemeenten zijn jongeren al wel eens eerder betrokken bij projecten, zoals Codename Future, In ConCreto of Orakel Spektakel. Soms heeft de gemeente al wel eens een Wegwijsdag, Eigenwijsdag of jongerenforum gehouden. Of er liggen concrete verzoeken of wensen van jongeren, die spontaan bij de gemeente zijn neergelegd. Via dergelijke contacten kunnen kartrekkers voor de werving worden gevonden. Direct mail Bij het opzetten van een lokaal jeugddebat hebben gemeenten ook wel eens (met succes) gebruik gemaakt van de direct mail-methode. Alle jongeren van een bepaalde leeftijdsgroep kregen per post een uitnodiging om deel te nemen aan een eerste informatie -avond voor een lokaal jeugddebat. Je kunt natuurlijk ook meteen een opgavestrook of een wervingsfolder met coupon meesturen.
Deelnemerslijst basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
9
Omdat de deelnemers geregeld post gaan krijgen, is het handig om de naam- en adresgegevens in de computer vast te leggen.
Tijdens de werving is er nog geen agenda voor het jeugddebat, die wordt pas later samen met de deelnemers gemaakt. Om een idee te geven waar een jeugddebat over zou kunnen gaan, moet je echter wel wat voorbeelden geven die een brede groep aanspreken. Bijvoorbeeld: hoe gaat het in de toekomst met het zwembad, of hoe zit het met leuke (en veilige) uitgaansmogelijkheden. Pers Zodra de plannen voor het jeugddebat concreet geworden zijn, kun je ten behoeve van de werving de pers gaan inschakelen. Dat kan via de afdeling voorlichting van de gemeente, maar het kan ook door (leden van ) de voorbereidingswerkgroep worden opgenomen. Een goed middel is het schrijven van persberichten, waarmee journalisten duidelijk worden geïnformeerd. Maak een inventarisatie van de media die een rol kunnen spelen in de werving: regionale dagbladen, huis -aan-huisbladen, de gemeentepagina, internet, schoolkranten, kerkbladen, clubbladen, kabelkrant, lokale of regionale radio of TV. Zo kom je aan een persbestand, waaraan je vervolgens de informatie stuurt. Misschien kan er wel een aanmeldings-bonnetje worden opgenomen, waarop de toekomstige deelnemers meteen al een voorstel voor een agendapunt kunnen invullen. Houd pers op de hoogte Niet alleen bij de werving, maar bij het hele proces moet de pers op de hoogte worden gehouden. Daardoor wordt het effect van het jeugddebat immers versterkt, en zijn ook de niet-direct betrokkenen toch betrokken. Geef dus geregeld informatie aan de pers over hoe de voorbereidingen gaan, wanneer de training plaatsvindt, hoe de agenda er uit gaat zien en natuurlijk: nodig de pers uit om het jeugddebat te volgen. Journalisten zullen vaak al in de voorbereiding met deelnemers willen spreken – breng ze dan met elkaar in contact.
Voor de perscontacten is het handig om een woordvoerder te benoemen. Dat kan iemand uit de voorbereidingswerkgroep zijn, of de ‘regisseur’ zelf. Belangrijk is dat hij of zij van alles goed op de hoogte is, en dat hij of zij ook goed bereikbaar is (niet alleen op maandagmiddag van 13 tot 17 uur maar gewoon de hele week).
Wervingsmateriaal De plannen voor een lokaal jeugddebat kunnen ook goed worden uitgedragen door middel van een folder, poster of spandoek. De Stichting Nationaal Jeugddebat levert desgewenst tegen kostprijs kant en klaar materiaal (posters en spandoeken). Ook vervaardigt de Stichting op verzoek een logo voor een lokaal jeugddebat in de stijl van het Nationaal Jeugddebat, waarbij de gestileerde ridderzaal symbool staat voor de democratie in Nederland. In de bijlagen van deze map is een model voor een A4-wervingsfolder opgenomen, alsmede een model van het logo.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
10
Stap 6: Agendavorming Dit is de eerste bijeenkomst met alle deelnemers; velen zullen elkaar hier voor het eerst ontmoeten. Een voorstelronde is dus op zijn plaats. De bijeenkomst beslaat een halve dag of avond en bevat een plenair gedeelte en een gedeelte waarin met kleine groepjes wordt gewerkt. Bij deze bijeenkomst is een rol weggelegd voor de leden van de voorbereidingswerkgroep.
De Stichting Nationaal Jeugddebat biedt een workshop aan voor degenen die een agendabijeenkomst en een debattraining moet leiden. De workshop wordt enkele malen per jaar in Utrecht gegeven en duurt een dag. (???) Onderdeel van de workshop vormt een trainersmap en een videoband. Daarnaast is het ook mogelijk om een trainer in te huren via de Stichting Nationaal Jeugddebat voor de agendabijeenkomst en/of de debattraining,. Wat moet er aan de orde komen? Vertel wat er tot nu toe gebeurd is, en leg het vervolgtraject uit. Geef inzage in de voorgestelde agendapunten, eventueel gerubriceerd naar categorie. Formeer vervolgens subgroepjes die (een deel van) de agendapunten onder de loep nemen. De subgroepjes worden begeleid door leden van de voorbereidingswerkgroep. Geef de subgroepjes de opdracht om met twee agendapunten terug te komen. Dat mogen ook ‘nieuwe’ agendapunten zijn, die bedacht zijn in de subgroep naar aanleiding van hun discussie. De agendapunten moeten passen op een lokaal jeugddebat, het moeten dus geen onderwerpen zijn die bij de landelijke overheid thuishoren (bijvoorbeeld fietsers van rechts moeten wel/geen voorrang krijgen). Verder moeten de agendapunten voldoen aan de onderstaande criteria.
