COLLECTIEPLAN Nationaal Jenevermuseum Schiedam Organiseren, verwerven, registreren, restaureren, bestuderen, afstoten Schiedam, september 2014
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 1
Inhoudsopgave DOEL & INRICHTING VAN HET COLLECTIEPLAN ...................................................................................... 4 1. INLEIDING ........................................................................................................................................... 5 1.1 ACHTERGROND ............................................................................................................................. 5 1.2 GESCHIEDENIS .............................................................................................................................. 6 1.3 POSITIONERING ............................................................................................................................ 7 1.4 DOELSTELLINGEN .......................................................................................................................... 8 2. DE COLLECTIE ...................................................................................................................................... 9 2.1 HERKOMST ................................................................................................................................... 9 2.2 SAMENSTELLING ......................................................................................................................... 11 2.3 CULTUURHISTORISCHE WAARDE ............................................................................................... 14 3. BEHEER EN BEHOUD ......................................................................................................................... 16 3.1 INVENTARISATIE ......................................................................................................................... 16 3.2 REGISTRATIE ............................................................................................................................... 16 3.3 DOCUMENTATIE ......................................................................................................................... 16 3.4 GEBRUIK VAN DE COLLECTIE ...................................................................................................... 17 3.5 PASSIEVE CONSERVERING .......................................................................................................... 17 3.5.1 Depotsituatie ........................................................................................................................... 17 3.5.2 Klimaatruimte ..................................................................................................................... 17 3.5.3 Expositieomstandigheden ................................................................................................... 17 3.5.4 Beveiliging ........................................................................................................................... 18 3.6 ACTIEVE CONSERVERING & RESTAURATIE ................................................................................. 18 4. VERZAMELBELEID .............................................................................................................................. 19 4.1 VERZAMELBELEID TOT NU TOE .................................................................................................. 19 4.2 LEGITIMATIE ............................................................................................................................... 19 4.2.1 Functie ..................................................................................................................................... 19 4.2.2 Type museum ...................................................................................................................... 19 4.2.3 Verwante Musea ................................................................................................................. 19 4.2.4 Doelstelling JM .................................................................................................................... 20 4.2.5 Verzameldoelstelling ........................................................................................................... 20 4.2.6 Verzamelgebied .................................................................................................................. 20 4.3 SELECTEREN ................................................................................................................................ 20 4.3.1 Selectiecriteria .................................................................................................................... 20 4.3.2 Inhoudelijke criteria ............................................................................................................ 21 4.3.3 Fysieke criteria .................................................................................................................... 22 4.3.4 Inhoudelijke aandachtspunten bij het toekennen van waarde ........................................... 22
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 2
4.4 AFSTOTINGSBELEID .................................................................................................................... 23 4.4.1 Ethische-‐ en juridische aandachtspunten ........................................................................... 23 4.5 COLLECTIEVORMING .................................................................................................................. 24 4.5.1 Verzamelen .............................................................................................................................. 24 4.5.2 Concrete aandachtspunten bij collectievorming ................................................................ 24 5. HOE VERDER ..................................................................................................................................... 25
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 3
DOEL & INRICHTING VAN HET COLLECTIEPLAN Het Nationaal Jenevermuseum Schiedam wil met dit collectieplan inzicht verschaffen in de samenstelling en de betekenis van de collectie. Het plan dient als basis voor het collectiebeleid dat het museum de komende jaren zal hanteren. Aspecten als de geschiedenis, de samenstelling en het beheer & behoud van de collectie komen aan bod. In dit plan wordt het museale beleid ten opzichte van de collectie voor de komende drie jaar beschreven, zodat concrete plannen voor de optimalisering van het collectiebeheer kunnen worden uitgewerkt. Het is zowel bedoeld voor de medewerkers van het museum, als voor bestuurders en financiers. Voor de eigen medewerkers verschaft het plan inzicht over de omvang en de samenstelling van de collectie, en dient het als uitgangspunt voor het beheren van de collectie in de praktijk. Voor externe partijen is het collectieplan als een visitekaartje: het presenteert de ambities op het gebied van de collectie. Het plan wordt onderverdeeld in zes hoofdstukken: Hoofdstuk 1 inleiding waarin de geschiedenis, de positionering en de gestelde doelen van het museum naar voren komen Hoofdstuk 2 waarin de herkomst, de samenstelling en de culturele waarde van de collectie worden belicht Hoofdstuk 3
waarin het huidige beheer van de collectie aan bod komt. Er wordt tevens een lijn uitgezet naar het te voeren beleid, met name op gebied van de registratie
Hoofdstuk 4
de voorafgaande hoofdstukken hebben helderheid kunnen verschaffen over de collectie, zij dienen als uitgangspunt voor het verzamelbeleid waartoe in dit hoofdstuk een aanzet wordt gedaan
Hoofdstuk 5
tot slot wordt een korte samenvatting gegeven van het collectieplan en wordt er puntsgewijs aangegeven welke prioriteiten het museum de komende jaren t.a.v. de collectie voor ogen heeft.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 4
1. INLEIDING 1.1 ACHTERGROND Waarom een Nationaal Jenevermuseum in Schiedam? Jenever -‐ Net zo Nederlands als tulpen, klompen, kaas en klederdracht −
Jenever heeft een appellation controlée. Dat betekent dat er een afgebakend gebied vastgesteld is waar exclusief jenever mag worden gemaakt. Grofweg ‘De Lage Landen’.
−
Jenever ging van oudsher overal heen waar Nederlanders naartoe gingen. Aan boord van iedere ontdekkingsreiziger die de zeven zeeën bevoer, was jenever. Iedere Nederlander dronk jenever. Jenever werd als eerste gedistilleerde drank wereldwijd geëxporteerd, ver voordat cognac en whisky populair werden. Jenever verspreidde het imago van Holland: tulpen, molens klompen, enz. Later droogde de jeneverstroom op, maar het Hollandse imago bleef hangen in het geheugen van velen.
−
Gedurende de bloeitijd van de V.O.C. was Weesp de jeneverstad van Nederland. Ook Amsterdam speelde een niet onbelangrijke rol. Toen later op de ‘West’ gevaren werd, kwam alle jenever uit Schiedam. Voor velen in binnen-‐ en buitenland is de naam Schiedam nog altijd synoniem aan jenever.
−
Rond 1900 waren er in Schiedam 400 branderijen, op een bevolking van 12.000 mensen. In een branderij werkten zo’n 8 tot 12 mensen. Naast de moutwijnbranderijen, waren er ook jenevergerelateerde industrieën, zoals molens, glas, kartonnage, kurken, kuipen, etiketten, posters, reclame/kunst, gist-‐ en spiritus en niet te vergeten scheepsbouw.
−
De stad Schiedam bezit de hoogste molens ter wereld. Tijdens de hoogtijdagen van de jeneverproductie stonden er 20 moutmolens rondom Schiedam. Vandaag de dag zijn er nog 6, bijna allemaal nog volledig uitgerust om meel te malen. Het museum in Museummolen De Nieuwe Palmboom is recent toegevoegd aan de verantwoordelijkheid van het Jenevermuseum. Dat biedt volop nieuwe kansen.
−
De Gouden Eeuw van Schiedam, veroorzaakt door de bloeiende jeneverindustrie, viel een volle eeuw later dan de Gouden Eeuw van de V.O.C. De welvaart in de stad liet uitgebreid haar sporen achter in de vorm van zeer bijzondere monumenten en een uitzonderlijke hoeveelheid Noordelijk Neoclassicistische gevels. In het Schiedam van vandaag vind je nog overal de sporen terug van de jeneverindustrie. Schiedamse distillateurs waren, behalve ondernemers, ook bestuurders van de stad, cultuurliefhebbers en beoefenaars (muziek en kunst) en hadden belangrijke wereldlijke functies binnen de kerk.
