Beleidsplan meerbegaafde kinderen
1
INHOUD Inleiding .......................................................................................... 3 1. Kerndoelen en Doelgroepen .......................................................... 4 2. Lesaanbod voor meer- en hoogbegaafden ...................................... 5 Groep 1 en 2 Aangepast lesmateriaal ............................................... 5 Groep 3 t/m 8 Aangepast lesmateriaal ............................................. 5 Groep 3 t/m 8 Vervroegd doorstromen ............................................. 6 Groep 5 t/m 8 De plusgroep ............................................................ 6 Lesaanbod Onderpresteerders ......................................................... 7 3. Selectieproces en Selectiecriteria .................................................. 8 Selectieproces groep 1 t/m 4 ........................................................... 8 Selectiecriteria en selectieproces en groep 3 t/m 8 ............................. 8 Selectiecriteria plusgroep .............................................................. 10 Selectiecriteria aangepast lesaanbod: Groep 3 t/m 8 ....................... 10 Selectiecriteria lesaanbod op hoger niveau: Groep 3 t/m 8 ................ 10 Selectiecriteria en selectieproces vervroegd doorstromen / versnellen 10 Signaleren en selectie onderpresteerders ........................................ 11 4. Leerlijnen en gebruikte methoden en materialen. Groep 3 t/m 8 ..... 12 5. Organisatie en ruimte .................................................................. 14 6. Beoordeling op het rapport ........................................................... 16 7. Evaluatie .................................................................................... 17 Bijlage 1. Beslisboom deelname plusgroep ......................................... 18 Bijlage 2. Aanmeldingsformulier plusgroep ......................................... 19 Bijlage 3. Tussendoelen Tasc-Model .................................................. 21 Bijlage 4. Vastleggen van de individuele leerlijn & versnelling en verrijking .................................................................................................... 34 Bijlage 5. Het DHH-model. Bijlage 6. Beoordeling van het werk………………………………………………………..39
2
Inleiding Een meerbegaafd kind is een kind als alle andere, maar in bepaalde opzichten is het anders. Het is een kind met een grenzeloze nieuwsgierigheid, met een hoge intelligentie, blinkt uit op meerdere gebieden, kan gemakkelijk leren, kan goed verbanden leggen, kan makkelijk analyseren van problemen, kan grote denksprongen maken, heeft voorkeur voor abstractie, kan goed zelfstandig werken, grote motivatie, is origineel en creatief, perfectionistisch en heeft een apart gevoel voor humor en een sterke gedrevenheid om een taak tot een goed einde te brengen. Meerbegaafde kinderen hebben specifieke behoeften, zowel intellectueel als in sociaal-emotioneel opzicht. Wij willen op de Rank deze leerlingen optimale zorgen en kansen bieden. In iedere groep zijn er leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Deze leerlingen worden soms meer of hoogbegaafd genoemd. De Rank legt zich erop toe voldoende uitgerust te zijn om deze leerlingen optimaal te begeleiden. Om te bepalen of leerlingen meer- of hoogbegaafd zijn, zijn tests beschikbaar. Door te testen kunnen leerlingen doelgericht worden begeleid. Niet alle leerlingen die opvallen door hoge testresultaten en een goed leervermogen zijn meer- of hoogbegaafd. Deze kinderen vragen ook om duidelijke zorg. We hebben veel gebruik gemaakt van het boek: Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs (2007) van S. Drent en E. van Gerven (Uitgeverij Koninklijke van Gorcum, ISBN 90 9310128) En we willen CBS Wakersduin uit Noordwijk bedanken voor de ondersteuning bij het maken van dit plan.
3
1. Kerndoelen en Doelgroepen De school heeft gezocht naar een passende werkwijze voor meer- en hoogbegaafde leerlingen gedurende hun hele schoolcarrière. Om een optimaal aanbod te kunnen bieden dat ook aansluit op de leeftijd van de leerling heeft de school gekozen voor specifieke oplossingen voor de volgende doelgroepen. -
Groep 1 en 2 Groep 3 t/m 8 Onderpresteerders
Per doelgroep is specifiek vastgelegd waaruit het (extra) lesaanbod voor deze doelgroep bestaat, hoe het selectieproces verloopt en welke selectiecriteria worden toegepast. (zie bijlage 3) Voor groep 1 t/m 2 is de werkwijze nog niet duidelijk afgebakend en is nader onderzoek nodig. Voor groep 3 t/m 8 wordt aanvullend materiaal (plusmateriaal) op een hoger niveau aan geboden voor rekenen en taal. Voor leerlingen die overal ver vooruit zijn op de groep bestaat de mogelijkheid om te versnellen (een klas overslaan). Voor groep 3 t/m 8 is de plusgroep waarin kinderen van de verschillende niveaus onder begeleiding aan extra curriculaire leerdoelen werken. Voor onderpresteerders wordt een protocol uitgewerkt voor vroegtijdige signalering en adequate aanpak.
4
2. Lesaanbod voor meer- en hoogbegaafden De Rank biedt voor de verschillende doelgroepen een aangepast lesaanbod en aanvullende mogelijkheden om meer- en hoogbegaafden optimaal te kunnen ondersteunen. Groep 1 en 2 Aangepast lesmateriaal Slimme kleuters zijn leerlingen tussen de 4 en 6 jaar waarbij de leer- en persoonlijkheidseigenschappen van begaafde leerlingen waarneembaar zijn. Deze eigenschappen kunnen zich net als bij oudere begaafde leerlingen vertalen in een didactische ontwikkelingsvoorsprong. Uitgangspunten verrijken: Het aanbod is gedifferentieerd Het sluit aan bij de verschillende werkvormen in groep 1/2 Het moet aansluiten bij het gesignaleerde kind.
