2.
Beleidskaders 2014
2.1
Missie, visie en strategie
Drenthe College stelt zich ten doel goed beroepsgericht onderwijs te bieden in de regio Drenthe binnen de financiële randvoorwaarden die het Ministerie van OCW daarvoor stelt. Om dat te realiseren heeft Drenthe College voor de periode 2010-2014 de volgende missie en visie gehanteerd: Missie Drenthe College is een uitstekend opleidingsinstituut dat studenten van alle leeftijden uitdagend beroepsgericht onderwijs biedt: gericht op werk, vervolgstudie en persoonlijke ontwikkeling. Visie In de visie staan de uitgangspunten die Drenthe College belangrijk vindt om haar opdracht te realiseren. Drenthe College: >> stimuleert studenten en medewerkers het beste uit zichzelf te halen. >> vindt respect, openheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid vanzelfsprekend. >> vindt persoonlijke aandacht erg belangrijk. >> stemt haar opleidingsaanbod af op de behoefte van bedrijven, gemeenten en instellingen in de regio en de wensen van studenten. >> sluit de inhoud van haar programma’s waar mogelijk aan op de belevingswereld van studenten. >> werkt nauw samen met bedrijven, instellingen, gemeenten en het voortgezet onderwijs en hbo in de regio om haar studenten een zo goed mogelijk perspectief te bieden. >> is de logische partner voor organisaties met vragen in relatie met beroepsgericht onderwijs in de regio. Op basis van deze uitgangspunten heeft Drenthe College voor zijn onderwijs tien punten geformuleerd die moeten zorgen voor invulling van het adagium: Drenthe College: goed onderwijs. Het gaat om: 1. Duidelijke doelen 2. Heldere en uitdagende programma’s voor studenten van nu 3. Gegarandeerde onderwijstijd 4. Zorgvuldige examinering 5. Theorie en praktijk goed op elkaar afgestemd 6. Zinvolle stages 7. Goede studieloopbaanbegeleiding 8. Begeleiding naar zelfstandigheid, werk of vervolgopleiding 9. Duidelijkheid over de studievoortgang 10. Een goede opleidingsorganisatie In aanvulling op bovenstaande heeft Drenthe College in 2013 ook een visie op leren en onderwijzen geformuleerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: student, docent/leraar en organisatie. Uitgangspunt voor het realiseren van motiverend en uitdagend onderwijs voor de student is: >> het aansluiten op achtergrond, begin niveau en motivatie van de student. >> een positieve benadering van studenten door betrokken leraren. >> zorgen dat studenten ervaring kunnen opdoen in de praktijk van het gekozen beroep. >> realiseren van een opleidingscultuur die aansluit bij de cultuur van het gekozen beroep. >> laten groeien van inzicht van studenten in eigen kwaliteiten en mogelijkheden. >> via uitdagende doelen, inspirerende werkvormen en eigentijdse hulpmiddelen. >> zorgen dat studenten op school bij een groep horen.
JAARVERSLAG 2014
13
Dat vraagt van docenten binnen Drenthe College dat zij zorgen voor: >> een pedagogisch klimaat dat wordt gekenmerkt door: respect, veiligheid, verantwoordelijkheid, dialoog en een positieve benadering. >> een didactiek die gericht is op groei in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. >> inzicht in het totale opleidingsplan en de plaats die zijn “vak” daarin inneemt. >> het geven van een effectieve feedback waardoor studenten worden aangezet tot leren. >> uitdagende doelen en inspirerende en goed gestructureerde werkvormen en lessen. >> beschikken over actuele kennis op het eigen vakgebied. >> input vanuit zijn vak naar de loopbaan- en oriëntatiebegeleider om de student optimaal te kunnen begeleiden in zijn persoonlijke ontplooiing. >> in staat zijn tot het geven en ontvangen van feedback van collega’s en studenten. >> kunnen aansluiten bij de cultuur, wijze van leren en communiceren van de studenten. Drenthe College als organisatie moet zorgen voor: >> beroepsonderwijs dat is gericht op het ontwikkelen van toekomstige beroepsbeoefenaren, actieve burgers en zelfbewuste mensen met een eigen identiteit. >> goede contacten met voorbereidend en vervolgonderwijs, bedrijven en instellingen en met belangrijke stakeholders in de regio. >> een cultuur waarin het geven van feedback over het professionele gedrag vanzelfsprekend is. >> goede ondersteuning en facilitering in tijd en geld van teams en docenten bij hun professionele ontwikkeling en collegiale samenwerking. >> begrijpelijke informatie voor studenten en hun ouders/opvoeders over het onderwijs en de eisen die er gesteld worden. >> contact met ouders over de opleiding en ontwikkeling van hun kind. >> goed georganiseerd onderwijs. >> een klimaat waarin iedereen bijdraagt aan een positieve leeromgeving voor de studenten. Strategie Drenthe College realiseert haar missie en visie volgens onderstaand denkmodel. Ook het kwaliteitssysteem dat Drenthe College hanteert is op dit denkmodel gebaseerd. Op elk niveau van de organisatie worden ontwikkelingen in de buitenwereld bezien op gevolgen en vervolgens worden op elk van de aspecten prioriteiten bepaald; uiteraard in relatie met DC-brede prioriteiten.
Strategie
De buitenwereld
Structuur en sturing
Cultuur en communicatie
Personeel
Bedrijf svoering, administratie en systemen
14
Kern processen
Missie en strategie
Financiën
JAARVERSLAG 2014
Op basis van dit denkmodel is het Strategisch plan Drenthe College 2010 - 2014 ontwikkeld. Op basis van dit plan zijn vervolgens elk jaar strategische prioriteiten benoemd. In 2014 waren dit de volgende vijftien punten: 1. Het voorbereiden van het realiseren van betaalbaar en inspirerend onderwijs met het oog op het invoeren van de nieuwe kwalificatiedossiers met ingang van 1 augustus 2018 en het intensiveren van het onderwijs voor eerstejaars voltijdstudenten naar 1.000 uur per 1 augustus 2014. 2. Het verbeteren van de kwaliteitsborging in de teams met het oog op de ontwikkeling naar professionele onderwijsteams. 3. Het kiezen door onderwijsteams, onderwijs ondersteunende teams en diensten van elk maximaal 3-5 prioriteiten om de tevredenheid van studenten, bedrijven/instellingen en/of medewerkers te verbeteren. 4. Het versterken van de positionering van Drenthe College in Assen en Meppel. 5. Het maken van een plan om bedrijven nauwer bij het onderwijs van Drenthe College te betrekken. 6. Het realiseren van een goede start van Entree onderwijs met ingang van 1 augustus 2014. 7. Het realiseren van passend onderwijs per 1 augustus 2014. 8. Het realiseren van een goed werkend TT-Instituut per 1 augustus 2018. 9. Het realiseren van een goed functionerend Drenthe College met de verhuizing naar het nieuwe gebouw in Meppel per 1 augustus 2014. 10. Het starten met opleiding hotelmanager niveau 4 samen met Stenden in Emmen per 1 augustus 2014. 11. Het uitvoeren plan van aanpak verbeteren planning en roosteren. 12. Het maken van vorderingen in het realiseren van centrum voor duurzame chemische technologie conform plan van aanpak. 13. Het uitvoeren van het plan van aanpak om de effectiviteit en efficiency van de onderwijs ondersteunende diensten en de ondersteuning van de onderwijsteams te verbeteren. 14. Het ontwikkelen van een visie op de samenstelling en het functioneren van de onderwijsteams. 15. Het ontwikkelen van een gedragen strategisch plan voor de periode 2015 - 2018. Van deze punten moest alleen de positionering van Drenthe College in Meppel naar 2015 verschoven worden. Een voorstel daarvoor is in mei 2015 gereed gekomen. Verder is op het ontwikkelen van een visie op onderwijsteams, dan gaat het onder meer om omvang, beleidsruimte, en informatie, input gevraagd aan de opleidingsmanagers in het kader van hun opleidingstraject. De voorstellen zijn geformuleerd bij het einde van dat traject in april 2015. De rest van de punten is allemaal in 2014 gerealiseerd. Dat stemt tot tevredenheid. Eigenlijk was 2014 een overgangsjaar met relatief veel operationele prioriteiten. Er is in dat jaar daarnaast veel aandacht uitgegaan naar het ontwikkelen van een strategisch plan voor de periode 2015 - 2018. Daarvoor zijn externe ontwikkelingen bestudeerd, gesprekken gevoerd met stakeholders en heeft een vertegenwoordiging van het Managementteam van Drenthe College met een extern bureau een nieuwe missie en visie ontwikkeld. Deze missie/visie zal gerealiseerd worden langs vier strategische lijnen. Dit wordt gevisualiseerd in onderstaande figuur:
De ontwikkeling van inspirerende opleidingen
De professionalisering van medewerkers
VISIE Een opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent is een belangrijke pijler voor een waardevolle & betekenisvolle toekomst Samen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf
MISSIE Het oog houden op ontwikkelingen in onze omgeving.
