Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart Door Auke de Jong
De watersector staat op het gebied van assetmanagement voor diverse dilemma’s. Tussen het gebruik van nieuwe rekenmodellen en doorgaan op de vertrouwde werkwijze. Tussen zelf innovatie initiëren en wachten op toestemming van de overheid. Tussen schaalvergroting en acteren op de menselijke maat. In het kader van haar honderdjarig bestaan bracht Grontmij tien prominenten uit de watersector bij elkaar voor een rondetafelgesprek op 29 oktober 2015. Naar aanleiding van presentaties over decision analytics, innovatie en omgevingsmanagement bespraken zij diverse actuele dilemma’s. Of misschien uiteindelijk slechts één: die tussen hoofd en hart.
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Dagvoorzitter
Dieter de Vroomen, strategy advisor Dieter de Vroomen geeft als strategy advisor ondersteuning op het gebied van strategie en bedrijfsvoering aan directies van technische organisaties in de private en publieke sector. Daarnaast is hij bestuurder van het Hoger Technisch Instituut, een post-hbo-opleider voor de bouwsector. Hij is opgeleid tot chemisch technoloog en vervolgde zijn carrière via commercieel management tot strategisch adviseur. De Vroomen organiseert regelmatig masterclasses over assetmanagement en publiceert over besturingsvraagstukken op dat vlak.
Dilemma
Ratio van rekenmodellen versus politieke besluitvorming Meer transparantie in de watersector: daar kan niemand tegen zijn. Met feiten onderbouwde beleidsvorming is sterk in opkomst. Big data en decision analytics spelen hierin een cruciale rol. De technologie belooft dat organisaties betere strategische beslissingen kunnen nemen en hun prestaties verbeteren. Voor assetmanagement van evident belang. Decision analytics zorgt voor meer transparantie, stelt John Phillips van de Engelse softwareproducent SEAMS. “In de huidige besluitvorming van publieke organisaties is de informatievoorziening afhankelijk van individuen en wordt informatie selectief gecommuniceerd. Binnen de organisatie en tussen de organisatie en de politiek. Informatie moet echter niet eigendom zijn van personen, maar in een rekenmodel opgenomen worden, zodat het van iedereen is. De besluitvorming verbetert en krijgt op basis van data een voorspellend en transparant karakter. Waar organisaties data nu nog gebruiken om terug te blikken, krijgen zij met behulp van decision analytics meer inzicht in hun handelen en een beter vooruitzicht op de toekomst.” Tegenover de ratio van de rekenmodellen staat de politieke besluitvorming binnen de watersector, erkent Phillips. Het probleem is dat organisaties – overigens niet alleen organisaties in de watersector – ondanks de vele aangetoonde voordelen het moeilijk vinden om volledig vertrouwen te hebben in decision analytics. “De politieke bestuurders begrijpen nog onvoldoende hoe de rekenmodellen hen kunnen helpen. Dat komt ook omdat dit type modellen recent geïntroduceerd is. Bovendien: wie zijn beslissingen baseert op een rekenmodel, neemt een extra grote verantwoordelijkheid op zich. Helemaal als het om beslissingen op het gebied van assetmanagement gaat waar miljoenen aan publiek geld mee gemoeid zijn.”
Spreker
John Phillips, commercial director bij Seams
‘Meer transparantie, betere besluitvorming’ John Phillips is al 40 jaar werkzaam in de Engelse watersector en de procesindustrie. Als commercieel directeur van SEAMS is hij gespecialiseerd in het inzichtelijk maken en verbeteren van de performance van nutsbedrijven door het op maat toepassen van geavanceerde analysetechnieken. Phillips is daarnaast bestuurslid bij het Institute of Engineering in het Verenigd Koninkrijk.
2
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Om de watersector meer vertrouwd te maken met de rekenmodellen, moet er volgens Iman Koster van kenniscentrum CROW meer aan show and tell worden gedaan. “Waarom zou elke organisatie het wiel opnieuw moeten uitvinden? De organisatie die een succesvolle pilot heeft gedaan, moet andere organisaties uitleggen hoe de modellen werken en wat ze op kunnen leveren. Bovendien kun je expertise rond rekenmodellen van buiten halen. Partijen als Grontmij hebben een belangrijke rol om de waarde van decision analytics in assetmanagement aan te tonen.”
Kennis bewaard in model Volgens Else Langbroek van denktank WaterWegen zit er nog een belangrijke stap tussen de rekenmodellen en de besluitvorming, namelijk de interpretatie van data. “Juist in dit deel kunnen conflicten ontstaan. Je hebt nog steeds experts nodig om data te duiden.”