Groep 3 t/m 8 Aangepast lesmateriaal In groep 3 t/m 8 biedt de school aangepast lesmateriaal voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Uitgangspunten verrijken: Het aanbod is compacter met verdiepende opdrachten Het aanbod is verbreed met opdrachten Voor rekenen en taalonderwijs is plusmateriaal aanwezig. Zie voor de exacte invulling - Bijlage 4. Vastleggen van de individuele leerlijn & versnelling en verrijking . Voorziening lesaanbod middelbaaronderwijs Voor leerlingen in de hogere niveaus wordt, indien van toepassing, de mogelijkheid geboden vervangende of aanvullende lessen te laten volgen op een instelling voor middelbaar onderwijs. (Masterclass, Leeuwenhorst)
5
Groep 3 t/m 8 Vervroegd doorstromen Voor leerlingen die significant en structureel op een hoger niveau werken dan hun groepsgenoten biedt de school de mogelijkheid om vervroegd door te stromen (een klas over te slaan). Groep 5 t/m 8 De plusgroep Op CBS de Rank hebben we voor leerlingen uit groep 3 t/m 8 een plusgroep. Bij deze leerlingen is tijdens de reguliere begeleiding in de groep gebleken dat er in het verrijkingsaanbod niet voldoende uitdaging voor hen zit en dat zij problemen hebben met het ontwikkelen van effectieve werk- en leerstrategieën op complexere taken. Het doel van de plusgroep is om te werken aan het ontwikkelen van een effectieve taakaanpak en actieve leerhouding. Dit wordt gedaan door één keer in de week bij elkaar te komen en met gelijkgestemden te werken. Dit is uitdrukkelijk náást de taken die door de eigen leerkracht worden gegeven voor verdieping en verrijking. Het accent in de plusgroep wordt gelegd op het (verder) ontwikkelen van zelfstandigheid, denk- en leervaardigheden en denk- en leerstrategieën met als doel een volgend niveau van zelfwerkzaamheid en vergroting van kennis van diepgaande en brede onderwerpen. Aanbod gedurende het schooljaar:
Vier periodes van zes bijeenkomsten. Elke bijeenkomst duurt 1.5 uur. De bijeenkomsten per periode duren van: herfstvakantie tot kerstvakantie kerstvakantie tot voorjaarsvakantie voorjaarsvakantie tot meivakantie meivakantie tot zomervakantie
6
Lesaanbod Onderpresteerders Een risico bij meer of hoogbegaafde leerlingen is dat zij kunnen onderpresteren. Wat is onderpresteren: Onderpresteren is langdurig minder presteren dan wat op basis van de aanwezige mogelijkheden van iemand verwacht kan worden (Kaufmann,1991), gebaseerd op eerder gebleken prestaties in de doorlopen groepen of een ontwikkelingsvoorsprong bij aanvang van de basisschool. Het exacte aanbod voor onderpresteerders wordt nog nader onderzocht.
7
3. Selectieproces en Selectiecriteria Voor adequate selectie van meer- en hoogbegaafde kinderen is het van belang om te kijken naar goed waarneembare en waar mogelijk meetbare leer- en persoonlijkheidseigenschappen die we toeschrijven aan meer- en hoogbegaafde leerlingen. Dit zijn primair: hoge scores op leervakken vroege ontwikkeling hoog leertempo goed leggen van verbanden makkelijk analyseren van problemen weinig behoefte aan instructie brede of juist specifieke interesse Daarnaast is het van belang dat in een selectieproces goed wordt gekeken naar sociale en andere “zachtere” factoren. In het selectieproces proberen we al deze factoren een goede plaats te geven en mee te wegen in een uiteindelijke beslissing.
Selectieproces groep 1 t/m 4 Leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben op jonge leeftijd kunnen hun voorsprong kwijt raken in de loop van de jaren. Het is daarom belangrijk dat je vroegtijdig signaleert of een leerling een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Wanneer de groepsleerkracht denkt dat er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong vult de groepsleerkracht na overleg met de IBer, de Quickscan in. Dit gebeurt na het advies van de IB-er en meerbegaafdheidspecialist. De leerkrachten van groep 2 vullen aan het einde van het schooljaar de Quickscan in voor alle leerlingen. Selectiecriteria en selectieproces groep 5 t/m 8 Voorfase: Signalering De leerkracht geeft aan het begin van het cursusjaar aan de IB-er en plusleerkracht door dat er een vermoeden is van een meerbegaafde leerling. De leerkrachten van groep 5 vullen aan het einde van het schooljaar de Quickscan in voor alle leerlingen. 8
Voor de herfstvakantie kijken de IB-er en plusleerkracht naar het leerlingvolgsysteem van de leerling. Ze maken een afspraak voor een gesprek met de ouders en passen het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) toe. Daaruit signaleren ze of de leerling bij de plusgroep kan aansluiten. Voor
de selectie van leerlingen maken we gebruik van: Groei- en vaardigheidsscores uit ons leerlingvolgsysteem Parnassys. Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Gesprekken met ouders, groepsleerkrachten, intern begeleider en/of specialist meerbegaafdheid. Onderzoeken van onderwijsbegeleidingsdienst of andere school. Beslisboom deelname plusgroep (Bijlage 1).