Bewaken van de financiële continuïteit
JAARVERSLAG 2014
15
Onze visie is dat “Een opleiding met ruimte om te groeien vanuit je eigen passie en talent een belangrijke pijler is voor een waardevolle en betekenisvolle toekomst.” Om onze studenten te helpen die betekenisvolle en waardevolle toekomst te realiseren luidt onze missie: “samen op ontdekkingsreis gaan naar de beste versie van jezelf”. Vervolgens onderscheidt Drenthe College de volgende vier strategische hoofdlijnen om de missie en visie te realiseren: De ontwikkeling van inspirerende opleidingen die recht doen aan de visie en missie. Dat betekent dat curricula de student als uitgangspunt nemen. Voor hen ontwerpt Drenthe College uitdagende opleidingsprogramma’s die passie en talent van studenten aanspreken en ontwikkelen. Meer opdrachten en ontdekkingsgerichte leerprogramma’s, waarin kruisbestuiving mogelijk is, en keuzevrijheid, flexibiliteit en excellentie aandachtspunten zijn. De professionalisering van medewerkers om studenten te begeleiden in de richting van de visie/missie, maar ook zichzelf te ontwikkelen. Het oog houden op ontwikkelingen in onze omgeving. De wereld verandert snel. Drenthe College vindt het belangrijk de komende jaren steeds te blijven zoeken naar mogelijkheden waar zij naast het opleiden van studenten ook een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en de economische groei van de regio. Zij houdt daarvoor actief contact met overheden, bedrijven/instellingen en maatschappelijke organisaties in de regio. Het bewaken van de financiële continuïteit. Dit vraagt in ieder geval aandacht voor: de rationalisatie van onderwijsprocessen en een niet te groot aanbod aan opleidingen. Met deze randvoorwaarden wordt echter maximaal gestreefd naar een positieve en stimulerende leeromgeving. Verder vraagt de financiële continuïteit een voldoende mate van flexibiliteit in huisvesting en personeel. Drenthe College heeft ook geformuleerd wat in 2018, als langs deze lijnen wordt gewerkt, is gerealiseerd. Meer informatie hierover is te vinden in paragraaf 9.4. Begroting en Realisatie DC-brede budgetten BIO-gelden sectoren Scholing / Professionalisering Totaal
2.2
Begroting Realisatie € 1.514.000 € 1.650.000 € 950.000 € 1.050.000 € 825.000 € 875.000 € 3.289.000 € 3.575.000
Stakeholders en samenwerking
Drenthe College is een maatschappelijke organisatie die relaties onderhoudt met diverse stakeholders zoals studenten, ouders, bedrijven, instellingen (individueel en via ondernemersclubs, brancheorganisaties en koepelorganisatie VNO-NCW Noord), gemeenten (besturen en gemeentelijke instellingen) en de provincie Drenthe (gedeputeerden en ambtelijk). Drenthe College heeft een actief bestand van relaties met zevenduizend bedrijven en instellingen. Met alle scholen in het voortgezet onderwijs in Drenthe worden relaties onderhouden. Eenmaal per jaar verzorgt Drenthe College een beurs over mbo-opleidingen voor de laatste klassen van het vmbo in Drenthe: D Challenge. Deze beurs wordt door bijna vierduizend studenten bezocht. Drenthe College neemt namens het mbo deel in: >> Programmaraad SNN (Samenwerkingsverband Noord Nederland). >> Taskforce RIS3; ontwikkeling uitvoeringsplan Research en Innovation Strategie voor Noord Nederland. >> Bestuurlijke begeleidingsgroep Techniekpact Noord Nederland.
16
JAARVERSLAG 2014
Daarnaast participeert Drenthe College in: >> Begeleidingsgroep Techniekpact arbeidsmarktregio Drenthe. >> Begeleiding Werk In Zicht, arbeidsmarktregio Groningen. >> Bestuurlijke begeleidingsgroep ontwikkeling E-college. >> Bestuurlijk kennisnetwerk ZorgpleinNoord. >> Het Zorg Innovatie Forum. >> Overleggen in de verschillende arbeidsmarktregio’s. >> Overleg VSV en Passend onderwijs in de verschillende RMC-regio’s. >> Het noordelijk doelmatigheidsoverleg tussen vijf ROC’s. >> Noordelijk aansluitingsoverleg mbo/hbo. Samenwerking in de sector De onderwijssectoren hebben ook specifieke samenwerkingsverbanden. Vanzelfsprekend werken ze samen met de scholen in het voortgezet onderwijs en is er contact met hboinstellingen in de regio. De opleidingen hebben geregeld overleg met bedrijven en instellingen in het werkveld en met kenniscentra. Economie & Dienstverlening werkt daarnaast samen met Defensie en Zorg & Welzijn participeert in Netwerk ZON en Zorgcampus Noorderboog. De sector Techniek heeft samenwerkingsverbanden met AOT, de bedrijvenschool Emmen, de Stichting Vakcentrum en OCB. Geconcludeerd kan worden dat Drenthe College een open organisatie is die via al deze relaties tracht goed onderwijs te realiseren dat is afgestemd op de behoeften in de regio. Doelmatigheid Mbo-instellingen moeten een doelmatig aanbod van opleidingen aanbieden; afgestemd op de arbeidsmarkt en de behoeften in de regio. De afstemming op de arbeidsmarkt is en blijft lastig omdat deze niet goed te voorspellen is en studenten van lagere niveaus ook de mogelijkheid hebben om door te stromen naar hogere opleidingsniveaus. Wat betreft de regionale afstemming heeft Drenthe College in augustus 2013 een uitruil van opleidingen en cursussen gerealiseerd met Alfa-college. Uitgangspunt hierbij was dat Alfacollege het ROC in Hoogeveen zou worden en Drenthe College in Emmen. Drenthe College heeft zich teruggetrokken uit Hoogeveen. De horeca- en bakkersopleidingen en de educatieactiviteiten die Drenthe College uitvoerde in Hoogeveen zijn overgedragen aan Alfa-college. Drenthe College heeft in Emmen de zorgopleidingen en de opleiding kapper en uiterlijke verzorging overgenomen van Alfa-college. Om tot een evenwichtige uitruil te komen heeft Drenthe College ook de opleidingen bouw in Ruinen en Hardenberg overgedragen. De uitruil is goed verlopen. Punt van aandacht is dat het overdragen in de administratie van het Rijk leidt tot uitval van studenten. Dit zal de rendementen van Alfa-college en Drenthe College negatief beïnvloeden. Vooralsnog heeft het Ministerie van OCW hier geen oplossing voor. Verder heeft Drenthe College met ingang van 1 augustus 2014 de opleiding motorfietstechniek van Alfa-college overgenomen. Deze opleiding is geïntegreerd met de opleidingen op het TT-Instituut in Assen. Drenthe College stopt in ruil daarvoor met haar opleiding voor bedrijfsauto’s en logistiek op niveau 3 en 4. Deze uitruil zorgt voor een versterking van de profilering van beide instellingen. Alfa-college op logistiek en Drenthe College op motorvoertuigen en motorfietsen.
2.3
Huisvesting
Het huisvestingsbeleid van Drenthe College is erop gericht om: >> Het aantal gebouwen te verminderen. >> Te komen tot een flexibel gebouwenbestand waarbij het streven is om te komen tot een verhouding tweederde eigendom en eenderde huur. >> Het totale gebruik aan vierkante meters terug te dringen bij een gelijk aantal studenten. >> Moderne faciliteiten te bieden op onder andere het gebied van klimaatbeheersing in gebouwen en ICT-voorzieningen (beamers, digitale borden en WIFI) en ICT-infrastructuur. >> Een goede uitstraling van de gebouwen waarin de huisstijl herkenbaar is. Dit beleid is vanaf 2010 in gang gezet en zal in 2016 grotendeels zijn afgerond. Voor de uitvoering van de benodigde verbouwingen en investeringen is besloten het investeringsbudget gedurende die periode met een half miljoen euro te verhogen tot € 3 miljoen per jaar.
