Beleidsnota evenementenbeleid. Gemeente Medemblik ( )

Beleidsnota evenementenbeleid Gemeente Medemblik (2012-2015)

Zeilevenement in Medemblik

Paalzitten te Lambertschaag

Vastgesteld: 26 juni 2012 Bekendgemaakt: 13 september 2012

Evenementenbeleid gemeente Medemblik 2012-2015

1

Inhoudsopgave 1. 2.

Inleiding .......................................................................................................... 3 Samenvatting ................................................................................................... 4 2.1 Inleiding .....................................................................................................4 3. Evenementen in de gemeente Medemblik ............................................................... 5 3.1 Aanleiding ...................................................................................................6 3.2 Doel van het evenementenbeleid ......................................................................7 4. Evenementen in categorieën ............................................................................... 8 4.1 Wanneer is een evenementenvergunning vereist? ...................................................8 4.2 Wanneer is geen evenementenvergunning vereist? .................................................8 4.3 Indeling in categorieën volgens “Procesbeschrijving Evenementenbeleid” ................... 10 5. Kaders ........................................................................................................... 13 5.1 Jaarlijkse evenementenkalender Medemblik ....................................................... 13 5.2 Lokaal evenementenoverleg ........................................................................... 13 5.3 Locaties evenementen gemeente Medemblik ...................................................... 14 5.4 Evenementen zonder evenementenvergunning .................................................... 15 5.5 Meerjarige vergunningen voor bepaalde evenementen ........................................... 15 5.6 Kermisborrels ............................................................................................. 16 5.7 Vechtsportevenementen ............................................................................... 16 5.8 Alcohol(preventie)beleid tijdens evenementen .................................................... 17 5.9 Drugsgebruik tijdens evenementen .................................................................. 17 5.10 Milieumaatregelen....................................................................................... 18 5.11 Mobiliteit .................................................................................................. 18 5.12 Geluid en geluidhinder ................................................................................. 20 6. Toezicht, handhaving en sancties ........................................................................ 23 6.1 Verantwoordelijke organisaties ....................................................................... 23 6.2 Sancties................................................................................................... 25 6.3 Afstemming toezicht en handhaving ................................................................. 26 7. Financiën ....................................................................................................... 27 7.1 Subsidies .................................................................................................. 27 7.2 Materiële ondersteuning ............................................................................... 28 7.3 Leges ....................................................................................................... 28 8. Overgangs- en slotbepalingen en ondertekening ...................................................... 29 8.1 Inwerkingtreding ......................................................................................... 29 8.4 Ondertekening ........................................................................................... 29 9. Bronmelding en geraadpleegde literatuur .............................................................. 30 Bijlage 1 Wettelijke kaders ................................................................................. 31 Bijlage 2 Voorschriften voor het organiseren van evenementen ..................................... 36 Bijlage 3 Handreiking alcoholbeleid voor organisatoren van evenementen ........................ 39 Bijlage 4 Handreiking drugsbeleid voor organisatoren van evenementen .......................... 41


2

1.

Inleiding

Medemblik staat bekend om haar evenementen. Vooral de evenementen in de kern Medemblik spreken tot de verbeelding. Een historisch stadje aan het IJsselmeer met pittoreske havens en een nabijgelegen Regattacentrum. Ook in de andere kernen van de gemeente Medemblik vinden veel evenementen plaats. Jaarlijks worden zo‟n 250 (grote) evenementen georganiseerd. Festiviteiten die niet alleen de sociale cohesie versterken, maar ook bijdragen aan de plaatselijke economie. In het omgaan met evenementen hanteert de gemeente Medemblik twee invalshoeken. Evenementen die uitsluitend de sociale cohesie versterken worden gefaciliteerd, maar maritieme evenementen en evenementen in de kern Medemblik met een extra economische en waarde worden niet alleen gefaciliteerd maar daar waar mogelijk ook nog eens gestimuleerd. Stimuleren in de vorm van subsidies. Spelregels Het organiseren van evenementen vraagt veel inzet van de organisatoren. Maar ook de gemeente en de hulpdiensten zijn er intensief bij betrokken. Met als doel om ervoor te zorgen dat de evenementen goed verlopen. Om de voorbereiding en de uitvoering van evenementen in goede banen te leiden, hanteert de gemeente Medemblik spelregels (voorschriften en procedures). Deze regels sluiten nauw aan bij de afspraken die men in de veiligheidsregio over dit onderwerp heeft gemaakt. Het evenementenbeleid Begin 2011 is de nieuwe gemeente Medemblik een feit geworden. Een extra aanleiding om alles op het gebied van evenementen weer eens duidelijk op een rijtje te zetten. In de vorm van een nota waarin naast de economische, toeristische en recreatieve elementen ook veel aandacht uitgaat naar de voorwaarden op het gebied van de veiligheid en leefbaarheid. Leeswijzer Een samenvatting van deze nota treft u aan in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de maatschappelijke bijdrage die evenementen kunnen hebben. Vervolgens komt de huidige situatie aan bod en worden de aanleiding en het doel van het evenementenbeleid toegelicht. In hoofdstuk 4 komen de verschillende definities van evenementen aan de orde. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met de indeling en uitwerking van evenementen in categorieën. Een indeling zoals die in de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord wordt toegepast. Dit onderdeel vormt een belangrijke bouwsteen van het gemeentelijk beleid. Hoofdstuk 5 gaat in op de regels voor het organiseren van evenementen in de gemeente Medemblik. Zo komen aan de orde de jaarlijkse evenementenkalender, de locale evenementencommissie, de vergunningsvrije evenementen, de voorwaarden voor een meerjarige vergunning en de maatregelen die nodig zijn om de negatieve effecten van evenementen tegen te gaan. Het toezicht op de voorschriften, de handhaving ervan en de sancties bij overtredingen komen terug in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 gaat het over de subsidiering en de leges De slotbepalingen en ondertekening komen terug in hoofdstuk 8 en de bronvermelding en geraadpleegde literatuur in het laatste hoofdstuk.


3

2.

Samenvatting

2.1

Inleiding

Het evenementenbeleid van de gemeente Medemblik sluit nauw aan bij de ontwikkelingen in de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Daarmee is Medemblik klaar voor de toekomst. Maar het beleid is niet alleen maar een opsomming van allerlei regels en voorschriften. Het gaat ook in op het belang van evenementen voor de samenleving en de rol die de gemeente Medemblik daarin kan spelen. En zeker niet onbelangrijk, het beleid kent ook een aantal vereenvoudigingen waardoor tegemoet gekomen wordt aan de wens tot deregulering. 2.2

Doel van het evenementenbeleid

Het doel van het evenementenbeleid van de gemeente Medemblik is:  het vastleggen van wat is toegestaan in relatie tot de Algemene Plaatselijke Verordening en  overige wetgeving bij het organiseren van evenementen;  het inzichtelijk maken van de risico‟s en het beheersbaar houden van de risico‟s;  afstemmen van processen met de hulpverleningsdiensten;  de overlast voor derden (o.a. omwonenden) zoveel mogelijk te beperken;  aandacht voor de frequentie, spreiding, duur en geluidsproductie bij evenementen;  zoveel mogelijk zorgen voor de openbare orde en veiligheid;  in het kader van deregulering kijken naar de mogelijkheden voor vergunningsvrije evenementen;  onderzoeken van de mogelijkheden voor een meerjarige vergunning;  voldoende aandacht voor de handhaving;  eventueel vaststellen van evenemententerreinen, dan wel periodes / locaties waar geen evenementen gehouden mogen worden;  evenementen „gebruiken‟ als marketinginstrument voor de gemeente door het stimuleren van binnen- en buitensportevenementen, evenementen voor kinderen, kunst- en cultuurevenementen en evenementen waarbij natuurbeleving een rol speelt. 2.3       

Speerpunten nieuwe beleid de grens voor meldingsplichtige straatfeesten en buurtbarbecues op één dag of skeeler-, fietsen wandeltochten zonder wedstrijdelement gaat van 50 naar 100 personen; voor met name genoemde evenementen is géén evenementenvergunning nodig; een regulier evenement dat al tenminste twee jaar in exact dezelfde opzet (naar aard en omvang) is georganiseerd, komt in aanmerking komen een drie- of vierjarige vergunning; er wordt zo veel mogelijk één vergunning verstrekt: brandveiligheidsvoorschriften worden integraal opgenomen in de evenementenvergunning; er wordt een digitaal aanvraagformulier ontwikkeld waarbij de organisator snel kan zien welke vragen relevant zijn en welke niet; er wordt extra aandacht geschonken aan alcohol- en drugspreventie bij evenementen; er wordt ruime aandacht geschonken aan milieumaatregelen tijdens evenementen, denk hierbij aan afvalpreventie, afvalmanagement, geluidshinder en voorkomen van gehoorschade.


4

3.

Evenementen in de gemeente Medemblik

Landelijk en op het niveau van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord zijn er vanaf 2008 veel ontwikkelingen geweest ten aanzien van het organiseren van evenementen. Het huidige beleid kent een onderscheid in kleine en grote evenementen. De gemeente Medemblik maakt jaarlijks een planning van de 50 grootste evenementen, hiervan zijn er 20 grootschalig en complex. Deze procedure start in het najaar met een inventarisatie. Alle meldingen worden geplaatst op de lokale evenementenkalender. Deze wordt na een inspraakprocedure bestuurlijk vastgesteld. Naast aanmelding wordt na toetsing van de aanvraag door de burgemeester een evenementenvergunning verleend. Uit de procesbeschrijving voor het verlenen van een evenementenvergunning blijkt dat er in de praktijk regelmatig een multidisciplinair vooroverleg en evaluatie wordt gehouden met de organisatie, de gemeente en overige hulpverleningsdiensten. Standaard gebeurt dit bij grote evenementen en grotere kermissen. In het kader van rechtsgelijkheid is het noodzakelijk dat er een evenementenbeleid wordt vastgesteld, waarbij de evenementen worden ingedeeld in diverse categorieën. Per categorie worden eindtijden en geluidsnormen vastgelegd. Voor de kleine vergunningsvrije evenementen worden algemene criteria opgesteld. West-Friesland kent het fenomeen van de kermisborrel. Deze kermisborrels zijn de laatste jaren regelmatig onderwerp van discussie: oneerlijke concurrentie ten opzichte van de reguliere horeca, meer of mindere mate van overlast en het overmatig gebruik van alcohol door jongeren. Verder heeft het project Jeugd, Alcohol & Drugs mede geleid tot nieuwe inzichten. Op 4 januari 2011 heeft de burgemeester de „Beleidsregels voor het organiseren van evenementen op schepen‟ vastgesteld. Deze beleidsregels zijn van toepassing bij het organiseren van een dansfeest op een passagiersschip dat een vaartocht maakt. Er wordt slechts voor één evenement op één schip vergunning afgegeven. Voorts wordt geen vergunning afgegeven voor een evenement op een schip indien op het voorgestelde tijdstip tevens een ander evenement plaatsvindt in de havens van Medemblik.

Harddraverij 2011


5

3.1

Aanleiding

Binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR) hebben de burgemeesters afgesproken evenementenbeleid vaststellen. Daarnaast vormt het evenementenbeleid een essentieel onderdeel van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid. Het Programmabureau Integrale Veiligheid en het Veiligheidsbureau van de VR hebben in het kader van evenementenveiligheid een belangrijke voortrekkersrol gehad. Inmiddels heeft de VR diverse documenten vastgesteld waarbij met het verlenen van een vergunning rekening wordt gehouden:  “Procesbeschrijving evenementenveiligheid”. Doel van deze procesbeschrijving is een bijdrage te leveren aan de professionalisering van de werkwijze bij de begeleiding van evenementen.  “Regionale evenementenkalender”. Hier melden de gemeenten hun evenementen aan, zodat de hulpverleningsdiensten hun capaciteit hierop kunnen afstemmen. Het kan gebeuren dat een risicovol evenement in de ene gemeente geen doorgang kan vinden, omdat er elders in de regio al veel capaciteit aan begeleiding zal worden besteed. De regionale evenementenkalender is zo ingericht dat gemeenten vergunningen, evaluaties, etc. kunnen toevoegen.  Andere documenten zoals bijvoorbeeld de risicoscan, een regionaal model aanvraagformulier evenementen en een regionaal veiligheidsplan.

Drakenbootrace 2011


6

3.2

Doel van het evenementenbeleid

Het doel van het evenementenbeleid van de gemeente Medemblik is:  het vastleggen van wat is toegestaan in relatie tot de Algemene Plaatselijke Verordening en overige wetgeving bij het organiseren van evenementen;  het inzichtelijk maken van de risico‟s en het beheersbaar houden van de risico‟s;  afstemmen van processen met de hulpverleningsdiensten;  de overlast voor derden (o.a. omwonenden) zoveel mogelijk te beperken;  aandacht voor de frequentie, spreiding, duur en geluidsproductie bij evenementen;  zoveel mogelijk zorgen voor de openbare orde en veiligheid;  in het kader van deregulering kijken naar de mogelijkheden voor vergunningsvrije evenementen;  onderzoeken van de mogelijkheden voor een meerjarige vergunning;  voldoende aandacht voor de handhaving;  eventueel vaststellen van evenemententerreinen, dan wel periodes / locaties waar geen evenementen gehouden mogen worden;  evenementen „gebruiken‟ als marketinginstrument voor de gemeente door het stimuleren van binnen- en buitensportevenementen, evenementen voor kinderen, kunst- en cultuurevenementen en evenementen waarbij natuurbeleving een rol speelt.

Kermis Medemblik 2011


7

4.

Evenementen in categorieën

4.1

Wanneer is een evenementenvergunning vereist?

