Flora- en faunawet
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
Informatiefolder voor grondgebruikers
Overzicht van de meest voorkomende schadesoorten Onderstaande tabel geeft overzicht van de meest voorkomende schade veroorzakende soorten en de daarbij behorende mogelijkheden. D i e r s o o rt Beverrat Boerengans Brandgans Canadese gans Damhert Edelhert Ekster Fazant Gaai Grauwe gans Haas Holenduif Houtduif Kauw Knobbelzwaan Kolgans Konijn Meerkoet Muskusrat Nijlgans Ree Roek Smient Spreeuw Steenmarter Vos Wild zwijn Wilde eend Woelrat Zwarte Kraai
jacht
o n t h e ff i n g
++ ++ ++ ++ ++ -
++ ++ + ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ -
handelingen zonder o n t h e ff i n g t o e g e s t a a n ++ ++ + ++ ++ + + + + + ++ ++ + + ++ + ++ ++ + + + ++ ++ + ++ ++
- Niet van toepassing, + Verjaging toegestaan ++ Naast het verjagen is ook afschot toegestaan ! Voor een actueel overzicht van waar, wanneer en welke middelen zijn toegestaan raadpleeg de website www.faunabeheereenheid.nl Situatie per 01-04-2007
Informatiefolder voor grondgebruikers
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
Inleiding Voorliggende brochure is uitgebracht door de Faunabeheereenheid NoordBrabant en is speciaal bestemd voor grondgebruikers in de provincie NoordBrabant. De brochure behandelt in het kort de Flora- en faunawet. Verder vindt u in deze brochure informatie over hoe u als grondgebruiker moet handelen in het geval er sprake is van dreigende of reeds aangerichte schade aan uw gewassen of andere eigendommen, welke schade is veroorzaakt door (al of niet) bij de Wet beschermde inheemse diersoorten. Er is in deze brochure getracht antwoorden te geven op de meest gestelde vragen. Gelet echter op de omvang van de Flora- en faunawet en het Faunabeheerplan (167 blz. excl. bijlagen) mag het duidelijk zijn, dat het onmogelijk is om op alle mogelijke vragen een pasklaar antwoord te geven. Op de laatste bladzijde vindt u gegevens over de instanties waar u met uw eventuele vragen terecht kunt. Actualiteit: Zowel door de landelijke als de provinciale overheden kunnen tussentijds besluiten worden genomen die tot wijziging van de huidige regelingen op het gebied van jacht, beheer en schadebestrijding kunnen leiden. Daarom heeft deze brochure een min of meer ‘tijdelijk’ karakter en zal deze, indien nodig, worden aangepast. Voorliggende brochure geeft de situatie per april 2007 weer. Voor een actueel overzicht van de mogelijkheden en voorwaarden op het gebied van beheer en schadebestrijding kunt u terecht op de website van de Faunabeheereenheid. De Faunabeheereenheid kan als gevolg van tussentijdse wijzigingen niet aansprakelijk gesteld worden.
Informatiefolder voor grondgebruikers
1. De Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (1 april 2002) is een Beschermingswet voor een groot aantal inheemse plant- en diersoorten. Nagenoeg alle van nature in het wild voorkomende dieren in Nederland vallen onder de bescherming van de Flora- en faunawet. Daarom worden zij in de wet ‘inheemse beschermde diersoorten’ genoemd. Krachtens de wet is het verboden om t.a.v. deze dieren, o.a. de volgende handelingen te verrichten: • het verontrusten, vangen, verwonden of doden van dieren • het vernielen van nesten, holen en verblijfplaatsen • het zoeken en rapen van eieren De Flora- en faunawet kent ook uitzonderingen en biedt mogelijkheden om in de populatie(s) van diersoorten in te grijpen, zodra de belangen van landbouw, verkeersveiligheid, flora of fauna onevenredig worden geschaad. Het een en ander is weergegeven in z.g. Algemene Maatregelen Van Bestuur (AMVB’s), waarin een nadere uitwerking van de Flora- en faunawet is opgenomen.