Voorwaarden voor een agenda: de onderwerpen moeten interessant zijn voor iedereen die aan de discussie deelneemt (jongeren én volwassenen) aanleiding vormen voor een verschil van mening uitdagen tot een debat verschillende beleidsterreinen aangaan concreet en duidelijk zijn aansluiten op de leefwereld van jongeren vernieuwend en actueel zijn voor de jongeren en de gemeente aanleiding zijn voor verdere actie meerdere belangen aangaan. . Als de voorstelronde iets meer is dan alleen het opzeggen van namen, dan kan daarmee meteen een leuke sfeer ontstaan. Schrijf op een bord of een groot vel papier bijvoorbeeld ‘naam’, ‘leeftijd’, ‘voorgesteld agendapunt’, ‘lievelingskleur’, ‘lievelingsdier’ en ‘favoriet vakantieland’, en laat iedereen zich op die manier voorstellen. Vergeet jezelf niet.
TIJDSCHEMA AGENDABIJEENKOMST 19.00 – 19.15 welkom en voorstelronde 19.15-19.30 doornemen agendapunten (per categorie), met de mogelijkheid van een korte toelichting van de indiener. 19.30-20.15 subgroepen nemen agendapunten onder de loep 20.15-20.30 pauze 20.30-21.00 vaststellen agenda-voorstel Vaststellen agenda-voorstel De subgroepjes komen met ieder twee agendapunten, die voor iedereen zichtbaar worden opgeschreven. Elk agendapunt wordt mondeling voorzien van een korte motivatie waarom het voorgesteld wordt. Hierna volgt een stemming; de vijf meest gekozen agendapunten worden vastgesteld. Met deze vijf agendapunten gaan vervolgens de leden van de voorbereidingswerkgroep in gesprek met de ambtenaren basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
11
van de gemeente om zo tot een definitieve agenda te komen. Die bijeenkomst noemen we de agendacommissie.
Maak voor alle deelnemers een overzichtslijst met de namen, adressen, telefoonnummers en emailadressen van de hele groep – dat bevordert de onderlinge communicatie.
Een sterk team presteert beter. Dat geldt ook voor de jonge debaters. De meeste jonge debaters zien elkaar tijdens deze bijeenkomst voor de tweede keer. Je kunt overwegen om nog iets extra te doen voor de bevordering van de teamgeest. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een dropping met verschillende opdrachten (georganiseerd door de lokale Scoutinggroep), met z’n allen naar de ijsbaan of een voetbalwedstrijd samen met de gemeenteraad.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
12
Stap 7: de agendacommissie Wanneer de voorgestelde agendapunten bekend zijn, kan een afspraak worden gemaakt met de beleidsambtenaren van de gemeente die het meest bij de agendapunten betrokken zijn. Samen met de leden van de voorbereidingscommissie nemen zij de voorgestelde agendapunten door, om zo tot een defintieve keuze te komen van twee of maximaal drie agendapunten. Daarbij moeten in ieder geval de volgende vragen worden gesteld: is de gemeente bereid om ook toezeggingen te doen op dit gebied? heeft de gemeente (ook) baat bij de mening van jongeren over dit onderwerp? is de wethouder onder wiens verantwoordelijkheid het onderwerp valt feitelijk beschikbaar? is er een inhoudelijk deskundige beschikbaar die het onderwerp tijdens de training kan toelichten?
Op de internetsite www.jeugddebat.nl staat een overzicht van de bij de Stichting Nationaal Jeugddebat bekende lokale jeugddebatten, en de daar behandelde agendapunten. Zo kan alvast een beeld worden gekregen wat voor soort agendapunten het ‘goed doen’ op een lokaal jeugddebat, en wat de gedane toezeggingen zijn.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
13
Stap 8: Plannen maken, formuleren van moties en stellingen Het maken van plannen is een onmisbaar gedeelte bij de voorbereiding van het jeugddebat. Net als bij de agendabijeenkomst moet hiervoor (minstens) een halve dag of avond worden uitgetrokken. De plannen volgen uit de nu vastgestelde agenda. Met een plan staan de jongeren straks goed voorbereid in het jeugddebat; het is een constructieve manier om aandacht te vragen voor de agendapunten. Uit ieder plan volgt een stelling en een motie. Kennis van zaken Onderdeel van het plannen maken is informatie over de agenda-onderwerpen. Nodig hiervoor een of meer gastsprekers uit, die ter zake deskundig zijn. Staat op de agenda bijvoorbeeld een verkeersonderwerp, laat dan iemand van de politie of van Veilig Verkeer Nederland (onderdeel van 3VO) een inleiding verzorgen over dat onderwerp, waarbij de zaken van alle kanten worden belicht en waarbij de informatie ook voorzien is van feitelijke gegevens. Zo’n inhoudelijke toelichting op het onderwerp moet niet direct leiden tot een debat; wel moet er natuurlijk gelegenheid zijn om vragen te stellen. Voor de deelnemers is het handig wanneer de informatie ook op papier beschikbaar is. Werkwijze Maak evenveel groepjes als het aantal agendapunten en laat de deelnemers, samen met leden van de voorbereidingswerkgroep en (eventueel) ook de inhoudelijke deskundigen een plan bedenken, dat in ieder geval de volgende onderdelen bevat: doel van het plan doelgroep van het plan (op wie is het gericht, wie zijn er bij betrokken) welke activiteiten zijn nodig om het plan uit te voeren (bij benadering:) de kosten van het plan Trek voor het maken van plannen ongeveer een uur uit; het hoeft niet te gedetailleerd. Stelling Omdat het debat geopend zal worden met een stelling bij ieder agenda-onderwerp, moeten de groepjes ook deze stellingen formuleren. Een goede stelling voldoet aan de volgende voorwaarden: uitdagend; het prikkelt