Behandeling Mabthera + CHOP 1. Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? Uw behandeling bestaat uit Mabthera® en een combinatie van chemo’s (CHOP). Mabthera® (rituximab) is een antilichaam. Dit is een soort eiwit. Rituximab bindt aan het oppervlak van een type witte bloedcel, de B-lymfocyt. Wanneer rituximab aan het oppervlak van deze cel bindt, zorgt het ervoor dat de cel afsterft. CHOP is de afkorting van verschillende producten, voornamelijk chemo: Cyclofosfamide, Hydroxydaunomycine, Oncovin (Vincrisin) en Prednisone.
Generische naam
Vb. specialiteitsnaam Specifieke werking
Rituximab
Mabthera®
Chemo
Cyclofosfamide
Endoxan®
Chemo
Doxorubicinehydrochloride Doxorubin® (Hydroxydaunomycine)
Chemo
Vincristinesulfaat
Vincrisin® (Oncovin)
Chemo
Prednisone
Medrol®/Solu - Medrol®
Medicatie om onder andere allergische reacties tegen te gaan
Ondansetron
Zofran®
Medicatie tegen de misselijkheid
2. Verloop van de behandeling Deze behandeling wordt normaal in de dagkliniek toegediend. Er wordt steeds bloed afgenomen voor de start van de chemotherapie. Afhankelijk van uw bloedresultaten kan de therapie al dan niet opgestart worden. Uw therapie wordt via een intraveneus infuus toegediend. Vóór de start van de toediening van Mabthera® krijgt u premedicatie om allergische reacties tegen te gaan. Tijdens het inlopen van het product wordt u nauwlettend gevolgd door de verpleegkundige. De gemiddelde inlooptijd van Mabthera® is 3,5 tot 5 uur, soms korter. Aansluitend krijgt u de chemotherapie (duur 1u30). Preventief wordt er via het infuus medicatie tegen misselijkheid (Zofran®) toegediend. Daarnaast zal u thuis verder orale medicatie innemen, o.a. Zofan® en Medrol®. Onderstaand behandelingschema zal de arts met u bespreken.
-1-
Dag Product
Toediening
Premedicatie
Infuus
Medrol®
Per os
Mabthera®
Infuus
Zofran®
Infuus
Zofran®
Per os
Vincrisin®
Infuus
Endoxan®
Infuus
Doxorubin®
Infuus
1
2
3
4
5
6
7
8
x
x
x
1 tot 2 weken rust
1 co 2 co 2 co
Dag van chemotoediening in het ziekenhuis
Inname medicatie thuis
X = Vanaf dag 6 wordt de Medrol® in afbouwschema ingenomen. Dag 6 = …....1co…......… Dag 7 = …....1/2 co…......…
Dag 8 = …....1/4 co…......…
Zofran® per os, inname zie misselijkheid en braken.
3. Aantal cycli Deze kuur wordt 6 of 8 keer gegeven. Dat wordt bepaald door de behandelende arts. Toediening gebeurt iedere 2 of 3 weken als de bloeduitslagen goed zijn en u geen andere klachten heeft.
4. Bijwerkingen van de behandeling Bijwerkingen tijdens de toediening van Mabthera® Koorts, rillingen, spierstijfheid, hypotensie (verlaagde bloeddruk) en bronchospasmen (vernauwing van de luchtwegen) kunnen tijdens de behandeling voorkomen. Het infuus -2-
wordt dan gestopt. De behandelende arts geeft u de nodige medicatie om de reactie onder controle te krijgen en nadien wordt het infuus op advies van de arts herstart.
Bijwerkingen na de toediening van de chemotherapie Verkleuring urine Stoffen in de chemotherapie kunnen de urine op de dag van de behandeling doen verkleuren (rood). In uitzonderlijke gevallen kan ook het traanvocht rood gekleurd zijn. De verkleuring is onschadelijk, tijdelijk en verdwijnt meestal spontaan een dag na de toediening. Advies: • Neem contact op met uw behandelende arts als de verkleuring van de urine binnen de 48 uur na de behandeling niet verdwijnt of als het plassen pijnlijk is. • Resten cytostatica kunnen tot 7 dagen na de toediening in het lichaamsvocht (onder meer urine, ontlasting, sperma, braaksel) aanwezig zijn. In het ziekenhuis krijgt u adviezen van de verpleegkundige hoe u hiermee kunt omgaan (zie brochure ‘Voorzorgsmaatregelen chemotherapie’). Darmen Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet teveel afwijkt van het patroon waaraan u gewend bent. Advies: • Zorg dat u voldoende drinkt, minstens 2 liter per dag. • Eet vezelrijk (indien mogelijk), raadpleeg eventueel een diëtiste voor advies. • Indien nodig kan uw arts medicijnen voorschrijven om de stoelgang te bevorderen. Zenuwstelsel: vreemd gevoel in handen of voeten Door de chemobehandeling (Vincrisine®) kan er schade aan de zenuwcellen optreden. De klachten kunnen heel verschillend van aard zijn. Als zenuwcellen beschadigd zijn, treden prikkelingsverschijnselen op. Het is ook mogelijk dat de klachten helemaal niet of pas enkele dagen of weken na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden; soms zijn ze blijvend. De volgende klachten kunnen zich voordoen: • • • •
Minder gevoel in handen en / of voeten, vingers en / of tenen. Tintelingen in handen en / of voeten, vingers en / of tenen. Een branderig of juist slapend gevoel in handen en / of voeten, vingers en / of tenen Minder kracht in armen en benen.