Schiedam – de aangewezen plek voor een Nationaal Jenevermuseum Nergens werd op zo’n grote schaal jenever gestookt als in Schiedam. Iedere branderij, distilleerderij, molen, mouterij, enzovoorts, was ingericht op het draaien van productie. Efficiënt, robuust, degelijk en groot. Waar de molens van Schiedam de allerhoogste ter wereld zijn, is de werkende branderij Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014
5
van het Jenevermuseum uniek. Het is de enige branderij ter wereld waar nog op de oud-‐Hollandse methode, volledig traditioneel en volgens recept uit 1700, moutwijn gestookt wordt. Deze moutwijn wordt na minimaal 3 jaar lageren verwerkt tot Old Schiedam. Een jenever van uitmuntende kwaliteit. Door het Jenevermuseum gekenmerkt als 'De moeder aller jenevers'. Behalve de prachtige architectuur en het industrieel erfgoed dat bewaard is gebleven uit die tijd, leeft de jenever ook voort in het DNA van de bewoners van Schiedam. Veel Schiedammers hebben gedurende vele generaties voorvaderen in de jeneverindustrie gehad en zijn daar oprecht trots op. De collectie van het Jenevermuseum heeft zich de afgelopen jaren enorm uitgebreid. Dat heeft te maken met de grote hoeveelheid materiaal die er nog steeds beschikbaar is in Schiedam. Het zou tegen alle logica ingaan om elders in Nederland een Jenevermuseum te openen. Schiedam was en is vandaag de dag nog steeds de jeneverhoofdstad van de wereld. 1.2 GESCHIEDENIS In 1996 werd het Nationaal Jenevermuseum Schiedam geopend voor het publiek onder de naam Nationaal Gedistilleerd Museum. Het idee om een zelfstandig nationaal museum voor jenever en andere gedistilleerde dranken te openen, bestond al enige jaren. Toen uiteindelijk de kans zich voordeed om het museum te vestigen in een pand waarin al sinds 1794 moutwijnbranderijen en distilleerderijen gevestigd waren, werd deze met beide handen aangegrepen. Het museum staat aan de Lange Haven in het historische hart van Schiedam, ooit wereldhoofdstad van de jenever, nu nog steeds Nederlands gedistilleerd stad nummer één. In Schiedam is het historische stadsbeeld grotendeels bewaard gebleven, inclusief de zes hoogste windmolens ter wereld. In het pand aan de Lange Haven brak in 1985 brand uit. De toenmalige moutwijnbranderij van R. Melchers brandde geheel uit. Tussen 1992 en 1996 is het huidige museumpand gerestaureerd en gedeeltelijk aangepast aan zijn nieuwe bestemming; een monumentaal museumpand met werkende moutwijnbranderij en proeflokaal. Het pand werd in 1794 gebouwd als bedrijfsgebouw; een branderij/distilleerderij. Door de reconstructie van een oud-‐Hollandse moutwijnbranderij op de begane grond, behield het gebouw gedeeltelijk zijn functie en een aantal karakteristieke eigenschappen. Voordat Het Nationaal Gedistilleerd Museum aan de Lange Haven werd geopend, bevond zich een opstelling in de kelder van het Stedelijk Museum Schiedam (SMS). Hier werden vanaf 1984 de J-‐(jenever) collectie van de gemeente, de collectie van de Stichting Nationaal Gedistilleerd Museum en de collectie miniaturen van de Stichting B.J. de Jongh getoond. De J-‐collectie is onderdeel van de collectie Stadsgeschiedenis van Schiedam en als zodanig eigendom van de Gemeente Schiedam. De productie en consumptie van jenever hadden een dermate groot aandeel in de geschiedenis van Schiedam dat dit een zelfstandig collectieonderdeel werd. Nadat het pand aan de Lange Haven betrokken werd, werd een deel van de J-‐collectie in de permanente opstelling van JM opgenomen. Om deze permanente expositie te completeren werden van andere musea en bedrijven objecten in bruikleen genomen.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 6
Sinds de oprichting van het museum kreeg het museum veel schenkingen en langdurige bruiklenen aangeboden. De collectie omvat circa 120.000 objecten gerelateerd aan de gedistilleerdbranche, variërend van branderij-‐onderdelen en gereedschap dat in de branderij werd gebruikt, flessen, kruiken, miniaturen en etiketten tot reclameartikelen als asbakken en reclameborden. Naast de objecten heeft het museum een grote collectie documentair materiaal, deze bestaat o.a. uit boeken, folders, oude recepten en historische foto’s die met gedistilleerde drank te maken hebben. In de afgelopen 10 jaar veranderde de naam van het museum van Nationaal Gedistilleerd Museum, via Jenevermuseum in Nationaal Jenevermuseum Schiedam. Stichting De Gekroonde Brandersketel is eigenaar van de collectie en van het pand waarin het Nationaal Jenevermuseum Schiedam gevestigd is. De exploitatie van het museum is ondergebracht in Stichting Nationaal Jenevermuseum Schiedam. Sinds 2013 valt de expositieruimte van Museummolen de Nieuwe Palmboom onder de verantwoordelijkheid van het Nationaal Jenevermuseum Schiedam. Hierop is dit collectiebeleid ook van toepassing. De collectie van Museummolen De Nieuwe Palmboom is eigendom van Stichting de Schiedamse Molens en omvat ongeveer 100 stukken. Deze zijn geregistreerd en beschreven. 1.3 POSITIONERING Het Nationaal Jenevermuseum wil op een bijzondere, veelzijdige en verrassende manier informeren over alle soorten jenevererfgoed (cultureel, historisch, industrieel en immaterieel). De stad Schiedam speelt daarin als jeneverhoofdstad van de wereld een zeer grote rol. ‘Beleving’ is het toverwoord. Het Nationaal Jenevermuseum Schiedam richt zich op de volgende kernactiviteiten: −
Het in stand houden en uitdragen van de kennis en vaardigheid van het stoken van moutwijn volgens de ‘Oud Hollandsche Methode’. Deze methode was tot ongeveer 1880 de enige manier waarop er in Schiedam moutwijn werd gestookt. Moutwijn was de basis voor een jenever, een bitter, of een likeur. De Schiedamse moutwijn was de basis voor de jenever die de hele wereld veroverde en bekend stond onder de naam ‘Schiedam’. De werkende branderij van het Jenevermuseum is de enige ter wereld die nog moutwijn maakt volgens deze methode. Alle andere branderijen maken jenever volgens een jonger procedé.
−
Het ondersteunen en uitdragen van het historische jeneverimago van Schiedam. Dit betreft niet alleen het drankje en de wijze waarop het gemaakt werd, maar vooral ook de historische en culturele betekenis die jenever (in de breedste betekenis) had voor de stad Schiedam, voor de omgeving van de stad en in een groter geheel gezien, voor het hele land. Het Jenevermuseum streeft ernaar de beleving van jenever te verbreden en te verlengen en wil daar niet alleen de locatie van het museum zelf voor inzetten, maar maakt graag gebruik van de gelegenheid om het hele jeneverdecor van Schiedam in te zetten.