Stappenplan het selectieonderzoek: 1
Intake met ouders over welbevinden, vaardigheden, sociaalemotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. Aanwezig: ouders, leerkracht en plusleerkracht (gespreksleider).
2
Onderzoeksfase: leerkracht en ouders vullen de vragenlijst in (eventueel ook de leerling)van het DHH. Leerling wordt doorgetoetst door plusleerkracht of IB-er. Voor het doortoetsen worden de volgende toetsen en toetsmaterialen gebruikt: Cito volgsysteem rekenen, spelling en begrijpend lezen.
3
Analyse onderzoek, overleg IB-er, plusleerkracht en ouders.
4
Gesprek met ouders, leerkracht en plusleerkracht (gesprekleider) Uitkomsten vragenlijst van ouders worden vergeleken met vragenlijst leerkracht. Waar zit het verschil? Hoe komt dat? Resultaten doortoetsen worden besproken. Advies uitspreken.
5
Eindverslag wordt gemaakt door plusleerkracht. Besproken punten van 4 worden hierin verwerkt. Eindverslag komt in Parnassys. De school heeft de laatste stem of het kind in de plusgroep komt.
9
Selectiecriteria plusgroep Zie Beslisboom deelname plusgroep (Bijlage1). Zie Aanmeldformulier (Bijlage 2). Selectiecriteria aangepast lesaanbod: Groep 3 t/m 8 Zie voor de exacte invulling - Vastleggen van de individuele leerlijn & versnelling en verrijking (Bijlage 4).
Selectiecriteria lesaanbod op hoger niveau: Groep 3 t/m 8 Nader invullen Selectiecriteria en selectieproces vervroegd doorstromen / versnellen: Wanneer blijkt dat het aanbod voor een leerling niet voldoende is, kan overwogen worden om de leerlingen een groep over te laten slaan (versnellen of vervroegd doorstromen). Hier zijn zowel ouders, als groepsleerkracht, IB-er en plusleerkracht bij betrokken. Voorwaarde om te versnellen: Een leerling met hoge cognitieve capaciteiten Compacteren en verrijken sluiten aan bij de onderwijsbehoefte van het kind. Bij het doortoetsen laat de leerling op meerdere vakken, vooral de cognitieve, een didactische voorsprong van minimaal 1 jaar zien. Het past bij de ontwikkeling van het kind. Alle betrokkenen hebben een eenduidige mening en verwachting. Maar uiteindelijk geeft de expertise van de hoogbegaafdheidsspecialist de doorslag in deze beslissing. Zelfbeeld van de leerling is goed.
10
Signaleren en selectie onderpresteerders Het komt vaak voor dat hoogbegaafde leerlingen onderpresteren. Dit is een zeer complex probleem en heeft te maken met diverse factoren. Deze leerlingen horen bij de 10-15% van de beste leerlingen van de klas. Tijdig signaleren van onderpresteren is essentieel om ook deze leerlingen goed te kunnen ondersteunen. Als de verwachte resultaten van deze leerlingen uitblijven, moet de groepsleerkracht alert zijn op de oorzaak van dit achtergebleven resultaat. Het invullen van het DHH-model (bijlage 5) kan een indicatie geven over het mogelijke onderpresteren van een leerling, juist omdat er in dit model ook aandacht is voor de kenmerken van onderpresteerders. De uitslagen van dit protocol kunnen handvatten bieden bij het gesprek dat de groepsleerkracht en IB-er heeft met de ouders. Dit stuk is nog in ontwikkeling.
11
4. Leerlijnen en gebruikte methoden en materialen. Groep 3 t/m 8 De methode die we hanteren is het Tasc-model. Dit is ontwikkeld door Belle Wallace. Het Tasc model gaat uit van acht opeenvolgende fasen waarbij zowel werkvoorbereiding, uitvoering als evaluatie een natuurlijk onderdeel van het leerproces vormen. In deze acht fasen wordt een sterke sociale context aangeboden waarbij kinderen met en van elkaar leren en elkaar ondersteunen.
Organisatie: De plusgroep komt 4x een periode van 6 weken bij elkaar op de locatie Antoniuslaan en Diligence. Vervolgens gaan de leerlingen zelfstandig in de groep met hun taken aan de slag. Er wordt door de leerlingen gewerkt tijdens de verrijkingstijd in de klas. Evaluatie: er wordt gewerkt aan een portfolio, met daarin de persoonlijke leerdoelen. Zie bijlage
12
In de klas hebben de meerbegaafde leerlingen verdiepende lesstof. Te denken valt aan de plustaken en Kien van rekenen, plusboek taal, 2 en 3 sterren opdrachten spelling etc. Deze worden door de eigen leerkracht uitgedeeld en aangeboden. Daarnaast werken de meerbegaafde kinderen aan Topklassers, digitale topschool, Tasc-model (Wallace,B (2002) Eleonoor van Gerven, www.slimdigitaal.nl) werkstukken en digitale projecten.