JAARVERSLAG 2014
17
Tot en met 2014 is het volgende gerealiseerd: >> Renovatie van de locaties aan de Ubbekingecamp en Veldlaan in Emmen. >> Sluiten verouderde panden aan de Sleedoorn en de Hagedoorn in Emmen. >> Afstoten van locatie in Hoogeveen en huurpanden in Hardenberg, Coevorden en Ruinen. >> Het realiseren van nieuwbouw in Meppel. Het pand aan de Werkhorst is per 1 augustus 2014 gesloten. Per die datum is Drenthe College verhuisd naar het Onderwijspark Ezinge. >> Op het TT-circuit in Assen heeft Drenthe College per 1 augustus 2014 een nieuw huurpand betrokken: het TT-Instituut, waar de auto- en motorvoertuigentechniek is ondergebracht. Nog niet afgerond zijn: >> De techniekgebouwen in Emmen aan de Van Schaikweg en de Anna Paulownalaan worden grondig gerenoveerd om zodoende plaats te bieden aan de nieuwste technologieën in een moderne onderwijsomgeving. De eerste fase is in 2013 afgerond, de laatste fase staat gepland voor 2016. >> Afstoten van de Fokkerstraat in Assen in 2016 waar een klein deel van de techniekopleidingen is achtergebleven. Herhuisvesting staat gepland in 2016. >> Tot slot zullen de horecaopleidingen in Emmen uitgebreid worden met een hotelopleiding en in nauwe samenwerking met Hogeschool Stenden worden vernieuwd. Drenthe College gaat vanaf augustus 2015 hiertoe een deel van de nieuwbouw van Hogeschool Stenden huren. De huisvestingslasten zullen voor Drenthe College licht stijgen in verband met hogere huurlasten en hogere afschrijvingslasten. Daarentegen zullen de exploitatiekosten afnemen doordat minder vierkante meters in gebruik zijn en er een efficiëntere bedrijfsvoering kan worden gerealiseerd. Dit leidt in 2015 en 2016 tot een toename van de lasten van rond de € 0,5 miljoen. Vanaf 2017 dalen ze weer tot het niveau van 2013.
Afschrijvingslasten en huisvestingslasten gezamenlijk Huisvestingslasten Afschrijvingslasten Totaal
2012 2013 € 3.674.635 € 3.562.500 € 3.824.159 € 3.859.614 € 7.498.794 € 7.422.114
2014 € 3.706.500 € 3.914.728 € 7.621.228
2015 € 4.246.500 € 3.887.150 € 8.133.650
2016 2017 € 4.206.500 € 4.066.500 € 3.720.758 € 3.348.013 € 7.927.258 € 7.414.513
ICT-faciliteiten In 2014 heeft Drenthe College veel geïnvesteerd in ICT-faciliteiten: >> ICT-infrastructuur (met name draadloos) is aanzienlijk uitgebreid in verband met de toenemende vraag door gebruik van allerlei mobiele apparatuur. >> Uitbreiding van het aantal virtuele workstations (van 800 naar 1.200). >> Uitbreiding van het serverpark. >> Laptops en tablets voor docenten. >> Investering in planningssoftware voor met name examens op gebied van taal en rekenen. In 2013 was reeds geïnvesteerd in de benodigde hardware (inrichting examenlokalen). >> Eerste fase in de ontwikkeling van een DC-app voor studenten om daarmee roosterinformatie en informatie over cijfers te kunnen zien. >> Vernieuwing van de website.
18
JAARVERSLAG 2014
3.
Onderwijskwaliteit
3.1
Onderwijsinspectie
In 2013 heeft de Onderwijsinspectie een onderzoek uitgevoerd naar de Staat van de instelling, waarbij de focus lag op kwaliteitszorg, onderwijs, examinering, rendement en het voldoen aan de wettelijke vereisten (waaronder onderwijstijd). Op basis van de resultaten heeft de Onderwijsinspectie geconcludeerd dat er binnen Drenthe College geen aanleiding is tot vervolgonderzoek op de totale organisatie. Bij de vijf onderzochte opleidingen werden echter tekortkomingen geconstateerd op één of meerdere onderdelen en heeft de Inspectie besloten tot vervolgonderzoek in 2014. In september en oktober 2014 heeft de Onderwijsinspectie dit vervolgonderzoek uitgevoerd. Het betrof de opleidingen: applicatieontwikkelaar BOL 4, bedrijfsadministratief medewerker BOL 2, zorghulp, autotechniek BOL 4 en verpleegkundige BOL 4. Het onderzoek had tot doel om de als onvoldoende beoordeelde punten, geconstateerd tijdens het onderzoek naar de Staat van de instelling in 2013, opnieuw te beoordelen. Het ging hierbij met name om de kwaliteitsborging. In 2014 heeft Drenthe College op verschillende manieren actie gezet op de kwaliteitsborging door opleidingsteams. Alle opleidingsmanagers hebben scholing gehad in het kwaliteitssysteem van Drenthe College en de rol van de onderwijsteams hierbinnen. De vijf onderwijsteams zijn daarnaast door de kwaliteitsmanager ondersteund door extra sessies waarbij het teamplan en de teamdoelen aan de orde kwamen en een review is opgesteld. Hierbij is met name gekeken op welke wijze onderwijsteams hun acties systematischer kunnen verbeteren en verankeren. Dat alles heeft tot resultaat gehad dat de Onderwijsinspectie bij het vervolgonderzoek tot de conclusie is gekomen dat de kwaliteitsborging bij de opleidingen nu voldoende is. De opleidingen kunnen de (logische) samenhang tussen de geconstateerde tekortkomingen en de verbeteracties in voldoende mate aantonen. De overige onderzochte onderdelen werden eveneens als voldoende beoordeeld door de Inspectie.
