“Mozart versus Beethoven” • Pianomuziek • Vgl. Pianosonate no. 18 KV 576 met Beethoven Pianosonate in C mineur Op 13 Pathetique
Ludwig van Beethoven • Gedoopt 17 december 1770 in Bonn • (In 1790 geloofde Beethoven dat zijn geboortedatum 1772 was) • Gestorven 26 maart 1827 in Wenen
Beethoven • Eerste van een generatie die met de piano is opgegroeid • Beethoven had een hekel aan autoriteit en traditie en vond het nodig om zichzelf anders te uiten • Beethoven had als organist ervaring met “grote” klanken
Haydn versus Beethoven • Symfonie nr. 3 “Eroïca” 1803
• Versus symfonie 88 van Haydn
Klassieke Tijd • • • •
ong. 1750 - 1827
Tijd van de drie grote Weense meesters J. Haydn W.A. Mozart L. v. Beethoven
Middeleeuwen/ Renaissance • • • • •
Mis Motet Madrigaal Ricercare Chanson
Barok • • • • •
Fuga (Canon) Cantate Suite Oratorium Opera
Klassieke periode • • • • •
Thema en Variatie Menuet en trio Rondo vorm Sonate allegro vorm (Sonate)
Klassieke Sonate /’Symfonie • Eerste deel; snel en dramatisch (met sonatevorm) • Tweede deel; langzaam en lyrisch. Liedvorm of thema met variaties contrasterende toonsoort • Derde deel: Menuet (ontbreekt vaak) • Vierde deel; snel slotdeel in hoofdtoonsoort; vorm rondo of sonate
Menuet • Franse barokdans in gematigd langzame driekwartsmaat met kleine elegante pasjes. • Vast onderdeel van de Suite
Menuet • Menuetten zijn driedelig • Menuet, • Trio, contrasterend t.o.v. het menuet oorspronkelijk in triobezetting; twee hobo’s en fagot • Herhaling eerste menuet
Sonate Allegro vorm • Ook wel hoofdvorm genaamd • Expositie (soms met langzame inleiding); eerste thema (hoofdgroep) in hoofdtoonsoort vaak snel en opgewekt; overgang, nevengroep met vaak 2e thema (lyrisch) • Doorwerking; spanningsvol met ver verwijderde toonsoort • Reprise; expositie wordt herhaald • Coda; slotdeel met hoofdthema of andere motieven
Jupitersymfonie (Mozart) • Symfonie no. 41 C majeur KV 551 • Geschreven in de zomer van 1788 • Samen met symfonie nr. 39 en nr. 40 in een tijdsbestek van zes weken • Jupiter verwijst naar de sprankelende koperblazers in het werk. • Finale wordt vaak gezien als zijn muzikale testament
Klassieke Tijd • Evenwicht van: • Emotie en Ratio • Inhoud en vorm • Perfecte zetting, vol symmetrie en harmonie, eenvoudig, overzichtelijk, waar en mooi • Tijdloos
Klassieke Tijd • • • • • • • •
Perfecte zetting Vol symmetrie, evenwicht en harmonie, Eenvoudig, Overzichtelijk, Waar en mooi Tijdloos Heldere lijn (makkelijk toegankelijk) Esthetisch zuiverheid en artistieke terughoudendheid en verfijning
Johann Joachim Winckelmann
9 December 1717 Stendal– 8 Juni 1768 Triëst
La Madeleine in Parijs
Franz Joseph Haydn Geboren; Rohrau op 31 maart 1732 Gestorven in Wenen op 31 mei 1809
Haydn • Vader van de Symfonie • Vader van de Sonate Allegro vorm • Vader van het strijkkwartet
• • • •
Geboren in een familie van wagenmakers Verlaat op 6 jarige leeftijd het huis Arme jeugd 1740 koorknaap (sopraan) Stephansdom in Wenen • Vanaf 1749 (baard in de keel) kommervolle jaren van lesgeven, componeren, leren en spelen
• 1761 in dienst van Paul II Anton Esterházy
Schloss Esterhazy in Eisenstadt, Oostenrijk 200 kamers voor gasten
Haydn Zaal
• 1761 in dienst van Paul II Anton Esterházy en na diens dood in 1762 bij zijn broer en opvolger Nicolaas I Jozef “De Prachtlievende” • 2e kapelmeester
Esterháza het Hongaarse Versailles gebouwd voor 300 miljoen gulden Inclusief Operatheater (400 plaatsen) , Marionettentheater
• 1766 werd Haydn Kapelmeister na de dood van Werner
• Nicolaas “de prachtlievende” vergroot het orkest en speelde zelf baryton (soort Cello). • Haydn schreef 200 composities voor dit instrumenten
• Nicolaas “de prachtlievende” vergroot het orkest en speelde zelf baryton (soort Cello). • Haydn schreef 200 composities voor dit instrumenten • Haydn werkt voor Nicolaas tot diens dood in 1790
Werklast van Haydn • 2 wekelijkse concerten (van 2 to 4 ‘s middags) • Verantwoordelijk voor de Opera-uitvoeringen In 1786 waren er 17 opera’s waarvan 8 premières en totaal 125 uitvoeringen • In tien jaar naar schatting 1026 uitvoeringen van Italiaanse opera’s • Daarnaast nog uivoeringen voor het marionettentheater
• 1781 ontmoette Haydn de 25- jarige Mozart
• Wederzijds respect
Johannes Chrysostomus Wolfgangus Theophilus Mozart 27 januari 1756 Salzburg 5 december 1791 Wenen
• Nicolaas’ zoon interesseerde zich niet voor muziek, maar bleef Haydn betalen
