BEGELEIDINGSINSTRUMENT DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS (DBSO)
In het deeltijds onderwijs volgen jongeren tussen 15 en 25 jaar twee dagen per week een opleiding in een Centrum voor Deeltijds Onderwijs (CDO). De jongeren worden gestimuleerd, maar niet verplicht om gedurende de overige drie dagen te gaan werken. In het Centrum Deeltijds Onderwijs zijn vele opleidingen mogelijk. Ze leiden elk tot het behalen van een getuigschrift. Om een beroep volwaardig te leren, kan de cursist de in het centrum verworven vaardigheden, kennis en attitudes inoefenen en uitbreiden op de werkvloer. De jongeren van het Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs kunnen worden tewerkgesteld via volgende tewerkstellingsvormen: -
-
Werknemers Leercontract (WLC) Ook wel Industrieel Leercontract genoemd (ILC). Niet alle ondernemingen komen in aanmerking. Enkel voor een tewerkstelling in bedrijven in sectoren met een Paritair Leercomité (PLC). Deeltijds arbeidscontract Een deeltijdse arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur. Alle ondernemingen komen in aanmerking.
Het gaat om startbaanovereenkomsten (SBO) waardoor de ondernemer geniet van vermindering op RSZ-bijdragen. Tewerkstelling via interim-contracten is ook mogelijk. WIE IS WIE? -
De cursist: vanaf 15 jaar (voorwaarde: eerste twee jaar secundair gevolgd hebben), of zonder voorwaarden vanaf 16 jaar. De ondernemer bij wie de cursist wordt tewerkgesteld. De mentor is de werknemer die de ondernemer aanstelt om de cursist op de werkvloer te begeleiden. De tewerkstellingsverantwoordelijke en de trajectbegeleider van het centrum zijn de tussenpersonen voor de ondernemer en de cursist.
1
VOORDELEN VOOR DE JONGEREN
De praktijkopleiding op de werkvloer versterkt gevoelig de praktijkervaring en de realiteitswaarde van de opleiding. Vaak ontplooien cursisten zich zeer goed op de werkvloer en vinden zij de motivatie om hun opleiding voort te zetten en te voltooien De tewerkstellingskansen van de jongeren nemen ook toe. VOORDELEN VOOR DE ONDERNEMER De werkplekopleiding in het deeltijds onderwijs kan voor ondernemers een belangrijk rekruteringskanaal zijn en voor extra rendement en lokale bedrijfsbekendheid zorgen. Ondernemers kunnen voor een beperkte bijdrage cursisten inschakelen in het arbeidsproces.
-
Ga na of de leerdoelstellingen van de centrumopleiding aansluiten bij uw bedrijfsactiviteiten. Bekijk vooraf de formaliteiten van de tewerkstelling van de jongeren in het deeltijds onderwijs. Ga na of u de nodige mogelijkheden, ruimte en tijd hebt om een cursist in dienst te nemen, te begeleiden en op te leiden in uw onderneming. Bespreek dit met uw sociaal secretariaat.
LEERDOELSTELLINGEN -
-
De belangrijkste en algemene leerdoelstelling van het deeltijds onderwijs is de cursist in staat te stellen zich in de maatschappij te integreren. Hiertoe zal de cursist een functie aanleren en werkervaring opdoen. Zo kan de cursist de in het centrum verworven vaardigheden, kennis en attitudes inoefenen en uitbreiden. Het deeltijds onderwijs biedt een heel brede waaier vakopleidingen in verschillende sectoren aan. Ga de inhoud van de specifieke vakopleiding na. De tewerkstelling in de onderneming via een Werknemers Leercontract (WLC) moet verplicht aansluiten op de opleiding in het CDO. De tewerkstelling in de onderneming via een Deeltijds Arbeidscontract moet niet noodzakelijk aansluiten op de opleiding in het CDO. Dat is evenwel aangewezen. Als u wil genieten van ESF-subsidies (Europees Sociaal Fonds), is het wel een verplichting (zie verder).
