Beethoven Symfonieën
Symfonie 2 1802 • Beethoven op de rand • Ten tijde van het Heiligenstadt testament !!! • • • •
Adagio molto - allegro con brio Larghetto Scherzo (allegro) Allegro molto (Gassig afscheid van de klassieke tijd)
• Consonant: Het is een muzikale term voor welluidendheid is het tegenovergestelde van dissonant. Prettig klinkende toon of akkoord. • Dissonant: spanningsvolle noot of akkoord die vraagt om “verlossing”
Klassieke Sonate /’Symfonie • Eerste deel; snel en dramatisch (met sonatevorm) • Tweede deel; langzaam en lyrisch. Liedvorm of thema met variaties contrasterende toonsoort • Derde deel: Menuet (ontbreekt vaak) • Vierde deel; snel slotdeel in hoofdtoonsoort; vorm rondo of sonate
Sonatevorm • Ook wel hoofdvorm genaamd • Expositie (soms met langzame inleiding); eerste thema (hoofdgroep) in hoofdtoonsoort; overgang, nevengroep met vaak 2e thema (lyrisch) • Doorwerking; spanningsvol met ver verwijderde toonsoort • Reprise; expositie wordt herhaald • Coda; slotdeel met hoofdthema of andere motieven
Heiligenstadt Testament • 1802
Eroïca • Symfonie nr. 3 in E flat Majeur opus 55 • Sleutelwerk in oeuvre van Beethoven • Nieuw pad wordt ingeslagen
Eroïca • Première 7 april 1805 • • • •
Tijdgenoten hadden moeite met Lengte Expressieve inhoud Compositorische structuur
Beethoven compositorische Innovaties • Muziek moet een instrument zijn voor zelfexpressie. Niet als decoratieve kunst functioneren. • De Klassieke Vormen/ structuren van een muziekstuk kunnen en moeten indien van toepassing aangepast worden bij de desbetreffende inhoud van een compositie. Opdat het een passend geheel wordt. Structuren en vormen zijn daarbij dus niet meer bindend • Ontwikkeling van een motief is de basis van de techniek van componeren • Ritme en ritmische manipulatie wordt verheven tot het niveau van een thema en/of van een muzikale ontwikkeling/ doorwerking • Muzikale delen vormen een deel van de dramatische ontwikkeling, zoals aktes in een toneelstuk
Eroïca • Première 7 april 1805 • • • •
Tijdgenoten hadden moeite met Lengte Expressieve inhoud Compositorische structuur
Thema’s • Het gaat over • Napoleon ???? • Beethoven • Prometheus
Oorspronkelijk “Bonaparte”
Titelpagina Eroïca oorspronkelijk Bonaparte
Eroïca • Symfonie nr. 3 in E flat Majeur opus 55 • Sleutelwerk in oeuvre van Beethoven • Nieuw pad wordt ingeslagen • Is een reflectie met zijn eigen heldhaftig gevecht en overwinning over zijn persoonlijke tegenslagen
Prometheus • 1801 Beethoven schreef een ballet over dit mythisch figuur (Godenzoon die het vuur van de Goden stal) • Het idee was strijd, dood, wedergeboorte en apotheose van de held • Dit werden de dramatische elementen van de 3e symfonie
Prometheus • 1801 Beethoven schreef een ballet over dit mythisch figuur (Godenzoon die het vuur van de Goden stal) • Het idee was strijd, dood, wedergeboorte en apotheose van de held • Dit werden de dramatische elementen van de 3e symfonie
Prometheus • Lichamelijk geketend aan een rots, maar geestelijk vrij • In de klassieke literatuur is hij het voorbeeld van de opstandige tegen autoriteit
Prometheus • „Hij die vooruitdenkt”
Peter Paul Rubens Prometheus Bound c. 1611-12, -1618 Medium oil on canvas 2,427.73 mm x 2,097.02 mm (Philadelphia Museum of Art
Luca Giordano
Zuid Italiaans schilder uit de Barok “Va presto”
Dirck van Baburen Utrechtse Caravaggist
• Prometheus geeft de mensheid de cultuur • Onder Het lijden van Prometheus wordt hier het lot van de niet begrepen kunstenaar
• Daarmee wordt hij de held van de Verlichting
Symfonie • Het werk is opgedragen aan vorst Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz. De eerste uitvoering vond plaats in Wenen op 7 april 1805.
