BELASTINGPLAN VVD MAASGOUW 2014 – 2018 Meer met minder Visie op de heffing van gemeentelijke belastingen Gemeentelijke belastingen staan regelmatig in de belangstelling. Het is uiteraard geen doel van de gemeenteraad om burgers te irriteren met belastingen. De opbrengsten zijn nodig voor de bekostiging van lokale voorzieningen en andere gemeentelijke uitgaven. De VVD wil de lokale economie stimuleren met lagere gemeentelijke belastingen. De VVD is voorts van mening dat het een plicht van de politiek aan de burgers en bedrijven is om zo efficiënt mogelijk belasting te heffen. Met een efficiënte belastingheffing kan door de gemeente dezelfde belastingopbrengst worden behaald, terwijl de burgers en de bedrijven minder belasting hoeven te betalen. Dit is mogelijk door de gemeentelijke belastingen slim te heffen, namelijk minder kosten* te maken bij het heffen en innen van de belastingen. Aangenomen mag worden dat het geheel onbewust gebeurt, maar er wordt in dit kader nog altijd “te veel” belasting geheven. * De (perceptie)kosten bestaan uit: - kosten gegevensbeheer - administratie belastinggegevens - kosten aanslagoplegging - kosten inning aanslagen - niet ingevorderde belastingen door kwijtschelding en de kosten van de behandeling van verzoeken - niet ingevorderde belastingen wegens oninbaarheid en de gemaakte incassokosten - kosten van bezwaar en beroep
Op initiatief van de VVD is er reeds een efficiencyslag gemaakt, namelijk door de afdeling gemeentelijke belastingen onder te brengen in de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, een samenwerkingsverband voor heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen alsmede voor uitvoering van de wet WOZ. Deze samenwerking biedt veel voordeel, want veel werk wordt niet meer dubbel gedaan en de belastingheffing wordt efficiënter en dus op den duur goedkoper. Elk “belastingmiddel” draagt zijn eigen kosten mee. Zo kost het veel minder om onroerendezaakbelastingen (OZB) te heffen, dan parkeerbelastingen of hondenbelasting. Het huidige pakket aan belastingen dat de gemeente Maasgouw thans heft, is niet efficiënt. Daarom stelt de VVD voor om niet alleen de bedrijfsvoering van de lokale belastingdienst te optimaliseren, maar als volgende stap nu ook het pakket aan belastingmiddelen te optimaliseren. Dit betekent dat die heffingen worden geselecteerd, waarmee de minste kosten worden gemaakt om deze te heffen. Vergelijk het met een werknemer die, om zo veel mogelijk van zijn loon over te houden, zo weinig mogelijk reiskosten maakt. De door de VVD voorgestelde belastingverlagingen worden aldus gefinancierd door minder kosten te maken bij het heffen van belastingen. De bijdrage van Maasgouw aan de BsGW daalt dan overeenkomstig. De combinatie van een belastingpakket met lage belastingen dat met zo weinig mogelijk kosten wordt geheven, maakt de gemeente Maasgouw tot een fiscaal vriendelijke gemeente voor burgers en bedrijven. Voorts zijn er andere motieven om bepaalde belastingen niet meer te heffen, welke alles te maken hebben met het stimuleren van de lokale economie, de leefbaarheid voor inwoners en de bevordering van het toerisme. Het stimuleren van de bouwsector speelt een grote rol. Dit belastingplan van de VVD Maasgouw is een ware belastingherziening omdat het belastingpakket van Maasgouw flink op de schop wordt genomen.
Gelet op de structuurversterking die ermee behaald wordt is het belastingplan vooral een “unique selling point” in de promotie van onze gemeente. Het wordt fiscaal aantrekkelijker om in Maasgouw te wonen, werken, ondernemen, bouwen en recreëren. Dit is een belangrijk “concurrentievoordeel”. Het goed en actief uitdragen van deze boodschap kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de beoogde effecten van het belastingplan.
