Beleidsplan Kinderwerk
Evangeliegemeente De Regenboog Zuid
Inhoudsopgave 1. Algemeen – wat doen we en waarom? 1.1. Visie 1.2. Missie 1.3. Waarden 1.4. Strategie 2. Kinderwerk in praktijk – hoe doen we het? 2.1. Rode draad 2.2. Kanjertraining 2.3. Uitwisseling doelen 2.4.
1. Visie, missie, waarden, strategie 1.1 Visie De visie voor het kinder-, jeugd- en volwassenwerk is gebaseerd op het grote gebod en de grote opdracht. Het grote gebod ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf’. Matteüs 22:37-40. De grote opdracht Jezus zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb’, Matteüs 28:18-20. Voor kinderen hebben we deze grote opdracht verder uitgewerkt in bijlage 1 (keuze maken voor Jezus) en bijlage 2 (kinderen en de Heilige Geest). Bij elkaar gebracht in vijf doelen Vanuit het grote gebod en de grote opdracht zijn voor kinderen en volwassenen vijf doelen helder gemaakt. Deze vijf doelen worden in taalgebruik en uitleg aangepast aan de doelgroep kinderen. Doelen voor volwassenen Aanbidden Dienen Zending Gemeenschap Discipelschap
Doelen voor kinderen Eren Helpen Vertellen Vriendschap Volgen
De doelen voor de kinderen zijn verwoord als werkwoorden. In vormen die passen bij de ontwikkelingsfase wordt aan de doelen in alle groepen gewerkt. De uitwerking van deze doelen wordt beschreven in hoofdstuk 2. 1.2 Missie Wij willen kinderen vertellen wie Jezus Christus is (Verkondiging) en hen helpen een keus te maken (Vernieuwing) Hem te eren, te volgen, elkaar te bemoedigen, anderen te helpen en het evangelie te vertellen aan hun vrienden (Verheerlijking). Deze drie V’s worden ook gehanteerd bij de volwassenen. 1.3 Waarden Kernwaarden binnen het kinderwerk zijn: Veiligheid: we werken aan een veilige omgeving waarin het kind zich geborgen voelt. Open communicatie: binnen het kinderwerk willen we op een open manier met elkaar (kinderen/kinderwerkers) communiceren. Respect: het woord respect is van groot belang – respect hebben voor elkaar en elkaar in waarde laten.
Zorg en aandacht: we leren de kinderen om zorg en aandacht te hebben voor elkaar.
1.4 Strategie Kinderen zijn vanuit de Schepping toevertrouwd aan hun ouders. Bij hen ligt de verantwoordelijkheid voor de (geloofs)opvoeding van hun kinderen. Dit is een cruciaal uitgangspunt in het bereiken van de bovengenoemde doelen. Hierbij zijn twee pijlers van belang: Ouders worden vanuit de gemeente actief gestimuleerd en onderwezen om hun verantwoordelijkheid vorm te geven. Zij geven geloofsopvoeding in een actieve vorm van onderwijs. Daarnaast zijn een levend voorbeeld. Dit noemen wij een passieve vorm van onderwijs. Deze vorm heeft ook betrekking op de plaats die kinderen binnen de gemeente ervaren als plek van veiligheid en geborgenheid. Kinderen worden vanuit het kinderwerk actief gestimuleerd en onderwezen om te groeien in het geloof met in achtneming van hun ontwikkeling. Dit noemen wij een actieve vorm van onderwijs. Die actieve vorm kan ook ervaren worden door kinderen in te schakelen in het kinderwerk in hun gemeente.
2. Uitwerking van de vijf doelen 2.1 Uitwerking Doelen In de onder visie 1.1 genoemde doelen worden op de volgende manier uitgewerkt: Eren Vanaf het eerste begin wordt door houding en woord aan kinderen geleerd dat God groot is, en zeer te prijzen. Dit sluit aan bij de basisregel in de kanjertraining. Eren wordt duidelijk in de volgende aspecten van onderwijs: eerbied bij momenten dat er gebeden wordt door leiding en kinderen. eerbied in woordgebruik door leiding en kinderen. Kinderen leren door zingen en muziek God groot te maken Kinderen uitleggen wat het betekent om God te aanbidden in Geest en in waarheid Helpen Dit werkwoord past bij kinderen, omdat zij van nature graag helpen. Het sluit aan bij de tweede kanjerregel. Het accent ligt voor deze doelgroep op het: samen doen zorgen voor elkaar samen opruimen. Kinderwerkers kunnen in woord en voorbeeld overdragen hoe belangrijk het is om elkaar te helpen, zeker als een kind er een beetje buiten valt. Daarnaast worden in events mogelijkheden gecreëerd, waarbij kinderen iets voor een ander kunnen doen. Denk hierbij aan fondswervingsacties en diaconale projecten. Vertellen Vanaf de jongste groepen wordt met kinderen gesproken over de verhalen, de boekjes, de filmpjes en de presentaties. Dit alles op hun ontwikkelingsniveau.
