Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland
Natuurakkers in Nederland achtergrond en dilemma’s in beheer Henk Kloen
Natuurakkers in Nederland achtergrond en dilemma’s in beheer
Wat is akkernatuur? Akker = bewerkt ----> <---- natuur = spontaan
• Wat is akkernatuur? • stand van zaken akkerkruidenreservaten • ontwikkelingsrichting en tips
Waaruit bestaat het akkerlandschap? • percelen zelf – akkerbouwgewassen, eventueel grasland
• binnenranden – van oudsher lagere productie en meer natuur, modern randenbeheer
• Akkernatuur = • rijke flora en fauna • gebonden is aan akkers en • op akkerbouwbedrijven voorkomende biotopen
Akkerflora ca. 86 – deels zeldzame - soorten onkruiden (beschermingsplan akkerplanten): • Weinig bemeste grond • lage pH • Soorten van wintergranen en soorten van zomergranen/hakvruchten
• buitenranden – slootkanten, hagen, struwelen, paden, en daarnaast ook poelen, erfbeplanting
1
Variatie in akkerflora
Variatie in akkerflora • Gewas - gerelateerd aan kiemperiode:
• Grondsoort: • zand • zuur
– Kiemperiode najaar – Vroeg tot laat voorjaar – Minder gewenst: generalisten
- klei - kalk
• kiemen hele jaar of • hebben wortelstokken
• Maar de meeste doen het in vruchtwisseling ook
winterannuellen: korenbloem, klaproos, driekleurig viooltje, echte kamille
zomerannuellen: gele ganzebloem, akkerleeuwenbek, schijfkamille
generalisten (meestal minder gewenst)
kiemen hele jaar vogelmuur
of
hebben wortelstokken akkerdistel
Akkerfauna
• bijv. veldleeuwerik, kwartel en grauwe gors
– variatie in gewassen, voldoende graan, – zaden van graan en onkruid – insecten en ongewervelden in het veld, (variatie in gewassen, bloeiende en zaadzettende kruiden) – beschutting in broedtijd en in de winter (gras/ruigte, voor sommige vogels struweel) Tekening:
Vogelbescherming
2
struweelvogels
Overige agrobiodiversiteit • diversiteit in gewassen en rassen • diversiteit van agrarisch landschap, inclusief akker- en grasranden, sloten, dijken, beplantingen, erven
• Kneu • Grasmus • Geelgors
Hoe staan akkerkruidenreservaten er voor? • Enkele tientallen ha., vooral op zand, eenheden van een tot enkele ha. • Korte termijn wisselend succes voor flora • Lange termijn eenzijdige veronkruiding, beheersprobleem • Betekenis voor akkerfauna (vogels) beperkt • (Akkerevaluatie 2005 Natuurmonumenten) Instandhouden van totaal habitat voor de langere termijn (Handboek Natuurdoeltypen) – Voor flora: > 5 ha – Voor fauna: > 30 ha
Economische aspecten graanakkers • Opbrengsten dalen van 5 naar naar 1-2 ton/ha --> 50-200 /ha • directe beheerskosten (loonwerk en materiaal) --> 120 -360 • SN natuur - vergoeding ca. 160 • pacht vragen? • SNL agrarisch beheer botanisch 150-760
• ---> link met cultuurhistorie
Wat zijn kansrijke percelen? • oude akkerpercelen (essen e.d.) – Veel zaden overleven lang! – ongeschoond zaaizaad helpt
• maisakkers? – NM: soortenarme akkers blijven vaak soortenarm – incidenteel succes kort na reguliere maisteelt
Valkuil: • niet bemesten • minimaal bewerken • minimale vruchtwisseling (alleen rogge)
• er blijft te weinig akker over: – weinig opbrengst – ongewenste kruiden zoals schapezuring en gladde witbol domineren
3
Gevolg: • hoge beheerskosten • weinig doelsoorten • staken akkerbeheer
Dilemma’ s • • • •
Hoe Hoe Hoe Hoe
krijg je meer soorten (flora) krijg je meer fauna voorkom je eenzijdige veronkruiding maak je beheer betaalbaar
--->Is het beheer te rigide?
kans 1: Agrarisch randenbeheer • veel regionale experimenten • randen met graan, cultuurkruiden, soms wilde kruiden (meerjarige graslandkruiden) • agrarisch beheer, monitoring • succes voor vogels: grauwe kiekendief, geelgors, veldleeuwerik….
Triorand voor fauna • Triorand voor fauna
ook kansen voor akkerflora ?!
•
Kans 2: Heeft biologisch meerwaarde voor de natuur?
Heeft biologisch aantoonbare meerwaarde voor biodiversiteit? soortengroep
• Milieuvriendelijk • Zorg voor de bodem • Meer variatie in gewassen en veerassen • Grotere inzet en interesse van ondernemers
positief
negatief
wisselend/geen
effect
effect
effect
vogels
7
zoogdieren
2
vlinders
1
spinnen
7
(regen)wormen
7
2
4
kevers
13
5
3
andere insecten, mijten e.d.
7
1
2
8
25
planten
2
• 1 3
13
bodemmicro-organismen
9
Totaal
66
2 8
• •
Aantal studies naar effect op biodiversiteit van biologische landbouw vergeleken met gangbare landbouw (Hole e.a., 2005) Vogels: veldleeuwerik, kneu, kievit, groenling en grauwe gors (Hole) Gegevens uit Flevoland: veldleeuwerik, kievit en kneu (Kragten, 2004).
4
Biologisch kans voor akkerkruiden? akkerbouwteelten biologisch
Wintertarwe 4%
overig 15%
Zomertarwe 13%
Wintertarwe 13% Zomertarwe 3%
overig 32%
overige granen 8% Peulvruchten 1%
overige granen 17%
Snijmaïs 26%
Luzerne 7%
Suikerbieten 5%
• Extensieve biologische teelt, verbeterde versie van het oude drieslagstelsel (geen hakvruchten, 50% granen): – – – – –
Aardappelen 20%
Peulvruchten 4%
Snijmaïs 9%
Kans 3: Voorbeeld verbeterde vruchtwisseling
akkerbouwteelten gangbaar
Luzerne 1% Suikerbieten 13%
Aardappelen 9%
• gevarieerde vruchtwisseling • kennis en ervaring in goede grondbewerking (bijv. stoppel)
• !!! een gespecialiserde akkerbouwer heeft intensieve mechanische onkruidbestrijding
• Inzet van kennis op raakvlak landbouw/ecologie • vergroting areaal met gematigd beheer
Tips voor beheer 1teelttechnisch • Denk na over vruchtwisseling • Pas gerichte grondbewerkingen toe, bijv. in stoppel • Gebruik zaaizaad van (andere) natuurakkers • Varieer beheer van randen en middendelen • Laat randen staan / mors met de oogst • Plaats korenschoven voor fauna
•
1 wintertarwe 2 zomergerst of haver 3 braak / groenbemesters 4 zomertarwe 5/6 vlinderbloemigen zoals gras-klaver, luzerne
naast akkervogels, meer akkerflora
• Bron: akkernatuur in Buytenland, 2009
Tips voor beheer - 2
Planning en organisatie • Plan op bedrijfs- of gebiedsniveau • Experimenteer met beheer – randen – grondbewerking – andere gewassen ....
• Werk samen met lokale en/of biologische boer – kennis – mechanisatie – afzet / speciale producten
Bewerk de markt, gebruik iconen!
1 Torenvalk 73%
2
3
Boerenzwaluw 72%
Kievit
67%
3
5
Scholekster
Veldleeuwerik
67%
47%
5