Behoort bij punt 5 van de agenda ste van de 251 vergadering van het bestuur d.d. 3 juni 2014
Jaarverslag 2013
Concept Jaarverslag MVO 2013
1
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Het Productschap 2. Ontwikkelingen in de sector 3. Inzet en resultaten per aandachtsgebied a. Duurzame ontwikkeling b. Voeding en gezondheid c. Voorlichting margarine, vetten en oliën d. Kwaliteit en voedselveiligheid e. Handelspolitiek en biotechnologie f. Arbeid en scholing g. Statistiek 4. Bestuur en organisatie a. Bestuur b. Code Goed Bestuur c. Financiering d. Externe financiële relaties e. Organisatie Bijlagen: 1. Overzicht verordeningen en besluiten 2. Financiën 3. Samenstelling Bestuur 4. Organisatiestructuur productschap 5. MVO-publicaties ultimo 2013 6. Afstemming en overleg
Voorwoord In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ dat op 29 oktober 2012 verscheen, stond het besluit dat de product- en bedrijfschappen (PBO) met ingang van 2014 zouden worden afgeschaft en dat een aantal noodzakelijk uit te voeren taken per 1 januari 2014 zouden worden overgenomen door het Ministerie van Economische Zaken. Einde oefening voor de productschappen. De MVO-sector is nog steeds van mening dat de opheffing van de PBO en daarmee van het Productschap MVO een weinig intelligente bestuursdaad van dit kabinet is. Samenwerking in de keten zoals die mede vorm kreeg binnen het Productschap MVO, heeft bijgedragen aan de sterke positie die het Nederlandse margarine-, vetten- en oliënbedrijfsleven in Europa en in de wereld heeft opgebouwd. Het jaar 2013 stond voornamelijk in het teken van de afbouw van het productschap en waar mogelijk overdracht van activiteiten en medewerkers. Met het einde van het Productschap MVO in zicht, zijn echter niet de taken en activiteiten verdwenen en was de vraag actueel hoe het MVO-bedrijfsleven de belangenbehartiging vanaf 2014 wilde organiseren. Het in het productschap samenwerkende bedrijfsleven besloot te bezien of er voldoende draagvlak was voor het opzetten van een private ketenorganisatie. Het bestuur besloot daarop, in de vergadering van 17 januari 2013, om volledige medewerking te verlenen aan de mogelijke realisering van een private organisatie. Dit omdat de opzet van een zodanige organisatie, die een groot pakket van de activiteiten van het productschap zou kunnen overnemen met het daarbij betrokken personeel, zou bijdragen aan de meest efficiënte wijze van beëindiging van de activiteiten van het Productschap MVO, èn omdat dit in het belang zou zijn van het grootste deel van het personeel van het productschap. Na een oriëntatiefase van enkele maanden in 2013 was het zeer verheugend te kunnen constateren dat een grote meerderheid van de bedrijven uit onze sector positief stond tegenover het opzetten van en de deelname aan een privaat georganiseerde ketenorganisatie MVO. Op 5 november 2013 werd deze private vereniging ‘MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten’ officieel opgericht. Eind 2013 zijn 50 bedrijven lid van deze nieuwe vereniging en is ruim 95 procent van alle handel en productie van oliën en vetten in Nederland hierin vertegenwoordigd. Een duidelijk signaal dat het bedrijfsleven de onderlinge verbondenheid binnen de sector in stand wil houden. Het is tevens verheugend dat is gekozen voor een ketenorganisatie, omdat daaruit kan worden afgeleid dat het bedrijfsleven tevreden is met wat het Productschap MVO heeft gedaan en de wijze waarop dat is gegaan. In de afgelopen decennia heeft het Productschap MVO zich samen met het bedrijfsleven ingezet voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Het is onze overtuiging dat een
Concept Jaarverslag MVO 2013
3
privaat georganiseerde ketenorganisatie goed is voor de MVO-sector en wij hopen dan ook dat zij de komende jaren in goede samenwerking met de sector en overige stakeholders deze lijn kan voortzetten. In 2013 heeft MVO een afbouwplan ontwikkeld dat regelmatig in verband met nieuwe ontwikkelingen moest worden bijgesteld. Medio 2013 werd duidelijk welke activiteiten konden worden overgedragen aan de overheid (ministeries van EZ en VWS) dan wel aan de Ketenorganisatie MVO en welke activiteiten moesten worden beëindigd. De overdracht van activiteiten naar de overheid was voor MVO zeer beperkt. Als productschap waren we verheugd dat het overgrote deel van de activiteiten inclusief de daarbij betrokken medewerkers (10 fte) konden worden overgedragen aan de Ketenorganisatie. Toch moesten we afscheid nemen van vier gewaardeerde collega’s. Op deze plek willen we alle medewerkers van het Productschap MVO nogmaals van harte bedanken voor hun jarenlange inzet en betrokkenheid. Zij hebben zich vele jaren en ook in woelige perioden met veel enthousiasme en loyaliteit ingezet en MVO gezicht gegeven. Tot slot willen wij het bedrijfsleven bedanken voor de goede en intensieve samenwerking en hun inzet om het gedachtengoed van het Productschap MVO voort te zetten binnen een privaat georganiseerde Ketenorganisatie. We wensen MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten veel succes toe. Mei 2014
Wim Oosterhuis Voorzitter
Frans Claassen Secretaris / directeur
1. Het productschap Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) is een publiekrechtelijk samenwerkingsverband van ondernemingen in de oliën- en vettensector en de daarin werkzame personen. Het productschap is ingesteld via de Wet op de bedrijfsorganisatie. De organisatie heeft daardoor een publiekrechtelijk karakter. Dit betekent dat het productschap activiteiten ontplooit die in het belang van de keten zijn én het algemeen belang dienen. Doelstelling, samenstelling en werkwijze zijn bij wet geregeld.
Visie 2011-2015 MVO heeft in 2010 een nieuwe visie op de toekomst ontwikkeld. Deze visie beslaat de periode 20112015 en geeft antwoord op fundamentele vragen als: Wat is de missie en wat zijn de kernwaarden van MVO? Hoe is de positie van het productschap ten opzichte van brancheorganisaties, vakbonden en externe stakeholders? Op welke aandachtsgebieden is MVO actief en met welke ambities? En tevens: op welke wijze wordt het bedrijfsleven betrokken bij de activiteiten en wat doet MVO voor de werknemers in de sector? Werkgeversorganisaties en vakbonden beslissen over het productschap. Daarom past het ook dat de Visie 2011-2015 in nauw overleg met de brancheorganisaties en individuele bedrijven, de vakbonden en de werkgroepen van MVO tot stand is gekomen. Voor uitgebreide informatie, de volledige tekst alsmede een handzame samenvatting van de Visie 2011-2015 kunt u terecht op de website: www.mvo.nl > Organisatie > Visie 2011-2015.
Missie Het productschap zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
Kernwaarden Bij het realiseren van onze visie zijn wij: Betrokken MVO zet zich in voor de gehele oliën- en vettenketen en biedt een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. Omgevingsbewust MVO werkt aan goede relaties met de (nationale) overheid, maatschappelijke organisaties, politiek, wetenschap, ketenpartijen en media. Dienstverlenend MVO biedt toegevoegde waarde aan bedrijven in de gehele oliën- en vettenketen gebaseerd op professionaliteit.
Positie MVO is door zijn positie als ketenorganisatie en publiekrechtelijke instantie de intermediair tussen bedrijven, werknemers en externe partijen. Wij zijn informatiebron, dienstverlener, coördinator, initiatiefnemer en aanjager.
Concept Jaarverslag MVO 2013
5
Het productschap is het verlengstuk van individuele bedrijven en brancheorganisaties en kan de door maatschappij en/of sector gewenste activiteiten en doelstellingen op een doelmatige wijze uitvoeren en nastreven. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen wat de prioriteiten zijn en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien.
Politiek besluit tot opheffing van de PBO Op 29 oktober 2012 bleek in het door VVD en PvdA gesloten regeerakkoord de passage opgenomen dat de product- en bedrijfschappen in 2014 dienen te worden opgeheven en dat de heffingen worden afgeschaft. Publieke taken die binnen de PBO worden uitgevoerd, dienen per 2014 te worden ondergebracht bij het Ministerie van Economische Zaken. Het Productschap MVO is er sindsdien van uitgegaan dat 2013 het laatste volledige jaar is waarin de PBO als zodanig bestaat en dat nadien naar andere, private organisatievormen zal dienen te worden gekeken voor de behartiging van de ketenbelangen van de oliën- en vettensector. In dat kader heeft het bestuur op 17 januari 2013 besloten om volledige medewerking te verlenen aan het streven van het betrokken bedrijfsleven om het grootste deel van de activiteiten van het Productschap MVO voort te zetten in een private MVOketenorganisatie. Het jaar 2013 stond dus voornamelijk in het teken van afbouw van het productschap en waar mogelijk het zorgvuldig overdragen van activiteiten naar een private organisatie of de overheid. Reorganisatie / Opheffing Productschap Na een reorganisatie te hebben doorgevoerd in 2012 (reductie van de formatie per 1 oktober 2012 met 22 procent; van 16,27 naar 12,73 fte) stond 2013 in het teken van het bijna volledig ontmantelen van de organisatie. Naast overdracht van activiteiten naar de private MVO Ketenorganisatie konden we gelukkig aan het einde van 2013 ook het overgrote deel (10fte) van de medewerkers overdragen aan deze nieuwe organisatie. Helaas werden we wel genoodzaakt om medio juli 2013 al afscheid te nemen van vier medewerkers. Drie van deze medewerkers hadden inmiddels een langjarige werkrelatie met het productschap opgebouwd.
Concept Jaarverslag MVO 2013
6
Taken Wat doet het Productschap MVO voor de sector en voor de maatschappij: Platform Wij brengen partijen uit de gehele MVO-keten samen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. De sector (werkgevers en werknemers) beslist zelf over de prioriteiten en activiteiten van het productschap. Door samen op te trekken werkt de sector effectief en efficiënt. Belangenbehartiging Wij behartigen het sectorbelang en treden op als woordvoerder bij sectorbrede thema’s en activiteiten. Bij onderwerpen als gezondheidsclaims, duurzaamheid van de productie van palmolie of soja, genetische modificatie, handelspolitiek, kwaliteit en voedselveiligheid, ‘vet-tax’, et cetera, treden wij namens de sector op als woordvoerder en gaan wij de dialoog aan met ketenpartijen, overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, wetenschap, onderwijs en media. Zelfregulering Wij realiseren doelstellingen die de hele keten aangaan en niet alleen het bedrijfs- of sectorbelang maar ook het algemeen belang dienen. Wij zijn overtuigd van de kracht van zelfregulering voor het realiseren van strategische (maatschappelijke) doelen. Op het gebied van bijvoorbeeld duurzame grondstoffenvoorziening, energiebesparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding heeft zelfregulering haar waarde bewezen. Het belang van zelfregulering wordt de komende periode groter als de overheid zich mede als gevolg van bezuinigingen verder terugtrekt. Kennis Wij fungeren als bron van betrouwbare en genuanceerde informatie en analyseren en delen onze kennis actief met de sector (bedrijven en medewerkers). Kennis is de basis van onze activiteiten. Wij zijn het kenniscentrum van de sector en namens de sector leggen wij verantwoording af over producten, productiewijzen, ontwikkelingen, prioriteiten, visies en standpunten.
Structuur Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en de hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het dagelijks bestuur beheert het vermogen en de inkomsten en uitgaven van het productschap. Werkgroepen De werkgroepen rapporteren over voortgang en resultaten aan het bestuur. Naast regulier overleg in werkgroepen is er overleg over actuele onderwerpen.
Concept Jaarverslag MVO 2013
7
Afstemming Onderwerpen als voedselveiligheid, duurzame ontwikkeling, handelspolitiek en gezondheid vragen een internationale aanpak. Dat gebeurt in overleg met verschillende internationale / Europese brancheorganisaties (FEDIOL, IMACE, EFPRA, RSPO, RTRS). Strategische sessie De strategische sessies met bedrijven en vakbonden creëren betrokkenheid van alle ondernemingen bij het beleid en de activiteiten van MVO en versterken de gezamenlijke visie op de toekomst.
Communicatie en woordvoering De communicatie- en woordvoerderfuncties worden uitgevoerd door het Productschap MVO en het Voorlichtingsbureau MVO. Het versterken van het imago van de oliën- en vettensector is daarbij voor beide organisaties het uitgangspunt. Het productschap richt zich daarbij op ketenpartijen, overheden, politiek, media, maatschappelijke organisaties en wetenschap. Het voorlichtingsbureau heeft als doelgroepen: voedingsvoorlichters, medewerkers (jeugd)gezondheidszorg, onderwijs, horeca, retail en media. Het voorlichtingsbureau is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur. De kosten worden gedekt door het productschap en de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF).
Thema’s, ambities en activiteiten De Nederlandse MVO-sector is agendazettend op het gebied van duurzame ontwikkeling Het productschap ondersteunt de oliën- en vettensector bij het streven naar duurzame grondstoffen, productiewijzen en producten. We dragen bij aan concrete resultaten op het gebied van energiebesparing en verkleining van de ecologische voetafdruk. We zetten ons ervoor in dat bij- en restproducten uit de sector hoogwaardig worden ingezet en toegepast. De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld Bij de moderne biotechnologie is het streven van het productschap gericht op een snellere toelating van veilig bevonden ggo’s in Europa. Alleen als de procedures in de Europese Unie in hetzelfde tempo worden doorlopen als elders, kan een ongestoorde invoerstroom van grondstoffen ook op termijn worden gegarandeerd. Overheid, politiek en publiek zullen op transparante wijze over ggo’s worden geïnformeerd.