3.2
Kwaliteitszorg
Kwaliteit van onderwijs is ook regelmatig onderwerp van gesprek tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, tussen het College van Bestuur en de leden van het Centraal Management Team, tussen sector- en dienstenmanagers en respectievelijk de opleidingsmanagers en de hoofden van diensten en in opleidingsteams. Drenthe College is aangesloten bij het Kwaliteitsnetwerk MBO, dat in 2014 een externe audit bij drie opleidingen (werktuigbouw, bedrijfsadministratief medewerker, pedagogisch medeweker kinderopvang) heeft gehouden. De belangrijkste conclusie van deze audit was dat Drenthe College erin is geslaagd de visie op kwaliteit van het onderwijs uit te werken in een systeem dat uitgaat van een integrale benadering, zowel gericht op het meten en verbeteren van de kwaliteit als op de borging ervan. De auditcommissie noemt, net als de Inspectie, het kwaliteitssysteem strategisch slim en sterk verankerd in de lijn. Volgens de commissie genereert en verzamelt Drenthe College op verschillende organisatieniveaus een grote hoeveelheid informatie waarmee de instelling een goed overzicht heeft van de voortgang en resultaten in de organisatie. De organisatie beschikt over een groot en compleet instrumentenpalet; er is veel informatie aanwezig en de data vormen structureel en systematisch onderdeel van monitoring. Het management van de organisatie is zich ervan bewust dat voor het realiseren van kwaliteit het primaat ligt bij de opleidingsteams, waar docenten uitvoering geven aan het onderwijs. Om die reden is het managementinformatiesysteem zo ingericht dat op dat niveau alle benodigde gegevens beschikbaar zijn en daarmee direct verbonden aan de sturingsmogelijkheden. In de afwegingen om te verbeteren en inspanningen te initiëren op basis van de uitkomsten van de diverse systemen, is borging een belangrijk aandachtspunt. Om dit te realiseren is
JAARVERSLAG 2014
21
het van belang dat op teamniveau de beschikbare gegevens niet alleen worden geanalyseerd maar ook worden omgezet in concrete en toetsbare activiteiten. De PDCA-cyclus werkt goed instellingsbreed, dat wil zeggen tot op het niveau van de teams. Op het niveau van de teams zijn de onderdelen “Check” en met name “Act” nog in ontwikkeling. De teams worden wel in positie gebracht om zelf invulling te geven aan de verbetering van de kwaliteit. Drenthe College voert jaarlijks ook een aantal interne (thema) audits uit. Een aantal medewerkers is opgeleid als auditor. In 2014 heeft Drenthe College de volgende audits uitgevoerd. >> Een thema audit naar de kwaliteit van de opleidingsplannen. Geconcludeerd werd dat van de negen onderzochte plannen acht van voldoende kwaliteit waren. Ook in kwantitatieve zin is naar de opleidingsplannen gekeken. Geconcludeerd werd hierbij dat een groot aantal opleidingsplannen niet in het systeem beschikbaar waren. Op basis van die conclusie hebben sectormanagers actie ondernomen. >> Vijf audits naar de kwaliteitsborging. Het auditteam concludeerde, net als het Kwaliteitsnetwerk MBO, dat bij alle vijf teams begin 2014 de kwaliteitsborging nog onvoldoende was. Vooral de verbetering en de verankering behoefde aandacht. Dat is in 2014 opgepakt en bleek bij het onderzoek van de Inspectie in september dus op orde. >> Twee integrale audits. De opleiding laboratoriumtechniek scoorde hierbij een voldoende tot goed en de opleiding sport & bewegen kreeg de beoordeling zwak. Met name het proces rondom de examinering was onvoldoende geborgd. Vervolgens is daar ook actie op gezet. Internationalisering Sinds 2012 heeft Drenthe College een coördinator internationalisering. De coördinator stimuleert internationaliseringsactiviteiten vooral door het verspreiden van het uitwisselingsaanbod en bewaakt de kwaliteitseisen, die Drenthe College stelt aan internationale uitwisseling. In 2014 is er voorlichting verzorgd aan studenten en docenten over een buitenlandse stage. Er zijn 32 informatieaanvragen binnengekomen die hebben geresulteerd in vijftien buitenlandse stages. Deze stages zijn (deels) bekostigd door een Leonardo da Vinciproject. Zorgstudenten lopen stage in Duitsland en Suriname en ook studenten toerisme lopen geregeld stage in het buitenland. Het afgelopen jaar zijn tien docenten op een buitenlandstage geweest. Dit zijn stages geweest naar onder andere Zweden, Finland, Italië en Engeland. Ook is deelgenomen aan een internationale conferentie gericht op kwaliteitszorg in Europese projecten. Daarnaast zijn er diverse contacten gelegd met Duitse partnerscholen. Verder zijn er gesprekken geweest met de Handelskamer in Emden om gezamenlijk nieuwe mogelijkheden voor stages in Duitsland te onderzoeken.
3.3
Taal en rekenen
Drenthe College heeft in 2014 een vervolg gegeven aan de stappen die in voorgaande jaren zijn gezet. De organisatie van het onderwijs en de examinering is verder ingevuld. De projectmatige aanpak is voor wat betreft taal afgerond. Dit onderwerp wordt verder vorm gegeven in vakgroepen binnen de sectoren, die begeleid en gemonitord worden door een beleidsregisseur van de afdeling onderwijsbeleid. Voor rekenen is een nieuw project gestart. Dit heeft vooral te maken met de zorgwekkende resultaten op de pilotexamens. Daarnaast heeft de projectgroep de opdracht gekregen om de professionalisering van de rekendocenten op te pakken. Daarvoor zijn contacten gelegd met Hogeschool Windesheim. Ook de veranderingen in het landelijk beleid maken dat het nodig is om extra aandacht aan rekenen te blijven besteden. In april 2014 is er een werkconferentie voor taal- en rekendocenten gehouden, met als doel docenten te informeren, maar vooral ook om hen te horen. De resultaten van deze dag zijn gebruikt als input voor verdere maatregelen. Vanuit MBO15 heeft Drenthe College € 30.000 ontvangen voor het verder ontwikkelen van het project e-rekenen dat ontwikkeld is in samenwerking met Hogeschool Windesheim. Dit project is in september afgerond. Uit de evaluatie is gebleken dat studenten die op deze manier gewerkt hadden grote vooruitgang boekten in hun rekenresultaten. Tegelijkertijd is duidelijk geworden dat het contact binnen de groep veel invloed heeft en dat er ook behoefte is aan face-to-face contact met de docent. Vrijwel alle studenten voor wie dat in dit moment van de opleiding paste hebben deelgenomen aan de pilotexamens, zowel voor 2F als voor 3F. De resultaten lagen rond het landelijk gemiddelde. In bijlage drie is het jaaroverzicht taal en rekenen opgenomen.
22
JAARVERSLAG 2014
3.4
Klachten
In totaal zijn er in 2014 veertig klachten ingediend (2013: 38). Het aantal klachten blijft daarmee op hetzelfde geringe niveau als in voorgaande jaren. Aangezien alle klachten na overleg met de sector of dienst zijn opgelost, lijkt Drenthe College opnieuw resultaat te boeken ten aanzien van een van de speerpunten uit het Jaarplan 2014: Verbetering van de kwaliteit. De klachten in 2014 zijn als volgt onder te verdelen: Klachten over examinering/toetsing/Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Er zijn twee bezwaren (klachten) ingediend bij de examencommissie(s) van de sector Zorg & Welzijn (2013: drie) en een bij die van de sector Techniek (2013: geen). Alle bezwaren zijn (naar tevredenheid) afgehandeld, want in geen enkel geval is beroep aangetekend tegen de uitspraak van de examencommissie(s) bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Bij de examencommissie(s) van de andere sectoren zijn geen bezwaren ingediend. Klachten in het kader van het Reglement Individueel klachtrecht voor studentendeelnemers/Algemene klachtenregeling (vanaf 17 maart 2014) In totaal zijn, exclusief vragen/klachten over facturering en vragen/klachten ingediend bij de dienst Operations, 34 klachten binnengekomen (sector Economie & Dienstverlening dertien, sector Techniek acht, sector Zorg & Welzijn elf, sector DC Start twee). (In beroep) is een klacht voorgelegd aan de onafhankelijke klachtencommissie. De commissie heeft de klacht ongegrond verklaard. Het advies van de commissie om de door Drenthe College toegepaste procedure en bijbehorende documenten aan te scherpen, is door Drenthe College overgenomen en is inmiddels opgevolgd. Daarnaast zijn bij de dienst Finance & Control zestien klachten ingediend over (onduidelijkheden ten aanzien van) de facturering. Na overleg met de betreffende sectoren zijn deze klachten naar tevredenheid afgehandeld. Bij de dienst Operations zijn twee klachten ingediend. Ook deze klachten zijn naar tevredenheid afgehandeld. In 2013 werden in deze categorie dertig klachten ingediend (exclusief vragen/klachten over facturering etc.). Ten aanzien van beide bovenstaande categorieën geldt dat via de Ombudslijn geen klachten zijn gemeld. De Ombudslijn komt met name in beeld als een student (of ouder) vindt dat de school niet accuraat reageert op een ingediende klacht. Klachten van derden Deze klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over het niet aanbieden van een opleiding, het niet goed begeleiden door Drenthe College op de stage, of over overlast veroorzaakt door studenten in de omgeving van de school. In 2014 werden door derden drie klachten ingediend (2013: vijf). De klachten zijn na overleg met de betreffende sectoren/diensten naar tevredenheid afgehandeld. Algemene klachtenregeling Drenthe College per 17 maart 2014 Per 17 maart 2014 is de Algemene klachtenregeling Drenthe College in werking getreden. Deze regeling vervangt onder andere het Reglement Individueel klachtrecht voor studentendeelnemers. Voor derden/externen had Drenthe College formeel nog geen klachtenregeling. Ook zij kunnen gebruik maken van de Algemene klachtenregeling. De Algemene klachtenregeling gaat er vanuit dat klachten in eerste instantie worden aangepakt/opgelost daar waar ze zijn ontstaan. Als dat niet tot het door de klager gewenste resultaat leidt, kan de klager terecht bij de Onafhankelijke klachtencommissie (die volledig uit externen bestaat). Klachten over ongewenst gedrag Op elke locatie heeft Drenthe College een docent als intern vertrouwenspersoon aangesteld. Deze vertrouwenspersonen zijn voor hun werk gecertificeerd. Verder maakt Drenthe College ter begeleiding van eigen medewerkers met klachten gebruik van de diensten van drie externe vertrouwenspersonen van het GIMD. Een van deze vertrouwenspersonen is coördinator en treedt op als adviseur van het College van Bestuur. De inzet van externe vertrouwenspersonen is bedoeld om te voorkomen dat interne vertrouwenspersonen in een loyaliteitsconflict kunnen komen. De externe inzet moet tevens de deskundigheid borgen, naast de certificering van de eigen vertrouwenspersonen.
