BDO. OMDAT MENSEN TELLEN.
BDO. OMDAT MENSEN TELLEN.
1
Controllers Circle Actualiteiten in de Nederlandse jaarverslaggeving 27 november 2012 Prof. dr mr F. (Frans) van der Wel RA
Pagina 3
Actualiteit Nederlandse verslaggevingsregels Agenda (1) 1. Flexibilisering BV-recht – verslaggevingaspecten: sheet 4 - 9 2. Herziening 4e en 7e EU Richtlijn voor niet-beursgenoteerde ondernemingen: sheet 10 - 19 3. Laatste stand van zaken IFRS voor Small and Medium-sized Entities (SME’s): sheet 20 4. Financiële instrumenten: verschillen tussen IAS 39 (fair value-hedge accounting) en RJ 290 (kostprijs-hedge accounting): sheet 21 - 35
Pagina 4
2
Actualiteit Nederlandse verslaggevingsregels Agenda (2) 5. Wijzigingen in de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ), editie 2012 a. Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012: sheet 36 – 49 b. Overige aanpassingen van RJ in editie 2012: sheet 50 - 51 c. Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012: sheet 52 - 55 6. RJ-Uiting 2012-5 over crisisheffing (29 oktober 2012): sheet 56 - 59 7. Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen: sheet 60 - 64 8. Ontwikkelingen vanuit Europa op accountancy (audit) gebied: sheet 65 - 67 Pagina 5
1. Flexibilisering BV-recht Per 1 oktober 2012 is de ‘Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht’ (‘Flex-BV’) in werking getreden Geldig vanaf boekjaren waarin 1 oktober 2012 valt
Pagina 6
3
Flexibilisering BV-recht Inhoud van de Wet ‘Flex-BV’ (1) Gevolgen voor de BV: Geen startkapitaal van EUR 18.000 meer vereist bij oprichting BV Geen controleverklaring nodig bij inbreng in natura Uitkeringstoets verplicht bij dividenduitkering Dividenduitkering niet toegestaan als dit de BV in de nabije toekomst in financiële problemen kan brengen Hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder (directeurgrootaandeelhouder) en terugbetalingsplicht bij onterechte uitkering
Pagina 7
Flexibilisering BV-recht Inhoud van de Wet ‘Flex-BV’ (2) Gevolgen voor de BV (vervolg): Afschaffen minimumkapitaaleis en het verplichte maatschappelijk kapitaal Mogelijkheid om aandelen uit te geven met een nominale waarde in een andere valuta dan in Euro's Mogelijkheid om aandelen zonder stemrecht of winstrecht uit te geven (bijv. bij familie-BV’s)
Pagina 8
4
Flexibilisering BV-recht Verslaggevingaspecten (1) Enkele reparaties en verduidelijkingen in Titel 9 BW 2 (jaarrekeningenrecht) (niet-limitatief): Vervallen van enkele wettelijke reserves voor BV’s: ‘Reserve minimumkapitaal' (art. 178 lid 3, art. 373 lid 4 BW 2) ‘Reserve steunfinanciering (art. 207c lid 3 BW 2); en ‘Euro omzetting (bijschrijvings) reserve' (art. 178a lid 2 en 3 BW 2)
Pagina 9
Flexibilisering BV-recht Verslaggevingaspecten (2) Enkele reparaties en verduidelijkingen in Titel 9 BW 2 (jaarrekeningenrecht) (niet-limitatief) (vervolg): ‘Verbonden partij’ is nu expliciet gedefinieerd in Titel 9 BW 2 (art. 381 lid 3, RJ 330.102, 900.9) conform definitie ex EU-IFRS (IAS 24.9) ‘Verbonden’ partij’: (a) natuurlijk persoon of (b) entiteit die verbonden is met de verslaggevende entiteit (a) Persoon met zeggenschap / invloed van betekenis over verslaggevende eenheid of manager op sleutelpositie in (moeder van) verslaggevende entiteit (b) Entiteit is geassocieerde deelneming / joint venture van verslaggevende eenheid of beide zijn deel van één groep (niet-limitatief) Pagina 10
Gehanteerde (ruime) definitie is inhoudelijk niet veranderd
5
Flexibilisering BV-recht Verslaggevingaspecten (3) Enkele reparaties en verduidelijkingen in Titel 9 BW 2 (jaarrekeningenrecht) (niet-limitatief) (vervolg): Vrijstelling vermelding accountantshonoraria, mits deze honoraria zijn vermeld in geconsolideerde jaarrekening van hoger groepsniveau (art. 382a lid 3) [verduidelijking] Vrijstelling kleine rechtspersonen van vermelding accountantshonoraria in inrichtingsjaarrekening (art. 396 lid 5)
Pagina 11
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen voor nietbeursgenoteerde ondernemingen (1) Wetgevingsvoorstel van de Europese Commissie voor een herziene jaarrekeningrichtlijn – Ter vervanging van de huidige 4e en 7e EG-richtlijnen – Doel: •
Verslaggevingregels voor kleine ondernemingen verminderen
•
Europese jaarrekeningrichtlijnen moderniseren, vereenvoudigen en beter leesbaar maken -> Vergelijkbaarheid en begrijpelijkheid vergroten van jaarrekeningen van ondernemingen in de EU
Pagina 12
6
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen voor nietbeursgenoteerde ondernemingen (2) Wetgevingsvoorstel van de Europese Commissie voor een herziene jaarrekeningrichtlijn (vervolg) – Beperking verslaggevingeisen voor kleine ondernemingen niet opvallend; wel introductie nieuwe categorie micro-entiteiten (zie hierna) – N.B. Betreft wijzigingsvoorstellen, dus nog in beweging
Pagina 13