In de bovenbouw worden kinderen uitgedaagd om aan te geven waar zij staan. Zij worden geholpen om onder woorden te brengen wat ze geloven. Kinderen en ouders worden gestimuleerd door lessen en oudermateriaal om elkaar te vertellen wie Jezus Christus voor hen is en wat het betekent om te geloven. Vriendschap Kinderen zijn onderdeel van de gemeente. Ze hebben elkaar nodig, vriendschap kan gevormd worden vanaf de jonge jaren. Vanaf de jongste groepen vertelt de leiding hoe zij met elkaar en met gemeenteleden om moeten gaan. Dit zien de kinderen terug in de levens van de leiding. De regels van de kanjertraining helpen daarbij. Vanaf de oudere groepen zijn er lessen over vriendschap en wat het betekent om een vriend voor de ander te zijn. Ook de keerzijde zoals pesten komt aan bod en waarbij geleerd wordt wat jouw houding hierin moet zijn. Volgen Aan kinderen wordt geleerd wat het betekent om Jezus te volgen. Daarbij wordt aandacht geven aan zowel de zegen en de vreugde als de strijd en de vervolging. Met al deze aspecten krijgt het kind te maken. Er is veel aandacht voor het praktisch maken van de Bijbelse waarheid in de context van de kinderen. Zodoende leren zij wat normaal is en wat abnormaal is, wat hoort bij Jezus en wat hoort bij het koninkrijk van satan. 2.2 De rode draad De rode draad, die door alle groepen en programma’s loopt, is dat wij kinderen van jongs af aan vertrouwd willen maken met de liefde van God de Vader, zijn Zoon Jezus Christus en de kracht van de Heilige Geest. Het is ons verlangen dat kinderen op jonge leeftijd een keus leren maken om een discipel van Jezus te worden. Wij houden rekening met de verstandelijke en geestelijk ontwikkeling van het kind en bieden daarbij de volgende programma’s aan: 0-2 Zingen en zegenen. Boekjes lezen, plaatjes kijken. Overdracht van het geloof kan soms tijdens de oppas: zegenen, zingen, bidden voor je kleintje. Ouders worden hierbij betrokken. 2-3 B-boekjes, Kleine boekjes waarin het verhaal op rijm en met fel gekleurde platen verteld wordt aan deze leeftijdsgroep. 3-4 Programma van Timotheüs. 4-7 Onderbouw: kleuterprogramma Promiseland. 7-10 Middenbouw: Promiseland en andere passende lessen. 10-12 Bovenbouw: Promiseland en andere passende lessen. De lespakketten van Promiseland zijn themagericht en geven ervaringsgericht onderwijs. Het accent ligt op de geloofsaspecten. 2.3 Kanjertraining In 2011 hebben zowel de leiding, ouders als kinderen de kanjertraining gevolgd. In deze training staan de volgende regels centraal: We hebben respect voor God, onszelf en anderen. We helpen elkaar. We vertrouwen elkaar. We lachen elkaar niet uit. Niemand speelt de baas. Niemand doet zielig.
Daarnaast hebben kinderen door middel van vier kleuren geleerd dat zij voor een bepaald gedrag kunnen kiezen. Voor verdere toelichting zie www.kanjersindekerk.nl.