2. De uitvoering van de Flora- en faunawet. Het grootste gedeelte van de feitelijke invulling van de Flora- en faunawet ligt bij de p ro v i n c i e(s). De benadering kan per provincie verschillen, omdat de omstandigheden (klimaat, landschap, biotopen, indeling grondgebruik, diersoorten), maar ook de bestuurlijke politieke samenstelling niet in elke provincie gelijk is. De provincie legt het door haar gewenste beleid vast in de provinciale beleidsnota. De provincie wordt bij het formuleren van het faunabeleid geadviseerd door het landelijk opererende F a u n a f o n d s én de in elke provincie opgerichte F a u n a b e h e e re e n h e i d (FBE). Bij de feitelijke uitvoering werkt de FBE op lokaal niveau intensief samen met de Wi l d b e h e e re e n h e d e n. 2.1. het Faunafonds Binnen de wet is het Faunafonds aangewezen als adviesorgaan van de minister van LNV en de provincie. Het Faunafonds bepaalt uiteindelijk ook of de veroorzaakte schade voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. Informatiefolder voor grondgebruikers
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
Die tegemoetkoming hangt af van: • de diersoort die de schade heeft veroorzaakt • de (preventieve) maatregelen die zijn getroffen om die schade te voorkomen / beperken. D e a c t u e l e i n f o r m a t i e b e t re ff e n d e d e m o g e l i j k h e d e n v i n d t u o p d e w e b s i t e v a n h e t F a u n a f o n d s . O o k k u n t u i n f o r m a t i e v i n d e n o p d e w e b s i t e v a n d e F a u n a b e h e e re e n h e i d . ( z i e achterblad) 2.2. de Faunabeheereenheid De Faunabeheereenheid (FBE) is een samenwerkingsverband van jachthouders. Jachthouders zijn personen en/of instanties die op basis van eigendomsrecht, pacht of huur jachtrechten bezitten. 2.2.1. Samenstelling van de FBE in Noord-Brabant De navolgende partijen zijn in de FBE vertegenwoordigd: • 1 persoon namens de Terreinbeherende organisaties: Brabants Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. • 1 persoon namens de Agrariërs: Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie • 1 persoon namens de Grondeigenaren: Federatie Particulier Grondbezit. • 1 persoon namens de Jagers: Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer • een onafhankelijk voorzitter De FBE heeft een professioneel secretariaat, dat op alle werkdagen bereikbaar is. Te l : 0 1 3 - 5 4 5 0 8 0 0. 2.2.2. Taak van de Faunabeheereenheid De Faunabeheereenheid Noord-Brabant is het e e r s t e a a n s p re e k p u n t voor alle zaken aangaande beheer en schadebestrijding van dieren en kent een z.g. Eén-loket-functie. De FBE heeft vooral een coördinerende en informerende taak bij de uitvoering van het provinciale faunabeleid. Zij ziet erop toe, dat er sprake is van een planmatig en effectief beheer gericht op het voorkómen en bestrijden van schade. Dit beheer ligt vast in het Faunabeheerplan (2006-2011). Dit plan is tot stand gekomen op basis van (gedurende enkele jaren) verzamelde gegevens van dierpopulaties, het aantal schadegevallen en ervaringen met het gevoerde beheer in het verleden. Het plan is door G.S. van NoordBrabant goedgekeurd. De FBE geeft in dit plan aan waar, wanneer, waarom en hoe schadeveroorzakende diersoorten dienen te worden beheerd. 2.3. Wildbeheereenheid De FBE beheert niet zelf, maar schept een kader waarbinnen jacht(akte)houders, met in achtname van de Flora- en faunawet, maatregelen KUNNEN nemen. De jacht(akte)houders zijn meestal lid van of aangesloten bij de overkoepelende plaatselijke Wildbeheereenheid (WBE). Een WBE is een samenwerkingsverband van jagers en in de praktijk het aanspreekpunt voor de FBE. In Noord-Brabant zijn 58 WBE’s actief. Informatiefolder voor grondgebruikers
3. Verantwoordelijkheid van de grondgebruiker De grondgebruiker is volgens de wet zelf de eerst-verantwoordelijke voor het voorkómen van schade. Dit is een van de verschillen ten opzichte van de situatie ten tijde van de jachtwet. Een aantal zaken kan de grondgebruiker zelf, bijvoorbeeld het plaatsen en nemen van preventieve maatregelen. Voor de handelingen waartoe hij niet de mogelijkheden heeft of waartoe hij niet gerechtigd is kan de grondgebruiker een beroep doen op zijn jacht(akte)houder. De grondgebruiker kan dit doen door een grondgebruikersverklaring af te geven. Dit is een op schrift gestelde verklaring van de feitelijke grondgebruiker dat hij een ander toestemming geeft om handelingen namens hem te verrichten om schade aan gewassen te voorkomen. Het kan voorkomen dat deze handelingen niet zondermeer zijn toegestaan. In die gevallen dient ontheffing te worden aangevraagd. Uiteindelijk komt het er op neer dat; hoe minder men heeft ondernomen om schade te bestrijden, hoe kleiner de kans is dat ook daadwerkelijk aanspraak gemaakt kan worden op een schadevergoeding door het Faunafonds. De handelingen die plaatsvinden vallen onder de noemer: jacht, beheer en schadebestrijding.