Een evenementenvergunning is in ieder geval vereist bij alles wat aan festiviteiten plaatsvindt in de open lucht en/of op openbaar gebied of plaatsen met een openbaar karakter die in principe niet voor deze festiviteiten bedoeld zijn. Een festiviteit waarbij meer dan 100 bezoekers aanwezig zijn, wordt beschouwd als een evenement in de zin van artikel 2:24 van de APV. Voorbeelden van situaties wanneer een evenementenvergunning is vereist:  Het evenement is voor publiek toegankelijk. Voorbeelden zijn tuin- en schuurfeesten, kermisborrels en muziekfeesten;  Een evenement als een voorjaars- of najaarsmarkt, kerstmarkt of braderie. Bij dergelijke markten gaat het niet alleen om de verkoop, maar ook om het vermaak. Daarmee is een dergelijke markt een evenement en is een evenementenvergunning nodig;  Het evenement is in een tent, open lucht of bestaand gebouw, maar die plaats wordt normaal niet voor een dergelijk evenement gebruikt. Een voorbeeld van een dergelijke locatie is een sporthal, een veilinggebouw of een kas. Voor een vast bouwwerk wordt een gebruiksmelding gedaan en voor een tijdelijk bouwwerk is een gebruiksvergunning vereist;  Indien het evenement geheel of gedeeltelijk buiten een horeca-inrichting plaatsvindt.  Een voorbeeld hiervan zijn de festiviteiten rondom een kermis;  Een wedstrijd op of aan de weg. Een voorbeeld van een wedstrijd met voertuigen is een wielerronde. Naast de ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet is een evenementenvergunning vereist. De evenementenbepaling is hier aanvullend op de wedstrijdbepalingen uit de Wegenverkeerswet.

4.2

Wanneer is geen evenementenvergunning vereist?

Besloten feesten Besloten feesten vallen niet onder de reikwijdte van de evenementenbepaling. Besloten feesten zijn feesten op eigen terrein,bijvoorbeeld een bruiloftsfeest of een bedrijfsfeest, waar aan de hand van uitnodigingslijsten publiek aanwezig is en geen sprake is van voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Maar wanneer een feest een “besloten”karakter heeft en er publiekelijk kaarten worden verkocht en/of reclame wordt gemaakt, is er sprake van een evenement. Denk hierbij aan schuurfeesten en kermisborrels. Voor besloten feesten op openbaar terrein wordt privaatrechtelijk geen medewerking verleend. Evenementen in een horeca-inrichting of sociaal-cultureel centrum Voor evenementen, activiteiten en festiviteiten in een horeca-inrichting of sociaal cultureel centrum is geen evenementenvergunning vereist, mits het gebruik past binnen het gebruik van de inrichting. Een andere meer incidenteel plaatsvindende activiteit dan het gelegenheid geven tot dansen (bijv. het optreden van een (bekende) band, een houseparty, optreden van een bekende disc-jockey) kan wel als een evenement worden aangemerkt. Opgemerkt wordt dat het gaat om een activiteit die niet behoort tot de normale bedrijfsvoering.


8

Bepaalde sportactiviteiten door sportverenigingen Reguliere wedstrijden en toernooien op sportvelden vinden plaats onder toezicht van een sportbond die is aangesloten bij sportkoepel NOC*NSF, bijvoorbeeld de KNVB. Hiervoor hoeft geen evenementenvergunning te worden aangevraagd. De buitensportcomplexen zijn immers berekend op deze activiteiten. De burgemeester hoeft daarom niet iedere keer te beoordelen of een wedstrijd of toernooi kan worden gehouden. Dit geldt ook voor locaties voor recreatieve sportactiviteiten die hiervoor zijn ingericht. Voor andere activiteiten, ook als deze op een sportcomplex plaatsvinden, moet wel een evenementenvergunning worden aangevraagd, omdat de openbare orde, de zedelijkheid of de volksgezondheid of de bescherming van het milieu in het geding kan zijn. Voorbeelden zijn o.a. overnachtingsweekeinden, kindervakantiespelen of de viering van Koninginnedag. Op feesten die worden gehouden in de inrichting na afloop van een sporttoernooi zijn de regels voor wat betreft de Drank- en Horecavergunning, de sluitingstijden, het Activiteitenbesluit en het bestuursreglement „Alcohol in sportkantines West-Friesland‟ van toepassing.

Triatlon Abbekerk 2010


9

4.3

Indeling in categorieën volgens “Procesbeschrijving Evenementenveiligheid”

4.3.1 Inleiding Volgens de landelijke (concept) handreiking evenementenveiligheid 2011, deel I en II “de processen geordend” wordt een evenement als volgt omschreven:  Een onvoorziene of onvoorzienbare gebeurtenis, die toegankelijk is voor een verzameling mensen, plaats heeft binnen een bepaalde tijd en binnen een bepaalde omgeving;  Die kan leiden tot risico‟s voor het leven of de gezondheid van personen, het milieu, materiële of vitale belangen van de samenleving en  Maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bepaald gezag om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. In navolging van de “Leidraad veiligheid publieksevenementen”van het NIFV worden evenementen in de VR ingedeeld in drie categorieën. Bij de benaming van de categorieën is de terminologie van de leidraad aangehouden:  Reguliere evenementen: dit zijn evenementen die regionaal worden aangeduid als niet belastende evenementen;  Evenementen met verhoogde veiligheidsaandacht, kortweg aandachtsevenementen. Dit zijn evenementen die regionaal worden aangeduid als belastende evenementen;  Risico evenementen. 4.3.2 Risicoscan In de „Procesbeschrijving evenementenveiligheid‟ heeft de VR een risicoscan opgenomen. De risicoscan onderscheidt drie profielen voor het benoemen van de risicofactoren rond een specifiek evenement. 1. Publieksprofiel 2. Activiteitenprofiel 3. Ruimtelijk profiel Na invullingen van de drie profielen waarbij per profiel zowel de positieve als de negatieve ervaringen uit het verleden meegenomen kunnen worden, volgt een advies risicoscan. 0 t/m 16 punten 17 t/m 33 punten 34 punten of meer

regulier evenement aandachtsevenement risico evenement

Van een aanvraag evenementenvergunning maakt de gemeente na ontvangst een risicoscan. De uitkomst van de risicoscan is leidend voor de indeling en de verdere behandeling van de aanvraag. Ervaringen uit het verleden zijn bepalend voor het opleggen van voorschriften of beperkingen. De risicoscan is slechts een eerste indicatie bij een evenement. In de loop van de voorbereiding van het evenement kan blijken dat er zoveel argumenten naar voren komen dat het betreffende evenement wellicht in een zwaardere of lichtere classificatie wordt ingedeeld. 4.3.3 Regionale evenementenkalender Alle gemeenten binnen de VR vullen direct na binnenkomst van een aanvraag of melding de regionale evenementenkalender in. Op deze digitale kalender staan alle binnen de VR geplande evenementen. De kalender onderscheidt reguliere evenementen en aandachts- en risicoevenementen. De regionale evenementenkalender is toegankelijk voor alle hulpverleningsdiensten. In geval van een melding van overlast beschikt de politie over de bereikbaarheidsgegevens en kan de klacht eventueel telefonisch afdoen. Bij een calamiteit of crisis beschikken de hulpdiensten over alle essentiële informatie. 4.3.4 Reguliere evenementen Bij een regulier evenement gaat het om relatief kleinschalige activiteiten die zich in de openbare ruimte afspelen met als doel vermaak en ontspanning te bieden. Over het algemeen is er geen sprake van risico‟s voor betrokkenen of de omgeving, een geringe geluidsproductie tot maximaal 70


10

dB(A) en meestal overdag. Dit kunnen de volgende evenementen zijn: rommelmarkt, optocht, kermisborrel, Koninginnedagviering, stratentoernooien, buurtfeest, etc.      

in principe geldt voor deze evenementen geen maximum aantal; de toegestane geluidsnorm: categorie I van paragraaf 5.12.1; eindtijd muziek op vrijdag en zaterdag en vóór een officiële feestdag: 23.30 uur1; eindtijd muziek op zondag tot en met donderdag: 23.30 uur; eindtijd evenement op vrijdag en zaterdag en vóór officiële feestdag: 24.00 uur; eindtijd evenement op zondag tot en met donderdag: 24.00 uur;

Na toepassing van de risicoscan en het plaatsen van het reguliere evenement op de regionale evenementenkalender worden geen verdere stappen genomen. De gemeente verstrekt een vergunning met voorschriften en beperkingen. Het evenement krijgt de reguliere aandacht van de gemeente en operationele diensten. Een regulier evenement wordt altijd intern geëvalueerd en als daar aanleiding voor is met de hulpverleningsdiensten. 4.3.5 Aandachtsevenementen Onder een aandachtsevenement wordt verstaan: alle evenementen die geen regulier evenement zijn. Het zijn evenementen die belastend zijn voor de leefomgeving en de veiligheid en of gezondheid rondom de evenementenlocatie. Over het algemeen is er sprake van beperkte risico‟s voor betrokkenen of de omgeving, gevolgen voor de lokale verkeerssituatie (vanwege afsluitingen of omleidingen). Er is sprake van meerdere locaties en het de geluidsniveau bedraagt meer dan 70 dB(A). Dit kunnen de volgende evenementen zijn: muziekevenement/ festival met (live)muziek; circus, braderie, kermis, (sport)evenement waarbij veel beslag wordt gelegd op de openbare ruimte en de openbare orde, harddraverij, etc.       

in principe geldt voor deze evenementen een maximum aantal per locatie; de gemeente Medemblik wordt ingedeeld in vier gebieden (zie hoofdstuk 4); de toegestane geluidsnorm: categorie II of III van paragraaf 5.12.1; eindtijd muziek op vrijdag en zaterdag en vóór een officiële feestdag: 00.30 uur2; eindtijd muziek op zondag tot en met donderdag: 23.30 uur; eindtijd evenement op vrijdag en zaterdag en vóór officiële feestdag: 01.00 uur; eindtijd evenement op zondag tot en met donderdag: 24.00 uur;

Na toepassing van de risicoscan en het plaatsen van het aandachtsevenement op de regionale evenementenkalender worden veiligheidseisen gesteld aan de organisatie. Deze veiligheidseisen worden opgenomen in de vergunning. Een evenement met verhoogde veiligheidsaandacht wordt multidisciplinair voorbereid. Verplicht is dat de organisatie van een evenement met verhoogde veiligheidsaandacht bij het indienen van de aanvraag een veiligheidsplan opstelt volgens het regionale model. Aandachtsevenementen worden eerst binnen de eigen organisatie geëvalueerd en daarna in een multidisciplinair overleg met de gemeente en de hulpverleningsdiensten. Als daar aanleiding voor is, kan een pre-CoPI (Commando Plaats Incident) worden gepland. Een preCoPI is een overleg van de operationeel leidinggevenden tijdens een aandachts- of risicoevenement. Afspraken over het inzetten van een pre-CoPI worden vastgelegd tijdens de multidisciplinaire voorbereiding in een checklist volgens regionaal model. 4.3.6 Risico- evenementen Indien na toepassing van de risicoscan blijkt dat een evenement een risico-evenement is, wordt het evenement multidisciplinair voorbereid. De gemeente geeft het veiligheidsbureau van de VR opdracht een multidisciplinaire risico inventarisatie uit te voeren. Het geheel van geïnventariseerde risico‟s en te nemen maatregelen vormt het schriftelijke veiligheidsadvies aan de burgemeester voor een specifiek evenement. In het veiligheidsadvies worden eisen gesteld aan de organisatie over

1

Afwijking van alle genoemde tijdstippen is mogelijk als het gaat om bijzondere activiteiten die maatschappelijk en cultureel van belang zijn. Voor buitenevenementen is dit maximaal één uur later.

2

Afwijking van alle genoemde tijdstippen is mogelijk als het gaat om bijzondere activiteiten die maatschappelijk en cultureel van belang zijn. Voor buitenevenementen is dit maximaal één uur later.


11

de veiligheidsaspecten van het evenement. Indien de gemeente vergunning verleent, worden de veiligheidseisen in de voorschriften en beperkingen opgenomen. Bij het voorbereiden van een risico-evenement roept de gemeente een multidisciplinaire werkgroep bij elkaar met daarin vertegenwoordigers van de gemeente, organisator, politie, brandweer en GHOR. Het resultaat van de voorbereiding wordt beschreven in een multidisciplinair algemeen draaiboek. In het algemeen draaiboek staat per maatregel beschreven wie hier verantwoordelijk voor is. De organisator werkt de maatregelen uit waarvoor hij verantwoordelijk is gesteld in het veiligheidsplan. In het veiligheidsplan wordt beschreven hoe de organisator de maatregelen uitvoert. De operationele partners werken de maatregelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn uit in operationele draaiboeken. Het veiligheidsplan en de operationele draaiboeken vormen bijlagen bij het algemeen draaiboek. Om de maatregelen tijdens het evenement te coördineren wordt een pre-CoPI ingezet. Zie voor de beschrijving van een pre-CoPI bij 4.3.5. De voorbereiding van een risico-evenement wordt afgesloten met een (table top) oefening. Het algemene draaiboek wordt vastgesteld door de lokale driehoek van de betrokken gemeente. Tijdens het evenement wordt gebruik gemaakt van de faciliteiten voor informatiemanagement. Het totaalbeeld wordt actueel gehouden in het netcentrisch systeem. Binnen de gemeente Medemblik zijn volgens de risicoscan (nog) geen evenementen als risicoevenement aangemerkt. Er zijn wel reguliere evenementen die we als aandachtsevenement behandelen.       

in principe wordt aan deze evenementen een maximum aantal per locatie gesteld; de gemeente Medemblik wordt ingedeeld in vier gebieden (zie hoofdstuk 4); de toegestane geluidsnorm: categorie II of III van paragraaf 5.12.1; eindtijd muziek op vrijdag en zaterdag en vóór een officiële feestdag: 00.30 uur3; eindtijd muziek op zondag tot en met donderdag: 23.30 uur; eindtijd evenement op vrijdag en zaterdag en vóór officiële feestdag: 01.00 uur; eindtijd evenement op zondag tot en met donderdag: 24.00 uur;

N.B.  Indien een organisator een evenementenvergunning aanvraagt en de lokale horeca ondersteunt dit evenement met activiteiten in en om het eigen horecabedrijf, zijn deze activiteiten altijd ondergeschikt aan het oorspronkelijke evenement. Dit houdt in dat de begin- en eindtijden van vergunningen en ontheffingen gelijk zijn aan de begin- en eindtijden van het oorspronkelijke evenement. Een horeca-ondernemer moet aantonen dat het programma is afgestemd op het programma van het evenement. Afwijking hiervan is niet mogelijk;  Er worden geen doorgaande routes afgesloten op verzoek van één (horeca)ondernemer / organisator. Het moet gaan om evenementen met een collectief karakter. Onder collectief karakter wordt verstaan: Evenementen waar meerdere (horeca)ondernemers aan deelnemen.