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen voor nietbeursgenoteerde ondernemingen (3) Ingangsdatum naar verwachting 1 juli 2014 (afhankelijk van de voortgang van het wetgevingsproces); implementatie in Nederland ca. 2 jaar later – Europese Parlement moet zich nog uitspreken (op agenda voor maart 2013) – Wijziging in Nederland pas van kracht als Nederland de wet heeft aangepast op basis van de Europese richtlijn – Nog geen eensgezindheid
Pagina 14
7
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen Toepasselijkheid regime (1) Het regime voor micro-entiteiten is in de voorgestelde richtlijn geïncorporeerd Micro-ondernemingen: indien voldaan aan minimaal twee van de volgende criteria (conform voorstel juni 2012): – balanstotaal < EUR 350.000; – netto-omzet < EUR 700.000; en/of – gemiddeld tien of minder werknemers tijdens het boekjaar
Pagina 15
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen Toepasselijkheid regime (2) Categorie kleine rechtspersonen wordt verkleind Grenzen voor kleine rechtspersonen worden verlaagd naar (conform voorstel juni 2012): EUR 4 miljoen voor het balanstotaal (nu EUR 4,4 miljoen ex art. 396) EUR 8 miljoen voor de omzet (nu EUR 8,8 miljoen ex art. 396) Gemiddeld 50 of minder werknemers tijdens het boekjaar N.B. Lidstaten mogen deze grenzen verhogen naar: maximaal EUR 6 miljoen voor balanstotaal respectievelijk maximaal EUR 12 miljoen voor omzet
Pagina 16
8
Europese Unie: Wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen Toepasselijkheid regime (3) Categorie middelgrote rechtspersonen wordt vergroot Grenzen voor middelgrote rechtspersonen worden verhoogd naar: EUR 20 miljoen voor het balanstotaal (nu EUR 17,5 miljoen ex art. 397) EUR 40 miljoen voor de omzet (nu EUR 35 miljoen ex art. 397) Gemiddeld 250 of minder werknemers tijdens het boekjaar
Pagina 17
Europese Unie: Selectie wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen (1) Micro-entiteiten [art 42a lid 1 en 2] Lidstaten mogen micro-entiteiten laten opstellen: Zeer beperkte balans (alleen hoofdrubrieken: vaste activa, vlottende activa, aandelenkapitaal en reserves, voorzieningen en verplichtingen) [art. 42a lid 2(a)] Zeer beperkte V&W (alleen hoofdrubrieken: netto-omzet, overige opbrengsten, kosten van grond-/hulpstoffen, beheerkosten (staff costs), waardeveranderingen, overige kosten, belasting, resultaat na belastingen) Lidstaten mogen micro-entiteiten vrijstellen van presentatie van overlopende activa en passiva (bijv. vooruitbetaalde kosten, vooruitontvangen opbrengsten) in hun balans (accrual accounting) Pagina 18
Mits dit feit wordt toegelicht [art. 42a lid 1(a) (b)]
9
Europese Unie: Selectie wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen (2) Micro-entiteiten [art 42a lid 1 en 2] Lidstaten mogen micro-entiteiten vrijstellen van maken van een toelichting (dus vrijstelling om bijvoorbeeld waarderingsgrondslagen en mutatieoverzichten vaste activa op te nemen) [art 42a lid 1(c) jo art. 17 en 18]; Echter, wel verplicht vermelden bij de balans (als toelichting): Voorschotten aan ‘members of administrative, managerial and supervisory bodies’ [jo art. 17.1(d1)] Alle niet uit de balans blijkende verplichtingen (‘commitments’) Micro-entiteiten hoeven alleen de balans (met toelichting) te publiceren [art 42a lid 1(e); art. 30 lid 2]
Pagina 19
Europese Unie: Selectie wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen (3) Voor alle entiteiten / rechtspersonen: Voor elektronische ‘filing’ (SBR) van de jaarrekening mogen lidstaten afwijken van de voorgeschreven modellen Goodwill Lidstaatoptie om goodwill direct af te boeken van eigen vermogen of resultaat wordt geschrapt [art.25 lid 3(c)]
Pagina 20
10
Europese Unie: Selectie wijzigingsvoorstellen 4e en 7e EG-Richtlijnen (4) Goodwill (vervolg) Lidstaat bepaalt maximale afschrijvingsperiode voor goodwill als economische levensduur niet betrouwbaar is te bepalen (lidstaatoptie) [art. 11 lid 9] • Maximum moet liggen tussen 5 en 10 jaar; dit is in lijn met IFRS for SMEs
Terugneming bijzondere waardevermindering goodwill niet toegestaan [art. 11 lid 5a, punt (d)] • Vgl. RJ 121: Terugneming mits waardevermindering is veroorzaakt door specifieke, externe, buitengewone gebeurtenis en opvolgende externe gebeurtenis dit effect omkeert (par. 613615)
Pagina 21
Laatste stand van zaken IFRS voor Small and Mediumsized Entities (SME’s) IFRS for SME’s is geen officieel toegestaan verslaggevingstelsel Nederlandse (‘non publicly accountable’) ondernemingen mogen IFRS for SME’s toepassen in plaats van de Richtlijnen van de RJ voor zover niet in strijd met: Nederlandse wetgeving, i.c. BW2 Titel 9 Stellige uitspraken van RJ In de controleverklaring wordt dan verwezen naar BW2 Titel 9 en de SME-standaarden IASB (International Accounting Standards Board) laat het aan de jurisdicties van de landen over te bepalen welke ondernemingen IFRS for SME’s mogen / moeten toepassen Positie van IFRS SME in Nederland is nog niet uitgekristalliseerd Pagina 22