Concept Jaarverslag MVO 2013
8
Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding Het productschap zet zich in voor een verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding. We behartigen de belangen van de sector door ruimte te creëren voor productinnovaties. We volgen de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van voeding en gezondheid nauwgezet en communiceren met betrokken stakeholders over ontwikkelingen. Werknemers zijn goed opgeleid en vinden de MVO-sector een interessante sector om in te werken MVO neemt deel aan het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding en werkt met andere productschappen en vakbonden samen in het project Verankering Arbeid. Het productschap breidt het online kenniscentrum over oliën en vetten naar behoefte uit, verzorgt cursussen en seminars, en zet zich in voor een structurele versterking van de banden tussen MVO-bedrijven en kennisinstellingen. Een transparante sector die kwaliteit en voedselveiligheid goed heeft geborgd Op Europees niveau moeten goede systemen worden ontwikkeld en gehandhaafd die voedsel- en diervoederveiligheid garanderen. Het productschap treedt namens de oliën- en vettenketen op als belangenbehartiger in het overleg met overheden, brancheorganisaties en maatschappelijke groeperingen, en als coördinatiecentrum in het geval zich crises voordoen. Voor de verschillende plantaardige en dierlijke producten ontwikkelen en onderhouden we sectorale risicoanalyses. Het productschap is het kenniscentrum voor oliën en vetten MVO volgt de marktontwikkelingen op de voet en houdt de vinger aan de pols op het gebied van handelspolitieke afspraken. Als kenniscentrum verzamelt en deelt het productschap informatie over de sector (internationale handel, productie, consumptie). Het productschap is goed geïnformeerd over de kansen en bedreigingen van de Biobased Economy waardoor de sector zich kan voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen.
Verantwoording Het productschap legt als publiekrechtelijke organisatie verantwoording af aan de SociaalEconomische Raad (SER) en aan de rijksoverheid. Code Goed Bestuur Het Productschap MVO onderschrijft de Code Goed Bestuur. De Code vraagt van de bestuursleden en van de ondernemers- en werknemersorganisaties die bestuursleden mogen benoemen een bepaalde houding en transparantie ten aanzien van een aantal in de Code genoemde principes (o.a. benoemingsproces, taken en verantwoordelijkheden, integriteit en persoonlijke unies, besluitvorming, toezicht en verantwoording). De uitvoering en naleving van de Code is een verantwoordelijkheid van het bestuur. In Hoofdstuk 4, Bestuur en Organisatie, leggen wij verantwoording af over de naleving van de Code.
Concept Jaarverslag MVO 2013
9
2. Ontwikkelingen in de sector Importhandel oliën en vetten laat flinke stijging zien, uitvoer blijft achter Als de Nederlandse invoer van oliën- en vettenproducten een betrouwbare indicatie vormt voor het economisch reilen en zeilen van de MVO-sector, is 2013 positief te noemen. De invoer is uitgekomen op 11,8 miljoen ton tegen 10,7 miljoen ton in 2012. De uitvoer stijgt van 5,6 miljoen ton in 2012 naar 6,0 miljoen ton door vooral meer uitvoer van oliezaden. De uitvoer op vet-/oliebasis (oliezaden en producten worden gecorrigeerd voor het oliepercentage) is evenwel gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Als gevolg van een daling van de wereldmarktprijzen in 2013 van zowel de oliehoudende zaden als de plantaardige en dierlijke oliën en vetten is de invoerwaarde met 7,7 procent gedaald tot € 7,0 miljard; de uitvoerwaarde daalde met 10 procent tot € 4,7 miljard in 2013. Bij de uitvoer is er alleen sprake van een stijging bij de groepen oliezaden en vetzuren, de overige groepen gaven een daling te zien. De uitvoer van oliezaden steeg van 1,41 miljoen ton naar 1,97 miljoen ton, een stijging die vooral door de export van sojabonen en in mindere mate van kool-/raapzaad wordt veroorzaakt. De stijging in de vetzurengroep (526.000 ton tegen 497.000 ton) wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename bij de industriële vetzuren. Bij de uitvoer van plantaardige oliën en vetten is er alleen een stijging te zien bij de uitvoer van zonnebloemolie en palmolie. Bij alle andere plantaardige oliesoorten was er sprake van een daling, met als gevolg dat de totale uitvoer van plantaardige oliën 149.000 ton achterbleef bij 2012 en uitkomt op 2,72 miljoen ton in 2013. Bij de groep dierlijke vetten en visolie blijft de uitvoer van alle soorten achter bij 2012 met uitzondering van de uitvoer van vetmengsels dierlijk of dierlijk/plantaardig. Onder deze vetmengsels vallen de afgewerkte frituurvetten en destructievetten die veelal worden ingezet als biobrandstof. Er worden minder margarines, halvarines en mayonaises geëxporteerd, wel gaan er meer spijsvetten de grens over maar dat is niet genoeg om de daling elders te compenseren. De export van eetbare vet-/olieproducten is hierdoor teruggelopen van 514.000 naar 488.000 ton. Aan de importkant valt op dat er per saldo meer oliezaden zijn ingevoerd, 6,15 tegen 5,44 miljoen ton. Er zijn meer sojabonen, raapzaad en zonnebloempitten ingevoerd en minder grondnoten. De invoer van plantaardige oliën en vetten komt uit op 4,35 miljoen ton (in 2012 nog 4,14 miljoen ton). Hier kan bij elk product een stijging worden opgetekend, behalve bij de categorie ‘overige’. De groep dierlijke vetten en visolie blijft qua import 3,8 procent achter bij 2012 als gevolg van minder invoer van gesmolten varkensvet en visolie. Aan eetbare vet/olieproducten werd 147.000 ton geïmporteerd tegen 148.000 ton in 2012. Er kwam meer margarine en halvarine ons land in, terwijl de invoer van mayonaise en lecithine terugliep. De invoer van spijsvetten bleef vrijwel gelijk. De import van vetzuren en bijproducten laat een enorme toename zien, en wel van 392.000 ton in 2012 tot 558.000 ton in 2013. Deze ontwikkeling komt vrijwel geheel op het conto van de industriële vetzuren.
Concept Jaarverslag MVO 2013
10
3. Inzet en resultaten per aandachtsgebied a. Duurzame Ontwikkeling Focus 2013 Het versterken van de vraag naar duurzame palmolie door het ontwikkelen en uitvoeren van actieplannen en rapportages via de Task Force Duurzame Palmolie. Het benaderen van partijen om zich aan te sluiten bij de Task Force Duurzame Palmolie. Het bevorderen van eenheid en synergie in het steeds breder wordende speelveld van duurzaamheidsstandaarden voor soja en palmolie voor food, feed en fuel. De voor de MVO-sector ontwikkelde Routekaart energie-efficiency 2020 uitdragen binnen de sector en concrete invulling geven aan follow-up activiteiten.
Duurzame grondstofvoorziening Doelstelling: Het bevorderen van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen. Het uiteindelijke doel is om in 2015 te komen tot het gebruik van enkel duurzame grondstoffen. Afstemming: • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • MVO Werkgroep Duurzame palmolie • Ad hoc werkgroep soja Nieuwsbrief: • Sustainable Agriculture • Vette Feiten 1. Palmolie Focus in 2013: • Het versterken van de vraag naar duurzame palmolie door het ontwikkelen en uitvoeren van actieplannen en rapportages via de Task Force Duurzame Palmolie. • Het benaderen van andere partijen die palmolie gebruiken/verwerken om zich aan te sluiten bij de Task Force. • Het bevorderen van eenheid en synergie in het steeds breder wordende speelveld van duurzaamheidsstandaarden voor palmolie voor food, feed en fuel. Resultaten van uitgevoerde activiteiten Task Force Duurzame Palmolie In 2013 heeft MVO zijn activiteiten, ook als voorzitter en secretariaat, binnen de Task Force Duurzame Palmolie voortgezet met als doel het stimuleren van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde palmolie. MVO heeft samen met de betrokken brancheorganisaties (Vernof, BNMF, VBZ, VAVI, CBL, Nevedi, AKSV en FNLI) gewerkt aan de uitvoering en doelstellingen zoals verwoord in het actieprogramma. MVO heeft actief gewerkt aan het faciliteren, begeleiden en ondersteunen van deelnemers bij de uitvoering van de respectieve actieprogramma’s en bij het opstellen van nieuwe actieprogramma’s. MVO heeft voorlichting gegeven over omschakeling naar duurzame palmolie bij specifieke branchebijeenkomsten en geholpen bij het ontwikkelen van communicatiemateriaal. Concept Jaarverslag MVO 2011
11
Daarnaast zijn er andere brancheorganisaties benaderd om deel te nemen aan de Task Force. Zo is o.a. gesproken met de Nederlandse fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (Nebafa), de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ), de Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV), de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca), de Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemersvereniging (NBOV), de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) en Greenkey, het duurzaamheidslabel voor hotels en congrescentra. Verder heeft MVO zich sterk gemaakt voor duurzame palmolie in de internationale context. Ook dit is geheel in lijn met duurzame ontwikkeling als zodanig. In navolging van de Nederlandse Task Force zijn er ook in andere Europese lidstaten nationale initiatieven om te komen tot duurzame palmolie in opkomst of ontwikkeld. Met name het Belgische initiatief Belgium Alliance for Sustainable Palm Oil (BASP) en de French Alliance for Sustainable Palm Oil zijn met raad en daad bijgestaan door MVO. Daarnaast is er advies gegeven aan DEFRA (UK) en zijn er initiële contacten geweest met de Swedish Food Industry Association. Tweede jaarrapportage (2012) Task Force Duurzame Palmolie In april 2013 is het tweede jaarrapport van de Task Force Duurzame Palmolie (betrekking hebbend op 2012) uitgebracht. In dit verslag wordt melding gemaakt van de stappen die zijn ondernomen om te komen tot de doelstelling: ‘100% Duurzame palmolie: de norm in 2015’. Uit het rapport blijkt dat in 2012 41 procent van de palmolie en palmpitolie die is ingezet in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie, duurzaam is geweest. Verder is er per deelnemende partij aan de Task Force een overzicht opgenomen waarin de ondernomen activiteiten, resultaten en plannen voor 2013 zijn gepresenteerd. Task Force Duurzame Palmolie Award In 2012 is de Duurzame Palmolie Award door de Task Force in het leven geroepen. Deze prijs is bedoeld om erkenning te geven aan bedrijven die zich (op een speciale manier) hebben ingezet voor duurzame palmolie. In 2013 is de Duurzame Palmolie Award toegekend aan Unilever. Unilever koopt wereldwijd ongeveer 1,4 miljoen ton palmolie en 0,2 miljoen ton palmpitolie per jaar. Eind 2012 heeft het bedrijf de doelstelling van 100 procent duurzaam gecertificeerde palmolie gehaald. Dit is drie jaar eerder dan toegezegd. Unilever heeft in 2012 een nieuwe doelstelling gepresenteerd: tegen 2020 wordt alle palmolie betrokken uit gecertificeerde, traceerbare bronnen. RSPO Als duurzaamheids- en certificeringsschema is de RSPO succesvol. Ook in 2013 is de productie van duurzaam gecertificeerde RSPO-palmolie toegenomen. De gecertificeerde productiecapaciteit is inmiddels gegroeid tot meer dan 10 miljoen ton per jaar of ruim 18 procent van de wereldproductie. Evenals vorige jaren blijft echter de totale vraag nog steeds achter. In 2013 werd iets meer dan de helft als duurzame CSPO (Certified Sustainable Palm Oil) verkocht. MVO is actief binnen RSPO, ook binnen de twee Standing Committees ‘Trade and Traceability’ en ‘Claims and Communications’. Binnen deze commissies worden alle mogelijke zaken behandeld die een barrière kunnen vormen om te komen tot duurzame RSPO-gecertificeerde palmolie (in de gehele keten). Vanaf 2013 heeft MVO het voorzitterschap van het T&T SC. Informatievoorziening / nieuwsbrief De MVO Newsletter Sustainable Agriculture is in 2013 zes keer verschenen. In de nieuwsbrief zijn actualiteiten opgenomen over RSPO, RTRS en duurzaamheidsinitiatieven van bedrijven. ‘Vette Feiten’ is drie keer verschenen met daarin nieuwsitems op het gebied van duurzaamheid en voeding & gezondheid. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
Concept Jaarverslag MVO 2013
12
Eind 2013 zijn alle activiteiten op het werkgebied van duurzame ontwikkeling overgedragen aan MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten. Het productschap is verheugd dat de Ketenorganisatie het initiatief van de Task Force Duurzame Palmolie overneemt en tevens het voorzitterschap hiervan op zich neemt. Dit geldt tevens voor de andere activiteiten op het gebied van duurzame palmolie. 2. Soja Focus in 2013 • Concretisering van de ambities voor de aankoop van verantwoorde soja van het Nederlandse bedrijfsleven zoals afgesproken binnen de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja. • Speciale aandacht voor de problematiek van de ‘competing schemes’. MVO is voorstander van een internationaal breed gedragen duurzaamheidsstandaard voor food, feed en fuel en zet zich in voor het naar elkaar toe laten groeien van diverse standaarden. • Continuering van de dialoog met maatschappelijke organisaties en overheden en verzorging van een goede informatievoorziening richting media en politiek, als lid van de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja en als belangenbehartiger van de Nederlandse gebruikers en verwerkers van sojaolie. • Stimulering van producenten richting verantwoorde sojateelt. Resultaten van uitgevoerde activiteiten RTRS In 2011 is de eerste RTRS-gecertificeerde soja beschikbaar gekomen. Mede in samenwerking met de Stichting Ketentransitie is het internationale draagvlak voor de RTRS versterkt. In 2013 heeft MVO het jaarlijkse congres van de RTRS, de RT8, in Beijing bijgewoond. Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja Bedrijven in de sojaketen hebben hun krachten gebundeld om binnen vier jaar over te schakelen op 100 procent verantwoorde soja binnen de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja. Deze werkt aan het streven om in 2015 100 procent verantwoorde soja aan te wenden voor de productie van vlees, zuivel, eieren en andere levensmiddelen in Nederland. Verantwoorde soja is RTRS-gecertificeerd of gelijkwaardig. De stichting coördineert de aankoop van verantwoorde soja voor de diervoeder- en levensmiddelenindustrie. Bij de start is afgesproken om de komende jaren steeds grotere volumes verantwoord geteelde soja aan te kopen. In 2015 moet 100 procent van de aangekochte soja voor de Nederlandse markt verantwoord geproduceerd zijn. De bij het plan betrokken organisaties zijn Nevedi, het Initiatief Duurzame Handel (IDH), Friesland Campina, de Centrale Organisatie voor de Vleessector, Albert Heijn, C1000, Jumbo, Lidl, Superunie, LTO Nederland, het Productschap Pluimvee en Eieren en het Productschap Margarine, Vetten en Oliën. Het plan wordt ondersteund door het Wereld Natuur Fonds, Natuur & Milieu en Solidaridad. MVO neemt actief deel in de discussies en onderhandelingen om te komen tot duurzame soja. Hierbij is er voor MVO speciale focus op het deel sojaolie. Dit is slechts een klein volume ten opzichte van het sojameelvolume dat wordt gebruikt in de veevoerindustrie. MVO participeert in de stuurgroep, projectgroep en inkoopgroep van de Stichting Ketentransitie. Het proces om te komen tot een duurzame sojaketen verloopt moeizaam. Het probleem hierbij zit aan de vraag- en aan de productiekant. Wat de vraagkant betreft wil de Stichting een stap zetten en is daarvoor een benchmark-proces begonnen. Hierbij is een aantal (duurzaamheids)schema’s vergeleken met de RTRS-standaard. Deze benchmark is nu afgerond en heeft geresulteerd in een vergelijk waarbij voor elk schema is aangegeven hoeveel procent er in compliance of gedeeltelijk in compliance is. Met deze benchmark-resultaten zijn en worden nu de betrokken leveranciers benaderd met de vraag of zij zich in deze resultaten kunnen vinden en hoe er (gezamenlijk) kan worden gewerkt naar een grotere compliance.