3

Afwijking van alle genoemde tijdstippen is mogelijk als het gaat om bijzondere activiteiten die maatschappelijk en cultureel van belang zijn. Voor buitenevenementen is dit maximaal één uur.


12

5.

Kaders

In bijlage I zijn de wettelijke kaders voor het organiseren van evenementen aangegeven.

5.1

Jaarlijkse evenementenkalender Medemblik

Jaarlijks stelt de gemeente een evenementenkalender op waarop de grote en complexe (aandachts)evenementen worden vermeld. De procedure voor het opstellen van de jaarplanning is als volgt:  eind september plaatst de gemeente een oproep in de Medemblikker Courant en de website van de gemeente waarin organisatoren worden opgeroepen een melding voor een groot evenement;  organisatoren die in het voorafgaande jaar een melding hebben gedaan, worden persoonlijk aangeschreven;  de meldingen zijn vóór 1 november binnen;  van iedere melding wordt een risicoscan gemaakt, waarvan de uitkomst leidend is voor de indeling in één van de drie categorieën;  iedere melding wordt vóór 1 november op de regionale evenementenkalender geplaatst;  de evenementencoördinator stelt een concept-evenementenkalender op. Dit concept wordt besproken in een multidisciplinair overleg met de regionale hulpdiensten en de ambtenaar openbare orde en veiligheid. Bij dit overleg worden de risicoscans overlegd.  de burgemeester stelt vóór 15 november een concept-evenementenkalender vast;  de concept-evenementenkalender wordt volgens de inspraakverordening ter inzage gelegd gedurende twee weken. Belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen bij de burgemeester;  burgemeester stelt na afloop van de inspraakprocedure de evenementenkalender definitief vast;  de evenementenkalender wordt gepubliceerd in de Medemblikker Courant en op de website;  de organistoren ontvangen bericht van plaatsing en worden gewezen op de aanvraag van een evenementenvergunning. Onvoorziene omstandigheden Organisatoren die hun evenement op de evenementenkalender geplaatst zien, mogen er niet zonder meer van uitgaan dat hun evenement ook daadwerkelijk kan doorgaan. Eerst wordt een volledig vergunningtraject doorlopen. Normaal gesproken kan er geen sprake van zijn dat er op het allerlaatste moment extra voorschriften of beperkingen worden opgelegd. Overigens werkt dit twee kanten op: organisatoren kunnen evenmin op het allerlaatste moment met bijgestelde plannen komen of extra activiteiten aan het evenement toevoegen. De burgemeester heeft altijd het recht om – als daartoe aanleiding bestaat – de vergunning alsnog niet te verlenen of, als deze verleend is, in te trekken of te voorzien van beperkingen of extra vergunningsvoorschriften. Het spreekt voor zich dat dit slechts kan, als sprake is van gewijzigde omstandigheden die vooraf niet te voorzien waren. Te denken valt aan (dreiging van) rellen, stakingen, noodweer, een ramp of nationale rouw. Nadat de organisator de aanvraag heeft ingediend, is deze vervolgens verplicht om risicoverhogende feiten of omstandigheden die niet bij de aanvraag zijn opgegeven, te melden aan de burgemeester. Indien wordt afgeweken van de verstrekte gegevens of in strijd wordt gehandeld met de gestelde voorschriften, kan de burgemeester het evenement verbieden.

5.2

Lokaal evenementenoverleg

De evenementencoördinator organiseert gedurende het evenementenseizoen naar behoefte een lokaal evenementenoverleg waarin de hulpdiensten participeren, de organisator, alsmede een medewerker van de afdeling Brandweer & Veiligheid, afdeling Toezicht & Handhaving en de Buitendienst. Incidenteel is ook de KLPD voor dit overleg uitgenodigd. Aan de hand van een vastgestelde agenda wordt de aanvraag en bijlagen besproken. In dit overleg worden alle facetten op het gebied van de openbare orde, veiligheid en gezondheid besproken. Naar aanleiding van het evenementenoverleg kan de organisator om aanvullende documenten worden gevraagd. Vanuit de verschillende disciplines worden voorstellen gedaan voor het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de evenementenvergunning.


13

5.3

Locaties evenementen gemeente Medemblik

De gemeente Medemblik wordt in vier gebieden verdeeld, te weten:  de binnenstad: het gebied ten noorden van de Wester- en Oosterhaven en ten oosten van de Ridderstraat van de kern Medemblik:  de Vooroever locatie Regatta Center Medemblik en omgeving: het gebied ten oosten van de Oosterdijk;  de Vooroever locatie Andijk/Wervershoof;  alle overige niet genoemde kernen en gebieden.

Culinair aan de haven 2011 Om de aantasting van het woon- en leefklimaat door evenementen ter plaatse te beperken hanteren we de volgende uitgangspunten:  het aantal aandachtsevenementen wordt per locatie gemaximeerd;  het is niet toegestaan dat er twee opeenvolgende weekeinden op dezelfde locatie een aandachtsevenement plaatsvindt. Bij hoge uitzondering is afwijking mogelijk. Een organisator kan hierdoor moeten uitwijken naar een andere locatie of een oud evenement maakt plaats voor een nieuw evenement. Zeer incidentele evenementen die redelijkerwijs niet op de evenementenkalender geplaatst konden worden. Locatie Kern Medemblik Regatta Center Medemblik en omgeving Vooroever Andijk/ Wervershoof Gebied buiten de kern Medemblik

Aantal aandachtsevenementen 25 5 (zeilevenementen onbeperkt) 5

Uiterlijk tot 19.00 uur en/of zonder versterkte muziek 16 n.v.t.

Max. aantal dagen versterkte muziek

n.v.t.

5

10

n.v.t.

10


20 5

14

5.4

Evenementen zonder evenementenvergunning

Evenementen zonder evenementenvergunning zijn in te delen in meldingsplichtige evenementen en evenementen waarvoor geen melding of evenementenvergunning nodig is. 5.4.1 Meldingsplichtige evenementen In het kader van de deregulering is artikel 2:25, lid 2 van de APV aangepast en is de grens van 50 naar 100 personen gegaan voor het vergunningsvrij organiseren van straatfeesten en buurtbarbecues op één dag of skeeler-, fietsen wandeltochten zonder wedstrijdelement. Wel moet de melding voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 2:25, lid 2, anders is alsnog een vergunning vereist. 5.4.2 Evenementen waarvoor geen melding of evenementenvergunning nodig is De volgende evenementen zijn aangemerkt als vergunnings- en meldingsvrije evenementen:  besloten feesten op particulier terrein zoals een bruiloftsfeest of een bedrijfsfeest waar publiek expliciet voor is uitgenodigd;  (kerken- en gemeenschaps)veilingen;  braderieën en fancy fairs in het eigen bouw of op het eigen terrein bij scholen, sportverenigingen, bejaardencentra of voor het publiek toegankelijke gebouwen zoals dorpshuizen en culturele centra;  open (bedrijfs)dagen waarbij eigen diensten of producten worden getoond of verkocht (zoals wijn op de open fruit- of wijngaarddagen);  openbare bedrijfsfeesten, zoals afscheidsrecepties, in het eigen gebouw of op het eigen terrein met een maximum van 100 bezoekers. Inrichtingen die onder het Activiteitenbesluit vallen moeten in bovenstaande situaties, indien men meer geluid dan normaal gaat produceren, wèl een kennisgeving geluidhinder doen bij de Milieudienst WestFriesland. Zijn er meer dan 50 personen gelijktijdig aanwezig wordt een melding op grond van het Bouwbesluit 2012 gedaan. Sommige activiteiten worden niet opgevat als een evenement. Er hoeft dan geen evenementenvergunning te worden aangevraagd. Toch gelden er wel bepaalde (veiligheids)voorschriften, of zijn er andere vergunningen vereist. Hierna volgen een paar bijzondere situaties. Terrasuitbreiding Een uitbreiding van een terras is op zich geen evenement. Een horecaondernemer kan dan volstaan met het invullen van een meldingsformulier terrassen. Men moet dan voldoen aan de nadere regels voor het plaatsen van een terras. Als een horecaondernemer op het terras activiteiten organiseert, bijvoorbeeld live muziek of een DJ, moet men ook een vergunning voor een regulier evenement aanvragen. Voor zover zulke evenementen integraal deel uitmaken van het hoofdevenement (aandachtsevenement) worden ze in de vergunningaanvraag meegenomen. Televisieschermen Het is horecaondernemers toegestaan om onder andere sportwedstrijden (bijv. tijdens een EK of WK voerbal) op schermen in hun zaak of op het terras te vertonen, zolang de schermen niet te zien zijn vanaf de straatzijde. De basisregel is dat er geen grote schermen in de openbare ruimte worden geplaatst, met uitzondering van afgesloten ruimtes, zoals een evenemententerrein. Vertoningen in de openbare ruimte voldoen aan alle voorwaarden voor een goed en veilig evenement; een professionele organisator organiseert het evenement met vergunning.

5.5

Meerjarige vergunningen voor bepaalde evenementen

Reguliere jaarlijks terugkerende evenementen die weinig belastend zijn voor de omgeving komen onder voorwaarden in aanmerking voor een meerjarige evenementenvergunning. De organisator vraagt niet meer jaarlijks een vergunning aan. Dit betekent lastenverlichting voor de organisator en minder werkzaamheden voor de gemeentelijke organisatie. We hanteren de volgende voorwaarden: 1. een regulier evenement is al tenminste twee jaar in exact dezelfde opzet (naar aard en omvang) georganiseerd; 2. er is tenminste twee jaar dezelfde vergunning verleend; 3. er zijn in deze jaren geen klachten of overtredingen geweest over het evenement;


15

4. het evenement vindt plaats op een vaste en concrete datum en tijdstip en een zelfde locatie; 5. een meerjarige vergunning wordt voor een periode van drie of vier aaneengesloten jaren verleend; 6. het besluit bepaalt dat op elk moment aanvullende voorschriften of beperkingen aan het besluit kunnen worden opgelegd; 7. de organisator doet jaarlijks uiterlijk twee maanden voor aanvang een melding van de naam, adres, en GSM nummer van de verantwoordelijke contactpersoon; 8. de burgemeester kan de vergunning intrekken op grond van artikel 1:6 van de APV. Evenementen die in aanmerking kunnen komen voor een meerjarige vergunning:  skeeler-, fietsen wandeltochten (geen wedstrijden);  beachvolleybal;  (haven)muziekfestival;  stoomtramloop;  vaar(puzzel)tocht;  reguliere zeilevenementen;  kleine kerstmarkten;  Sinterklaasintochten.  ...............

5.6

Kermisborrels

West-Friesland staat bekend om de kermisborrels, zo ook de gemeente Medemblik. De schaal van deze kermisborrels zijn minder groot dan in de omringende gemeenten, maar in het kader van het project Jeugd, Alcohol & Drugs ziet de gemeente graag een vermindering van het alcoholgebruik onder jongeren. Kermisborrels worden overwegend door particulieren georganiseerd en dat maakt de toegang voor jongeren laagdrempelig. Kermisborrels in de publieke ruimte, dat wil zeggen op straten, pleinen, parkeerplaatsen, parken en dergelijke zijn niet toegestaan, tenzij zij het karakter hebben van een straatfeest en toegankelijk zijn voor bewoners van alle leeftijden uit een wijk. Een kermisborrel op particulier terrein die voor publiek toegankelijk is en waarbij meer dan 100 personen worden verwacht, is in het bezit van een evenementenvergunning. Indien er op enige wijze tegen betaling zwak-alcoholhoudende drank wordt verstrekt (vrijwillige bijdrage, vast bedrag, etc.) is de organisator in het bezit van een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

5.7

Vechtsportevenementen

Het organiseren van vechtsportevenementen komt onder het stelsel van de evenementenvergunning, omdat er een verhoogde kans bestaat op ongewenste situaties rond en tijdens het evenement. Voor door de burgemeester aan te wijzen categorieën vechtsporten is een levensgedragtoets verplicht. Indien de organisator c.q. vergunningaanvrager van slecht levensgedrag is, weigert de burgemeester de vergunning. De burgemeester heeft de volgende categorie vechtsportwedstrijden als risicovol aangewezen: Mixed Martial Arts, ook wel genoemd gemengde vechtkunst, waaronder in ieder geval wordt begrepen free fight (het vrije gevecht), vale tudo (Braziliaans Mixed Martial Arts) en cage fight (kooigevecht), die worden georganiseerd in sportaccommodaties, multifunctionele accommodaties, openbare inrichtingen of vergelijkbare locaties, waar evenementen voor een bezoekersaantal van meer dan 300 personen kunnen worden georganiseerd. Aanvullende voorwaarde bij de vergunningverlening is de verplichting voor de organisator c.q. vergunningaanvrager om aangesloten te zijn bij een in Nederland erkende sportbond.


