Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen
Voor u ligt het samengevatte pedagogisch beleidsplan van de kinderdagverblijven van Trias Kinderopvang.
Doelstellingen Kinderopvang op natuurlijke basis, gericht op natuur en bewegen. Het bieden van een plaats waar kinderen zich veilig, thuis en geliefd voelen en waar alle aandacht aan hen wordt besteed. Dit gebeurt in een speciaal op het kind ingerichte binnen- en buitenruimte onder deskundige leiding. We willen opvang bieden als een tweede thuis, waar de kinderen zich volledig op hun gemak voelen en rust, vertrouwen en ontspanning vinden. Uitgangspunten Wij hechten veel belang aan beweging en respect en aandacht voor de natuur. Door middel van het dagritme en de aangeboden activiteiten proberen we dit aan de kinderen mee te geven. Belangrijk bij natuurbeleving is zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke materialen en biologische levensmiddelen. Daarnaast gaan we zoveel mogelijk naar buiten. Van belang bij bewegen is het dagelijks aanbieden van bewegingsactiviteiten zoals "beren Judo", een kaboutertocht in het park en peuterdans. Op onze kinderdagverblijven wordt de zorg voor zelfredzaamheid en de zelfstandigheid gestimuleerd.
andere
kinderen,
de
Binnen Trias Kinderopvang wordt het kind gezien als een mens met eigen talenten, eigen ontwikkelingwijze en eigen tempo. De activiteiten dragen bij aan de ontwikkeling van hoofd (verstand), hart (gevoel) en handen (maken). Verschillende levensjaren
Eerste levensjaar. Het kind wil de wereld leren kennen en doet dat op zijn unieke wijze in zijn tempo. Wat ieder kind het eerst doormaakt is het proces van het oprichten. We zien een bewegingdrang: het oefenen waardoor het kind zich leert om te draaien, het gaat kruipen, komt tot zitten en uiteindelijk tot staan. De motivatie van het kind om deze grote prestatie te leveren, moeten we onder andere zien in zijn nabootsingwil. Tweede levensjaar. Bij het kind ontwikkelt het spreken wat we als een verfijnde beweging kunnen beschouwen. Alweer een groot oefenwerk waarbij ook de nabootsing een grote rol speelt. Ons voorbeeld en ons juiste taalgebruik, zonder in zogenaamd grappig kinderlijke verbasteringen te vervallen is belangrijk. Derde en vierde levensjaar. Een nieuwe fase is aangebroken waarin het kind zich bewust wordt van het eigen "ik" en hij zal niet langer over zichzelf spreken in de derde persoon. Het kind blijkt een zekere zelfstandigheid te hebben bereikt en zegt soms ook ‘nee’. Het kind kan driftig en koppig zijn. Vanaf deze tijd wordt de fantasie ontwikkelt en geprikkeld. De fantasie mogen we zien als een creatieve kracht en als een eerste actief gebruik van de hersenen. Deze krijgen pas later de kwaliteit van
leren en onthouden. Van belang is dat de pedagogische medewerkers het kind ondersteunen in zijn fantasiewereld en het niet, door een te veel intellectuele benadering, tot vervroegd ‘leren’ brengen. Een rustige omgeving en eenvoudig speelgoed kunnen tot fantasie aanzetten. Tijdens deze periode is de pedagogisch medewerker niet verbiedend of ingrijpend bezig, maar geeft het goede voorbeeld. Niet helpen, maar zelf laten doen. Elementen
Nabootsing. De rol van de opvoeder is om het kind voor te leven, dingen met aandacht te doen zodat het kind vanuit enthousiasme mee wilt doen. Natuurlijk ritme, herhaling en rust. Een kind heeft een gevoel van veiligheid nodig. Door middel van vaste pedagogisch medewerkers, ritme in de dagindeling en duidelijke regels ontstaat een gevoel van veiligheid. Thuisgevoel. De groepsruimten stralen door de rustige lichte kleuren, houten meubels, natuurlijke materialen en seizoenstafels een warme sfeer uit. De pedagogisch medewerkers voeren allerlei nuttige taken uit zoals brood bakken en was opvouwen. De kinderen mogen daarbij helpen en bootsen het werk na. De verticale opbouw van de groepen dragen ook bij aan het thuisgevoel. Momenten om persoonlijk contact met het kind te hebben zijn bijvoorbeeld een praatje maken, een boekje lezen of een compliment maken. Activiteiten In het samenzijn met andere kinderen leert het kind zich ook sociaal en emotioneel te ontwikkelen. Vaak is het spel voor het jonge kind de eerste sociale oefening waarin het andere kinderen ontmoet. Bij Trias Kinderopvang richten we ons naast het bewegen en natuurbeleving ook op de ontwikkeling van fantasie en creativiteit. Er wordt zoveel mogelijk met natuurlijke materialen gewerkt zoals bijenwas, hout, stof en wol. De pedagogisch medewerker volgt en begeleidt het kind hierbij en respecteert de eigenheid van het kind en legt niet haar eigen ideeën op. Er wordt naar gelang het seizoen of jaarfeest geknutseld. Een belangrijk element in het dagritme is het zingen. Zingen biedt niet alleen houvast, maar stimuleert ook de taalontwikkeling. Bij het zingen worden gebaren ter ondersteuning van de tekst gemaakt. Muziek en zang wordt ingezet om een activiteit aan te kondigen of af te sluiten of het wordt gebruikt als activiteit zelf. Om de peuters tussen de 2,5 en 4 jaar nog meer uitdaging te bieden en nog beter voor te bereiden op school wordt de Peuter Academie georganiseerd. Zo bieden we de peuters een peuterspeelzaal binnen een kinderdagverblijf. Bij Trias Kinderopvang wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van taal en daarbij aan VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie). Er wordt gewerkt met de VVE methode Peuterpraat. De doelstelling van VVE: stimuleren van de
spraak- en taalontwikkeling van kinderen waarbij het accent ligt op communicatie/interactie, plezier in praten, woordenschat en taalbegrip. Peuterpraat bestaat uit 13 kalenderbladen met activiteiten rond een bepaald thema. Op elk kalenderblad staan prentenboeken, liedjes, toneelstukjes, activiteiten rond woordenschat, knutsel- en gymlesjes. Bij elk thema hoort een ontdekkist met materialen die bij het thema passen en waar de kinderen gedurende dat thema mee mogen spelen. Ook wordt er een thematafel ingericht in de hal.