JAARVERSLAG 2014
23
Klachten- en geschillencommissies Onafhankelijk klachtencommissie van Drenthe College in het kader van de Algemene klachtenregeling Drenthe College De Onafhankelijke klachtencommissie is ingesteld conform de bepalingen van de branchecodes. “Goed bestuur in de bve-sector” respectievelijk “Goed bestuur in het mbo” (in werking getreden per 1 augustus 2014). Er is (in beroep) één klacht voorgelegd aan de commissie. De klacht was gericht tegen het besluit van de sector DC Start om een student, die zou slagen voor de sprint-havo, niet toe te laten tot het sprint-vwo. Na een hoorzitting heeft de commissie de klacht ongegrond verklaard. Wel heeft de commissie Drenthe College (in dit geval) geadviseerd om de toegepaste procedure en bijbehorende documenten aan te scherpen. Dit advies is door Drenthe College overgenomen en inmiddels opgevolgd. De commissie heeft geconstateerd dat er in 2014 in het kader van het Reglement Individueel klachtrecht voor studenten/deelnemers respectievelijk de Algemene klachtenregeling (per 17 maart 2014) in totaal 34 klachten zijn ingediend bij de sectoren. Slechts in een geval is beroep bij de commissie ingesteld. Dat wijst erop dat de klachten (naar tevredenheid) zijn afgehandeld daar waar ze zijn ontstaan, bij de opleidingen/sectoren. Commissie van Beroep voor de Examens van Drenthe College De commissie is ingesteld conform de bepalingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De commissie heeft vastgesteld dat er in 2014 drie bezwaren zijn ingediend bij examencommissies (twee bij de sector Zorg & Welzijn en één bij de sector Techniek). In geen enkel geval is beroep bij de commissie ingesteld. Dat wijst erop dat de bezwaren (naar tevredenheid) zijn afgehandeld daar waar ze zijn ontstaan, bij de opleidingen/sectoren. Interne Geschillencommissie Drenthe College (in het kader van de CAO-BVE/MBO) Er is in 2014 in eerste instantie één bezwaarschrift voorgelegd aan de commissie. Het bezwaar van de betreffende docent was gericht tegen het (verloop van het) werkverdelingsproces voor het team waar hij deel van uitmaakt respectievelijk zijn inzet. Nadat de docent was uitgenodigd voor de geplande hoorzitting heeft hij zijn bezwaar ingetrokken, omdat inmiddels in een overleg met de leidinggevenden een oplossing was gevonden. Samenstelling commissies De hierboven genoemde onafhankelijke commissies bestonden in 2014 uit de volgende externe leden: >> mevrouw T. Slagman - Bootsma (voorzitter) >> mevrouw mr. S. Smink (lid) >> de heer mr. drs. J.A. van ’t Slot (lid) >> mevrouw mr. M.J.C. Schutte (plaatsvervangend lid) >> mevrouw mr. M.H.H. Hermans (plaatsvervangend lid) (per 1 december 2014)
3.5
Vertrouwenscommissie
In 2014 hebben de interne vertrouwenspersonen in 41 situaties gesprekken gevoerd; eenzelfde aantal als in 2013. Dit was veelal op verzoek van de betrokkene (negentien), maar ook op verzoek van een derde (negentien) of vanuit eigen waarneming van de vertrouwenspersoon (drie). Een deel van de gesprekken (12) was van informatieve aard, waarbij de interne vertrouwenspersoon advies gaf (onder andere bij een mogelijke klacht) of doorverwees, onder andere naar externe hulpverlening. In een aantal gevallen kreeg dit gesprek een vervolg. Eén situatie leidde tot een melding huiselijk geweld, waarbij contact is opgenomen met Algemeen Meldpunt Kindermishandeling. Driemaal leidde een gesprek tot contact of doorverwijzing naar de politie. Eénmaal werd verwezen naar SMV en éénmaal werd contact opgenomen met crisisopvang. Een enkele keer volgde een doorverwijzing naar anderen, zoals Studentenadvies. Van het aantal meldingen gingen drie over pesten en drie over internet en social media (in 2013 waren dat er respectievelijk zeven en drie). In negen gevallen ging het om verbale
24
JAARVERSLAG 2014
agressie (in 2013 waren het er vijf) en in vijf gevallen om ongewenste intimiteiten (in 2013 was dat één). Opvallend was het aantal gevallen waarbij sprake was van seksuele intimidatie (acht tegen geen enkele in 2013). Verder werd nog tweemaal een situatie gemeld waarbij sprake was van fysieke agressie. Het gaat bij deze meldingen met name om gedragingen tussen studenten onderling. Het aantal situaties waarin gesprekken werden gevoerd of melding werd gedaan van ongewenst gedrag varieert sterk per locatie. Ook varieert de ernst van het aantal meldingen. Op enkele locaties werden vooral gesprekken gevoerd waarin informatie verstrekt werd of om een mogelijke klacht tegen een werknemer weg te nemen, op andere locaties was de aanleiding voor het contact met de vertrouwenspersoon vooral gebaseerd op pesten. In dertien gevallen was het ongewenste gedrag gericht tegen een medewerker (2013: tien). De externe vertrouwenspersonen van het GIMD zijn bij vier meldingen ingeschakeld. Dit is in drie gevallen gebeurd op verzoek van de interne vertrouwenspersoon; in één geval heeft een medewerker zelf contact gezocht. Tweemaal was de aanleiding tot het contact een verstoorde arbeidsverhouding met een collega. Geen van de meldingen heeft geleid tot een traject waarbij de klachtencommissie moest worden ingeschakeld, waarbij de kanttekening moet worden geplaatst dat nog niet alle zaken zijn afgerond.
JAARVERSLAG 2014
25
4.
4.1
Verslag Ondernemingsraad en Deelnemersraad Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad telt dertien leden; drie vertegenwoordigers uit de sector Economie & Dienstverlening, drie uit Zorg & Welzijn, drie uit Techniek en drie uit onderwijsondersteunend beheerspersoneel (OBP) en een vertegenwoordiger uit DC Start. Drie leden hebben het afgelopen jaar vrijwillig hun functie neergelegd. Uit de sector Economie & Dienstverlening is (vanaf 1 februari) na verkiezingen toegevoegd Jan Hazelhoff en uit de sector Techniek Jonnie Alers. Vanaf 1 mei is Jannes Jan Mulder aan de OR toegevoegd (Economie & Dienstverlening), reserve-kandidaat van de betreffende kiesgroep na de verkiezingen in januari 2014. Het dagelijks bestuur van de Ondernemingsraad bestond tot 1 augustus uit de volgende personen: Luuk Smit (voorzitter), Janny Keizer (secretaris) en Marjan van der Meer (vicevoorzitter). Op 1 augustus heeft er een wijziging in het dagelijks bestuur plaatsgevonden; voorzitter is nu Janny Keizer, secretaris is Ger de Jonge en Marjan van der Meer is aangebleven als vicevoorzitter. De overige leden zijn: Jonnie Alers, Limone Baak, Jan Hazelhoff, Henk Hendriksen, Rob Lubach, Harrie Lubbers, Jan Meijerink, Jannes Jan Mulder, Luuk Smit en Bennie Veldstra. De OR voert wekelijks overleg op verschillende locaties van Drenthe College. In 2014 heeft tussen de OR en het CvB acht keer een formeel overleg plaatsgevonden en drie keer informeel. Tevens heeft er twee keer een artikel 24 overleg plaatsgevonden met het CvB, de Raad van Toezicht en de OR. Daarnaast heeft de voltallige OR overleg gehad met de sectormanagers van Z&W, Techniek en DC Start, met het hoofd van het projectenbureau, de coördinator P&O, de manager finance & control, de projectleider taal en rekenen en de gezamenlijke vakbonden (AOb, CNV, ABVAKABO de Unienfto). De OR kent werkgroepen op de volgende terreinen: Financiën; Personeel en ARBO; Communicatie en Onderwijs. Deze commissies voeren indien gewenst gesprekken met managers en projectleiders en externe deskundigen. In het najaar is er een Kiescommissie gevormd, om de verkiezingen van januari 2015 voor te bereiden. Via een digitale nieuwsflits, wordt de achterban op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen. Tevens gebruikt de OR de nieuwsflits als vraagbaak om te peilen wat de mening van de achterban is betreffende bepaalde thema’s. De OR onderhoudt een eigen sectie op intranet waar nieuws en wetenswaardigheden geplaatst worden. Daarnaast nemen personeelsleden regelmatig schriftelijk of telefonisch contact op met de OR met vragen en opmerkingen. De OR probeert zo goed mogelijk vragen en opmerkingen van het personeel af te handelen, adviseert of verwijst personeelsleden door, met in achtneming van het algemeen belang van Drenthe College. De Ondernemingsraad heeft in 2014 gebruik gemaakt van haar instemmingsrecht en heeft overeenstemming bereikt na veelvuldig overleg met het CvB over: >> Het implementatieplan organisatiewijziging onderwijslogistiek. >> Het voorstel jaarplanning 2014 - 2015 en 2015 - 2016 (pilot). >> Het stoppen van de opleiding beveiliger niveau 2 BOL Emmen. >> De aanvullende uitvoeringsregeling Drenthe College woon-werkverkeer bij andere locatie. De OR heeft gebruik gemaakt van adviesrecht en positief advies uitgebracht op de volgende onderdelen: >> Het stoppen en aanbieden van opleidingen techniek. >> De aangepaste uitvoeringsregeling dienstreizen. >> De catering en voornemen tot outsourcing. >> De begroting 2015.