16

5.8

Alcohol(preventie)beleid tijdens evenementen

Alcoholgebruik tijdens evenementen kan als katalysator werken bij het ontstaan van verstoringen van de openbare orde. Hoewel het gebruik van alcohol een sociaal geaccepteerd onderdeel van een attractief evenement is en de meeste mensen er verstandig mee omgaan, wordt er vanuit de volksgezondheid ook kritisch naar gekeken. Naarmate een evenement in omvang en bezoekersaantallen toeneemt of minder goed is af te scheiden van de publieke ruimte, zal de beheersing van het evenement hogere eisen stellen aan de veiligheidsmaatregelen (en dus alcoholgerelateerde maatregelen) van de organisator. Met name onder jongeren is er vaak een verhoogd gebruik van alcohol. Een van de doelen van het project Jeugd, Alcohol & Drugs is om de jeugd tussen de 16 en 23 jaar minder alcohol te laten drinken. Het is belangrijk dat organisatoren van evenementen zich hier ook rekenschap van geven. In het aanvraagformulier voor een evenementenvergunning worden vragen over het alcoholbeleid tijdens het evenement opgenomen:  Wordt er tijdens het evenement zwakalcoholhoudende drank verkocht of weggegeven?  Indien ja: welke maatregelen worden er getroffen om alcoholgebruik onder de 16 jaar te voorkomen?  Op welke wijze wordt dit aan bezoekers onder de 16 jaar kenbaar gemaakt?  Welke maatregelen worden er getroffen tegen >16 jaar die alcohol geven aan personen jonger dan 16 jaar?  Welke maatregelen neemt u om alcoholmisbruik / overmatig alcoholgebruik door bezoekers van 16 jaar en ouder te voorkomen?  Op welke wijze wordt dit aan bezoekers van 16 jaar en ouder kenbaar gemaakt? Indien uit de beantwoording blijkt dat een evenement als doelgroep heeft jongeren in overwegende de leeftijd van 16 tot 23 jaar, dan komt het evenement in principe in aanmerking voor een controle door de VWA. Bijlage 3 geeft een handreiking alcohol(preventie)beleid voor organisatoren van evenementen.

5.9

Drugsgebruik tijdens evenementen

Naast het gebruik van alcohol komt in toenemende mate het gebruik van drugs voor bij evenementen. Een combinatie van alcohol- en drugsgebruik kan problemen op het gebeid van gezondheid en veiligheid met zich meebrengen. Volgens het Plan van Aanpak Jeugd, Alcohol & Drugs geldt bij de vergunningverlening van evenementen en (pop)festivals het volgende:  een verbod op het bezit van drugs, zowel de middelen van lijst I als van lijst II van artikel 13b, lid 1 van de Opiumwet;  gerichte controles op drugsgebruik -en handel;  snelrecht bij overtreding via het Openbaar Ministerie en Halt (lik-op-stuk);  organisatoren hebben huisreglementen waaruit medewerking inzet en medewerking hieraan blijkt. Bij evenementen waarbij het vermoeden bestaat dat er soft- of hard drugs binnen het evenemententerrein worden meegenomen, wordt de organisator in de evenementenvergunning verplicht om twee drugshonden in te zetten. Eén drugshond heeft na 20 minuten werk een rustpauze nodig. Daarnaast wordt de aanwezigheid van EHBD (eerste hulp bij drugsgebruik) vereist. Bijlage 4 geeft een handreiking drugs(preventie)beleid voor organisatoren van evenementen gegeven.


17

5.10

Milieumaatregelen

Evenementen in de publieke ruimte veroorzaken vaak een forse berg afval. De organisator van een evenement is er verantwoordelijk om milieutechnische schade te voorkomen. Afval bij evenementen bestaat meestal uit de volgende componenten: afval dat vrijkomt bij drankjes, bij snacks en etenswaren en bij promotiemateriaal. De organisator van een grootschalig evenement kan worden verzocht een afvalplan op te stellen waarin de organisator aangeeft hoe deze met afvalpreventie en afvalmanagement tijdens het evenement omgaat. 5.10.1 Afvalpreventie Het serveren van drank vanuit bier- en frisdranktaps, drankdispensers of andere grootverpakkingen voorkomt veel afval. De organisator kan als eindverantwoordelijke cateraars, horecaondernemers en drankenleveranciers verplichten om aan het gebruik hiervan mee te werken. Het gebruik van kleinverpakkingen zoals blikjes en flesjes zijn uit het oogpunt van veiligheid, niet toegestaan. Slechts gebruik van plastic glazen of kartonnen bekers is toegestaan. Ook bij de verkoop van etenswaren is het aan te bevelen zoveel mogelijk gebruik te maken van grootverpakkingen en zo mogelijk van retourverpakkingen. Voor de cateraar is nog meer milieuwinst te halen door gebruik te maken van producten met een EKO-keurmerk. Het actief uitdelen van promotiematerialen op een evenemententerrein is verboden. Dit voorkomt veel afval. Uiteraard willen deelnemende bedrijven, organisaties en sponsoren zich tijdens een evenement ook profileren. Dit kan ook op een manier die minder of geen afval oplevert en vaak goedkoper en duurzamer is. Alternatieve promotiematerialen zijn spandoeken, tekst- en reclameborden, sandwichborden, grote ballonnen of samples die een bepaalde waarde voor de ontvanger hebben. Het programma van een evenement kan worden vermeld op grote tekstborden of billboards die zowel bij de ingang als verspreid over het terrein - bij voorkeur in de buurt van podia en cateringpunten – worden opgesteld. Ook kunnen sponsors, subsidiegevers en de plattegrond van het evenemententerrein op deze borden worden vermeld. Bij de productie wordt gekozen voor duurzame materialen, zodat ze bij een volgend evenement opnieuw kunnen worden gebruikt. 5.10.2 Afvalmanagement Hoewel er veel aan afvalpreventie kan worden gedaan, is een evenement geheel zonder afval ondenkbaar. Bij de indeling van het evenemententerrein houdt de organisator al rekening met afvalmanagement. Zo worden cateringactiviteiten bij elkaar geplaatst waardoor één (inzamel)afvaleiland voldoende is. Het is wenselijk dat de organisator bij de open afbouwperiode van een evenement juist in deze periode gescheiden afvalinzameling stimuleert. Gescheiden afval kan immers goedkoper ter verwerking worden aangeboden. Op grote containers moet duidelijk worden aangegeven voor welke soort afval zij zijn bestemd, bijv.: papier/karton, GFT, plastic/folie, glas, KCA, etc. Kies zo mogelijk voor verschillende kleuren. Tijdens het evenement komt relatief het meeste afval vrij bij de cateraars. Afhankelijk van de verkoop is het afval te scheiden in: papier/ karton, GFT, verpakkingsfolie, plastics, KCA, kurken, Swill en restafval. Stel cateraars zelf verantwoordelijk voor het gescheiden afvoeren van hun afval naar het afvaleiland.

5.11

Mobiliteit

Bezoekers van evenementen komen op verschillende manieren naar een evenement. Een goede bereikbaarheid van een evenement is belangrijk. Het is in een ieders belang dat de verschillende verkeersstromen niet vast komen te zitten of voor anderen, zoals de buurtbewoners, overlast veroorzaken. De organisator, de gemeente en politie zijn samen verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de mobiliteit rond een evenement. Een mobiliteitsplan kan de problematiek rond de beheersbaarheid van mobiliteit ondersteunen. Het is van belang dat ruim vóór aanvang van een evenement alle betrokken partijen met elkaar in


18

overleg treden en een mobiliteitsplan opstellen. Een mobiliteitsplan bevat in ieder geval de volgende onderdelen:  vervoersplan: beschrijft hoeveel bezoekers naar het evenement komen, waar ze vandaan komen en met welk middel van vervoer men komt. Hoe de communicatie over vervoersalternatieven naar de bezoekers verloopt;  verkeerscirculatieplan: beschrijft hoe de verschillende verkeersstromen naar, op en van het evenement worden geleid. Het plan beschrijft verder hoe voor elke verkeersstroom de optimale oplossing is gezocht, hoe overlast en opstoppingen worden voorkomen en hoe dit met betrokken partijen, waaronder de politie is afgestemd;  afzettingsplan: beschrijft hoe als tijdelijke maatregel wegen en dergelijke worden afgezet. Hierbij wordt ingegaan op de overlast die dit veroorzaakt voor bestemmingsverkeer en hoe dit wordt beperkt. Het handhaven van bestemmingsverkeer is moeilijk. Een mogelijkheid is een afsluiting door middel van bebording en via ontheffingen belanghebbenden in het gebied toe te laten. Verder wordt de afstemming met betrokkenen, waaronder de politie, beschreven;  parkeerplan: beschrijft hoe de parkeervoorzieningen voor de verschillende verkeersstromen zijn geregeld, hoe de overlast voor de omgeving wordt voorkomen, of beperkt en hoe een en ander met de politie is afgestemd. Te denken valt aan het plaatsen van tijdelijke fietsenstallingen;  calamiteitenroute: een aparte route die hulpverleners in geval van een calamiteit rijden met daarbij een aparte in- en uigang op het terrein.

Situatietekening verkeersmaatregelen Braderie in Wognum


19

5.12

Geluid en geluidhinder

Een evenement zonder al dan niet versterkte muziek komt zelden voor. Muziek zorgt voor gezelligheid en verhoogt de sfeer. Daarnaast staan er vaak allerlei apparaten en machines die geluid voortbrengen en die voor het evenement noodzakelijk zijn. Alles bij elkaar genomen, brengen de meeste evenementen heel wat geluid voort. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang bepaalde grenzen niet worden overschreden. Gebeurt dat wel, dan is er sprake van geluidshinder. Een hoge geluidsbelasting op de woonomgeving kan aanleiding geven tot ergernis en klachten. Alle reden dus om geluidshinder te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken. In een geluidsplan omschrijft de organisator wat de te verwachten geluidsomstandigheden zijn en welke maatregelen worden getroffen om geluidshinder te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken, rekening houdende met de door de gemeente gestelde grenzen. 5.12.1 Geluidsnormen Bij het vaststellen van de geluidsnormen moet men enerzijds uitgaan van het geluidsniveau dat minimaal nodig is om een evenement mogelijk te maken en anderzijds van de maximale geluidsbelasting waaraan men de woonomgeving kan en mag blootstellen. Uiteindelijk is het doel het geluid handhaafbaar te maken met eindtijden, geluidsnormen (per categorie en per frequentie) en met eventueel met het aanwijzen van evenementenlocaties. Het geluidniveau voor evenementen is te regelen door evenementen in categorieën in te delen. Iedere categorie heeft een maximaal geluidniveau en een eindtijd. Algemeen aanvaard is een eindtijd voor muziek op vrijdag en zaterdag of de dag vóór een officiële feestdag van 24.00 uur. Voor de overige dagen van de week geldt een eindtijd voor muziek van 23.00 uur. De werkbare categorieën zijn: Categorie I : hinderniveau laag, alle onversterkte muziek en versterkte muziek tot maximaal 70 dB(A) op de gevel van dichtstbijzijnde woning inclusief straffactor van 10 dB(A) voor muziekgeluid. Hieronder vallen bedrijfsfeesten, trimlopen en kleine (rommel)markten, buurt- en straatfeesten en kleine straatorkesten; Categorie II: hinderniveau gemiddeld, versterkte muziek van 70 tot 85 dB(A) en/of tot 100 dB(C) op de gevel van dichtstbijzijnde woning inclusief straffactor van 10 dB(A) voor muziekgeluid. Hieronder vallen grote markten, sportevenementen met geluid en kleinschalige en kortstondige muziekevenementen (bijv. wielerronde, romantische markten, jaar- en nachtmarkten, eendaagse muziekfestivals en grote straatorkesten). Categorie III: hinderniveau hoog, versterkte muziek van 85 tot 95 dB(A) en/of 100 tot 110 dB(C) op de gevel van dichtstbijzijnde woning inclusief straffactor . Hieronder vallen grootschalige (muziek)evenementen (bijv. circussen, kermissen, Harddraverij, Medemblik Nautiek, Waterweek, Dijkpop). Bij geluidniveaus groter of gelijk dan 100 dB(C) (inclusief straffactor) mag het verschil met de gemeten waarde in dB(A) (inclusief straffactor) niet meer dan 15 dB(A) bedragen. 5.12.2 Geluidsmetingen door de organisatie Bij de organisatie ligt de verantwoordelijkheid om te voldoen aan de geluidsvoorschriften. Het geluidsniveau wordt gedurende de muziekactiviteit gemeten met geschikte apparatuur (minimaal IEC 61672:2003, klasse 2) Door regelmatig zelf de geluidniveaus te meten, kan de organisatie geluidsoverlast en/ of boetes voorkomen. Als duidelijk wordt dat de geluidsnormen worden overschreden, grijpt de organisator direct in. Bij jaarlijks terugkerende evenementen is geluidsmeting door de organisatie verplicht, indien: a. er veel klachten zijn binnengekomen; b. men zich niet aan de geluidsvoorschriften heeft gehouden. 5.12.3 Plaatsing geluidsbronnen Al bij de keuze voor een bepaalde locatie wordt rekening gehouden met het soort evenement en met name het soort muziek dat geproduceerd gaat worden. Bij het indelen van het evenemententerrein doet de organisator er goed aan om nadrukkelijk rekening te houden met de plaatsing van de podia en geluidsproducerende apparaten.


