I
Artikel
Linda L. Ammons Associate Professor of Law; Cleveland-Marshall of Law, Cleveland, Ohio
AfrikaansAmerikaanse vrouwen en geweld binnen het gezin*
Battered Woman Syndrome Inleiding
In hoeverre werkt het gebruik van het battered woman syndrome gender-stereotyperend? Dè mishandelde vrouw is een blanke, middle class, passieve, zwakke vrouw die in een ogenblik van doodsangst haar zelfbeheersing verloor en een misdaad beging omdat ze werd mishandeld. Zwarte vrouwen vallen geheel buiten dit beeld en het gebruik van het battered woman syndrome werkt stigmatiserend en kan juist het tegenovergestelde effect hebben. De auteur wijst het gebruik van deze traumatheorie niet af maar acht advocaten, jury en rechters zelf verantwoordelijk om te komen tot een beslissing welke niet gebaseerd is een mythe of partijdige informatie over haar omstandigheden. Volgens de inleidster van dit artikel gaat het betoog van Ammons niet alleen op voor Amerikaanse juryleden, maar ook Nederlandse rechters, advocaten en officieren van justitie nemen deel aan een samenleving doortrokken van conflicten die hun uitdrukking vinden in het idioom van de racialisatie en van vooroordelen over bepaalde culturen.
* Oorspronkelijke titel: African-American Women and the Battered Woman Syndrome1 Vertaling: Carla van Splunteren
Linda Ammons verkent in dit artikel het verraderlijke terrein waar sexisme en racisme met elkaar verstrengeld raken. Hoeveel valstrikken haar onderwerp heeft, blijkt bijvoorbeeld uit een stelling die zij net voor haar conclusies poneert: 'Als je uitgaat van de heersende mytholoie over zwarte mannen, zou een zwarte vrouwelijke beklaagde die haar zwarte mishandelaar heeft gedood, moeten profiteren van de perceptie van de jury dat zwarte mannen per definitie gewelddadig zijn.' Wordt dit 'voordeel' voor de advocaat van de vrouw ironisch aanbevolen, of dreigt Ammons zelf te stappen in een van de valkuilen waar ze eerder in haar artikel tegen waarschuwt? Daar wijst ze er namelijk op dat juist de angst dergelijke vooroordelen ten opzichte van zwarte mannen te bevestigen, zwarte vrouwen kan weerhouden van het doen van een aangifte. De vooroordelen van de juryleden zal zij niet zonder meer als voordelig ervaren. Ammons plaatst haar betoog uitdrukkelijk in de context van de Amerikaanse geschiedenis en de implicaties van die erfenis voor de hedendaagse Amerikaanse praktijk van juryrechtspraak. Hoe relevant is haar artikel voor de Nederlandse situatie? Worden mensen hier op vergelijkbare wijze geracialiseerd2? En zo ja, gelden daarbij dezelfde vooroordelen wat betreft mannelijkheid en vrouwelijkheid binnen die bevolkingsgroepen die als 'anders' worden aangeduid? En is de Nederlandse rechter even vatbaar voor dergelijke vooroordelen als een uit leken samengestelde jury? In Nederland is, voor zo ver ik weet, nog geen onderzoek gedaan naar de behandeling van strafzaken waarbij een zwarte vrouw verdacht wordt van partnerdoding. Wel was er een aantal jaren geleden enige ophef over een zaak waarbij een Surinaamse vrouw werd veroordeeld wegens zware mishandeling van haar zwager. Deze vrouw had, samen met haar zwager, een marktkraampje geëxploiteerd. Zij beschouwde hun relatie als strikt zakelijk, maar hij drong aan op een sexuele verhouding. Volgens de vrouw heeft hij haar een aantal keren verkracht en bedreigd met een pistool. Uit angst voor represailles tegenover familieleden durfde zij aanvankelijk niets te doen. Totdat zij op een dag te horen kreeg dat hij ook een nicht van haar misbruikte. Het kind was geestelijk zwakbegaafd en woonde bij haar in huis. Toen zij haar zwager confronteerde met deze beschuldiging, ontkende hij. In woede gooide zij een pan kokend hete olie, die toen toevallig op het fornuis stond, over hem heen. Door de rechtbank werd zij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. De officier van justitie ging in hoger beroep, en het hof veroordeelde haar tot zes maan1. Het artikel is een samenvatting van een groter werk getiteld Mules, Madonnas, Babies, Bathwater, Racial Imagery and Stereotypes: The African-American and the Battered Woman Syndrome, in Vol. 5, 1995 Wisconsin Law Journal. 2. Deze term is ontleend aan het werk van Robert Miles, met name diens Racism and migrant labour: A critical text. London: Routledge and Kegan Paul, 1982. Voor een beschouwing over de relevantie van dit begrip voor de Nederlandse situatie, zie Louise Mulder: Minderheden als nieuwe bevolkingsgroepen: De verwezenlijking van gelijkheid en verscheidenheid, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 1993. 3. Hof Den Haag 5 april 1990, rolnummer 2200125489.