JAARVERSLAG 2014
27
Ten aanzien van de meerjarenbegroting 2015-2018 is er veelvuldig overleg geweest en heeft de OR begin 2015 een positief advies uitgebracht. Naast bovengenoemde onderwerpen, waarop de OR advies en instemming heeft uitgebracht, zijn in het formeel overleg met het CvB de volgende zaken aan de orde gekomen: >> Drenthe College personeelsplanning 2013-2032 >> Analyse Benchmarkt MBO 2013 >> Kwaliteitssystemen DC: Handvatten om kwaliteit binnen onderwijsteams te borgen >> DC-beleid inzake pesten >> Notitie toelatingsbeleid studenten >> Lesbezoek in relatie tot de cyclus van functioneren en beoordelen >> Afwijking onderwijstijd >> Jaarverslag ARBO >> Jaarrekening 2013 >> Toelichtingen Marap kwartaal een tot en met drie >> OOD onderzoek BoerCroon >> Bestuursakkoord >> Brieven van de Minister van OCW >> Vakantieregeling personeel >> Instroomanalyse >> Managementreview 2014 >> Strategisch plan 2015-2018 >> Stand van zaken planning en roostering >> Verkiezingen OR 20 t/m 22 januari 2015 >> Meerjarenbegroting >> Jaarplan 2015 >> Intake >> Passend onderwijs >> Privacy Magister >> Nieuwe CAO MBO >> Numerus fixus De OR is op de hoogte gehouden door het CvB op bovenstaande punten. Er is extra aandacht geweest voor het nieuw te vormen beleid op het terrein van functioneren en beoordelen, het nieuwe instrument om de intake te verbeteren, de stand van zaken betreffende Focus op Vakmanschap en de inzet van de werkroepen en de resultaten daarvan, de consequenties van de intensivering van het onderwijs, de goede positie van Drenthe College in de Keuzegids Mbo en jaarplan 2015. Extern onderhoudt de OR contacten met de raden van noordelijke ROC’s. Hiervoor komen de raden vier keer per jaar bijeen om informatie en kennis uit te wisselen. Tevens is de OR aangesloten bij het landelijk Platform OR voor het mbo. Bij de landelijke tweedaagse zijn vijf vertegenwoordigers van de OR aanwezig geweest in het kader van deskundigheidsbevordering en bij het jaarlijks centraal overleg van het OR-Platform heeft de secretaris de OR vertegenwoordigd. Regelmatig nemen OR-leden deel aan voorlichtingsavonden voor MBO-OR georganiseerd door de AOb in het kader van bijscholing. In het kader van scholing zijn OR-leden naar de bijeenkomst van OR-live geweest. Janny Keizer-Pals Voorzitter ondernemingsraad
28
JAARVERSLAG 2014
4.2
Deelnemersraad
De Deelnemersraad bestond in 2014 uit vijftien leden (de leden van de drie deelraden Assen, Emmen en Meppel tezamen). Het instellen en functioneren van de deelraden met ingang van oktober 2013 is als zeer positief ervaren. De deelraden konden regionale zaken bespreken met de regioverantwoordelijke sectormanagers. Ook werden de vergaderingen van de Deelnemersraad met het College van Bestuur (drie keer in 2014), de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad beter bezocht dan in de jaren ervoor. De Deelnemersraad bespreekt in deze overleggen zaken die het hele Drenthe College aangaan. Er zijn in het afgelopen jaar wat verschuivingen geweest in de bezetting van de deelraden en de Deelnemersraad. Lydia Bosselaar en Dennis Klingenberg zijn in juni geslaagd voor hun opleiding en hebben Drenthe College en daarmee ook de deelraad Assen (en Deelnemersraad) verlaten. Hier is Linel van Houten voor in de plaats gekomen en staat er voor de regio Assen nog één vacature open. Denise Merkx heeft uiteindelijk afgezien van het lidmaatschap van de deelraad Emmen en de Deelnemersraad. Leon van der Voort is voor haar in de plaats gekomen. De samenstelling van de deelraden en Deelnemersraad is op dit moment: Emmen: Assen: Meppel: Arjan Bos Daniek Dussel Cheyenne Bezembinder Simone Evers Doaa Hashem Irene Cordilia Ramon van Koll Linel van Houten Mick Hill Tom Rendigs Fabian Ouwehand Kevin von Kreijfelt Vianna Spang Vacature Leon van der Voort Alle raden worden ondersteund door een begeleider. De leden krijgen een vergoeding en kunnen vrijstellingen krijgen voor onderwijsonderdelen van het vak burgerschap. De leden worden ook in staat gesteld om cursussen te volgen. In 2014 zijn de volgende punten aan de orde geweest (waarvan een aantal ter advies of instemming): >> Aanpassing Reglement Deelnemersraad in verband met het instellen van deelraden. >> Herschikking opleidingen motorfietstechniek, logistiek en bedrijfsautotechniek tussen Alfacollege en Drenthe College. >> Onderwijsovereenkomst en Deelnemersstatuut. >> Pestbeleid/-protocol en Formulier (anoniem) melden van pesten; organiseren van een antipestdag. >> Numerus fixus voor een aantal BOL-opleidingen. >> Afwijking onderwijstijd voor een aantal opleidingen van de sectoren Economie & Dienstverlening en Zorg & Welzijn. >> Toelatingsbeleid Drenthe College 2014. >> Analyse JOB Odin 2014. >> Nieuwe missie en visie van Drenthe College. Simone Evers Voorzitter Deelnemersraad
JAARVERSLAG 2014
29
7.