−
Het verzamelen, conserveren, bestuderen en tonen van informatie en materiaal van de rijke
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 7
jeneverhistorie van Nederland (waarvan het leeuwendeel afkomstig is uit Schiedam). −
De voorgaande punten zijn allen ook van toepassing op Museummolen De Nieuwe Palmboom. Van speciaal belang is om daar de jenevergeschiedenis vanuit de molen te belichten, zodat er een logische koppeling ontstaat. Uiteraard is daar ook meer aandacht zijn voor algemene informatie over de achtergronden en werking van de molens zelf.
1.4 DOELSTELLINGEN Het Nationaal Jenevermuseum Schiedam voldoet aan de definitie van het International Council of Museums (ICOM). Het waarborgt en verbetert de museale kwaliteit, waarbij (zoals de laatste jaren gebruikelijk) steeds veel aandacht uitgaat naar het beheer en behoud van de museumcollectie. Ook het tentoonstellingsbeleid krijgt volop aandacht. Het in dit collectieplan uiteengezette verzamelbeleid draagt bij aan de kwaliteit van de collectie. Daarmee wordt een basis gevormd die het beheer en behoud, en ook de presentatie van de collectie ten goede komen. Het museum werkt aan het inrichten van een nieuwe vaste opstelling die eigentijds is en waar beleving centraal staat. Het Jenevermuseum stelt zich op als conservator en beheerder van diverse kostbare collecties op jenevergebied. In het depot van Het Jenevermuseum wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk interessante informatie te verzamelen, te bestuderen, te beschrijven en erover te publiceren en zodoende een totaaloverzicht te creëren van distillateurs, hun geschiedenis, hun merken enzovoorts. Er wordt gestreefd naar het opbouwen en conserveren van een waardevolle en bijzondere eigen collectie. Het Jenevermuseum beschikt over een groot depot waar zeer professioneel wordt omgegaan met de collectie. Er is een grote klimaatruimte waar gevoelig materiaal verantwoord bewaard kan worden.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 8
2. DE COLLECTIE 2.1 HERKOMST De collectie van het Nationaal Jenevermuseum Schiedam bestaat momenteel uit circa 125.000 objecten. Die zijn onder te verdelen in 2600 objecten groot materiaal (ketels, mandflessen, filters en vaten, enz.), 40.000 miniaturen, 10.000 flessen en kruiken, 13.500 borrelglazen, asbakken, kaartspelen en ander reclamemateriaal, 60.000 etiketten en diverse historische archieven en administraties van distillateurs. Er is een aantal deelcollecties, waarvan sommige in (langdurige) bruikleen. Op basis van jarenlange en voortdurende inventarisatie is er overzicht ontstaan in de omvang en samenstelling van de collectie. De herkomst en het karakter van de objecten zijn zeer uiteenlopend. J-‐collectie Schiedam Het Stedelijk Museum Schiedam beheert de gemeentelijke Jenever-‐collectie Schiedam. Het Nationaal Jenevermuseum Schiedam heeft naar schatting 20% van de J-‐collectie in bruikleen; deze objecten zijn geregistreerd. Het grootste deel van de 1559 objecten is tentoongesteld in de “permanente” expositie van het museum. Over de overige 80% van deze J-‐collectie bestaat enige onduidelijkheid, aangezien deze zich bevindt in het depot van het Stedelijk Museum Schiedam in Rijswijk, waar (naar zeggen van het SMS) het kleine materiaal in klimaatgeregelde ruimtes is ondergebracht en het grote materiaal ligt opgeslagen in containers. De J-‐collectie bestaat voor een groot deel uit gereedschappen, die in het verleden werden gebruikt bij de productie van gedistilleerde dranken. Ook etiketten, flessen en promotieartikelen nemen een grote plaats in binnen deze verzameling. Collectie B.J. de Jongh De collectie B.J. de Jongh is eigendom van de Stichting B.J. de Jongh. Deze collectie, die merendeels bestaat uit ongeveer 12.000 miniatuurflesjes met gedistilleerde dranken vanuit de hele wereld, is in 1995 in permanente bruikleen gegeven aan Stichting De Gekroonde Brandersketel. Deze bruikleenovereenkomst bevat enkele door de bruikleen gevende partij gestelde voorwaarden; wanneer het museum geen goede zorg draagt voor de collectie, of als men besluit de miniaturen niet meer te exposeren, kan de stichting B.J. de Jongh het contract opzeggen. Tevens is vastgelegd dat de gehele collectie wordt geregistreerd. De collectie B.J. de Jongh is goed geïnventariseerd. Er bestaat bovendien een basisregistratie die in oude inventarisboeken werd bijgehouden door de verzamelaar.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 9
Particuliere collecties Het museum kreeg in de loop van de jaren de beschikking over een aantal particuliere collecties. −
Een deel van de collectie Eedens is in 1997 aangekocht. De verzameling bestaat voornamelijk uit historisch reclame-‐ en promotiemateriaal vanuit de gedistilleerdbranche. Verder bevat de collectie o.m. flessen, kruiken, miniaturen en boeken.
−
De collectie Conrads is in 1995 in bruikleen gegeven aan de Stichting de Gekroonde Brandersketel. Deze collectie bevat een grote hoeveelheid flessen, kruiken en miniaturen.
−
De collectie van Alphen is in gedeeltes geschonken aan het museum en bestaat voornamelijk uit gereedschappen die tijdens het proces van distilleren werden gebruikt in distilleerderij De Graauwe Hengst.
−
De collectie Koops, bestaande uit 450 items van het voor het merk Hulstkamp bekende groene Zuid Hollands plateel.
−
De collectie Van Wingerden uit Den Haag, aangekocht in 2010, bestaande uit 40 plastic kratten
vol jeneveralia van diverse distilleerderijen. −
De collectie Beukers, in 2009 ontzameld door het Historisch Museum Rotterdam, bestaande uit kisten, kratten, flessen, kruiken, mandflessen, etiketten, receptenboeken en dergelijke.
−
De collectie Hellebrekers, in 2013 ontzameld door het Museum Prinsenhof Delft, bestaande uit reclameobjecten en flessen van het merk Hellebrekers, evenals een oud slijterij-‐interieur.
−
De collectie Hettinga, verworven in 2007, bestaande uit items voorzien van jenevermerkenreclames, zoals borrelglazen, reclameborden, asbakken, kaartspelen, etiketten en foto’s.
−
De collectie Melchers in 2013, bestaande uit het papieren archief tussen 1901 – 1970, met hiaten.
−
De collectie Rutte in 2010, bestaande uit de papieren archief tussen 1893 – 1950
−
De Bolscollectie in 2010, bestaande uit flessen, kruiken, boeken en papieren archief van de vele merken die Bols in het verleden heeft overgenomen.