Concept Jaarverslag MVO 2013
13
Als MVO denken we dat dit een juiste manier kan zijn om het proces van verantwoorde soja (weer) los te trekken. Het biedt de mogelijkheid om naar een ‘getrapt model’ te gaan waarbij de RTRS-standaard de ‘stip aan de horizon’ is. Tevens hebben we gesproken met de RTRS en hun geadviseerd het ‘getrapte model’ te accepteren zodat ook andere schema’s kunnen worden geaccepteerd en het volume/aanbod van duurzame soja kan worden vergroot. De RTRS is zich nu aan het bezinnen op de toekomst en zal het idee van een getrapt model bestuderen. Ondertussen heeft de Stichting nog steeds haar doelstelling om in 2015 100 procent verantwoorde soja te sourcen. Hiervoor is nu het proces gestart om te kijken in hoeverre er nu sprake is van equivalentie met de andere schema’s (getrapt model). Naar het zich laat aanzien komen op deze manier en hopelijk ook al in 2014 andere schema’s in aanmerking voor de Stichting ‘op weg naar de RTRS-standaard’. Zoals eerder gezegd wordt voor sojaolie het spoor van de diervoedersector gevolgd. Dit mogelijk getrapte model zal dan ook voor sojaolie gelden. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid •
Eind 2013 heeft het productschap de activiteiten op het vlak van verduurzaming van de soja overgedragen aan de Ketenorganisatie. In 2014 zullen in goed overleg met de Ketenorganisatie afspraken worden gemaakt over overdracht van de aangegane verplichtingen in dit kader.
3. Raap- en zonnebloemolie Resultaten van uitgevoerde activiteiten Gezien de afbouw van de activiteiten van het productschap zijn er in 2013 geen initiatieven op dit vlak ontplooid.
Duurzame bedrijfsvoering Doelstelling • Ondersteunen van de sector bij het verbeteren van de energie-efficiency en communiceren over de duurzaamheidsaanpak van de MVO-sector in de keten. • Ontwikkelen en ondersteunen bij de uitvoering van een MVO-routekaart die o.a. de kansen en innovaties van de Biobased Economy in kaart brengt. Afstemming • Werkgroep Duurzame Ontwikkeling • Werkgroep Energiebesparing Nieuwsbrief • Biobrandstoffen • Energie en Milieu Focus in 2013 • 30 Procent energie-efficiencyverbetering in de periode 2005-2020 (MJA3) • Opstellen Meerjarenplan Energie-efficiencyverbetering (MJP MJA3) • Inbrengen duurzaamheidsstandpunten MVO-sector binnen de Commissie Corbey. Resultaten van uitgevoerde activiteiten MJA3 - Routekaart In april heeft de MVO-industrie de MVO-Routekaart gepubliceerd. De MVO-Routekaart geeft invulling aan de derde Meerjarenafspraak energie-efficiëntie (MJA3). De MVO-Routekaart is in samenwerking met
Concept Jaarverslag MVO 2013
14
de bedrijven in de sector opgesteld, voortbouwend op de Voorstudie uit 2010. De doelstelling van een Routekaart is 30 procent energie-efficiëntieverbetering in 2020 ten opzichte van 2005, met een werkhypothese van 50 procent energie-efficiëntieverbetering in 2030. Met de in de Routekaart benoemde innovaties en innovatietrajecten kan de sector tot 2030 ongeveer 23 procent (2,0 PJ) toevoegen. Een veelvoud aan energiebesparing kan echter worden behaald door in de chemie grondstoffen op basis van fossiele oliën te vervangen door producten uit de MVO-sector op basis van biomassa. Procesverbetering en ‘Biobased’ producten zijn door het MVO-bedrijfsleven aangemerkt als de sleutel tot het realiseren van 50 procent energiebesparing in 2030. Om meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden van oliën en vetten voor technische toepassingen heeft MVO in september een presentatie verzorgd op het symposium van de Biobased Delta. Voor een publiek van potentieel nieuwe afnemers zijn oliën en vetten gepresenteerd als goede vervangers c.q. grondstoffen voor diverse chemicaliën en materialen. Voorbeelden daarvan zijn plastics, weekmakers, smeermiddelen en verven. Bovendien worden steeds nieuwe producten en toepassingen ontwikkeld in samenwerking met kennisinstellingen en ketenpartners. De MVO-sector wordt meer en meer een partner van de chemische industrie. MJA algemeen De monitoring van 2013, over 2012, laat zien dat de Nederlandse oliën- en vettensector in 2012 9,2 PJ aan energie heeft gebruikt. Dit is ongeveer 18 procent meer dan in 2011 toen het energiegebruik 7.878 TJ bedroeg. Het verschil in energiegebruik tussen 2011 en 2012 (+1.414 TJ) wordt voor een belangrijk deel verklaard door wijzigingen qua deelnemende bedrijven (een uittreder en een toetreder). Na vier jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 513 TJ. Hiermee is slechts 46 procent van de MJP-doelstelling voor de MJA-periode 2009-2012 gerealiseerd. Het achterblijven van de realisatie van de plannen wordt vooral veroorzaakt door het niet realiseren van maatregelen gericht op verbeteren van de procesefficiency. Van de geplande 934 TJ procesefficiency is ongeveer de helft (482 TJ) gehaald. Daarnaast is van de beoogde 149 TJ duurzame energie een kwart (38 TJ) gehaald. De belangrijkste redenen voor het (nog) niet uitvoeren van maatregelen zijn de gewijzigde marktomstandigheden en vertragingen in aanpassingen van een fabriek. Enkele maatregelen die niet zijn uitgevoerd, worden doorgeschoven naar de volgende MJA-periode en komen terug in de Energie-efficiencyplannen voor 2013-2016. Opstellen Meerjarenplan MVO-sector Het afgelopen jaar heeft het Productschap MVO het Meerjarenplan (MJP) voor de periode 2013-2016 opgesteld. In totaal nemen 18 bedrijven deel aan de MJA3 2013-2016. Het MJP is een optelsom van de Energie-efficiencyplannen (EEP’s) van de individuele bedrijven die deelnemen aan de MJA. De EEP’s schetsen de zekere en voorwaardelijke energie-efficiencymaatregelen die bedrijven kunnen nemen in de periode 2013-2016. Het MJP bevat bovendien de activiteiten die MVO ontplooit om er gezamenlijk aan te werken. De geraamde investeringen die nodig zijn om de geplande maatregelen te realiseren, bedragen meer dan 50 miljoen euro over de periode 2013-2016. Dit bedrag zal vermoedelijk nog hoger uitvallen omdat nog niet alle investeringen konden worden gekwantificeerd. De verwachting bestaat dat door de gezamenlijke inspanning van de MVO-bedrijven, de ondersteuning door de overheid en de faciliterende rol van het Productschap MVO de voorziene energie-efficiencyverbetering van 20,3 procent daadwerkelijk kan worden gehaald. Watertool en waterbenchmark Eind 2012 ontvingen alle MVO-bedrijven die deelnemen aan de MJA de MVO-watertool. Begin 2013 zijn de resultaten van de waterbenchmark teruggekoppeld naar de bedrijven. Gecombineerd met de watertool geven de gegevens uit de benchmark een waardevol gereedschap om de waterbehandeling te verbeteren en de kosten te minimaliseren. Uit de analyse van de benchmark blijkt dat MVO-bedrijven verschillende soorten water gebruiken uiteenlopend van drinkwater tot grond- en oppervlaktewater. Ook de wijzen van behandeling voor gebruik en toepassing lopen nogal uiteen. Het is lastig om een grootste Concept Jaarverslag MVO 2013
15
gemene deler te vinden. Over het algemeen hebben de bedrijven beperkt inzicht in de kosten. Hoewel individuele bedrijven kosten kunnen besparen, staan over het algemeen de kosten van waterbehandeling niet in verhouding tot de kosten van energieverbruik. Besloten is om vooralsnog op het onderdeel water geen aanvullende gemeenschappelijke activiteiten te ontplooien. Techno project solvent recovery In het kader van scheidingstechnologie zijn twee MVO-bedrijven betrokken bij het Techno project solvent recovery. Het project met een budget van € 50.000,- wordt gefinancierd door NL GUTS, platform van gebruikers van scheidingstechnologie, dat een ticket heeft gekocht bij ISPT (Institute for Seperation Process Technology). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Membraan Applicatie Centrum Twente (MACT) in samenwerking met membraanleverancier Solsep. Het project is in mei 2013 gestart. De resultaten worden verwacht in 2014. Commissie Corbey MVO neemt deel aan de Commissie Corbey die aan de regering advies uitbrengt over de wijze waarop duurzaamheid van de grondstoffen voor biobased producten kan worden gegarandeerd. MVO zet zich ervoor in dat de criteria aansluiten bij de duurzaamheidssystemen die in de MVO-sector internationaal worden gehanteerd. MVO heeft gepleit voor gebruik van bijproducten en afvalstoffen en voor de erkenning van vrijwillige internationale certificatiesystemen (zoals RSPO en RTRS). MVO pleit bovendien voor een systeem waarbij efficiency en duurzaamheid van de landbouw, ongeacht de toepassing van het gewas, worden gestimuleerd. MVO zet zich verder in voor een zo eenvoudig mogelijk systeem voor de rapportage over broeikasgasemissie. Biosmeermiddelen De website www.biosmeermiddelen.nl is een door MVO ontwikkelde website met informatie over smeermiddelen en hydraulische oliën die minder toxisch en beter biologisch afbreekbaar zijn dan producten op basis van minerale grondstoffen. In 2013 is de gehele website vertaald in het Engels. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid • De activiteiten in het kader van de MJA-3 zijn eind 2013 overgedragen aan de Ketenorganisatie MVO.
