Beeldkwaliteit De Grote Boel
Gemeente Nijmegen GEM Waalsprong maart 2014
2 colofon Nijmegen, maart 2014 Beeldkwaliteitplan De Grote Boel Gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen www.nijmegen.nl
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
inhoud
3
1. Inleiding
5
2.
8
Ruimtelijke ontwikkeling De Grote Boel
3. Het Planconcept
10
4. Kenmerken Groenstedelijk woonmilieu
14
5.
“De gereedschapskist voor De Grote Boel”
18
Bijlage:
Referentiegebieden Nijmegen
22
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Arnhem
Inleiding
Spoor
if t
Gr
Sportpark Nieuw Balveren
k dij
Zuiderveld
4
Keizer Hendrik VI-singel
traat
oenes
Gr Oude
Keizer Augustusplein
cwz
De Boomgaard
Voorzieningenhart De Klif
at
tra
tas
Ter
De Elten
el
Bo
G
rala
an
Res se
nse W
al
De Waaijer
jk
di ift
Gr
Nijmegen
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Prins Maurissingel
te roo
M. van Mechelenweg
Ter
Re
De Grote Boel
De Elten ot rac
s
se sen
al
W
Inleiding
1
5
1.1. Ligging Het plangebied Groot Oosterhout maakt deel uit van de wijk Oosterhout; deze toekomstige woonwijk ligt ten oosten van de gerealiseerde wijken Het Nijland, De Boomgaard en De Elten. Het wordt aan de oostzijde begrensd door een trio van parallel gelegen infrastructuur: de Margaretha van Mechelenweg, de spoordijk en de Prins Mauritssingel. Het plangebied met als werktitel Groot Oosterhout bestaat uit twee buurten, waarvoor de raad de namen De Grote Boel (zuidelijk deel) en Zuiderveld (noordelijk deel) heeft vastgesteld. De delen worden gescheiden door de Keizer Hendrik VI-singel, die aansluit op het Keizer Augustusplein (ovatonde).
1.2. Aanleiding
in een (te) gedetailleerd beeldkwaliteitplan Groot Oosterhout 2009. We willen de beeldkwaliteit evenwel globaler en op hoofdlijnen gaan beschrijven. Dat sluit meer aan bij een veranderde ontwikkelingsstrategie die uitgaat van een meer organische en een meer (consument)vraaggerichte ontwikkeling van woongebieden. Het plan van Wissing kenmerkt zich door toepassing van lange straten en lanen, en de realisering van zogeheten “Vrije Erven”. Dit zijn deelgebieden met 2-kappers en vrijstaande woningen in de vorm van kleine hofjes. Deze kenmerkende elementen verdragen zich niet meer met de huidige marktbehoeftes en stedenbouwkundige inzichten.
Voor het plangebied Groot Oosterhout heeft de gemeenteraad op 1 april 2009 een bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan vastgesteld. De basis daarvoor was het stedenbouwkundig plan van het extern stedenbouwkundig bureau Wissing. Het plan is destijds middels een interactief planproces met verschillende vakdisciplines en de voormalige aandeelhoudende ontwikkelaars tot stand gekomen. Hiernaast treft u het bij dit stedenbouwkundig plan behorende verkavelingsplan aan. Er zijn diverse factoren, die vragen om een herziening van deze planvorming: In 2013 is een vaststellingsovereenkomst opgesteld, die de ontvlechting van aandeelhouders van GEM Waalsprong regelt. In deze vaststellingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over afzet van bouwrijpe grond op diverse locaties. Eén van die locaties betreft De Grote Boel, waar in een eerste fase twee ontwikkelaars geacht worden in het derde kwartaal van 2014 grond af te nemen voor circa 175 woningen. De aanhoudende crisis op de woningmarkt vraagt om herziening van de (beeld)ambities voor Groot Oosterhout. Bij de totstandkoming van het plan van Wissing is de toen gewenste beeldkwaliteit vastgelegd
Plan Wissing
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Inleiding
6
Hoofdstructuur Geactualiseerd plan November 2013
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Inleiding
1.3. Ambitie Het is de ambitie om, aansluitend aan het woonpark Oosterhout (De Elten en De Boomgaard), in De Grote Boel een vergelijkbare woonsfeer te realiseren, echter in een veel meer organisch bouwtempo en met een groenstedelijk karakter. Dat betekent dat er in de loop der tijd kleinere eenheden worden gerealiseerd in een structuur waarbij de lange straten en lanen, zoals in het plan van Wissing, worden verlaten. Er zal meer ruimte zijn voor afwisseling en diversiteit. De nieuwe opzet van het plan voor De Grote Boel is vastgelegd in het document “Actualisatie planopzet De Grote Boel”. In november 2013 is dit plan door de raad van de gemeente Nijmegen vastgelegd als uitgangspunt voor de planontwikkeling. Het is de ambitie om in De Grote Boel een woonmilieu te creëren dat zich kenmerkt door een groenstedelijke woonmilieu én door een fiets- en kindvriendelijke planopzet en inrichting van de openbare ruimte. De bij het geactualiseerde plan behorende ambities ten aanzien van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte en de architectuur zijn beschreven in het onderhavige document. De beeldkwaliteitskenmerken dienen als toetsingskader, maar ook als inspiratiebron voor verdere (bouw) planontwikkeling. Naast dit toetsingskader is de borging van beeldkwaliteit in De Grote Boel mede gericht op samenwerking en overleg. Het bestemmingsplan “Groot Oosterhout” van april 2009 blijft van toepassing. In het document
“Actualisatie planopzet De Grote Boel” is wel als aandachtspunt opgenomen dat een mogelijke planherziening van het plandeel aan de Griftdijk aan de orde kan komen, alsmede een herziening ten aanzien van de locatie van het kindcluster in De Grote Boel.