-3-
Advies: • Het is belangrijk dat u de klachten meldt aan uw behandelende arts. Indien nodig past de behandelende arts de volgende behandeling aan. Een brochure over het hand-voet syndroom is te verkrijgen in het ziekenhuis. Misselijkheid - braken Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken. Medicijnen kunnen misselijkheid en braken verminderen of voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen (bijvoorbeeld Zofran®) altijd inneemt zoals u met uw behandelende arts hebt besproken. Zofran® krijgt u via het infuus op de dag van uw behandeling. In totaal neemt u 5 pillen: ‘s avonds op de dag van de kuur één pil en nadien nog 2 dagen telkens ‘s morgens en ’s avonds één pil. Meer dan 2 pillen per dag geven geen extra hulp. Meer dan 3 dagen na de behandeling met chemotherapie heeft Zofran® geen of minder effect. Wanneer er toch nog last optreedt, ondanks Zofran®, kan andere medicatie helpen (na advies van uw arts) Let op: geen Zofran®-tabletten afhalen bij uw huisapotheek. De terugbetaling is geregeld binnen het ziekenhuis. U krijgt de medicatie steeds mee in de dagkliniek! Bij aanhoudend braken gedurende meer dan 24 uur na de behandeling, neemt u onmiddellijk contact op met uw huisarts of behandelende arts. Advies: • Eet kleinere, maar frequentere maaltijden. • Probeer vetten en koolzuurhoudende dranken te vermijden. • Calorierijke bijvoeding strekt tot aanbeveling gezien het gewicht stabiel moet blijven. Deze bijvoeding is te verkrijgen in onder meer de apotheek. • Laat niet te veel tijd tussen de maaltijden, want een nuchter gevoel veroorzaakt ook misselijkheid. Ontsteking mondslijmvlies Door de chemotherapie kunnen de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm ontsteken en minder snel herstellen. Dit kan aanleiding geven tot een rode, gevoelige en/of pijnlijke mond. Er kunnen echter ook aften of wit beslag ontstaan. Spoel de mond twee maal per dag met een ontsmettende mondspoeling. Bij pijn of aften wordt nog een magistrale mondspoeling voorgeschreven.
-4-
Haarverlies Haarverlies bij chemotherapie is tijdelijk en het haar groeit opnieuw na het stoppen van de behandeling: meestal 2 tot 3 maanden na de behandeling. Soms gebeurt het dat het nieuwe haar krullend i.p.v. glad is of omgekeerd. Als u een pruik zou willen kopen, vraag dan aan een verpleegkundige welke stappen u het best kan zetten. Om afkoeling te vermijden, beschermt u het hoofd best met een pet, hoed, sjaal of pruik. Tip: Als uw haar begint uit te vallen, kan u het best volledig kort laten knippen. Als u erover denkt een pruik te dragen, ga dan naar een pruikenspecialist of gespecialiseerde kapper vóór u uw haar verliest. Die kan dan uw oorspronkelijk kapsel zien en de pruik er aan aanpassen. Vraag info aan de sociaal verpleegkundige over tussenkomst van het ziekenfonds voor de aankoop van een pruik. Vermoeidheid Vermoeidheid is een bijwerking die moeilijk meetbaar maar niet te onderschatten is. Volg je lichaam, dit is het beste medicijn. Vermoeidheid kan tot verschillende maanden na toediening van de therapie in het lichaam aanwezig zijn. Neem voldoende en regelmatig rust tussen uw dagactiviteiten. Doe geen zware inspanningen. Het beste is een vast dagschema aan te houden en regelmatig een wandeling te maken. In het ziekenhuis worden hierover infonamiddagen georganiseerd. Nuttige tips en infobrochures kan u krijgen van de arts en de verpleegkundige. Gedaald aantal bloedcellen De chemotherapie kan de werking van het beenmerg onderdrukken, waardoor er minder bloedcellen geproduceerd worden. Het beenmerg herstelt zich wel, maar intussen kan het aantal bloedcellen flink verminderen. Tijdens uw behandeling zal uw arts geregeld bloed afnemen om het aantal witte en rode bloedcellen en het aantal bloedplaatjes te meten en nauwlettend in de gaten te houden. Zo wordt er rond dag 10 na uw behandeling een bloedcontrole gepland. Als het aantal bloedcellen te laag blijkt, wordt uw therapie soms uitgesteld en/of krijgt u indien nodig een bijkomende behandeling. Aandachtspunten bij een daling van het aantal witte bloedcellen: • U bent extra kwetsbaar voor infecties: was uw handen verschillende malen per dag (was ze zorgvuldig voor en na de maaltijd en nadat u naar het toilet geweest bent). • Vermijd massa’s in afgesloten ruimten en in het bijzonder contact met personen met besmettelijke ziekten, zoals griep. • Volg het voedingsadvies op van u arts (kiemarme voeding: zie brochure) Advies bij een te gering aantal rode bloedcellen: • Rust regelmatig.