de drang tot discussiëren duidelijk; het moet meteen goed worden begrepen en moet niet dubbelzinnig zijn kort en krachtig; één korte, kernachtige zin discutabel; je moet er over van mening kunnen verschillen Voorbeeld stelling bij agendapunt “jeugdparticipatie”: De gemeente ziet jongeren niet voor vol aan. Motie Een motie indienen is een politieke manier om een toezegging van een wethouder los te krijgen. Met een motie wil je dus iets voor elkaar krijgen. Een motie moet SMART zijn, waarbij SMART staat voor: specifiek; de motie gaat over de stelling meetbaar; het is een duidelijk plan dat kan worden uitgevoerd acceptabel; het gaat over iets dat jongeren redelijkerwijs willen realistisch; de motie is inderdaad uitvoerbaar tijdsgebonden; er wordt aangegeven wanneer en gedurende welke periode het moet plaatsvinden. Voorbeeld motie bij agendapunt “jeugdparticipatie”: De gemeente organiseert tot 2004 jaarlijks een lokaal jeugddebat. De motie -teksten die tijdens deze bijeenkomst worden geformuleerd, kunnen later tijdens het jeugddebat – als daar in de discussie aanleiding toe is – nog worden bijgesteld.
In plaats van drie ‘losse’ bijeenkomsten (agendavorming, plannen maken en de training) is het zeker te overwegen om er een tweedaagse (weekend)-bijeenkomst van te maken. Scholen zullen hun medewerking wel willen verlenen door de mogelijkheid te geven al op vrijdagochtend met zo’n bijeenkomst te basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
14
beginnen, zodat de deelnemers op zondag nog even kunnen bijkomen van het programma; bovendien is het om geloofsredenen niet voor iedereen mogelijk om op zondag een cursus of training bij te wonen. Jongeren raadplegen jongeren Een uitbreiding op stap 8 is een jongerenonderzoek, dat door de deelnemers zelf wordt uitgevoerd. Daarbij krijgen de deelnemers eerst een interviewtraining, en wordt een vragenlijst gemaakt op basis van de agendapunten. Vervolgens nemen de deelnemers een interview af bij leeftijdgenoten in de eigen achterban. Van de ingevulde vragenlijsten wordt een analyse en een verslag gemaakt; bij het maken van plannen, moties en stellingen kan dan rekening worden gehouden met de mening van veel meer jongeren dan de deelnemers alleen.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
15
Stap 9: training; het vormen van fracties Ook voor deze bijeenkomst moet minimaal een halve dag worden uitgetrokken. Aan de orde komen de vorm en de regels van het jeugddebat, de inhoudelijke voorbereiding en het samenstellen van fracties.
Zelf doen of iemand inhuren? Voor het leiden van de training is wel enige praktische en theoretische vaardigheid vereist. Die kan worden opgedaan in de workshop debattraining, te volgen via de Stichting Nationaal Jeugddebat. Ook kan via de Stichting een trainer worden ingehuurd. Een aantal provinciale steunfuncties welzijn hebben zelf ervaring met debattrainingen en hebben wellicht iemand als trainer beschikbaar. De feitelijke debattraining bestaat uit een zestal fasen, gevolgd door een oefening waarin het debatstramien wordt gevolgd (het ‘spoorboekje’ van het jeugddebat, zie stap 12: het debat). Bij de training wordt rekening gehouden met de inhoud van het debat. Fase 1: nader voorstellen en kennismaken; aan het eind van dit onderdeel kan iedereen zijn motivatie aangeven om deel te nemen aan het lokaal jeugddebat. Iedereen oefent met het staan voor een groep. Fase 2: de essentie van het debat; het verschil tussen discussiëren en debatteren wordt duidelijk; geleerd wordt uit welke onderdelen het debat is opgebouwd. Fase 3: spel- en gedragsregels rondom het debatteren; aan de orde zijn tips die kunnen helpen een debat te verbeteren. Fase 4: argumenteren; niet alleen het verwoorden van argumenten wordt behandeld maar ook de timing van het inbrengen ervan. Geleerd wordt wat de verschillende belangen kunnen zijn van de aan het debat deelnemende partijen. Ook wordt stilgestaan bij de non-verbale communicatie, middels een oefening met drie basisprincipes: houding, intonatie en mimiek. Ook het belang van het luisteren naar degene met wie je van mening verschilt wordt onderstreept. Fase 5: analyseren; centraal bij dit onderdeel staat het verschil tussen open, gesloten en sturende vragen. Fase 6: het poneren van stellingen; in dit onderdeel wordt gebruikgemaakt van de reeds geformuleerde stellingen die aan de verschillende agendapunten zijn gerelateerd. Praktische zaken als microfoongebruik komen hier ook aan de orde. Fracties Net als in de gemeenteraad en in de Tweede Kamer kunnen de debaters worden ingedeeld in enkele fracties. Binnen de fractie hebben de fractieleden ieder hun eigen rol. Op grond van gebleken kwaliteiten tijdens de training kunnen de rollen worden verdeeld. Daarbij kunnen de volgende rollen worden onderscheiden: - woordvoerder (gaat in debat met de wethouder) - presentator (presenteert stelling of motie) - analist (let vooral op en beoordeelt de motie op haalbaarheid en formuleert een reactie, fungeert als denktank) - observator (let op de tijd en de gang van zaken) - teambuilder (bevordert samenwerking en de goede sfeer)
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
16
Stap 10: De locatie Vaak zal de gemeenteraadszaal de meest aangewezen accommodatie zijn voor het lokale jeugddebat. Maar het kan natuurlijk zijn dat die niet beschikbaar is, of dat vanwege andere redenen uitgezien moet worden naar een andere locatie. Misschien wil één van de samenwerkingspartners wel heel graag dat het jeugddebat juist bij hem wordt gehouden. Let bij de keuze voor de locatie in ieder geval op onderstaande punten: -