Efficiënter heffen Efficiënter heffen wordt gerealiseerd door de belastingen met de hoogste rendementen te selecteren. Van belastingen met hoge perceptiekosten nemen we afscheid. Voorwaarde is wel dat met een dergelijke “dure” belasting alleen geld wordt opgehaald en niet tevens een beleid wordt gevoerd. Bij de afvalstoffenheffing bijvoorbeeld is dit het geval, in de vorm van een milieubeleid gericht op afvalvermindering en afvalscheiding. De in deze paragraaf besproken heffingen komen wel in aanmerking om te worden vervangen door de “goedkoopste” daarvoor geschikte belasting, namelijk de OZB. Per gemeente verschillen de perceptiekosten. In november 2012 heeft de wethouder Financiën van de gemeente Den Haag een onderzoek gepresenteerd aan een raadscommissie (brief 9 nov. 2012 met kenmerk PBS/2012.92 – RIS 253470). Per belasting waren de kosten als volgt: WOZ/belastingsoorten
Opbrengsten 2010 ( x € 1.000)
Uitvoering Wet WOZ OZB-gebruikersbelasting € 20.627 OZB-eigenarenbelasting € 59.727 Toeristenbelasting € 4.127 Hondenbelasting € 1.507 Precariobelasting € 15.833 Rioolheffing € 32.744 Parkeerbelasting € 6.618 Afvalstoffenheffing € 59.658 Precario Reclame € 490 Leges (met name € 13.890 WABO) Overig (BIZ en civiele incasso) Totaal: € 215.221
Perceptiekosten (x € 1.000)
Verhouding perceptiekosten versus opbrengsten (%)
€ 3.205 € 1.284 € 2.458 €9 € 203 € 68 € 211 € 1.586 € 3.824 € 40 € 56
6,2% 4,1% 0,2% 13,5% 0,4% 0,6% 23,9% 6,4% 8,2% 0,4%
€ 151 € 13.096
6,1%
Rapport rekenkamercommissie Groningen, onderzoek lokale lasten februari 2009:
Bij de parkeerbelastingen in Den Haag zijn de kosten van bezwaar en beroep niet meegerekend. De kostentabel uit Groningen vermeldt een lage en een hoge inschatting van de kosten. Er zijn ook nog andere bronnen geraadpleegd. Heffingen met hoge kosten zijn de hondenbelasting, parkeerbelasting, leges en in mindere mate de rioolrechten.
Raming van de huidige positie in Maasgouw De bruto-opbrengst van de belastingen vormen de lasten die de burgers en bedrijven moeten opbrengen. Verminderd met de perceptiekosten houden we de netto-opbrengst voor de gemeente over. De opbrengsten zijn gebaseerd op de begroting 2014, behalve de bouwleges op de realisatie 2012 vanwege de dalende opbrengstenlijn als gevolg van de malaise in de bouwsector.
RAMING OP BASIS VAN HUIDIG BELASTINGPAKKET (x € 1) Bruto-opbrengst
Perceptiekosten (stelpost)
Netto-opbrengst
OZB
3.894.159
194.708 (5%)
3.699.451
Rioolrechten
2.299.000
183.920 (8%)
2.115.080
Afvalstoffenheffing
1.871.586
149.727 (8%)
1.721.859
Hondenbelasting
124.224
31.056 (25%)
93.168
Toeristenbelasting
206.989
5.175 (2,5%)
201.814
Forensenbelasting
146.180
10.233 (7%)
135.947
Bouwleges
342.500
6.850 (2%)
335.650
Overige leges
309.730
6.195 (2%)
303.535
Lijkbezorgingsrechten
94.554
1.891 (2%)
92.663
Marktgelden
15.090
604 (4%)
14.486
Parkeerbelasting
74.931
18.732 (25%)
56.199
TOTAAL
9.378.943
609.091 (6,5%)
8.769.852
Hondenbelasting De eerste belasting die we bespreken in het kader van efficiënter heffen is de hondenbelasting. De VVD gaat er vanuit dat het beleid van de gemeente Maasgouw gericht is om de verontreiniging en overlast, veroorzaakt door hondenpoep, tegen te gaan. Dit betekent dat van hondenbezitters geëist wordt dat ze voorkomen dat hun hond zich op een niet ongewenste plaats ontdoet van ontlasting. Mocht dat onverhoopt niet lukken dan moet de hondenpoep direct worden opgeruimd. Het beleid is er evenwel niet op gericht om het bezit van een hond te ontmoedigen. Handhaving van het beleid vindt plaats via beboeting en niet met belastingen.
