Beleggen in gebakken lucht, Frans Roest
Kader
Rode vlaggen top 13 (suggesties Martin Voorn) 1. Aanbieder biedt beleggingen aan van 50.000 euro of meer 2. Aanbieder ‘garandeert’ abnormaal hoge rendementen 3. Er is geen eigen vermogen 4. Aanbieder beschikt niet over vergunningen, vrijstellingen of ontheffingen 5. Er is geen goedgekeurd prospectus 6. Financiële transparantie en deugdelijke administratie ontbreken 7. Een accountantscontrole ontbreekt 8. De aanbieder wisselt steeds van accountant 9. De aanbieder wisselt steeds van bank 10 Er is sprake van een geheimhoudingsclausule 11 Aanbieder richt meerdere (buitenlandse) rechtspersonen op 12 Aanbieder heeft zeggenschap over meerdere rechtspersonen 13 Aanbieder opereert vanuit het buitenland
Kader
Bernard Madoff, René van den Berg, Jean-Pierre van Rossum (Moneytron), Robert Allen Stanford, Palm Invest, Golden Sun Resorts, Easy Life Investments, Eco Brasil, TRE Investments, ParTrust, Royal Dubai, Caribbean Comfort. Deze lijst van fraudezaken is allerminst compleet, maar kan de komende jaren sterk groeien. ‘De aanpak van beleggingsfraude is een groeimarkt’, zegt Frans Roest.
Kop (suggesties) ‘Justitie moet veel sneller ingrijpen’ ‘Groene energie nieuwe markt voor oplichters’ ‘Hausse aan aangiftes van beleggingsfraude op komst’ ‘Aanpak beleggingsfraude is een groeimarkt’
Intro
Justitie moet sneller ingrijpen en efficiënter te werk gaan in de strijd tegen beleggingsfraude. Dat zegt Frans Roest, parketsecretaris bij het Functioneel Parket in Den Bosch en auteur van het boek ‘Beleggen in gebakken lucht’.
De Amerikaanse meesteroplichter Bernard Madoff slaat alles met een beleggingsfraude van 65 miljard dollar, of was het ‘slechts’ 21 miljard? In vergelijking met Madoff, die in de Verenigde Staten tot 150 jaar celstraf is veroordeeld, zijn de andere oplichters maar ‘kleine kruimelaars’. In Nederland komt René van den Berg misschien nog het dichtst in de buurt. Hij liet een groep beleggers 38 miljoen euro verdienen ten koste van een grotere groep, die 44 miljoen verloor. Hoe dan ook is de financiële impact van beleggingsfraude enorm. De zwendel met beleggingsproducten wordt in Nederland alleen al geschat op 750 miljoen euro per jaar, los van de schade van dik 1 miljard dollar die Madoff in Nederland aanrichtte. Frans Roest voorziet dat het Openbaar Ministerie (OM) de komende jaren geconfronteerd wordt met een hausse aan aangiftes van beleggingsfraude. ‘De aanpak van beleggingsfraude is een groeimarkt’.