1996 nr. 6
183
I
Battered Woman Syndrome
L i n d a L. A m m o n s
den onvoorwaardelijk.3 Het hof motiveerde de straf 'op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte...' Waar het hof hiermee precies op duidt is onduidelijk. Volgens de advocaat van de vrouw zou het kunnen dat het hof 'uit eigen wetenschap heeft aangenomen dat het in Surinaamse kringen gebruikelijk is om op deze wijze af te rekenen' met mannen als de zwager van de verdachte, met andere woorden dat er hier sprake zou zijn van een cultureel gebruik dat, in de ogen van de rechter, bijzonder gevaarlijk is voor de Nederlandse rechtsorde. In zijn conclusie van antwoord in oppositie bij de cassatierechter, stelt de advocaat van de man in ieder geval dat de vrouw had gehandeld op een 'wijze die in de Caraïbische streken een bekende methode is om een ontrouwe of als ontrouw beschouwde minnaar te elimineren'. Het is natuurlijk moeilijk om aan de hand van processtukken de gedachtenvorming van de rechter te reconstrueren. In ieder geval lijkt duidelijk dat de culturele achtergrond van de verdachte en haar zwager uitdrukkelijk de aandacht heeft gekregen tijdens de procedure, en dat dat volgens de advocaat van de vrouw niet in haar voordeel heeft gewerkt. In die zin zou hier sprake kunnen zijn van eenzelfde proces als dat beschreven door Ammons. Moeten we dan, om vooroordelen ten opzichte van zwarte vrouwen geen kans te geven, volhouden dat geweld tussen mannen en vrouwen in familie- of gezinsverband niets met cultuur te maken heeft? Natuurlijk niet. Familie- en gezinsverhoudingen worden vormgegeven binnen een specifieke sociale, economische, politieke en culturele context. Maar de machtsverhoudingen die binnen die context ontstaan en het misbruik waar die machtsverhoudingen toe kunnen leiden, leveren menselijke drama's op die de grenzen van hun context overstijgen, ook al worden zij in diverse specifieke uitdrukkingsvormen uitgespeeld. Ammons wijst er op dat zwarte vrouwen veel behoefte hebben aan hulpverleners die inzicht hebben in de specifieke context waarbinnen hun persoonlijke drama's zich afspelen, en waardoor zij worden vertolkt. Maar tegelijkertijd, stelt zij, overstijgt de ervaring van sexueel geweld sociale constructies als ras, klasse of cultuur. Usha Marhé houdt een vergelijkbaar betoog in haar boek over Surinamers en incest: 'In de kern verschilt het incest-gebeuren bij diverse groepen en mensen niet veel. De benadering en verwerking ervan
wordt wel beïnvloed door de specifieke culturele, sociale en economische achtergronden.'4 Het probleem in een rechtszaak is om de machtsverhouding en de vrijheidsbeperkingen die daaruit voortvloeien analytisch los te zien van de culturele context waarin die worden vormgegeven en de culturele taalstruktuur waarin de machtsverhouding wordt vertolkt. Tenslotte gaat het in een strafzaak om de vraag of de verdachte anders had kunnen handelen dan hij of zij deed, en niet om de exotische aard van zijn of haar handelen. Toch is het maken van zo'n onderscheid geen makkelijke opgave, want inzicht in context en uitdrukkingsvormen is noodzakelijk, wil men vaststellen dat er überhaupt sprake is van een machtsverhouding en machtsmisbruik. Wat de zaak nog ingewikkelder maakt is dat culturele verschillen op zichzelf het product zijn van machtsverhoudingen tussen verschillende groepen mensen, in een koloniaal verleden en in een door racialisatie doortrokken heden. Wie machtsverhoudingen cultureel duidt, begeeft zich nooit op neutraal terrein. Niet alleen Amerikaanse juryleden, maar ook Nederlandse rechters, advocaten en officieren van justitie nemen deel aan een samenleving doortrokken van conflicten die hun uitdrukking vinden in het idioom van de racialisatie en van vooroordelen over bepaalde culturen. Onze specifieke vorm van strafrechtspleging kan die samenleving niet buiten de rechtszaal houden.5
4. Usha Marhé: Tapu sjén. Bedek je schande. Surinamers en incest. Amsterdam: van Gennep, 1996. P. 32. 5. Zie verder hierover een artikel van mijn hand: Het machtstcarak-
ter van het cultuurdebat, Oriëntalisme in de rechtszaal in: Nemesis, 1992 nr. 2 en mijn annotatie bij: Rb Amsterdam 25 augustus 1992, RN 1993, 327.
184
Kortom, de problemen die Ammons aanroert lijken mij niet alleen relevant voor de Nederlandse situatie, maar ook van groot belang. Niet alleen om beschouwingen over machtsverhoudingen waar zwarte vrouwen zich in bevinden te integreren in meer algemene beschouwingen over de verhoudingen tussen de sexen, maar ook om de culturele context van alle gevallen van sexueel geweld, en de culturele idioom waarin alle vrouwen zich moeten verzetten scherper in beeld te brengen. En last but not least, om zich te bezinnen op de vraag wanneer we als juristen een zaak aan een culturele analyse onderwerpen en wanneer aan een meer sociologische of psychologische, en waarom. Wat zegt dat over de diverse machtsverhoudingen waar wij ons in bevinden, de culturele context waar die in worden vormgegeven, en de idioom waarin wij ons uitdrukken? Sarah van Walsum
NEMESIS
I
Battered Woman Syndrome
Introduktie De Amerikaanse common law acht in principe deskundigenverklaringen over het battered woman syndrome1 bij een rechtszaak toelaatbaar. In de VS beraden feministen, juristen, hoogleraren recht, klinisch psychologen en advocaten van mishandelde vrouwen zich over het nut van het battered woman syndrome voor het verklaren van de redenen waarom vrouwen in mishandelingssituaties bij hun mishandelaar blijven en waarom sommige vrouwen hun partners doden. Sommige onderzoekers betwijfelen of dergelijke verklaringen doeltreffend zijn met het oog op het verkijgen van vrijspraak voor de beklaagden. Zij wijzen dan op kwesties als stereotypering en stigmatisering.