• • • • •
De symfonie is uit 4 delen opgebouwd: Allegro con brio Marcia funebre: Adagio assai Scherzo: Allegro vivace Finale: Allegro molto
Eroïca • • • •
Deel 1: Strijd Deel 2: Dood Deel 3: Wedergeboorte Deel 4: Apotheose
• Vergelijk dit met Beethoven zijn eigen artistieke strijd (en tegenslagen o.a. ongeneeslijke gehoorproblemen)
Symfonie orkest • Toevoeging van een hoorn
• Intro; slechts
Thema (motief 1) is “het complexe karakter van de hoofdpersoon”
Triade is basis d.w.z. drie noten van een accoord Positief
Donkere kant van het karakter Mineur/dissonant
• Hoe zou Mozart dit motiefje behandelt hebben ?????
• Hoe zou Mozart dit motiefje behandelt hebben ?????
• Bastien und Sebastienne KV 50 • Ouverture
• Mozart was toen 12 jaar oud
Gelijk openingsmotief, voorbeelden • Brahms' Symfonie in D, • Brahms' Viool Concert, • Het scherzo van Schubert's Grote C Majeur Symfonie • Beethoven's Piano Sonata Op.106. • De tweede Duitse dans in Breitkopf's Terpsichore
1e deel Sonate Allegro vorm • Expositie: Uit Thema 1 komt Prometheus in al zijn schakeringen voort (met afgeleide thema’s) en contrasterende thema’s • Doorwerking: is de worsteling van de “held” Prometheus • Coda; De victorieuze held met nieuwe schakeringen
Thema 1 • 2 motieven (ideeën) • Reflectie van het openingsaccoord • Het akkoord van drie noten wordt uitgerekt tot een melodisch motiefje
• Mannelijk, krachtig
2e motief • Chromatisch dalende noten tot C-kruis • Dissonant • Neerwaartse lijn E-mol - D - C-kruis
Herhaling motief 1 • Nu als sequentie dus steeds (hoger) • Hij begint nu al aan de doorwerking van het motief
Motief 2 • Zelfde motief als motief 1 maar nu in dalende lijn
• Hemiola of een Hemiole • Syncopen
Hemiole • ¾ maat maar 1, 2, 3/ 1,2,3 • Nu nadruk op 1/2 1-2 1-2 1-2
• Het spelen met ritme maakt Beethoven tot een erg moderne componist
Hemiole(n) of Hemiola • Ritmische verstoringen; accenten verschuiven waardoor niet meer duidelijk in welke maatsoort je zit
Herhaling Motief (maat 35) • De held die zichzelf onder controle heeft • Triomfantelijke terugkeer naar de juiste maat en het motief • Maar nu geen negatieve afsluiting
Thema 2 (maat 45 e.v.) • Bestaat in essentie uit 2 delen • 1e deel
• Is afgeleid van het neerwaartse motief
• Maar de afstand wordt steeds vergroot/ verbreed
Thema 2 deel 2 (maat 57 e.v.) • Is in basis het omgekeerde. Nu een vriendelijke beweging omhoog
Let op • Om het ingewikkeld te maken beschouwen vele musicologen de overgangspassage bij maat 65 (De modulerende brug d.w.z. de overgangspassage van de ene toonsoort naar de andere) ook als een thema. D.w.z. thema 5 of 4 dus. • Verwijst naar o.a. galopperende paarden (1e deel) • (Enige verwijzing naar Napoleon ??) • Dit betekent dat alleen de expositie al 4 of 5 thema’s heeft i.p.v. 2
Thema 3 (84 e.v.) • Gebaseerd op het drie noot motief 1
Cadens materiaal • Cadens is de afsluiting van een muziekpassage. Het zet zgn. een muzikaal punt achter het voorgaande en maakt zo de weg vrij voor een herhaling of een nieuwe fase in de compositie bv. de Doorwerking • Maar bij Beethoven is het bijna geen afsluiting maar introductie van nieuwe elementen als hemiolen dus ritmische verstoringen en dissonanten materiaal
Doorwerking • Gebruikelijk zoals bij Mozart ca. 50 maten
• Bij de Eroïca is het 247 maten • Verbeeldt de worsteling met zichzelf
Doorwerking • Totaal 12 delen • Schokkende, gewelddadige dramatische doorwerking, vol met contrasten en pathos zoals nog nooit gehoord tot dat moment.