Ponzi is de ‘grondlegger’ ‘Grondlegger’ van beleggingsfraude is de Amerikaan Charles Ponzi, die in 1920 9,5 miljoen dollar van 10.000 investeerders incasseerde door rendementen van 50% in 45 dagen te beloven. Toen in 1921 deze zeepbel uit elkaar spatte bleek dat Ponzi geen winsten realiseerde, maar de eerste terugbetalingen had gedaan met de inleg van nieuwe investeerders. Dat is ook nu actueel: oplichters lokken beleggers met de belofte van extreem hoge (onwaarschijnlijke) rendementen. Die worden betaald zolang nieuwe beleggers toestromen. Als dat niet meer het geval is is het sprookje uit. Hoe herken je potentiële beleggingsfraude? Een eerste signaal kan zijn dat beleggingen worden aangeboden van 50.000 euro of meer. Dan is er geen toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) en dan hoeft de uitgevende instelling geen prospectus uit te brengen. ‘De 50.000-grens wordt bewust gekozen om toezicht te ontlopen’, schrijft Roest in zijn boek. ‘Maar tegenwoordig zijn er meer mogelijkheden om civielrechtelijk in te grijpen. Op basis van die wet, die wordt gehandhaafd door de AFM en de Consumentenautoriteit, kun je wel toezicht uitoefenen op misleidende aanbiedingen van 50.000 euro of meer.’ Geld voor de
lange termijn Daarmee ben je er nog geenszins, erkent Frans Roest. ‘De kracht van dit soort mensen is om geld aan te trekken voor de langere termijn. Dan kunnen ze minimaal 3 jaar lang de rente vergoeden van 12 of 24% per jaar. Zolang de inleggers maar hun rente krijgen denken ze dat het goed zit. Na 3-4 jaar of soms eerder stopt ‘t, dan trekken ze de stekker eruit. Dan krijgen de inleggers nog een net briefje: ‘wegens reorganisatie gaan we verhuizen.’ En dan houdt het op een gegeven moment helemaal op. Dan ben je je geld kwijt. Een verdachte verklaarde op de rechtszitting: we hebben geld gereserveerd om 3 jaar lang de rendementen uit te betalen.’ Moet de grens van 50.000 euro omhoog? Tot voor kort was de gedachte dat mensen die ‘zoveel’ investeerden in staat waren goed advies in te winnen of in elk geval hun eigen boontjes te doppen. Maar in toenemende mate is er kritiek op de (Europese) vrijstellingsgrens van 50.000 euro, ook uit de politiek. Roest: ‘Partijen willen het toezicht verhogen naar 100.000 euro of zelfs 250.000 euro.’ En ook topman Hans Hoogervorst van de AFM vindt nu dat de grens moet worden opgetrokken. Eerder vond hij dat niet nodig. Grens van 50.000 euro Roest vindt ook dat de grens verhoogd moet worden: ‘Het zou mooi zijn als de 50.000 euro grens naar 100.000 euro zou gaan. Vroeger had een beperkt aantal mensen 50.000 euro of meer. Met de opkomst van de welvaart en het eigen woningbezit zitten mensen al snel aan een overwaarde van 50.000 euro of meer op het huis. Dan kunnen ze makkelijk met een vermogensbeheerder, verzekeringsmakelaar of financiële tussenpersoon in contact komen, die zegt: ik zal het wel ‘veilig’ voor je wegzetten.’ Frans Roest vindt dat er sowieso veel meer gedaan moet worden tegen beleggingsfraude: ‘Ik ben bijvoorbeeld voorstander van een preventiemeldpunt. Niet iedereen stapt direct met een ‘onderbuikgevoel’ naar de AFM toe. Er zou een soort tussenstation moeten zijn, een preventiefraudeloket waar mensen hun onderbuikgevoel kunnen neerleggen, zoiets als: ik vertrouw het niet helemaal, maar kan er geen vinger achter krijgen, kunnen jullie er eens naar kijken?’ Fraudeurs hard raken ‘Zo’n fraudemeldpunt kan het terugkoppelen naar de melder, maar ook publiceren, aankaarten bij de AFM en de fraudemeldpunten van de politie. Als de zaak groot is kan de AFM civielrechtelijk of het OM strafrechtelijk optreden. In het tripartiete overleg valt dan het besluit om de zaak strafrechtelijk of civielrechtelijk aan te pakken. Daarbij is vooral de vraag: waar boek je het meeste resultaat mee en waar kun je de fraudeurs het hardst raken?’ De AFM zegt echter vaak: we hebben niet genoeg mogelijkheden om fraude aan te pakken. ‘Maar die mogelijkheden zijn er in toenemende mate. Een mogelijkheid is om op incidentniveau terug te koppelen. De AFM verschuilt zich achter aansprakelijkheid en geheimhouding. Maar dat ontslaat ze niet van de verplichting om de consument te waarschuwen. De AFM is immers opgericht ter voorkoming van onregelmatigheden op de financiële markten.’