Informatiefolder voor grondgebruikers
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
4. Jacht, beheer en schadebestrijding Jacht, beheer en schadebestrijding is de verzamelnaam voor alle handelingen die kunnen worden verricht om schade aan de in de wet genoemde belangen te voorkómen. Het gaat hierbij o.a. om belangen van: • • • • •
volksgezondheid en de openbare veiligheid veiligheid van het luchtverkeer belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij schade veroorzaakt door vossen aan hobbydieren konijnen en vossen op sportvelden
4.1. Jacht en jachtwildsoorten (art. 31) Zoals in het begin al werd gesteld; de Flora- en faunawet is een beschermingwet, doch in bepaalde perioden mag door de jachthouder op bepaalde dier (wild)soorten worden gejaagd. Onderstaande tabel geeft aan om welke soorten het gaat en in welke periode van het jaar. Haas
15 oktober
t/m 31 december
Fazant (hen)
15 oktober
t/m 31 december
Fazant (haan)
15 oktober
t/m 31 januari
Wilde eend
15 augustus
t/m 31 januari
Houtduif
15 oktober
t/m 31 januari
Konijn
15 augustus
t/m 31 januari
Patrijs
de jacht op deze soort is niet geopend
De jachthouder heeft op basis van een jachthuurovereenkomst rechten, maar ook plichten. Hij mag oogsten (benutten), maar moet er ook voor zorgen, dat schade door wildsoorten buiten het jachtseizoen wordt voorkomen, daarnaast moet hij zorgen voor een ‘redelijke’ wildstand. Het kan echter vóórkomen, dat door overmacht buiten de jachtperiode schade optreedt. Om dan snel en adequaat te kunnen ingrijpen kan het mogelijk zijn dat er in zo’n situatie via de plaatselijke WBE een ontheffing bij de FBE moet worden aangevraagd. Rechtstreeks bij de FBE is ook mogelijk 4.2. Beheer en schadebestrijding Ter voorkoming en bestrijding van schade aan erkende belangen biedt de Flora- en faunawet mogelijkheden om af te wijken van het ‘beschermingsprincipe’, maar HET uitgangspunt blijft: beter verjagen dan doden. Voorkómen van schade (preventie) gaat boven bestrijding en doden van dieren. 4.2.1. Landelijke vrijstelling (art. 65) Onder de categorie ‘beschermde inheemse diersoorten’ vallen ook diersoorten die in het g e h e l e l a n d schade kunnen aanrichten en waarvoor de minister dan ook een landelijke Informatiefolder voor grondgebruikers
vrijstelling heeft verleend. Het zijn: zwarte kraai, kauw, houtduif, Canadese gans, konijn en vos. Dit betekent, dat het de grondgebruiker is toegestaan om in het gehele land z o n d e r o n th e ff i n g bovengenoemde dieren te verstoren en/of te doden. Indien van het geweer gebruik gemaakt wordt, mag dit alleen gebeuren door iemand die in het bezit is van een geldige jachtakte en die bovendien een z.g. grondgebruikersverklaring heeft. De 40 ha regeling is hierop van toepassing. Voor fretteren, zonder gebruikmaking van een geweer, is geen jachtakte vereist en is de 40 ha regeling niet van toepassing. Wél dient men in het bezit te zijn van een grondgebruikersverklaring. 4.2.2. Provinciale vrijstelling (art. 65) De provincies kunnen ook vrijstelling verlenen voor het doden van ‘beschermde inheemse diersoorten’ die in d e l e n v a n h e t l a n d schade veroorzaken. In Noord-Brabant geldt deze vrijstelling voor het doden van woelratten in fruit. Daarnaast mogen op grond van deze vrijstelling een groot aantal diersoorten z o n d e r v e rg u n n i n g w o rd e n v e r j a a g d ter voorkoming van schade aan gewassen. Het betreft de soorten: Brandgans, Ekster, Fazant, Grauwe gans, Haas, Holenduif, Knobbelzwaan, Kolgans, Meerkoet, Rietgans, Roek, Rotgans, Smient, Spreeuw, Taïgarietgans, Toendrarietgans, Wilde eend. Een uitzondering geldt voor de verjaging van Brandgans, Grauwe gans, Kolgans, Rotgans, Smient, Taïgarietgans en Toendrarietgans in de periode van 1 oktober tot 1 april, binnen de door GS van Noord-Brabant aan te wijzen dan wel aangewezen foerageergebieden. 