13
5. Organisatie en ruimte De Rank Verantwoordelijke leerkrachten: De verantwoordelijke leerkrachten voor de plusgroep zijn Evelyn Vis en Mirjam van der Voet. Wanneer nodig kan er een beroep worden gedaan op de specialist hoogbegaafdheid van de OA Lisse. o Afhankelijk van de onderwerpkeuze kan een beroep gedaan worden op specialisten uit het bedrijfsleven/hoger onderwijs/universitair onderwijs, om medewerking te verlenen. De plusleerkracht is verantwoordelijk voor de opdrachten in de plusgroep. Tijdens de bijeenkomsten geeft de plusleerkracht een gerichte opdracht mee aan de leerling, waaraan deze kan werken in de klas, nadat de standaard verrijkingsopdracht is voltooid. Ruimte: De ruimte is afhankelijk van de opdracht. Beschikbare ruimtes zijn voor de Antoniuslaan: tussen ruimte boven, computerruimte gang of lokaal 8/Engels. Voor de Diligence: tussenlokaal. Tijdsinvestering: Groepsleerkracht
-
Plusleerkracht:
-
-
Gesprekken met ouders > 30 min. per leerling Invullen DHH (1), Doortoetsen leerlingen in opdracht van de plusleerkracht. Verantwoording standaardverrijkingsopdrachten Invullen DHH (2), Gesprekken met ouders > 30 min. per leerling, per keer. Gesprekken met groepsleerkrachten > 30 min. per leerling. Terugkoppeling met leerkrachten in teamvergadering > 1 uur per projectperiode. Voorbereiding lessen > 4 uur. Uitvoering lessen > 4 uur. Overleg IB-er > 1 uur in de week, 14
afbouwend 1 uur in de 2 weken. Maandelijks overleg plusleerkracht, IB-er, directeur 1 uur. IB-er: -
-
-
Gesprekken met ouders > 30 min. per leerling, per keer in voorkomende gevallen Overleg plusleerkracht > 1 uur in de week, afbouwend 1 uur in de 2 weken. Maandelijks overleg plusleerkracht, directeur 1 uur.
Directeur: Maandelijks overleg plusleerkracht, IB-er, directeur 1 uur.
Continuïteit: Terugkoppeling op teamvergadering: voortgang, doelstelling en opbrengsten. Leerkrachten enthousiast houden voor plusgroep, door middel van presentaties. Individuele voortgangsgesprekken met de leerling en ouders(portfolio). Communicatie naar ouders Waarborgen van voldoende formatietijd komende jaren. Evaluatie van groeiproces plusgroep. Na de bijeenkomst van de plusgroep verstuurt de plusleerkracht een mailtje naar alle ouders en desbetreffende leerkrachten om te vertellen wat er die dag is gedaan in de plusgroep.
15
6. Beoordeling op het rapport Het aanbod in de plusgroep is iets extra’s voor de betreffende leerlingen. Er komt geen apart cijfer voor deze activiteiten op het rapport. Wel wordt in het rapport vermeld dat de leerling mee doet aan de plusgroep en wordt het gemaakte werk beoordeeld. (Bijlage 6)
16
7. Evaluatie Hoe, door wie en hoe vaak evalueren we dit plan. Wie zijn hierbij betrokken? De eerste 2 jaren wordt dit beleidsplan halfjaarlijks geëvalueerd door - betrokken ouders en - leerkrachten. - meerbegaafdheidsspecialist. De wijze waarop is nog in ontwikkeld. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn - vaststellen wat heeft goed / niet / slecht gewerkt - vaststellen welke vraagstukken onbeantwoord bleken in dit plan - vaststellen welke andere problemen naar zijn voren gekomen - vaststellen leerpunten - vaststellen verbeterpunten plan - vaststellen actielijst - vaststellen datum volgende evaluatie
17
Bijlage 1. Beslisboom deelname plusgroep
De leerling is gediagnosticeerd als waarschijnlijk (hoog)begaafd, aan de hand van DHH.
nee De leerling kan niet naar de plusklas.
ja
De leerling heeft problemen met het ontwikkelen van effectieve werk- en leerstrategieën op meer complexere taken.
nee De leerling kan niet naar de plusklas
ja De leerling heeft, ondanks aanpassingen in de klas (compacten, verrijking, anders), behoefte aan meer uitdaging.
nee
De leerling kan niet naar de plusklas.
ja
De leerling kan deelnemen aan de plusklas.