11
Financiële instrumenten: Complexe problematiek Recente praktijk: Problemen met negatieve waarde van derivatencontracten bij woningcorporaties (bijvoorbeeld Vestia), universiteiten en MKBondernemingen AFM doet onderzoek naar derivaten in het MKB Vrijwel alle in het verleden afgesloten renteswaps hebben een negatieve marktwaarde Steekproef onder 100 MKB-ondernemingen: negatieve waarde van derivaten is 63% van de nettowinst Stelling: ‘On balance’ verwerken van derivaten / waarderen derivaten tegen fair value conform IFRS draagt bij aan het management van deze financiële instrumenten
Pagina 23
Financiële instrumenten NL GAAP versus IFRS (1) Verschillen tussen: Kostprijs-hedge accounting (RJ 290) en Fair value-hedge accounting (IAS 39, idem onder RJ 290)
Toepassen van hedge accounting, waaronder kostprijs-hedge accounting is niet verplicht; ook niet bij mismatches in de toerekening van resultaten
Pagina 24
12
Financiële instrumenten NL GAAP versus IFRS (2) NL GAAP Titel 9 en Besluit actuele waarde (BAW) geven bepalingen voor hedge accounting (relevant indien derivaten tegen actuele waarde worden gewaardeerd) (art. 384.8 BW2, art 10.5 BAW) RJ 290 staat naast reële waardehedge-accounting en kasstroomhedge-accounting onder bepaalde voorwaarden kostprijshedge-accounting toe Toepassing van kostprijshedge-accounting biedt de mogelijkheid om het hedge-instrument op kostprijs te waarderen (al. 633-639) IFRS Geen kostprijshedge-accounting Pagina 25
NL GAAP Voorbeeld Kostprijshedge – Lening (RJ 290.633-639) Gegevens Onderneming heeft een 5%-vastrentende lening u/g van 100 Interest rate swap (IRS, derivaat), niet-gekoppeld, tegen 20 credit Rente daalt naar 4% -> Obligatie (debet) stijgt naar 120. Derivaat (credit) stijgt met 20 naar 40 a.g.v. rentedaling (meer negatieve waarde) Uitwerking Zonder kostprijshedge accounting: Obligatielening blijft gewaardeerd tegen 100 (kostprijs) Renteswap wordt gewaardeerd tegen lagere reële waarde (onder kostprijs van nihil) V&W (verlies) @ IRS
20 20
Kostprijshedge accounting: Obligatielening blijft gewaardeerd tegen 100 Renteswap wordt (blijft) gewaardeerd tegen nihil Pagina 26
13
Voorbeeld Fair value hedge - Mismatch in waardering – AFS-lening tegen FV (RJ 290.618.a en 619) Gegevens AFS-obligatielening u/g (fair value) tegen 100 debet (i = 5%) Interest rate swap (IRS, derivaat), niet-gekoppeld, tegen 20 credit Rente daalt naar 4% -> Obligatie u/g (debet) stijgt naar 120. Derivaat (credit) stijgt met 20 naar 40 a.g.v. rentedaling Uitwerking Geen hedge accounting: Obligatielening (AFS, FV) 20 @ EV
V&W (verlies) @ IRS
20
Wel hedge accounting: Obligatielening (AFS, FV) @ V&W
20
V&W (verlies) @ IRS
20
20 20
20 20
Pagina 27
NL GAAP Conclusie Kostprijshedge versus Fair value hedge Lening (RJ 290.633-639) Gegevens Onderneming heeft een 5%-vastrentende lening u/g van 100 Interest rate swap (IRS, derivaat), gekoppeld, tegen 20 credit Rente daalt naar 4% -> Obligatie (debet) stijgt naar 120. Derivaat (credit) stijgt met 20 naar 40 a.g.v. rentedaling Uitwerking Kostprijs hedge accounting: Obligatielening blijft gewaardeerd tegen 100 Renteswap wordt (blijft) gewaardeerd tegen nihil
Pagina 28
Fair value hedge accounting: Obligatielening (AFS, FV) @ V&W
20
V&W (verlies) @ IRS
20
20 20
Conclusie: Derivaat is bij kostprijshedge-accounting niet ‘zichtbaar’ op de balans -> lastig te beheersen
14
NL GAAP – Kostprijshedge accounting (RJ 290.633) Als afgedekte post tegen kostprijs wordt gewaardeerd ook het hedge-instrument (derivaat) tegen kostprijs waarderen Uitgangspunt is dus: waardering derivaat op kostprijs (normaliter: nihil) Zolang afgedekte post niet in balans is verwerkt (bijvoorbeeld een waarschijnlijke toekomstige aan- of verkooptransactie), hedgeinstrument niet herwaarderen Als afgedekte post een monetaire post in vreemde valuta is, het derivaat, voor zover het valuta-elementen in zich heeft, ook waarderen tegen contante koers op balansdatum Als resultaten van afgedekte positie worden verwerkt in V&W, het gerelateerde resultaat op het afdekkingsinstrument ook verwerken in de V&W Pagina 29
Bij een fair value hedge wordt de waardering van de ingedekte positie aangepast (RJ 290.618.a en 619) Fair value hedge model
Wijziging reële waarde van het indekkingsinstrument Winst- en verlies rekening
De wijziging van de reële waarde wordt opgenomen in de boekwaarde van de ingedekte positie (voor zover toe te wijzen aan het ingedekte risico)
1
1) Zelfs wanneer de reële waardewijziging normaliter in E.V. zou worden opgenomen (beschikbaar voor verkoop) of bij waardering op geamortiseerde kostprijs, vindt bij hedge-accounting boeking in de V&W plaats Pagina 30
15