Linda L. Ammons
een zwarte vrouwelijke beklaagde additionele deskundigenverklaringen nodig hebben om uit te leggen waarom het feit dat zij in een gewelddadige relatie gevangen zit, niet ontkracht wordt door bepaalde karakteristieken en/of een bepaald soort cultureel gedrag die misschien strijdig lijken met het concept van afhankelijkheid. Battered Woman Syndrome en Posttraumatische Stress Stoornis
Trauma's behoren tot de ernstigste volksgezondheidsproblemen in Amerika. Door deskundigen op het gebied van de geestelijke gezondsheidszorg is de zogenaamde trauma-theorie ontwikkeld die uitlegt hoe sommige mensen reageren op fysiek of emotioneel let3 Dit artikel bespreekt de vraag of op ras gebaseerde sel. Eén soort reactie is de post-traumatic stress disorder' (PTSD).4 Deze posttraumatische stress stoornis stigmatisering ertoe leidt dat men de mishandeling van zwarte vrouwen niet of minder serieus neemt - de ste- is een door de Amerikaanse Psychiatrie Association reotypen van zwarte vrouwen zijn nu eenmaal tegen- officieel geregistreerde diagnostische categorie en gesteld aan het 'klassieke' beeld wat men vaak van een wordt erkend als een normale reactie op een abnormaal mishandelde vrouw heeft. Een en ander kan verduide- grote hoeveelheid stress. PTSD werd voor het eerst als lijkt worden door te kijken naar de historisch negatie- zodanig geïdentificeerd door artsen die de psychologive visie op Afrikaans-Amerikaanse vrouwen en de hui- sche reacties observeerden van oorlogsveteranen. dige mythe over wie een mishandelde vrouw is.2 De Andere trauma's - mishandeling, verkrachting, (e.g. auteur komt tot de volgende aanbeveling: als er aan- relationeel trauma) of het door geweld overlijden van wijzingen bestaan dat een vrouw die beschuldigd een geliefd persoon - , kunnen ook PTSD veroorza5 wordt van het doden van haar echtgenoot of minnaar, ken. Voorbeelden van oorzaken van stress zijn onderhet slachtoffer is van mishandeling, dan moet haar de meer natuurrampen zoals aardbevingen, branden en mogelijkheid worden verschaft, deze aanwijzingen tij- wervelstormen; door mensen veroorzaakte rampen dens haar proces naar voren te brengen om haar acties zoals oorlogen, bombardementen of opstanden; en toete verklaren. Wel moeten het ras van de beklaagde en vallige rampen (bijvoorbeeld auto- en vliegtuigongede daarbij behorende stereotypen in de overwegingen lukken). Mensen die aan dergelijke traumatische worden betrokken bij het selecteren van de jury en gebeurtenissen zijn blootgesteld geweest, ervaren biovoordat er besloten wordt tot gebruikmaking van een logische en psychologische reacties. Nadat er twintig deskundige bij het proces. De verklaringen van de jaar voor was gepleit, is het battered woman syndrome deskundige moeten in een context worden geplaatst als wetenschappelijk bewijs en als toelaatbaar bij een waarin de raciale stereotypen die versluierend zouden rechtszaak erkend. kunnen zijn voor een juiste inschatting van de mishandelingssituatie, naar voren kunnen komen. Deze ste- Aangeleerde hulpeloosheid reotypen omvatten, onder andere, dat deze vrouwen of erg sterk zijn of op de een of andere manier van natuDe psychologe Lenore Walker staat te boek als de eerre slecht, maar nooit zwak of passief. Verder kan ste die het fenomeen battered woman syndrome her1. Volgens FED.R.EVID.702 moet men bij het samenstellen van de jury bijgestaan worden door wetenschappelijke, technische of andere gespecialiseerde kennis om de bewijsvoering te doorgronden of relevante feiten vast te stellen. Tot 1993 verlieten de federale rechtbanken en die van de meeste staten zich op wat bekend stond als de Frye-test om vast te stellen of bepaalde soorten deskundigenverklaringen toegestaan moesten worden. Zie Frye v. United States, 293 F.1013 (D.C. Cir. 1923). Gedurende de jaren 80 begonnen de staten deskundigenverklaringen over het battered woman syndrom toe te staan. Zie o.a. State v. Anaya, 438 A.2d 892 (Me.1981); State v. Baker, 424 A.2d 171 (N.H.1980); State v. Allery, 682 P.2d312 (Wash. 1984). Federale rechtbanken hebben ook het battered woman syndrome als bewijsvoering toegestaan. Zie o.a. Fennell v. Goolsby, 630 F.Supp 451 (E.D.Pal985); U.S. v. Taylor, 820 F.Supp.124 (S.D.N.Y.1993). Van 72 zaken voor hoven van beroep tussen 1979 tot 1994 bleek bij 46 het battered woman syndroom toegelaten te zijn. Zie Anita Neuberger Blowers en Beth Bjerregard, The Admissibility of Expert Testimony on the Battered Woman Syndrome in Homicide Cases, J.Psy.& L.527,536, 1994. 2. Mishandelde Afrikaans-Amerikaanse vrouwen hebben meer om zich zorgen over te maken dan of het battered woman syndrome hen zwak of passief doet lijken. Zie ook Sharron Allard, Rethinking Battered Woman Syndrome: A Black Feminist Perspective, 1 UCLA
1996 nr. 6
Women'sLJ. 191 (1991). 3. Zie Edward E. Cornwell et al., National Medical Association Surgical Section Position Paper on Violence Prevention, A Resolution of Trauma Surgeons Caring for Victims of Violence, 273 JAMA 1788 (1995). Zie ook Charles Figley, Trauma & lts Wake (1985). 4. Zie Mary Ann Dutton & Lisa A. Goodman, Post-traumatic Stress Disorder Among Battered Women: Analysis ofLegal lmplications, 12 Behav. S.C1. & L., 215, 216 (1994). Zie ook Lenore Walker, Terrifying Love, Why Battered Women Kill and How Society Responds, 169 (1989). De World Health Organization noemt posttraumatische stress stoornis in haar internationale classificatie van ziekten. Zie ook Posttraumatic Stress Disorder: Psychology, Biology and the Munichaen Warfare Between False Dichotomies, (Editorial) 152 Am.J.Psy.963 (1995). 5. Zie Rape in America: A Report to the Nation, National Victim Center and Crime Victims Research and Treatment Center (1992). Uit dit onderzoek onder vierduizend volwassen Amerikaanse vrouwen bleek dat slachtoffers van verkrachting 6.2 keer meer kans hebben op PTSD dan anderen. Zie ook G.Evelyn LeSure, Post-Traumatic Stress Disorder: The Case of Mary, 3 Case Analysis Soc. Sci.& Soc. Therapy 1 (1992) over de klinische behandeling van een zwarte vrouw die aan PTSD leed na de moord op haar moeder.