3 Ouders Ouders zijn in eerste plaats verantwoordelijk voor de geloofsopvoeding van hun kind, het kinderwerk heeft een ondersteunende taak. 3.1 Cirkels van verantwoordelijkheid Rondom elk kind kunnen diverse ‘cirkels van verantwoordelijkheid’ onderscheiden worden. De eerste cirkel is: Het gezin. God heeft bedoeld dat ieder kind in een gezin opgroeit. Het is primair de verantwoordelijkheid van ouders hun kinderen op te voeden naar christelijke waarden en normen en hen de woorden van God door te geven. Lokale gemeente. De tweede cirkel van verantwoordelijkheid is de lokale gemeente, waarin het kind door God geplaatst is. Lichaam van Christus. Ten derde is het kind geplaatst in het grote geheel van het lichaam van Christus. Het gezin is de ‘kleinst mogelijke gemeente voor het kind’. Het is bij uitstek de plaats waar hij/zij door de ouders heen Jezus Christus leert kennen, weet krijgt van de Bijbel, belangrijke principes leert van het christelijke geloof en kan ervaren wat geloven praktisch inhoudt voor het leven. Voor ouders ligt hierin hun belangrijkste taak ten opzichte van hun kinderen. Veel ouders voelen zich echter juist daarin tekort schieten. Als gemeente willen we vooruit denken: wanneer we investeren in gedegen geloofsopvoeding en goed kinderwerk, investeren we in komende generaties. EDR-zuid kiest er voor om massief in te zetten op toerusting van ouders in het kader van geloofsopvoeding en in het betrekken van ouders bij het kinderwerk in de gemeente. 3.2 Geloofsopvoeding Er is een plan om ouders te ondersteunen in de geloofsopvoeding vanaf de geboorte. Er zijn in de ontwikkeling van het kind vele mogelijkheden en markante momenten, die vanuit de gemeente ondersteund kunnen worden. Wij willen dat ouders liefdevol verplicht een cursus geloofsopvoeding volgen. De uitvoering hiervan zien we in samenwerking met de werkgroep onderwijs. We willen graag meer commitment van ouders voor het kinderwerk. We gaan ervan uit dat ouders ook een bijdrage leveren aan het kinderwerk. Het is geen vrijblijvende oproep. Deze oproep geldt voor alle ouders, die kinderen hebben en gebruik maken van het kinderwerk. 3.3 Opdragen EDR draagt de kinderen van de gemeente in een samenkomst op. Deze gelegenheid zou de start moeten zijn van de betrokkenheid van de ouders in het kinderwerk en is tevens de start van toerusting door de gemeente. Een gesprek voorafgaand aan de opdraagdienst is daarbij noodzakelijk.
4. De kinderwerkers 4.1 Toerusting Kinderwerkers moeten worden toegerust voor hun taak, zowel praktisch als geestelijk. Daarom bieden we ondersteuning en training aan: - Intern, door eigen mensen - Door te verwijzen naar goede externe cursussen en trainingen - Door externe cursussen en trainingen/conferenties aan te bieden en te financieren als gemeente. In de begrotingscyclus kan een voorstel worden aangeboden door het kinderwerk, ter beoordeling in de LR. 4.2 Instructie nieuwe kinderwerkers Minimaal eens per jaar, eind augustus, begin september, wordt een verplichte instructiebijeenkomst georganiseerd voor de nieuwe kinderwerkers. De instructie vindt plaats in twee groepen: voor de baby/peutergroepen en voor de groepen vanaf groep 1 tot 8. De instructie richt zich op twee hoofdgebieden: de visie, missie, waarden en strategie en op allerlei praktisch zaken rondom het kinderwerk. 4.3 Ondersteuning in het uitvoeren van de taak Nieuwe kinderwerkers worden zoveel mogelijk gekoppeld aan ervaren werkers. Deze geven feedback en helpen de nieuwe kinderwerker waar dat nodig is. Iedere kinderwerker kan coaching aanvragen. 4.5 Taken bevoegdheden, verantwoordelijkheden Van iedere taak wordt aangegeven wat deze inhoud en welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden hierbij horen. Dit staat in de desbetreffende taakbeschrijving. We streven ernaar onze kinderwerkers gavengericht in te zetten. 4.6 Veiligheid Kinderwerkers moeten veilig zijn voor de kinderen. In het aanmeldingsformulier staat de gedragscode voor kinderwerkers vermeld die de kinderwerker ondertekent. Kinderwerkers zijn op de hoogte van de geldende ontruimingsplannen en kunnen bij calamiteiten door de verantwoordelijke BHV-er worden aangesproken en ingeschakeld.