RJ 290 bevat uitgebreide vereisten met betrekking tot hedge accounting (al. 613-616, art. 384.8) Beleid Hedge relatie moet passen in kader van risk management doelstellingen en de indekkingsstrategie van de organisatie (RJ 290 vereist dat het risicobeleid wordt toegelicht in de jaarrekening) Documentatie vooraf Hedge relatie (derivaat, ingedekte positie en ingedekte risico) Bij aanvang dient de hedge naar verwachting zeer effectief te zijn in het bereiken van compensatie voor waardewijzigingen veroorzaakt door het ingedekte risico Ingedekte toekomstige transacties moeten zeer waarschijnlijk zijn Effectiviteit van de hedge moet betrouwbaar kunnen worden vastgesteld Meten effectiviteit achteraf (iedere externe rapportagedatum) Gedurende de verslagperiode moet de hedge aantoonbaar zeer effectief zijn geweest Pagina 31
De hedge effectiviteit moet tussen 80 en 125 procent liggen… (gebaseerd op IAS 39, RJ 290.616)
Geen hedge accounting 125% Hedge accounting; ineffectiviteit in resultaat 100% Hedge accounting; ineffectiviteit in resultaat 80% Geen hedge accounting Buiten de bandbreedte moet de specifieke hedge relatie worden beëindigd Kostprijshedge: vergelijk kritieke kenmerken van afdekkingsinstrument en afgedekte positie, bijv. USD-bedrag/looptijd van valutatermijncontract Pagina 32 met die van afgedekte positie (een toekomstige verkoop in USD)
16
Voorbeeld – Effectiviteit FV-hedge – AFS-lening (1) (RJ 290.616) Gegevens AFS-obligatielening (fair value) waarvan het renterisico (i = 5%) wordt afgedekt door een IRS, i.e. hedge accounting Obligatielening (debet) stijgt van 100 naar 120 a.g.v. marktrentedaling (naar 4%), i.e. + 20 IRS (derivaat, credit) stijgt van 20 naar 38, i.e. + 18 Uitwerking Mismatch is 2: change in fair value of the hedging instrument is less than the change in fair value of the hedged item (i.e. onderhedge)
Journaalposten Verlies (V&W) @ Derivaat AFS @ Winst (V&W) @ EV
18 20
18 18 2
Effectiviteit van de hedge-relatie: ‘verlies (V&W) op het hedging instrument’ ad 18 / ‘winst op de afgedekte positie’ ad 20 = 90%
- > binnen de bandbreedte. Niet nodig hedge-relatie te beëindigen
Pagina 33
Voorbeeld – Effectiviteit FV-hedge – AFS-lening (2) (RJ 290.616) Gegevens AFS-obligatielening (fair value) waarvan het renterisico (i = 5%) wordt afgedekt door een IRS, i.e. hedge accounting Obligatielening (debet) stijgt van 100 naar 120 a.g.v. marktrentedaling (naar 4%), i.e. + 20 IRS (derivaat, credit) stijgt van 20 naar 42, i.e. + 22 Uitwerking Mismatch is 2: Where the change in fair value of the hedging instrument is more than the change in fair value of the hedged item (i.e. overhedge), not all the change in fair value is needed to make the future offset. This ineffectiveness is recognised in the income statement immediately
Journaalposten Verlies (V&W) @ Derivaat AFS @ Winst (V&W)
22 20
22 20
Effectiviteit van de hedge-relatie: ‘verlies (V&W) op het hedging instrument’ ad 22 / ‘winst op de afgedekte positie’ ad 20 = 110%
-> binnen de bandbreedte. Niet nodig hedge-relatie te beëindigen
Pagina 34
17
NL GAAP Voorbeeld Effectiviteit Kostprijshedge – Lening (1) (RJ 290.633-639) Gegevens 5%-vastrentende lening u/g waarvan het renterisico wordt afgedekt door een IRS, i.e. kostprijshedge-accounting Obligatie (debet) stijgt naar 120 a.g.v. marktrentedaling (naar 4%), i.e. + 20 IRS (derivaat, credit) stijgt van 20 naar 38, i.e. +18 Uitwerking Mismatch is 2: koersverlies (mutatie RW) van afdekkingsinstrument is minder dan koerswinst (mutatie RW) van afgedekte positie(i.e. onderhedge)
Journaalposten Geen boeking in de V&W (‘onderhedge’), want verlies op afdekkingsinstrument wordt gecompenseerd door winst op afgedekte positie Dus: Obligatielening blijft gewaardeerd tegen 100 Renteswap blijft gewaardeerd tegen nihil
Pagina 35
NL GAAP Voorbeeld Effectiviteit Kostprijshedge – Lening (2) (RJ 290.633-639) Gegevens 5%-vastrentende lening u/g waarvan het renterisico wordt afgedekt door een IRS, i.e. kostprijshedge-accounting Obligatie (debet) stijgt naar 120 a.g.v. marktrentedaling (naar 4%), i.e. + 20 IRS (derivaat, credit) stijgt van 20 naar 42, i.e. +22 Uitwerking Mismatch is 2: koersverlies (mutatie RW) van afdekkingsinstrument is meer dan koerswinst (mutatie RW) van afgedekte positie(i.e. overhedge)
Journaalposten Verlies (V&W) @ Derivaat
2
2
Ineffectiviteit van 2 als verlies in V&W (‘overhedge’): als RW van afdekkingsinstrument lager is dan kostprijs (negatieve waarde heeft) en dit verlies niet geheel wordt gecompenseerd door koerswinst op afgedekte positie, deze ineffectiviteit (resterende waardevermindering) verwerken in V&W
Obligatielening blijft gewaardeerd tegen 100
Pagina 36
18
Ineffectiviteit bij kostprijshedge-accounting (RJ 290.634-636) Als omvang hedge-instrument kleiner dan afgedekte positie -> hedgerelatie is volledig effectief Op het effectieve deel van hedge-instrument, mag kostprijshedgeaccounting worden toegepast; op het ineffectieve deel niet Bij ‘overhedge’ (zie vorige sheet): Winst op afdekkingsinstrument boven kostprijs wordt niet verwerkt in de V&W (afdekkingsinstrument blijft tegen kostprijs) Verlies op afdekkingsinstrument (i.e. reële waarde is lager dan kostprijs) wordt o.g.v. het voorzichtigheidsprincipe verwerkt in de V&W, voor zover dit verlies niet wordt gecompenseerd door winst op de afgedekte positie (‘overhedge’)