Deze beslisboom is afkomstig uit Document Wakersduin
18
Bijlage 2. Aanmeldingsformulier plusgroep Naam leerling:________________________ Datum:_________________ Geboorte datum:______________________ Leerkracht:______________ Groep:______________________________ Aanmelding op verzoek van ouders 0 op verzoek van de leerkracht
0
De leer- en persoonlijkheidseigenschappen die we toeschrijven aan begaafde leerlingen zijn zichtbaar: ja/nee De leerling heeft problemen met het ontwikkelen van effectieve werk- en leerstrategieën op meer complexere taken: ja/nee De quickscan is afgenomen: Datum afname:__________________ Door middel van de quickscan is er geconstateerd dat er verder onderzoek nodig is:
ja/nee
ja/nee
Welke aanpassingen zijn er in de klas? Bijvoorbeeld compacten, verrijking, anders… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Overige opmerkingen:
………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………
19
Verslagformulier aanmelding Naam leerling: Datum: Geboorte datum: Leerkracht: Groep:
________________________ _________________ ______________________ ______________ ______________________________
Aanmelding op verzoek van ouders 0 op verzoek van de leerkracht 0 Naam plusleerkracht/IB-er: Datum afname quickscan: Datum afname HDD:
___________________ ____________________ ________________________
De leerling is gediagnosticeerd als waarschijnlijk (hoog) begaafd, aan de hand van HDD ja/nee De leerling heeft problemen met het ontwikkelen van effectieve werk- en leerstrategieën op meer complexere taken. ja/nee De leerling heeft, ondanks aanpassingen in de klas (compacten, verrijking, anders), behoefte aan meer uitdaging. ja/nee Overige opmerkingen ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 0 0
De leerling kan niet deelnemen aan de plusgroep. De leerling neemt deel aan de plusgroep vanaf ________________________
20
Bijlage 3 Tussendoelen Tasc-Model De leerling legt tijdens iedere fase de stappen vast in een werkdossier. Informatie verzamelen - Fase 1: De leerling maakt een woordspin bij een onderwerp. - Fase 2: De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). - Fase 3: De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). De leerling maakt verbindingen tussen de woorden die bij elkaar horen. - Fase 4: De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). De leerling maakt verbindingen tussen de woorden die bij elkaar horen. De leerling maakt van de woordspin een collage en gebruikt beeldmateriaal om te tonen wat hij/zij al weet van het onderwerp. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Identificeren - Fase 1: De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin een leervraag. - Fase 2: De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin twee leervragen. - Fase 3: De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin twee leervragen en geven de vragen die bij elkaar horen een zelfde kleur om werkgroepen te vormen. - Fase 4: De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin drie leervragen en geven de vragen die bij elkaar horen een zelfde kleur om werkgroepen te vormen. De leerling formuleert hierbij zijn/haar doel van het project en komt tot een product. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Inventariseren - Fase 1: De leerling bedenkt bij een leervraag een eindproduct. - Fase 2: De leerling bedenkt bij een leervraag een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. - Fase 3: De leerling bedenkt bij twee leervragen een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. - Fase 4: De leerling bedenkt bij iedere leervraag een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Beslissen - Fase 1: De leerling bespreekt één suggestie en noemt hierbij een voordeel en een nadeel. - Fase 2: De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij een voordeel en een nadeel. 21
Fase 3: De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij meerdere voordelen en nadelen. De leerling denkt na over de consequenties van de verschillende aanpakken. - Fase 4: De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij meerdere voordelen en nadelen. De leerling denkt na over de consequenties van de verschillende aanpakken. Dit wordt vastgelegd in een plan. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Uitvoeren - Fase 1 en 2: De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, één informatiebron, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij volledige begeleiding van de leerkracht. - Fase 3 en 4: De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, meerdere informatiebronnen, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij minimale begeleiding. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Evalueren - Fase 1: De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. - Fase 2: De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. - Fase 3: De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. Daarnaast kan de leerling op een positieve manier feedback geven op het werk van andere leerlingen. - Fase 4: De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. Daarnaast kan de leerling op een positieve manier feedback geven op het werk van andere leerlingen en suggesties, zodat andere leerlingen het gewenste resultaat kunnen bereiken. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. Communiceren - Fase 1: De leerling is in staat om aan de plusgroep over het eigen werk te vertellen. Wat heb je bereikt, hoe heb je dat gedaan en wat ging er goed? -
22
-
-
Fase 2: De leerling is in staat een presentatie te houden over het eigen werk aan de thuisgroep. Fase 3: De leerling is in staat een presentatie te houden over het eigen werk aan de thuis groep en gebruikt hierbij digitale middelen. Fase 4: De leerling is in staat in samenwerkingsverband een tentoonstelling te organiseren, waarbij gedacht wordt aan: ruimte, inrichting, materialen, uitnodiging, gebruik digitale apparatuur, presentatie en rondleidingen. Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren.
Benoemen leerervaringen - Fase 1: De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht. - Fase 2: De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht en vergelijkt dit met voorgaande prestaties. De leerling verwoord zijn vooruitgang. - Fase 3: De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht en vergelijkt dit met voorgaande prestaties. De leerling verwoord zijn vooruitgang. De leerling is in staat een nieuw leerdoel op te stellen. - Fase 4: De leerling is in staat één nieuw leerdoel op te stellen op het gebied van leer- en werkstrategieën en één op cognitief gebied. - Fase 5: De leerling is in staat bovenstaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren.