Buitenspelen en natuurbeleving. Iedere dag gaan de kinderen naar buiten. De kinderen kunnen lekker spelen in de tuin, halen een frisse neus in het park of maken een wandeling in de buurt van het kindercentrum. Tijdens het buitenspelen in de tuin kunnen de kinderen meehelpen in de moestuin en planten verzorgen. Ook creatieve activiteiten en eten kunnen buiten plaatsvinden als het weer het toelaat. De tafels worden dan buiten neergezet. Onze buitenspeelruimten zijn ingericht zodat de kinderen zich kunnen bewegen en waar zij contact maken met de natuur. Daarbij kunnen kinderen weleens vies worden. Ieder kind heeft eigen laarzen en regenkleding op de opvang liggen, zodat de kinderen ook naar buiten kunnen als het regent of koud is. Oudercontact Om te kijken of ouders hun kind bij een kindercentra van Trias Kinderopvang willen plaatsen, kunnen ouders rondgeleid worden en ontvangen zij een algemeen informatieboekje. Indien de ouders akkoord gaan met de aangeboden plaats worden zij uitgenodigd voor een intakegesprek en wenperiode. Op de momenten van het brengen en halen kunnen de pedagogisch medewerkers en ouders informatie uitwisselen over het kind welke op dat ogenblik van belang is, zoals de gebeurtenissen van die dag en een gewijzigd voedingspatroon. In het schriftje schrijven de ouders bijvoorbeeld hoe thuis het schema van de baby is en de pedagogisch medewerkers schrijven in het schriftje hoe de dag van de baby op het kinderdagverblijf gaat. Het schriftje wordt in principe gebruikt tot een kind de leeftijd van 1,5 jaar bereikt. Voor kinderen vanaf 1,5 jaar wordt een plakboek bijgehouden waarin leuke stukjes, foto's en werkjes worden bewaard. Kindgesprekken. Ongeveer 3 maanden na plaatsing op de groep vindt a.d.h.v. een formulier een evaluatiegesprek plaats. Vervolgens worden de ouders ongeveer 1 keer per jaar uitgenodigd voor een gesprek om dieper op de opvoeding en ontwikkeling van het kind in te gaan, o.a. a.d.h.v. de Peuterpraatobservatie. Pedagogisch medewerkers Ouders mogen verwachten dat er zorgvuldig met hun kind(eren) wordt omgegaan en dat zij met vragen, opmerkingen en klachten bij de pedagogisch medewerkers terecht kunnen en dat zij voldoende worden geïnformeerd over het functioneren van
hun kind. De pedagogisch medewerkers hebben affiniteit met natuur en bewegen. Zij vinden het belangrijk om met kinderen de natuur te ontdekken en veel bewegingsgerichte activiteiten te doen. De balans tussen veiligheid en uitdaging wordt hierbij nauwlettend in de gaten gehouden. Belangrijk is dat van de pedagogisch medewerker een rustgevende werking uit gaat: de manier van lopen, de toon tegen de kinderen, de wijze waarop de pedagogisch medewerker dingen doet en ondertussen de hele groep in het oog houdt. Het vraagt van de pedagogisch medewerkers een groot empatisch vermogen om de communicatie van de kinderen te begrijpen en er adequaat op in te gaan. Trias Kinderopvang heeft een pedagoog in huis die de pedagogisch medewerkers en ouders kan ondersteunen bij vragen omtrent de ontwikkeling of het gedrag van de kinderen. Daarnaast is er een VVE-tutor in dienst.