Bij ‘onderhedge’ (zie hiervoor): Resultaat (bijv. verlies) op afdekkingsinstrument wordt (meer dan) gecompenseerd door resultaat (winst) op afgedekte positie. Dus niets verwerken in V&W
Pagina 37
Wijzigingen in Richtlijnen van Raad voor de Jaarverslaggeving Editie 2012 - Agenda Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012: sheet 37 - 49 Overige aanpassingen van RJ in editie 2012: sheet 50 - 51 Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012: sheet 52 - 55
Defintief geworden ontwerp-Richtlijnen en de overige aanpassingen zijn van toepassing op verslagjaren beginnend op / na 1 januari 2013 Ontwerp-Richtlijnen zijn nog niet van toepassing op verslagjaar 2013
Pagina 38
19
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 (1) Richtlijn 100 Inleiding Geconsolideerde IFRS-jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening ex Titel 9 BW 2 met IFRSwaarderingsgrondslagen (toepassing ‘combinatie 3’) Deelnemingen die worden geconsolideerd, mogen in enkelvoudige jaarrekening worden opgenomen (RJ 100.107): tegen netto-vermogenswaarde (NVW); of volgens equity methode [nieuw] Beide methoden invullen m.b.v. waarderingsgrondslagen volgens EUIFRS uit geconsolideerde jaarrekening Verschil tussen NVW en equity methode betreft uitsluitend presentatie van goodwill Definitie van equity methode opgenomen in RJ 940 Begrippen vertaling van IAS 28 Paginaconform 39
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 (2) Richtlijn 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Bij afstoting van een activiteit van een kasstroomgenererende eenheid (KGE) moet goodwill worden toegerekend aan deze activiteit ter bepaling van het resultaat (al. 515) Op basis van relatieve waarden van de activiteiten/ eenheden, tenzij andere methode beter is Bij verandering van de samenstelling van KGE’en moet goodwill opnieuw aan de eenheden worden toegerekend (al. 516) Hoe? Zie hierboven
Pagina 40
20
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 (3) Richtlijn 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa (vervolg) Voor zover algemene bedrijfsactiva niet redelijk en consistent kunnen worden toegerekend aan de KGE, geschiedt toets op bijzondere waardevermindering voor die eenheid zonder deze algemene bedrijfsactiva (al. 519) Daarnaast wordt de groep van KGE’en getoetst waaraan deze algemene activa wel redelijk/consistent zijn toe te rekenen Kan leiden tot een bijzondere waardevermindering op dit meer geaggregeerde niveau Toerekening bijzonder waardeverminderingsverlies binnen KGE (al. 520): Pagina 41
Eerst aan goodwill toegerekend aan KGE (indien aanwezig) Daarna pro rata (o.g.v. boekwaarden) aan andere activa van KGE
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 (4) Richtlijn 214 Financiële vaste activa en 240 Eigen vermogen Drie nieuwe alinea’s in RJ 214 beschrijven de verwerking in de enkelvoudige jaarrekening van: Stapsgewijze overname (al. 312) Verlies van beleidsbepalende invloed met behoud van resterend belang (al. 312a) Transacties met minderheidsaandeelhouders met behoud van feitelijke beleidsbepalende invloed (al. 312b) Deze alinea’s gelden bij toepassing van: IFRS-waarderingsgrondslagen van geconsolideerde (IFRS-) jaarrekening in enkelvoudige jaarrekening ex Titel 9 BW 2 (toepassing ‘combinatie 3’ o.g.v. RJ 100.104, 107)
Pagina 42
21
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 (5) Richtlijn 214 Financiële vaste activa en 240 Eigen vermogen (vervolg) • Aangrijppunt is IFRS: Waardeveranderingen van het gehouden / resterende kapitaalbelang als gevolg van herwaardering verwerken via V&W • Bij stapsgewijze overname; respectievelijk • Verlies van feitelijk beleidsbepalende invloed • Aanvullend Nederlandse regels toepassen: Herwaarderingsreserve opnemen ter grootte van deze waardevermeerdering • Tenzij frequente marktnoteringen bestaan voor het geherwaardeerde belang (art. 390 lid 1 BW2, RJ 214.312-312a en RJ 240.227c) Zie voorbeelden 1 t/m 3 hierna Pagina 43
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Voorbeeld 1. Stapsgewijze overname – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312) Op 1 januari 2012 verwerft onderneming A 30% van de aandelen van B voor 80.000 A verwerkt deelneming B tegen NVW (invloed van betekenis) Op 31 december 2012 is de boekwaarde van deelneming B in de jaarrekening van A 88.000 7,000 (credit) verwerkt in de V&W 1,000 (credit) verwerkt als separate component in het eigen vermogen Op 1 januari 2013 verwerft A de resterende 70% van B voor 210.000; reële waarde van het netto-actief (100%) van B is 200.000 De reële waarde van het 30%-belang dat A al bezit, is 90.000 Pagina 44
Hoe wordt de verwerving van het 70%-belang verwerkt?