Sterk verschillende tarieven hondenbelasting in de Limburgse gemeenten volgens de Kadernota 2014:
De opbrengst van de hondenbelasting staat met een bedrag van € 124.224 (raming 2014) niet in verhouding tot de kosten die de gemeente maakt voor het hondenbeleid (ongeveer € 35.000, cijfer 2013). Er bestaat geen relatie tussen de kosten van het hondenbeleid en de tarieven van de hondenbelasting. De hondenbelasting wordt in Maasgouw gebruikt als een algemeen dekkingsmiddel. Gemeenten die geen hondenbelasting heffen, vaak omdat deze door de relatief hoge perceptiekosten (gemiddeld 25%) onvoldoende doeltreffend wordt geacht, kunnen de gemiste inkomsten compenseren door een verhoging van andere gemeentelijke belastingen, zoals de OZB. Dit gebeurde bijvoorbeeld reeds in Arnhem en Oldambt. De VVD stelt voor om ook in Maasgouw de netto-opbrengst van de “dure” hondenbelasting op te laten gaan in een hoger tarief van de OZB. Met de netto-opbrengst bedoelen we de bruto-opbrengst minus de perceptiekosten die dan vervallen, zodat de belastingbetaler er € 31.056 beter van wordt, zonder dat dit voor de gemeente tot een derving aan netto-opbrengst leidt. Er zijn ook niet-financiële argumenten om de hondenbelasting af te schaffen, namelijk:
1 De heffing is achterhaald De hondenbelasting was lang geleden een bestuurlijk instrument. Vanwege de omstandigheid dat daarop Koninklijk toezicht werd gewenst is de hondenbelasting in 1851 in de gemeentewet onder het hoofdstuk van de gemeentelijke belastingen gebracht, terwijl onderkend werd dat de hondenbelasting feitelijk geen enkele betekenis had voor de gemeentekas. De hondenbelasting staat ondanks deze ‘omissie’ echter nog altijd in de gemeentewet. Maar de heffing is achterhaald. Geen enkel oorspronkelijk doel speelt nog een rol. Tegenwoordig wordt de belasting (ook) ingezet als beleidsinstrument ter bestrijding van de overlast. Het succes daarvan wordt sterk betwijfeld. Het tarief zou daarvoor extreem hoog en progressief moeten zijn. In dit perspectief heeft het vaste tarief voor elke volgende hond na de tweede hond, zoals dit thans in Maasgouw geldt, geen enkel nut. 2 De vervuiler betaalt……NIET! Ook wij staan in beginsel achter het adagium “de vervuiler betaalt”, gebaseerd op het kostenveroorzakingsbeginsel. Echter, voor zover enige opbrengst aan het hondenbeleid wordt besteed, is er slechts in zeer algemene zin sprake van het betalen van kosten van vervuiling door de desbetreffende vervuilers. Sterker nog, degenen die feitelijk niet vervuilen, betalen ook.