DUUR EN VORM -
Drie dagen per week op de werkvloer en twee dagen per week in een Centrum voor Deeltijds Onderwijs. Bij Werknemers Leercontract (WLC): minimum 6 maanden, maximum 24 maanden. Bij Deeltijds Arbeidscontract: contract van onbepaalde of bepaalde duur; minstens tien maanden bij ESF-tussenkomst (zie verder). 2
FORMALITEITEN ALGEMEEN -
-
De cursist moet zelf bij een ziekenfonds zijn aangesloten. U betaalt een leervergoeding (WLC) of loon (deeltijds arbeidscontract) aan de cursist. U betaalt voor de cursist slechts een beperkte RSZ-bijdrage. Neem poolshoogte bij uw sociaal secretariaat. De jongeren vallen onder de verzekering van het bedrijf tijdens de periode van tewerkstelling. Over de werkkledij worden individuele afspraken gemaakt. Als de werkplekopleiding aansluit op de opleiding in het centrum en voldoet aan een aantal voorwaarden, heeft de ondernemer recht op subsidies van het Europees Sociaal Fonds. Neem daartoe contact op met het CDO en met uw sociaal secretariaat. Het Centrum voor Deeltijds Onderwijs vraagt deze ESF-steun aan. De onderneming kan ook recht hebben op sectorpremies. Verifieer bij uw sociaal secretariaat.
FORMALITEITEN WERKNEMERS LEERCONTRACT (WLC) -
-
De onderneming moet erkend zijn door het Paritair Leercomité (PLC) van uw sector. De ondernemer is minstens 25 jaar en heeft minstens 7 jaar beroepservaring. De volgende PLC’s organiseren een werknemers leercontract: 105 (nonferrometalen), 109 (kleding- en confectiebedrijf), 110 (wasserijen en ververijen), 111 (metaal-, machine- en elektronische bouw), 112 (garagebedrijf), 116 (scheikundige nijverheid) 118 (voedingsnijverheid), 119 (handel in voedingswaren), 120 (textiel en breiwerk), 123 (textielnijverheid), 124 (bouwbedrijf), 125 (houtbedrijf), 126 (stoffering en houtbewerking), 128.3 (marokijnwerk), 128.6 (orthopedische schoeisels) 129 (voortbrenging van papierpap, papier en karton), 140 (vervoer), 149.1 (elektriciens: installatie en distributie), 149.2 (koetswerk), 149.4 (metaalhandel), 218 (bediendensector), 302 (hotelbedrijf), 324 diamantnijverheid en -handel). Elk Paritair Leercomité heeft een eigen leerreglement, een type leercontract en eindproeven. Na de opleiding erkent het Paritair Leercomité de cursist in een bepaald beroep. De tewerkstelling in de onderneming moet verplicht aansluiten op de opleiding in het CDO. Sommige sectoren geven premies aan bedrijven die cursisten tewerkstellen met een Industrieel Leercontract, met name. de PLC 111 (metaal-, machine- en elektronische bouw), PLC 118 (voedingsnijverheid), PLC 218 (bediendensector), en privé rust- en verzorgingstehuizen.
3
FORMALITEITEN DEELTIJDS ARBEIDSCONTRACT -
-
Voor bepaalde of onbepaalde duur. In tegenstelling tot WLC komen alle ondernemingen in aanmerking. In tegenstelling tot WLC moet de tewerkstelling in de onderneming niet verplicht aansluiten op de opleiding in het CDO. Dat is echter wel aan te raden. Als u via het CDO een Europese ESF-subsidie wil aanvragen, moet de tewerkstelling in de onderneming verplicht aansluiten op de opleiding in het CDO.
Vaak wordt u eerst gecontacteerd door de tewerkstellingsverantwoordelijke van het Centrum Deeltijds Onderwijs en nadien door de cursist zelf. U kunt zelf ook rechtstreeks contact opnemen met een Centrum Deeltijds Onderwijs in uw buurt. Vooraf gesprekken voeren met de tewerkstellingsverantwoordelijke, de cursist en de mentor is nuttig.
WAT BESPREEKT U MET DE TEWERKSTELLINGSVERANTWOORDELIJKE? -
Stel uzelf en uw onderneming aan de tewerkstellingsverantwoordelijke voor. Bespreek met de tewerkstellingsverantwoordelijke de opleiding en de werking van uw onderneming. Overloop met de tewerkstellingsverantwoordelijke het leerprogramma (vaktechnisch, attitudevorming …), de duur (6 tot 24 maanden) en de formaliteiten van de praktijkopleiding. Peil naar vaardigheden en voorkennis van de cursisten in de bewuste opleiding. Bespreek een voor uw onderneming haalbaar takenpakket door rekening te houden met de leerdoelstellingen van de opleiding, de vaardigheden en de voorkennis van de cursisten. U kunt met de tewerkstellingsverantwoordelijke afspreken om een soort sollicitatieprocedure toe te passen op de mogelijke kandidaten. Zo krijgt u alvast een beter beeld van de cursisten die bij u een praktijkopleiding willen volgen. o o o o
Stel een functieomschrijving op. Spreek met de tewerkstellingsverantwoordelijke af dat hij/zij een aantal kandidaten voorstelt. Nodig die kandidaten uit voor een sollicitatiegesprek. Kies een kandidaat in wie u gelooft.