22
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Uitwerking voorbeeld 1. Stapsgewijze overname – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312) (1) A verwerkt op overnamedatum (1 januari 2013) Winst ad 1.000 in V&W i.v.m. bedrag dat direct in het eigen vermogen was verwerkt Winst ad 2.000 in V&W om boekwaarde bestaande kapitaalbelang te muteren naar reële waarde (90.000 – 88.000) Reële waarde van 30% belang (90.000) wordt meegenomen in bepaling van goodwill Eigen vermogen A/ V&W
1.000
Deelneming A/ V&W
2.000
Deelneming Goodwill A/ Liquide middelen
1.000
2.000 110.000 100.000
(zie volgende sheet) (*) (saldopost)
210.000
Pagina 45
(*) 200.000 (100%-belang) – 90.000 (30%-belang in bezit en geherwaardeerd))
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Uitwerking voorbeeld 1. Stapsgewijze overname – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312) (2) Aangrijppunt is IFRS: Waardeverandering van bestaand kapitaalbelang als gevolg van herwaardering verwerken via V&W Aanvullend Nederlandse regels toepassen: A neemt herwaarderingsreserve op ter grootte van deze waardevermeerdering, tenzij frequente marktnoteringen bestaan voor het gehouden belang (art. 390 lid 1 BW2, RJ 240.227c) V&W A/ Herwaarderingsreserve
2.000 2.000
Pagina 46
23
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Voorbeeld 2. Verlies beleidsbepalende invloed – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312a) •
Onderneming A bezit 60% van de aandelen van onderneming B
•
Op 1 januari 2013 verkoopt A 20% van B voor 800 en verliest beleidsbepalende invloed
•
Boekwaarde van 40% minderheidsbelang van B op 1 januari 2013 is 1.400
•
Boekwaarde van netto actief van B op 1 januari 2013 is 3.500
•
Reële waarde van resterende 40% deelneming is 1.600 Hoe wordt deze transactie verwerkt?
Pagina 47
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Uitwerking voorbeeld 2. Verlies beleidsbepalende invloed – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312a) (1) Verwerking verkoop van 20% belang: Dt Liquide middelen Dt Minderheidsbelang derden (eigen vermogen) Dt Deelneming in B Cr Netto actief van B (incl. goodwill) Cr Verkoopwinst
800 1.400 1.600 3.500 300
Calculatie verkoopwinst: Winst op 40% ‘gehouden belang’ Winst op 20% ‘verkocht belang’ Totale winst
200 100 300
(1.600 - (40% x 3.500) (800 - (20% x 3.500)
Pagina 48
24
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Uitwerking voorbeeld 2. Verlies beleidsbepalende invloed – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312a) (2) • Aangrijppunt is IFRS: Waardeverandering van resterende gehouden kapitaalbelang als gevolg van herwaardering (ad 200) verwerken via V&W • Aanvullend Nederlandse regels toepassen: A neemt herwaarderingsreserve op ter grootte van deze waardevermeerdering, tenzij frequente marktnoteringen bestaan voor het belang (art. 390 lid 1 BW2, RJ 240.227c) V&W A/ Herwaarderingsreserve
200 200
• Stel: Resterende 40%-belang behelst invloed van betekenis •
• Pagina 49
Reële waarde ad 1.600 weerspiegelt kosten bij eerste verwerking (i.e. op moment dat belang een deelneming wordt waarover invloed van betekenis bestaat) Vermogensmutatiemethode toepassen (art. 389 lid 1, RJ 214.313/323)
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Voorbeeld 3. Overname en beleidsbepalende invloed blijft bestaan – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312b) •
Onderneming A bezit 60% van de aandelen van onderneming B
•
Op 1 januari 2013 koopt A 20% extra van B voor 800
•
A behoudt haar beleidsbepalende invloed over B
•
Boekwaarde van 40% minderheidsbelang in B op 1 januari 2013 in geconsolideerde jaarrekening van A is 1.000 Hoe wordt de overname van het extra 20% (minderheids)belang verwerkt?
Pagina 50
25
Definitief geworden ontwerp-Richtlijnen RJ editie 2012 Uitwerking voorbeeld 3. Overname en beleidsbepalende invloed blijft bestaan – verwerking in enkelvoudige jaarrekening (RJ 214.312b) Verwerking van overname van het extra 20% (minderheids)belang: Dt Eigen vermogen (mi.bel) Dt Overig eigen vermogen Cr Liquide middelen
500 300 800
Calculatie: Overnamesom Minus: Verworven minderheidsbelang Overig eigen vermogen
800 500 (1.000 x 20%/40%) 300
A verwerkt het verschil tussen transactieprijs en boekwaarde van het betreffende deel van de netto-activa direct in het eigen vermogen. Geen aanpassing van verwerkte activa, verplichtingen of goodwill Pagina 51 Idem voor verkoop met behoud van feitelijk beleidsbepalende invloed
Overige aanpassingen van RJ in editie 2012 (1) RJ 271 Personeelsbeloningen Verduidelijkt hoe actuariële resultaten worden verwerkt bij buitenlandse pensioenregelingen die niet vergelijkbaar zijn met het Nederlandse pensioenstelsel: Mogelijk om de pensioenstandaarden uit EU-IFRS (IAS 19 Revised) of US GAAP (FAS 158) toe te passen op deze regelingen (al. 321) Afhankelijk van de gekozen standaard worden bijvoorbeeld actuariële resultaten niet verwerkt via de V&W, maar via de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen (‘other comprehensive income’; totaalresultaat ex RJ 265) Ook kan dan de corridorbenadering worden toegepast, zolang deze nog is toegestaan onder die standaarden (onder IAS 19 Pagina 52 alleen nog in 2012)
26