b. Voeding & Gezondheid Doelstelling Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding. Afstemming • Werkgroep Voeding en Gezondheid Nieuwsbrief • Voeding en Gezondheid • Vette Feiten Focus in 2013 • Het creëren van voldoende ruimte binnen wetgeving en beleid op het gebied van vetten en gezondheid en het gebruik van in vet oplosbare vitamines. • Eenduidige communicatie over oliën en vetten en hun effecten op de gezondheid. • Het verder verbeteren van de vetzuursamenstelling van de voeding. Concept Jaarverslag MVO 2013
16
Resultaten van uitgevoerde activiteiten: Communicatieprogramma over palmolie Binnen verschillende Europese lidstaten was er in 2013 een groeiende belangstelling in en discussie over de gezondheidsaspecten van palmolie (naast de discussie over de milieuaspecten van palmolie). Dit heeft o.a. te maken met de EU-ontwikkelingen m.b.t. de verplichte vermelding van de soorten oliën en vetten vanaf december 2014 op de voedingsmiddelenetiketten. Binnen Europa verschijnen steeds meer producten die claimen palmolievrij te zijn (bijvoorbeeld in Frankrijk Delhaize chocopasta met claim ‘Sans Huile de Palme’). Dergelijke claims werken stigmatiserend en suggereren onterecht een ongunstig effect. MVO volgt deze ‘trend’ nauwgezet en heeft in 2013 deelgenomen aan het gremium European Palm Oil Alliance. Netwerk Herformulering Productaanbod MVO heeft in het kader van het Netwerk Herformulering Productaanbod (NHP) in 2013 gemonitord of er in 2012 voortgang is gemaakt in de realisatie van de doelstellingen zoals vastgesteld in het gezamenlijke actieprogramma van de BNMF en MVO. Uit de monitoringscijfers blijkt dat consumenten steeds vaker voor vloeibare en dus gezonde vetten kiezen. Zo is inmiddels 85 procent van de frituurvetten in de horeca vloeibaar. Ook het aandeel vloeibaar bij de bak- en braadproducten is in 2012 verder gestegen. Dit draagt bij aan de beleidsdoelstelling van MVO om de aandelen vloeibare frituurvetten (in horeca en retail) en vloeibare bak- en braadproducten te handhaven en om de inname van verzadigd vet verder te verlagen. De resultaten zijn gecommuniceerd in een bijeenkomst van het netwerk. Ook zijn de uitkomsten van de monitoring in een brief naar de voorzitster van de Vaste Kamercommissie VWS, mevrouw H. Neppérus, gestuurd in verband met een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer over preventiebeleid waar de voortgang van de reductie van verzadigd vet in levensmiddelen aan bod kwam. VWS heeft recent aangegeven in het kader van het Nationaal Programma Preventie binnen twee maanden nieuwe afspraken te willen maken over het doorvoeren van productverbeteringen. Herformuleringstraject VBZ/CBL De VBZ en het CBL zijn – onder druk van VWS en het Voedingscentrum – in 2013 begonnen met het ontwikkelen van een aanpak voor de verlaging van in de eerste plaats het verzadigd-vetgehalte en in de tweede plaats het zoutgehalte in koek en banket. Het doel is om per specifieke productcategorie een maximumnorm vast te stellen die de supermarktinkoper gaat hanteren in de inkoopspecificatie. Producten die niet aan de norm voldoen, kunnen moeilijker in het assortiment worden opgenomen. VBZ en CBL hebben de oliën- en vettenleveranciers (vooral de productontwikkelaars) gevraagd in een later stadium te gaan deelnemen aan dit traject, om zodoende te bepalen wat wel of niet mogelijk is. MVO en de BNMF willen nauw betrokken zijn bij dit project om te voorkomen dat er onrealistische afspraken worden gemaakt. Voorwaarde voor MVO is wel dat de NZO bij dit herformuleringstraject een reële bijdrage levert (roomboter bevat immers veel verzadigd vet). www.vettefeiten.nl De website www.vettefeiten.nl geeft voorlichting aan retail en voedingsmiddelenindustrie over het belang van vetten in een gezonde voeding. Het hoofddoel is het verbeteren van de kennis over vetten bij voedingsmiddelenindustrie en retail. Dit betekent o.a. dat de voedingsmiddelenindustrie wordt geïnformeerd over mogelijkheden ter verbetering van de vetzuursamenstelling en over het gebruik van duurzame grondstoffen. De bestaande samenwerking met de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie), die een online zichtboek uitgeeft met cases over herformulering van producten, is voortgezet. Verder werd de nieuwsbrief Vette Feiten in samenwerking met de Task Forces Duurzame Palmolie en Duurzame Soja uitgebracht. Met deze nieuwsbrief worden ruim 500 lezers bereikt. Concept Jaarverslag MVO 2013
17
Wetgeving MVO heeft de achterban en relevante stakeholders (waaronder de overheid) geïnformeerd over nieuwe wetgeving en de implicaties hiervan voor de MVO-sector met betrekking tot o.a.: 1. Ontwikkelingen rond de claimswetgeving. 2. Ontwikkelingen rond de Verordening voedselinformatie aan consumenten. • Herkomstetikettering Vóór eind 2013 moest de Europese Commissie (EC) een impact assessment afronden over hoe de verplichte informatie over de herkomst/oorsprong van het primaire ingrediënt moet worden vermeld als de herkomst/oorsprong van het primaire ingrediënt anders is dan die van het eindproduct. De EC heeft aangegeven de deadline van eind 2013 niet te halen en komt hier begin 2014 op terug. VWS heeft aangegeven voorstander te zijn van de eenvoudigste vorm van herkomstetikettering. MVO volgt deze impact assessment nauwgezet o.a. omdat precedentwerking naar een eventuele verplichte herkomstetikettering voor de hand ligt. Vóór eind 2014 volgt een impact assessment over de noodzaak, uitvoerbaarheid, kosten en baten van verplichte declaratie van de herkomst van primaire ingrediënten en producten met maar één ingrediënt. MVO zal samen met de nationale en Europese brancheorganisaties de belangen hierin van de sector behartigen. •
Transvetzuren In het kader van het onderzoek van de EC naar mogelijke maatregelen rond transvetzuren heeft de Commissie aangegeven dat er eind 2014 een rapport zal verschijnen over de aanwezigheid van transvetzuren in levensmiddelen en in de totale voeding. Op basis van dit rapport zegt de EC te willen beoordelen of de consument voldoende keuzes heeft voor gezondere voeding en of er voldoende informatie hierover voorhanden is. Eventueel kan de Commissie op basis van het rapport maatregelen voor transvetzuren opstellen. MVO heeft dit onderzoek in 2013 nauwgezet gevolgd en verschaft samen met de brancheorganisaties BNMF, Fediol en Imace relevante (inter)nationale gegevens aan de overheden over de huidige stand van zaken op het gebied van transvetzuren in de voeding. 3. Ontwikkelingen m.b.t. de wetgeving rond additieven en aroma’s. 4. Belasting op voeding. Het verhogen van belasting op ‘ongezonde’ voeding is al jaren onderwerp van discussie in verschillende Europese landen en de EU. MVO volgt deze discussies op de voet en blijft alert het standpunt van de Nederlandse overheid volgen. De Nederlandse overheid zet momenteel in Nederland en Europa het liefste in op zelfregulering. Denemarken heeft de vetbelasting afgeschaft en de geplande suikerbelasting geannuleerd. 5. MVO Verordening Eetbare Oliën en Vetten. Aangezien het Productschap MVO zijn publiekrechtelijke (onder andere verordeningsbevoegdheids-) taken kwijtraakt, hebben de BNMF en MVO in 2013 een
voorstel aan VWS voorgelegd over de vraag welke afspraken uit de MVO Verordening Eetbare Oliën en Vetten moeten worden overgezet in de nationale wetgeving. Belangenbehartiging MVO heeft, veelal samen met de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten, zowel op nationaal als Europees niveau zijn standpunten bepleit in het kader van de wetgeving zoals op de hierboven gemelde onderwerpen. Wetenschap MVO heeft in 2013 de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidseffecten van vetten en vetoplosbare vitaminen gevolgd. Zo is in de verschillende Europese lidstaten een discussie gaande over de gezondheidseffecten van de verschillende verzadigde vetzuren. De Belgische Hoge Gezondheidsraad (HGR) maakte in een advies in het verslagjaar onderscheid tussen de gezondheidseffecten van verschillende verzadigde vetzuren. Volgens de HGR verhoogt slechts een gedeelte van de verzadigde vetzuren het cardiovasculaire risico. In Nederland wordt dit onderscheid Concept Jaarverslag MVO 2013
18
(nog) niet gemaakt. MVO heeft dit in 2013 op de voet gevolgd en de MVO-ketenorganisatie zal in 2014 bepalen of een wetenschappelijke herbezinning hierover noodzakelijk is. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid Eind 2013 zijn al deze activiteiten overgedragen aan de Ketenorganisatie MVO.
c. Voorlichting Margarine, Vetten en Oliën Doelstelling: Het verzorgen van voorlichting aan intermediaire doelgroepen over het belang van vetten in een gezonde voeding. Afstemming: • Bestuur Voorlichtingsbureau MVO • Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep volwassenen • Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep kinderen • Werkgroep Voeding en Gezondheid • Projectgroep Verantwoord Frituren • Projectgroep Frituurvet-Recycle het! Nieuwsbrief: • Ter Perse voor diëtisten • Ter Perse voor jeugdgezondheidszorg Focus in 2013 MVO zet zich in voor een goede kennis over vetten in de voeding richting intermediaire doelgroepen Hiervoor geeft MVO basisvoorlichting over gezondheid en duurzaamheid op maat via het Voorlichtingsbureau MVO. De voorlichtingsboodschap wordt afgestemd met het MVO-bedrijfsleven, wetenschappers, overheid, Voedingscentrum, Hartstichting en eventuele andere partijen. De voorlichtingsmaterialen komen tot stand en worden geëvalueerd in nauwe samenwerking met de diverse doelgroepen, o.a. door middel van enquêtes en in de Stuurgroep Kies Gezond Vet. In de communicatiestrategie spelen online en sociale media een steeds belangrijker rol. De campagne Verantwoord Frituren voor de horeca wordt alleen nog in beperkte vorm voortgezet. Het Voorlichtingsbureau voert daarnaast in 2013 de campagne ‘Frituurvet Recycle het!’ Resultaten van uitgevoerde activiteiten: Stuurgroep Kies Gezond Vet Deelname Voedingscentrum De Stuurgroep heeft bij de ontwikkeling van de ‘Kies gezond’-vetwijzer gekozen voor een positieve boodschap (kies gezond vet) en geen expliciete negatieve elementen (bijvoorbeeld verzadigd is verkeerd) opgenomen. Na een aanvankelijk akkoord heeft het Voedingscentrum aangegeven dat de boodschap hierdoor niet voldoet aan zijn voorlichtingseisen. MVO, Stuurgroep en Voedingscentrum hebben e.e.a. besproken. Inzet van het gesprek was een vorm te vinden om de samenwerking in de toekomst toch te kunnen continueren. Het Voedingscentrum heeft aangegeven beschikbaar te blijven voor voedingsinhoudelijk advies, maar voelde zich genoodzaakt zich uit de Stuurgroep terug te trekken. De Stuurgroep heeft aangegeven in elk geval binnen de kaders van de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum te zullen blijven functioneren.
Concept Jaarverslag MVO 2013
19
Materialen Samen met de Stuurgroep Kies Gezond Vet heeft MVO voorbeeldpresentaties ontwikkeld die diëtisten en professionals uit de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kunnen gebruiken bij het informeren van hun doelgroepen over het belang van vetten in de voeding. Eerder dit jaar is voor de doelgroep JGZ én voor de ouders een informatiekaart ontwikkeld over het belang van smeren. Deze kaart is in een oplage van 200.000 stuks verspreid door Unilever in het kader van het Smeerdiploma. Deelnemers aan het Smeerdiploma-project ontvingen ook het voorleesboekje Met GOED vet bak je er meer van! van de Stuurgroep. Voor JGZ-professionals is een e-learning module ontwikkeld over vetten en gezondheid. In deze e-learning leert de JGZ-professional alles over gezonde vetten in de voeding van jonge kinderen en hoe deze kennis kan worden overgedragen aan ouders. De module is geaccrediteerd voor Jeugdverpleegkundigen en Kinderverpleegkundigen. In september is een geheel vernieuwde draaischijf ‘Kies gezond vet’ geïntroduceerd. De nieuwe draaischijf laat nog duidelijker dan voorheen zien welke producten je eenvoudig kunt vervangen door een product met een gezondere vetzuursamenstelling. De nieuwe draaischijf is door MVO ontwikkeld in nauwe samenwerking met gezondheidsprofessionals en de Hartstichting, verenigd in de Stuurgroep Kies Gezond Vet. De draaischijf is bestemd voor de huisartsenpraktijk en de diëtist om in het gesprek met de patiënt aandacht te krijgen voor een verantwoorde vetkeuze. De nieuwe draaischijf is verspreid onder 2200 diëtisten. Ook is de draaischijf naar 3400 praktijkondersteuners gestuurd, en is hij meegezonden met het oktobernummer van de VoedingNu.
Voorlichtingsbureau MVO - reguliere activiteiten Het Voorlichtingsbureau heeft in 2013 diverse infokaarten geactualiseerd, en een nieuwe infokaart uitgebracht over plantensterolen. Via advertorials in de nieuwsbrief Nieuws voor Diëtisten van Scriptum is aandacht gevraagd voor alle nieuwe materialen. In april, juni, september en december zijn uitgaven van de nieuwsbrief Ter Perse verschenen, zowel voor de doelgroep diëtisten als voor de jeugdgezondheidszorg. Beide nieuwsbrieven worden alleen nog digitaal aangeboden. Om de website van het Voorlichtingsbureau nog beter te laten aansluiten bij de doelgroep is de website geëvalueerd via een enquête via internet. Ruim 200 intermediairs hebben hieraan deelgenomen. De resultaten zijn meegenomen bij de totstandbrenging van het consumentendeel van de nieuwe website van MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten. Onderwijs Voortgezet onderwijs In de eerste week van 2013 hebben meer dan 2000 middelbare scholen een nieuwjaarkaart ontvangen waarin wordt geattendeerd op het herziene lespakket Vetgezond met bijbehorende mobiele app.