−
Naar verwachting komen er nog in de loop van volgend jaar de collecties Van Zuylekom uit
Amsterdam en Meder uit Schiedam.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 10
Collectie Stichting de Gekroonde Brandersketel De collectie van Stichting de Gekroonde Brandersketel is samengesteld uit een groot aantal schenkingen. Er worden regelmatig objecten aangeboden, hiervan wordt een schenkingsformulier opgesteld bij binnenkomst. Op deze formulieren worden de belangrijkste gegevens van het object en de schenker vermeld. Al deze formulieren worden verzameld in een daarvoor bestemde map. Binnengekomen objecten worden zo snel mogelijk geregistreerd. Schenkingen worden veelal gedaan door mensen die objecten vanuit de gedistilleerdbranche hebben verzameld als liefhebberij. Een groot gedeelte van de schenkers is afkomstig uit Schiedam en omgeving. Particuliere schenkers bieden voornamelijk flessen, miniaturen, etiketten en reclamemateriaal aan. Vanuit de gedistilleerdbranche wordt promotiemateriaal aangeboden van distilleerderijen. Al met al komen er veel objecten en informatiebronnen het museum binnen, waarvan de gegevens moeten worden verwerkt. Boeken en archivalia Het Nationaal Museum Schiedam beschikt over de grootste bibliotheek van Nederland op gedistilleerdgebied. Het betreft zowel objecten die beschouwd kunnen worden als museumstuk als boeken en archiefstukken die ter documentatie kunnen dienen. Verder zijn er dozen met archiefmateriaal van de stichting B.J. de Jongh, boeken en archivalia uit andere collecties. Bij het opheffen van het Productschap Drank, werd de totale historische bibliotheek van dit productschap overgedragen aan het museum. Onlangs ontving het museum een anonieme schenking van 150 zeldzame boeken over glas. Het museum heeft een deel van het papieren archief (inclusief een deel van de J-‐collectie) ondergebracht bij het gemeentearchief van Schiedam. Wanneer de klimaatruimte in het depot is voltooid, kan het Jenevermuseum zich opwerpen als conservator van belangrijke historische archieven van de nationale distillateurs. Bruiklenen Bij de inrichting van het museumgebouw kreeg het museum niet alleen de collectie van het voormalig Nationaal Gedistilleerd Museum in bruikleen, ook werd gebruik gemaakt van de bruikleenmogelijkheid die andere musea, particulieren en bedrijven aanboden. Het gaat hier om objecten die lacunes in de toenmalige expositie opvulden. Zo zijn er objecten geleend van het Nationaal Glasmuseum te Leerdam om het onderwerp “het bottelen van drank” te illustreren. Andere voorbeelden van bruikleengevers zijn o.a het Douane en Belastingmuseum en het bedrijf Koninklijke Bols BV. 2.2 SAMENSTELLING Naar aanleiding van een inventarisatie in 1999 is een indeling gemaakt waarin objecten die op een logische manier met elkaar samenhangen zijn gegroepeerd. Dit leidde tot een overzicht waarin op een gestructureerde manier de inhoud van de collectie weergegeven wordt. Dit overzicht vormde de basis voor het toenmalige plan 'wegwerken van de registratieachterstand' en hielp bij het ontwikkelen van een trefwoordenlijst. Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014
11
Uiteindelijk ontstond de volgende indeling: −
Eten & Drinken: de objecten in deze categorie zijn ingrediënten, halffabricaten of het eindresultaat van (gedistilleerde) drank. Over het algemeen komen zij voor in combinatie met een object uit de categorie houders. Bij het registreren is de combinatie van houder en inhoud het meest waardevol. Voor beide geldt dat er een trefwoord moet worden ingevuld bij de categorie object trefwoord; bijv. kelderfles & moutwijnjenever. • (gedistilleerde) drank (een verdere onderverdeling kan worden gemaakt in alcoholpercentage en het soort product) • kruiden en specerijen • graanproducten
−
Gereedschap: in deze categorie vallen gereedschappen die gebruikt worden tijdens verschillende fases in het productieproces van “korrel tot borrel”. De objecten uit deze categorie zijn voor het grootste gedeelte afkomstig uit het SMS, waar zij geregistreerd en gefotografeerd zijn. • distilleerderijgereedschap • mouterijgereedschap • kuiperijgereedschap • gereedschap m.b.t. nevenambachten (een verdere onderverdeling kan worden gemaakt in de nevenambachten). • overige voorwerpen
−
Houders: deze categorie is veruit het meest omvangrijk en bovenal gecompliceerd. Net als in de categorie Eten & Drinken, komt er bij de houders meer kijken bij de beschrijving. Veelal is een houder voorzien van inhoud en vaak is er een etiket aan verbonden, soms is een fles op zijn beurt weer verpakt in een bijbehorende doos. Het is een zeer gevarieerde categorie en vergt een gestructureerde manier van beschrijven. Er zijn bijv. veel flessen die in eerste instantie op elkaar lijken, zaak is om het verschil kenbaar te maken in de registratie. Er is al een begin gemaakt met de registratie van de miniaturen, ruim 3000 beschrijvingen, maar deze wijkt af van de registratie van de andere voorwerpen. • flessen * • kruiken * • miniaturen * • vaten • sluitingen • zakken • dozen • kisten • overige voorwerpen * (een verder onderverdeling kan door het type fles/kruik en de inhoud ervan te benoemen)
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 12
−
Promotieartikelen: objecten behorende bij de categorie promotieartikelen dragen bij aan de marketing van het product gedistilleerd. Het betreft hier zowel objecten die puur de functie promotieartikel bekleden, andere voorwerpen zoals asbakken en spelmateriaal dienen naast het promoten van gedistilleerde drank ook als gebruiksvoorwerp, echter de promotiefunctie in deze categorie objecten overheerst. • folders/brochures * • affiches * • etiketten * • reclameborden * • lichtbakken * • asbakken * • spelmateriaal * • overige voorwerpen * * (een verdere verdeling kan worden gemaakt door het merk dat het promotieartikel draagt)
−
Gebruiksvoorwerpen: een aantal gebruiksvoorwerpen is ondergebracht bij promotie-‐ artikelen, hierdoor wordt deze deelcollectie aanzienlijk kleiner. Hoewel glazen vaak zijn voorzien van een gedistilleerdmerk, vallen zij toch in de categorie gebruiksvoorwerpen. Dit omdat er op deze manier geen onderscheid gemaakt hoeft te worden in de collectie glazen. De wijze van registreren is nagenoeg hetzelfde, op de inscriptie of opdruk na. Bovendien worden glazen, i.t.t. asbakken, gebruikt voor de consumptie van gedistilleerde drank. • glazen (een verder onderverdeling kan worden gemaakt in de vorm van het glas en functie ervan) • likeurlepels • maatjes • overige voorwerpen
−
Documentatievoorwerpen: het betreft hier voorwerpen die ter ondersteuning dienen van de gedistilleerdcultuur. Het gaat hier om afbeeldingen of beschrijvingen van het productieproces en de consumptie van gedistilleerde drank. • boeken • tekeningen • schilderijen • foto's • beeld-‐ en geluidsdragers • bedrijfsdocumenten • overige voorwerpen
−
Varia voorwerpen: in deze categorie objecten vallen objecten die moeilijk bij een andere
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 13
categorie zijn onder te brengen, het zijn vooral voorwerpen die betrekking hebben op het meten, wegen en controleren van gedistilleerde drank. • kleding (uniformen, petten) • gewichten • alcoholtesten • overige voorwerpen * (een verdere verdeling kan worden gemaakt door het merk dat het promotieartikel draagt) 2.3 CULTUURHISTORISCHE WAARDE De permanente expositie die bij de oprichting van het museum werd ingericht, was sterk georiënteerd op de ambachtelijk kant van het gedistilleerd product. De werkende moutwijnbranderij aan het begin van de presentatie en het daarop volgende gedeelte waarin “het productieproces van korrel tot borrel” werd belicht, onderschreven het technische georiënteerde verhaal dat het museum uitdroeg.. Er wordt in de expositie echter steeds meer aandacht geschonken aan cultuurhistorische onderwerpen, zoals het consumptiegedrag en de promotie van het Nederlands gedistilleerd product. Zowel op (ambachtelijk) technisch als op cultuurhistorisch gebied is het museum in het bezit van een groot aantal waardevolle objecten. De deelcollecties belichten alle aspecten van de gedistilleerdcultuur van Nederland, de collectie van JM is uniek doordat het een compleet en onafhankelijk beeld schept van deze cultuur. De locatie van het museum en het gebouw met werkende moutwijnbranderij en proeflokaal versterken dit aspect. Hoewel de collectie als geheel een belangrijke waarde vertegenwoordigt, is er wel verschil in waarde van de objecten en deelcollecties onderling. Sommige objecten en deelcollecties zijn belangrijker of waardevoller dan andere. Kerncollectie: De belangrijkste pijlers van de collectie zijn de deelcollecties: −
Gereedschap: het museum heeft veel gereedschappen in zijn bezit. Met name de gereedschappen die in de branderij/ distilleerderij thuis horen en het koperslagersgereedschap worden als uniek voor het museum beschouwd.