voldoende zitruimte voor alle deelnemers, gemeenteraadsleden, bewindspersonen, pers, publiek huurkosten verzekering bij schade kosten catering bereikbaarheid per fiets/openbaar vervoer (is er een routekaartje of routebeschrijving beschikbaar?) fietsenstalling beschikbaar? parkeermogelijkheden (gratis of betaald?) toegankelijkheid gehandicapten garderobemogelijkheid toiletvoorzieningen voorzieningen gehandicapten (ringleiding slechthorenden) duidelijkheid m.b.t. rookbeleid bewegwijzering binnen separate ruimte voor pauze/benen strekken opstelling zaal: debaters tegenover bewindspersonen voldoende ruimte voor eventueel entertainment geluidsapparatuur voor voorzitters, debaters en bewindspersonen, alsmede een bekwaam technicus
Afhankelijk van het tijdstip van het jeugddebat is – naast het serveren van koffie, thee of frisdrank – een warme of koude snack of fruit beslist geen overbodige luxe. Omdat in veel vergaderzalen niet mag worden gegeten en/of gedronken, moet er zeker een aparte ruimte zijn waarin dat wel kan. Het verdient aanbeveling om de accommodatie al een keer voorafgaand aan het jeugddebat te gebruiken, bijvoorbeeld voor de agendabijeenkomst of de training. De deelnemers zullen zich dan tijdens het jeugddebat sneller op hun gemak voelen.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
17
Stap 11: De debatleiding De debatvoorzitter hoeft niet het hele voortraject mee te maken, maar kan zich ook pas bij het jeugddebat voor het eerst presenteren. Bij de keuze voor de voorzitter gaan we uit van een ervaren volwassene, bijvoorbeeld de burgemeester. Een lid van de voorbereidingswerkgroep is de assistent van de voorzitter, en neemt tijdens het debat ook plaats aan zijn of haar zijde.
De Stichting Nationaal Jeugddebat kent een aantal ervaren jeugddebatvoorzitters. Wie zelf geen geschikte voorzitter weet of bereid vindt, kan dus met de stichting contact opnemen. 20 tips voor jeugddebat-voorzitters: 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Geluidsapparatuur: stel eisen aan de apparatuur en de begeleidende technici. Test een en ander tevoren uit. Let op de aanwezigheid van reservebatterijen bij draadloze microfoons. De voorzitter moet de micro foons kunnen in- en uitschakelen. Bereid grondig voor: ken de namen en de agenda, hou wat vragen over de onderwerpen achter de hand. Leg bij aanvang de regels uit van het debat, en herhaal deze eventueel tussendoor. Grijp in als de regels onvoldoende worden nageleefd, maar dreig niet met maatregelen die je toch niet zult waarmaken (“Ik laat de zaal ontruimen”). Leg bij aanvang ook de huishoudelijke regels van de accommodatie uit: wat mag er wel en niet binnen en buiten de zaal. De voorzitter kan er voor kiezen om zich tussen de jongeren in te bewegen, waardoor de discussie bevorderd kan worden. Ruim baan voor jongeren: geef de deelnemers de gelegenheid te praten en te argumenteren; laat politici niet te lang aan het woord. Zij moeten kort en bondig hun reactie geven en zeker geen politieke stokpaardjes gaan berijden. Pas op voor de dominante praters, de spreekwoordelijke 15-jarige aspirant-burgemeester. Laat deze niet te veel aan het woord; dat schrikt andere jongeren af. Langdradige verhalen moeten worden voorkomen, te lange inleidingen moeten worden afgekapt. Dit breekt de snelheid en de spontaniteit van het debat. Betrek ook niet-praters bij het debat, door bijvoorbeeld een zwijger (of beter: een ‘luisteraar’) een directe vraag te stellen. Let op degenen die verbaal minder begaafd zijn, en doe tussendoor met hen een tweegesprek om ze bij de discussie te betrekken. Stimuleer het argumenteren: wees alert op nieuwe inzichten die naar boven komen, en stimuleer de jongeren daartoe door te laten argumenteren. Neem niet te snel genoegen met een stellingname of uitspraak. Wees alert op de toezeggingen en uitspraken van de bewindspersonen. Herhaal ze, en vraag of het klopt. Bewaak de rode draad: rond items af met een korte samenvatting van de belangrijkste punten, waarbij de voorzitter nooit lang aan het woord is. Vraag na een discussie een duidelijke stelling, antwoord of statement. Met andere woorden: vraag waar het echt om draait. Houd de discussie levendig, niet te zwaar en schuw de humor niet. De voorzitter past zijn taalgebruik aan dat van jongeren aan, maar blijft zichzelf – alleen dan wordt hij serieus genomen. Help degenen die de draad even kwijt raken. Geef de tijd om na te denken, of herhaal even hetgeen zojuist gezegd was. Let op de non-verbale communicatie , en reageer daar zo nodig ook op. Spreek waardering uit voor ieders inbreng: dat kan zowel tijdens als aan het einde van het debat. Spreek ook waardering uit voor iedereen achter de schermen.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
18
Stap 12: Entertainment Om een nog levendiger jeugddebat te krijgen is het toevoegen van entertainment een goede optie. Behalve de verlevendiging, kan entertainment ook weer extra jongeren trekken die het geheel als publiek willen bijwonen. In principe gaan we uit van entertainment voor en door jongeren. Vanuit de voorbereidingswerkgroep kan gezocht worden naar geschikt entertainment. Daarbij valt te denken aan: muziek, zang of dans toneel video afbeeldingen aan de muren hapjes of drankjes.