185
I
Battered Woman Syndrome
kende als vorm van een soort posttraumische stress stoornis.6 Zij is één van degenen die geloven dat veel mishandelde vrouwen foutief gediagnosticeerd werden als lijdend aan ernstige persoonlijkheidsstoornissen: in feite leden zij aan PTSD. Walker interviewde 403 vrouwen verspreid over zes staten. De geïnterviewden maakten deel uit van een gemengde groep waarin alle leeftijden, rassen, godsdiensten, en socioeconomische groepen vertegenwoordigd waren. Mishandeling kan fysiek, psychologisch of sexueel zijn.7 Sommige mishandelde mensen die aan PTSD lijden, ervaren aangeleerde hulpeloosheid. Volgens Walker heeft aangeleerde hulpeloosheid drie basiscomponenten: informatie over wat er gaat gebeuren; denkende of cognitieve voorstellingen van wat er gaat gebeuren (kennis, verwachting, geloof, perceptie); en gedrag ten opzichte van wat er gaat gebeuren. De tweede component (cognitieve representaties) brengt met zich mee dat slachtoffers in de onjuiste veronderstelling verkeren dat reactie en resultaten onafhankelijk van elkaar zijn. Daarom zal de persoon, ondanks het feit dat zij controle heeft over reactie/resultaten, die controle niet uitoefenen. Met andere woorden, zij zal de moed opgeven door de overtuiging dat de situatie hopeloos is. Aangeleerde hulpeloosheid kan een van de redenen zijn waarom sommige mishandelde vrouwen hun mishandelaar niet verlaten.8 Ook beschrijft Walker hoe in relaties waarin mishandeld wordt het geweld een patroon of cyclus kent. Eerst is er een fase van groeiende spanning bij de geagiteerde mishandelaar, dan de explosieve fase waarin er mishandeld wordt, en vervolgens de afkoel- of 'huwelijksreis'fase waarin de mishandelaar zich berouwvol toont en probeert zijn geliefde terug te winnen door romantisch te zijn.9 Er zijn feministische juristen en onderzoekers die kritiek nebben op Walkers theorie. Volgens hen zijn de redenen waarom vrouwen in mishandelingssituaties blijven veel genuanceerder en gevarieerder dan alleen een syndroom. Sommigen van hen vrezen dat het gebruik van het battered woman syndrom in deskundigenverklaringen gender-stereotyperend werkt met als resultaat een stigmatisering die schadelijker is dan 'welk waargenomen voordeel ook'10 en dat een vrouw 6. Zie Lenore Walker, The Battered Woman (1979), en The Battered Woman Syndrome Is A Psychological Consequence of Abuse, in Current Controversies on Family Violence 133,138 (Richard J.Gelles & Donileen R. Loseke eds., 1993). 7. Onder fysieke mishandeling valt alles tussen duwen en slaan tot moord. Zie Evelyn C. White, Chain Chain, Change: For Black Women Dealing With Physical and Emotional Abuse 10 (1985). Amnesty Internationaal heeft psychologische mishandeling gedefinieerd in verband met gegijzelden. Een achtdelige definitie die door Walker is overgenomen bevat o.a.: het isoleren van het slachtoffer; het veroorzaken van uitputting; het monopoliseren van percepties inclusief obsessiviteit en possessiviteit; het bedreigen (met de dood) van het slachtoffer zelf, familie of vrienden; schijn-executies; vernedering; ontkennen van de macht van het slachtoffer. Zie Mary Ann Douglas, The Battered Woman Syndrome, in Domestic Violence on Trial, Psychological and Legal Dimensions of Family Violence 31 (Daniel Jay Sonkin ed., 1987). Onder sexuele mishandeling wordt elke gedwongen intimiteit verstaan. 8. De redenen voor het niet weggaan uit een mishandelingsrelatie kunnen sterk variëren. Zie Tracy Herbert et.al., Coping WithAnAbusive Relationship: I. How and Why Do Women Stay?, 53 J. Marriage & Family 311, 319 (1991). Zie ook Martha R. Mahoney, Legal Images of Battered Women: Redefining the Issue of Separation, 90
186
L i n d a L. A m m o n s
die haar mishandelaar doodt en niet beantwoordt aan een 'klassiek profiel', door een jury veroordeeld zal worden, of ze nou noodweer als rechtvaardigingsgrond kan aanvoeren of niet. De 'essentialistische mishandelde vrouw'11 is een blanke, middle class, passieve, zwakke vrouw die in een ogenblik van doodsangst haar zelfbeheersing verloor en een misdaad beging omdat ze werd mishandeld.
Aangeleerde hulpeloosheid kan een van de redenen zijn waarom sommige mishandelde vrouwen hun mishandelaar niet verlaten.
Stel dat er een acceptabel soort mishandelde vrouw bestaat, wier omstandigheden gemakkelijker te verdedigen zijn dan die van anderen. Wat betekent dit dan voor alle andere mishandelde vrouwen, die niet over dezelfde fysieke of sociologische karakteristieken beschikken? En in het bijzonder voor Afrikaans-Amerikaanse vrouwen? De benarde toestand van mishandelde zwarte vrouwen Volgens het Amerikaanse Nationale Instituut van Gezondheid stond middenjaren tachtig in de VS doodslag bovenaan de lijst van doodsoorzaken bij Afrikaans-Amerikanen. Uit sommige onderzoeken blijkt dat zwarte vrouwen de tweede plaats innemen op de ranglijst van het aantal arrestaties voor moord. Het karakteristieke slachtoffer van een zwarte vrouw die doodt, is een zwarte man met wie zij een relatie had.12 Tot voor kort negeerden publiek, politie en justitie de benarde toestand van de mishandelde vrouw. Mishandelde vrouwen werden niet geloofd, of omdat de maatschappij gewoonweg niets wilde weten van terrorisme binnen het gezin, zoals altijd al het geval is geweest, of omdat werd verondersteld dat mishandelde vrouwen die hun partner niet verlieten, logen over de ernst van de mishandelingen die zij ondergingen. Zwarte vrouMich. L. Rev.l (1991). 9. Zie Walker, supra noot 23, bij 55-70. 10. Zie Deborah W. Denno, Gender, Crime and the Criminal Law Defenses, 85 Northwestern 80, 85 (1994) en Anne M. Coughlin, Excusing Women, 82 Cal. L. Rev. 3 (1994). Zij voeren aan dat het battered woman syndroom 'een product is van patriarchaal onderzoek'. ld. op 70. 11. In de feministische rechtstaal staat essentialisme voor het vrouwen behandelen alsof zij allemaal hetzelfde zijn en een gemeenschappelijke essentie delen. Volgens postmoderne feministische wetenschappers is de traditionele feministische theorie essentialistisch, of creëert het een universele vrouw die niet bestaat, waarbij geen rekening wordt gehouden met socio-economische factoren. Door deze kortzichtigheid worden de ervaringen van vrouwen die niet blank, middle class, westers, enz. zijn, uitgesloten. Zie ook Elizabeth Spelman en Ruth Colker (literatuurlijst). 12. Zie Coramae Richey Mann, Black Women Who Kill TheirLoved Ones, in Violence in the Black Family 129 (R.I.Hampton ed., 1987) en Black Female Homicide in the United States. 5 J Interpersonal Violence 176 (1990); en Paula D. McClain, Black Female Homicide Ojfenders and Victims, Are They From the Same Population? 6D...Educ. 265, 276 (1982).