−
Houders : objecten die in deze categorie sterk zijn vertegenwoordigd, zijn flessen, kruiken en miniaturen die de verpakking vormen van het gedistilleerdproduct. Belangrijk hierbij is dat het gaat om houders met een Nederlands product. De miniaturen vormen hierbij een uitzondering, de herkomst kan zowel nationaal als internationaal zijn.
−
Promotieartikelen: in de gedistilleerdbranche nemen reclame en promotie een grote rol in, in het museum zijn objecten die hiermee te maken hebben sterk vertegenwoordigd.
Er kan aan ieder afzonderlijk object een waarde worden toegekend, met als uitgangspunt het
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 14
cultuurhistorisch belang, in A-‐, B-‐, C-‐ en D-‐collecties.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 15
3. BEHEER EN BEHOUD 3.1 INVENTARISATIE Van de afzonderlijke delen van de collectie zijn gegevens te vinden in het correspondentiearchief. Van de geregistreerde objecten zijn aantallen bekend. De gegevens van alle objecten die vanaf 1998 zijn binnengekomen zijn bekend, vanaf toen is er een stamboek bijgehouden in de vorm van de bedankbrieven die aan de schenkers zijn gestuurd. De collectie van het Jenevermuseum is voortdurend onderhevig aan veranderingen. Door de enorme omvang en het karakter ervan, blijft het een utopie te denken dat deze ooit in zijn totaliteit en tot op het laatste snippertje papier geregistreerd zal zijn. Het is echter wel de ambitie van het museum de registratie steeds zo compleet en actueel mogelijk te houden. 3.2 REGISTRATIE Registratiemethodes zijn voortdurend aan ontwikkeling onderhevig. Beschreef men alles vroeger op papier dat werd opgeslagen in ordners, in de jaren 90 van de vorige eeuw werd er digitaal geregistreerd in het programma Questions & Answers. Een citaat uit het collectieplan uit 1999 luidt: ‘Inmiddels zijn 3236 miniaturen uit de collectie B.J. de Jongh geregistreerd met een eigen methode in Q&A, waarbij aan het inventarisnummer van het miniatuur is af te lezen uit welk land het afkomstig is. De 1559 objecten afkomstig uit het SMS zijn eveneens in Q&A beschreven, de uitdraaien van de records bevinden zich in mappen in de bibliotheek van het GBK. Momenteel bevinden de geautomatiseerde bestanden van deze beschrijvingen zich in het Stedelijk Museum, totdat de gehele J-‐ collectie is ingevoerd in de computer.’ Er is in het verleden verschil gemaakt in registratie tussen de onderdelen: −
Boeken & documenten
−
Objecten geregistreerd in het SMS
−
Objecten geregistreerd in JM
−
Miniaturen
Reeds jarenlang is er een groep van 5 professionele vrijwilligers gedurende 1 dag per week zeer actief bezig de totale collectie in kaart te brengen, te registreren, fotograferen en beschrijven. Er is intensief onderzoek gedaan naar de meest geschikte methode om een collectie die zo omvangrijk en divers is als die van het JM, het beste te kunnen registreren. Uiteindelijk is de keuze gevallen op AdLib. Het Jenevermuseum beschikt reeds over één licentie, maar breidt deze op korte termijn uit naar twee. 3.3 DOCUMENTATIE Er is in de loop van de jaren veel documentatiemateriaal verzameld. Krantenknipsels, foldermateriaal, artikelen uit tijdschriften en promotiemateriaal van distilleerderijen werden aanvankelijk opgeslagen in een papieren archief. Dit heeft grotendeels plaats gemaakt voor een digitaal archief. Ook zijn er geluids-‐ en filmopnamen gemaakt met oud-‐distillateurs en is er een fotoarchief. Er is een oral-‐history project opgezet, waarin met name in korte filmpjes het distilleerproces volgens de
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 16
Oud-‐Hollandsche Methode nauwgezet is vastgelegd. 3.4 GEBRUIK VAN DE COLLECTIE De collectie wordt voornamelijk gebruikt voor tentoonstellingsdoeleinden. Daarnaast is het Jenevermuseum bezig de gegevens van de objecten digitaal toegankelijk te maken voor geïnteres-‐ seerden en onderzoekers. Objecten uit de laagste categorie kunnen dienen ter ondersteuning van educatieprojecten, als rekwisieten bij filmproducties of als etalagemateriaal. 3.5 PASSIEVE CONSERVERING 3.5.1 Depotsituatie Het Nationaal Jenevermuseum beschikt over een groot depot, dat gelegen is aan de Buitenhavenweg in Schiedam, op het terrein van Koninklijke De Kuyper. Het depot bestaat uit twee verdiepingen. Op de begane grond worden de grote stukken bewaard en is er een grote klimaatruimte bijna geheel gerealiseerd. Op de eerste verdieping staan stellingkasten waarin kleinere stukken worden bewaard, daarnaast zijn er archiefkasten waarin administraties, correspondenties en andere (minder kwetsbare) papieren stukken worden opgeslagen. Het depot staat onder leiding van het ‘Hoofd Collecties’. Het beschrijven van de collectie ligt in handen van een groep professionele vrijwilligers. De afgelopen jaren is er enorme voortgang geboekt in het beschrijven van de collectie. Nu is het Jenevermuseum aangekomen op een punt waar nieuwe investeringen gedaan moeten worden om een extra professionaliseringsslag te maken. Het is onze museale taak om de collectie te ontsluiten en aldus beschikbaar te stellen voor onderzoek-‐ en studiedoeleinden. Het Jenevermuseum is voornemens om met ingang van het nieuwe ‘schooljaar’ telkens stagiaires van de Reinwardt-‐academie aan te trekken, zodat deze een extra impuls kunnen geven aan de voortgang van de collectieregistratie. 3.5.2 Klimaatruimte Omdat het een zeer grote collectie betreft die voor een heel groot deel bestaat uit antieke administraties van distillateurs en andere waardevolle kwetsbare papieren materialen, zoals etiketten, affiches, jaargangen periodieken enzovoorts, ontstond de behoefte aan een klimaatruimte. De aanvankelijk provisorisch opgezette ruimte bleek al snel te klein. In 2013 kreeg het Jenevermuseum de kans een grote professionele ruimte over te nemen van het Legermuseum in Delft, dat ging verhuizen en aldus deze ruimte niet meer nodig had. Een klimaatruimte moet klimatologisch onder controle gehouden worden. De apparatuur daarvoor kan worden aangeschaft middels een donatie van het Alewijn de Grootfonds. Deze donatie voorziet in een professionele klimaatinstallatie, een aantal nieuwe computers inclusief software, 2 licenties AdLib en opleidingen AdLib. 3.5.3 Expositieomstandigheden Bij de renovatie van het museumgebouw en de inrichting van de expositieruimtes zijn diverse maatregelen getroffen om het klimaat en de schadelijke invloeden voor museumobjecten zoveel mogelijk te beperken. Met betrekkelijk eenvoudige en relatief goedkope maatregelen zoals het installeren van thermostaatknoppen op radiatoren, tochtdeuren, isolatiewol tussen vloer-‐ en Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014
17