23
Persoonlijk leerplan Fase 1 Naam:________________________ evaluatie:____________________ Datum:_______________________
Datum
In de komende periode van 5 weken is het de bedoeling dat je de volgende leerdoelen bereikt: 0 De leerling maakt een woordspin bij een onderwerp. 0 De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin een leervraag. 0 De leerling bedenkt bij een leervraag een eindproduct. 0 De leerling bespreekt één suggestie en noemt hierbij een voordeel en een nadeel. 0 De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, één informatiebron, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij volledige begeleiding van de leerkracht. 0 De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. 0 De leerling is in staat om aan de plusgroep over het eigen werk te vertellen. Wat heb je bereikt, hoe heb je dat gedaan en wat ging er goed? 0 De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht. Dit doe je met behulp van de volgende leervraag en eindproduct: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
Leerervaringen: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… 24
Mijn nieuwe leervraag: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
25
Persoonlijk leerplan Fase 2 Naam:________________________ Datum evaluatie:____________________ Datum:_______________________ In de komende periode van 5 weken is het de bedoeling dat je de volgende leerdoelen bereikt: 0 De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). 0 De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin twee leervragen. 0 De leerling bedenkt bij een leervraag een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. 0 De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij een voordeel en een nadeel. 0 De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, één informatiebron, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij volledige begeleiding van de leerkracht. 0 De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. 0 De leerling is in staat een presentatie te houden over het eigen werk aan de thuisgroep. 0 De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht en vergelijkt dit met voorgaande prestaties. De leerling verwoord zijn vooruitgang. Dit doe je met behulp van de volgende leervraag en eindproduct: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
Leerervaringen: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… 26
………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Mijn nieuwe leervraag: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
27
Persoonlijk leerplan Fase 3 Naam:________________________ evaluatie:____________________ Datum:_______________________
Datum
In de komende periode van 5 weken is het de bedoeling dat je de volgende leerdoelen bereikt: 0 0 0 0 0
0
0 0
De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). De leerling maakt verbindingen tussen de woorden die bij elkaar horen. De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin twee leervragen en geven de vragen die bij elkaar horen een zelfde kleur om werkgroepen te vormen. De leerling bedenkt bij twee leervragen een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij meerdere voordelen en nadelen. De leerling denkt na over de consequenties van de verschillende aanpakken De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, meerdere informatiebronnen, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij minimale begeleiding. De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. Daarnaast kan de leerling op een positieve manier feedback geven op het werk van andere leerlingen. De leerling is in staat een presentatie te houden over het eigen werk aan de thuis groep en gebruikt hierbij digitale middelen. De leerling is in staat te vertellen wat hij/zij heeft geleerd van de opdracht en vergelijkt dit met voorgaande prestaties. De leerling verwoord zijn vooruitgang. De leerling is in staat een nieuw leerdoel op te stellen.
Dit doe je met behulp van de volgende leervraag en eindproduct: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Leerervaringen: ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
28
………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Mijn nieuwe leervraag: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
29
Persoonlijk leerplan Fase 4 Naam:________________________ evaluatie:____________________ Datum:_______________________
Datum
In de komende periode van 5 weken is het de bedoeling dat je de volgende leerdoelen bereikt: 0 De leerling maakt bij ontstane woorden een nieuwe woordspin (een dubbele woordspin). De leerling maakt verbindingen tussen de woorden die bij elkaar horen. De leerling maakt van de woordspin een collage en gebruikt beeldmateriaal om te tonen wat hij/zij al weet van het onderwerp. 0 De leerling bedenkt bij elk woord in de woordspin drie leervragen en geven de vragen die bij elkaar horen een zelfde kleur om werkgroepen te vormen. De leerling formuleert hierbij zijn/haar doel van het project en komt tot een product. 0 De leerling bedenkt bij iedere leervraag een eindproduct en bedenkt op welke manier dit uitgevoerd kan worden. 0 De leerling bespreekt alle suggesties en noemt hierbij meerdere voordelen en nadelen. De leerling denkt na over de consequenties van de verschillende aanpakken. Dit wordt vastgelegd in een plan. 0 De leerling kan een plan maken en uitvoeren met daarin de volgende onderdelen: het eindproduct, de criteria, de benodigde materialen, meerdere informatiebronnen, de te ondernemen stappen naar het eindproduct. De leerling krijgt hierbij minimale begeleiding. 0 De leerling is in staat om het eigen werk te evalueren en aan te geven of het doel is bereikt en aan de criteria is voldaan. Daar waar eventueel verbetering nodig is, bedenkt de leerling manieren om het gewenste resultaat te bereiken. Daarnaast kan de leerling op een positieve manier feedback geven op het werk van andere leerlingen en suggesties, zodat andere leerlingen het gewenste resultaat kunnen bereiken. 0 De leerling is in staat in samenwerkingsverband een tentoonstelling te organiseren, waarbij gedacht wordt aan: ruimte, inrichting, materialen, uitnodiging, gebruik digitale apparatuur, presentatie en rondleidingen. 0 De leerling is in staat één nieuw leerdoel op te stellen op het gebied van leer- en werkstrategieën en één leerdoel op cognitief gebied. Dit doe je met behulp van de volgende leervraag en eindproduct: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… 30
Leerervaringen: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Mijn nieuwe leervraag: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
31
Persoonlijk leerplan Fase 5 Naam:________________________ evaluatie:____________________ Datum:_______________________
Datum
In de komende periode van 5 weken is het de bedoeling dat je de volgende leerdoelen bereikt: 0 De leerling is in staat alle voorgaande tussendoelen volledig zelfstandig uit te voeren. (Zie persoonlijk leerplan fase: 1, 2, 3 en 4). Dit doe je met behulp van de volgende leervraag en eindproduct: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Leerervaringen: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… Mijn nieuwe leervraag: ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
32
Wat zou je de volgende keer verwachten van de plusklas? Of wat zou je de volgende keer willen doen? ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
33
Bijlage 4. Vastleggen van de individuele leerlijn & versnelling en verrijking Afspraken over verdieping & verrijking rekenles Vak rekenen Reden
Goede rekenaars De leerlingen zijn goede rekenaars en hebben baat bij verdieping en verrijking van de rekenles. Daarmee willen we de leerlingen zorg op maat bieden en de kwaliteiten van kinderen benutten.
Doelstelling
De leerlingen rekenen op hun eigen niveau en krijgen daarvoor een apart programma aangereikt.