4
-
Bespreek met de tewerkstellingsverantwoordelijke hoe de evaluatie van de opleiding zal verlopen en welke de evaluatiecriteria zijn. De leerevolutie van de cursist wordt opgetekend in een opleidingsboekje. Overleg met de tewerkstellingsverantwoordelijke wanneer hij of zij een werkbezoek kan brengen op uw werkvloer. Wissel contactgegevens uit met de tewerkstellingsverantwoordelijke.
WAT BESPREEKT U MET DE CURSIST? -
Vaak neemt de cursist zelf met u contact op. Laat u niet leiden door vooroordelen over afkomst, geslacht, handicap of leeftijd als u de keuze hebt uit een aantal cursisten. Peil naar de motivatie van de cursist: o o o o o o
-
waarom volgt de cursist de bewuste opleiding? waarom wil hij/zij uitgerekend bij u leren op de werkvloer? heeft de cursist interesse voor uw bedrijfsactiviteiten? wat wil de cursist leren op uw werkvloer? wat zijn de vaardigheden en de voorkennis van de cursist? wat wil de cursist doen na afronding van de opleiding?
Geef een korte rondleiding aan de cursist in uw onderneming zodat hij of zij een beter idee krijgt van uw onderneming. Regel eventueel al een ontmoeting met de mentor .
WAT BESPREEKT U MET DE MENTOR? -
-
Kunt u zélf niet kan instaan voor de latere begeleiding van de cursist, duid dan iemand van uw personeel aan als mentor. De mentor moet een vertrouwensrelatie opbouwen met de cursist. Duid daarom een ervaren persoon aan die kan trainen en coachen en een expert is in het vakgebied. Overloop met de mentor het afgesproken leerprogramma en de leerevolutie. Overleg met de mentor hoe u de cursist kunt inschakelen in uw onderneming. Overleg met de mentor hoe hij of zij de begeleiding van de cursist best aanpakt.
Als alle gesprekken naar wens verliepen, tekent u het leercontract. Het is belangrijk dat u enkele voorbereidingen treft in uw onderneming: o o o
licht uw werknemers vooraf in. maak voor de cursist een ruimte vrij om zijn of haar persoonlijke goederen op te bergen. leg zonodig werkkledij en werkmateriaal klaar voor de cursist.
5
-
-
-
Zorg tijdens het onthaal voor een goede en ongedwongen sfeer, zodat de cursist zich thuis voelt in uw bedrijf.. Zorg ervoor dat de mentor bij het onthaal aanwezig is. Stel uw medewerkers voor aan de cursist en vraag ze hun functie toe te lichten. Bespreek met de cursist het takenpakket en welke vaardigheden, kennis en attitudes hij of zij moet verwerven tijdens de opleiding. Informeer de cursist over veiligheid en geef hem of haar alle nodige materialen en kledij. Maak aan de cursist duidelijk dat hij/zij zich moet gedragen net als de andere werknemers en zich aan dezelfde regels moet houden. Zorg voor een rondleiding in uw bedrijf en informeer de cursist over alle aspecten en organisatie van uw bedrijf. Bespreek met de cursist begin en einde van de werktijden, vergoeding, eventuele premies, takenpakket, onkostenvergoeding, en zo meer. Praat zeker ook over praktische aspecten als maaltijden, carpooling en parking. Voorzie eventueel documentatiemateriaal, maar overlaad de cursist niet met informatie.
De begeleiding gebeurt door één persoon, namelijk de mentor. Die kan voor een aantal aspecten eventueel een beroep doen op zijn collega’s. Bewaar over de hele duur van de praktijkopleiding de leerdoelstellingen en het takenpakket. Hou voor uzelf voortdurend korte tussentijdse evaluaties. Beschouw ‘leren op de werkvloer’ als een dynamisch proces. Voorzie tijdig nieuwe en uitdagende leeropdrachten. Beschouw ‘leren op de werkvloer’ als een constant leerproces. Dus niet: de cursist een aantal taken aanleren en ze dan voortdurend laten uitvoeren voor de resterende periode. Motiveer de cursist. Gun de cursist voldoende tijd om zich in te werken en wees geduldig. Verwacht niet dat de cursist binnen de kortste keren zelfstandig kan werken. Geef de cursist toch voldoende kansen om zich zelfstandig te ontplooien. Stimuleer een professionele houding en betrek de cursist bij uw organisatie. Hij of zij moet zich net als iedereen aan de regels houden. Behandel de cursist als een volwaardig personeelslid. Geef de cursist een zekere verantwoordelijkheid. Hou rekening met signalen van de andere werknemers over de cursist en hou contact met de tewerkstellingsverantwoordelijke. Stuur de cursist zonodig op tijd bij en hou de tewerkstellingsverantwoordelijke op de hoogte.