3 Gelijkheidsbeginsel Dat een heffing op andere huisdieren (bijv. katten) niet is toegestaan, is geen argument om hondenbezitters niet gelijk te behandelen aan bezitters van andere huisdieren. Gegeven het zuiver fiscale doel van de hondenbelasting, is er geen argument om alleen van hondenbezitters geld te willen inzamelen. Het is niet zo dat anderen moeten gaan betalen voor de kosten die door honden(bezitters) worden veroorzaakt. Zoals reeds opgemerkt wordt slechts een fractie van de opbrengst van de hondenbelasting gebruikt voor de uitvoering van het hondenbeleid. Thans dragen hondenbezitters derhalve onevenredig veel bij aan de algemene middelen. Het is onder deze omstandigheden dan ook een willekeurige heffing. 4 Draagkrachtbeginsel De hondenbelasting voldoet niet aan het draagkrachtbeginsel, hetgeen als een nadeel kan worden gezien. De OZB is een heffing naar ‘afgeleide’ draagkracht. Verondersteld wordt (door de wetgever) dat de mensen met de hogere inkomens veelal in de duurdere huizen wonen. Daarentegen kan het houden van een hond bezwaarlijk worden gezien als een teken van financiële welstand. 5 Het tarief is oneerlijk Het is een forfaitaire, dus (te) ruwe heffing. Of een hond groot of klein is, wel of niet op straat komt, maakt voor de hondenbelasting geen verschil. Onbegrijpelijk is ook dat de tarieven per gemeente zo enorm verschillen. 6 Sociaal aspect van hondenbezit Ongeveer één op de vier huishoudens heeft een hond. Eigenaren hebben vaak een hechte relatie met hun viervoeter en beschouwen deze als lid van hun gezin. Zij vinden dat honden voor gezelligheid zorgen en bijdragen aan hun sociale contacten. Naar verluidt hebben onderzoeken uitgewezen dat honden een positief effect op de geestelijke en lichamelijke gezondheid van mensen kunnen hebben. Bovendien kunnen honden een probaat middel zijn voor inbraakpreventie. 7 De heffing is willekeurig; herverdelingseffecten tellen niet Uiteraard, hondenbezitters gaan er bij afschaffing van de hondenbelasting op vooruit, anderen erop achteruit. Maar voor een goede beslissing telt de verandering niet. Het gaat om het resultaat en de eerlijkheid daarvan!
Parkeerbelasting (Thorn) Er is geen parkeerbeleid dat gestuurd wordt met de parkeerbelasting in Thorn. Deze belasting is enkele jaren geleden ingevoerd als algemeen dekkingsmiddel. Vanwege de hoge kosten van is het raadzaam om ook deze belasting af te schaffen en de netto-opbrengstderving op te vangen in een hoger tarief van de OZB. Het voordeel voor de belastingbetaler bedraagt € 18.732 en hij hoeft bij het parkeren niet meer telkens een ticket te kopen.
Leges voor identiteitskaarten Voor velen is de enige reden om een ID-kaart aan te vragen om te voldoen aan de algemene draag- en toonplicht van een identiteitsbewijs is. Daarom kan niet worden gezegd dat het aanvragen van een identiteitskaart in overheersende mate verband houdt met een individualiseerbaar belang. Dat betekent dat gemeenten voor het verstrekken van een identiteitskaart geen leges mochten heffen, aldus
de Hoge Raad in september 2011. Vervolgens is met een spoedwet een nieuwe wettelijke grondslag gecreëerd om de heffing van leges te hervatten. Feitelijk is de identiteitskaart echter iets dat iedereen verplicht nodig heeft (een collectief goed), zodat de kosten die de gemeente maakt voor de verstrekking hiervan het beste uit de algemene middelen kunnen of eigenlijk dienen te worden betaald. Vanwege de individuele betalingshandeling die bij elke verstrekking van een identiteitskaart moet worden verricht, is dit een vrij omslachtige bekostigingssystematiek. Om beide redenen stelt de VVD voor om de identiteitskaarten niet langer bij de burgers afzonderlijk in rekening te brengen en de bekostiging om te buigen in een verhoging van de OZB. Voor paspoorten ligt het verhaal iets anders, omdat daarmee naast de voldoening aan de identificatieplicht de zelf gekozen toegang tot reizen rechtsgeldig open staat. Ter voorkoming van overbodige verstrekking van identiteitskaarten naast paspoorten geldt de “gratis” verstrekking van een identiteitskaart alleen als de aanvrager niet reeds over een geldig paspoort beschikt en indien men reeds over een identiteitskaart beschikt alleen als die kaart op het moment van de aanvraag niet langer dan 2 maanden nog geldig is. Consequentie in het uit de algemene middelen verstrekken van een middel om aan de identificatieplicht te kunnen voldoen is dat op de paspoorttarieven een korting zal moeten worden gegeven ter grootte van het tarief dat nu nog geldt voor de identiteitskaart. Het voordeel van dit voorstel is voor de gemeente dat er geen kosten meer hoeven te worden gemaakt voor het individueel afrekenen bij het verstrekken van identiteitskaarten. Burgers hoeven bij een aanschaf van een kaart niet meer af te rekenen.