Hoe doen we dit?
De leerlingen nemen de lesstof versneld door a.d.h.v. het compactenprogramma (slo/dhh). In de tijd die over is, kunnen ze extra rekenstof maken of krijgen ze extra stof aangereikt. Leerstof uit Pluspunt (volgens het compactenprogramma slo/dhh) Extra rekenwerk (zie overzicht Inventarisatie materiaal rekenen/spelling/taal Extra stof (zie Inventarisatie materiaal rekenen/spelling/taal) Voldoende momenten voor instructie en reflectie op het gemaakte werk (zie groepsplan)
Welke leerlingen krijgen Groep 3 / 4: verdieping en verrrijking? leerlingen die op drie momenten A scoorden op de Cito rekentoets. ( M2, E2 en M3 en die midden groep 3 op de Tempotoets een dle scoren ≥+5) Groep 5 / 8: De leerlingen moeten minimaal drie keer achter elkaar een A-score op de Cito-toetsen hebben behaald. Wie is verantwoordelijk?
De groepsleerkracht is verantwoordelijk. De IB-er / RT-er kan ingeschakeld worden 34
Traject
(voor extra leerstof). De IB-er wordt op de hoogte gesteld van de versnelling bij de bespreking van het groepsplan Na een derde A-score op de citotoets, krijgen de leerlingen bij de bloktoets een volgende bloktoets aangeboden. Dus als de groep toets 1 maakt, dan maken de leerlingen toets 2. Bij niet beheerste onderdelen doen deze leerlingen met de groep mee (100% goed). De leerlingen moeten ieder nieuw blok opnieuw getoetst worden.
Afspraken over verdieping & verrijking spellingles Reden
De leerlingen zijn goed in spelling hebben baat bij verrijking van spellingles. Daarmee willen we leerlingen zorg op maat bieden en kwaliteiten van kinderen benutten.
Doelstelling
De leerlingen krijgen het aanbod dat past bij hun eigen niveau.
Hoe doen we dit?
De leerlingen nemen de spellingstof versneld door a.d.h.v. een compactenprogramma. In de tijd die over is, kunnen ze extra spelling/taalopdrachten maken. Deze spelling/taalopdrachten kunnen bestaan uit extra werk uit de methode . Extra stof (zie Inventarisatie materiaal rekenen/spelling/taal) Voldoende momenten voor instructie en reflectie op het gemaakte werk (zie groepsplan)
en de de de
Welke leerlingen krijgen Groep 3 / 4: een Leerlingen die goed scoren op de compactenprogramma? spellingtoetsen (dictee een 10) en op drie achtereenvolgende momenten een A scoren op de Cito-toets Spelling (M3, E3 en M4).
35
Groep 5 / 8: De leerlingen moeten minimaal drie keer achter elkaar een A-score op de Cito-toets Spelling hebben behaald. De leerlingen zijn zich op allerlei momenten bewust van de spellingregels die zij op dat moment zouden kunnen toepassen. Wie is verantwoordelijk?
Traject
De groepsleerkracht is verantwoordelijk. De IB-er / RT-er kan ingeschakeld worden (voor extra leerstof). De IB-er wordt op de hoogte gesteld van de versnelling bij de bespreking van het groepsplan. Na een derde A-score, krijgen de leerlingen bij de bloktoets een volgende bloktoets aangeboden. Dus als de groep toets 1 maakt, dan maken de leerlingen toets 2. Bij niet beheerste onderdelen doen deze leerlingen met de groep mee (100% goed). De leerlingen moeten ieder nieuw blok opnieuw getoetst worden.
36
Bijlage 5. Het DHH Het Digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid ontwikkeld door Eleonoor van Gerven. Compleet systeem Het Digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid (DHH) is een compleet systeem voor de identificatie en het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs. Het DHH bestaan uit de volgende modules: 0. Quick Scan 1. Signalering 2. Diagnostiek 3. Leerlingbegeleiding 4. Evaluatie Taakverlichtig en –verdeling Het Digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid vermindert de taaklast van de intern begeleider van de hoogbegaafde leerlingen. Het protocol is zo opgebouwd dat na het proces van signalering en diagnostiek iedere leerkracht zelfstandig hoogbegaafde leerlingen kan begeleiden. Module 0-2: Intern Begeleider Module 3-4: Leerkracht Het proces van herkenning, signalering en diagnostiek is volledig geautomatiseerd. Het protocol begeleidt u hierbij en geeft u aan het eind van het traject een individueel advies voor de leerling. Ook bij de modules Begeleiding en Evaluatie wordt u begeleid bij het schrijven van een handelingsplan. Daarvoor vindt u de volgende ondersteunende aspecten:
37
Het adviestraject Vervroegde Doorstroming:
maakt automatisch gebruik van eerder ingevoerde gegevens over een leerling;
ondersteunt bij het nemen van een afgewogen beslissing;
geeft richtlijnen voor de aanpak.
Complete richtlijnen compacting voor uw eigen methode:
voor diverse vakken: taal, spelling, rekenen, aanvankelijk en begrijpend lezen en zaakvakken;
richtlijnen zijn gebaseerd op leerlijnen;
differentiëren op twee niveaus boven 'goed';
geven ondersteuning bij planning van de leerstof.