Iman Koster algemeen directeur kenniscentrum CROW: “Watersector moet meer aan show & tell doen.”
Deze expertise moet volgens Phillips komen uit de eigen organisatie. “Neem de organisaties in de watersector. Als het om assetmanagement gaat, kennen de eigen medewerkers de assets beter dan wie dan ook. Deze kennis moet worden benut in de rekenmodellen. Het voordeel daarvan is dat wanneer een medewerker de organisatie verlaat, zijn kennis bewaard blijft in het model.” Decision analytics mag voor meer transparantie zorgen, dat wil volgens Annette Ottolini van Evides Waterbedrijf nog niet zeggen dat op basis daarvan de juiste beslissingen worden genomen. “De interpretatie van informatie is nog steeds van evident belang. Daarin kunnen mensen – ook experts – heel erg van elkaar verschillen. Hun interpretatie is afhankelijk van de invalshoek van waaruit zij naar de informatie kijken.” Dick Engelhardt van Zeeland Seaports ziet een duidelijke scheiding tussen de invalshoek van de organisatie en die van haar aandeelhouders, de politiek. “Er is vaak sprake van een verschil in kennis van de toe te passen rekenmodellen. Ik geloof dat een organisatie rekenmodellen kan gebruiken om haar prestaties te verbeteren, zeker op het gebied van assetmanagement. Maar gebruik deze modellen niet sec om prestaties te communiceren. Het verhaal omtrent deze prestaties is vaak complex en moeilijk uit te leggen aan politieke bestuurders. De ‘storytelling’, de communicatie naar de politieke bestuurders en het managen van verwachtingen is extreem belangrijk. Rekenmodellen zijn nuttige hulpmiddelen. Je moet alleen wel de uitkomsten ervan weten te vertalen naar de politieke wereld.”
Korte en lange termijn
Dick Engelhardt hoofd Infrastructuur Zeeland Seaports: “Storytelling naar de politieke bestuurders extreem belangrijk.”
Een ander dilemma waar organisaties in de watersector tegenaanlopen bij het gebruik van rekenmodellen is de termijn waarover besluiten worden genomen. Volgens Gert van der Kooij van Hoogheemraadschap van Rijnland geldt dat hoe meer politiek de aard van de organisatie is, des te korter de periode is waarover de beslissingen worden genomen. “Een rekenmodel wordt gebruikt om beslissingen voor de lange termijn te nemen, misschien wel voor tien jaar. Terwijl de politiek vaak naar de korte termijn kijkt. Hoe kan een waterschap rekenmodellen voor de lange termijn gebruiken als er elke vier jaar een nieuw bestuur moet worden gekozen? En bestuurders worden afgerekend op de hoogte van de waterschapslasten? In de advisering van bestuurders dien je steeds meer rekening te houden met de invloed van de omgeving op de te nemen beslissing.” Vroeg of laat zullen bestuurders de rekeninformatie moeten gebruiken. Zeker als het gaat om assetmanagement. André Verberne van Waterschap Brabantse Delta: “Aan assets als een rioolsysteem of een brug verandert in één jaar niet zoveel. Met andere woorden: de politiek kan investeringen op korte termijn ongestraft uitstellen. Een bestuurder kan uit korte termijn belangen de waterschapslasten laag willen houden, maar als door achterstallig onderhoud de kosten uiteindelijk hoger uitvallen, kan hij daarop worden afgerekend.”