NEMESIS
I
Battered Woman Syndrome
wen hebben met dezelfde belemmeringen te maken, maar moeten daarnaast ook nog vechten tegen de veronderstelling dat zij door hun ras gepredisponeerd zijn voor het zich inlaten met en prettig vinden van geweld. 'Aan politiemensen in opleiding wordt regelmatig verteld dat fysiek geweld een acceptabel onderdeel van het leven is van "gettobewoners".'13 Afrikaans-Amerikaanse vrouwen en opvang Voor Afrikaans-Amerikaanse vrouwen die worden mishandeld, is het ongelooflijk moeilijk ondersteuning en hulp te krijgen. Als een zwarte vrouw, bijvoorbeeld in een ziekenhuis in een grote stad wordt behandeld voor letsel opgelopen door mishandeling van de partner, dan zal het protocol voor wife beating vrijwel nooit genoemd of worden gevolgd'.14 Zwarte vrouwen vinden het ook moeilijk om hun verhalen over mishandeling toe te vertrouwen aan iemand van de gezondheidszorg, omdat velen van hen geloven dat dit soort instituten niet het beste met hen voor heeft. Als zo iemand zich echter gevoelig toont voor hun problemen, zal zij zich wel over de mishandeling uitspreken. Mishandelde Afrikaans-Amerikaanse vrouwen zijn ook bijzonder kwetsbaar omdat zij nergens terecht kunnen, of weinig gebruik van de mogelijkheden maken. Zij zullen bijvoorbeeld niet gauw hun toevlucht in een opvanghuis zoeken. De opvanghuizen worden immers geassocieerd met de vrouwenbeweging, en veel zwarte vrouwen geloven dat deze opvanghuizen alleen voor blanke vrouwen zijn en alleen de belangen van blanke vrouwen dienen.15
Uit sommige onderzoeken blijkt dat zwarte vrouwen de tweede plaats innemen op de ranglijst van het aantal arrestaties voor moord. Deze mening berust niet geheel op onwaarheid. Een onderzoeker concludeerde dat opvanghuizen in Amerika zwarte vrouwen negeren bij beleid, planning en uitvoering van de diensten van opvanghuizen.16 Het feit dat opvanghuizen geen contact met de gemeenschap in zwarte buurten hebben, draagt eveneens bij aan de veronderstelling dat deze veilige toevluchtsoorden alleen voor blanke vrouwen zijn. Bovendien heb13. Zie Rosemarie Tong, Black Perspective on Women, Sex and the Law, in Women, Sex and the Law 153 (1984). Tong bespreekt de mythe dat gekleurde mensen van nature gewelddadiger zijn dan blanken. 14. Zie The Violence Against Women Act, 42 U.S.C.S. 1973 (1994), [hierna Women's Act te noemen]. Het Congres nam dit wetsvoorstel, een onderdeel van de 1994 Omnibus Crime Bill, aan ten behoeve van het probleem van partnermishandeling. In een periode van zes jaar is voor de hulp aan mishandelde vrouwen één miljard zeshonderd miljoen dollar uitgetrokken. 15. Zie Soraya M. Coley en Joyce O. Beckett, Black Battered Women: Practice Issues, 69 Soc. casework: J. Contemp. Soc.Work 483, 484 (1985). 16. Zie Susan Schechter, Women and Male Violence, 120, 271-281 (1982). 17. Zie Cris M. Sullivan et al., Brief Report, After the Crisis: A Needs
1996 nr. 6
L i n d a L. A m m o n s
ben zwarte vrouwen ervaren dat men in de opvanghuizen niet 'gastvrij' tegenover de andere culturen staat. Zwarte vrouwen hebben vaker gezondheidszorg, materiële bijstand en hulp voor hun kinderen nodig. Een door het Nationale Instituut van Gezondheid gefinancierd en acht maanden durend onderzoek onder zestig mishandelde Afrikaans-Amerikaanse vrouwen heeft uitgewezen dat zwarte vrouwen er aanzienlijk langer over doen dan hun blanke lotgenoten om de noodzakelijke hulpmiddelen te verkrijgen om opnieuw te beginnen, en dus ook aanzienlijk langer in opvanghuizen verblijven. Racisme maakt het zwarte vrouwen vaak moeilijk weer op eigen benen te gaan staan. Bijvoorbeeld doordat, als zij een flat wil huren, de huisbaas een hogere huurprijs opgeeft wanneer hij ziet dat ze zwart is, dan eerder door de telefoon. Of doordat het blanke personeel van sociale diensten zwarte vrouwen soms uit de hoogte en/of vijandig behandelt, of negeert.17 Een van de oorzaken van het feit dat er in AfrikaansAmerikaanse buurten veel geweld is, is het gebrek aan sociale voorzieningen, onder meer aan ziekenhuizen. Een andere belangrijke factor is, dat men niet altijd op tussenkomst van de politie kan rekenen. Zwarte vrouwen die worden mishandeld, moeten soms hun toevlucht nemen tot extremere vormen van geweld omdat de politie niet is geïnteresseerd.18 Geen historische basis Voor Afrikaans-Amerikaanse vrouwen bestaat er geen historische basis op grond waarvan zij zouden kunnen geloven dat de wereld rechtvaardig en fair is, en als gevolg daarvan worden traditionele instituten met groot scepticisme bekeken. Als een zwarte vrouw met de autoriteiten samenwerkt bij de vervolging van haar partner, kan dat resulteren in minachting van en uitsluiting door de gemeenschap waarin zij leeft, dit vanwege de veronderstelling dat zwarte mannen altijd relatief zwaarder worden gestraft. Ook kunnen zwarte mishandelde vrouwen fysiek geweld met racisme associëren: sommigen hebben het gevoel dat de woede van hun partner eigenlijk voortkomt uit de aanhoudend slechte behandeling die hij in de maatschappij krijgt, waardoor de mishandelaar dus minder blaam treft.19 Ze zitten dan in de val van de loyaliteit. Dat maakt het voor hen moeilijker om zich open te stellen voor hulp en/of therapie. Een voorbeeld: Afrikaans-Amerikaanse vrouwen hebben er Assessment of Women Leaving A Domestic Violence Shelter, 7 Violence & Victims, 267, 273, 275, 284 (1992). 18. De politie in de VS heeft kritiek gekregen voor hun gebrek aan daadkracht bij meldingen van geweld binnen het gezin. Zie Sylvia I. Mignon en William M. Holmes, Poice Response to Mandatory Arrest Laws, 41 Crime & Delinquency 430, 431 (1995), en Peter H. Neidig et al., Interspousal Aggresion in Law Enforcement Families: A Preliminary Investigation, 15 Police Studies 30,37 (1992). 19. Zie Barbara Hart, Battered Women and the Criminal Justice System, 36 Am. Behav. Scientist 624, 628 (1993); en Coley & Beckett (noot 15), p. 486. Ik heb felle discussies tussen Afrikaans-Amerikaanse vrouwen meegemaakt, die verdeeld zijn over of de gevangenis een juiste sanctie is voor zwarte mannen die mishandelen omdat er al een onevenredig groot aantal zwarte mannen in de gevangenis zit.