1.4 Leeswijzer
7
In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor de planaanpassing gemotiveerd. Aanknopingspunten voor de identiteit worden gezocht in de cultuurhistorische verkenning van het gebied; in hoofdstuk 2 wordt dit weergegeven. De planfilosofie voor De Grote Boel is beschreven in het document Actualisatie Planopzet De Grote Boel (november 2013). In hoofdstuk 3 wordt deze filosofie nader uitgewerkt in de elementen van het stedenbouwkundig plan, die gezamenlijk de hoofdstructuur vormen van De Grote Boel. In De Grote Boel wordt een groenstedelijk woonmilieu nagestreefd. De bijbehorende algemene principes worden beschreven in hoofdstuk 4. Op basis van deze principes zijn in hoofdstuk 5 criteria voor de na te streven plankwaliteit beschreven in de vorm van een “gereedschapskist” voor De Grote Boel. Dit betreft zowel stedenbouwkundige structuur als openbare ruimte en architectuur. Deze “gereedschapskist” is zowel inspiratiebron voor de planuitwerking als toetsingskader voor de plankwaliteit door het Ruimtelijk Kwaliteitsteam Waalsprong. Tenslotte wordt in de bijlage van dit document een aantal woongebieden in Nijmegen aangehaald ter inspiratie voor de uitwerking van het plan De Grote Boel.
Bestemmingsplan Groot Oosterhout april 2009 Verbeelding
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Ruimtelijke
2
8
ontwikkeling de grote boel
In de cultuurhistorische ontwikkeling liggen aanknopingspunten voor de identiteit van het gebied en de deelgebieden. In de ontstaansgeschiedenis ligt de voedingsbodem van de geest van de plek: de genius loci. De cultuurhistorische elementen dienen als inspiratie die ingezet kan worden in de planvorming.
Griftdijk
Na jaren wikken en wegen werd door de Stad Nijmegen, gesteund door Arnhem, in 1595 besloten tot de aanleg van een kanaal, dwars door de Betuwe. Het kanaal de Grift werd tussen 1608 en 1610 gegraven en gebruikt voor vracht- en personenvervoer.
De Griftdijk heeft een belangrijke historie. De griftdijk heeft zijn bestaan te danken aan de wens om een kortere vaarroute te maken tussen Nijmegen en Arnhem. Intensief verkeer tussen Nijmegen en Arnhem ging in het verleden namelijk niet zo makkelijk. De twee brede rivieren tussen beide steden en de vaak onbegaanbare landwegen maakten verkeer over de weg moeizaam. Men verlangde naar een oplossing. 1830
1744 Dorpsgezicht van Lent aanduidende kanaal de Grift
De Griftdijk tussen Arnhem en Nijmegen
1900
De Grift was de allereerste gegraven trekvaart van de Noordelijke Nederlanden. Mensen vestigden zich rondom de Grift. Langs de Grift werden percelen uitgegeven voor bebouwing. Daarmee ontstond de opvallende lintbebouwing ter weerszijden van de vaart. Deze structuur is tegenwoordig, bijna vierhonderd jaar later, nog steeds herkenbaar. Langs de Grift werd een weg aangelegd: de Griftdijk. De Grift en de Griftdijk zijn vanaf 1611 de verkeersaders voor het verkeer tussen Nijmegen en Arnhem.