Concept Jaarverslag MVO 2013
20
Basisonderwijs Speciaal voor de jongste kinderen van het basisonderwijs is een digitaal lespakket ontwikkeld met Marga, een fantasiefiguur van margarine, in een wereld waarin etenswaren tot leven zijn gekomen. Het lespakket voor de groepen 1/2 en 3 is in november 2013 geïntroduceerd en werkt op het digibord op school én op de computer of tablet thuis. Kinderen leren spelenderwijs dat ontbijten gezond én lekker is, en dat het belangrijk is je boterhammen te besmeren. De lessen zijn gekoppeld aan Smaaklessen, en worden via het Voedsel Educatie Platform aangeboden aan 2800 basisscholen in Nederland. Het lespakket haakt verder aan bij het Nationaal Schoolontbijt (NSO). Voor alle 2000 scholen die in 2013 hebben meegedaan met het NSO, zijn kleurplaten van Marga beschikbaar gesteld. Beperking activiteiten Voorlichtingsbureau Uit bezuinigingsoverwegingen en vooruitlopend op de opheffing van het Voorlichtingsbureau MVO zijn in de tweede helft van 2013 een aantal geplande activiteiten geschrapt. Zo is de laatste in drukvorm geplande versie van de Ter Perse voor Diëtisten geschrapt en vervangen door een digitale versie, is de externe ondersteuning van de Stuurgroep Kies Gezond Vet geminimaliseerd, is het aantal vergaderingen van de Stuurgroep teruggebracht van 4 naar 2 per jaar en zijn tijd en geld bespaard door niet met een stand aanwezig te zijn op een aantal congressen. Ook is geen onderhoud meer gepleegd aan de (op te heffen) website van het Voorlichtingsbureau en zijn verschillende voorlichtingsmaterialen wel voorbereid, maar niet gedrukt. Voorlichtingsbureau MVO - campagnes Campagne Verantwoord Frituren MVO is initiatiefnemer en heeft sinds 2004 actief campagne gevoerd ten behoeve van het stimuleren van het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca. Dit heeft tot het resultaat geleid dat eind 2012 het aandeel vloeibaar frituurvet 85 procentbedroeg. In 2013 is de succesvolle actie uit 2012 herhaald waarbij we een viertal advertenties (testimonials) hebben geplaatst in de vakbladen voor de horeca. Ook hebben we een advertentie geplaatst in huis-aan-huisbladen met een oplage van 1 miljoen. Dit laatste om de boodschap onder de aandacht te blijven brengen bij zowel nieuwe ondernemers als bij bestaande ondernemers alsook bij consumenten. In de projectgroep is bovendien een discussie gevoerd over elementen van het beeldmerkreglement. Naar aanleiding van deze discussie is dit reglement aangepast. Campagne inzamelen gebruikt frituurvet ‘(Frituur)Vet, Recycle het!’ De campagne ‘(Frituur)Vet – Recycle het!’ is zowel lokaal als landelijk actief geworden. De pilots in Amsterdam en Den Bosch zijn in 2013 geëvalueerd en daaruit bleek dat het percentage ingezameld vet tot wel 300 procent kan stijgen, mits het aantal inzamelpunten voldoende is en mits consumenten worden geïnformeerd. Dit is een mooi resultaat om op voort te borduren. In de projectgroep was dit reden om promotiematerialen te maken speciaal voor inzamelpunten. Er zijn promotiepakketten ontwikkeld specifiek voor sportclubs en specifiek voor supermarkten. Verder zijn er diverse ‘losse’ acties uitgevoerd in 2013: • Jeremy Vermolen, ambassadeur van de campagne, heeft een barbecue verzorgd bij een tennisclub in IJmuiden, winnaar van de wervingsactie voor sportclubs. • Vet, Recycle het! heeft met een kleine stand op de Innovatie Estafette gestaan, een beurs voor duurzame initiatieven. • Kinderboerderijen zijn actief geworven en een 50-tal kinderboerderijen heeft zich aangesloten. • Er is samengewerkt met de Watercoalitie. • Het logo van de campagne staat op de verpakkingen van Diamant. Albert Heijn en Jumbo zullen volgen. • In samenwerking met initiatieven t.a.v. andere afvalstromen is een app ontwikkeld, ‘De Recycle Concept Jaarverslag MVO 2013
21
• • •
manager’, die in 2014 zal worden gelanceerd. In samenwerking met Inventum en Diamant is een actie ontwikkeld die in 2014 wordt uitgevoerd. In samenwerking met Stichting Rioned, de NVRD en het Ministerie van Infrastructuur & Milieu wordt gekeken of een Green Deal kan worden opgestart; uitsluitsel hierover wordt in 2014 gegeven. Net als vorig jaar was er productplacement bij SBS 6 en veel free publicity rond de oliebollentijd.
Persberichten In 2013 zijn zes persberichten verschenen. Voor de inhoud hiervan werden afhankelijk van het onderwerp verschillende afzenders gebruikt, onder meer het Productschap MVO, de Task Force Duurzame Palmolie en Frituurvet, Recycle Het!. De persberichten werden opgenomen in kleinere en grotere media. Omgekeerd wist de pers ook dit jaar ons enkele keren te vinden voor vragen of voor woordvoering. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid: Eind 2013 zijn de activiteiten van het Voorlichtingsbureau MVO overgedragen aan de Ketenorganisatie MVO. Het bestuur van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO heeft besloten de Stichting in 2014 formeel op te heffen.
d. Kwaliteit en Voedselveiligheid Doelstelling Voedsel- en diervoederveiligheid voor de MVO-sector garanderen. Afstemming • Werkgroep Food / Feed Quality and Safety • Werkgroep Feed / GMP+ • Ad-hoc Werkgroep Pesticiden • Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten Nieuwsbrief • Quality and Food Safety • Wetgeving Dierlijk Vet Focus in 2013 • De MVO-sector ondersteunen in de afstemming, communicatie en informatievoorziening op het terrein van voedsel- en diervoederveiligheidskwesties. • Het organiseren van een MVO-cursus op het gebied van voedselveiligheid van plantaardige oliën en vetten. • Het leveren van een actieve bijdrage bij het opzetten van risicoanalyses voor deelsectoren binnen de oliën- en vettensector. • Het inzetten voor een brede(re) acceptatie van de Europese food- en feed-standaarden voor oliën en vetten binnen de MVO-achterban en diens afnemers. • Belangenbehartiging in het kader van GMP+ International en ondersteuning activiteiten EFIP (European Feed Ingredients Platform) en EFISC (European Feed Ingredients Safety Code).
Resultaten van uitgevoerde activiteiten
Concept Jaarverslag MVO 2013
22
Fediol-werkgroepen MVO heeft actief deelgenomen aan de werkgroepen Contaminants and Pesticides en Food and Feed Safety Standards (FFSS), waarin onder andere onderwerpen als 3-MCPD esters, Mineral Oil Hydrocarbons, dioxine in veevoeder, deo-distillaten, bleekaarde in sojameel en salmonella in veevoeder aan de orde zijn geweest. Tevens heeft MVO in samenwerking met FEDIOL de Food & Feed risicoanalyses aangepast, onder meer op basis van de nieuwe Feed Catalogue EU Verordening (nr.) 68/2013. Cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ Van 23 t/m 25 april 2013 heeft MVO voor de vierde keer met succes de driedaagse Engelstalige cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ georganiseerd voor werknemers van MVO-bedrijven, afnemers, certificerende instanties, brancheverenigingen, overheid en onderwijs. Deze cursus combineert theoretische presentaties met cases op het gebied van voedselveiligheid en met een drietal bedrijfsbezoeken (olie-opslagbedrijf, raffinaderij en margarinefabriek). GMP+ International MVO heeft in 2013 de belangen van de dierlijke en plantaardige oliën- en vettensector behartigd in het International Expert Committee (IEC) en de subcommittees Production, Transport en Trade & Collection GMP+ International. Afstemming over GMP+-onderwerpen had in 2013 plaats via de MVO Werkgroep Feed/GMP+. De herziening van het Palmolie Protocol is onder meer aan de orde geweest, alsmede de lobby en afstemming met betrekking tot de wederzijdse erkenning van EFISC door GMP+. Normalisatie - NEN MVO ondersteunt het Nederlands Normalisatie-instituut NEN bij de ontwikkeling van goed bruikbare internationaal genormeerde analysemethoden. Via de NEN normcommissie plantaardige en dierlijke oliën en vetten wordt informatie verkregen over ontwikkelingen en de lopende projecten van ISO (International Organization for Standardisation) en CEN (European Committee for Standardization). Via de NEN beleidscommissie Landbouw en Levensmiddelen wordt actief deelgenomen aan besluitvorming op het gebied van ontwikkelingen binnen de Agrisector in het algemeen en die van de oliën en vetten in het bijzonder. Dierlijk vet In december 2013 is MVO toegetreden tot de VEX-werkgroep, die in de plaats is getreden van het Veterinair Informatie Punt (VIP). MVO neemt deel aan een tweewekelijks overleg met het ministerie van EZ en de NVWA over exportzaken m.b.t. dierlijke vetten.
e. Handelspolitiek en Biotechnologie Doelstelling • Onbelemmerde (tariefvrije) EU-invoer van grondstoffen die van economisch belang zijn voor de Nederlandse oliën- en vettensector. • Vrije toegang tot de in derde landen geproduceerde grondstoffen, in het bijzonder door de afschaffing van (gedifferentieerde) exportheffingen en –belemmeringen ten aanzien van oliezaden en plantaardige oliën. • Volledige liberalisering van de multilaterale en bilaterale/regionale handel in oliezaden, oliën en vetten op basis van het Level Playing Field-principe. • De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld.
Concept Jaarverslag MVO 2013
23
Afstemming Bestuur van MVO en rechtstreeks met relevante bedrijven per onderwerp. Nieuwsbrieven Trade Policy & Biotechnology Focus 2013 • Ondersteuning van multi- en bilaterale handelsbesprekingen door belangenbehartiging en contacten met de Nederlandse overheid en Europese Commissie c.q. Europese brancheorganisaties • Informatievoorziening aan de achterban op het gebied van multilaterale en bilaterale vrijhandelsbesprekingen • Participeren in de nationale en Europese discussie rondom de versnelling van de toelating van ggo’s, de introductie van een drempelwaarde of ‘technische oplossing’ en de discussies rondom de (sociaaleconomische) criteria voor toelating van nieuwe ggo’s Resultaten van uitgevoerde activiteiten
Handelspolitiek Via nieuwsbrieven, presentaties en de beantwoording van individuele vragen heeft MVO het bedrijfsleven gedetailleerd op de hoogte gehouden van de voor de sector relevante handelspolitieke ontwikkelingen. Vooral de herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) en de drastische tarifaire gevolgen hiervan (vanaf 1 januari 2014) voor de EU-invoer van oliën en vetten van oorsprong uit ontwikkelingslanden heeft in het verslagjaar veel aandacht gevraagd. Ook was er van de zijde van het bedrijfsleven een brede behoefte aan (procedurele) informatie over de toepassing van voorlopige en uiteindelijk definitieve antidumpingrechten op de EU-invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië. Regionale vrijhandelsovereenkomsten Op regionaal niveau heeft de EU in het verslagjaar goede vooruitgang geboekt bij de verdere liberalisering van de handel in oliën en vetten. Hieronder wordt een (niet-limitatief) overzicht gegeven van de ontwikkeling op dit terrein. Canada In oktober 2013 hebben de EU en Canada een politiek akkoord bereikt over de totstandkoming van hun ‘Comprehensive and Economic Trade Agreement’ (CETA). Voordat deze overeenkomst formeel kan worden ondertekend, dienen partijen op ambtelijk niveau de technische details van dit akkoord nader uit te werken. Het is nu al duidelijk dat deze CETA vanaf de datum van inwerkintreding zal leiden tot volledige wederzijdse liberalisering van de onderlinge handel in een groot aantal oliën en vetten (w.o. raapzaadolie, sojaolie, zonnebloemolie en lijnolie). Midden-Amerika en Andes-landen Midden-Amerika In 2013 heeft de EU haar handel met vijf Midden-Amerikaanse landen (Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Panama en Costa Rica) geliberaliseerd. Op 1 augustus 2013 zijn de vrijhandelsovereenkomsten tussen de EU en Nicaragua, Honduras en Panama in werking getreden. Op 1 oktober 2013 volgde de inwerkingtreding van de EU-vrijhandelsakkoorden met El Salvador en Costa Rica. De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Guatemala is tenslotte op 1 december 2013 in werking getreden.