Probeer een relatie te leggen tussen de agenda en het entertainment. Afbeeldingen aan de muur (collages, foto’s, tekeningen) kunnen een agendapunt uitbeelden; toneel of drama kan dat ook. Zelfs met hapjes of drankjes zijn er wellicht aanknopingspunten bij de agenda te vinden. Markeer duidelijk het moment waar entertainment overgaat in debat en andersom. Het verschil moet duidelijk zijn. Vermijd ook een te prominent entertainmentprogramma: een popgroep met uitgebreide apparatuur is wel erg duidelijk aanwezig. Wees voorzichtig met een uitgebreid programma na afloop van het debat. Misschien willen de meeste deelnemers wel meteen naar huis. Begeleiding Als begeleiding nodig blijkt om entertainment zelf te ontwikkelen, kan voor hulp worden aangeklopt bij een centrum voor kunstzinnige vorming, of via school bij één van de docenten van de creatieve vakken. Natuurlijk kan ook de afweging worden gemaakt om een of meer professionele kunstenaars of artiesten in te huren (bijvoorbeeld een mime -artiest). Een aardig overzicht staat in de Gouden Gids onder artiesten/gezelschappen.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
19
Stap 13: Het debat Op de ‘grote dag’ heeft iedereen het natuurlijk druk en kunnen er dus dingen over het hoofd worden gezien. Maak daarom van tevoren een draaiboek, waarin alles wat geregeld moet worden staat, precies in de volgorde waarin het moet gebeuren. Zo’n draaiboek begint meestal enkele dagen voorafgaand aan het debat. Een overzichtelijk draaiboek heeft in ieder geval vier kolommen: tijdstip, omschrijving activiteit, eventueel benodigd materiaal en de verantwoordelijke persoon. Zorg ervoor dat iedereen die in het draaiboek voorkomt, ook een exemplaar ervan krijgt. Voorbeeld draaiboek Tijdstip Woensdag 4 april 16:00 donderdag 5 april, 8.00 uur 8.30 uur 8.30 uur
Omschrijving Verhuurbedrijf brengt extra stoelen en garderobe versiering zaal
Evt. materiaal -
testen geluidsapparatuur
extra draadloze microfoon -
kantine open voor koffie/thee
Actie door
posters, tekeningen
Verslag De inhoud van het debat moet worden vastgelegd, bijvoorbeeld vanwege de toezeggingen die worden gedaan. Je kunt iemand het debat laten notuleren, of het moet op tape worden opgenomen (en later worden getypt). Stuur aan alle betrokkenen naderhand een samenvatting van de discussie met de stellingen, argumenten, moties en toezeggingen. Herkenning Maak voor de deelnemers duidelijk leesbare naamkaartjes (ook voor de ambtenaren, politici en medewerkers). Om het groepsgevoel te versterken kun je overwegen om alle deelnemers een T-shirt te geven met het logo van het jeugddebat Rol gemeenteraadsleden en wethouders De gemeenteraadsleden en wethouders bij het jeugddebat moeten duidelijk weten wat er van hen wordt verwacht. Het is goed om dat van tevoren met ze door te nemen. De wethouders die aan de discussie deelnemen moet op het hart worden gedrukt om heldere taal te gebruiken. De gemeenteraadsleden doen zelf niet direct mee met het debat, maar helpen de jongeren bij het herformuleren van de motieteksten. Wie uitnodigen? alle deelnemers alle jongeren die aan de voorbereidingen hebben meegedaan alle volwassenen die aan de voorbereidingen hebben meegedaan (de gastsprekers van ‘stap 8’, de samenwerkingspartners) de wethouder(s) die met de agenda te maken hebben de burgemeester de voorzitter de beleidsambtenaren die met de agenda te maken hebben andere jongeren Publieke tribune De gasten die niet deelnemen aan het debat (behalve de adviserende gemeenteraadsleden) nemen plaats op de publieke tribune. Let wel op het maximum aantal plaatsen dat beschikbaar is (extra stoelen bijzetten houdt op een gegeven moment ook op). Een antwoordkaart bij de uitnodiging kan een indicatie geven voor het aantal belangstellenden. basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
20
Debatstramien Onderstaand volgt het debatstramien, zoals dat gevolgd is tijdens het 5e Nationaal Jeugddebat op 17 april 2000 14.00 14.02 14.04 14.07 14.15 14.20 14.22 14.25 14.33 14.40 14.42 14.44 14.47 14.55 15.00 15.02 15.05 15.13 15.15 15.30 15.32 15.34 15.39 15.45 15.50