4.2.3 Provinciale aanwijzing (art. 67) Naast een vrijstelling kunnen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ook personen aanwijzen om bepaalde diersoorten te vangen of te doden. In Noord-Brabant is het j a c h t a k t e h o u d e r s toegestaan om ter beperking van de stand: damhert, muskusrat, rosse stekelstaart, verwilderde duif, verwilderde kat en wild zwijn te doden. Dit geldt voor alle gronden waarop zij rechthebbende zijn, met uitzondering van de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden. Provinciale rattenbestrijding Door de provincie zijn p ro v i n c i a l e r a t t e n v a n g e r s aangewezen die ter beperking van de stand in de gehele provincie zonder aanvullende toestemming van grondgebruikers muskusratten en beverratten te vangen en te doden. 4.2.4. Provinciale ontheffingen (art. 68) De FBE vraagt, goed gedocumenteerd, bij de provincie o p v o o rh a n d ontheffingen aan van de verbodsbepalingen ten aanzien van de beschermde inheemse diersoorten. G.S. van Noord-Brabant kunnen per diersoort onder voorwaarden dergelijke ontheffingen verlenen om diersoorten te verstoren, te verjagen en/of te doden. Dit gebeurt alleen, mits andere mogelijkheden falen en, mits de instandhouding van de soort er niet onder lijdt. Daarbij worden ook de middelen, gebieden, perioden en tijdstippen voorgeschreven. O m d a t d e o n t h e ff i n g e n o p v o o r h a n d p e r d i e r s o o r t , g e w a s e n g e b i e d v e r s c h i l l e n k u n t u h e t b e s t e , v o o r e e n a c t u e e l o v e rz i c h t d e w e b s i t e v a n d e F a u n a b e h e e reenheid raadplegen. Informatiefolder voor grondgebruikers
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
5. Niet beschermde inheemse diersoorten en exoten De Flora- en faunawet kent naast de hierboven genoemde beschermde inheemse diersoorten ook ‘niet beschermde, maar toch inheemse diersoorten’. Tot deze groep behoren de bruine rat, zwarte rat en de huismuis. Er zijn ook een zevental diersoorten waarvan de in het wild levende exemplaren behoren tot de inheemse beschermde diersoorten, maar die vaak gehouden worden. Ontsnapte exemplaren van deze diersoorten genieten geen bescherming van de wet. Het betreft dan (vaak bonte) exemplaren die b.v. vanuit parken of privé-collecties zijn ontsnapt. Het betreft verwilderde dieren behorend tot de soorten: bunzing (fret), konijn, wild zwijn, verwilderde (boeren)gans, Europese kanarie, rotsduif en de wilde (boeren/bonte) eend.
Exoten worden niet beschermd door de Flora- en faunawet, aangezien zij niet inheems zijn. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om personen of categorieën van personen aan te wijzen om exoten te vangen en / of te doden. Echter is het eenieder toegestaan, mits gerechtigd op basis van een g ro n d g e b r u i k e r s v e r k l a r i n g, deze diersoorten te vangen of te doden. Dit mag natuurlijk alleen maar gebeuren met middelen die bij de wet zijn toegestaan. Het gaat om de exoten: nijlgans, muntjak, verwilderde kat enz, maar ook de muskusrat en beverrat. Bij de laatste soort geeft de provincie er de voorkeur aan om de uitvoering door de provinciale rattenvangers te laten plaatsvinden i.v.m. verwarring met de bever.