Concept Jaarverslag MVO 2013
24
Andes-landen Op 1 maart 2013 en 1 augustus 2013 zijn de EU-vrijhandelsovereenkomsten met respectievelijk Peru en Colombia in werking getreden. Met Ecuador voert de EU nog onderhandelingen over de totstandkoming van een vrijhandelsovereenkomst terwijl Andes-land Bolivia vooralsnog weinig interesse lijkt te hebben in een vrijhandelsovereenkomst met de EU. Verenigde Staten, Japan en Thailand In 2013 is de EU afzonderlijke bilaterale vrijhandelsbesprekingen gestart met respectievelijk de Verenigde Staten, Japan en Thailand. Met deze landen zijn in 2013 drie formele onderhandelingsrondes gehouden. Het onderhandelingsproces met de VS over de totstandkoming van het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) richt zich meer dan de overige twee beoogde akkoorden op de slechting van bestaande non-tarifaire belemmeringen in het onderlinge handelsverkeer. Oekraïne In mei 2013 heeft de Europese Commissie de EU-lidstaten het voorstel tot ondertekening van de met Oekraïne bereikte Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) voorgelegd. Nadat de EU opnieuw de randvoorwaarden voor de ondertekening van dit DCFTA had geformuleerd, besloot Oekraïne de voorbereidingen voor de ondertekening van dit akkoord tijdelijk stop te zetten. Maleisië e Na de 7 ronde van onderhandelingen (Brussel, april 2012) over de totstandkoming van een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Maleisië heeft Maleisië deze onderhandelingen vooruitlopend op de verkiezingen tijdelijk opgeschort. Nadat deze verkiezingen in mei 2013 waren gehouden, zijn de vrijhandelsbesprekingen vooralsnog echter niet hervat. Partijen hebben nog geen formele productspecifieke voorstellen uitgewisseld over de (geleidelijke) afschaffing van de EU-invoerrechten en de Maleise exportheffingen op (duurzame) palmolie. Mede gelet op de voorlopige opschorting van deze onderhandelingen en de termijn die na afronding van de onderhandelingen benodigd is om deze overeenkomst in procedurele zin goed te keuren, is het niet aannemelijk dat deze vrijhandelsovereenkomst vóór 2016 in werking zal treden. India Nadat de vrijhandelsbesprekingen in juni 2007 van start zijn gegaan, zijn er vervolgens tot november 2010 elf formele onderhandelingsrondes gehouden. In de periode 2011-2013 is het bilaterale overleg beperkt gebleven tot technische onderhandelingen. Het is niet waarschijnlijk dat de EU en India spoedig een akkoord zullen bereiken over de totstandkoming van de door partijen beoogde vrijhandelsovereenkomst. Mercosur In januari 2013 spraken de ministers van Handel van de EU en de Mercosur-landen af om in het laatste kwartaal van 2013 hun productspecifieke voorstellen voor de (geleidelijke) verlaging/afschaffing van invoerrechten uit te wisselen. Uiteindelijk zijn partijen er niet in geslaagd om deze afspraak na te komen. EU: antidumpingrecht op biodiesel uit Argentinië en Indonesië Op 27 november 2013 heeft de EU een definitief antidumpingrecht geïntroduceerd op de invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië en Argentinië. De niveaus van deze rechten verschillen per exporterend bedrijf maar bedragen voor Argentijnse exporteurs maximaal 245,67 euro per ton en voor Indonesische exporteurs 178,85 euro per ton. Argentinië is op 19 december 2013 een WTO-procedure gestart om deze antidumpingrechten aan te vechten.
Concept Jaarverslag MVO 2013
25
Biotechnologie De EU-besluitvorming op het terrein van markttoelatingen van genetisch gemodificeerde (gg-) gewassen heeft in het verslagjaar wederom verdere vertraging opgelopen. In 2013 heeft de EU geen nieuwe ggoliezaden toegelaten voor invoer en verwerking. Ook zijn de wachttermijnen tussen de stemming over de markttoelatingen in het Beroepscomité en de officiële publicatie van het uiteindelijke Commissiebesluit hieromtrent drastisch opgelopen. Wel heeft de EFSA in de laatste vergadering van het Permanent Comité in het verslagjaar (9 december 2013) haar advies m.b.t. de dicambatolerante MON 87708-soja gepresenteerd. De Europese Commissie heeft tenslotte door een extern bureau onderzoek laten doen naar de wenselijkheid van geharmoniseerde regelgeving op het terrein van de etikettering van ‘non-GGO producten’. De uitkomsten van dit onderzoek zouden in november 2012 gereed zijn, maar deze zijn in 2013 nog niet met de lidstaten gedeeld terwijl in het officiële PCVD-verslag van oktober is gesteld dat de uitkomsten voor het einde van het jaar zouden worden gepubliceerd. Informatieplatform Groene Biotechnologie (IGB) In 2013 heeft MVO actief geparticipeerd in het IGB. Het IGB heeft als doel een structurele dialoog tussen maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijfsleven over de kansen en risico’s van het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) voor een duurzame landbouw te faciliteren. In 2013 hebben vier bijeenkomsten plaatsgehad. Maatschappelijke organisaties (Solidaridad, Wereldnatuurfonds, Stichting Natuur & Milieu, Greenpeace), overheid (Economische Zaken, Landbouw & Innovatie en Infrastructuur & Milieu) en bedrijfsleven (Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI), Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel (CBL), Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi), Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO), Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Nederlandse Biotechnologie Associatie (Niaba), Nederlandse Vereniging van Zaaizaad en Plantgoed (NVZP) en MVO) namen aan deze bijeenkomsten deel. De heer Pieter van Geel (oud-staatssecretaris VROM) is voorzitter van het IGB. De agenda voor de komende jaren heeft de ambitie om de structurele dialoog te continueren en waar mogelijk oplossingsrichtingen te ontwikkelen.
f. Arbeid en scholing Doelstelling Het aantrekkelijk maken van de MVO-sector als (potentiële) werkgever, het ondersteunen van MVObedrijven bij het naleven van de arboregels en het opzetten van scholingsactiviteiten voor hun eigen werknemers en het creëren van een betere arbeidsmarktpositie voor zittend en nieuw personeel. Afstemming • Werkgroep Verankering Arbeid • Werkgroep Arbeid en Scholing • Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten Focus in 2013 • In het licht van de komende opheffing van het Productschap MVO en het gegeven dat de nieuwe Ketenorganisatie MVO de activiteiten op het vlak van arbeid en scholing niet zou voortzetten, is besloten de lopende activiteiten op dit vlak reeds in 2013 te beëindigen en geen nieuwe initiatieven meer te ontplooien. • De MVO-cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ is wel doorgegaan (zie paragraaf Kwaliteit en Voedselveiligheid). Ook de website van het MVO Kenniscentrum is tijdens het verslagjaar in de lucht gebleven.
Concept Jaarverslag MVO 2013
26
g. Statistiek Doelstelling Informatievoorziening over productie van en handel in voor de MVO-sector relevante producten en landen/werelddelen. Focus in 2013
• •
Inhoudelijke en cijfermatige ondersteuning van alle beleidsactiviteiten binnen het productschap; Het uitbrengen van relevante gegevens op de volgende wijzen: o Statistisch Jaarboek, o EU Trade Figures in Excel, o Databank Prijzen, o Tailormade cijfermatige ondersteuning van MVO-bedrijven (op verzoek).
Resultaten van uitgevoerde activiteiten Statistisch Jaarboek In het Statistisch Jaarboek 2013 van het Productschap MVO zijn cijfers opgenomen van de Nederlandse, Europese en mondiale productie, handel en binnenlandse afleveringen van oliezaden en plantaardige en dierlijke vetten en oliën in 2012. Daarbij zijn ter vergelijking ook de cijfers over de jaren 2011, 2010, 2009 en 2008 opgenomen. EU-handelsgegevens / Nederlandse handelsgegevens De EU-handelscijfers (per lidstaat) zijn in 2013 halfjaarlijks geactualiseerd en opgenomen in een Excelpublicatie. De gegevens worden op drie verschillende manieren gepresenteerd. Het overzicht Nederlandse handelsgegevens is per kwartaal verschenen en geeft inzicht in de Nederlandse handel onderverdeeld naar product en land van herkomst of bestemming. Databank Prijzen Deze databank bevat gemiddelde week-, maand-, kwartaal- en jaarprijzen van de belangrijkste MVOproducten (vanaf 1988). De databank bevat de gegevens van 5 oliehoudende zaden, 21 soorten/bewerkingen van plantaardige vetten en oliën, 8 soorten/bewerkingen van dierlijke vetten en 5 schrootsoorten. De gegevens worden wekelijks bijgewerkt.
Concept Jaarverslag MVO 2013
27
4. Bestuur en Organisatie Het productschap is ingesteld voor ondernemingen waarin: a. Vetten of oliën worden bereid of bewerkt; b. Vetten of oliën worden verwerkt tot producten welke tot menselijk voedsel kunnen dienen, al dan niet na verdere be- of verwerking; c. Handel wordt uitgeoefend in: 1. kopra of in het buitenland geteelde oliehoudende zaden of vruchten, met uitzondering van consumptiegrondnoten en cacaobonen; 2. vetten of oliën, met uitzondering van ongesmolten dierlijk vet, of daaruit verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking tot menselijk voedsel kunnen dienen. De verticale kolom waarvoor het productschap is ingesteld, omvat derhalve drie groepen ondernemingen, namelijk: • Ondernemingen waarin vetten of oliën van plantaardige of dierlijke oorsprong worden bereid of bewerkt; • Ondernemingen waarin deze vetten of oliën verder worden verwerkt; • Ondernemingen op het gebied van de (internationale) handel.
a. Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het houdt rekening met de afwegingen ter zake van sectoraal en algemeen belang en functioneert als sectoraal platform. De samenstelling van het bestuur, de benoemende organisaties en de zetelverdeling worden door de Sociaal-Economische Raad vastgesteld. Het bestuur kent een zittingsperiode van twee jaar. Op 1 januari 2012 is een nieuwe zittingsperiode van het bestuur begonnen die loopt tot en met 31 december 2013. Het bestuur kwam in 2013 driemaal (17 januari, 6 juni en 28 november) in vergadering bijeen. De bestuursvergaderingen zijn openbaar en de bestuursstukken zijn te vinden op de website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Bestuursstukken). Voor de zittingsperiode 2012-2013 telt het bestuur 13 leden, van wie 4 leden benoemd door werknemersorganisaties. Voor de bestuurszetel(s) van FNV Bondgenoten zijn er momenteel vacatures. Voor de namen van de leden, de plaatsvervangende leden en de benoemingsgerechtigde organisaties wordt verwezen naar Bijlage 3. Een overzicht van de bezoldigde en onbezoldigde functies van de voorzitter alsmede van relevante nevenfuncties van de bestuursleden staat op de website van MVO (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Nevenfuncties). De regels voor de vergoedingen van voorzitter en bestuursleden staan op het openbaar toegankelijke deel van de MVO-website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Vergoedingen). Voor de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 is de heer drs. W. Oosterhuis benoemd tot voorzitter van het Productschap MVO. De plaatsvervangende voorzitters zijn van werknemerszijde de heer R.J. Gijsen (voor 2012) en van ondernemerszijde de heer mr. R.A. Macnack (voor 2013). De heer Oosterhuis is sedert 1 januari 2004 voorzitter van het productschap en voldoet aan het functieprofiel van voorzitters van bedrijfslichamen. De heer Oosterhuis heeft geen nevenfuncties. De bezoldiging van de voorzitter is geregeld in Verordening MVO vergoedingen voorzitter 2004. Gedurende het verslagjaar was de heer ir. F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap.
Concept Jaarverslag MVO 2013
28
Wet normering topinkomens Sinds 1 januari 2013 valt de bezoldiging van zowel de voorzitter als de secretaris onder de werkingssfeer van de Wet normering topinkomens (WNT). Deze wet vervangt de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). De WNT bepaalt dat beloningen en vergoedingen die strijdig zijn met deze wet, moeten worden teruggegeven of teruggevorderd. Voorts gelden er nieuwe eisen voor de openbaarmaking en de verantwoording van de gerealiseerde vergoedingen, die in de jaarrekening tot uitdrukking komen. Ten aanzien van de bezoldiging van zowel de voorzitter als de secretaris in 2013 kan worden opgemerkt dat deze binnen het wettelijke bezoldigingsmaximum van € 228.599 (bij een voltijds dienstverband) vallen. Tot de bezoldiging behoren de periodiek betaalde beloningen, belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en beloningen betaalbaar op termijn (met name het werkgeversdeel van de pensioenreservering). Er zijn twee reguliere functionarissen (niet zijnde topfunctionarissen) die een incidentele vergoeding wegens afkoop van hun (langdurige) wachtgeldrechten hebben ontvangen. Hierdoor komt de bezoldiging in 2013 eenmalig boven de WNT uit. Op 4 februari 2014 is de Aanpassingswet op de WNT aangenomen in de Tweede Kamer. Deze aanpassingswet en nadere toelichting daarop zijn op 26 februari 2014 geformaliseerd in de ‘Beleidsregel toepassing WNT’. Dit is het normenkader dat is toegepast in deze jaarrekening. De Ministerraad heeft op 7 maart 2014 besloten om de maximumbezoldiging te verlagen naar 100% (i.c. totaal € 177.140) van een ministerssalaris (nu nog 130%), ingaande per 1 januari 2015 met een overgangstermijn van vier jaar. Ministeriële en SER-vertegenwoordiging Voor het bijwonen van bestuursvergaderingen waren in 2013 als ministeriële en SER-vertegenwoordigers aangewezen: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: • De heer G.F.C. Heijink (Directie Industrie en Handel) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: • Mw. C.A. Boot Sociaal-Economische Raad • Mw. A. van der Velden - van Meerkerk Voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geen vertegenwoordiger aangewezen. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur houdt zich bezig met organisatorische zaken, beheert het vermogen en houdt toezicht op de inkomsten en uitgaven. In 2013 bestond het dagelijks bestuur uit de volgende leden: Van ondernemerszijde: • De heer mr R.A. Macnack • De heer R.M. Prince • De heer L. Favre Van werknemerszijde: • De heer R.J. Gijsen • FNV Bondgenoten (vacature) Het dagelijks bestuur heeft in 2013 eveneens drie keer (17 januari, 16 mei en 7 november) vergaderd.