1. Start agendapunt 1: Multi-culturele samenleving Aanwezig: Margo Vliegenthart, Roger van Boxtel 2. Jongere leest stelling voor over het agendapunt 3. Ministers en/of staatssecretarissen reageren op de stelling 4. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 5. Debat schorsen (5 min) 6. Motie voorlezen (door jongere) 7. Reactie van bewindspersoon op motie 8. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 9. Voorzitter vat debat samen ( 5 min. uitloop mogelijk) 10. Start agendapunt 2: Zinloos geweld Aanwezig: Tineke Netelenbos, Karin Adelmund, Margo Vliegenthart 11. Jongere leest stelling voor over het agendapunt 12. Ministers en/of staatssecretarissen reageren op de stelling 13. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 14. Debat schorsen (5 min) 15. Motie voorlezen (door jongere) 16. Reactie van bewindspersoon op motie 17. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 18. Voorzitter vat debat samen 19. Voorzitter schorst debat 15 minuten, consumpties op gang (PAUZE) Jongeren stellen moties bij t.a.v. agendapunt 1 en 2 20. Evt. bijgestelde motie n.a.v. agendapunt 1 voorlezen (door jongere) 21. Evt. bijgestelde motie n.a.v. agendapunt 2 voorlezen (door jongere) 22. Stemming n.a.v. motie 1 en motie 2 23. Reactie van bewindspersonen op de in stemming gebrachte motie’s 24. Samenvatting door voorzitter t.a.v. toezeggingen van bewindspersonen
15.52 15.54 15.57 16.05 16.10 16.12 16.15 16.23 16.25 16.30 16.32 16.35 16.38
25. Start agendapunt 3: Jongerenparticipatie Aanwezig: Tineke Netelenbos, Margo Vliegenthart 26. Jongere leest stelling voor over het agendapunt 27. Ministers en/of staatssecretarissen reageren op de stelling 28. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 29. Debat schorsen (5 min) 30. Motie voorlezen (door jongere) 31. Reactie van bewindspersoon op motie 32. Debat via woordvoerders met bewindspersoon 33. Voorzitter vat debat samen 34. Debat schorsen (5 min) 35. Evt. bijgestelde motie n.a.v. agendapunt 3 voorlezen (door jongere) 36. Stemming n.a.v. motie 3 37. Reactie van bewindspersoon op de in stemming gebrachte motie 38. Samenvatting door voorzitter t.a.v. toezeggingen van bewindspersoon
16.30
39. Afsluiting debat
Geef de deelnemers de gelegenheid om informeel met elkaar en met de beleidsambtenaren en politici te praten over de moties en de toezeggingen. De pauze is daar het meest geschikt voor. Na de afsluiting van het debat zullen politici wellicht weer snel vertrekken, tenzij er in het programma iets is opgenomen (informeel napraten of entertainment) waardoor zij wat langer blijven. Overigens moet dat dan wel tevoren zijn overeengekomen; spontaan is er meestal geen ruimte vrij in de vaak overvolle agenda’s. basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
21
Stap 14: Evaluatie Hoe zit het volgende jeugddebat er uit? Dat is natuurlijk mede afhankelijk van wat de deelnemers ervan vonden. Een schriftelijke enquête onder de deelnemers kan dat aardig in beeld brengen, waarbij je om een rapportcijfer vraagt over een aantal zaken. Je kunt gelijk inventariseren hoe ‘gemiddeld’ de groep was samengesteld door enkele vragen op te nemen over leeftijd en welk type opleiding wordt of is gevolgd. Vraag ook aan de raadsleden en de wethouders wat ze van het debat gevonden hebben. Ook met hun opmerkingen moet natuurlijk rekening worden gehouden bij het volgende jeugddebat. Voorbeeld vragen -
Was er voldoende gelegenheid om het eerste agendapunt in het jeugddebat naar voren te brengen? Was er voldoende gelegenheid om het tweede agendapunt in het jeugddebat naar voren te brengen? Was er voldoende gelegenheid om het derde agendapunt in het jeugddebat naar voren te brengen?
-
-
Hoe serieus is het debat voor jou geweest als het gaat om een gesprek tussen jongeren en de politiek? Werd er door de bewindspersonen (de wethouders) rekening gehouden met jongeren die weinig ervaring hadden met debatteren? Werd er door de voorzitter rekening gehouden met jongeren die weinig ervaring hadden met debatteren? Hoe groot is je vertrouwen dat politici iets zullen doen met de toezeggingen die ze tijdens het debat deden? Weet je door het debat beter hoe de democratie in jouw gemeente functioneert? Had je vooraf voldoende inhoudelijke informatie om het debat aan te gaan? Had je vooraf voldoende vaardigheden (argumenteren, non-verbale communicatie, debatstramien) om het debat aan te gaan? Heb je iets gehad aan de adviezen van de gemeenteraadsleden? Heeft het debat jouw politieke interesse gestimuleerd? Ben je naar aanleiding van het debat van plan om je op school actief in te zetten als het gaat om jongerenparticipatie? Ben je naar aanleiding van het debat van plan om je in jouw wijk of gemeente actief in te zetten als het gaat om jongerenparticipatie? Was je vooraf voldoende geïnformeerd over de organisatie van het jeugddebat? Wat vond je van het jeugddebat zelf? Wat vond je van de totale organisatie van het jeugddebat? Welk thema heeft volgens jou tot de beste discussie geleid?
-
Heb je nog suggesties om het volgende keer beter te doen? .............
-
Hoe kwam je op het idee om aan het jeugddebat mee te doen? aankruisen: via folder op school via docent via iemand die al eens eerder had meegedaan via club (welke ........) via folder op bibliotheek via folder ergens anders via www.jeugddebat.nl via poster via jongerenwerker via jongerenraad via ................
-
Heb je verder nog opmerkingen ......