20

a. richting geluid: podia en met name geluidsboxen worden van de dichtstbijzijnde bebouwing af en op het bezoekende publiek gericht. Dit voorkomt veel geluidsoverlast voor omwonenden. Bij de plaatsing houdt men rekening met de meest voorkomende windrichting en stelt men de boxen niet te hoog op; b. geluidsbarrières: benut natuurlijke barrières, zoals struiken en bomen om geluidsoverlast te voorkomen. Ook kan men op kunstmatige wijze barrières realiseren door geluidsabsorberende materialen rond de geluidsbron aan te brengen. Een flanellen doek voorkomt bijvoorbeeld al veel geluidsoverlast. Geluidsboxen worden in ieder geval tot een afstand van tenminste 2 meter afgeschermd. 5.12.4 Apparatuur Naast de plaatsing van geluidsbronnen kan ook met de apparatuur geluidshinder worden beperkt. Verschillende maatregelen zijn op dit gebied te nemen:  geluidsbegrenzer: de plaatsing van een goed afgeregelde geluidsbegrenzer in de geluidsinstallatie zorgt ervoor dat het geluid nooit boven de ingestelde waarde uitkomt. Een geluidsbegrenzer wordt niet standaard voorgeschreven, maar slechts bij evenementen waarover veel klachten zijn te verwachten of bij notoire overtreders. Indien een geluidsbegrenzer wordt voorgeschreven ligt de verantwoordelijkheid voor de aanschaf en een juiste afregeling van de begrenzer geheel bij de organisatie. (De Milieudienst Westfriesland controleert de ingestelde geluidswaarde en de verzegeling van de installatie)  scheiding van hoge en lage tonen: het scheiden van de geluidsboxen voor hoge en lage tonen vermindert de kans op geluidsoverlast. Door meerdere kleinere speakers te plaatsen in plaats van een paar hele grote, kan het vermogen en daarmee het geluidsniveau drastisch omlaag. Het verdient aanbeveling de kleine boxen voor hoge tonen goed over het terrein en tussen het publiek te verspreiden. 5.12.5 Programma Het muziekprogramma tijdens een evenement wordt bij voorkeur uitgevoerd tussen 11.00 en 23.00 uur en op zondag vanaf 13.00 uur in verband met de zondagsregeling 4. Bij de opstelling van het programma houdt men rekening met het geluidsniveau dat de optredende artiesten produceren. Hoe later het op de avond wordt, hoe eerder er sprake is van geluidsoverlast. Er wordt voor gezorgd dat er niet meerdere artiesten tegelijk optreden op verschillende podia, tenzij de podia ver uit elkaar staan. In de programmering wordt rekening gehouden met rustperiodes. In de rustperiodes wordt tussen de optredens rustige achtergrondmuziek of geen muziek geprogrammeerd. In paragraaf 2.3 staan de eindtijden van de muziek weergegeven. Grote groepen vertrekkende bezoekers kunnen nog voor forse geluidsoverlast zorgen, terwijl het programma keurig op tijd is afgesloten. Het programma wordt daarom afgesloten met een coolingdown periode, waarbij het geluidsniveau van de muziek wordt teruggebracht, terwijl de bezoekers vertrekken. 5.12.6 Omwonenden Het is van groot belang om de omwonenden tijdig en goed te informeren en een goede verstandhouding met ze op te bouwen. De volgende maatregelen worden genomen.  informeren van omwonenden: de organisator informeert de omwonenden bij voorkeur schriftelijk minimaal één maand van tevoren en herhaalt dit één week voor dat het evenement plaatsvindt. Er wordt aangegeven dat er geluidshinder ontstaat ook tijdens de open afbouwperiode, bijv. door sound checks. In de bewonersinformatie staat het volledige programma, het te verwachten geluidsniveau en wat de organisatie doet om geluidsoverlast te voorkomen. Er worden telefoonnummers gegeven van instantie(s) waar men tijdens het evenement met klachten terecht kan en welke instanties controleren op de naleving van de (geluids)voorschriften. 5.12.7 Gehoorschade Langdurige blootstelling aan harde muziek veroorzaakt gehoorschade. Geluid is schadelijk voor het gehoor vanaf 80 dB(A). Jongeren kunnen zelfs door een kortdurende geluidspiek van meer dan 140 dB(A) levenslang gehoorschade oplopen. Bij veel evenementen ligt het geluidsniveau boven de 80 dB(A). De volgende maatregelen worden genomen. 4

De paragrafen 4.3.4, 4.3.5 en 4.3.6 geven de toegestane eindtijden van de muziek aan.


21

 



gehoorbescherming voor medewerkers: bij de wet is het voor werknemers verplicht om vanaf 85 dB(A) gehoorbescherming te dragen. De organisator stelt verplicht gehoorbescherming voor medewerkers beschikbaar vanaf 80 dB(A); maximum geluidsniveau: de organisator zorgt ervoor dat het maximum geluidsniveau op het evenemententerrein de 103 dB(A) niet overschrijdt. Onder geluidsniveau wordt verstaan het Leq niveau in dB(A) gemeten over een periode van 15 minuten in het midden van het evenemententerrein met en maximum van 25 meter van de geluidsboxen op een hoogte van 2 meter boven de vloer. bezoekers: het risico voor bezoekers verschilt niet van die van werknemers. Met name bij muziekevenementen waar geluidsniveaus een maximum van 96 dB(A) bereiken wijst de organisator de bezoekers op de risico‟s van gehoorschade. De organisator zorgt ervoor dat op een deel van het evenemententerrein een gebied is waar het geluidsniveau niet schadelijk is. Op de muzieklocatie is betaalbare gehoorbescherming die voldoende dempt (minimaal SNR 17) beschikbaar voor bezoekers.

Vlietpop 2010


22

6.

Toezicht, handhaving en sancties

De organisator is verantwoordelijk voor de naleving van de vergunningvoorschriften om het evenement beheersbaar, veilig en ordelijk te laten verlopen. De vergunningverlener is doorgaans verantwoordelijk voor de handhaving.

6.1

Verantwoordelijke organisaties

Gemeentelijke diensten en organisaties houden zich vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bezig met evenementen. Hierna een beschrijving van de belangrijkste partijen. Burgemeester Eindverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid is de burgemeester. Jaarlijks stelt de burgemeester de lokale evenementenkalender vast. De burgemeester verleent op grond van de APV een evenementenvergunning en bepaalt dus feitelijk of een evenement georganiseerd mag worden en onder welke omstandigheden. Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet is burgemeester ook belast met het toezicht op evenementen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op het toezicht. Bij de uitoefening van het toezicht kan de burgemeester bevelen geven. College van burgemeester en wethouders Het college is verantwoordelijk voor het evenementenbeleid. Veiligheidsbureau van de veiligheidsregio Noord-Holland Noord Evenementen worden bij melding of indienen van een aanvraag gemeld op de regionale evenementenkalender. Het veiligheidsbureau beschikt hiermede over een regionaal overzicht van alle evenementen. Hierdoor kan ongewenste samenloop van evenementen op een bepaalde datum of in een bepaald weekeinde vroegtijdig worden gesignaleerd. Samenloop van evenementen is ongewenst als de hulpverlenende diensten (brandweer, GHOR, politie) over onvoldoende capaciteit beschikken om evenementen veilig te laten verlopen en daarbij de reguliere bezetting op niveau te houden. Het veiligheidsbureau adviseert in deze gevallen aan de voorzitter van de veiligheidsregio, die in overleg met de betrokken gemeenten voorstellen kan doen om de samenloop in goede banen te leiden. De burgemeesters van de betrokken gemeenten beslissen ieder of het evenement wordt verplaatst of wordt geschorst. Organisator Degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt. Deze persoon is primair verantwoordelijk voor een beheersbaar, ordelijk en veilig verloop van een evenement. KCC Ruimte, taakveld APV Onderdeel van de sector Ruimte, voert de regie over de lokale evenementenkalender en is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vergunningverlening. Verstrekt namens de burgemeester de evenementenvergunningen. Afdeling brandweer & veiligheid Onderdeel van de sector Ruimte, is verantwoordelijk voor het opstellen van het evenementenbeleid. De afdeling adviseert over brandveiligheid, technische aspecten en openbare orde. Afdeling openbare ruimte Onderdeel van de sector Ruimte, adviseert over de publieke ruimte waar het evenement plaatsvindt. Afdeling buitendienst & haven Onderdeel van de sector Ruimte, houdt toezicht op het gebruik van de openbare ruimte en ondersteunt bij evenementen. De afdeling verzorgt zo mogelijk de afzetting van straten en het plaatsen van verkeersborden.


23

Afdeling toezicht & handhaving Onderdeel van de sector Ruimte,is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van de vergunningsvoorschriften. De afdeling kan zo nodig de VWA-controleurs inschakelen voor naleving van de Drank- en Horecawet. Meer informatie over het handhavingniveau en prioriteitsbepaling wordt verwezen naar de „Kadernota Handhaving Medemblik‟. Milieudienst Westfriesland Adviseert over onderdelen van evenementen, zoals over het geluidsniveau dat in de vergunningaanvraag wordt genoemd, of over vuurwerk. De Milieudienst voert ook geluidmetingen uit. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio Adviseert over geneeskundige- en publieke gezondheidszorg en de technische hygiëneaspecten van evenementen. Politie Noord-Holland Noord Is vanuit wettelijke taakstelling verantwoordelijk voor ordehandhaving in het publieke domein en strafrechtelijke handhaving. De groepschef van afdeling de Koggen adviseert namens de korpschef over openbare orde- en veiligheidsaspecten van evenementen. De politie is verantwoordelijk voor de verkeershandhaving rond evenementen. Openbaar Ministerie Eindverantwoordelijk voor de handhaving van strafrecht.


24

6.2

Sancties

Wanneer er overtreding van de voorschriften wordt geconstateerd kan er op twee manieren worden opgetreden: 6.2.1

Bestuursrechtelijk

Bij ernstige overtredingen van de voorschriften kan op grond van artikel 125 van de Gemeentewet bestuursdwang worden toegepast. Het bestuursorgaan kan daarmee onmiddellijk een einde maken aan de overtreding. Vanwege het spoedeisende karakter is een schriftelijke waarschuwing in zo‟n geval niet nodig: het evenement kan worden stilgelegd. 6.2.1.1 Last onder bestuursdwang Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. In Afdeling 5.3.1 van de Awb staan de vereisten voor een bestuursdwangprocedure beschreven. 6.2.1.2 Last onder dwangsom Onder last onder dwangsom wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot het geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de verplichting tot het betalen van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. In Afdeling 5.3.2 van de Awb staan de vereisten voor een last onder dwangsom beschreven. Een dwangsom is een alternatief voor bestuursdwang. 6.2.1.3 Preventieve dwangsom Wanneer dezelfde overtreder regelmatig de regels overtreedt, kan een preventieve dwangsom worden opgelegd. Omdat dit alleen wordt gedaan bij notoire overtreders kan het bedrag van de dwangsom relatief hoog zijn en zelfs bij iedere overtreding hoger worden. Het opleggen van een preventieve dwangsom is slechts mogelijk wanneer er klaarblijkelijk gevaar bestaat dat er een overtreding zal worden begaan. Aanleiding om dat te veronderstellen, kan zijn gelegen in uitlatingen die een (toekomstig) overtreder doet, het eerder vertoonde naleefgedrag van de overtreder, het bij herhaling voorkomen van overtredingen en meer algemeen het zich voordoen van uitzonderlijke omstandigheden welke het begaan van overtredingen waarschijnlijk maken. 6.2.2

Strafrechtelijk

Het overtreden van een voorschrift van een vergunning op basis van de APV is ook strafbaar op basis van diezelfde APV. Zowel de toezichthouder als de (milieu)politie kan in een dergelijk geval bevel geven om bijv. muziek zachter te zetten of in het uiterste geval het evenement te staken. Heeft de politie de indruk dat door haar optreden de openbare orde in gevaar wordt gebracht, dan kan op een later tijdstip alsnog door de politie een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit middel helpt niet om op dat moment de overtreding te beëindigen maar het werkt wel preventief voor de volgende keer. Het is dan wel noodzakelijk dat bij een dergelijk politieoptreden de politie de gemeente informeert over een dergelijk voorval.


25

6.3

Afstemming toezicht en handhaving

Het verdient aanbeveling dat er een duidelijke rolverdeling komt tussen de verschillende betrokkenen om de werkzaamheden af te stemmen. Toezichthouder/politie Handhaving eindtijden, voorschriften, geluidsnormen en openbare orde en veiligheid 6.3.1

Toezichthouder Controle van de brandveiligheid en de gebruiksvergunning of gebruiksmelding

Voedsel & Warenautoriteit Controle op ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet, leeftijdsgrenzen, doorschenken en rookverbod

Sancties niet naleven algemene voorschriften

Wanneer er sprake is van het niet naleven van de geldende regels en voorschriften is dit aanleiding om hier corrigerend tegen op te treden. De wijze waarop wordt opgetreden is afhankelijk van de categorie waarin een evenement zich bevindt en de ernst van de overtreding. Overtreding van de vergunningsvoorschriften kan op verschillende manieren:  voor het evenement is geen vergunning verleend;  het evenement wordt op een tijdstip gehouden dat het niet is toegestaan;  het evenement wordt gehouden op een plaats waar dat niet is toegestaan;  tijdens het evenement worden activiteiten georganiseerd die niet overeenstemmen met de evenementenvergunning;  tijdens het evenement worden de geluidsnormen overschreden;  de openbare orde wordt op een onaanvaardbare wijze aangetast;  één van de overige vergunningsvoorschriften wordt niet nageleefd;  de Drank- en Horecawet of een andere weten regelgeving wordt overtreden.


26

7.