187
I
Battered Woman Syndrome
moeite mee om hun problemen in een geïntegreerde omgeving te bespreken, omdat ze bang zijn dat hun onthullingen de zwarte gemeenschap zouden kunnen schaden. Het 'niet de vuile was buiten hangen' wordt dan belangrijker dan het zelf beter worden. Eén auteur beschreef dit dilemma als een 'Hobbesiaanse keuze tussen het opeisen van bescherming voor een individu van een bepaalde sexe en ras, en het bijdragen aan de collectieve stigmatisering als zij besluit om de wandaden van een zwarte man bij de blanke autoriteiten aan te geven.'20 Het rechtssysteem heeft zich niet bepaald ingespannen om zwarte vrouwen die mishandeld werden, te beschermen.21 Analogieën met verkrachting en andere discriminatoire praktijken tegen het vrouwelijke geslacht illustreren hoe het slachtofferschap van zwarte vrouwen altijd onbelangrijk is geweest en nog steeds is.22 De geschiedenis van de devaluatie van zwarte vrouwen in het algemeen helpt de omstandigheden van de mishandelde Afrikaans-Amerikaanse vrouw beter te begrijpen. De Afrikaanse vrouw in Amerika De geschiedenis van de Afrikaanse vrouw in Amerika wordt gekenmerkt door zowel rassen- als sexediscriminatie. Biologie en etniciteit bepaalden het lot van de Afrikaans-Amerikaanse vrouw. Haar stereotypen bepaalden haar positie in de maatschappij.23 De Afrikaans-Amerikaanse vrouw had en heeft te maken met de risico's van racisme, sexisme en klasse-discriminatie, alledrie voorbeelden van mechanismen die worden gebruikt om zwarte vrouwen ondergeschikt te houden.24 Sinds de slavernij hebben er in Amerika niet alleen altijd verschillen bestaan tussen de sociale opvatting over en status van zwarte en blanke vrouwen, maar is de reputatie van de zwarte vrouw op zijn zachtst gezegd twijfelachtig. Blanke vrouwen worden als goede vrouwen gezien zolang zij binnen de voorgeschreven grenzen van de voor hen passende rollen blijven. Zwarte vrouwen hebben nooit het voordeel van deze vooronderstelling gehad.25 In feite hebben zwarte vrouwen met de tegengestelde vooronderstelling te maken, namelijk dat hun kleur hen verdacht maakt, tenzij ze het tegendeel bewijzen. Deze mening over zwarte vrouwen in Amerika heeft zijn oorsprong in de slavernij. Hoewel er vooruitgang is geboekt in de richting van een ideale kleurenblinde 20. Zie Emma Jordan Coleraan, The Power ofFalse racial Memory and the Metaphor of Lynching, in Race Gender and Power in America, the Legacy of the Hill Thomas Hearings (Anita Faye Hill en Emma Colemans Jordans, eds., 1995), p. 37, 40. 21. Zie Tong (noot 13), p. 171. 22. De sexuele intimidatie van zwarte vrouwen op het werk kent historische proporties. Afrikaans-Amerikaanse vrouwen hebben op de werkplek altijd extreem aan sexuele intimidatie blootgestaan vanwege hun lage status en het idee dat zwarte vrouwen sexueel toegangelijk waren. Zie Catherine A. MacKinnon, Sexual Harassment ofWorking Women, 53 (1979). 23. Op biologie gebaseerde mythen zijn gebruikt om zwarte vrouwen ondergeschikt te maken. Zie Gloria Steinem, The Revolution from Within, a Book of Self-esteem, 131 (1992). Voor de onveranderbaarheid van kenmerken, zie Watkins v. United States Army, 875 F.2d 699,726 (9th Cir. 1988), cert.denied, 111 S. Ct. 384 (1990). Zie ook Toni Morrison, The Bluest Eye (1970). 24. Zie Deborah K. King, Multiple Jeopardy, Multiple Conscious-
188
L i n d a L. A m m o n s
maatschappij, is racisme nog steeds de realiteit. Het beeld dat men van Afrikaans-Amerikaanse vrouwen heeft, is gebaseerd op het beeld dat de dominante cultuur van hen schept. Zoals hierna zal worden aangetoond, wordt het dagelijkse leven van Afrikaans-Amerikaanse vrouwen nog steeds zeer beïnvloed door op ras gebaseerde stereotypen. Een zwarte mishandelde vrouw die terecht moet staan, heeft in de rechtszaal niet de mogelijkheid zich te ontdoen van de bezwarende, op vooroordeel gebaseerde ideeën over wie zij is. Zij moet haar onschuld bewijzen en tegelijkertijd strijden tegen de heersende mythes die haar in diskrediet brengen. Stereotypen: Het effect van historisch-culturele vooroordelen Sociologen en psychologen hebben onderzoek gedaan naar de fenomenen van stereotypen.26 In zijn klassieke werk, The Nature of Prejudice beschrijft Allport een stereotype als '[e]en extreme mening geassocieerd met een categorie. De functie ervan is ons gedrag ten opzichte van die categorie te rechtvaardigen.' Stereotypen zijn 'de taal van het vooroordeel' ?1 Attitudes ten opzichte van etnische groepen vormen een onderdeel van de sociale erfenis van een maatschappij. Ze blijken uit een grote hoeveelheid materiaal, van academische bronnen tot de teksten van popsongs. Tegen de tijd dat een kind vier of vijf is, heeft hij of zij al ontdekt hoe belangrijk de huidskleur is en de etnische groep waartoe men behoort. Blanken hebben, openlijk of impliciet, geleerd dat zij beter zijn dan zwarten.28 Zelfs wanneer volwassenen hun openbare gedrag