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
3
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Dilemma
Durven innoveren of vasthouden aan regels? Speker
Hester Faber, zelfstandig consultant in de transitie naar een duurzame samenleving
‘Innoveren is conventies doorbreken’ Hester Faber is zelfstandig gevestigd consultant en daarnaast omgevingsmanager bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Zij wil mensen met elkaar verbinden en laten samenwerken in de transitie naar een duurzame samenleving. Met haar achtergrond als milieukundig ingenieur deed Faber ruime ervaring op in met name de commerciële advieswereld op het gebied van (duurzame) gebiedsontwikkeling. Decision analytics is een veelbelovende vorm van innovatie waar de watersector niettemin nog koudwatervrees voor heeft. Hoe staat het met de vernieuwingsdrang van de watersector in het algemeen: is er durf om te innoveren? Of laten waterschappen en drinkwaterbedrijven zich tegenhouden door regelgeving en gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing? Wie veiligheid moet garanderen vertrouwt maar liever op bewezen technologie. Volgens de tweede spreker, Hester Faber, zelfstandig gevestigd consultant en omgevingsmanager bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, staat de watersector positief tegenover innoveren. Maar innovaties breken in de praktijk niet altijd door. Zij laat dit zien aan de hand van het voorbeeld van multifunctioneel (mede)gebruik van waterkeringen. Faber: “Bouwen in en op waterkeringen is zo oud als de keringen zelf. In de loop der tijd is de wet- en regelgeving voor bebouwing op waterkeringen aangescherpt. Er worden, uit het oogpunt van onder meer veiligheid, randvoorwaarden gesteld die niet altijd samengaan met bebouwing. Hierdoor is het vrij lastig om nieuwe initiatieven van de grond te krijgen.” Voor innovatie is bestuurlijke lef nodig en de watersector moet zich niet laten afschrikken door regelgeving, vindt Douwe Jan Tilkema van Waterschap Vallei en Veluwe. “Innovatie moet altijd beginnen met de vragen: wat wil je bereiken en hoe ga je dat bereiken? En ja: er is durf voor nodig om daar consequenties aan te verbinden. Wie ambitieus is en vooruitkijkt, zal namelijk altijd tegen grenzen aanlopen. Je komt op ideeën die strijdig zijn met de huidige manier van werken en de huidige regelgeving. Maar die grenzen zijn even volstrekt irrelevant. Vaak focussen organisaties zich teveel op de risico’s, terwijl zij zich alleen zouden moeten concentreren op wat zij willen bereiken.” Douwe Jan Tilkema adjunct directeur Waterschap Vallei en Veluwe: “Innovatie is altijd in strijd met bestaande regelgeving.”
Volgens Koster is innovatie ‘een cultuurding’. “Je moet binnen je organisatie een cultuur scheppen waarin innovatie vrij kan ontstaan en waarin mensen niet schrikken als dat gebeurt. Let wel: dat is iets anders dan dat je innovatie kunt plannen. Het gaat erom: kan jouw organisatie omgaan met niet-bestaande oplossingen zonder ze meteen af te schieten.”
Overheid opzij Waar Tilkema innovatie ziet ontstaan vanuit duidelijke doelen, gelooft Verberne ook in innovatie om de innovatie. Zijn waterschap experimenteert momenteel met het produceren van algen uit afvalwater. “Wij waren al een tijdje bezig met ons project toen ik tijdens een vakantie op Malta toevallig hoorde dat men daar biodiesel uit algen produceert. Terug in Nederland heb ik contact met de mensen daar gezocht en zo zijn wij op nieuwe ideeën gekomen. Het is effectief om over vernieuwing na te denken zonder al bezig te zijn met eindresultaat of doelstelling.”
Else Langbroek vice-voorzitter WaterWegen: “Benader dilemma’s met een open houding.”
4
Ook Aquafarm, een initiatief van WaterWegen is ontstaan door vrij te innoveren. Else Langbroek: “Wij hebben vrijuit gebrainstormd over wat je allemaal kunt doen met de assets van de waterschappen. Daar kwamen allerlei ideeën uit waaronder de Aquafarm. Je kunt wel doelstellingen koppelen aan innovatie, maar je zult deze nooit te eng moeten omschrijven. Benader dilemma’s met een open houding en kijk wat er ontstaat. Als je lijm ontwikkelt die niet sterk genoeg is, heb je wel ineens post-its ontdekt.”
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Een ander voorbeeld van innovatie door waterschappen is de netwerkorganisatie Energie en Grondstoffenfabriek. Volgens Ed Steenbergen van Waterschap Rivierenland, een van de partners van Energie en Grondstoffenfabriek, kon dit initiatief alleen ontstaan doordat de overheid terugtrad. “Wetgeving is altijd een reactie achteraf; het is de uitkomst van een oud proces en zit ons in de weg bij het streven naar vernieuwing. De Green Deal Grondstoffen is een prachtig voorbeeld van hoe de rijksoverheid ruimte schept voor innovatie. De regelgeving wordt even aan de kant gezet om pilots mogelijk te maken. Blijkt de oplossing te werken, dan kan deze op grotere schaal worden ingevoerd en moet de wet worden aangepast.”