-
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
22
Neem in de evaluatie ook een vraag op waardoor duidelijk wordt of de doelstelling (zoals in stap 1 geformuleerd) ook daadwerkelijk is bereikt.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
23
Stap 15: Uitvoeren en verbeteren Na het jeugddebat moet er natuurlijk wat gebeuren met de toezeggingen die zijn gedaan naar aanleiding van de agenda. Al in stap 8 is er grondig nagedacht over plannen; nu moet aan de hand van de toezeggingen de uitvoering ter hand worden genomen. Daarvoor kan een verbetergroep (of verschillende verbetergroepen per onderwerp) worden samengesteld, die stapsgewijs werkt naar de uitvoering (of de uitvoering in de gaten houdt).
De naam ‘verbetergroep’ is gekozen omdat ervan uitgegaan wordt dat met het uitvoeren van toezeggingen ook daadwerkelijk iets verbetert. Achter ‘verbetergroep’ komt dan nog het thema waar de groep zich mee bezighoudt, bijvoorbeeld ‘verbetergroep jongerenvoorzieningen’ of ‘verbetergroep voorkomen criminaliteit’. Procesbegeleider De verbetergroep wordt gecoacht door een procesbegeleider. De groep bestaat uit enkele jeugddebatdeelnemers en enkele beleidsambtenaren. De procesbegeleider ziet er op toe dat de toezeggingen intact blijven en inderdaad worden uitgevoerd en dat de beleidskaders goed zijn gesteld. Tevens waakt hij erover dat het proces niet onnodig wordt vertraagd , en dat de verhouding jongeren/ambtenaren evenwichtig en op basis van gelijkwaardigheid is. De procesbegeleider signaleert nieuwe knelpunten, zorgt voor verslaglegging en informeert ook de andere jeugddebatdeelnemers over het proces.
Afhankelijk van het thema waarmee de verbetergroep aan de slag gaat, kunnen behalve ambtenaren ook andere volwassenen deelnemen, zoals deskundigen, politici, docenten of jongerenwerkers. Effect De aanpak middels de verbetergroep heeft een gunstig effect op jeugdpartcipatie. De deelnemende jongeren zijn concreet met een onderwerp bezig en blijven dicht bij de praktijk. Er is resultaat van de eigen inbreng (mits de oplossing ook wordt uitgevoerd), en er kan door jongeren met verschillende achtergrond worden meegedaan (zowel hoger als lager opgeleiden, auto- als allochtoon, welbespraakte en minder spraakzame jongeren). De inspanning is tijdsgebonden: alleen voor de duur van het project hoeft maar te worden deelgenomen.
De Stichting JP2000+ heeft een training ontwikkeld voor aanstaande procesbegeleiders. In de training worden vaardigheden aangeleerd om een groep jongeren en volwassenen (de verbetergroep) te coachen en het proces te begeleiden. Daarnaast beschikt de Stichting Nationaal Jeugddebat over een bestand van ervaren, jonge procesbegeleiders. Werkwijze De verbetergroep zal zo’n drie keer bij elkaar komen. Vervolgens kan een aantal jongeren betrokken blijven bij de uitvoering. Eerste bijeenkomst Begonnen wordt met het beschrijven van een probleemdefinitie. Het probleem hangt samen met de toezegging en wordt beschreven in een stelling. In deze stelling staat een aantal begrippen. Omdat de deelnemers allemaal een verschillende achtergrond hebben, is het goed mogelijk dat er verschillend wordt gedacht over de betekenis van de begrippen. Daarom moet iedereen aangeven wat hij of zij onder de verschillende begrippen verstaat (begrippendefinitie). Dit is nodig om discussie over wat wel en niet waar is te voorkomen. Na de begrippendefinitie komt elke deelnemer om de beurt aan het woord om zijn of haar oorzaken van het probleem te noemen. Na afloop van de eerste bijeenkomst zal de procesbegeleider overleggen met de beleidsambtenaren om vast te stellen wat de hoofdoorzaak van het probleem is.
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
24
Voorbeeld omschrijving hoofdoorzaak van het probleem n.a.v. de verbetergroep bestrijding kleine criminaliteit: “Jongeren accepteren geweld op straat omdat er te weinig respect is voor elkaar en voor gezag.”
Tweede bijeenkomst In de tweede bijeenkomst wordt de hoofdoorzaak gepresenteerd en gaan de deelnemers nadenken over alle mogelijke oplossingen. Om de beste oplossing te vinden, worden de deelnemers aangemoedigd om zelfs de gekste oplossingen te bedenken. Ook oplossingen die buiten de afgesproken beleidskaders vallen (oplossingen die bijvoorbeeld te duur zijn of te veel tijd kosten). Na deze bijeenkomst wordt er weer overlegd door de procesbegeleider en de amb tenaren over welke oplossingen passen binnen de beleidskaders. Voorbeelden omschrijving hoofdoorzaak van het probleem n.a.v. de verbetergroep bestrijding kleine criminaliteit: Er werden 121 oplossingen aangedragen, van strengere straffen tot ontnuchteringsruimtes in de disco en van avondklok tot beloning bij afzien van crimineel gedrag. Derde bijeenkomst De jongeren horen in de derde bijeenkomst de uitkomst van dit overleg van procesbegeleider en ambtenaren. In de derde bijeenkomst worden aan de overgebleven oplossingen punten gegeven, zodat uiteindelijk een of twee oplossingen over blijven die kunnen worden uitgevoerd. Voorbeeld omschrijving hoofdoorzaak van het probleem n.a.v. de verbetergroep bestrijding kleine criminaliteit: “Het maken van een speelfilm om te laten zien wat geweld op straat teweeg kan brengen en wat er kan worden gedaan om het te bestrijden.”
basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
25
Bijlagen 1.