Kanaal De Grift in Lent met zicht op dorp en kerken vóór de demping en aanleg van de Rijksweg
De Grift werd in 1742 voor alle scheepvaartverkeer gesloten en in gedeelten verkocht. In het dorp Lent werd de Grift een siergracht. De Griftdijk werd de hoofdweg tussen Nijmegen en Arnhem. Bij de aanleg van de nieuwe Waalbrug, in 1930, verdween De Grift in Lent geheel uit beeld. De Grift werd gedempt, maar is tot op heden nog wel herkenbaar als een belangrijke structurerende lijn door het dorp.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
1930
Aanleg van de rijksweg te Lent op de gedempte Grift
Ressense Wal
Ruimtelijke ontwikkeling
Het gebied rondom Lent had in het verleden last van overstromingen. Om de landbouwgebieden hiervoor te beschermen, wierpen de Lentenaren al in de elfde eeuw dwarskaden en achterkaden op in het westen en het Oosten van het gebied. Via een nauwe laagte kon het hoge Waalwater daardoor vrij naar het Visveld stromen. Om dit water te keren, wierp Ressen de Ressense Wal op. Deze wal is herkenbaar als een landschappelijke element en heeft deels nog een karakteristieke beplanting met bomen. De Ressense Wal is van cultuurhistorische betekenis en vormt de grens naar de landschapszone (de Waaier), waaronder de Oosterhoutse Plas.
9
Groote Boel Op de grens van Lent, bij de Ressense Wal, lag de boerderij de Groote Boel. De naam De Boel is afgeleid van een hofstede dat op de plek van de Ressense Wal heeft gestaan. De hofstede werd vermoedelijk omringd door een slotgracht. Er zijn nog sporen van het landgoed. Op de plek van de Groote Boel zijn nog delen van de oude fundering zichtbaar. Voormalige boerderij “Groote Boel”aan de Ressense Wal
Archeologie
jk
di
ift
Gr
In het plangebied is het merendeel van het archeologisch onderzoek gedaan. Er zijn twee gebieden met beperkingen. Op het zogeheten archeologisch monument mogen geen bodemingrepen plaats vinden zonder vergunning van de minister (via de RCE). Uit onderzoek op een plek aan de westzijde komt naar voren dat er zeer waardevolle sporen aanwezig zijn in de bodem, die wijzen op een Romeins grafveld en daaronder een interessante neolithische laag.
el
Grafveld +
te
o
ro
Bo l
G Wa
Archeologisch rijksmonument
e ss
e ns
Re
De cultuurhistorische elementen: archeologisch monument, Ressense Wal en de Groote Boel zijn een uniek gegeven voor de identiteit van het gebied. Dit biedt aanknopingspunten voor de opzet van het stedenbouwkundig plan.
Heden
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
3
10
het Planconcept
Het planconcept voor De Grote Boel kan worden ontrafeld in een aantal stappen en planlagen. De basis is de bestaande ondergrond, het plangebied met haar geschiedenis en betekenisvolle plekken, de huidige situatie en de geplande omgeving. In hoofdstuk 2 is de essentie hiervan geduid.
Eerste stap: De dorpsstraat vormt de “hoofdstraat” door het nieuwe woongebied. Deze straat is noordzuid gericht en vormt een verbinding tussen het archeologisch monument, dat zich als archeologisch park manifesteert, en de geplande Oosterhoutse Plas.
Het doel is voor het nieuwe woongebied te zoeken naar ruimtelijke dragers die enerzijds de eigen identiteit van De Grote Boel bepalen en anderzijds voortbouwen op de continuïteit van het stedelijk weefsel. In de navolgende drie stappen worden die ruimtelijke dragers geïntroduceerd.
Tweede stap: Er wordt continuïteit gezocht in aansluiting op het bestaande woongebied woonpark Oosterhout én aansluiting gemaakt met routes in het zuid-oostelijk deel van het plangebied in de richting van Nijmegen centrum. Op het kruispunt van de twee straten met hoofdstraat uit stap 1 “ontstaat” de Brink als centrale plek voor De Grote Boel. Derde stap: In het zuiden zoeken we naar een logische aansluiting op de Griftdijk. Dit wordt gevonden in de vorm van verbeelding van een oprijlaan naar de historische plaats: hofstede Groote Boel.
Zuiderveld
Archeologische Zone
De Boomgaard
Stap
Brink
-
Woonpark Oosterhout
Griftdijk
De Elten
las
ou
p tse
rh ste
Oo
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
1.
Een noord-zuid gerichte dorpsstraat vormt een verbinding tussen twee landschappelijke elementen op structuur niveau: de archeologische zone en de Oosterhoutse Plas.
Het Planconcept
Zuiderveld
Archeologische Zone
De Boomgaard
11 Brink
Stap - -
2.
Woonpark Oosterhout
De Brink is de centrale plek voor De Grote Boel Twee oost-west gerichte buurt verzamelstraten vormen een verbinding tussen het bestaande Woonpark Oosterhout en de landschappelijke rand.
De Elten las
Oo
Zuiderveld
Stap -
3.
Aan de zuidzijde vormt de wijkentree een oprijlaan vanaf de Griftdijk naar de voormalige hofstede de Groote Boel; de laan loopt parallel aan de Ressense Wal; daarmee krijgt deze entree een cultuurhistorische betekenis.