Regels hebben een functie Organisaties die willen innoveren moeten zich niet laten tegenhouden door bestaande regelgeving. Toch heeft een deel van de organisatie wel degelijk regels nodig, denkt Harm Kupers van Waterschap Hunze en Aa’s. “Als je bij het beheerwerk elke dag jezelf moet afvragen op welke manieren je de veters kunt strikken, wordt het werk niet meer gedaan. De grote uitdaging is om een evenwicht te vinden tussen je werk verbeteren en je werk vernieuwen. Het is makkelijk om te zeggen: ‘doe maar even geen wetten’. Maar soms bieden wetten en regels ook houvast voor je organisatie.” Volgens Riksta Zwart van Waterbedrijf Groningen floreert innovatie in een grijs gebied tussen werken volgens de regels en vrij denken over vernieuwing. “Dat noemen we innovatie omdat dat veilig is voor mensen die volgens regels moeten werken. Innovatie is ‘iets aparts’. Tegelijkertijd is de term innovatie uitnodigend voor mensen die graag vernieuwend bezig willen zijn. Het gaat erom dat je beide werelden met elkaar weet te verbinden. Dat kan op elk niveau, want ik geloof dat in elk mens wel iets creatiefs zit. Je moet het als organisatie slechts aanboren. Als ik onze medewerkers vraag hoe we piekvorming in de sanering van leidingen kunnen voorkomen, hoor ik allerlei creatieve oplossingen. Ook van mensen die elke dag volgens de regels moeten werken.”
Met of zonder de wetenschap?
Ed Steenbergen hoofd Technische Installaties Waterschap Rivierenland: “Wetgeving even opzij schuiven om innovatie mogelijk te maken.”
Harm Kupers secretarisdirecteur van Waterschap Hunze en Aa’s: “Deel van organisatie heeft regels nodig als houvast.”
Dat innovaties niet altijd doorbreken kan een gevolg zijn van wet- en regelgeving, maar ook van gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing. De cijfers die de wetenschap levert zijn niet altijd behulpzaam, weet Faber uit ervaring. “Veel van onze dijken rond het Markermeer zijn gebouwd op een veenachtige ondergrond. Als wij een nieuwe dijk ontwerpen met behulp van een rekenmodel, dan wordt veen als een slappe ondergrond gerekend. Terwijl het veen hier juist langdurig belast en heel sterk is. Uit de rekenmodellen komt een dijk die veel te breed is. Dus het rekenmodel klopt niet, maar hoe moet het dan wel? Als je die vraag aan de wetenschap stelt, komen ze er niet uit. Hoeveel risico ben je dan als waterschap bereid om te lopen?” Heeft de wetenschap dan helemaal geen rol om te komen tot innovaties in de watersector? Koster vindt van wel. “Om tot innovaties te komen heb je een cultuur nodig waarin mensen niet worden geremd. De wetenschap kun je ook inzetten aan de achterkant van het innovatieproces. Om ideeën en oplossingen te toetsen.” Volgens Tilkema hebben organisaties de wetenschap ook aan de voorkant nodig. “Als je aan een dilemma gaat werken ontstaan er ineens veel kansen. Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek levert dan bijvoorbeeld een compleet andere manier van waterzuivering op. Daar was je anders nooit op gekomen.”
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
5
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Dilemma
Efficiënt voor de aandeelhouders of aaibaar voor het publiek? Spreker
Frank van den Heuvel, directeur public affairs bij TNO
“Think local, act local.” Frank van den Heuvel is directeur public affairs bij TNO en verantwoordelijk voor de contacten met politiek en samenleving. Eerder was hij manager corporate affairs bij Delta, een multi-utilitybedrijf in Zeeland. Hij is actief als toezichthouder, onder andere als voorzitter van de Raad van Commissarissen van ZLM Verzekeringen en als lid van de Raad van Toezicht van de Hogeschool Leiden.
Waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Schaalvergroting brengt immers financiële en bedrijfsmatige voordelen met zich mee. Organisaties moeten echter ook een zekere aaibaarheid hebben, meent Frank van den Heuvel, directeur public affairs van TNO, die een derde hoofddilemma voor de discussie aandraagt. Hij wijst op de ‘heimwee naar dichtbij’ die in de politiek en samenleving bestaat: het verlangen naar overzicht, naar veiligheid op straat en goed onderwijs in de buurt. Van den Heuvel: “Waterschappen en drinkwaterbedrijven houden zich in het publieke domein bezig met ‘kiezersgevoelige’ zaken. Juist daarom moeten zij voor de burger herkenbaar zijn. Bovendien moeten zij altijd aandacht hebben voor lokale ontwikkelingen. Think local, act local. De geschiedenis toont aan dat wanneer er geen aandacht is voor de omgeving, er problemen ontstaan. De omgeving zorgt voor draagvlak en bepaalt of een project succesvol is of niet. Dat betekent: de samenleving vanaf het begin betrekken bij de besluitvorming. Society Affairs is net zo belangrijk als Public Affairs.” Vanuit het oogpunt van assetmanagement is schaalvergroting misschien gewenst, maar zijn waterschappen en drinkwaterbedrijven ondertussen niet te groot geworden? “Maatschappelijke organisaties moeten zich kunnen verantwoorden. Dat lijkt mij lastiger naarmate zij door hun schaal verder van de burger af staan” zegt Koster. “Je ziet het aan de lage opkomst bij waterschapsverkiezingen. Die leven niet bij de burger, omdat hij niet begrijpt waarom een waterschap zo groot moet zijn. Wie heimwee naar dichtbij heeft, denkt: vroeger waren de waterschappen kleiner, dus beter. Kennelijk zijn wij als sector niet in staat om uit te leggen waarom schaalvergroting noodzakelijk is. André Verberne directielid Waterschap Brabantse Delta: “Aaibaarheid organisatie ook voor eigen medewerkers van belang.”
De aaibaarheid en herkenbaarheid van een organisatie is van belang voor de burger, maar ook voor de organisatie zelf, vindt André Verberne. Ook wat assetmanagement betreft bestaat er volgens een optimale schaalgrootte. “We maken geen drinkwater in Maastricht om het in Utrecht af te leveren. Ik denk dat wij in Nederland de juiste schaal moeten zoeken van drinkwaterbedrijven en waterschappen waarbij de medewerkers elkaar nog kennen, de burger de organisatie herkent en waarbij bedrijfsmatig qua assets een optimaal is.”
Assetmanagement is omgevingsmanagement Kernwoord in deze discussie is volgens Annette Ottolini relevantie. Het werk van waterschappen en drinkwaterbedrijven raakt de burger pas als het relevant voor hem wordt. “Voor wie aan een dijk woont komt het onderwerp dijkverzwaring heel dichtbij. Herkenbaar zijn voor de burger begint met omgevingsmanagement. Daarmee kun je het verschil maken en de relevantie van je werk aantonen. De beste aanpak is om mensen vroegtijdig te betrekken. Ook als het gaat om assetmanagement. Bij het vervangen van assets kijken wij altijd hoe groot de risico’s zijn als we de investeringen niet doen. Het is heel belangrijk om de omgeving in je overwegingen mee te nemen. Daarmee creëer je draagvlak.” Annette Ottolini directeur Evides Waterbedrijf: “Herkenbaar zijn begint met omgevingsmanagement.”
6
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector Om relevant te zijn moeten waterschappen en drinkwaterbedrijven burgers weten te raken, aldus Riksta Zwart: “Dat betekent dat wij onszelf moeten verplaatsen in onze klanten. We moeten bovendien het gesprek durven aangaan en de zaaltjes in trekken. Wij nemen nog te vaak besluiten gebaseerd op aannames die we niet hebben gecheckt bij de omgeving. We gaan ervan uit dat de burgers het meeste belang hechten aan zo laag mogelijke waterschapslasten en tarieven. Maar als je uitlegt waarom investeringen in je assets belangrijk zijn voor de toekomstige generaties, hebben mensen daar begrip voor. Het contact met burgers is spannend omdat je niet weet hoe zij zullen reageren. Je kunt op zo’n moment ook zeggen: we weten nog niet alles en willen het met u onderzoeken. Een kwetsbare opstelling kan een organisatie veel begrip opleveren.” Wie burgers oproept tot participatie, moet wel nadenken over de vorm, vindt John Zegwaard van Grontmij. “Je moet eerst bepalen hoe de interactie eruit moet zien. Ga je burgers alleen informeren, vraag je mensen om instemming of verlang je een inhoudelijke bijdrage van ze? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wanneer je mensen om een inbreng vraagt, de kwaliteit van de besluitvorming over het algemeen toeneemt.”
Riksta Zwart directeurbestuurder Waterbedrijf Groningen: “Kwetsbare opstelling kan een organisatie veel begrip opleveren.”