aanpassen aan wat vanwege veranderende wetten en zeden acceptabel is, kan de indoctrinatie van hun jeugd psychologische conflicten creëren. De psycholoog Thomas Pettigrew geeft hier een voorbeeld van: 'Veel mensen uit het Zuiden hebben me bekend dat ze zich, hoewel ze bewust geen vooroordelen meer tegen zwarten hebben, toch een beetje raar voelen als ze de hand van een zwarte schudden.'29 Stereotypen betreffende Afrikaanse Amerikanen zijn veelvuldig het onderwerp van onderzoek geweest. Wetenschappers ontdekken steeds weer dat aan zwarten consistent de ongunstigste attributen toegeschreven worden. Onder de historische stereotypen die werden gecreëerd om zwarte vrouwen marginaal te houden waren de Mammy, de gezette, asexuele kinness, the Content ofa Black Feminist Ideology, 14 Signs 42 (1988). Zie ook Bell Hooks, Ain 't I a Woman, Black Feminism (1981). 25. Zie Deborah Rhode, Justice & Gender 11 (1989); zie ook Clarice Feiman, Women in the Central Justice System, 3 (1984). 26. Zie John C. Brigham, Ethnic Stereotypes, 76 Psych. Buil. 15 (1971). De term stereotype in verband met menselijke kenmerken komt uit de boekdrukkunst. Zie Mary R. Jackman, The Velvet Glove, Paternalism and Conflict in Gender, 302 (1994). 27. Zie Howard Ehrlich, The Social Psychology of Prejudice, 21 (1973). 28. Zie Charles N. Madigan, Racial Stereotyping: An Old Virulent Virus, Chic. Trib., 13 mei, 1992; zie ook Henri Tajfel, Cognitive Aspects of Prejudice, 25 J. Soc. issue 79, 90 (1969); en Chester M. Pierce, Psychiatrie Problems of the Black Minority, in American Handbookof Psychiatry, 512, 513 (1974). 29. Zie Daniel Goleman, Useful Modes ofThought Contribute to the Power of Prejudice, N.Y. Times, 12 mei 1987, bij C.
NEMESIS
I
Battered Woman Syndrome
derjuffrouw van blanke kinderen; Aunt Jemina, de mammy die pannekoeken bakte (van het bekende pannekoekenmerk); en Jezebel, de uitdagende, sexy zwarte hoer met allure. Onder de moderne karikaturen zijn Sapphire, een slechte, castrerende, verraderlijke vrouw; de matriarch, het sterke, zwarte vrouwelijke hoofd van een huishouden; en de uitkeringskoningin, de onverantwoordelijke, alleenstaande, arme zwarte moeder die niets anders doet dan méér kinderen maken. Deze beelden zijn zo sterk dat alleen al het zien van een vrouw van Afrikaanse afkomst reacties van gewelddadigheid, minachting en angst kan veroorzaken.30 Zwarte vrouwen zijn zich altijd bewust van de mogelijkheid van publieke vernedering alleen maar om wie ze zijn.
Rassenvooroordeel in de rechtszaal is de jure onwettig, maar vindt de facto wel plaats.
Eigenschappen die op zichzelf als positief worden beschouwd, krijgen een ongunstig aspect als zwarte vrouwen ze bezitten. Om een voorbeeld te noemen. Zoals al eerder besproken, worden Afrikaans-Amerikaanse vrouwen bijvoorbeeld vaak als sterk en onafhankelijk gekarakteriseerd en worden hun kracht en standvastigheid, waardoor ze kunnen overleven en vooruit kunnen komen ondanks de bijna onoverkomelijke hindernissen op hun weg, als pathologisch of trouweloos bestempeld. Vaak werd hen de schuld gegeven van het uiteenvallen van gezinnen. De socioloog Calvin Herton schrijft de drive van de zwarte vrouw (een zwakke eigenschap) toe aan de manier waarop men Afrikaans-Amerikaanse vrouwen door de geschiedenis heen heeft behandeld.31 Als deze stereotypen van invloed kunnen zijn op openbaar beleid en op een normaal gesprek, wat kunnen zij dan voor nadelen opleveren voor de Afrikaans-Amerikaanse beklaagde die terechtstaat voor een geweldsdelict, ook al beweert zij dat zij in noodweer handelde omdat ze mishandeld werd? Kunnen bepaalde factoren
30. Zie Nell Irvin Painter, HUI, Thomas, and the Use ofRacial Stereotype, in Race-ing Justice, Engendering Power (Toni Morrison, ed., 1992). Zie ook Black Plaindothes Officer Says The Police Beat Her, N.Y. Times, 13 jan. 1995, bij A 14, over Adrienne Cureton, een politieagente uit Philadelphia die werd aangevallen en geslagen door collega's omdat ze niet geloofden dat ze ook bij de politie werkte. 31. Zie Calvin C. Herton, Sex and Racism in America (1960). 32. Beslissingen over schuld of onschuld kunnen beïnvloed worden door andere factoren dan de bewijsvoering die aan de jury wordt voorgelegd. Zie Ronald L. Michelini & Stephan R. Snodgrass, Defendant Characteristics and Juridic Decisions, 14 J. Research Personality 340 (1980). Aantrekkelijkheid is een van de dingen waar een jurylid op kan letten. 33. De historische realiteit en hedendaagse perceptie dat er verschillende rechtsnormen bestaan voor mensen die niet van Europese afkomst zijn, wordt op dit moment besproken in de media, door de regering, het rechtssysteem en de rechtbanken. 34. Zie The NAACP Legal Defense and Education Fund, The Color ofJustics, A.B.A.J., aug. 1992, 62, waarin het eerste proces (People v. Powell) wordt besproken van de vier politiemannen die automo-
1996 nr. 6
L i n d a L. A m m o n s