Synopsis referentie • Deel 1 (maat 152); Thema 1 • Deel 2 (166); Thema 2 (deel 1) • Deel 3 (178) Thema 1 met sequenties en zacht naar hard opbouw • Deel 4 (186); Thema 1 met o.a. gallop motief • Deel 5 (220): Thema 2 (deel 1) • Deel 6 (236); Fuga met gallop ritme (thema 5 ?) van zacht naar …. Deel 7
Doorwerking • Hoogtepunt: deel 7 Oprijzen uit de hel en vallen over de rand van de afgrond: dissonanenten alom, geen vastliggende toonsoort, geen vastliggend ritme. Het geeft een gevoel van verloren zijn
• Verlenging van een 9 maten opwaartse dissonanten akkoorden bewegingen naar 36 maten in totaal met hemiolen. Afgeleid van de openingsakkoorden
Hemiole(n) of Hemiola • Ritmische verstoringen; accenten verschuiven waardoor niet meer duidelijk in welke maatsoort je zit
• Eindigend met 1,2,3 benadrukking om de zaak terug te brengen naar een rustpunt. • Redding is de herhaling van een aantal akkoorden
• Deel 8 (284); Nieuw thema (dus 6 ??) voor Hobo en Cello verbeeldt het beschadigde emotionele landschap • Gebaseerd op een tegen (contra -2e )melodie voor thema 1
• • • •
Deel 9 (300); thema 1 Deel 10 (322): nieuwe thema (6??) Deel 11 (338) ; Polifonisch sequentie van thema 1 Deel 12 de muziek verstilt aan het eind met
• Maat 382 een hoorn klinkt in de verte die Thema 1 speelt het kondigt de recapitulatie/ herhaling aan
Recapitulatie • Terugkeer naar Thema 1 eindigt nu niet op een dissonant (en mineur) maar op majeur
• Geen Hemiolen meer en wanneer wel dan is in elk geval de toonsoort duidelijk • Geen negatieve kanten in thema 1, geen deel 2 met hemiolen
Coda: de bejubelde overwinning op de donkere kant • 148 maten • Gemaakt om te schokken
• E-mol - D-mol - C (ongehoord voor die tijd)
• Samenvoegen van het heroïsche thema 1 met de neerwaartse beweging als harmonie • Metafoor: de held heeft zichzelf overwonnen en een nieuwe harmonie bereikt
Deel 2 • Marche Funabre • Algemeen onderwerp: over de onderwerp van heldendom, opoffering en rouw. • Begint met een introductie • Thema bestaat uit 2 frases
Deel 2 • Marche Funabre • Bevat geen trommels als begeleiding maar de Contra-bassen ondersteunen het dodenmars ritme
Deel 3 • Scherzo; wedergeboorte • Contrast met de doden/rouwmars • 3 delen: Scherzo, trio, Scherzo
Deel 4 • Variatie op het Prometheus thema • Afkomstig uit Ballet Die Geschöpfe des Prometheus Opus 43
Ferdinand Ries