7.1
Medewerkers Drenthe College Personeel in relatie tot strategie
Professionalisering en scholing In 2014 heeft Drenthe College het beleid inzake professionalisering en de daaraan gekoppelde scholing gecontinueerd. Voor een deel gaat het om individuele trajecten op basis van uitkomsten van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Verder heeft Drenthe College een opleidingsaanbod in de roostervrije weken om zowel de individuele ontwikkeling als de teamontwikkeling te versterken. Dit scholingsaanbod staat open voor onderwijzend en ondersteunend personeel, zowel vast als tijdelijk. Drenthe College heeft in 2014 drie van dergelijke scholingsweken georganiseerd met een wisselend scholingsaanbod waarop medewerkers zich vrij konden inschrijven. In totaal hebben 213 medewerkers in kalenderjaar 2014 één of meerdere scholingen gevolgd uit dit aanbod. De deelnemers gaven opnieuw een hoge waardering voor de afzonderlijke trainingen; namelijk een 8,4 (in 2013 lag dit op een 8,3). De volgende onderwerpen kwamen aan bod in de scholingsweken: >> ICT: Word, Excel, Powerpoint, Prezi, Magister en Untis >> Klassenmanagement >> Digitaal werken in de klas >> Effectieve didactiek >> Engels: taalblokken en werken met TOA-examen >> Masterclass Van SLB naar LOB >> Timemanagement >> Zakelijk schrijven van advies- en beleidsnotities >> Helder schriftelijk communiceren Daarnaast hebben in 2014 24 docenten extern een master of een andere hogere opleiding gevolgd. In 2013 waren dat er 29. Het aantal master opgeleide docenten telt eind 2014 49 (in 2013 40 - 2012 39). De onderwijsteams organiseerden ook activiteiten als teamdagen, workshops en lezingen om de teamontwikkeling en de professionaliteit te stimuleren. Een aantal teams is begeleid bij hun ontwikkeling. De opleidingsmanagers zijn medio 2014 gestart met een incompany opleiding leidinggeven in aansluiting op de leergang Leiderschap die in 2013 plaatsvond. Drie leden van het CMT zijn in aansluiting op de leergang strategisch leiderschap in 2013 verder gegaan met een individuele Master opleiding. Jaarlijks houdt Drenthe College ook een opleidingsdag DC GO voor alle medewerkers. In 2014 was het thema ‘Dromen Durven Doen’ met het doel medewerkers te inspireren om in mogelijkheden te denken. DC GO kreeg van de deelnemers het cijfer 3,84 (op 27 punten beoordeeld) op een schaal van 1 tot 5.
Professionalisering in het kader van specifieke onderwijskundige thema’s Examenfunctionarissen Het in 2013 gestarte scholingstraject examinering voor examenfunctionarissen is in 2014 afgerond. De verdiepingstrainingen (constructeurs, vaststellers en examinatoren) zijn in 2014 uitgevoerd met het doel de betrokken examenfunctionarissen adequaat toe te rusten. Een extra inspanning ondanks het oordeel van de Onderwijsinspectie dat Drenthe College de examinering op orde heeft.
JAARVERSLAG 2014
43
Loopbaanoriëntatie en begeleiding In het najaar van 2014 is de eerste training Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB Werkt) aangeboden aan docenten die de taak van loopbaanbegeleider hebben voor eerstejaars. De training wordt aansluitend aangeboden aan loopbaanbegeleiders van andere leerjaren. Het totale traject loopt tot en met 2015. Dit professionaliseringstraject leidt tot de volgende doelen: >> Het (verder) ontwikkelen van gesprekstechnieken. >> Meer zicht geven op het vormgeven van de loopbaanbegeleider van zijn rol binnen het opleidingsteam. >> Meer zicht krijgen op het bewaken van grenzen in persoonlijke begeleiding van de student. >> Verschillende vormen van groepsgesprekken en -activiteiten leren gebruiken. Aansluitend zal een meting worden uitgevoerd om te achterhalen welk effect de training LOB heeft naar oordeel van de studenten. Taal en Rekenen Scholing op het gebied van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen is meerdere malen aangeboden in 2014. Er zijn vakgroepen voor de generieke vakken ingesteld. Voor taal is een DC-brede regiegroep ingesteld. Er is een begin gemaakt met de opleiding tot gevorderd rekendocent mbo (iedere docent zal deze in de loop van 2015 volgen). Budget Drenthe College heeft jaarlijks een budget voor opleidingen opgenomen in de begroting. In 2014 is 2,27 procent van de totale loonsom aangewend voor scholing. Uit dit budget worden alle scholingsactiviteiten voor alle medewerkers gefinancierd. Daarnaast hebben in 2014 eenendertig docenten gebruik gemaakt van de lerarenbeurs. Functioneren en beoordelen Ter versterking van de individuele professionaliteit is de gesprekscyclus functioneren en beoordelen in 2014 voortgezet en de voortgang ervan periodiek besproken. In deze cyclus staan resultaatafspraken over werk en individuele ontwikkeling centraal. De doelstelling is om met alle medewerkers jaarlijks deze cyclus te doorlopen. De doelstelling wordt nog niet helemaal gerealiseerd, ondanks de continue aandacht van Drenthe College voor dit thema. Oorzaken om gesprekken uit te stellen zijn ziekte van medewerker of opleidingsmanager en wisseling van manager. De cyclus voor het onderwijspersoneel is inmiddels gekoppeld aan het schooljaar in plaats van het kalenderjaar. Dat maakt het mogelijk afspraken voortaan beter af te stemmen op het schooljaar. In het kader van de doorontwikkeling van de gesprekscyclus is met het Managementteam en de OR gesproken over de inzet van de studentenenquête en het lesbezoek. Met de OR is daarover nog geen overeenstemming bereikt. Beheersing van uitkeringen na ontslag De kosten van uitkeringen (WW en BW) na ontslag bedragen in 2014 € 410.000. Drenthe College tracht deze kosten zo laag mogelijk te houden door bij vacaturevervulling te screenen of ex-werknemers ingezet kunnen worden. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een outplacementbureau met het doel ex-medewerker te begeleiden naar nieuw werk. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens Voor Drenthe College was er geen sprake van verplichte meldingen in dit kader. Beloning College van Bestuur CvB Naam Ingangs- Einddatum Omvang Beloning Belastbare Voorzieningen datum dienstverband dienstverband vaste en beloning dienst- in FTE variabele betaalbaar verband onkosten- op termijn vergoedingen
Voorzitter H. Donkervoort 23-8-2009 Lid G. Coutinho- 1-10-2005 Groothuis
44
1-9-2015 onbepaald
1,0000 1,0000
JAARVERSLAG 2014
€ 129.682 € 102.288
€ 4.431 €-
€ 26.156 € 16.838
Toelichting beloning voorzitter College van Bestuur De beloning 2014 valt onder de regeling WNT en bedraagt € 129.682. Specificatie: salaris € 140.356 minus € 10.674 (premie pensioen werknemer € 10.544, premie AOP € 130). De pensioenbijdrage werkgever bedraagt € 26.156. Toelichting beloning lid College van Bestuur De beloning 2014 valt onder de regeling WNT en bedraagt € 102.288. Specificatie: salaris € 83.947 plus € 17.298 (toelage € 2.680, Vu € 6.896 en EU € 7.216, werkgeversbijdrage ZKV € 506) minus € 6.807 (premie pensioen werknemer € 6.727, premie AOP € 80) plus belaste bedrijfsauto € 7.850. De pensioenbijdrage werkgever bedraagt € 16.838. Toelichting beloning Raad van Toezicht Het basisbedrag voor de beloningen voor de leden van de Raad van Toezicht conform de beloningscode BVE bedraagt € 4.800 per jaar, voor leden van de Auditcommissie 125 procent van dit bedrag en voor de voorzitter 150 procent. Per 1 januari 2013 is de regeling btw-ondernemerschap voor toezichthouders van toepassing. Dit houdt in dat de beloning met 21 procent btw wordt belast. Dit geldt niet voor toezichthouders die beschikken over een ontheffingsverklaring van de belastinginspecteur.
Beloning Raad van Toezicht Aantal fte OBP/OP man/vrouw Rijlabels Som van Bedrag
A.O. de Visser D.250van As-Kleijwegt J. Hadders L.200 Zwiers R. Klarus U.150Kleinhuis
Aantal
€ 6.000 € 8.712 € 5.808 € 5.808 € 4.800 € 7.260
300 250 200
150 100 100 50 50 0
7.2
0
Kengetallen personeel
vrouw
man
vrouw
2014
man
vrouw
2013
man
2012
De verhouding man/vrouw blijft in de afgelopen jaren nagenoeg gelijk. In 2014 is 323 fte OBP OP ingevuld door mannen en 341 fte door vrouwen.