Vragen om ideeën Ook Hoogheemraadschap van Rijnland onderzoekt hoe zij de burgers kan betrekken bij de besluitvorming. Gert Van der Kooij: “Vroeger melden we aan de burgers wat we gingen doen. Nu organiseren wij een bijeenkomst met burgers en geven we aan welke doelen bereikt moeten worden. We stellen de kaders en vragen de zaal om met ideeën te komen. De schaal van de organisatie doet er dan helemaal niet meer toe, omdat je het omgevingsmanagement altijd richt om de directe omgeving. Dat is de transitie die ons waterschap momenteel doormaakt. Wij hebben daarbij veel geleerd van Rijkswaterstaat. Een project als ‘Ruimte voor de rivier’ is megagroot, maar Rijkswaterstaat wist het heel lokaal te maken.” De transitie van Rijnland zullen alle waterschappen moeten doormaken, verwacht Kupers. “Waterschappen zijn technische organisaties. Wij hebben de oplossing al klaar voordat de ander het probleem aankaart. We zullen burgers veel vaker om een inhoudelijke bijdrage moeten vragen. Niet alle problemen zullen herkenbaar zijn. Mensen kunnen zich nog wel voorstellen wat de gevolgen van dijkdoorbraak zullen zijn. Maar als het gaat over de stikstofverlaging op een waterzuivering, haken de meeste mensen af.”
Gert van der Kooij directeur van Hoogheemraadschap van Rijnland: “Burgers kom met ideeën.”
Nawoord Honderd jaar geleden begon Doedo Veenhuizen aan een uitdaging: het verhelpen van wateroverlast en het ontginnen van woeste gronden. Hij wilde de assets van zijn opdrachtgevers beschermen en legde daarmee de basis voor het huidige Grontmij. Water is water gebleven, maar verder is er de afgelopen honderd jaar veel veranderd. Betekenis én omvang van de assets zijn enorm toegenomen. Anders gezegd: zowel de waarde als de betrouwbaarheid en afhankelijkheid van de assets zijn sterk veranderd.
John Zegwaard directeur divisie Water & Energie bij Grontmij
Tijdens het rondetafelgesprek is een aantal dilemma’s in de watersector toegelicht en uitgediept. Ze gingen onder meer over kosten, verantwoording en burgerparticipatie. Om goede besluiten te kunnen nemen, moeten bestuurders beschikken over correcte en volledige data. Daarnaast moeten er duidelijke criteria zijn waarop zij hun afweging kunnen baseren. Cruciaal bij alle dilemma’s is het perspectief van de (bestuurlijke) besluitvorming, op operationeel, tactisch en strategisch niveau. In Nederland besteden wij veel aandacht aan sturing op operationeel en tactisch niveau. Nu organisaties kunnen beschikken over steeds meer en betere data en burgerparticipatie steeds volwassener wordt, zouden wij verder moeten kijken. Naar een horizon van tenminste tien jaar. Uiteraard met voldoende aandacht voor de korte termijn en met begrip voor gebruikers en burgers. Gebruikers verzamelen zelf ook steeds meer data en zullen wellicht zelfs het beheer van assets voor hun rekening nemen. De assets van ons land zijn gebaat bij een perspectief op strategisch niveau. Net als honderd jaar geleden: een prachtige uitdaging!
Assetmanagement: laveren tussen hoofd en hart
7
Rondetafelgesprek over dilemma’s in de watersector
Voorzitter Dieter de Vroomen Deelnemers André Verberne, Waterschap Brabantse Delta Harm Kupers, Waterschap Hunze en Aa’s Riksta Zwart, Waterbedrijf Groningen Annette Ottolini, Evides Waterbedrijf Else Langbroek, Waterwegen Douwe Jan Tilkema, Waterschap Vallei en Veluwe Iman Koster, CROW Dick Engelhardt, Zeeland Seaports Ed Steenbergen, Waterschap Rivierenland Gert van der Kooij, Hoogheemraadschap van Rijnland
Meer informatie: Onno de Ruiter Senior projectmanager, Grontmij part of Sweco E
[email protected] T +31 88 811 59 30 www.grontmij.nl
Grontmij is onderdeel van Sweco. Sweco ontwerpt en ontwikkelt de samenleving en steden van de toekomst. Ons werk leidt tot duurzame gebouwen, efficiënte infrastructuur en toegang tot elektriciteit en schoon water. Met 14.500 medewerkers in 15 landen, bieden wij onze klanten voor elke situatie de juiste expertise. Wij voeren jaarlijks projecten uit in 70 landen verspreid over de hele wereld. Sweco is het grootste architecten- en ingenieursadviesbureau in Europa, met een omzet van circa 1,7 miljard euro (pro forma 2014) en is genoteerd aan de NASDAQ OMX Stock holm AB.