Overige aanpassingen van RJ in editie 2012 (2) RJ 290 Financiële instrumenten Om meer nadruk te leggen op de toelichting van financiële activa / verplichtingen die gewaardeerd worden tegen reële waarde, is alinea 916 een stellige uitspraak geworden Verplicht aangeven of boekwaarden zijn bepaald m.b.v. genoteerde marktprijzen, onafhankelijke taxaties, nettocontante-waardeberekeningen of andere geschikte methoden Verplicht belangrijke veronderstellingen gebruikt bij waardebepaling toelichten Overige In enkele richtlijnen geringe redactionele aanpassingen Verduidelijkingen, toelichtingen of verplaatsing definities naar RJ 940 Begrippen Pagina 53
Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012 - Selectie (1) Honoraria accountant Richtlijn 390 Overige in de toelichting op te nemen informatie Toevoeging nieuwe ontwerp-paragraaf 3 Vermelding accountantshonoraria aan RJ 390 Reden: onduidelijkheden in de praktijk bij toepassing van art. 382a BW 2 over toelichting van accountantshonoraria Doel: onafhankelijkheid van de externe accountant beter beoordelen door ook honoraria van het netwerk van de accountantsorganisatie te vermelden (zie hierna)
Pagina 54
27
Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012 - Selectie (2) Honoraria accountant (art. 382a, 397.4) Belang van disclosure is ‘hygiëne’; andere materialiteit Vermelding in de toelichting van de jaarrekening van de honoraria van de externe accountant en de accountantsorganisatie, onderverdeeld naar (art 382a): – – – –
Totale honoraria voor het jaarrekeningonderzoek Totale honoraria voor andere controleopdrachten Totale honoraria voor fiscale adviesdiensten Totale honoraria voor andere niet-controlediensten
De bepaling inzake opgave van genoemde honoraria is niet van toepassing voor kleine en middelgrote rechtspersonen (art. 396.5, 397.4) – Middelgroot: als AFM hierom verzoekt, dient de accountant wél bovengenoemde honorariagegevens te verstrekken aan de AFM Pagina 55
Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012 - Selectie (3) Honoraria accountant - interpretatieverschillen regelgeving Honoraria van andere accountantsorganisaties in het netwerk In art. 382a wordt verwezen naar de ‘externe accountant’ en de ‘accountantsorganisatie’ in de zin van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) – Letterlijk: alleen kosten van Nederlandse ‘audit-tak’ vermelden. De controle van buitenlandse dochters blijft bijvoorbeeld buiten beeld, als deze niet via de groepsaccountant aan de client in rekening wordt gebracht Honoraria van gelieerde adviesorganisaties Adviesdiensten zijn vaak ondergebracht in aparte entiteiten, die onderdeel zijn van het netwerk van de accountantsorganisatie; dus geen deel zijn van de accountantsorganisatie zelf – Volgens art 382a is vergoeding voor (fiscale) adviesdiensten dan geen deel van het te vermelden honorarium Pagina 56
28
Nieuwe ontwerp-Richtlijnen van RJ in editie 2012 - Selectie (4) Honoraria accountant – oplossing in ontwerp-RJ 390.3 Sterk aanbevolen om totale honorarium naar de genoemde vier categorieën (zie twee sheets eerder) uit te splitsen (ontwerp-RJ 390.301): Niet alleen voor externe accountant en accountantsorganisatie Maar ook voor het netwerk van de accountantsorganisatie (ex art. 1, lid 1 onder j Wta) [nieuw]
Pagina 57
RJ-Uiting 2012-5 over crisisheffing (29 oktober 2012) (1) ‘Ontwerp – Toepassing Richtlijn 252 / B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing; en Wijziging Richtlijn 271.6 Personeelsbeloningen – Bezoldigingen van bestuurders en commissarissen’ Gevolg van ‘Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013‘ (juli 2012): Werkgevers moeten in 2013 eenmalige crisisheffing betalen van 16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaald in 2012 aan een medewerker, voor zover dat loon hoger was dan € 150.000
Doel RJ-Uitingen: verduidelijking/interpretatie van Richtlijnen of geringe wijziging daarvan (bijvoorbeeld n.a.v. vragen vanuit het maatschappelijke verkeer) Pagina 58
29
RJ-Uiting 2012-5 over crisisheffing (29 oktober 2012) (2) Inhoud Bedrag crisisheffing 2012 (RJ 252.201): Als verplichting opnemen in balans (voor zover niet voldaan); en Tijdsevenredig aan kalenderjaar 2012 toerekenen N.B. 1) Dit is geen wijziging van bestaande richtlijnen N.B. 2) Dit is van toepassing op grote, middelgrote en kleine rechtspersonen (RJ 252 resp. RJk B10)
Pagina 59
RJ-Uiting 2012-5 over crisisheffing (29 oktober 2012) (3) Inhoud Bedrag crisisheffing: dat in boekjaar ten laste van rechtspersoon is gekomen; en betrekking heeft op huidige / voormalige bestuurders en commissarissen afzonderlijk vermelden voor gezamenlijke bestuurders en voor gezamenlijke commissarissen Althans, als rechtspersoon de (eenmalige) crisisheffing toerekent aan de bezoldiging van bestuurders / commissarissen (art. 383 lid 1 of 383c) In toelichting vermelden of crisisheffing is toegerekend aan bezoldiging van bestuurders / commissarissen Kleine rechtspersonen zijn hiervan vrijgesteld (art. 396 lid 5) Bovenstaande ligt vast in nieuwe ontwerp-alinea 605a van RJ 271.6 over bezoldiging bestuurders/commissarissen Pagina 60
30
RJ-Uiting 2012-5 over crisisheffing (29 oktober 2012) (4) Ingangsdatum
Bij definitief worden van ontwerp is deze geldig voor boekjaren waarin (een deel van) periode 18 juli t/m 31 december 2012 valt
Definitief zo spoedig mogelijk na commentaarperiode (eindigt 23 november 2012)
Nieuwe ontwerp-alinea 605a van RJ 271.6 over bezoldiging bestuurders/commissarissen geldt alleen voor boekjaar 2012 en niet meer daarna
RJ-Uiting 2012-5 (verschenen in oktober jl.) is niet verwerkt in RJ editie 2012 van september jl.