ADRESSEN + www-sites
Stichting Nationaal Jeugddebat Koningslaan 101, 3583 GS Utrecht tel. 030-2541076, fax 030-2519341 www.jeugddebat.nl Stichting Bevordering JongerenParticipatie2000+ organiseert trainingen voor procesbegeleiders Botter 11-57, 8232 JS Lelystad tel. 0320-250075, fax 0320-255083 www.jp2000.com JeugdNetwerkNederland ondersteunt jongeren die participatieprojecten willen beginnen of hulp nodig hebben Koningslaan 101, 3583 GS Utrecht tel. 030-2544523, fax 030-2519341 Stichting Jeugdinformatie Nederland heeft een databank van jongerenparticipatie-projecten Zakkendragershof 34-44, 3511 AE Utrecht tel. 030-2394433, fax 030-2394456 www.sjn.nl Nederlandse Jeugd Groep heeft een overzicht van het georganiseerde jeugdwerk in Nederland Koningslaan 101, 3583 GS Utrecht tel. 030-2519349, fax 030-2519341 www.jeugdgroep.nl Forum; Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling kan behulpzaam zijn bij het werven van allochtone jongeren Postbus 201, 3500 AE Utrecht tel. 030-2974321, fax 030-2960050 www.forum.nl Stichting Tumajon, kan behulpzaam zijn bij het werven van Turkse of Marokkaanse jongeren tel. 020-6109630 www.tumajon.com Nationale Jongerenraad voor Milieu en Ontwikkeling ontwikkelt jongerenparticipatie -projecten Postbus 19269, 3501 DG Utrecht tel. 030-2316833, fax 030-2364850 www.njmo.nl Stichting Alexander onderzoeksbureau met ervaring op het gebied van onderzoek onder en door jongeren; geeft o.a. interviewtrain ing Prof. Tulpstraat 2, 1018 HA Amsterdam tel. 020-6263929, fax 020-6228590 www.infocafe.nl/st-alexander/home.html VHS Bergen basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
26
organiseert trainingen voor de ondersteuning van jongerenraden en andere participatie-initiatieven Postbus 94, 1860 AB Bergen tel. 072-5891589, fax 072-5894169 www.vhs.nl Codename Future stimuleert jongerenparticipatie -projecten op middelbare scholen Zeestraat 71, 2518 AA Den Haag tel. 070-3653283, fax 070-3644934 www.codenamefuture.nl Steunfunctie welzijn Zuid Holland: PJ Partners, Postbus 11117, 3004 EC Rotterdam, tel. 010-4362166, fax 010-4366357 E-mail:
[email protected]
2. MODEL A4-WERVINGSFOLDER elementen wervingsfolder: Wat wil jij veranderen in Brielle? Wie weet er nou beter wat er voor jongeren moet worden gedaan dan de jongeren zelf? De gemeente Brielle wil graag jouw ideeën horen over wat er anders kan. En beter. Geef je daarom op voor het Jeugddebat in Brielle. Het wordt gehouden op 23 september a.s. in het gemeentehuis. Waarover het gaat? Dat bepaal je zelf. BON Ik geef me op voor het Jeugddebat Brielle. Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoon E-mail Geboortedatum Welke school Welke klas Ik heb een voorstel voor de agenda van het jeugddebat: Bon opsturen naar Gemeente Brielle, Postbus 1, 3700 AA Bilthoven Welke wethouders doen er mee? We hebben in onze gemeente 3 wethouders. Samen met de burgemeester bepalen zij wat er wel en niet gebeurt in Brielle. De wethouders hebben ieder hun eigen taken: verkeer, onderwijs, jeugdvoorzieningen, uitgaansgelegenheden, noem maar op. Als we straks de agenda van het jeugddebat hebben gemaakt, weten we ook welke wethouders er aan het jeugddebat mee zullen doen. Echt of spel? Het jeugddebat is echt. We willen in Brielle dat er serieus omgegaan wordt met de ideeën van jongeren en hun mening en hun plannen. Dat betekent dat de wethouders in het jeugddebat ook toezeggingen kunnen doen. Een toezegging is een belofte dat er ook echt iets gaat gebeuren met de voorstellen die in het jeugddebat worden gedaan. We hebben het dus niet over gemeenteraadje spelen. Is toch niks voor mij... Een jeugddebat is niks voor jou? Kom nou, we willen juist horen hoe jij er over denkt. En met jouw ideeën kunnen we Brielle verbeteren. Trouwens: je wordt niet voor de leeuwen gegooid. Voorafgaand aan het jeugddebat zijn er bijeenkomsten waarin we met alle deelnemers werken aan de agenda, aan plannen voor verbetering en aan een training voor debat- en argumenteervaardigheden. Daar word je niet slechter van. Overigens: het Jeugddebat Brielle is er voor iedereen van 12 tot 18 jaar. Colofon Handleiding lokaal jeugddebat is een uitgave van de Stichting Nationaal Jeugddebat, i.s.m. het project lokaal jeugdbeleid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG Uitgave: juni 2000 Concept en redactie: SAM/Communicatie, Brielle Vormgeving: Baake Reclamestudio, Hengelo Met tekstbijdragen van: Hans Agterberg, Sheila Rebel basishandleiding jeugddebat ; Gemeente Brielle Gemaakt door SAM/Communicatie /Roel Bazuin
27