Rioolrechten Hoewel de rioolrechten worden geheven ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor degenen die profiteren van een rioolaansluiting, is het niet nodig om hiervoor een afzonderlijke belasting te heffen. Immers drukken de rioolrechten op elk huishouden en bedrijf, zoals ook de OZB dat doet. Daarbij is de heffingsmaatstaf (waterverbruik) discutabel. Het lijkt geenszins bezwaarlijk om ook de opbrengst van de rioolrechten over te laten gaan naar de OZB. Het voordeel voor de belastingbetaler bedraagt € 183.920.
Lijkbezorgingsrechten De lijkbezorgingsrechten oftewel “grafrechten” dekken slechts 42% van de kosten die de gemeente maakt. Vanwege de verantwoordelijkheid van de gemeente jegens de belastingbetaler, die het verschil moet bijpassen, dienen de grafrechten 100% kostendekkend te worden. Hiermee halen we € 130.575 extra op, hetgeen in mindering kan komen op de benodigde opbrengst van de OZB.
Marktgelden De marktgelden leveren slechts € 15.000 per jaar op. Dat is ongeveer 0,15 % van de totale belastingopbrengst. Dit kan in dit perspectief geen serieuze afzonderlijke heffing zijn, waarmee aldus maar beter geen ambtenaar meer mee belast kan zijn. Afschaffing van deze belasting leidt tot een opbrengstenderving van netto € 14.486.
Stimuleren lokale economie Toeristenbelasting, forensenbelasting en parkeerbelasting De toeristenbelasting belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot verblijf biedt, dus bijvoorbeeld de campinghouder of de hoteleigenaar. Voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente wordt aan personen die niet staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente een toeristenbelasting opgelegd. Ook voor niet-recreatieve overnachtingen kan een aanslag toeristenbelasting worden opgelegd, bijvoorbeeld bij het bieden van verblijf aan arbeidsmigranten. Men is belastingplichtig voor de forensenbelasting als men, zonder in de gemeente uw hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen per jaar een gemeubileerde woning tot zijn of haar beschikking heeft. De perceptiekosten van de toeristenbelasting en de forensenbelasting zijn gering. In zoverre geen probleem, voor de gemeente althans. De gasten die in onze gemeente vertoeven moeten namelijk deze belastingen betalen, terwijl Maasgouw recreatie, toerisme en de lokale economie wil bevorderen. Waarschijnlijk is het huidige college van B en W daarom voorzichtig met tariefverhoging van de toeristenbelasting, getuige de volgende vermelding in de kadernota 2014: “Bij (water-)toeristenbelasting is bij de begroting 2013 besloten dat het tarief in 2014 reeds wordt verhoogd van € 0,83 naar € 1,00. Deze opbrengstverhoging is reeds ingeraamd. Dit tarief is vergelijkbaar met omliggende gemeenten. Een verdere verhoging wordt niet haalbaar geacht.”. De mogelijkheid om een forensenbelasting in te voeren is in het verre verleden in de Gemeentewet opgenomen vanwege het feit dat de hoogte van de Algemene Uitkering destijds gebaseerd was op het aantal inwoners. Voor de eigenaren van de zgn. tweede woningen kreeg een gemeente dus geen financiële tegemoetkoming van het Rijk terwijl deze personen wel ‘genot’ hadden van de gemeentelijke voorzieningen. De verdeelsleutel van de Algemene Uitkering is tegenwoordig veel minder gebaseerd op het aantal inwoners. Daarmee is het bestaansrecht van de Woonforensenbelasting dus eigenlijk achterhaald. Doorgaans betalen degenen die forensenbelasting betalen ook al OZB. Dit wordt vaak ervaren als dat men dubbel OZB moet betalen. Het aantal personen die dit betreft zal naar verwachting fors toenemen, omdat een handhavingstraject is gestart om permanente bewoning van de 3 grote recreatieparken in Maasgouw tegen te gaan. Voor velen is verkoop geen optie (vanwege de onderwaarde) of geen wens en zullen zij de gemeubileerde woning