De Boomgaard
Brink
al
eW
ns
e ess
Griftd
R G Bo root el e
ijk
Woonpark Oosterhout
u
ho
r ste
p tse
De Elten n
laa
ij pr
las
O
ou
rh
te os
p tse
O
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Het Planconcept Een kenmerk van de stedenbouwkundige compositie betreft de Brink als ruimtelijk besloten kern en collectieve identiteitsdrager van De Grote Boel. Daarnaast zijn de licht gebogen straten kenmerkend. Dit geeft een besloten beeld. Naar de randen van het woongebied wordt het omringende landschap geleidelijk zichtbaar, voelbaar en ontstaan zichtpunten.
Het doel is een woongebied te maken dat bestaat uit verschillende buurten rondom plantsoenen. Hiermee ontstaat een hiërarchie en gradatie van beleving, gebruik en identificatie.
12
Kern en Randzone -
Het stratenpatroon vormt een verbinding van de wijk met de landschappelijke randen, Archeologisch monument, de Plas en de Singel
Op rij
laa
n
Woonpark Oosterhout
Woonpark Oosterhout
Op
rij
laa
n
Brink
Verdeling plantsoenen en perken -
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
In het woongebied worden plantsoenen ontwikkeld binnen het stratenpatroon; deze vormen de kernen van buurtjes volgens het tuinstedelijke principe.
Het Planconcept Met onderstaande elementen en principes is de totaalcompositie van De Grote Boel opgebouwd. Bepaalde plekken in het plan hebben een bijzondere betekenis vanwege de landschappelijke situatie of vanwege de oriëntatie. Dit zijn de plekken waaraan bewoners zich hechten, deze plekken geven identiteit aan het gebied. Het zijn de ankerpunten van het woongebied.
Op deze plekken is het absoluut van belang om in de uitwerking een eenheid in conceptie van stedenbouwlandschap-architectuur na te streven. Deze gebieden zijn de “specials” van het plan. Hier wordt bijzondere architectuur gemaakt, is de openbare ruimte met veel zorg ingericht, staat afwijkende beplanting. Het “bijzondere” in het “gewone” van De Grote Boel.
13
Planconcept -
Totale Hoofdstructuur
Woonpark Oosterhout
Brink
Dragers hoofdstructuur
2
3 s
Op
rij
laa
n
pla
ho
ter
s Oo
se ut
1 4
Ankerpunten 6 5
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Brink Articulatie wijkentree Crescent Landmark aan de Plas Ensemble aan de Oosterhoutseplas Groote Boel
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Het Planconcept
14
Normatieve proefverkaveling Voor het plangebied De Grote Boel is een zogeheten normatieve proefverkaveling gemaakt. Dit verkavelingplan is gebaseerd op standaard woningtypologieën en bedoeld als ontwerponderzoek naar de plancapaciteit en de daarbij bijbehorende spreiding van voorzieningen zoals parkeerplaatsen, groenvoorzieningen, speelplekken en wadi’s. In een atlas voor De Grote Boel zijn alle programmatische onderdelen van De Grote Boel verzameld.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Het hier getoonde normatieve verkavelingplan bevat 830 grondgebonden woningen + 35 appartementen, in totaal 865 woningen. Dit normatieve verkavelingplan is bedoeld als referentie voor de uitwerking van het plan per deelgebied, daarbij is de inzet van woningtypologieën flexibel. Ter illustratie van deze flexibiliteit wordt verwezen naar de getoonde verkavelingsvarianten in het document Actualisatie Planopzet Grote Boel (pg. 12/13).
Kenmerken Groenstedelijk woonmilieu
4
Waarom in De Grote Boel kiezen voor groenstedelijkwoonmilieu? Voor De Grote Boel kiezen we voor een woonmilieu dat aansluiting vindt bij het woonpark Oosterhout; we kiezen voor een suburbaan milieu van dorps, ontspannen en landschappelijk. De Grote Boel ligt in de landschappelijke dooradering van het grotere gebied van de Waalsprong. Landschappelijke gebieden van formaat, zoals de Oosterhoutse Plas en het archeologisch monument grenzen direct aan de locatie. Vanuit deze ambitie en kansen zijn we geïnspireerd door de traditie van de tuinwijk. Woonwijken die ongeveer 80 jaar geleden tot stand zijn gebracht en nog steeds kwalitatief hoogwaardige en populaire woonwijken zijn, bezitten kennelijk een bijzondere kwaliteit. We kiezen er voor om het suburbane, dorpse , ontspannen en landschappelijke woonmilieu verder inhoud en identiteit te geven vanuit het streefbeeld van het groenstedelijk woonmilieu. Dit betekent niet een letterlijke copie van de tuinwijk uit de jaren 30. De huidige bouwmethoden, programmatische eisen en wensen ten aanzien van bijvoorbeeld parkeren zijn geheel anders. Wel laten we ons inspireren en zijn we op zoek naar principes van de tuinwijk die ten grondslag liggen aan de duurzame kwaliteit van het stedenbouwkundig ontwerp. Nijmeegse buurten als de Indische Buurt, de Schildersbuurt en Brakkenstein goede voorbeelden van tuinwijken in dit genre. Een documentatie van deze drie buurten is als bijlage bij dit document opgenomen.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
15
Vier principes We kunnen stellen dat aan de tuinstedelijke kwaliteit vier algemene principes ten grondslag liggen. Deze principes hebben zich in de loop der jaren bewezen.