Informatiefolder voor grondgebruikers
6. Hoe nu precies om te gaan met schade? Grondgebruikers kunnen onder voorwaarden een financiële tegemoetkoming krijgen voor schade, aangericht door beschermde inheemse diersoorten aan gewassen. Het toekennen hiervan is de verantwoordelijkheid van het Faunafonds. De hoogte van de aangerichte schade wordt getaxeerd door een erkende taxateur. De wet gaat er vanuit, dat de grondgebruiker zelf verantwoordelijk is voor het voorkómen en bestrijden van schade. Het F a u n a f o n d s heeft een H a n d b o e k F a u n a s c h a d e samengesteld, met daarin een overzicht van de middelen welke preventief ingezet kunnen worden. Indien deze preventieve maatregelen niet afdoende werken, kan de grondgebruiker gebruik maken van verschillende mogelijkheden om het verder ontstaan van schade te beperken. Voor een aantal dieren zijn op basis van het door de Faunabeheereenheid opgestelde Faunabeheerplan o n t h e ff i n g e n o p v o o r h a n d aanwezig. Deze zijn verstrekt op basis van schadehistorie in bepaalde gebieden én een duidelijke relatie tussen bepaalde diersoorten en bepaalde gewassen. Deze ontheffingen kunnen binnen 24 uur worden ingezet. Voor gebieden en schadeveroorzakende diersoorten waarover geen historische gegevens aanwezig zijn, dient een ontheffingsaanvraag via de Faunabeheereenheid bij de provincie te worden ingediend. De provincie zal binnen 30 werkdagen over deze aanvraag een besluit nemen. Om voor een ontheffing in aanmerking te komen dient men allereerst tenminste twee preventieve maatregelen te hebben genomen ter voorkoming van de schade. Informatiefolder voor grondgebruikers
Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant
Wanneer er desondanks schade optreedt en een ontheffing is aangevraagd, kan men een beroep doen op het Faunafonds om in aanmerking te komen voor schadevergoeding. Het Faunafonds onderzoekt uiteraard of alle procedures op juiste manier zijn doorlopen en of verder aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Alle schade die aan landbouwgewassen wordt aangericht door een beschermde inheemse diersoort, kan de grondgebruiker melden bij het Faunafonds. Hieraan zijn een aantal voorwaarden verbonden: • De schade moet gemeld worden met het originele formulier “Verzoekschrift Faunaschade” met bijlagen. • De schademelding moet per post worden ingediend, uiterlijk 7 werkdagen na ontstaan van de schade. (zie: Regeling vaststelling beleidsregels schadevergoeding Faunafonds) • De hoogte van de schade wordt getaxeerd door een, door het Faunafonds aangewezen taxateur. • De aanvrager meldt aan het Faunafonds wanneer het gewas, de teelt of het product waarvoor schadevergoeding is aangevraagd, geoogst, verkocht of afgevoerd wordt. Bij voorkeur dient dit minimaal 14 dagen voorafgaande aan de handeling gemeld te worden, zodat de definitieve taxatie tijdig plaats kan vinden. Noot: Het is belangrijk te weten, dat schade, aangericht door z.g. vrijgestelde d i e r s o o rt e n e n o n b e s c h e rm d e d i e r s o o rt e n , n i e t v o o r v e rg o e d i n g i n a a n m e r k i n g komt.
Tenslotte: Zoals in de inleiding al werd gesteld, geeft deze brochure slechts in hoofdlijnen de Flora- en faunawet weer. Wanneer u meer gedetailleerde informatie wenst of vragen heeft, dan kunt u zich wenden tot: Faunabeheereenheid Noord-Brabant.
Informatiefolder voor grondgebruikers
F a u n a b e h e e re e n h e i d N o o rd - B r a b a n t Spoorlaan 350, 5038 CC TILBURG Postbus 91, 5000 MA TILBURG Tel : 013-5450800 Fax: 013-5449909 E-mail:
[email protected] www.faunabeheereenheid.nl
Voor specifieke vragen en het melden van schade kunt u contact opnemen met het: Faunafonds Burgemeester de Raadsingel 59 Postbus 888 3300 AW Dordrecht Tel : 0800-2233322 www.faunafonds.nl
Deze Brochure kwam tot stand dankzij subsidie van de provincie Noord-Brabant. Zie ook www.brabant.nl
© FBE Noord-Brabant april 2007