-5-
Vruchtbaarheid en seksualiteit Als u in de vruchtbare leeftijd bent, overleg dan met uw arts welke consequenties de behandeling met chemotherapie heeft. Bespreek ook het gebruik van anticonceptiemiddelen. Door de bijwerkingen van de behandeling kan de zin in vrijen verminderen of veranderen. Restanten van chemotherapie kunnen ook in sperma of in vaginaal vocht zitten. Daarom is het veiliger om de eerste 7 dagen na toediening van de chemo met een condoom te vrijen (zie infobrochure voor kankerpatiënten en hun familie). Heeft u verdere vragen rond vruchtbaarheid en seksualiteit, aarzel dan niet om dit te bespreken met de arts.
5. Onderzoeken De arts bepaalt wanneer een tussentijdse evaluatie van de behandeling plaatvindt. Dit gebeurt aan de hand van bepaalde onderzoeken. Enkele frequente onderzoeken zijn: • een beenmergonderzoek • een hartonderzoek (linkerventrikelejectiefractie) • een PET-CT (zie ook infobrochure) Een linkerventrikelejectiefractie is een onderzoek van het hart. De kracht waarmee het hart samentrekt, wordt bij dit onderzoek gemeten. Het PET-onderzoek geeft inzicht in de werking van de weefsels en organen in het lichaam. Dit onderzoek geeft informatie over de suikeropname in de weefsels en organen. Zo kunnen ontstekingen en tumoren snel opgespoord worden.
6. Toelichting medicatie Bactrim Forte® (cotrim-ratiopharm forte/co-trimoxarde EG) Preventieve medicatie tegen bepaalde infecties (antibioticum) Zantac® (ranitidine) Maagbeschermer Zofran® (ondansetron) Is een sterk anti-emeticum voor de preventie en de behandeling van misselijkheid en braken ten gevolge van chemotherapie.
-6-
Zyloric® (allopurinol) Is een geneesmiddel dat de productie van urinezuur blokkeert. Dit is van belang bij uw behandeling omdat een grote hoeveelheid weefselafbraak wordt verwacht. Het middel dient om nierschade te voorkomen. Medrol® Cortisone. Dit bijnierschorshormoon heeft een complexe werking en is van essentieel belang in uw behandeling. Zovirax® (aciclovir) Antiviraal geneesmiddel werkzaam tegen herpesvirussen. Dit geneesmiddel wordt preventief gegeven. Movicol® Behandeling van constipatie. Start 1 zakje, zonodig 2 zakjes in 1 gift per dag.
7. Wanneer de behandelende arts contacteren? Aandachtspunten waarvoor u zeker contact opneemt met uw behandelende arts: • Koorts 38°C (koorts is mogelijk op de dag van de toediening van de chemo, maar de koorts moet weg zijn na 24 uur) • Plotse rillingen over het hele lichaam • Plotse pijn • Bloedingen uit neus of mond • Pijn of extreme reactie op de plaats waar de chemotherapie werd toegediend • Kortademigheid, blijvende hevige hoest • Plots optreden van bloedingen of rode, speldenkopgrote plekjes op de huid • Spontaan ontstaan van blauwe plekken • Bloed in stoelgang en / of urine, branderig gevoel bij het plassen • Niet kunnen eten of drinken • Braken • Pijn op de borst, hartkloppingen • Geen stoelgang sinds 3 dagen • Langer dan 48 uur diarree • Evenwichtsstoornissen
Dagkliniek: tel. 09 332 44 36 (maandag tot vrijdag 07u30 - 17u30)
Oncologie/0008
Hospitalisatie: tel. 09 332 33 00 (24 uur op 24 bereikbaar) -7-