16
Parker and Unwin, Letchworth- Bird’s Hill Estate layout, 1906
1. Aan het basisconcept van de tuinwijk ligt een
eenvoudige, heldere en krachtige structuur
ten grondslag. Het concept is gebaseerd op een hiërarchisch model van stedelijke ruimtes; zoals straten, pleinen, plantsoenen, hoven. Deze ruimtes worden begrensd door ruimtevormende en –begeleidende bebouwing in een klassieke vormtaal.
R. Unwin, Hampstead Garden Suburb
Tuindorp Nieuwendam, Amsterdam Hilversum
2.
Continuïteit van het architectonisch beeld
staat voorop. Er wordt veelal gebruik gemaakt van dezelfde middelen; zoals kap, overstek, dakpannen, baksteen, articulatie metselwerk. Het grote gevoel voor samenhang en detail springt voortdurend in het oog. Bijvoorbeeld bijgebouwen zoals garages en bergingen worden uitgevoerd in hetzelfde materiaal als het woonhuis.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Kenmerken Groenstedelijk woonmilieu
17
3.
In het openbaar gebied worden eveneens consequent dezelfde vormgevingsprincipes toegepast. Voortuinen zijn er altijd en dragen in hoge mate bij aan het groene en lommerrijke karakter van de straten. Er is altijd een haag of laag muurtje op de overgang naar de straat. Variatie zit vooral in detaillering van bijvoorbeeld muurtjes en/of hagen. Deurne
Vreewijk, Rotterdam
4. Betrekkelijk eenvoudige middelen worden op een slimme manier toegepast en leidt tot een overtuigend en aansprekend beeld van zowel bebouwing als openbare ruimte. Hierbij staat voorop: eenheid in verscheidenheid, kleinschaligheid en menselijke maat. Bijvoorbeeld: o Twee lagen met een kap gaat over in één laag met een kap en een doorlopend gevelfront; incidenteel, waar het stedenbouwkundig zeggingskracht heeft, wordt bijvoorbeeld drie bouwlagen toegepast. o Geen lange rechte straten met strakke wanden, maar straten met verspringende rooilijnen en aandacht voor het architectonisch detail – erker, dakkapel, dakoverstek -
Lange Welle, Rotterdam
Kop
Kapvorm / goothoogte
Kop / goothoogte
Erker
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
5
18
‘‘Gereedschapskist voor de grote boel’’
Het toepassen van de kwalitatieve principes van de tuinwijken vraagt om een verdieping van het “tuinstedelijke” karakter. De centrale vraag is: “wat maakt de tuinwijken nu zo bijzonder en geliefd”. De principes die ten grondslag liggen aan het ontwerp van die wijken kunnen we ook nu nog inzetten voor het ontwerp; ook al zetten we in de huidige tijd andere middelen in. Inventarisatie van deze principes en toepassing op de locatie De Grote Boel leidt tot een “gereedschapskist” met tuinstedelijke principes. Deze thematisch opgezette gereedschapskist is bedoeld als inspiratiekader voor het ontwerp, maar ook als toetsingskader voor de beeldkwaliteit van De Grote Boel in de vorm van specifieke gebiedsgerichte beeldcriteria
Gebiedsgerichte Beeldkenmerken 1. Leesbaarheid van de stedenbouwkundige structuur van De Grote Boel a. b. c. d. e. f. g.
Wand- en ruimtevormende begeleiding van de straten en plantsoenen in de hoofdstructuur. Accentuering van de entrees van de wijk en de buurten door verbijzondering architectuur en/of hogere bebouwing. Verspringingen in de rooilijn van blokken onderling en lichte hoekverdraaiingen zijn belangrijke middelen, die moeten worden ingezet in de ruimtevorming en articulatie van de stedenbouwkundige ruimte. De bebouwing en inrichting van de openbare ruimte in de buurtjes als deel van de substructuur is kleinschaliger dan die van de hoofdstructuur (conform principe hiërarchisch model tuinstad, zie hoofdstuk 4, principe 1). Hoofdstructuur met een krachtige groenstructuur; in straten laanbomen (1e orde), heesters en grasbermen; in plantsoenen bloeiende soorten. Plantsoenen en perken zijn belangrijke dragers van de identiteit per buurt; afleesbaar door inrichting openbare ruimte én door architectuur van ruimtevormende bebouwing. Op plekken van stedenbouwkundige betekenis, bijvoorbeeld op zichtas, splitsingspunt en beëindiging stedenbouwkundige ruimte (zie kaart: ankerpunten) de architectuur van gebouwen verbijzonderen door middel van bijvoorbeeld ensemble-werking, articulatie architectuur, kleur en materiaal.