Financiën

In het kader van evenementen heeft de gemeente twee rollen. Enerzijds is er de rol van facilitator (beschikbaar stellen van ruimte en middelen). Anderzijds is er de rol van stimulator, het stimuleren van evenementen (zoals zeilevenementen) voor bewoners, watersporters en hun meegekomen gezelschappen. De gemeente Medemblik draagt financieel bij aan de organisatie van een aantal evenementen, te weten: Medemblik Nautiek, Waterweken en de Delta Lloyd Regatta. In 2011 voor een bedrag van € 110.000,--. Deze bedragen nemen in 2012 af.

7.1

Subsidies

In de Kadernota Subsidiebeleid gemeente Medemblik 2011 zijn door de raad de kaders voor het subsidiebeleid vastgesteld. Er bestaan zes soorten subsidies, deze zijn: Structurele subsidies 1. Waarderingssubsidie:  doel: waardering voor activiteiten  geen sturing op prestaties en resultaten  geen directe relatie met gemeentelijk beleid  grondslag: vast bedrag 2. Activiteitensubsidie:  doel: subsidiëring op grond van (duurzame) activiteiten  sturing op prestaties en resultaat  relatie met gemeentelijke beleid  grondslag: variabel bedrag, afhankelijk van activiteiten 3. Budgetsubsidie:  doel: subsidiëring op grond van producten  sterke sturing op prestaties en resultaat  directe relatie met gemeentelijk beleid  grondslag: productgerichte financiering (kostprijs)

Incidentele subsidies 1. Projectsubsidie:  doel: subsidiëring van projectmatige activiteiten  grondslag: variabel, afhankelijk van de begroting

2. Incidentele subsidie:  doel: subsidiëring van eenmalige activiteiten  grondslag: variabel, hangt af begroting, klein bedrag

3. Investeringssubsidie:  doel: subsidiëring van investeringen in accommodaties  grondslag: 40% subsidie, 40% lening, 20% eigen bijdrage

De gemeente Medemblik hecht veel waarde aan de leefbaarheid in de kernen. Kernenbeleid is onder meer gericht om de leefbaarheid, vitaliteit en voorzieningen in de kernen te ondersteunen. In de kernen worden veel sociale, culturele en sportieve activiteiten georganiseerd. Uitgangspunt is dat dit verenigingsleven in stand wordt gehouden om de leefbaarheid te behouden. Vrijwilligersorganisaties komen zoveel mogelijk in aanmerking voor een activiteitensubsidie. De eisen die aan de activiteiten gesteld worden, zijn veel minder gedetailleerd dan bij budgetsubsidies. Er kan een koppeling zijn met gemeentelijk beleid. Waarderingssubsidies worden verstrekt aan organisaties waarvan de gemeente de activiteiten waardeert, maar geen directe relatie legt met de eigen beleidsdoelen. Van deze organisaties worden geen omschreven prestaties verlangd. Bij de organisatie van diverse evenementen wordt op grond van de Kadernota Subsidiebeleid gemeente Medemblik 2011 subsidie toegekend. De volgende organisaties ontvangen een activiteitensubsidie:  Stichting Evenementen Medemblik (STEM) ter ondersteuning van de organisatie van recreatieve evenementen en faciliteiten in de gemeente Medemblik;  Comité Nationale Feestdagen Medemblik ter ondersteuning van het actief vieren van nationale feestdagen (incl. Sinterklaasviering);  de organisatie van de Westfriese Wielerronde . De volgende organisaties ontvangen een waarderingssubsidie;  diverse Oranjeverenigingen, Sinterklaascomités en Vereniging Viering Nationale feestdagen ter ondersteuning van het actief vieren van nationale feestagen (incl. Sinterklaasviering).


27

7.2

Materiële ondersteuning

De gemeente faciliteert organisatoren van evenementen door al dan niet het tegen betaling beschikbaar stellen van o.a. dranghekken, afvalbakken, het treffen van verkeersmaatregelen (afzettingen en plaatsen van borden), vlaggenmasten, elektriciteit en water.

7.3

Leges

Voor het afgeven van een evenementenvergunning wordt leges in rekening gebracht. Het vergunningstelsel van de evenementenvergunning valt onder de Europese Dienstenrichtlijn, omdat het specifiek is gericht op dienstverrichters/dienstverleners. Bij de legestarieven moet de gemeente de kostendekkendheid controleren. De tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Een tariefdifferentiatie naar aard en omvang van het evenement is toegestaan. In de legesverordening is een tariefdifferentiatie toegepast voor commerciële en niet-commerciële evenementen toegepast. In 2013 zijn de tarieven 100% kostendekkend.


28

8.

Overgangs- en slotbepalingen en ondertekening

8.1

Inwerkingtreding

Deze beleidsnota treedt in werking op de dag na publicatie.

8.2

Overgangsbepaling

a. Het Paalzitten te Lambertschaag wordt sinds 1971 georganiseerd op een vrijdag tot en met zondag in de maand juli. Doel is het jaarlijks verbeteren van het record paalzitten. Dit evenement heeft een rijke traditie en is gezien het 24-uurs karakter niet in te passen in het evenementenbeleid. Het is de organisatie toegestaan het evenement in de huidige opzet te organiseren. Een verdere uitbreiding van activiteiten buiten de eindtijden van het evenementenbeleid is niet toegestaan. b. In Nibbixwoud staat tijdens de kermis een feesttent. In deze kern is thans onvoldoende commerciële horeca om publiek op te vangen. Na realisatie van de multifunctionele accommodatie gelden de eindtijden volgens deze beleidsnota. Tot die tijd gelden uitsluitend voor de kermis de volgende eindtijden: zaterdag eindtijd muziek 02.00 uur eindtijd evenement 02.30 uur zondag eindtijd muziek 01.30 uur eindtijd evenement 02.00 uur maandag eindtijd muziek 01.00 uur eindtijd evenement 01.30 uur dinsdag eindtijd muziek 01.00 uur eindtijd evenement 01.30 uur

8.3

Citeertitel

Deze beleidsnota wordt aangehaald als „Evenementenbeleid gemeente Medemblik 2012-2015‟

8.4

Ondertekening

Deze beleidsregel is vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 26 juni 2012. De secretaris,

De burgemeester,

W. Slob

F.R. Streng

Bekend gemaakt op: 13 september 2012


29

9.

Bronmelding en geraadpleegde literatuur

Bij het opstellen van het evenementenbeleid is gebruik gemaakt van de volgende stukken:  Nota evenementenbeleid gemeente Medemblik na 1e wijziging 24 oktober 2006;  De spelregels bij evenementen gemeente Castricum 2004;  Evenementenbeleid gemeente Drechterland 2010;  Model evenementenbeleid „Laat je niet flessen‟;  Evenementenbeleid gemeente Venray;  Milieuzorg bij evenementen gemeente Vlissingen, juni 2010;  Handreiking Evenementen en brandveiligheid van de VR;  Procesbeschrijving evenementenveiligheid van de VR;  Model voor een multidisciplinair veiligheidsadvies van de VR;  Model voor een multidisciplinair algemeen draaiboek evenementen versie 8 april 2008;  Veiligheidsplan evenementen en handleiding model VR, Politie en gemeente Medemblik versie 20091215/GB;  Evenementen, geneeskundige en gezondheidskundige advisering bij het verlenen van een vergunning van bureau GHOR VR versie 1.0 februari 2009;  Richtlijnen met betrekking tot huisvesting en overnachting tijdelijke kampeergelegenheden van bureau GHOR VR versie 1.0 25 augustus 2010;  Regionale richtlijnen voor circussen van bureau GHOR VR versie 1.0 november 2009;  Regionale richtlijnen en voorwaarden voor de inrichting van een vaste EHBO-post bij evenementen van bureau GHOR VR versie 1.0 15 januari 2010;  Richtlijnen met betrekking tot het gebruik of aanwezigheid van dieren bij evenementen en/of tentoonstellingen van bureau GHOR VR versie 1.0 14 januari 2010;  Regionale richtlijnen bij skate / skeelerwedstrijden van bureau GHOR VR versie 1.0 14 januari 2010;  Risicoscan evenementenveiligheid VR versie 2.0 15 maart 2010;  Richtlijn gehoorschade jongeren bij festivalbezoek van bureau GHOR VR versie 1.0 15 april 2010;  Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg van januari 1996;  Rapportage evenementenveiligheid VR 2010.

VR = Veiligheidsregio Noord-Holland Noord GHOR = Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio


30

Bijlage 1 1.1

Wettelijke kaders

Inleiding

Basis voor het verlenen van een evenementenvergunning vormen artikel 2:24 en 2:25 van de APV gemeente Medemblik 2011, vastgesteld op 3 januari 2011 en recentelijk gewijzigd. Daarnaast zijn vaak ook andere bepalingen van de APV van toepassing, evenals regelingen zoals de Algemene wet bestuursrecht, de Drank- en Horecawet, de Wet op de Kansspelen, Wegenverkeerswet, Bouwverordening en de Brandbeveiligingsverordening.

1.2

Relevante weten regelgeving

1.2.1. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft een aantal voorschriften voor de aanvraag en de behandeling van beschikkingen. Onvoldoende verstrekte gegevens en bescheiden Op grond van artikel 4:5 van de Awb wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen een bepaalde termijn de aanvraag aan te vullen. Aanvulling schort de beslistermijn op. Als de aanvrager binnen de gestelde termijn hieraan niet voldoet, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. De aanvrager krijgt hiervan bericht en kan tegen dit besluit bezwaar maken. Horen aanvrager Voordat een bestuursorgaan een aanvraag tot het geven van een beschikking geheel of gedeeltelijk afwijst, stelt het de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien: a. de afwijzing zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de aanvragen betreffen, en, b. die gegevens afwijken van gegevens die de aanvrager ter zake zelf heeft verstrekt. 1.2.2 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Medemblik Artikel 1.3 Indiening aanvraag Een aanvraag voor een vergunning of een ontheffing wordt minimaal drie en ten hoogste dertien weken vóór het tijdstip van aanvang ingediend bij het betreffende bestuursorgaan. Artikel 1.4 Voorschriften of beperkingen Aan een vergunning of ontheffing worden slechts voorschriften of beperkingen verbonden die strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. De houder van de vergunning of ontheffing is verplicht deze na te komen. De voorschriften en beperkingen die aan een vergunning worden verbonden moeten voldoen aan de criteria van artikel 10 van de Europese dienstenrichtlijn. Die criteria zijn: niet-discriminatoir; gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang; evenredig met die reden van algemeen belang; duidelijk en ondubbelzinnig; objectief; vooraf openbaar bekendgemaakt; transparant en toegankelijk. Daarnaast is een voorwaarde dat de voorschriften niet in strijd mogen zijn met enige wettelijke regeling. Ten slotte moeten de voorschriften in overeenstemming zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Artikel 1.6 Intrekken of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daaraan gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt.


31

Artikel 1.8 Weigeringsgronden De vergunning kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. De gronden genoemd in artikel 1:8 vormen voor de burgemeester het belangrijkste beleidskader een vergunning te weigeren. Een vergunningsaanvraag kan niet worden geweigerd op een andere grond dan de grondslag van het vergunningstelsel. Bij de uitoefening van zijn toegekende bevoegdheid heeft de burgemeester een ruime beleidsvrijheid. De burgemeester wordt immers bij uitstek in staat geacht vragen van openbare orde en in dat kader te nemen maatregelen te beoordelen. Gebrek aan politiecapaciteit is een grond voor het weigeren van een vergunning. Bij commerciële evenementen bestaat er geen onvoorwaardelijk recht op politie-inzet. De (bestuurs)rechter toetst hier terughoudend. De door een organisator in te zetten ordediensten hebben niet de bevoegdheden die de politie heeft bij ordeverstoring of calamiteiten. Artikel 2.24 Begripsomschrijving Een evenement wordt omschreven als elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: bioscoopvoorstellingen, jaarmarkten, kansspelen, dansen in een horecabedrijf, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en speelgelegenheden. Als evenementen worden aangemerkt: een herdenkingsplechtigheid; een braderie; een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg; een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg of een klein evenement. Een klein evenement is een straatfeest of buurtbarbecue op één dag, inclusief open afbouw. Artikel 2.25 Evenement Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. In dit artikel worden de voorwaarden genoemd waaraan een klein evenement moet voldoen als er geen vergunning is vereist. Het bovengenoemde verbod geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2.26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Artikel 4.6 Overige geluidhinder 1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften, de Wet geluidhinder, de Wegenverkeerswet 1994, de Zondagswet, het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartwet, het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening. 1.2.3 Bouwbesluit 2012 Voor het houden van een evenement in een gebouw (met uitzondering van een horeca-inrichting) waarbij tegelijkertijd meer dan 50 personen aanwezig zijn, is op basis van het Bouwbesluit 2012 een gebruiksmelding vereist. 1.2.4 Brandbeveiligingsverordening Voor het houden van een evenement voor meer dan 50 personen in een tijdelijke inrichting (zoals een tent) of op een ruimtelijk begrensd gebied is op basis van de Brandbeveiligingsverordening een