5. Organisatie 5.1 Organigram
Leidinggevende Raad
Coordinator kinderwerk
Coordinator 1-4 jaar
Coordinator Onderbouw
Coordinator
Coordinator
Groep 4-8
Events
5.2 Coördinator kinderwerk De coördinator kinderwerk geeft leiding aan de 4 onderdelen. Deze wordt aangesteld door de LR als een betaalde functie voor 8-16 uur per week, afhankelijk van de invulling van de functie. Daarmee wordt voorzien in de broodnodige continuïteit en kwaliteit voor het kinderwerk. De coördinator kinderwerk is aanspreekpunt voor de LR. De inhoud van de programma’s en de events wordt gewaarborgd door de coördinator kinderwerk. Deze neemt initiatieven en ontplooit samenwerking met de werkgroep onderwijs in het kader van de toerusting van de ouders. 5.3 Financiën Het kinderwerk heeft een eigen budget, wat aangewend wordt voor de onderdelen en de formatie. De onderdelen hebben hun eigen deelbudget wat jaarlijks besteed kan worden en dragen daarover een, door de coördinator kinderwerk gedelegeerde, verantwoordelijkheid.
6. Samenkomsten De kinderen van de onderbouw komen eerst in de dienst van de volwassenen. De andere groepen starten in hun eigen ruimten. Voordat de mededelingen gedaan worden, gaat deze groep naar hun eigen dienst. In de hoek van de zaal staat de leiding klaar met gekleurde bordjes. De zangleider kan voor hun vertrek naar de eigen ruimte met deze kinderen een passend lied zingen zo hun deel in de dienst afsluiten. Het kinderwerk van deze groep geeft een liederenlijst aan de zangleiders. Iedere vierde zondag zijn de kinderen van de midden- en bovenbouw in de dienst. Voor hen wordt een familiemoment geïntroduceerd tijdens de zangdienst. Bij doopdiensten komen de kinderen vanaf 5 jaar met hun groep in de dienst om een deel mee te beleven. 6.1 Vijfde zondag In de kinderdiensten (midden- en bovenbouw) wordt een vast schema gehanteerd waarbij de eerste drie zondagen in de maand de kinderen hun eigen kinderdienst hebben. De vijfde zondag in de maand wordt of door een bijzonder spreker of door
een andere opzet (workshops) ingevuld. De vijfde zondag kan een gezinsdienst worden maar dit is niet noodzakelijk. 6.2 Kerst en Pasen We vieren samen als hele gemeente de hoogtijdagen Kerstfeest en Paasfeest. In de bijbel en de joodse traditie horen de kinderen er helemaal bij. Vandaar dat de diensten op deze twee dagen gezinsdiensten zijn. 6.3 Lengte van de dienst De gewenste lengte bij gezinsdiensten is maximaal 1 uur en 15 minuten De gewenste lengte bij standaard zondagen is 1 uur en 30 minuten met een uitloop van 15 minuten.
7. Events Het kinderwerk is verantwoordelijk voor de volgende events: 7.1 Kinderkerstfeest Het kinderkerstfeest op een avond vinden we waardevol. De gemeente kan nietgelovigen meenemen naar de bijeenkomst en zodoende haar missionaire opdracht vorm geven. De inhoud kan in samenwerking met derden (toneelgroep, etc) worden vormgegeven. 7.2 Vakantiebijbelfeest Vanuit EDR Zuid willen we de vorm, inhoud en het effect van het kinderbijbelfeest evalueren. Is deze vorm en inhoud wel het meest passend bij het missionaire doel van dit stuk werk? Bereiken we de kinderen buiten de brede christelijke gemeente in Veenendaal? We willen onderzoeken of een andere vorm, tijdstip in het jaar en scherpe doelstelling meer kinderen betrekt bij ons kinderwerk. Dit ook gezien de huidige moeite bij het vervullen van alle vacatures. 7.3 Kinderkampen We verwijzen graag door naar bestaande initiatieven. Het kinderwerk biedt januari/februari aan de ouders een overzicht aan van goede mogelijkheden. 7.4 Sparen/diaconaat We willen ouders stimuleren met hun kinderen te sparen en hen te leren om te geven. In het kinderwerk kiezen we voor acties om kinderen te leren dat zij alles wat ze hebben in bruikleen hebben. Om zodoende dichtbij of ver weg te bouwen aan Gods koninkrijk. 7.5 Start en afsluiting seizoen Dit zijn markeerpunten voor de kinderen en de kinderwerkers en de hele gemeente. Dit zouden heel goed gezinsdiensten kunnen zijn.