plafonddelen, tochtportalen, tochtstrips, UV-‐filters op lichtbronnen, vitrines met UV-‐werend glas en (rol)gordijntjes om het buitenlicht (daar waar nodig) zoveel mogelijk tegen te gaan, worden de voorwerpen op een zo verantwoord mogelijke manier geëxposeerd. Klimatologisch zijn de afzonderlijke ruimtes in het pand echter minder goed te controleren. Vanwege de sterk wisselende temperaturen en dito vochtomstandigheden in verband met de werkende branderij op de begane grond, zijn de museale ruimtes minder geschikt om klimatologisch gevoelige objecten tentoon te stellen. Gelukkig bestaat het merendeel van de geëxposeerde objecten uit minder gevoelig materiaal. Wanneer de ambitie om klimatologisch gevoelige objecten tentoon te stellen desondanks toch ontstaat, zal gebruik gemaakt worden van klimaatvitrines. De schadelijke invloeden van (dag)licht worden zo goed mogelijk gecontroleerd. Voor het Jenevermuseum heeft dit geen hoge prioriteit, vanwege de al eerder genoemde beperkte gevoeligheid van het merendeel van de geëxposeerde objecten. Daarnaast is het pand waar het Jenevermuseum in gehuisvest is een historisch industriepand (branderij) met kleine vensters en weinig lichtinval. Daar waar mogelijk schadelijke invloeden zouden kunnen optreden zijn een aantal maatregelen getroffen. Zoals UV-‐filterfolie op de ramen en UV-‐werende rolgordijnen. Gevoelige affiches worden geëxposeerd op plaatsen waar geen sprake is van direct daglicht. Wanneer toch de behoefte ontstaat een gevoelig object te exposeren (dit zal in negen van de tien gevallen papier betreffen) op een relatief onbeschermde plek, zal gekozen worden voor een object waar nog vele exemplaren van in het depot aanwezig zijn. Wanneer dit niet het geval is, zal er een replica vervaardigd worden, die vervolgens tentoongesteld wordt. Het Jenevermuseum is projectsgewijs bezig alle verlichting in het museum te vervangen voor onschadelijke LED-‐verlichting. In het plan voor de nieuwe vaste opstelling is ook de verlichting opgenomen. 3.5.4 Beveiliging In het JM staat een semipermanente expositie, waarbij de objecten over het algemeen goed beschermd zijn tegen het publiek. Sommige objecten, m.n. gereedschappen, zijn niet afgeschermd tegen het publiek, maar deze worden bewaakt met camera’s. Er zijn displays waar het juist de bedoeling is dat bezoekers de objecten aanraken, dit is bijvoorbeeld het geval op de kruidenzolder waar geroken en gevoeld kan worden aan specerijen en gedistilleerde dranken in flessen met knijpverstuivers erop. 3.6 ACTIEVE CONSERVERING & RESTAURATIE De fysieke toestand van de museumobjecten wordt steeds gecontroleerd, waar mogelijk worden defecten zo snel mogelijk hersteld, zeker wanneer het een Categorie A object betreft. Eventueel worden hiervoor fondsen of sponsors aangeschreven. Aan sommige defecten, die ontstaan zijn door de tand des tijds, valt niet veel te doen. Wanneer het een categorie B, C of D object betreft, kan gezocht worden naar een beter exemplaar ter vervanging.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 18
4. VERZAMELBELEID 4.1 VERZAMELBELEID TOT NU TOE Het museum accepteerde sinds de oprichting veel aangeboden objecten, mits gerelateerd aan het gedistilleerd product. Bij de oprichting van het museum lag de nadruk van de objecten sterk op het productieproces van het Nederlands gedistilleerd en de daarbij behorende nevenambachten. De objecten die worden aangeboden aan het museum hebben overwegend te maken met de marketing van jenever en andere gedistilleerde dranken. Om de samenhang en de kwaliteit van de collectie als geheel te verbeteren is er een verzamelbeleid opgesteld. 4.2 LEGITIMATIE 4.2.1 Functie Bij het opstellen van de verzameldoelstelling gaat men uit van de functie die het museum vervult. Deze functie geeft aan met welk doel de instelling is gaan verzamelen. JM baseert zijn legitimatie zowel op de publieksfunctie als op de archieffunctie. Binnen deze verschillende functies, kunnen objecten om verschillende redenen worden verzameld (bijvoorbeeld om tentoon te stellen of om te gebruiken voor onderzoek). Bij het opstellen van selectiecriteria wordt hiermee rekening gehouden. 4.2.2 Type museum JM is een cultuurhistorisch museum met nationale uitstraling waarbij het gebouw, het ambacht en de techniek van het distilleren onderdeel van de presentatie uitmaken. 4.2.3 Verwante Musea Bij het formuleren van de verzameldoelstelling is rekening gehouden met het verzamelgebied van musea met gelijksoortige collecties. Er zijn enkele musea in Nederland en Europa die gedeeltelijk hetzelfde onderwerp bestrijken. Er zijn musea en instellingen die verzamelen op het gebied van gedistilleerde drank of objecten die gerelateerd zijn aan een van de deelcollecties van JM, hiermee wordt samengewerkt: 1. Het Nationaal Jenever Museum (Hasselt; België); de collectie omvat objecten over het productieproces van jenever. 2. Het Belasting & Douanemuseum (Rotterdam); de gedistilleerdbranche is verwant aan de douane, vanwege de accijnzen op alcohol. Het Belasting & Douanemuseum heeft veel waardepapieren met gegevens over accijns en gedistilleerd in bezit. 3. Bedrijfsmusea, bijvoorbeeld The House of Bols; een collectie die specifiek is gericht op het (gedistilleerd-‐)merk Bols. Veel distillateurs hebben een eigen museum/bezoekersontvangstruimte. 4. Het Nationaal Glasmuseum (Leerdam); in het Glasmuseum heeft men een grote collectie glaswerk en gereedschap dat wordt gebruikt bij het glasblazen. 5. Het Bierreclamemuseum (Breda); de collectie van dit museum is wat objecten betreft vergelijkbaar met de collectie van het Jenevermuseum. Deze bevat geëmailleerde reclameborden, flessen, etiketten en attributen op het gebied van het brouwen van bier. 6. Openluchtmuseum (Arnhem), het Zuiderzeemuseum (Enkhuizen) en de Zaanse Schans (geen
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 19
museum); in deze musea worden ambachtelijke beroepen onder de aandacht gebracht. 4.2.4 Doelstelling JM Nationaal Jenevermuseum wil met zijn collectie in het museum een representatief en levendig beeld schetsen van de gedistilleerdcultuur in ons land (en speciaal in relatie tot de geschiedenis van Schiedam), waarbij de maatschappelijke en internationale context een belangrijke plaats innemen. Daarnaast wil het JM een kennis-‐ en documentatiecentrum zijn, voor zowel het in stand houden van het ambacht van het stoken van de Schiedamse moutwijn, als op wetenschappelijk/historisch onderzoeksgebied. 4.2.5 Verzameldoelstelling In de toekomst zullen alleen objecten die voldoen aan de criteria die het verzamelgebied afbakenen en die iets toevoegen aan de collectie in haar geheel worden opgenomen in de collectie van JM. Hierbij wordt rekening gehouden met de huidige collectie maar ook met ideeën voor de toekomst. 4.2.6 Verzamelgebied Het verzamelgebied is bepaald door het afbakenen van de volgende gebieden: −
Onderwerp: de cultuur rondom het gedistilleerdproduct in Nederland. Waarbij mede aandacht wordt besteed aan het productieproces, het eindproduct en de promotie en consumptie van gedistilleerde drank.