Leed al geschied ‘Inderdaad, nu is het blussen terwijl het huis in brand staat. Soms gebeurt zelfs dat blussen niet. We hebben onderzoeken dat er signalen zijn op 1 augustus 2008, terwijl een jaar later pas de aangiftes binnen komen. Het duurt lang en dan is het leed al geschied. Met zo’n preventie-instantie kan je binnen enkele dagen of zelfs uren er doorheen prikken en een waarschuwing laten uitgaan.’ ‘Dan had een aantal gevallen kunnen worden voorkomen. Dan hoef je niet 1 of 2 jaar te wachten totdat een onderzoek in gang is gezet. Ik ben ook niet bang voor aansprakelijkheid; de helpdesk richt zich niet op ondernemingen die onder toezicht staan, of op beursgenoteerde ondernemingen, waar grote belangen spelen. Ik richt mij op bedrijven die buiten de beurs om opereren, die het toezicht al dan niet bewust ontlopen, die in een schemergebied opereren.’ De eerste signalen Waar begint een vermoeden van beleggingsfraude? Roest: ‘In beginsel komen signalen eerst binnen bij de politie fraudemeldpunten, bij de FIOD-ECD, bij de AFM en bij curatoren. Die signalen worden verwerkt door de FIOD-ECD of het FEC (Financieel Expertise Centrum). Als de signalen komen van DNB en de AFM worden ze ‘geüpgrade’ bij het FEC en als de signalen binnenkomen bij de FIOD-ECD en de politie, dan doen de fraudemeldpunten dat zelf.’ Roest vervolgt: ‘Als de zaak body heeft in de zin dat er ernstige strafbare feiten lijken te zijn gepleegd, dan wordt de officier van justitie ingeschakeld, hetzij via de FIOD-ECD, dan komt het Functioneel Parket in beeld, hetzij via de regionale fraudemeldpunten, dan komen de regioparketten in beeld. Dan wordt gekeken welke strafbare feiten ten laste kunnen worden gelegd. Bij de Wft kom je dan al gauw uit bij het aantrekken van gelden.’ De slachtoffers; ‘Je hebt er hebzuchtige lui tussen zitten, maar ook naïevelingen, die in goed vertrouwen de overwaarde op hun huis of hun spaargeld ter beschikking stellen. Ja, en ook veel mensen die afgaan op het ‘groene verhaal’, van bosbouw, teakplantages. Het verhaal van: niet alleen rendement, maar ook ontwikkelingshulp. Je had eerst de periode van de financiële producten, vervolgens de teakbomen, vervolgens een hele golf vastgoed.’ Groene energie nieuwe markt ‘Ik zie aankomen dat groene energie de nieuwe markt van de oplichters wordt. Deze fraudeurs kijken goed wat er in de markt leeft, maken brochures na en complete websites. En nu springen ze op de kar van de ecologische producten. Dat worden voor officieren van justitie nieuwe thema’s om op te letten, ecologie, water, duurzaam, groene energie.’ Overal waar krapte is zie je kapers op de kust komen, de ‘cowboys’. Volgens mij zul je daar de komende jaren fraudegevallen zien komen. Het is ook de verwachting dat ouderen in toenemende mate een risicogroep van slachtoffers worden. Die hebben het geld, het huis is vaak nagenoeg hypotheekvrij.’