Pagina 61
Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen (art. 396.6) (1) Optie in Titel 9 BW 2 (art. 396 lid 6) – Heeft alleen gevolgen voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling – Het Besluit Modellen Jaarrekening blijft van kracht – De overgang van commerciële naar fiscale grondslagen is een stelselwijziging ex art. 384 lid 6 BW 2 – Deponering (van eventueel een beperkte balans met toelichting) blijft vereist – Fiscale jaarrekening, basis voor aangifte, blijft vereist
Pagina 62
31
Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen (art. 396.6) (2) Voorbeelden van posten in de jaarrekening op fiscale grondslag – Belastinglatenties • De fiscale regelgeving kent geen latenties; in de jaarrekening op fiscale grondslagen wordt dit uiteraard gevolgd. Eventuele bestaande latenties worden gecorrigeerd via het eigen vermogen – Fiscale reserves • Voor het opnemen van een herinvesteringsreserve (HIR) en andere fiscale reserves, bijv. reserve groot onderhoud • Presenteren onder het eigen vermogen – Winstreserve • •
Fiscale term Betreft de post overige reserve (art. 373.1f BW2)
Pagina 63
Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen (art. 396.6) (3) Knelpunten bij opstellen op basis van fiscale waarderingsgrondslagen, bijvoorbeeld: – Fiscale eenheid en consolidatie: moet een groep ondernemingen die onderdeel is van een fiscale eenheid een geconsolideerde jaarrekening opstellen? Handreiking in RJk (2012, hoofdstuk D3.1): • Uitgangspunt: kleine rechtspersoon stelt geen geconsolideerde jaarrekening op (ex art. 2:407 lid 2) • Als wel -> geconsolideerde jaarrekening moet voldoen aan afdeling 13 ‘Geconsolideerde jaarrekening’ van Titel 9 BW2 • Fiscale eenheid (vennootschapsbelasting) heeft geen invloed op consolidatiekring • Fiscale waarderingsgrondslagen van consoliderende rechtspersoon toepassen
Pagina 64
32
Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen (art. 396.6) (4) Knelpunten bij opstellen op basis van fiscale waarderingsgrondslagen, bijvoorbeeld: – Is vorming van herinvesteringsreserve (HIR) onderdeel van winstbepaling of winstbestemming? Handreiking in RJk (2012, hoofdstuk D3.1): • Boekwinst bij vervreemding van bedrijfsmiddelen kan bij fiscale winstbepaling gereserveerd worden in een HIR (winstbestemming) en vervolgens in mindering worden gebracht op verkrijgings-/vervaardigingsprijs van vervangende bedrijfsmiddelen (alsnog winstbepaling) • HIR is fiscaal vermogen • Bij vervangende aankoop vermindering HIR melden in toelichting met bedrag van afboeking HIR • Als HIR niet / gedeeltelijk wordt aangewend en volgens fiscale grondslagen vrijvalt in belastbare winst, deze vrijval alsnog in V&W verwerken (winstbepaling) Pagina 65
Wet jaarrekening kleine rechtspersonen volgens fiscale grondslagen (art. 396.6) (5) Knelpunten bij opstellen op basis van fiscale waarderingsgrondslagen, bijvoorbeeld: – Zijn de toelichtingseisen ex RJ-klein, die invulling geven aan de eisen van Titel 9 BW2, van toepassing? Handreiking in RJk (2012, hoofdstuk D3.1): • RJk geeft nadere invulling aan wettelijke bepalingen Titel 9. De presentatie- en toelichtingsvereisten zijn in art. 2:396 lid 6 BW ongewijzigd, dus alle presentatie- en toelichtingsvereisten van Titel 9 blijven van toepassing, bijv. vermelding van gegevens over deelnemingen (art. 379)
Pagina 66
33
Ontwikkelingen vanuit Europa op accountancy (audit) gebied (1) Europa Najaar 2011: eerste ronde voorstellen voor wijziging 8e EU-Richtlijn (hervorming accountantsberoep) n.a.v. voorstellen eurocommissaris Barnier Voorjaar 2012: Juridische Commissie (JURI) neemt afstand van deel van de voorstellen: Was: verplichte kantoorroulatie na 6 jaar en inperking adviesdiensten Wordt: verplichte aanbesteding na 6 jaar, verplichte kantoorroulatie na 25 jaar en lijst met verboden diensten
Najaar 2012: tweede ronde voorstellen voor wetgeving n.a.v. voostellen Barnier (onzekere uitkomst)
Pagina 67
Ontwikkelingen vanuit Europa op accountancy (audit) gebied (2) Nederland 2011: Wet op het accountantsberoep (Wab) vervangt WRA en WAA; oorspronkelijke wetsvoorstel geënt op faciliteren fusie NIVRA/NOvAA Februari 2012: behandeling Tweede Kamer amendementen Plasterk (PvdA) en Van Vliet (PVV) Plasterk: scheiding audit / non-audit voor OOB’s (100%-verbod) Van Vliet: verplichte kantoorroulatie van accountants van OOB’s na 8 jaar
Maart 2012: Eerste Kamercommissie Financiën verzoekt Raad van State om advies: Hoe verhoudt geamendeerde wetsvoorstel zich tot strekking van oorspronkelijke wetsvoorstel (alleen over fusie) - beoordeling ‘integraliteit’ (afwijking amendementen van doel/kader van oorspronkelijke wetsvoorstel) Zijn amendementen te ingrijpend voor accountantsberoep - beoordeling ‘proportionaliteit’ (hoge kosten, technische haalbaarheid) Pagina 68
34
Ontwikkelingen vanuit Europa op accountancy (audit) gebied (3) Nederland (vervolg) Mei 2012: advies Raad van State: overweeg gefaseerde invoering: Aannemen totale wet (incl. amendementen) met Directe inwerkingtreding voor zover wetgeving betrekking heeft op faciliteren fusie, maar Uitstel inwerkingtreding amendementen in afwachting van uitkomst EUwetgeving
Nov 2012: plenaire behandeling Eerste Kamer (27/11); opties, rekening houdend met ontwikkelingen in EU: Aannemen en inwerking treden totale wetsvoorstel: kans hierop is nu iets groter Volgen advies Raad van State Wet teruggeven aan Tweede Kamer om opnieuw in behandeling te nemen of om regering opdracht te geven nieuw wetsvoorstel te maken (onzekere uitkomst)
Pagina 69
BDO. OMDAT MENSEN TELLEN.
35