−
Geografisch gebied: in eerste instantie worden alleen objecten verzameld uit Nederland. Miniaturen kunnen afkomstig zijn uit de hele wereld.
−
Periode: de periode waarin wordt verzameld, strekt zich uit vanaf de opkomst van de gedistilleerdbranche in de gouden eeuw tot heden. Er wordt echter onderscheid gemaakt tussen objecten uit de 20ste eeuw (waaruit het grootste gedeelte van de collectie afkomstig is).
Objecten vanaf 1900 tot heden worden actief verzameld. Objecten vanaf de Gouden eeuw tot aan de 20ste eeuw worden passief verzameld. 4.3 SELECTEREN Het toetsen van de objecten aan de selectiecriteria wordt uitgevoerd door een commissie. Deze selectiecommissie bestaat uit: de directeur, het hoofd collecties, het hoofd presentatie en eventueel een externe deskundige. 4.3.1 Selectiecriteria Ieder te verwerven object dient binnen het verzamelgebied te passen. Deze grenzen geven aan welke objecten wel en niet binnen de collectie passen. Er wordt hierbij niet naar specifieke eigenschappen van een object gekeken zoals de uiterlijke verschijningsvorm en de waarde die een object kan toevoegen aan de collectie. Vervolgens wordt het getoetst aan de overige selectiecriteria.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 20
4.3.2 Inhoudelijke criteria Een object kan op diverse manieren waarde toevoegen aan de collectie, een object wordt interessanter naarmate het aan een of meerdere van de onderstaande waarden voldoet. −
Uniciteit; een object vertegenwoordigt een bijzondere waarde binnen de collectie. Het kan bijvoorbeeld gaan om een zeldzame fles waar er maar één of enkele van bestaan. Ook objecten die een prototype vormen voor een hele groep objecten, vertegenwoordigen een unieke waarde.
−
Wetenschappelijke-‐/ onderzoekswaarde; in het geval dat een object de wetenschappelijke-‐ of onderzoekswaarde dient, hoeft het object niet per definitie uniek te zijn in zijn soort. Van het betreffende object kunnen al meer exemplaren aanwezig zijn in het museum. Het object dat wordt verworven kan dienen als vergelijkingsmateriaal ten opzichte van de al aanwezige objecten. Als voorbeeld kan een fles dienen die als studieobject voor een onderzoek naar sluitingen van flessen gebruikt kan worden. De betreffende fles kan een sluiting hebben die afwijkt van die van de andere flessen en hiermee een doorbraak zijn op de manier van het sluiten van een fles.
−
Symbolische waarde; een voorwerp kan in eerste instantie een voorwerp lijken waar het museum er al meerdere van in zijn bezit heeft, toch kan het door de symbolische waarde waardevol zijn voor de collectie. In JM is er een groot aantal etiketten waarop de meest kleurrijke afbeeldingen te zien zijn, de voorstellingen bevatten soms verwijzingen naar gebeurtenissen of denkbeelden uit een bepaalde periode. In dit geval vertegenwoordigen deze etiketten een symbolische waarde.
−
Historische waarde; nauw verwant met het dragen van een symbolische waarde, is de historische waarde die een object kan hebben. Sommige objecten staan symbool voor een gebeurtenis of evenement in het verleden. Zo kan een distilleerderij een product hebben gemaakt ter gelegenheid van een huwelijk binnen de koninklijke familie. Het eerste exemplaar kan aangeboden zijn aan de toenmalige koning of koningin en is dan van extra grote waarde. Er zit een verhaal achter dat ene object dat het object van grote waarde kan laten zijn.
−
Schakelwaarde; een object dat een schakelwaarde vertegenwoordigt, is een voorwerp dat een lacune binnen de collectie kan opvullen. Dit ene object kan de ontbrekende schakel zijn in een verhaal dat het museum wil vertellen. Wanneer JM een tentoonstelling wil maken over de ontwikkeling van de manier van afsluiten van een fles, kan het betreffende object de schakel vormen tussen de overgang van de kurk naar de schroefdop. In dit geval maakt het object het verhaal compleet.
−
Illustratieve waarde; wanneer een object op zichzelf niet bijzonder genoeg is of wanneer het niet geheel binnen het verzamelgebied past, kan het wel ter ondersteuning dienen van een
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 21
ander object. Het kan hier een schilderij betreffen waarop een distilleerderij is afgebeeld die nu niet meer bestaat. Het schilderij kan in dit geval het verhaal over een bepaalde distilleerderij ondersteunen, omdat de afbeelding informatie verschaft over een bepaald tijdvak van het bedrijf. 4.3.3 Fysieke criteria Een object kan van grote waarde zijn voor het museum en toch in aanmerking komen om niet opgenomen te worden in de collectie. Dit is het geval als het museum niet kan voldoen aan de volgende voorwaarden. −
Toestand: de toestand van een object kan dermate slecht zijn dat er meer tijd en geld in het beheer en behoud van het object gaan zitten dan dat het object waarde toevoegt aan de collectie. Dit kan voorkomen als het museum geen beschikking heeft over voldoende expertise. Het is bovendien mogelijk dat een object, dat fysieke schade heeft opgelopen, andere objecten kan aantasten. Dit is het geval wanneer er een schimmel of een insect in het betreffende voorwerp is gesignaleerd, dat men niet kan bestrijden.
−
Financiën: wanneer er getwijfeld wordt over het wel of niet behouden van een object, moet worden overwogen of de kosten, die het beheer en behoud van een object met zich meebrengt, opwegen tegen de museale waarde die het object vertegenwoordigt. Het registreren, nummeren, verpakken en huisvesten van een object brengt aardig wat kosten met zich mee.
−
Ruimte: bij het selecteren van de voorwerpen moet worden gekeken wat de omvang van een object is en of het praktisch gezien wel kan worden opgeslagen of geëxposeerd. Soms kan men beter overwegen om een object niet op te nemen in de collectie, maar het object te documenteren door het maken van foto’s of video-‐opname. Een vrachtwagen met een reclameopdruk van een gedistilleerdproduct is op zichzelf een interessant fenomeen, maar is een voorbeeld van een object dat moeilijk is op te slaan.
4.3.4 Inhoudelijke aandachtspunten bij het toekennen van waarde − Wanneer het museum de beschikking heeft over meerdere soortgelijke objecten, zal besloten worden om ze niet allemaal te behouden. In de overweging wordt meegenomen dat het object wat kwalitatief het beste is, wordt behouden. Hierbij zijn de toestand en de expositiewaarde van het voorwerp van groot belang. −
Bij de selectie kan overwogen worden om meerdere van dezelfde objecten te behouden. In het geval van de collectie etiketten die het museum tot zijn beschikking heeft, kan er bijvoorbeeld besloten worden om uit een aantal van vijftig aanwezige exemplaren de drie beste te bewaren. De etiketten nemen relatief weinig ruimte in en zijn kwetsbaar. Een etiket kan ter expositie, dienen, terwijl twee andere exemplaren in het archief worden bewaard.