De Hoven, Zwolle (1a)
Referentie beelden
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
De Hoven, Zwolle (1c, 4h)
Enka-terrein, Ede (1f)
De Hoven, Rosmalen (1g)
Gereedschapskist
2. Ordeningsprincipes openbare ruimte a. b. c.
Lanen, straten, plantsoenen en hoven met ruimtevormende straatgerichte bebouwing en voortuinen. Straten, plantsoenen, pleinen en hoven als plekken met verblijf- en recreatieve kwaliteit in aansluiting op de ambitie van de kindvriendelijke woonwijk. De onderdelen stap 1 en 2 (zie hoofdstuk planconcept) van de hoofdstructuur worden ingericht als fietsstraat (klinkers en asfalt); de overige straten van de hoofdstructuur worden ingericht als 30-km gebieden (klinkers); de straten van de buurtjes in de substructuur zijn verblijfsgebieden en worden ingericht als erf.
De Grote Boel, Nijmegen (2a, 2c, 3a, 3b, 3f, 3g, 3i)
Referentie beelden
Pathmos, Enschede (1d , 2b)
Kuukven, Baarlo (2a, 2b)
3. Aantrekkelijk groen straatbeeld a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
Bebouwing aan de hoofdstructuur met voortuinen van minimaal 3 meter ten opzichte van hoofdvolume. Langs de hoofdstructuur samenhang en harmonie bereiken door middel van een hagenplan. Erfafscheidingen, zoals: hagen, hekwerken, tuinmuurtjes zorgvuldig ontwerpen in samenhang met bebouwing. Tuinen van hoekwoningen aan de hoofdstructuur hebben een tuinmuur (eventueel in combinatie met hekwerk en doorlopende gemetselde plint) in verbinding met naastgelegen bouwblok. Parkeren op eigen terrein aan de hoofdstructuur achter voorgevelrooilijn. Groenstroken zijn minimaal 2 meter breed. Wadi’s worden als onderdeel van het groenontwerp van de hoofdstructuur in samenhang met bomen- en beplantingplan van de openbare ruimte ontworpen. Van het totaal benodigde aantal parkeerplaatsen wordt minimaal 60% binnen de bouwblokken gesitueerd in de vorm van parkeerkoffers en -hoven en eigen terrein tuinparkeerplaatsen (zie normatieve proefverkaveling). De hoofdstructuur bevat circa 10% van het totaal benodigd aantal parkeerplaatsen (zie normatieve proefverkaveling). De profielen van de hoofdstructuur bestaan voor circa 40% uit groen in de vorm van groenstroken met bomen en wadi’s (zie normatieve proefverkaveling pg. 14).
Biezenkamp, Wapenveld (3a)
Referentie beelden
Weurtseweg, Nijmegen (3c, 3d, 4h)
De Woerd, Utrecht (3h)
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
19
Gereedschapskist
4. Architectuur versterkt tuinstedelijk karakter a.
b. c.
20
d. e. f. g.
h. i.
Continuïteit van architectonisch beeld, eenheid in verscheidenheid, kleinschaligheid, menselijke maat. De ensemble werking van het woningblok én bouwblok als architectonische entiteit is het ontwerpprincipe. Uitgangspunt voor het maximaal aantal woningen per woningblok is de normatieve proefverkaveling (zie pg. 14). Eenheid in ontwerpprincipe en detail. Consequent toepassen van stijlkenmerken: kappen, overstekken, dakpannen, metselwerk, kleuren materiaalgebruik. Architectonische articulatie en detaillering hebben een relatie met de stedenbouwkundige situatie. Detaillering en aansluitingen (bijvoorbeeld: naden, voegen, omlijstingen, lateien en vensterbanken, deklatten en lijsten) vormen een belangrijk onderdeel van de uitstraling van de gevel. Aan- en uitbouwen (bijvoorbeeld dakkapellen, erkers, luifels, garages) als eenheid ontwerpen met hoofdgebouw. Het materiaalgebruik is overwegend metselwerk met een “natuurlijke” uitstraling in kleur en textuur. Materiaal- en kleurgebruik worden getoetst op de betekenis voor het ontwerp en de omgeving, alsook op de consequentheid, waarbij zowel de keuze voor aanpassen aan de omgeving en de keuze voor contrast beide uit het ontwerp van het geheel te verklaren moeten zijn. Variatie in kapvormen, wisselende goothoogte en dakoverstek zijn belangrijke beeldkenmerken van bouwblokken voor De Grote Boel al of niet in combinatie met plat afgedekte bouwdelen. Bij uitzondering is op plekken van stedenbouwkundige betekenis een volledig plat dak toegestaan. Koppen van bouwblokken die een directe ruimtelijke relatie hebben met het openbaar gebied worden vormgegeven als een gevel met openingen in de vorm van bijvoorbeeld: entree, ramen en vensters; hier is sprake van een bouwblok met een dubbele oriëntatie op openbaar gebied. De kopgevel is evenwel secundair in hiërarchie ten opzichte van de voorgevel.