gaan verhuren. De toeristenbelasting is voorts vrij bewerkelijk voor de ondernemer die de overnachtingen moet bijhouden. De parkeerbelasting is in de vorige paragraaf reeds besproken als “dure” belasting. Gelet op het strak gereguleerde parkeerregime in Thorn is het niet bevorderlijk voor de naleving van de parkeerregels om parkeerbelasting te heffen op de belangrijkste plaatsen waar het parkeren wél is toegestaan. Waarschijnlijk is het huidige college van B en W daarom voorzichtig met tariefverhoging van de toeristenbelasting, getuige de volgende vermelding in de kadernota 2014: “Ondanks relatief lage tarieven loopt de parkeeropbrengst sinds een aantal jaren terug. In 2012 bedroeg de opbrengst € 67.000. Verhoging van parkeertarieven wordt niet haalbaar geacht en zal eerder leiden tot toenemend ontwijkgedrag.”. Ook is de parkeerbelasting niet bevorderlijk voor het toerisme. Nota bene met alleen een dagtarief, zoals thans nog het geval is, is parkeren in Thorn bijzonder onaantrekkelijk voor korte bezoekjes. Bij
elke keer parkeren moet een ticket worden gekocht en als een bezoeker het vergeet, krijgt hij nog een fikse boete ook, hetgeen juridisch correct is, maar niet past bij het vigerende beleid. De opbrengsten van de toeristenbelasting, forensenbelasting en de parkeerbelasting wegen volgens de VVD niet op tegen de lasten voor onze gasten en strookt niet met het beleid van de gemeente Maasgouw. Immers werken deze belastingen het toerisme tegen. Afschaffing van deze belastingen leidt weliswaar tot een opbrengstenderving van netto € 201.814 toeristenbelasting en netto € 135.947 forensenbelasting, maar ook tot een te promoten fiscaal gastvrije gemeente Maasgouw. Meer toerisme versterkt de lokale economie en brengt een verbetering van de leefbaarheid mee. Financiering van het voorstel dient als zodanig uit de algemene middelen plaats te vinden, maar kan desgewenst ook met de middelen die uit de overige maatregelen van dit plan vrijkomen.
Bouwleges Opbrengsten bouwleges volgens de Kadernota 2014:
De bouwleges verdwijnen tenminste enkele jaren om bouwplannen naar Maasgouw te trekken. De opbrengsten van de OZB en andere lokale heffingen stijgen als er meer gebouwd wordt, zodat het opbrengstverlies aan bouwleges zichzelf terugverdient. De bouwleges worden per bouwwerk eenmalig ontvangen, terwijl de andere heffingen jaarlijks terugkomen. Gelet op de bewerkelijkheid en het individuele karakter van bouwaanvragen, zijn de perceptiekosten van de bouwleges waarschijnlijk aanzienlijk. De opbrengstenderving is daardoor minder dan de gemiste bruto-opbrengst. Recente cijfers zijn echter niet beschikbaar. Voorzichtigheidshalve schatten we de perceptiekosten op slechts 2%. Belangrijker is dat de bruto-opbrengst de laatste jaren fors is gedaald, zodat vooral daarom aan een budgettaire bezwaar tegen dit voorstel minder gewicht toekomt. De VVD is ervan overtuigd dat het afzien van de heffing van bouwleges tot een winwinsituatie leidt. Het is een unieke maatregel. Voor zover bekend is alleen de provincie Limburg voorgegaan met een “tax holiday voor de provinciale bouwleges (Amendement Meerts c.s.)” en zou de gemeente Hoorn voornemens zijn om tot een soortgelijke “tax holiday” te besluiten. Als de gemeente zorgt voor goed en actieve promotie van Maasgouw als een bouwlegesvrije gemeente, leidt deze actie tot een toename van de bouw, een versterking van de lokale economie en een verbetering van de leefbaarheid. Financiering van het voorstel dient als zodanig uit de algemene middelen plaats te vinden, maar kan desgewenst ook met de middelen die uit de overige maatregelen van dit plan vrijkomen. Hierbij dient men te bedenken dat het om voorfinanciering gaat, gelet op de terugverdieneffecten bij andere belastingen, zodat deze voorfinanciering uit de algemene middelen in de rede ligt.