Concept Jaarverslag MVO 2013
29
b. Code Goed Bestuur Met ingang van 2007 heeft het bestuur van het Productschap MVO de Code Goed Bestuur onderschreven en zijn alle onderdelen van deze gedragscode uitgewerkt en ingevoerd. De afzonderlijke principes en de praktische invulling die daaraan is gegeven, zijn op de MVO-website gedetailleerd toegelicht (www.mvo.nl>Organisatie>Code Goed Bestuur). Hieronder zijn een aantal specifieke principes verder toegelicht. Vergoedingen In de jaarrekening zijn de vergoedingen van de voorzitter en de bestuursleden vermeld. Deze jaarrekening is te vinden op de MVO-website. De vergoeding van de voorzitter bedroeg in 2013 € 71.765. Deze vergoeding is gebaseerd op een parttimefactor van 0,4 fte en betreft salariskosten inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, sociale lasten en reis-, verblijfs- en representatiekosten. Per vergadering ontvangen bestuursleden van de benoemende werkgevers- en werknemersorganisaties een vergoeding van € 385 vacatiegeld, € 16 verblijfskosten en een kilometervergoeding van € 0,29 per kilometer. Indien dagelijks bestuur en bestuur aansluitend vergaderen wordt dat gezien als één vergadering. In 2012 werd in totaal € 14.738 aan vergoedingen voor bestuursleden uitgekeerd. Personele unies Op de website zijn van alle bestuursleden de datum van eerste benoeming, de functies binnen de sector en de relevante nevenfuncties vermeld. Beleidscyclus en invloed van bedrijven op het beleid Het bestuur moet ervoor zorgen dat de bedrijven in de sector in staat worden gesteld kennis te nemen van de verschillende activiteiten. MVO wil de betrokkenheid van de bedrijven stimuleren, zelf zo transparant mogelijk opereren en verantwoording verder bevorderen. In het communicatieplan Code Goed Bestuur 2008 is destijds aangegeven op welke wijze het MVO-secretariaat én de (bestuurders namens) dragende organisaties invulling geven aan deze transparantie en betrokkenheid. De werkwijze van MVO kan als volgt worden samengevat: In 2011 is de Toekomstvisie 2011-2015 vastgesteld. Van deze Toekomstvisie is een ‘populaire’ samenvatting gemaakt die begin 2011 aan alle bedrijven en organisaties in de sector is toegezonden met het verzoek om mee te denken op welke wijze we de genoemde doelstellingen met elkaar kunnen realiseren. Uiteindelijk hebben alle MVO-bedrijven in het eerste kwartaal 2011 de gelegenheid gekregen om commentaar en suggesties aan te leveren. Voor inhoudelijke afstemming en overleg heeft MVO voor elk aandachtsgebied reguliere werkgroepen. Voor meer incidentele zaken zijn er ook ad hoc werkgroepen. Een overzicht van afstemmings- en overleggroepen vindt u in bijlage 6. Binnen de werkgroepen worden standpunten, doelstellingen en activiteiten met de achterban afgestemd. De werkgroepen zijn ook betrokken bij het terugkoppelen van de MVO Toekomstvisie en bij het opstellen van de jaarplannen. Het Jaarplan 2013 is op 18 november 2012 door het bestuur vastgesteld. Door deze werkwijze is er brede steun vanuit de verschillende sectoren voor de activiteiten van het productschap en wordt bereikt dat de activiteiten ook aansluiten bij de behoeften van de bedrijven en bij de dagelijkse praktijk. De samenstelling van de belangrijkste werkgroepen, de vergaderdata en de mogelijkheid om je aan te melden om deel te nemen aan een of meer werkgroepen staan op het openbare deel van de MVOwebsite. Het bestuur zorgt voor het beleidskader en voor de formele vaststelling van de plannen en activiteiten. In elke bestuursvergadering wordt een overzicht gegeven van de actuele items per aandachtsgebied. Hierin
Concept Jaarverslag MVO 2013
30
worden de activiteiten en de inzet per aandachtsgebied weergegeven en worden eventuele gemaakte en te maken keuzes of beleidswijzigingen aan het bestuur voorgelegd. Zeer regelmatig worden bedrijven en externe stakeholders via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein en wordt verslag gedaan van de activiteiten en werkgroepen. De reguliere publicaties kunt u vinden in bijlage 5. In de algemene communicatie (het MVO-Magazine) wordt aandacht besteed aan de agenda van een komende bestuursvergadering. Na afloop wordt aandacht besteed aan de besluiten die er in de bestuursvergadering zijn genomen. Stelsel van intern toezicht Volgens de Code Goed Bestuur moet het bestuur zorgen voor een evenwichtig stelsel van intern toezicht en horizontale verantwoording. Bij het Productschap MVO heeft het bestuur afgesproken dat het dagelijks bestuur optreedt als zogenaamde audit-commissie. Integriteitscode voor het personeel Er is een integriteitscode voor het personeel. Mw. I. Tiesinga was tot eind 2013 vertrouwenspersoon aan wie de medewerkers van het productschap vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard kunnen rapporteren. Er zijn in 2013 geen meldingen ontvangen. Klachtenregeling Een van de onderdelen van de Code Goed Bestuur is een formele klachtenbehandeling waarbij het bestuur ervoor zorgt dat mondeling of schriftelijk ingediende klachten behoorlijk en zorgvuldig worden behandeld. Er is een formeel klachtenprotocol van toepassing (www.mvo.nl>Organisatie>Code Goed Bestuur>Klachtenbehandeling). Het bestuur heeft de heer R.J. Gijsen benoemd als klachtenadviseur, de heer T.C.M Vrancken, Hoofd Stafunit, treedt daarbij op als coördinator. In 2013 zijn er geen klachten geregistreerd die volgens het klachtenprotocol voor registratie in aanmerking zouden zijn gekomen. Tuchtrecht Overtredingen op de MVO Verordeningen Algemene Bepalingen 2009 en Verstrekking gegevens intraen extrahandel 2009 worden tuchtrechtelijk gehandhaafd. Het Productschap MVO heeft gelet op het minimaal aantal te verwachten zaken en zijn beperkte omvang gekozen voor een opzet waarbij het tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is aangewezen als het bevoegde tuchtgerecht. De Interne Accountantsdienst (IAD) van het Productschap Akkerbouw is daarbij aangewezen als toezichthouder en is belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen, waarbij het gaat om door de ondernemers te verstrekken gegevens. Het secretariaat van de tuchtgerechten van het Productschap Akkerbouw, het Productschap Vis en het Productschap MVO wordt bediend door het Instituut voor Agrarisch Recht in Wageningen. In 2013 zijn er geen zaken voor het Productschap MVO aangebracht. Toezicht en Tuchtrecht Overtredingen van verordeningen kunnen op grond van artikel 104 Wet op de bedrijfsorganisatie worden aangemerkt als strafbaar feit of als een handeling waarvoor een tuchtrechtelijke maatregel kan worden opgelegd. In het laatste geval maakt de voorzitter, op basis van de berechtingsrapporten van de door het bestuur aangewezen toezichthouders, de zaken aanhangig bij het tuchtgerecht. De volgende verordeningen van het Productschap MVO worden tuchtrechtelijk gehandhaafd: -Verordening MVO algemene bepalingen 2009 -Verordening MVO verstrekking gegevens intra- en extrahandel 2009
Concept Jaarverslag MVO 2013
31
Belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen zijn twee medewerkers van de Interne Accountantsdienst van het Productschap Akkerbouw. Het Tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is bevoegd over aangebrachte zaken te oordelen. Administratieve lasten Om de administratieve lasten die voortvloeien uit de verordeningen van het Productschap MVO tot een minimum te beperken, is in het verleden reeds zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande regelgeving (douane/CBS). Hierbij geschiedt de gegevensuitwisseling veelal op volledig geautomatiseerde wijze. Ten opzichte van de nulmeting in 2003 zijn de omstandigheden met betrekking tot de administratieve lasten nauwelijks gewijzigd. Dit betekent dat ultimo 2013 de administratieve lasten nog steeds op ongeveer € 54.000 per jaar worden geraamd.
c. Financiering Het productschap wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen waar de prioriteiten in de keten liggen en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien. De inkomsten van het productschap bedragen ongeveer € 2,85 miljoen en bestaan nagenoeg geheel uit heffingen die het productschap oplegt bij de productie respectievelijk de invoer van MVO-producten in Nederland. Met ingang van 1 januari 2010 is de hoogte van de (basis)heffing € 0,40 per 1000 kg voor producten met een 100% vetgehalte. Voor producten met een lager vetgehalte is het tarief daarvan afgeleid. Heffingen lager dan € 50,-- per maand worden niet opgelegd. De lasten bedragen ongeveer € 3,42 miljoen. De voorzitters- en personeelskosten zijn met een aandeel van ongeveer 40% de grootste kostenpost. De beleidsuitgaven zijn verantwoord onder de ingekochte diensten voor de sector. De beleidsuitgaven hebben een aandeel van iets minder dan 15% van de totale uitgaven. In bijlage 2 treft u het exploitatieoverzicht aan. De jaarrekening 2013 wordt separaat van het jaarverslag vastgesteld en geeft een gedetailleerd overzicht van de grootte en samenstelling van het vermogen en van de baten en lasten gespecificeerd per hoofd- en subrubrieken. De in dit jaarverslag gehanteerde bedragen zijn voorlopige cijfers. De volledige en definitieve jaarrekening wordt geplaatst op het openbaar toegankelijke deel van de website (www.mvo.nl>Organisatie>Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening).
Omvang van de reserves Op de balans per 31 december 2013 bedroeg het eigen vermogen € 299.653. Het eigen vermogen dient om eventuele exploitatietekorten van het productschap op te vangen. Het financiële beleid is de afgelopen jaren erop gericht geweest het eigen vermogen stapsgewijs terug te brengen. Daarnaast is een bedrag van € 199.773 gereserveerd ter dekking van verplichtingen die voortvloeien uit de wachtgeldregeling van een ex-medewerker. De verplichting loopt tot begin 2017.
d. Externe financiële relaties Deze kostenrubriek is bestemd voor de verantwoording van geldstromen naar organisaties die op basis van de SER-richtlijnen als gelieerde organisaties worden beschouwd. MVO verantwoordt onder deze rubriek de bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO. De bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO voor 2013 is uitgekomen op € 136.453.
Concept Jaarverslag MVO 2013
32
De stichting Voorlichtingsbureau MVO heeft een eigen bestuur. De bestuursleden worden benoemd door: • het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF) • het bestuur van de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF) • het bestuur van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS) De voorzitter van het bestuur van het voorlichtingsbureau wordt benoemd door het dagelijks bestuur van het productschap. De VERNOF, de BNMF en de VVS zijn ook benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Productschap MVO. De volgende bestuursleden en functionarissen zijn gelieerd aan de ontvangers van financiële middelen: • de heer ir. F.A.G.M. Claassen, secretaris van het Productschap MVO en tevens voorzitter van de stichting Voorlichtingsbureau MVO • de heer mr. M.A.D.M. Beerendonk, bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND) en van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS), bestuurslid van het Productschap MVO en tevens bestuurslid van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO Op 13 maart 2014 heeft het voltallige bestuur van de Stichting besloten om met onmiddellijke ingang de formele procedure te starten voor het ontbinden van de Stichting.
e. Organisatie Gedurende het verslagjaar was de heer ir F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap. Het jaar 2013 heeft grote ingrijpende ontwikkelingen te zien gegeven die veel invloed op de organisatie van het Productschap MVO hebben gehad, namelijk de afbouw en overdracht van lopende activiteiten naar de private MVO Ketenorganisatie en een forse reorganisatie van het Productschap MVO inclusief overdracht van medewerkers naar de MVO Ketenorganisatie in het kader van de besluitvorming rond de opheffing van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO). Begin 2013 waren er – exclusief de voorzitter (0,4 fte) – 21 medewerkers (16,6 fte) in dienst van het productschap. Eind december 2013 bij de formele overgang naar MVO, de ketenorganisatie voor oliën vetten waren er exclusief de voorzitter (0,4 fte) nog 15 medewerkers in dienst. Voor een overzicht van de organisatie per 31.12.2013 wordt verwezen naar het organogram in bijlage 4. Vanaf 1 januari 2014 zijn er nog 4 medewerkers (1,5 fte) in dienst van het productschap, te weten: een voorzitter (0,1 fte), een secretaris/directeur (0,1 fte) en twee medewerksters (resp. 0,6 fte en 0,7 fte) met wie afspraken zijn gemaakt over het beëindigen van het dienstverband in 2014. Voor ondersteuning van de verdere afbouw van het productschap worden drie medewerkers ingehuurd, 0,3 fte van de Ketenorganisatie MVO en 0,1 fte extern.
Ziekteverzuim In 2013 kwam het ziekteverzuimcijfer (excl. zwangerschapsverlof) uit op 2,92%.