32

tijdelijke gebruiksvergunning nodig. Eenduidige landelijke voorschriften en richtlijnen op het gebied van onder ander brandveiligheid ontbreken. De VR heeft het initiatief genomen een handreiking „Evenementen en brandveiligheid‟ op te stellen. Hierin worden voor verschillende inrichtingen brandveiligheidsvoorschriften opgenomen. Door het opstellen van eenduidige brandveiligheidsvoorschriften per inrichting kunnen deze makkelijk integraal in de evenementenvergunning worden opgenomen. 1.2.5 Drank- en Horecawet Voor het mogen schenken van zwak-alcoholhoudende dranken op de openbare weg is een ontheffing vereist op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Deze ontheffing kan worden verstrekt bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard ( een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen). De „Beleidsregels ontheffingen ex artikel 35 Drank- en Horecawet‟ regelen de wettelijke kaders en de lokale beperkingen en / of voorwaarden. De Drank- en Horecawet bepaalt dat er geen ontheffing nodig is als: a. er een besloten feest wordt gehouden waar b. geen entree wordt gevraagd en waar c. gratis alcohol wordt geschonken Wanneer er sprake is van het vragen en betalen van een vaste bijdrage in plaats van het betalen per consumptie impliceert dit dat er sprake is van het anders dan om niet verstrekken van alcoholische drank en is er een ontheffing nodig. 1.2.6 Zondagswet Indien een evenement op zondag plaatsvindt in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare dienst mag er gelet op de Zondagswet geen sprake zijn van hinder voor de godsdienstuitoefening. Uitgangspunt is dat op zondag voor 13.00 uur geen openbare vermakelijkheden (evenementen) worden gehouden. Niet als openbare vermakelijkheden in de zin van de Zondagsweg worden beschouwd: toneelvoorstellingen, filmvoorstellingen, concerten en andere bijeenkomsten, welke in besloten ruimten worden gehouden en de geestelijke, zedelijke of culturele verheffing of ontwikkeling van het publiek ten doel hebben. Burgemeester kan van dit verbod ontheffing verlenen indien er geen verstoring van de zondagsviering of de zondagsrust is te verwachten (bijv. evenementen zonder muziek of festiviteiten zonder (geluids)hinder). Op zondag mag ook geen gerucht worden verwekt dat verder hoorbaar is dan 200 meter van de bron (uitzondering kerkdiensten, betogingen en vergaderingen). De burgemeester kan hiervan zondags na 13.00 uur ontheffing verlenen. 1.2.7 Gezondheids- en welzijnswet dieren Indien bij een evenement dieren zijn betrokken, bijv. bij een circus, zijn de regels van de Gezondheids- en Welzijnswet dieren (mogelijk) van toepassing. 1.2.8 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Festiviteiten die in een inrichting worden georganiseerd vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en vallen niet onder artikel 2:25 van de APV. Jaarlijks wijst het college per kern collectieve festiviteiten aan. Op de aangewezen dagen mogen inrichtingen de reguliere geluidsnormen genoemd in het Activiteitenbesluit tot een vastgesteld maximum overschrijden. Daarnaast is het een individuele inrichting voor de kern Medemblik maximaal 6 maal en voor de overige kernen maximaal 12 maal toegestaan een incidentele activiteit te organiseren. 1.2.9 Wegenverkeerswet, Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 Op grond van de Wegenverkeerswet en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 is het mogelijk om (gedeelten) van wegen, die in het eigendom en beheer van de gemeente zijn, voor evenementen af te sluiten. Het nemen van verkeersmaatregelen is een wettelijke taak van de wegbeheerder. Alle daarmee verband houdende werkzaamheden, zoals het plaatsen van hekken en (tijdelijke) verkeersborden zijn voor rekening van de wegbeheerder. Indien er wegen voor evenementen worden afgesloten, moeten de hulpverleningsdiensten altijd een vrije doorgang hebben. Met name in de kern Medemblik worden vaak wegen vanwege evenementen afgesloten. Een organisator overlegt bij de aanvraag evenementenvergunning een plan met de gewenste


33

wegafsluitingen. Het is gewenst dat de gemeente hierin leidend wordt. In overleg met de hulpverleningsdiensten en de afdeling Openbare Ruimte wordt een beperkt aantal modellen voor wegafsluitingen opgesteld. 1.2.10 Verkeersregelaars Bij iedere activiteit op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en weggebruikers geregeld moet worden, kan de aanwezigheid van evenementenverkeersregelaars verplicht worden gesteld. In overleg met de politie wordt bepaald wanneer er evenementenverkeersregelaars worden ingezet. De organisatie zorgt voor de werving, opleiding en verzekering van verkeersregelaars. Evenementenverkeersregelaars worden aangesteld per evenement of voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf maanden. Bij de aanstelling worden beperkingen in de uitoefening van de bevoegdheid opgelegd. In aanmerking komen personen die de leeftijd van tenminste 16 jaren hebben bereikt en die in het bezit zijn van een door de politie afgegeven instructieverklaring. Evenementenverkeersregelaars oefenen hun taak uit onder direct toezicht van de politie. Zij gaan gekleed volgens een hes of jas zoals omschreven in bijlage 2 van de „Regeling verkeersregelaars 2009‟. De gemeente heeft voor vrijwilligers een aansprakelijkheidsverzekering en een ongevallen- en eigendomsverzekering afgesloten. Elke vrijwilliger binnen de gemeente die onder de definitie vrijwilliger valt is verzekerd. De vrijwilliger is degene die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. 1.2.11 Vuurwerkbesluit Tijdens een evenement mag er alleen professioneel vuurwerk door een bedrijf met de vereiste vergunning worden afgestoken. Gedeputeerde staten van de provincie waarin het bedrijf is gevestigd beslissen op een aanvraag om vergunning. De burgemeester wordt ingelicht over een aanvraag en verleent vóór afgifte van de vergunning een verklaring van geen bezwaar. 1.2.12 Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen De Voedsel- en Warenautoriteit beoordeelt de veiligheid van installaties die vallen onder het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen. De toetsing van de burgmeester op veiligheid zal zich in dit verband beperken tot de plaats van attracties ten opzichte van elkaar en op de aanwezigheid van een veiligheidscertificaat. 1.2.12 Arbowet Bij de organisatie van evenementen maakt een organisator gebruik van eigen werknemers en/of vrijwilligers. De organisator als werkgever heeft verantwoordelijkheid op basis van de Arbeidsomstandighedenwet. De Arbowet regelt indirect ook de verantwoordelijkheid van de organisator voor de veiligheid van zijn publiek. Op basis van de Arbowet en de APV kan de organisator verantwoordelijk worden geacht voor de basiszorg voor het publiek. Dat wil zeggen dat zijn eigen organisatie en niet de gemeentelijke diensten alle relatief kleine voorzienbare calamiteiten moeten kunnen bestrijden. In de evenementenvergunning kunnen daarover nadere voorschriften worden opgenomen, bijvoorbeeld minimaal aantal BHV-ers, EHBO-posten en de wijze van beveiliging. Een onderscheid dat voor de veiligheid van belang is, is of de organisator wel of niet toegangskaarten verkoopt (meestal een afgebakende ruimte of terrein). In geval van toegangskaarten is er sprake van een gesloten overeenkomst tussen de organisator en de koper. Dit schept verplichtingen voor de organisator. In het algemeen is het zo dat de organisator hoofdverantwoordelijkheid draagt voor de gang van zaken. De organisator kan ook samenwerken met bedrijven die gespecialiseerde werkzaamheden uitvoeren, zoals beveiligingsbedrijven, transportondernemingen of de exploitant van een bungee-jumpinstallatie. Deze bedrijven kunnen optreden als partner of als ondernemer. In beide gevallen hebben zij op basis van artikel 19 van de Arbowet de verplichting om gezamenlijk op doelmatige wijze zorg te dragen voor de veiligheid van alle werknemers. Deze verplichting geldt ook voor derden, dat wil zeggen het publiek. Eenmanszaken (zoals de kermisexploitant die niemand in dienst heeft) zijn hiervan uitgezonderd, omdat zij geen werknemers in dienst hebben. 1.2.13 Overige regelgeving Voor het organiseren van een evenement kunnen ook andere vergunningen, ontheffingen of meldingen nodig zijn, zoals:


34

      

Verklaring voor gebruik gemeentegrond voor het organiseren van een circus/ evenement; Melding voor het plaatsen van reclameborden (art. 2:10 APV); Melding voor het plaatsen van terrassen (art. 2:10 APV); Melding voor het plaatsen van uitstallingen (art. 2:10 APV); Loterijvergunningen (Wet op de Kansspelen); Ontheffing winkelopenstelling (Winkeltijdenwet); Toestemming ballonvaarten, etc. (Luchtvaartwet)

1.2.14 Documenten Veiligheidsregio Noord-Holland Noord De VR heeft een aantal documenten opgesteld om een bijdrage te leveren aan de professionalisering van de werkwijze bij de begeleiding van evenementen. Met elkaar vormen deze documenten het digitale kwaliteitshandboek dat geïntegreerd is in het intranet van de VR en worden bij de voorbereiding van evenementen betrokken.


35

Bijlage 2

Voorschriften voor het organiseren van evenementen

Aan een evenementenvergunning verbindt de burgemeester voorschriften of beperkingen. De organisator zorgt ervoor dat hij voldoet aan de gestelde eisen van bereikbaarheid, openbare orde en veiligheid, milieu en communicatie, in samenwerking met de operationele diensten. De organisator is er primair verantwoordelijk voor om de consequenties van het evenement voor de verkeersorde te beperken. 2.1 Bereikbaarheid Evenementen kunnen belangrijke consequenties hebben voor het verkeer in de directe omving. Soms worden (delen) van wegen afgesloten en verkeer omgeleid. De organisator neemt maatregelen om de bereikbaarheid voor bezoekers en hulpdiensten te waarborgen. 2.2 Gevolgen voor het verkeer beperken De organisator zorgt voor de inzet van (evenementen)verkeersregelaars en de uitvoering van een verkeerscirculatieplan. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement kan de organisator het volgende worden opgedragen:  het opstellen van een verkeersplan (inclusief een hekken- en bordenplan). Dit plan wordt getoetst door de politie;  niet eerder dan … dagen voorafgaande aan het evenement worden hekken en borden geplaatst;  hekken en borden worden binnen … uur na afloop van het evenement verwijderd;  het verstrekken van informatie over parkeervoorzieningen;  communiceren over verkeersconsequenties. 2.3 Veiligheidsmaatregelen De organisator neemt in het veiligheidsplan de maatregelen op die zij gaat treffen op het gebied van veiligheid en beveiliging. Ook wordt aangegeven welke maatregelen worden getroffen tegen alcoholgebruik onder de 16 jaar. De organisator neemt voldoende maatregelen om de veiligheid van de bezoekers en deelnemers te waarborgen:  er is voor en tijdens het evenement één contactpersoon mobiel bereikbaar. Dit nummer is bekend bij de hulpdiensten. Tijdens het evenement is de contactpersoon bereikbaar en aanspreekbaar;  er worden niet meer bezoekers toegelaten dan naar het oordeel van brandweer en politie is toegestaan;  er is één gecertificeerde beveiliger(Event Security Officer) aanwezig op 250 (of 175) gelijktijdig aanwezige bezoekers. De beveiligers zijn in dienst van een beveiligingsbedrijf met een vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Zij zijn gekleed in gepaste en herkenbare kleding;  er is een ruimte afgescheiden van het publiek aanwezig, waar in geval van aanhouding overdracht plaatsvindt van beveiligers naar politie;  er is één adequate aanrijdroute voor hulpdiensten. Hulpdiensten worden niet gehinderd of belemmerd;  er wordt bij het veiligheidsplan een ontruimingsplan ingediend voor het geval van een calamiteit. De organisator blijft er verantwoordelijk voor dat bezoekers het evenement snel kunnen verlaten;  er worden vooraf voldoende fysieke veiligheidsmaatregelen genomen ten aanzien van: de brandveiligheid, indeling van de locatie c.q. terrein, opstellings- of stoelenplan, inrichtingseisen, compartimentering, afsluiting en poortjes;  er zijn voldoende EHBO‟ers of EHBO-posten aanwezig. Norm is 1 EHBO‟er op 750 gelijktijdig aanwezige bezoekers met een minimum van 2 EHBO‟ers, volledig gediplomeerd inclusief aantekening reanimatie;  er zijn voldoende toiletten aanwezig , bij voorkeur aangesloten op bestaande waterleiding en / of riolering. Norm is 1 toilet per 150 gelijktijdig aanwezige personen met een minimum van 2 stuks. Een kwart van de herentoiletten mag een urinoir zijn. De toiletten zijn voorzien van toiletpapier (en sanitaircontainers);  Bij de toiletten is een handenwasgelegenheid, voorzien van een zeepdispenser, papieren handdoekjes en een prullenbak. Norm is 1 per 4 toiletten met een minimum van 1;


36

 er zijn voldoende drinkwaterpunten aanwezig minimaal 45 tot 100 cm boven de grond. De waterpunten voldoen aan de NEN1006 norm en zijn voor gebruik getest op legionella;  er wordt bij voedselbereiding voldaan aan de richtlijnen van EG verordening 852/2004 inzake hygiëne levensmiddelen en/of de hygiënerichtlijnen voor publieksevenementen van het landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid en die van de Voedsel en Waren Autoriteit. 2.4 Aansprakelijkheid De organisator is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de vergunning aan eigendommen van de gemeente of van anderen wordt toegebracht. De organisator vrijwaart de gemeente voor schade-aanspraken van derden. De organisator sluit een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af die zowel de materiële als de letselschade dekt die voortvloeit uit het evenement. In de vergunning worden locatie en tijdsduur van het evenement afgebakend, waarvoor de aansprakelijkheid geldt. 2.5 Tijdelijke standplaatsvergunning Bij sommige evenementen worden ook goederen en/of waren te koop aangeboden. In de aanvraag evenementenvergunning geeft de organisator op de situatietekening de plaats en afmeting aan van de standplaats(en). In deze situatie maken de standplaatsen onderdeel uit van de evenementenvergunning en is geen aparte tijdelijke standplaatsvergunning nodig. De organisator kan de standplaatsen tegen betaling ter beschikking van derden stellen. Zij moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel en bij de aanvraag overlegt de organisator een deelnemerslijst waarop de naam, het adres en te verkopen goederen en/of waren staan vermeld. Indien een standplaats geen onderdeel uitmaakt van een evenement moet een aanvraag tijdelijke standplaatsvergunning worden aangevraagd. Artikel 5:18 van de APV regelt wanneer een tijdelijke standplaatsvergunning moet worden geweigerd. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. 2.6 Tegengaan alcoholmisbruik De organisator van een evenement waarbij alcohol wordt verkocht, moet een alcoholbeleid voeren om alcoholmisbruik tegen te gaan. Dat bestaat uit:  alleen het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken is met een ontheffing van artikel 35 van de Drank-en Horecawet toegestaan;  met een ontheffing is het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken uitsluitend toegestaan tussen het aanvangsuur en het sluitingsuur volgens de evenementenvergunning;  het evenemententerrein is duidelijk gescheiden van de publieke ruimte (bijvoorbeeld door middel van een hekwerk);  indien het evenemententerrein niet is te scheiden van de publieke ruimte kan de organisator hooguit alcoholarm bier schenken (dit bier bevat maximaal 1,2 volumeprocent alcohol en valt onder de zwak-alcoholhoudende dranken);  adequate toegangscontrole (indien mogelijk);  geen extra alcoholvoorzieningen buiten het evenemententerrein;  bezoekers die het evenemententerrein betreden of verlaten, mogen geen alcohol en/of glaswerk meenemen;  niet schenken aan bezoekers beneden de 16 jaar;  niet schenken aan aangeschoten of dronken bezoekers;  geen gratis drankverstrekking of specifieke aanbiedingsacties. 2.7 Verbod drugsgebruik De organisator van een evenement ziet erop toe dat de bezoekers van een evenement niet in het bezit zijn van zowel soft- als harddrugs, zoals omschreven in lijst I en II van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet. De organisator zorgt voor gerichte toegangscontrole. De gemeente kan de organisator verplichten een huisreglement op te stellen waaruit medewerking inzet en medewerking daaraan blijkt. Voorts kan de verplichting worden opgelegd om een drugshond in te zetten.