• 1791 – 1792 in Londen met veel succes • 1792 wordt hij in Bonn voorgesteld aan Beethoven en accepteert zijn leermeester te worden
Thema en variaties • 1797 Gott erhalte Franz den Kaiser
• 1791 – 1792 in Londen met veel succes • 1792 wordt hij in Bonn voorgesteld aan Beethoven en accepteert zijn leermeester te worden
• 1794-1795 opnieuw in Londen • Maakt kennis met Oratoria van Händel en werkt daarna aan een eigen groot oratorium: Der Schöpfung
Productief leven • • • • • • • • • •
106 symfonieën 83 strijkkwartetten 32 divertimenti voor klein orkest; 126 trios voor baryton, viola en cello 29 trios voor piano, viool en cello 21 trios voor twee violen en cello; 60 piano sonates; Rond 23 opera’s; 14 missen 6 oratoria
Die Schöpfung • In Engeland maakte Haydn kennis met de Oratoria van Händel (1791 Messiah in WA) • Gebaseerd op Genesis en Paradise Lost van John Milton • Schepper is hier meer een ambachtsman • Schildering van de natuur en het genoegen van het eenvoudige landleven
1801 Die Jahreszeiten • Oratorium op basis van een gedicht van James Thomson 1700 -1748 bewerkt door Baron Gottfried van Swieten • Verplaatst naar het Oostenrijks platteland • Componeren kostte 2 jaar tijd • Bedoeld als 2-talig stuk
Bezetting • 2 fluiten (waarvan 1 dubbelt op piccolo, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 1 contrafagot, 4 hoorns, 2 (in het slot 3) trompetten, pauken, triangel, tamboerijn, 2 trombones en 1 bastrombone en de gebruikelijke strijkers met eerste en tweede viool, altviool, cello en contrabas. • Een vierstemmig koor en drie solisten, die het landvolk vertegenwoordigen: Simon (bas), Lukas (tenor) en Hanne (sopraan).
Voorbeeld • •
• • • • • • • • •
De Zomer 10. Inleiding en Recitatief - Im grauen Schleier rückt heran. — Met een korte instrumentale inleiding wordt de zomer voorgesteld. In het daaropvolgende recitatief begroet Simon (bas) de nieuwe dag. 11. Der munt're Hirt versammelt nun. — Aria en recitatief van Simon (bas) en Hanne (sopraan). 12. Sie steigt herauf, die Sonne. — Trio en koor. 13. Nun regt und bewegt sich. — Recitatief van Simon (bas). 14. Die Mittagssonne brennet jetzt. — Recitatief van Lukas (tenor). 15. Dem Druck erlieget die Natur. — Een cavatina van Lukas (tenor). 16. Willkommen jetzt, o dunkler Hain. — Recitatief van Hanne (sopraan). 17. Welche Labung für die Sinne. — Aria van Hanne (sopraan). 18. O seht! Es steiget in der schwülen Luft. — Recitatief Simon, Lukas, Hanne. 19. Ach, das Ungewitter naht. — Koor. 20. Die düst'ren Wolken trennen sich. — Trio en koor.
Herfst • 31. Juchhe! Der Wein ist da. — Koor van het landvolk.
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Chor: Juhhe! Juhhe! Der Wein ist da, die Tonnen sind gefüllt, nun laßt uns fröhlich sein, und Juhhe! Juhhe! Juh! aus vollem Halse schrei’n! Männer: Laßt uns trinken! Trinket, Brüder, laßt uns fröhlich sein! Frauen: Laßt uns singen! Singet alle! Laßt uns fröhlich sein! Alle: Juhhe! Juh! Es lebe der Wein!
Männer: Es lebe das Land, wo er uns reift! Es lebe das Faß, das ihn verwahrt! Es lebe der Krug, woraus er fließt! Alle: Juhhe! Juh! Es lebe der Wein!
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Männer: Kommt, ihr Brüder! Füllt die Kannen, leert die Becher! Laßt uns fröhlich sein! Alle: Heida! Laßt uns fröhlich sein und Juhhe! Juhhe! Juh! aus vollem Halse schrei’n. Juhhe, Juh! Es lebe der Wein! Frauen: Nun tönen die Pfeifen und wirbelt die Trommel. Hier kreischet die Fiedel, da schnarret die Leier und dudelt der Bock. Männer: Schon hüpfen die Kleinen und springen die Knaben, dort fliegen die Mädchen im Arme der Bursche, den ländlichen Reih’n.
• • • • • • • • • • • • • • • •
Heisa, hopsa, laß uns hüpfen! Männer: Ihr Brüder, kommt! Frauen: Heisa, hopsa, laßt uns springen! Männer: Die Kannen füllt! Frauen: Heisa, hopsa, laßt uns tanzen! Männer: Die Becher leert! Alle: Heida! Laßt uns fröhlich sein und Juhhe! Juhhe! Juh! aus vollem Halse schrei’n. Männer: Jauchzet, lärmet! Springet! Tanzet! Lachet, singet, jauchzet, lärmet! Frauen: Heisa! Juhhe! Juhhe! Juh! Hopsasa, heisasa, heisa, hei!
• •
• • • • • • • • • •
Männer: Nun fassen wir den letzten Krug! Alle: Und singen dann im vollen Chor dem freudenvolle Rebensaft! Heisa, hei! Juhhe! Juh! Es lebe der Wein, der edle Wein, der Grillen und Harm verscheucht! Sein Lob ertöne laut und hoch in tausendfachem Jubelschall! Heida, laßt uns fröhlich sein und Juhhe! Juhhe!Juh! aus vollem Halse schrei’n.
Haydn • 1802 ontslagen van alle verplichtingen
• Stierf op 31 mei 1809