8. Diverse aspecten van het kinderwerk Hieronder volgt een verzameling van belangrijke onderdelen van het kinderwerk. 8.1. Kinderpastoraat
Kinderen maken vaak heel veel mee. In eerste instantie is het gezin de omgeving waar het kind terecht kan met zijn pijn en verdriet. Maar soms is het goed als vanuit de gemeente aandacht is voor pijnlijke en moeilijke situaties van kinderen. In pastorale situaties in gezinnen is het belangrijk om aandacht te hebben voor het kind. Oudsten, voorgangers, en kringleiders dienen hier oog voor te hebben en kunnen voorkomen dat alle (pastorale) aandacht uitgaat naar de volwassenen. Wanneer dit gewenst is, kan hulp ingeroepen worden voor kinderpastoraat. Hierin zouden we als gemeente kunnen voorzien. Er zijn in de gemeente deskundige mensen die dit kunnen uitvoeren en aangesteld worden door de LR voor het kinderpastoraat. De te volgen strategie hierin kan zijn: Uitwerken van mogelijkheden voor kinderpastoraat. Mogelijkheden voor buddygebed ouderen/kinderen. Dit kan plaats vinden na onderwijs over het belang en de mogelijkheid. Tijdens de kinderdienst op zondag willen we gelegenheid bieden voor persoonlijk gebed voor de kinderen. Dit zou iedere zondag genoemd en aangeboden kunnen worden. 8.2 Bidden en vasten Rondom de kinderen is geestelijke strijd. Satan spant zich tot het uiterste in om de kinderen van gelovige ouders te bewegen het geloof vaarwel te zeggen. Het is noodzakelijk dat ouders onderwijs krijgen over de geestelijke strijd rondom het kind. Er is veel behoefte aan kennis op dit gebied. Bidden en vasten voor kinderen is een noodzaak voor ouders en gemeente. De te volgen strategie: We willen minimaal eens per jaar een periode van bidden en vasten uitroepen. Zo nodig dan doen we dit vaker. We vinden het noodzakelijke dat er met regelmaat onderwijs is over geestelijke strijd, gebondenheid, demonie, bevrijding etc, ook in de leefwereld van de kinderen. We zouden graag meer nadruk en support zien voor de gezinnen, ook in de diensten/voorbede/zegenbede. 8.3 Aansluiting op het tienerwerk We willen geen bijzondere investeringen doen in de aansluiting van het kinderwerk op het tienerwerk. Onderwerpen die in het kinderwerk aan de orde komen, mogen best herhaald worden in het tienerwerk. Tieners kunnen actief ingezet worden in het kinderwerk. 8.4 Zorgkinderen Kinderen die meer zorg of bijzondere aandacht nodig hebben door beperkingen en/of gedragsproblemen worden zoveel mogelijk meegenomen in het gewone kinderwerkprogramma. Indien nodig worden er bijzondere maatregelen genomen als 1 op 1 begeleiding of kleine groepjes. Dit zijn echter uitzonderingen. Er is een aanspreekpunt voor ouders en kinderwerkers waarin informatie wordt gegeven en gevraagd kan worden. 8.5 Inschakelen van kinderen We willen waar mogelijk kinderen taken geven en inschakelen om zodoende medeeigenaar te worden van het programma, zich te verbinden en erkenning te ontvangen.
8.6 Missionaire opdracht Als volwaardig onderdeel van de gemeente is ook het kinderwerk onderdeel van de missionaire opdracht. Het kinderwerk staat open om activiteiten voor kinderen buiten de gemeente te ontwikkelen, met als doel hen te betrekken in het eigen kinderwerk van EDR-zuid. De kinderen van de gemeente worden verteld over en aangespoord om buiten de eigen gemeente bewogen en betrokken te zijn. 9. Evaluatie Dit beleidsplan wordt eens per vijf jaar geëvalueerd en indien nodig gewijzigd. De coördinator kinderwerk draagt hiervoor de verantwoordelijkheid