−
De expositiewaarde die het object vertegenwoordigt, speelt een rol bij het overwegen tot opnemen in de collectie. Een object kan een grote waarde vertegenwoordigen, maar absoluut onaantrekkelijk zijn om te laten zien aan het publiek. De expositiewaarde dient daarom niet
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 22
vergeten te worden in het besluit van de selectiecommissie. −
De verzamelgeschiedenis van een object of deelcollectie moet bekeken worden. Een object dat deel uitmaakt van een oorspronkelijk particuliere verzameling, kan in een bepaalde context zijn verworven. Het object en/of deelcollectie kan waarde toevoegen aan de context van een bepaalde verzameling. In JM is o.a. de collectie B.J. de Jongh als geheel in de collectie opgenomen. Wanneer een enkel miniatuur weinig tot geen museale waarde bezit, zal het museum dit object niet afstoten. De miniatuur is een deel van het geheel.
4.4 AFSTOTINGSBELEID Wanneer objecten, nadat zij door de selectiecommissie zijn getoetst, niet aan de criteria voldoen en in categorie D terechtkomen, komen zij in aanmerking voor afstoting. Op deze manier is er meer ruimte en aandacht voor objecten uit categorie A. Voorlopig zal het museum alleen “selectie aan de poort” toepassen. Wanneer de basisregistratie is voltooid, wordt de huidige collectie onderworpen aan de selectiecriteria en wordt er begonnen met afstoten van objecten uit categorie D 4.4.1 Ethische-‐ en juridische aandachtspunten Het museum zal afstoten volgens de 'Gedragslijn voor museale beroepsethiek”, opgesteld door de Nederlandse Museumvereniging: −
Afstoting mag uitsluitend de verbetering van de samenstelling van de collectie van het museum ten doel hebben, dit houdt in dat vervreemding alleen is toegestaan als de objecten niet binnen de verzameldoelstelling passen.
−
Tevens mogen de objecten alleen worden afgestoten als alle partijen die hebben bijgedragen aan de oorspronkelijke verwerving hiervoor toestemming geven.
−
Een commissie van advies dient de afstotingscriteria te toetsen op de af te stoten objecten en deelcollecties.
−
Op het moment dat objecten of deelcollecties in aanmerking komen voor afstoting, moet eerst de status van het betreffende object worden uitgezocht.
−
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat de betreffende objecten eerst aan andere openbare collecties in Nederland worden aangeboden, alvorens het museum met particulieren of musea in het buitenland in zee gaat. Wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn kan men overgaan tot ruil, schenking of verkoop van de objecten.
−
Wanneer het afstoten van objecten leidt tot inkomsten, dan moet de opbrengst ten gunste komen aan de verbetering of uitbreiding van de collectie.
−
Vernietiging van objecten gebeurt alleen als alle andere mogelijkheden afvallen en als het object geen enkele documentaire waarde heeft of niet meer te restaureren is.
−
Per object of deelcollectie zal bekeken worden of het daadwerkelijk afgestoten dient te worden en wat hiervoor de beste methode is.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 23
4.5 COLLECTIEVORMING 4.5.1 Verzamelen Het museum zal zich actief opstellen m.b.t. het verwerven van objecten, eventueel door middel van aankoop, wanneer zij een aanvulling zijn voor de collectie. Aangezien er weinig middelen beschikbaar zijn, zullen er, indien nodig, fondsen en sponsors aangeschreven worden voor onderhoud en verwerving. Naast het actief verzamelen van objecten, blijft het museum openstaan voor schenkingen, legaten, bruiklenen of andere manieren waarop de collectie kwalitatief kan worden aangevuld. Iedere potentiële nieuwe aanwinst wordt getoetst aan de selectiecriteria (selectie aan de poort). Een belangrijk aandachtspunt voor zowel het actief-‐ als het passief verzamelen is dat het museum goed op de hoogte blijft en contact houdt met verzamelaars, distillateurs en andere experts op gebied van Nederlandse gedistilleerde dranken. 4.5.2 Concrete aandachtspunten bij collectievorming − Objecten die in de collectie worden opgenomen zijn gerelateerd aan specifieke distillateurs. −
Een uitzondering geldt voor deelcollecties die het algemene beeld van de gedistilleerdbranche ondersteunen, zoals gereedschap, documentatie voorwerpen, sommige objecten uit de deelcollectie gebruiksvoorwerpen en varia (zoals glazen, meetinstrumenten, etc.).
−
Jeneverflessen die ouder zijn dan 100 jaar worden, ook als zij niet aan een specifieke distillateur zijn toe te schrijven, opgenomen in de collectie.
−
Alleen volle flessen worden geaccepteerd, tenzij een lege fles om zwaarwegende argumenten belangrijk is voor de collectie en er geen vol exemplaar aanwezig is.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 24
5. HOE VERDER In de voorafgaande hoofdstukken is helderheid gecreëerd in de omvang, de samenstelling en de waarde van de collectie van Nationaal Jenevermuseum. Ook zijn de aspecten beheer en behoud van de collectie belicht. Deze gegevens dienen als uitgangspunt voor het verzamelbeleid. Om de komende periode aan de gestelde doelen te kunnen voldoen, stelt het museum zichzelf een aantal prioriteiten: −
Er is een subsidie beschikbaar gesteld door het Alewijn De Grootfonds van 15.000 euro voor het maken van een niveausprong op registratiegebied. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan het inlopen van de registratieachterstand. Nu is het moment daar om de voorbereide bestanden te importeren in AdLib en de klimaatruimte professioneel in gebruik te nemen. Begin oktober 2014 wordt de klimaatapparatuur geïnstalleerd.
−
Na de installatie van de nieuwe computers en software worden verschillende personen opgeleid in het professioneel werken met AdLib.
−
Vervolgens worden de voorbereide documenten geïmporteerd in AdLib, zodat een zo volledig mogelijke registratie ontstaat die voor andere musea en wetenschappelijk onderzoek ontsloten kan worden.
−
Diverse distillateurs hebben belangstelling getoond voor het inzetten van de expertise van het collectiebeheer en opslagruimte voor hun historische bedrijfscollecties.
−
Het museum blijft doorgaan met sorteren, registreren, bestuderen en publiceren van en over collectiestukken.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 25
BIJLAGE Beschrijving van de weg die een object na binnenkomst aflegt. Wanneer er een relevant object of relevante collectie aan het museum aangeboden wordt, hetzij in bruikleen, dan wel in eigendom, ondergaat deze de volgende procedure. -‐ Eerst wordt er een bruikleenovereenkomst of schenkingsovereenkomst opgesteld. Hierin staan o.a. de gegevens van het object/collectie en de gegevens van de schenker, bruikleengever. -‐
-‐
Het object/de collectie wordt ondergebracht in een quarantaineruimte in het depot, of in een dito ruimte in het museum (indien het object/de collectie bestemd is voor een op stapel staande tentoonstelling). Hierna wordt het object/de collectie gefotografeerd en voorzien van een collectiecode. Een collectie die als zodanig herkenbaar dient te blijven, krijgt een eigen beginletter. (vb J-‐12345 is
-‐
een object uit de J-‐collectie) Hierna wordt het object beschreven en vanuit de quarantaineruimte in het depot ondergebracht op een passende plaats bij soortgelijke objecten. In het depot staat alle materiaal gerangschikt op distillateursnaam, of op objecttype.
-‐
Het object/de collectie is opgenomen in de collectie.
Collectieplan Nationaal Jenevermuseum 2014 26