Inventum terrein, De Bilt (4a, 4f, 4i)
Ypenburg, Den Haag (4c, 4e, 4g)
Referentie beelden
Enka terrein, Ede (4b,4e)
5.
Bijgebouwen
a.
Vanuit de openbare ruimte zichtbare bijgebouwen (waaronder garages en bergingen) als eenheid ontwerpen met hoofdgebouw in materiaal en dakvorm. Nutsgebouwen en kunstwerken inpassen in het verkavelingplan en bij voorkeur ook de materialisatie en ruimtelijke inpassing afstemmen op de aangrenzende bebouwing.
b.
Enka terrein, Ede (4g, 4h, 4i)
en nutsgebouwen
Enka terrein, Ede (5a)
6.
Duurzaamheid
a. b.
Alle woningen in De Grote Boel worden aangesloten op het warmtenet. Duurzaamheidmaatregelen, zoals zonnepanelen, zonneboilers en pv-cellen vormen een eenheid met de architectuur.
Referentie beelden
Burgemeester en wethouders kunnen, eventueel op advies van de Commissie Beeldkwaliteit, ook gemotiveerd afwijken van de criteria in dit beeldkwaliteitplan. Dit kan gebeuren bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél een kwalitatieve toevoeging aan hun omgeving vormen. Ook kan het voorkomen dat plannen die tegemoet komen aan de criteria toch een zodanig slechte kwaliteit hebben dat ze afbreuk doen aan hun omgeving. In die gevallen moet worden verwezen naar algemene beoordelingscriteria die ook zijn opgenomen in dit beeldkwaliteitplan.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Gereedschapskist
Algemene Beeldkenmerken Relatie met uitwerkingsnota
In dit beeldkwaliteitplan wordt het ruimtelijk beeld,de karakteristiek en de sfeer die voor De Grote Boel wordt geambieerd op hoofdlijnen beschreven. Het Beeldkwaliteitplan biedt daarbij ruimte voor creativiteit en inventiviteit, zodat het niet alleen voor de toetsing van bouwplannen, maar ook ter inspiratie en voor de begeleiding van initiatieven kan worden ingezet. Het beeldkwaliteitplan bevat beschrijvingen en criteria waaraan bouwplannen kunnen worden getoetst aan redelijke eisen van welstand. Wanneer het door de gemeenteraad wordt vastgesteld, dan moet de inhoud gezien worden als een gebiedsgerichte actualisatie van een specifiek deel van de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit. Daar waar afgeweken wordt van de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit geldt dus het beeldkwaliteitplan. Indien er voor bepaalde bouwwerken (of reclame) geen criteriagegeven worden, dan kan worden teruggevallen op de betreffende criteria in de Uitwerkingsnota.
Architectuur algemeen
Een bouwwerk moet zich voegen in het beeld van de (bestaande of toekomstige) omgeving, tenzij de locatie of de functie van het bouwwerk een afwijking logisch maakt. In dit beeldkwaliteitplan is het beoogde ruimtelijk beeld van De Grote Boel beschreven. De uitgangspunten voor de vormgeving van de bebouwing zijn op hoofdlijnen geformuleerd, zodat er sturing kan worden gegeven aan het eindbeeld en gelijktijdig ruimte geboden wordt bij de architectonische uitwerking van de bebouwing. Van een ontwerp wordt verwacht dat het passend is binnen het beoogd ruimtelijk beeld, maar ook dat het op zichzelf logisch en consequent is vormgegeven. Het gaat hierbij om de verhoudingen van het bouwwerk in schaal, vorm en massaopbouw ten opzichte van de verhoudingen in de omgeving, zoals die tot uitdrukking komen in de stedenbouwkundige context van gebouwen, landschap en openbare ruimte. Het gaat ook om de verschijningsvorm van een gebouw in zijn uitdrukking, herkenbaarheid, interne verhoudingen tussen verschillende delen van het gebouw en de esthetische kwaliteiten van de architectuur. De verhoudingen, de detaillering en de materialisering van het gebouw moet logisch, evenwichtig en consequent van opbouw zijn. Wanneer een gebouw een contrast vormt ten opzichte van zijn omgeving moet dit een hogere kwaliteit opleveren. Een ontwerp voldoet aan redelijke eisen van welstand wanneer het getuigt van het vakmanschap van de ontwerper en er wordt voldaan aan de volgende algemene criteria: • Het bouwwerk geeft met zijn gevel(s) een (duidelijk) herkenbare en passende bijdrage aan het openbare gebied waaraan het bouwwerk grenst.