Begeleid bij het selecteren van een passend verrijkingsaanbod:
kiezen per groep, per vakgebied, per leerlijn;
recensies van geschikt materiaal;
speciale verrijkingsopdrachten voor kleuters.
Pedagogische handelingssuggesties voor de meest voorkomende aandachtspunten bij bijvoorbeeld:
sociaal functioneren;
zelfbeeld;
faalangst;
onderpresteren;
werk- en leerstrategieën.
38
Bijlage 6. Beoordeling van het werk Zie hieronder
39
Beoordelingsformulier Educatief gezelschapsspel Naam:………………………. Groep:………………………. Datum:……………………… Titel van het spel:……………………………………………………… 1. Geschreven informatie (handleiding en kaartjes) Inhoudelijk zeer zwak zwak voldoende Authentiek zeer zwak zwak voldoende (eigen taalgebruik) Spelling zeer zwak zwak voldoende Zijn de zeer zwak zwak voldoende spelregels overzichtelijk Zijn de zeer zwak zwak voldoende spelregels volledig 2. Verzorging Geschreven/ zeer zwak getypt werk Klein materiaal zeer zwak (kaartjes, spelbord, pionnen, dobbelsteen, etc.) Verpakking zeer zwak 3. Overig Originaliteit Hoe is de speelbaarheid van het spel Werkhouding (actief meedoen, planning)
goed goed
zeer goed zeer goed
goed goed
zeer goed zeer goed
goed
zeer goed
zwak
voldoende goed
zeer goed
zwak
voldoende goed
zeer goed
zwak
voldoende goed
zeer goed
zeer zwak zeer zwak
zwak zwak
voldoende goed voldoende goed
zeer goed zeer goed
zeer zwak
zwak
voldoende goed
zeer goed
Op tijd ingeleverd:
ja
nee
4. Opmerkingen ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… Totaalbeoordeling:……………………
Paraaf:………………………………… 40
Beoordelingsformulier Poster Naam:………………………. Groep:………………………. Datum:……………………… Titel van de Poster:……………………………………………………… 1. Geschreven informatie Inhoudelijk zeer zwak zwak Authentiek zeer zwak zwak (eigen taalgebruik) Spelling zeer zwak zwak 2. Illustraties Foto’s, zeer zwak grafieken, kaartjes, e.d. 3. Verzorging Geschreven/ zeer zwak getypt werk Illustraties zeer zwak 4. Algemeen Inleiding zeer zwak Bronnen zeer zwak
Op tijd ingeleverd:
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak zwak
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
ja
nee
5. Opmerkingen ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. Totaalbeoordeling:…………………… Paraaf:………………………………… 41
Beoordelingsformulier PowerPoint Naam:………………………. Groep:………………………. Datum:……………………… Titel van de PowerPoint:……………………………………………………… 1. Geschreven informatie Inhoudelijk zeer zwak zwak Authentiek zeer zwak zwak (eigen taalgebruik) Spelling zeer zwak zwak 2. Illustraties Foto’s, zeer zwak grafieken, kaartjes, e.d. Achtergrond zeer zwak 3. Verzorging Geschreven/ zeer zwak getypt werk Illustraties zeer zwak 4. Algemeen Inhoud zeer zwak Voorwoord zeer zwak Nawoord zeer zwak Bronnen zeer zwak Op tijd ingeleverd:
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak zwak zwak zwak
voldoende voldoende voldoende voldoende
goed goed goed goed
zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed
ja
nee
5. Opmerkingen ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. Totaalbeoordeling:…………………… Paraaf:………………………………… 42
Beoordelingsformulier ruimtelijk werkstuk Naam:………………………. Groep:………………………. Datum:……………………… Titel van het ruimtelijk werkstuk:……………………………………………………… 1. Geschreven informatie Inhoudelijk zeer zwak zwak Authentiek zeer zwak zwak (eigen taalgebruik) Spelling zeer zwak zwak 2. Verzorging Geschreven/ zeer zwak getypt werk Illustraties zeer zwak 3. Ruimtelijk werkstuk Verzorging/ zeer zwak materiaal gebruik Ondersteund zeer zwak het ruimtelijk werkstuk de leervraag? 4. Presentatie Inhoudelijk zeer zwak Stemgebruik zeer zwak Op tijd ingeleverd:
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak zwak
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
ja
nee
5. Opmerkingen ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. Totaalbeoordeling:…………………… Paraaf:………………………………… 43
Beoordelingsformulier Werkstuk Naam:………………………. Groep:………………………. Datum:……………………… Titel van de Werkstuk:……………………………………………………… 1. Geschreven informatie Inhoudelijk zeer zwak zwak Authentiek zeer zwak zwak (eigen taalgebruik) Spelling zeer zwak zwak 2. Illustraties Foto’s, zeer zwak grafieken, kaartjes, e.d. 3. Verzorging Geschreven/ zeer zwak getypt werk Illustraties zeer zwak 4. Algemeen Inhoudsopgave zeer zwak Voorwoord zeer zwak Nawoord zeer zwak Bronnen zeer zwak Eigen mening zeer zwak Op tijd ingeleverd:
voldoende voldoende
goed goed
zeer goed zeer goed
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak
voldoende
goed
zeer goed
zwak zwak zwak zwak zwak
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
goed goed goed goed goed
zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed
ja
nee
5. Opmerkingen ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. Totaalbeoordeling:…………………… Paraaf:………………………………… 44
45