Samenvatting belastingplan VVD Maasgouw 2014 – 2018
Meer met minder De door de VVD voorgestelde belastingverlagingen worden gefinancierd door minder kosten te maken bij het heffen van belastingen. Voorts zijn er andere motieven om bepaalde belastingen niet meer te heffen, welke alles te maken hebben met het stimuleren van de lokale economie, de leefbaarheid voor inwoners en de bevordering van het toerisme. Het stimuleren van de bouwsector speelt een grote rol. Gelet op de structuurversterking die ermee behaald wordt is het belastingplan vooral een “unique selling point” in de promotie van onze gemeente. Het wordt fiscaal aantrekkelijker om in Maasgouw te wonen, werken, ondernemen, bouwen en recreëren. Dit is een belangrijk “concurrentievoordeel”. Het goed en actief uitdragen van deze boodschap kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de beoogde effecten van het belastingplan. Dit belastingplan van de VVD Maasgouw is een ware belastingherziening omdat het belastingpakket van Maasgouw flink op de schop wordt genomen. De volgende belastingen worden afgeschaft, waarvan de netto-opbrengst wordt omgebogen in een verhoging van de OZB: 1. 2. 3. 4.
Hondenbelasting Parkeerbelasting Leges voor identiteitskaarten Rioolrechten
Voordeel voor de belastingbetaler: € 236.708 jaarlijks. De lijkbezorgingsrechten worden ten gunste van de algemene belastingbetaler kostendekkend gemaakt. Voordeel: € 130.575 jaarlijks. De kleinste belastingsoort wordt gevormd door de marktgelden. Hier hoeven ambtenaren zich niet mee bezig te houden. Dit leidt tot een opbrengstderving van € 14.486 jaarlijks. De toeristenbelasting en de forensenbelasting worden afgeschaft. Dit leidt weliswaar tot een opbrengstenderving van netto € 201.814 toeristenbelasting en netto € 135.947 forensenbelasting, maar ook tot een te promoten fiscaal gastvrije gemeente Maasgouw. Meer toerisme versterkt de lokale economie en brengt een verbetering van de leefbaarheid mee. Financiering hiervan dient als zodanig uit de algemene middelen plaats te vinden, maar kan desgewenst ook met de middelen die uit de overige maatregelen van dit plan vrijkomen. De VVD is ervan overtuigd dat het afzien van de heffing van bouwleges tot een winwinsituatie leidt. Het is een unieke maatregel. Voor zover bekend is alleen de provincie Limburg voorgegaan met een “tax holiday voor de provinciale bouwleges (Amendement Meerts c.s.)” en zou de gemeente Hoorn voornemens zijn om tot een soortgelijke “tax holiday” te besluiten. Als de gemeente zorgt voor goed en actieve promotie van Maasgouw als een bouwlegesvrije gemeente, leidt deze actie tot een toename van de bouw, een versterking van de lokale economie en een verbetering van de leefbaarheid. Financiering van het voorstel, jaarlijks € 335.650) dient als zodanig uit de algemene middelen plaats te vinden, maar kan desgewenst ook met de middelen die uit de overige maatregelen van dit plan vrijkomen. Hierbij dient men te bedenken dat het om voorfinanciering gaat, gelet op de terugverdieneffecten bij andere belastingen, zodat deze voor financiering uit de algemene middelen in de rede ligt.