37

2.8 Opleveren evenemententerrein De organisator is verantwoordelijk voor het opruimen van afval, dat tijdens het evenement ontstaat. Tijdens markten en braderieën nemen we in de evenementenvergunning op dat standplaatswerkers verplicht zijn hun eigen afval retour te nemen. De organisator is verplicht na afloop van het evenement het terrein schoon (vrij van vuil en afval) en in de oorspronkelijke staat op te leveren. Indien nodig wordt het evenemententerrein voor- en achteraf geschouwd door de organisator en de gemeente.


38

Bijlage 3

Handreiking alcoholbeleid voor organisatoren van evenementen

Het extensieve gebruik van alcohol is naast een gezondheidsrisico ook een belangrijke risicofactor van geweld. Overmatig drankgebruik door jongeren geeft veel overlast en er is een samenhang tussen alcohol en het plegen van criminaliteit ( vooral geweldsdelicten en vernieling en vandalisme). De veiligheid neemt toe door een verminderd alcoholgebruik onder jongeren. Bier met een lager alcoholpercentage kan een middel zijn ter voorkoming van openbare dronkenschap en het beperken van ordeverstoring door mensen onder invloed van alcohol. Een bijkomend voordeel – vooral tijdens zomerse evenementen – is dat het ook uitdrogingsverschijnselen tegengaat. Voor de gemeenten zijn de twee sporen uit het project Jeugd, Alcohol & Drugs:  doorgaan met het wijzen op de schadelijke gevolgen en de gezondheidrisico‟s van alcoholgebruik voor jongeren en de keuzemogelijkheden om verstandig met alcohol om te gaan;  het terugdringen van de beschikbaarheid en het bezit van alcohol en het intensiveren van het toezicht op en het handhaven van de regels daarvoor. Als organisator van een evenement vindt u hier een handreiking om tijdens een evenement verantwoord alcoholgebruik te stimuleren en alcoholgebruik onder de 16 jaar te voorkomen. De maatregelen zijn voor de ondersteuning van het alcohol(preventie)beleid tijdens uw evenement. Voorafgaand aan het evenement kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:  de organisator maakt duidelijke afspraken hoe er wordt opgetreden bij openbare dronkenschap onder jongeren (bijv.: weigering alcoholhoudende drank, weigering toegang, verwijdering van het evenement, contact opnemen met de ouders, doorverwijzing alcoholpoli Westfriesgasthuis);  de organisator maakt duidelijke afspraken met de beveiliging en vrijwilligers bij welke kenmerken bezoekers in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van psychotrope stoffen niet worden toegelaten tot het evenement (art. 20, lid 7 DHw en art. 252 WSr);  de organisator maakt met het barpersoneel van het evenement duidelijke afspraken bij welke kenmerken alcoholhoudende drank aan de bar wordt geweigerd (wettelijk verbod doorschenken aan dronken bezoekers);  de organisator communiceert vooraf over het geldende alcoholbeleid tijdens het evenement (bijv.: bij aankondiging van het evenement in persberichten, flyers, posters, internet en aan het personeel);  de organisator zorgt ervoor dat het barpersoneel, de beveiliging en de vrijwilligers over voldoende kennis beschikken om risico‟s rond alcoholgebruik goed in te schatten. Zo mogelijk biedt de organisator hen de cursus IVA of Barcode aan.;  de organisator spreekt met het barpersoneel, de beveiliging en de vrijwilligers af dat er tijdens het evenement geen alcoholhoudende drank wordt genuttigd. Zij hebben een voorbeeldrol voor de bezoekers van het evenement;  de organisator stelt barpersoneel aan van tenminste 18 jaar dat de cursus IVA heeft gevolgd. Bij voorkeur is het barpersoneel 21 jaar en ouder en is men in het bezit van een verklaring van Sociale Hygiëne;  de organisator geeft tijdens het evenement enkele beveiligers / toezichthouders een extra rol om de volgende zaken in de gaten te houden: 1. verstrekken bezoekers van >16 geen alcoholhoudende drank door aan <16; 2. aan bezoekers in kennelijke staat van dronkenschap wordt niet doorgeschonken; 3. bezoekers in kennelijke staat van dronkenschap worden verwijderd. Tijdens het evenement kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:  de organisator neemt in het huisreglement regels op met betrekking tot alcohol (bijv.: leeftijd, gedrag, consequenties niet naleven van de regels). Het huisreglement wordt tijdens het evenement duidelijk zichtbaar opgehangen;  de organisator hangt bij iedere bar goed zichtbaar een poster op waarop staat beschreven de „harde‟ leeftijdsgrens (dag,maand,jaar) voor de verkoop van alcoholhoudende drank. Barpersoneel kan aan de hand van een origineel (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs) snel de


39

   

   





leeftijd controleren.(volgens art. 20, lid 1 van DHw is het verboden alcoholhoudende drank te schenken aan personen <16); de organisator schenkt geen alcoholhoudende drank wanneer de doelgroep overwegend <16 jaar is; de organisator weert bezoekers die alcohol en/of glaswerk meenemen; de organisator ziet erop toe dat bezoekers het evenemententerrein niet met alcohol en/of glaswerk verlaten; de organisator doet bij de ingang(en) van het evenement een leeftijdscontrole. Degene die >16 jaar is, krijgt een gekleurd polsbandje (eventueel met de logo en datum van het evenement). Bij meerdaagse evenementen verschillende kleuren gebruiken en geen witte bandjes i.v.m. fraude. de organisator kan via de site van www.westfrisland.nl voorlichtingsmateriaal downloaden; de organisator richt voor de bezoekers een rustruimte in op voldoende afstand van de drukte en het geluid. Bij voorkeur zijn hier ook gratis watertappunten aanwezig voor de bezoekers of een bar waar enkel niet-alcoholhoudende dranken worden verkocht; de organisator zorgt bij de inrichting van meerdere bars op het evenemententerrein dat er ook bars zijn waar alleen niet-alcoholhoudende dranken en bij voorkeur ook isotone drankjes worden verkocht; de organisator stelt een goed gesorteerde alcoholvrije drankenkaart op. Op www.alcoholinfo.nl staan tips voor alcoholvrije cocktails. Op internet zijn nog meer leuke recepten voor alcoholvrije cocktails te vinden. Er wordt actief promotie gemaakt voor niet-alcoholhoudende drank en deze worden ook goedkoper aangeboden; de organisator wordt aangeraden geen „happy hours‟ te houden. Van „happy hours‟ is bekend dat zij bedoeld zijn om in minder drukke tijd de omzet te stimuleren. Dit zou het gebruik van alcoholhoudende drank door jongeren kunnen bevorderen en dat is in strijdig met het beleid van alcoholmatiging; de organisator zorgt voor een goede bewegwijzering naar de EHBO-post en zet mobiele EHBOteams in met kennis van eerste hulp bij dranken drugsincidenten.

Na afloop van het evenement kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:  de organisator kondigt tijdig aan wanneer de bar wordt gesloten. Een cooling downperiode van een half uur vóór het einde van het evenement is aan te raden. Indien er gebruik wordt gemaakt van munten, bonnen, etc., eindig dan de verkoop eerder dan de sluitingstijd van de bar;  de organisator ziet erop toe dat bezoekers het evenemententerrein niet met alcohol en/of glaswerk verlaten;  de organisator zorgt dat bezoekers veilig naar huis kunnen, bijvoorbeeld met (gratis) pendelbussen;  De organisator evalueert de genomen alcoholmaatregelen als onderdeel van de totale evaluatie van het evenement. De evaluatie kan bijstelling van het alcoholbeleid voor een volgende editie van het evenement inhouden. De organisator stuurt de evaluatie naar de gemeente Medemblik.


40

Bijlage 4

Handreiking drugsbeleid voor organisatoren van evenementen

Naast het gebruik van alcohol komt in toenemende mate het gebruik van soft en hard drugs voor bij evenementen. Een combinatie van alcohol –en drugsgebruik kunnen problemen op het gebied van gezondheid en veiligheid met zich meebrengen. Het is belangrijk dat de organisator van een evenement een realistische inschatting maakt van de risico‟s die met het gebruik samenhangen. Voor de gemeenten zijn de twee sporen uit het project Jeugd, Alcohol & Drugs:  voorkomen dat het aantal jongeren dat met (psychische) problemen en/of dat drugs en overmatig alcohol gebruik stijgt;  gezondheidsschade door alcohol en drugs bij jongeren voorkomen. Volgens het Plan van Aanpak Jeugd, Alcohol en Drugs geldt bij vergunningverlening van evenementen en (pop)festivals het volgende:  verbod op het in bezit hebben van soft en hard drugs;  gerichte controles op drugsgebruik en drugshandel;  snelrecht bij overtreding via het Openbaar Ministerie en Halt (lik-op-stuk);  organisatoren moeten huisreglementen hebben waaruit inzet en medewerking hieraan blijkt; Als organisator van een evenement vindt u hier een handreiking om tijdens een evenement drugsgebruik en – handel te voorkomen. De maatregelen zijn voor de ondersteuning van het drugs(preventie)beleid tijdens uw evenement. Voorafgaand aan het evenement kunnen de maatregelen worden getroffen:  de organisator zorgt voor een veilige uitgaanslocatie. In geen geval wordt het maximum aantal bezoekers overschreden;  de organisator zorgt voor een goede inrichting van het evenemententerrein, zoals voldoende ruimte en doorloop, chill out-ruimte en klimaatbeheersing;  de organisator zorgt voor een goede verlichting op en rond het evenemententerrein;  de organisator communiceert over het geldende drugsbeleid tijdens het evenement (bijv. bij aankondiging van het evenement in persberichten, flyers, posters, internet en aan het personeel);  de organisator stelt huisregels op en maakt deze op tijd bekend, vooral via internet;  de organisator maakt duidelijke afspraken met de beveiliging en vrijwilligers bij welke staat bezoekers kennelijk onder invloed van psychotrope stoffen niet worden toegelaten tot het evenement (art. 20, lid 7 DHw);  de organisator instrueert de beveiligers en vrijwilligers over het drugsbeleid; Tijdens het evenement kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:  de organisator maakt de huisregels bekend bij de ingang van het evenemententerrein;  de organisator verstrekt plattegronden en goede informatie over vervoer en andere faciliteiten;  de organisator voert een toegangscontrole uit; visitatie (100% tassencontrole), oppervlakkige veiligheidsfouillering (op het lijf), eventueel met detectiepoortjes en camerabewaking;  de organisator zorgt voor een drugskluis voor de in beslag genomen drugs;  de organisator maakt gebruik van beveiligers die de cursus EHBDu hebben gevolgd;  de organisator zorgt ervoor dat de beveiligers, de vrijwilligers en het barpersoneel over voldoende kennis beschikken om de risico‟s rond drugsgebruik goed in te schatten. Zie voor voorlichting en training www.trimbospreventie.nl;  de organisator zorgt voor voorlichting over gezondheidsrisico‟s van alcohol- en drugsgebruik, bijvoorbeeld door een Unity-peerteam (zie www.unitydrugs.nl);  de organisator zorgt voor een goede bewegwijzering naar de EHBO-posten en zet mobiele EHBOteams in met kennis van eerste hulp bij dranken drugsincidenten;  de organisator zorgt voor voldoende gratis waterpunten en plekken waar bezoekers wat kunnen eten;  de organisator zorgt voor een voldoende aanbod van niet-alcoholhoudende dranken en waar onder ook van isotone drankjes.


41

Na afloop van het evenement kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:  de organisator zorgt dat bezoekers veilig naar huis kunnen, bijvoorbeeld met (gratis) pendelbussen;  de organisator evalueert de genomen drugsmaatregelen als onderdeel van een totale evaluatie van het evenement. De evaluatie kan bijstelling van het drugsbeleid voor een volgende editie van het evenement inhouden. De organisator stuurt de evaluatie naar de gemeente Medemblik.


42

Beleidsnota evenementenbeleid. Gemeente Medemblik ( )

Recommend Documents