6
-
Noteer de leerevolutie in het opleidingsboekje. Doe dat nauwkeurig en eerlijk.
-
Het Centrum Deeltijds Onderwijs (CDO) bepaalt hoe de evaluatie van de cursist gebeurt. Informeer daarover bij de tewerkstellingsverantwoordelijke.
-
Het is wel belangrijk dat u zelf ook de cursist beoordeelt. Zijn u en de mentor tevreden over de prestaties en de vorderingen van de cursist? o o o
-
Zijn u en de mentor tevreden over de werkhouding van de cursist? o o o o o o
-
Bereikte de cursist de leerdoelstellingen? Werkte hij/zij het takenpakket af? Had de cursist het juiste arbeidsritme?
Was de cursist gemotiveerd? Nam de cursist een juiste houding aan tegenover collega’s, meerderen, klanten …? Was de cursist stipt? Was de cursist voldoende verantwoordelijk? Was de cursist zelfstandig genoeg? Kon de cursist in team werken?
Om een goede evaluatie te maken van het leerproces, houdt u rekening met de mening van de cursist, de mentor en de tewerkstellingsverantwoordelijke. Zo kunt u bijleren en de kwaliteit van de volgende opleiding in uw onderneming verbeteren.
CURSIST -
Heeft de cursist voldoende geleerd? Wat vond de cursist positief aan zijn/haar job in uw bedrijf? Wat vond de cursist minder positief in uw bedrijf? Wat vond de cursist over de begeleiding door de mentor?
MENTOR -
Vindt u dat de mentor voldoende begeleidingscapaciteiten had? Volgde de mentor de leerdoelstellingen en het takenpakket goed op? Volgde de mentor de vorderingen van de cursist op? Investeerde de mentor voldoende, te veel of te weinig tijd in de begeleiding van de cursist?
7
-
Hoe denkt de mentor over de cursist en zijn of haar leerevolutie? Kan u in de toekomst de begeleiding van de cursist vollediger delegeren aan de mentor?
TEWERKSTELLINGSVERANTWOORDELIJKE -
-
Werd u voldoende ondersteund door de tewerkstellingsverantwoordelijke? Vraag aan de tewerkstellingsverantwoordelijke wat hij of zij vond van de tewerkstelling in uw onderneming en de begeleiding van de cursist. Zo kunt u zelf ook bijleren. Breng de tewerkstellingsverantwoordelijke op de hoogte van uw bevindingen over het opleidingsproces en de cursist. Informeer de tewerkstellingsverantwoordelijke over positieve en negatieve aspecten van de schoolopleiding. Zo kunnen de Centra voor Deeltijds Onderwijs hun cursussen up-to-date houden en aanpassen.
Trek voor uzelf een algemeen besluit: beschouwt u de opleiding als geslaagd? Als u zeer tevreden bent over de opleiding, hou dan regelmatig contact met het Centrum voor Deeltijds Onderwijs in kwestie. Het CDO zal u misschien een volgende keer misschien opnieuw contacteren. Bent u tevreden over de cursist? Maak hem/haar dat dan duidelijk. Voorzie eventueel een attentie als teken van waardering. Als u zeer tevreden bent over de cursist, loont het de moeite een aanwerving te overwegen als de cursist zijn of haar getuigschrift behaalt. De overheid beschikt over veel interessante tewerkstellingsmaatregelen waardoor u vlot en voordelig kunt aanwerven (zoals de startbaanovereenkomst). Neem contact op met uw sociaal secretariaat. Voor tewerkstelling van kansengroepen, bestaan verschillende tewerkstellingsmaatregelen en subsidieregelingen. Neem contact op met het UNIZO Servicepunt KMO & Diversiteit: 02/ 238. 05. 15 of
[email protected].
Meer informatie: www.ondernemendeschool.be of
[email protected]
Het begeleidingsinstrument kadert in het VIVES-project binnen het EQUAL-programma en wordt ondersteund door de Europese Unie en de Vlaamse overheid. EQUAL is een programma van het Europees Sociaal Fonds (ESF). ESF draagt bij tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door het investeren in menselijke hulpbronnen, ESFAgentschap (http//www.esf-agentschap.be)
8