• Er is aandacht gegeven aan de rol die een dakvlak en het silhouet van de dakvorm krijgen in relatie tot omliggende gebouwen. • De verschillende delen van het bouwwerk zijn in hun uiterlijke verschijningvorm logisch en samenhangend. • Het heeft een evenwichtige opzet in maatverhoudingen, dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen. • Er bestaat samenhang tussen de verschillende onderdelen, zoals onder andere de massa(‘s), gevels en details van het bouwwerk of van de bouwwerken. • Er wordt rekening gehouden met de relatie tussen het maaiveld en de gevel en tussen de gevel en het dak. • De opbouw van de gevels is herkenbaar en consequent, waarbij een evenwicht tussen helderheid en complexiteit in het gevelbeeld bestaat. • Bij verbouw staan de ingrepen aan het bouwwerk in goede verhouding tot elkaar en tot het bouwwerk in het geheel. • Er sprake is van een duidelijke herkenbare hoofdtoegang. • De detaillering, reliëf, textuur, materiaalkeuze en kleurstelling zijn in relatie tot de totale verschijningsvorm van het bouwwerk vormgegeven. • Er wordt rekening gehouden met associaties die bepaalde vormen oproepen in de sociaalculturele context.
Plantoetsing
In dit beeldkwaliteitplan is naast de architectonische kwaliteit ook de integrale stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit van het gebied beschreven. In dit verband wordt mede verwezen naar het document Actualisatie Planopzet Grote Boel (november 2013). Voor grote ontwikkelingen zijn er in Nijmegen Ruimtelijke Kwaliteitsteams (RKT’s) door de gemeenteraad ingesteld. Deze teams zijn samengesteld uit een combinatie van externe deskundigen en een gemandateerd lid van de Commissie Beeldkwaliteit. Zo is er ook een RKT Waalsprong ingesteld. Zij zal samen met de coördinerend stedenbouwkundige van de Waalsprong de verschillende bouwplannen begeleiden. Het beoordelen van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit gebeurt ambtelijk onder verantwoordelijkheid van de coördinerend stedenbouwkundige in overleg met het RKT. De toets aan redelijke eisen van welstand wordt uiteindelijk door de Commissie Beeldkwaliteit verricht. Voor de inrichting van de openbare ruimte wordt in een vervolgstadium een concreet inrichtingsplan opgesteld; een zogeheten IPOR (inrichtingsplan openbare ruimte). In dat plan worden nadere uitgangspunten en kwaliteitseisen voor de openbare ruimte bepaald en uitgewerkt.
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
21
Referentie gebieden Nijmegen
De Grote Boel
22
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Ter inspiratie
Referentie gebieden nijmegen
Bijlage
Indische buurt Schildersbuurt
Brakkenstein
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
23
Referentie gebieden Nijmegen
Indische buurt
24
Kenmerken Openbare Ruimte: - Groen straatbeeld: * Plantsoen met struikgewassen en bomen * Diepe tuinen Architectuur: - Eenheid in architectuur en detail * Dakkapel * Schoorsteen * Groot dakoverstek * Erfscheiding: lage tuinmuur
Sumatraplein
Stedenbouwkundige structuur: - Ruimte vormende bebouwing langs hoofdstructuur - Bijzondere gebouwen op plekken met stedenbouwkundige betekenis: accent Sumatraplein - Zichtlijnen
Borneostraat
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel
Madoerastraat
Schildersbuurt Kenmerken Openbare Ruimte - Groen straatbeeld * Diepe tuinen
Mozartstraat en omgeving
Mozartstraat en omgeving
Architectuur: - Steile kap - Dakkapel - Erfscheiding: laag muurtje en hek
25
Stedenbouwkundige structuur: - Eenduidige, krachtige hoofdstructuur - Ruimtevormende bebouwing - bijzondere gebouwen op plekken met stedenbouwkundige betekenis: Accent rotonde Daalseweg en K. Beynenstraat
Brakkenstein Kenmerken Openbare Ruimte: - Meanderende straten - Vloeiende overgang groen opengebied Parkzoom
Lage muur
Brakkensteinweg
Beeldkwaliteitplan De Grote Boel