Is wat aan het licht komt aan beleggingsfraude slechts het topje van de ijsberg? Roest: ‘We hebben alleen zicht op wat boven water komt, wat in de pers komt. Maar dit is zo’n lucratieve business, en de pakkans is zo laag, dat het veel vaker zal voorkomen dan waar we zicht op hebben. Ja, door alle schandalen in de pers zou je zeggen dat een gewaarschuwd mens voor twee telt, maar na een tijdje zullen er wel weer nieuwe zaken opduiken. Het is net een hybride monster, het duikt op onder een andere naam en met andere producten. En ze zullen zich altijd blijven identificeren met ‘lookalikes’, met bonafide bedrijven en zich met websites en prospectussen zo profileren dat ze goede contacten hebben met dat soort bedrijven. Ja, het zijn brutale mensen.’ Op zoek naar rendement ‘En: hun potentiële slachtoffers zijn altijd op zoek naar rendement. Normaal gesproken heb je bij een potentieel hoog rendement ook een hoog risico. De clou van dit soort fraudeurs is om te zeggen dat er wel een hoog rendement is, maar dat tegelijkertijd het risico is afgedekt, gegarandeerd krijg je je inleg altijd terug. Maar als een aanbieder meer dan 4-5% rendement belooft met inleggarantie of een verzekering, dan is er alle reden voor argwaan, dat klopt. Een hoog rendement zonder risico of slechts een gering risico dat is economisch gezien niet mogelijk. Maar een aantal mensen is zo naïef om daar toch in te trappen.’ Neemt de beleggingsfraude toe? Door de kredietcrisis, de financiële crisis en de recessie wordt beleggingsfraude in elk geval wel eerder zichtbaar. Roest: ‘Veel bedrijven, dus ook malafide bedrijven, komen in liquiditeitsproblemen. Door gebrek aan nieuwe inleg vinden er geen uitkeringen en terugbetalingen van de ingelegde gelden meer plaats, waardoor zwendelpraktijken aan het licht komen. Maar de laatste jaren noemt de AFM geen cijfers meer, dat verdwijnt dus in een zwart gat. Het loont de moeite om dit af te vangen, dat gebeurt nu onvoldoende.’ AFM moet actiever zijn ‘En de AFM moet ook actiever zijn met waarschuwingen; als ze signalen hebben dat er iets wellicht niet goed is moeten ze uit hoofde van hun zorgplicht naar alle consumenten over gaan tot publicatie van een waarschuwing. De AFM kon vroeger misschien niet zoveel, maar nu wel. Niet alleen op de Wft (Wet Financieel Toezicht), maar ook uit hoofde van die andere wet(….).’ ‘We zijn nu met zaken bezig die zich afspelen in de periode 2006-2009. We hebben te maken met een na-ijleffect. Als het beter bij de mensen tussen de oren zit omdat ze al die fraudegevallen zien zullen ze daar niet meer zo snel in stappen. Maar dat zakt dan weer weg. Daarom blijf ik pleiten voor zo’n fraudemeldpunt. Dit speelt overigens ook op EU-niveau, alle landen hebben te maken met het fenomeen van de internationale oplichting, kijk ook naar de ‘boilerrooms’ die vaak internationaal werken.’ Ouderen nieuwe doelgroep fraude ‘Die boilerrooms (frauduleuze personen en organisaties die potentiële beleggers waardeloze en/of nepaandelen verkopen) richten zich met name op de beter opgeleide mensen die het
druk hebben, misschien te druk om te beleggen. En die kunnen wel eens overgehaald worden, ze hebben het geld, maar niet de tijd om het goed uit te zoeken. En er komt nu een nieuwe doelgroep aan, de ouderen, die niet altijd de bijsluiters lezen en die nu buiten het doelgroepenbeleid van de overheid vallen.’ ‘Waar ouderen behoefte aan hebben is om op een makkelijke manier bij de AFM na te kunnen gaan om iemand vergunninghouder is, of hij betrouwbaar is. Dat zou moeten kunnen, maar de AFM zegt nu alleen: zo iemand is geregistreerd of hij is niet geregistreerd. Als hij niet geregistreerd staat kan hij nog weg komen met de melding dat hij onder de vrijstelling valt. De AFM kan niet zeggen of er wat mee aan de hand is. Er zou een instantie moeten zijn waar je een betrouwbaarheidstoets kunt doen, dat zou de AFM moeten zijn. Dat kan nu niet in voldoende mate. Ze verwijzen naar de lijsten, maar dan moet je je nog rot zoeken, het is ontoegankelijk.’ Wat kunnen officieren van justitie doen, welke handvatten hebben ze? (deze vraag bleef onbeantwoord, hoewel je zei dat hij wel goed te beantwoorden was…. Of staat het antwoord nu in het artikel?) Fraude loont!? Tenslotte: fraude loont!? De pakkans is gering, erkent Roest. En: ‘De maximumstraffen zijn in vergelijking met het buitenland aan de lage kant. Omdat de zaken vrij oud waren kwamen de fraudeurs er van af met voorwaardelijke celstraffen en taakstraffen. Sinds Eco Brasil en René van den Berg zijn we eigenlijk pas met onvoorwaardelijke gevangenisstraffen gekomen, van 4-5-6 jaar. Die tendens blijven we hopelijk vasthouden.’ ‘De strafmaat hangt niet alleen af van de fraudeomvang, maar ook af van de delicten die je ten laste legt; als je eenvoudige delicten ten laste legt met een lage strafmaat kan de rechter nooit een hoge straf opleggen. Afhankelijk van de zwaarte van het delict dat je ten laste legt kun je hoger gaan zitten. Maar je moet het natuurlijk wel kunnen bewijzen.’ ‘Vooral bij boilerrooms zijn de mensen vaak bezig de zaak op korte termijn zoveel mogelijk leeg te roven, gelden te innen en de zaak na een half jaar kapot laten gaan. Als je dan na die tijd pas aan de bel trekt dan zijn er bijna geen strafrechtelijke mogelijkheden meer om adequaat op te treden. Dan is de boekhouding veelal kwijt, telefoontap is niet meer mogelijk. Als je een onderbuikgevoel hebt of nattigheid voelt moet je gewoon snel ingrijpen, anders vis je achter het net. Procedures bureaucratisch De procedures zijn in mijn ogen dan ook redelijk bureaucratisch, in elk geval gaat er veel tijd over heen. Cru gezegd gaat er meer tijd zitten in het formeren van opsporingscapaciteit en het uitwerken van een verdenking tot een plan van aanpak, dan het ‘korte klap’ onderzoek. In plaats van een groot team op te tuigen kun je ook zeggen: dit moet nu gestopt worden, we gaan de verdachte waarschuwen, aanhouden, zodat ie weet: ik moet er direct mee stoppen. Dat moet, in plaats van lang nadenken of het wel of niet strafwaardig is wat er gebeurt. Je moet geen afwachtende houding aannemen, afwachten tot het groter wordt, want dan is het weer te groot. Of: ze hebben de zaak stopgezet en gaan vrolijk verder onder een andere naam
en op een andere locatie. Ik pleit dus voor: snel ingrijpen voordat het groot wordt. En justitie moet meer over de grens kijken, oplichters werken ook grensoverschrijdend.’ Verdwenen miljoenen Als een fraudeur een celstraf krijgt kan hij na afloop daarvan genieten van de ‘verdwenen miljoenen’. Frans Roest: ‘Ja, dat is soms zo, als het geld niet meer te achterhalen is. Dat heeft de wetgever willen voorkomen met de procedure strafrechtelijk financieel onderzoek en het ontnemingtraject.’ Ja, er zijn mogelijkheden om daar aan te ontkomen, maar die mogelijkheden worden steeds meer beperkt. Maar tegen dit soort slimme fraudeurs kun je toch niet op. Ze werken met valse paspoorten, valse identiteiten, buitenlandse bankrekeningen enzovoorts.’ ‘Het is niet altijd eenvoudig, maar als uit het financieel onderzoek blijkt dat opzettelijk gelden zijn weggesluisd, heeft de curator de mogelijkheid een gefailleerde of een verdachte in gijzeling te nemen. Daarnaast biedt ook de ondernemingswetgeving de mogelijkheid iemand in gijzeling te nemen. Dan moeten er aanwijzingen zijn dat hij gelden heeft verborgen. ‘JeanPierre van Rossum blijft rondrijden in Ferrari’s, maar ja, die staan op naam van vrienden. Hij zegt: die auto’s zijn geleased. Of: ik heb ze in bruikleen. Dan kun je er moeilijk aan komen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat nog geen 5% van de gedupeerden van beleggingsfraude aangifte doet. In de meeste gevallen is de fraudeur de lachende derde’. Martin Voorn