Concept Jaarverslag MVO 2013
33
Bijlage 1: Overzicht verordeningen en besluiten Jaarrekening 2012 Besluit rekening baten en lasten 2012 Heroverweging MVO Verordening 2009, Algemene Bepalingen Heroverweging MVO Verordening 2009, Verstrekking gegevens Intra- en extrahandel
06.06.2013 06.06.2013 06.06.2013 06.06.2013
Afbouwplan Productschap MVO, incl. - Herziene Begroting 2013 - Verordening Herziene Begroting 2013 - Begroting 2014 - Verordening Herziene Begroting 2014
28.11.2013 28.11.2013 28.11.2013 28.11.2013
Van kracht zijnde verordeningen Het Productschap MVO kent de volgende verordeningen: MVO Verordening 2002, Eetbare oliën en vetten Doel: De verordening beoogt een verbod te realiseren op aflevering van bepaalde spijsoliën en -vetten en voorschriften te geven omtrent benamingen. Reikwijdte: De verordening geldt voor iedere ondernemer die bepaalde producten op de markt brengt. Duur: De verordening is vastgesteld op 23 mei 2002, is in 2008 verlengd. In de vergadering van 16 juni 2011 is er een Besluit heroverweging van deze verordening genomen. MVO Verordening 2009, Algemene Bepalingen Doel: De verordening geeft algemene bepalingen en voorschriften omtrent het voeren van administratie, het naleven van inzage daarin en het verstrekken van gegevens door de bedrijven aan het productschap. Tevens dienen de gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. Reikwijdte: Iedere natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en is volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in de vergadering van 6 juni 2013 verlengd. MVO Verordening 2009, Verstrekking gegevens intra- en extrahandel Doel: Het productschap verkrijgt met deze verordening de beschikking over de Nederlandse handelsgegevens, die voor beleidsmatige doeleinden worden gebruikt. Tevens dienen de gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. Reikwijdte: Iedere natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en is volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in de vergadering van 6 juni 2013 verlengd. MVO Verordening 2009, Administratieve Heffingen Doel: Het opleggen van heffingen op hetzij de invoer van oliën en vetten en van vet-/oliehoudende producten, hetzij op de productie van ruwe oliën en vetten. Reikwijdte: Iedere natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: Deze verordening is op 1 januari 2009 in werking getreden en heeft geen einddatum. Op 21 januari 2010 zijn de van toepassing zijnde tarieven middels een wijzigingsverordening aangepast (wijziging I). Concept Jaarverslag MVO 2013
34
Bijlage 2: Financiën De volledige jaarrekening is te vinden op het openbare deel van de MVO-website: www.mvo.nl>Organisatie>Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening. De Jaarrekening 2013 zal separaat door het bestuur in de geplande vergadering van 3 juni 2014 worden vastgesteld. De resultaten 2013 zoals weergegeven in het onderstaande exploitatieoverzicht en in de balans zijn derhalve voorlopig.
Exploitatieoverzicht
Jaarrekening 2012
Herziene Begroting
Jaarrekening 2013
2013 €
€ 1.
Baten
1.1
Administratieve heffing
1.2 1.3
€
2.574.452
2.750.000
2.830.133
Rente-inkomsten
12.109
8.000
11.415
Overige baten
14.313
12.000
20.031
Totaal Baten
2.600.874
2.770.000
2.861.579
1.378.155
1.242.000
1.262.401
57.260
66.000
66.356
2.
Lasten
2.1
Voorzitters- en personeelskosten
2.2
Reis-, verblijfs- en repr.kosten
2.3
Huisvestingskosten
153.957
62.000
63.064
2.4
Bureaukosten
141.105
158.500
144.326
2.5
Vergaderkosten
17.760
15.000
14.738
2.6
Ingekochte diensten t.b.v. sector
464.702
472.000
445.621
2.6
Ingekochte diensten t.b.v. schap
105.333
293.000
253.142
2.7
Overige lasten
573.001
556.000
631.466
2.8
Kosten van afbouw
0
573.000
540.881
2.891.273
3.437.500
3.421.995
-290.309
- 667.500
-560.416
Totaal Lasten
3.
Exploitatieresultaat
Concept Jaarverslag MVO 2013
35
Balans 31 december 2012
31 december 2013
€
€
ACTIVA Vaste activa Inventaris
39.040
0
Automatiseringsmiddelen
35.726
0 74.766
0
Vorderingen op korte termijn
891.769
967,616
Effecten
105.838
0
Liquide middelen
752.174
303.485
1.824.547
1.271.101
Vlottende activa
Totaal activa
31 december 2012
31 december 2013
€
€
PASSIVA Eigen vermogen Algemene Reserve
860.069
299.653 860.069
299.653
Voorzieningen Wachtgeldverplichtingen
282.457
199.773 282.457
199.773
Vlottende passiva Niet opgenomen vakantiedagen Kortlopende schulden
Totaal passiva
Concept Jaarverslag MVO 2013
49.412
0
632.509
771.675 660.342
771.675
1.824.547
1.271.101
36
Bijlage 3: Samenstelling bestuur 2013** Ondernemersorganisaties
Werknemersorganisaties
Oliefabricage, olieraffinaderij, spijsolie- en hardingsindustrie Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF)
CNV Vakmensen
Lid: Plv.
Lid: R.J. Gijsen* Plv. lid: A. Bruggeman
R. van Dorland G. de Ruiter
Lid: R.A. Macnack * Plv. lid: H. Kant
FNV Bondgenoten Lid: vacature
Margarine-industrie Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF)
FNV Bondgenoten
Lid:
R.M. Prince*
Lid: vacature
Plv. lid:
vacature
Industrie van dierlijke vetten Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS)
FNV Bondgenoten
Lid: Plv. lid:
Lid: vacature
G. Borgesius J.T. van der Veen
Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND)
De Unie
Lid: Plv. lid:
Lid: Plv. lid:
M.A.D.M. Beerendonk mw. C. van Vuure
E. Staal vacature
Technische sector Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi)
FNV Bondgenoten
Lid: Plv. lid:
Lid: mw. C. van Beijeren Plv. lid: A. Bruggeman
H.W.C.M. Flipsen L. Vogel
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)
FNV Bondgenoten/CNV Vakmensen
Lid: Plv. lid:
Lid: geen lid benoemd
R. den Oude vacature
Concept Jaarverslag MVO 2013
37
Groothandel en tussenpersonen Netherlands Oils, Fats and Oilseeds Trade Association FNV Bondgenoten (NOFOTA) Lid: L. Favre (*) Plv. lid: M. Osseweijer
Lid:
vacature
Detailhandel Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
FNV Bondgenoten/Dienstenbond CNV
Lid: Plv. lid:
Lid: Plv. lid:
M.J.B. Jansen mw. L. Hamelink-Veen
R.C. Roelofse vacature
* = tevens lid van het dagelijks bestuur ** = de nevenfuncties van de bestuursleden zijn terug te vinden op het openbare deel van de MVO-website www.mvo.nl>organisatie>bestuur
Concept Jaarverslag MVO 2013
38
Bijlage 4 Bijlage 4 : Organisatie per ultimo 2013 (*) Voorzitter W. Oosterhuis (0,4 fte) Directeur/Secretaris F.A.G.M. Claassen (1 fte) Duurzame Ontwikkeling E. Esselink (1 fte) F. Bergmans (1 fte)
Voeding en Gezondheid M. Bijlsma (0,7 fte) I. Tiesinga (0,2 fte)** J. v.d. Bijl (0,6 fte) Voedsel- en diervoederveiligheid R. van Noord (0,6 fte) (***)
Handelspolitiek F. Koster (1 fte)
Communicatie M. v.d. Drift (0,6 fte) N. Vervaet (0,8 fte) J. van Roon (0,6 fte) Office Management J. van Leeuwen ( 1 fte) H. Pouw (1 fte)
(*) exclusief J. Tegelaar (in herplaatsingstermijn Sociaal Plan) (**) samenwerkingsovereenkomst MVO-BNMF (***) samenwerkingsovereenkomst MVO (0,6 fte)-NOFOTA (0,4 fte))
Concept Jaarverslag MVO 2013
39
Bijlage 5: MVO Reguliere Publicaties ultimo 2013 Algemeen
Frequentie
Doelgroep(en)
Jaar
1,2
3-wekelijks
1,2
Maand
1,2
3 x per jaar
1,2
Ter Perse Diëtisten
3 – 4 x per jaar
2
Ter Perse Jeugdgezondheidszorg
3 – 4 x per jaar
2
MVO Newsletter Quality and Food Safety
6 x per jaar
1
MVO-Nieuwsbrief Wetgeving dierlijk vet
8 x per jaar
1
ca. 25 – 40 x per jaar
1,3
Doorlopend
1,3
MVO-Nieuwsbrief Energie en Milieu
2 x per jaar
1,2
MVO-Nieuwsbrief Biobrandstoffen
2-wekelijks
1,2
MVO-Newsletter Sustainable Agriculture
6 x per jaar
1
Kwartaal
1,3
Jaar
1,3
Database Trade Information EU and other countries
Doorlopend
1,3
Excel-publicatie EU-handelsgegevens
2 x per jaar
1,3
Database Price Information
Doorlopend
1,3
MVO Jaarverslag MVO Magazine Voeding en Gezondheid MVO-Nieuwsbrief Voeding en Gezondheid Nieuwsbrief Vette Feiten Voorlichtingsbureau MVO
Handelspolitiek en plantaardige biotechnologie MVO-Newsletter Trade Policy and Biotechnology Database Market Access Duurzame ontwikkeling
Marktonderzoek MVO Kwartaaloverzicht Nederlandse handelscijfers Statistisch Jaarboek
Doelgroepen: 1=MVO-bedrijven 2=externe stakeholders 3=betalende abonnees
Concept Jaarverslag MVO 2013
40
Bijlage 6: Afstemming en overleg Algemeen •
College van Voorzitters Productschappen
•
Secretarissenoverleg Productschappen
MVO-werkgroepen en ad hoc werkgroepen •
Werkgroep Voeding en Gezondheid
•
Werkgroep Food/Feed Quality and Safety
•
Werkgroep Energie-efficiencyverbetering
•
Werkgroep Duurzame Ontwikkeling
•
Werkgroep Duurzame Palmolie
•
Werkgroep Feed/GMP+
•
Ad hoc werkgroep Carbon Footprint
•
Ad hoc werkgroep pesticiden
•
Ad hoc werkgroep cursus oliën en vetten
•
Ad hoc werkgroepen MVO Routekaart o Procesbeheersing o Innovaties scheidingstechnologie o Biobased economy
•
Ad hoc werkgroep samengestelde vetten
Werk-, projectgroepen of Task Forces met externe stakeholders (op initiatief van MVO opgericht) en overlegorganen waarin het productschap participeert Voeding en Gezondheid •
Projectgroep Verantwoord Frituren in de horeca
•
ROW Deskundigenoverleg Etikettering van Levensmiddelen
•
ROW Deskundigenoverleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: toevoeging microvoedingsstoffen (verrijking)
•
ROW Deskundigenoverleg Productwetgeving Levensmiddelen: additieven, enzymen, aroma’s
•
ROW Deskundigenoverleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: voedings- en gezondheidsclaims
•
Fediol ad hoc Group Nutrition and Health
•
Stuurgroep Kies Gezond Vet
•
Stuurgroep Kies Gezond Vet aandachtsgroep kinderen
•
PPO-overleg (overleg voorlichtingsbureaus in de PBO-sector)
•
Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW)
•
CWBV: vergadering van de Commissie Warenwetgeving (BNMF)
•
Redactieraad Ter Perse Jeugdgezondheidszorg
•
Voedsel Educatie Platform
•
Projectgroep Vet. Recycle het!
Duurzame ontwikkeling •
Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja o Projectgroep o Stuurgroep o Inkoopgroep
Concept Jaarverslag MVO 2013
41
• •
• • • • • • • • • • •
Task Force Duurzame Palmolie Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) o RSPO Working Group Trade and Traceability o RSPO Working Group Communication and Claims o RSPO Working Group RED Commissie Duurzame Biobrandstoffen (Commissie Corbey) Round Table on Responsible Soy Association (RTRS) Tripartite overleg soja/palm Foodpolicy NL FEDIOL Ad Hoc Group Sustainability Platform Energiebesparing (MJA) MJA Agendacommissie Overleggroep Energie (OGE) VNO/NCW werkgroep Vluchtige Organische Stoffen NEN normcommissie vloeibare en gasvormige brandstoffen, smeermiddelen en verwante producten NEN normcommissie biobased products
Handelspolitiek en Plantaardige Biotechnologie •
‘Multilateraalbedrijfslevenoverleg’, Directie Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid van EZ (voorheen EL&I)
•
FEDIOL Supply Chain working group
•
FEDIOL GM ad hoc group
•
Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH), section Genetically Modified food and feed
•
Informatieplatform Groene Biotechnologie (IGB)
•
Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW)
•
ROW Deskundigenoverleg Biotechnologie Levensmiddelen (DBL)
•
VNO/NCW Commissie Multilaterale Handelspolitiek
Kwaliteit en Voedselveiligheid •
Secretarissenoverleg diervoedersector
•
Productschappen Commissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW)
•
International Expert Committee (IEC) van GMP+ International
•
NEN normcommissie Plantaardige en dierlijke oliën en vetten
•
NEN beleidscommissie Landbouw en levensmiddelen
•
EZ Stakeholdersoverleg Diervoeders
•
ISO commissie Oliën en vetten
•
ISO commissie Oliezaden en oliezadenmelen
•
Codex Committee Fats and Oils
•
ROW Deskundigenoverleg Hygiëne Levensmiddelen
•
ROW Deskundigenoverleg Productwetgeving Levensmiddelen - Contaminanten
•
FEDIOL Feed and Food Safety Standards Sub Working Group
•
FEDIOL Contaminants and Pesticides Sub Working Group
•
FEDIOL Product Safety & Consumer Affairs (SAFCO)
•
EFIP European Feed Ingredients Platform
•
Technical Committee EFISC European Feed Ingredients Safety Certification
•
HACCP College van Deskundigen SCV
Concept Jaarverslag MVO 2013
42