Aantal medewerkers naar geslacht OBP/OP per leeftijdscategorie en voltijd/deeltijd
Aantal fte OBP/OP man/vrouw 250
Aantal
300 800
200
250 700 200 600
150
500 150 100
400
50
100 300 50 200
0 vrouw
man
vrouw
2014
man
vrouw
2013
OBP
man
0 100 0
2012
>25
25-34 35-44 45-54 55-59
Dt
OBP vrouw
OP
Aantal medewerkers naar geslacht en voltijd/deeltijd
2014 2014
<60
>25
Vt
25-34 35-44 45-54 55-59
Dt
OP man
<60
>25
2013 Vt 2013
25-34 35-44 45-54 55-59
Dt
<60
2012 Vt 2012
Aantal fte OBP/OP man/vrouw
Aantal medewerkers per soort aanstelling Drenthe College ziet het percentage werknemers boven de zestig in 2014 verder toenemen. In de leeftijdscategorie <25 en 25-34 is in het afgelopen jaren ook sprake van groei. De perso800 neelsopbouw is onder meer het gevolg van het gevoerde250 beleid: vacatures worden voorzien 700 door interne kandidaten of worden ingevuld op tijdelijke, flexibele basis. Deze beleidskeuze is gebaseerd op een analyse van de afname van bevolkingsgroei onder jongeren in de leeftijdsca600 200 tegorie vijftien tot negentien jaar in het verzorgingsgebied en de terugloop in de BBL-instroom 500 in de afgelopen jaren. Toch was het in 2014 mogelijk medewerkers aan te trekken in de 150 400 categorie <34 jaar. Het percentage vrouwelijke medewerkers dat voltijd werkt is afgenomen in 2014 naar veertien procent (in 2013 20 procent). Bij de mannelijke medewerkers is het 300 100 54 procent. percentage (in 2013 64 procent) eveneens afgenomen naar 200
50
100 0
Dt
Vt
Dt
2014 vrouw
Vt
2013 man
Dt
Vt
2012
0
JAARVERSLAG 2014
vast
tijdelijk
flex
2014 Economie & Dienstverlening
Techniek
vast
45
tijdelijk
2013
Die
0 vrouw
man
vrouw
2014
man
vrouw
2013
OBP
man
>25
25-34 35-44 45-54 55-59
<60
>25
25-34 35-44 45-54 55-59
2014
2012 OBP
OP
<60
>25
25-34 35-44 45-54 55-59
2013
<60
2012
OP
Aantal medewerkers naar geslacht Aantal medewerkers OBP/OP per leeftijdscategorie Aantal fte OBP/OP man/vrouw en voltijd/deeltijd 800 700 Categorie
2014
OBP OP Eindtotaal
2013
OBP OP Eindtotaal
OP Eindtotaal
600 <25
12 3
15
500 25-34
20 56
76
21 45
66
22 41
63
76 70
146
74 66
140
76 68
144
400
35-44 300 45-54
12 7
256
123 155
278
122 175
297
62 137
199
65 152
217
73 148
221
203
65 107
172
43 104
147
353 532
885
336 543
879
55-59 100
>60
73 130 Dt
Vt
Dt
Vt
Dt
Eindtotaal 361 534 2014 2013 vrouw
Vt
895 2012
man
Aantal medewerkers per soort aanstelling 250
200
150
100
50
0
vast
tijdelijk
flex
vast
tijdelijk
flex
vast
tijdelijk
2013
2014
flex
2012
Economie & Dienstverlening
Techniek
Diensten
DC Start (voorheen Educatie)
Zorg & Welzijn
Personele fricties
Vakcentrum
Aantal medewerkers in functie BVE-docent 1 en 2 350 300 250 200 150 100 50 0
BVE 1
BVE 2
2014
BVE 1
BVE 2
2013
Aanstelling DC Flex
46
7
118 138
200
0
5 7
OBP
2012
JAARVERSLAG 2014
BVE 1
BVE 2
2012
Binnen Drenthe College neemt het percentage vast personeel af conform het gevoerde beleid. Zowel de inzet van tijdelijk personeel als de flexibele inhuur neemt nog steeds toe. Hetgeen betekent dat de totale flexibele schil (tijdelijk en flexibel) toeneemt. Ook dit is overeenkomstig het gevoerde beleid om in te kunnen spelen op de ontgroening in het verzorgingsgebied van Drenthe College en de geconstateerde terugloop in de BBL-opleidingen. Drenthe College behoudt met een flexibele schil ter grootte van vijftien procent haar wendbaarheid.
Personeel Drenthe College 2014: 625,7 fte
32%
Onderwijzend personeel Management/Directie
63% 5%
Overige medewerkers
De inzet van BVE 1 docenten op flexibele basis neemt in 2014 sterk toe. Het aantal vaste aanstellingen BVE 1 en BVE 2 docenten neemt af. Beide verschuivingen zijn het gevolg van het gevoerde beleid vast-flexibel. De verhouding onder docenten met een vaste aanstelling BVE 1 - BVE 2 verandert door het stijgende percentage flex. De verhouding is 66 - 34. In de tweevoorgaande jaren was dit 70 - 30. In bijlage 6 is een overzicht opgenomen van de aantallen medewerkers per functieschaal. Het aantal deelnemers aan seniorenregeling is de laatste jaren steeds iets gestegen naar 25 procent in 2014. Dit is te verklaren doordat het aantal oudere medewerkers dat in aanmerking komt voor de seniorenregeling toeneemt. Tevens zijn in de nieuwe CAO (zomer 2014) de voorwaarden voor seniorenregeling aangepast. Dit heeft er toe geleid dat een aantal medewerkers alsnog gekozen heeft om onder de oude condities in te stappen. Deelname seniorenregeling
2014 2013 2012 Aantal deelnemers BAPO 226 207 158 Gemiddelde fte deelname BAPO 30,3 23,2 17,1 Aantal fte’s deelname BAPO op 31 december 30,6 27,0 20,8
7.3
Ziekteverzuim
Sinds 2014 werkt Drenthe College volgens het eigen regiemodel. Drenthe College bewaakt de ontwikkeling van het ziekteverzuim nauwgezet in de periodieke overleggen van het management. In deze overleggen komt de ontwikkeling van het verzuim aan de orde en de maatregelen die preventief en curatief worden ingezet om zowel het verzuimpercentage als de meldingsfrequentie laag te houden. De uitgangspunten: het voortschrijdende verzuimpercentage is gemiddeld onder de 4,5 procent en de voortschrijdende verzuimfrequentie is lager dan 1,5 procent. De gepresenteerde cijfers zijn conform de afspraken binnen de BVE-sector. Dit zijn netto verzuimcijfers waarin het verzuim dat langer duurt dan een jaar en verzuim wegens zwangerschaps- of bevallingsverlof niet wordt meegenomen. Het voortschrijdende verzuimpercentage is in 2014 gemiddeld 4,8 procent. Het percentage ligt nog boven de gewenste 4,5 procent. De verzuimfrequentie is in 2014 (verder) gedaald naar 0,7 (in 2013 lag dit op 0,83) en ligt daarmee duidelijk onder het gewenste niveau van 1,5.
JAARVERSLAG 2014
47
Verzuimpercentage 8,0%
Verzuimpercentage Verzuimpercentage 7,0% 8,0% 8,0% 6,0% 7,0% 7,0% 5,0% 6,0% 6,0% 4,0% 5,0% 5,0% 3,0% 4,0% 4,0% 2,0% 3,0% 3,0% 1,0% 2,0% 2,0% 0,0% 1,0% 1,0% 0,0% 0,0%
jan 2014 jan jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
feb 2013 feb
mrt mrt
apr 2012 apr
mei mei
jun jun
jul jul
aug aug
sep sep
okt okt
nov nov
dec dec
2014 2014
2013 2013
2012 2012
Voortschrijdend verzuimpercentage 7 Voortschrijdend verzuimpercentage Voortschrijdend verzuimpercentage 6 7 7 5 6 6 4 5 5 3 4 4 2 3 3 1 2 2 0 1
jan
1 0 0
2014 jan jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
feb 2013 feb
mrt mrt
apr 2012 apr
mei mei
jun jun
jul jul
aug aug
sep sep
okt okt
nov nov
dec dec
2014 2014
2013 2013
2012 2012
Verzuimfrequentie Verzuimfrequentie 1,1 Verzuimfrequentie 1,0 1,1 1,1 1,0 0,9 1,0 0,9 0,8 0,9 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,7 0,6 0,5 0,6 0,5 0,5
jan jan 2014 jan 2014 2014
48
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
feb 2013 feb
mrt mrt
apr 2012 apr
mei mei
jun jun
jul jul
aug aug
sep sep
okt okt
nov nov
dec dec
2013 2013
2012 2012
JAARVERSLAG 2014