die niets met haar schuld of onschuld te maken hebben, haar kans op een fair trial verkleinen? Stereotypen als extra-juridische factoren bij een proces Extra-juridische factoren zijn fenomenen die de uitkomst van een proces beïnvloeden maar niet direct gerelateerd zijn aan het besluit dat de jury moet nemen op basis van de bewijsvoering. Sociale en demografische karakteristieken, bijvoorbeeld, of de samenstelling van de jury kunnen een uitspraak beïnvloeden.32 Als Afrikaans-Amerikanen terecht moeten staan, is er altijd sprake van de vraag in hoeverre extra-juridische factoren van invloed kunnen zijn op hun kans om een fair trial te krijgen.33 Rassenvooroordeel in de rechtszaal is de jure onwettig, maar vindt de facto wel plaats.34 Juryleden worden gekozen door middel van het principe van voir dire, wat letterlijk 'de waarheid spreken' betekent. Het voir e-principe komt voort uit het recht op een fair trial zoals vastgelegd in het Sixth Amendment. Wraking van potentiële juryleden kan op andere gronden dan ras of sexe plaatsvinden. De descriptieve realiteit van het selectieproces van de jury komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de normatieve theorie. De aanklager en/of de verdediging willen juryleden met bepaalde predisposities die behulpzaam kunnen zijn bij het verkrijgen van respectievelijk veroordelingen en vrijspraak.35 Vrouwe Justitia mag dan misschien wel geblinddoekt zijn, juryleden zijn dat niet. Een jurylid komt niet als een onbeschreven blad binnen. Zelfs de meest onbevooroordeelde persoon heeft meningen over hoe de wereld in elkaar zit. De ervaringswereld van een jurylid is een uitdrukking van haar sexe, ras, leeftijd, persoonlijkheid, klasse, geloof, enzovoort.36 Wat wij empirisch niet weten, is in hoeverre extra-juridische factoren de uitspraak beïnvloeden. Ras is een krachtig filter dat onze waarnemingen kleurt en vervormt. Of een zwarte vrouw nu slachtoffer is of beklaagde, in de rechtszaal zal het voor haar altijd moeilijk zijn als een geloofwaardig, redelijk persoon beschouwd te worden. Een van de mythes over zwarte vrouwen is nu eenmaal dat zij dat niet zijn, dat zij afwijkend zijn. bilist Rodney King op een straat in Los Angeles in elkaar sloegen. De NAACP noemde de eerste uitspraak, vrijspraak van de politiemannen, schandelijk en doortrokken van racisme. 35. Clarence Darrow maakte gebruik van de culurele, religieuze en socio-economische vooroordelen van een groep bij het samenstellen van een jury. Zie ook Freda Adler, Socioeconomic Factors Influencing Jury Verdicts, 3, N.Y.U. Rev. L. & Soc. Change I (1973), waarin zij citeert F. Busch, Law and Practice in Jury Trials, 198, (1958). Zie ook Thomas E. Salisbury, Forensic Sociology and Psychology: New Tolls for the Criminal Defense Attorney, 12 Tulsa L.J. 274 (1976). 36. Zie Martha Minow, The Supreme Court 1986 Term, 101 Harv. Law rev. 10, 15 (1987). Zij zegt, '[j]ustice is made by people who live in a world already made'. Zie ook Thiel v. Southern Pacific Col., 328 U.S. 217, 220 (1946), waarin het Hof competentie '[e]en individuele zaak' vindt. In Beek v. Alabama, 447 U.S. 625 (1980), zei het hof, 'Er wordt van juryleden niet verwacht dat ze alles wat ze door menselijke ervaring geleerd hebben, achter zich laten.' ld. op 642.
189
I
Battered Woman Syndrome
Uit documentatie over de houding van juryleden en de rechterlijke macht ten aanzien van de verkrachting van een zwarte vrouw blijkt dat zij vaak niet geloofd wordt en dat aan bepaalde stereotypen hardnekkig wordt vastgehouden. Deze extra-juridische factoren vormen een belemmering voor het zwarte vrouwelijke slachtoffer in de rechtszaal.37 Als een jury het moeilijk te geloven vindt dat een Afrikaans-Amerikaanse vrouw een 'bona fide' slachtoffer van verkrachting kan zijn, is het goed mogelijk dat een jury ook niet wil geloven dat een zwarte vrouw een mishandelde vrouw kan zijn die overleefde en terugsloeg om zichzelf tegen haar mishandelaar te verdedigen. Battered Woman Syndrome: een hulpmiddel of een belemmering bij een proces? Door ras en sexe met elkaar in verband te brengen ontstaat een interessante intersectie38 waarop we kunnen onderzoeken of wetenschappelijke gegevens over hoe een vrouw op gewelddadigheid reageert, nuttig kunnen zijn of juist nadelig voor Afrikaans-Amerikaanse vrouwelijke beklaagden. De vragen die moeten worden beantwoord zijn: kan een zwarte vrouw die door haar huidige of voormalige partner wordt mishandeld de psychologische, fysieke en sociologische fenomenen ervaren die tegenwoordig battered woman syndrome genoemd worden, of is deze definitie alleen van toepassing op blanke, middle class vrouwen? Ten tweede, als een Afrikaans-Amerikaanse vrouw een misdrijf begaat en beweert in noodweer te hebben gehandeld omdat zij werd mishandeld, wat zijn dan de pragmatische en/of politieke implicaties van het karakteriseren van die vrouw als iemand die het battered woman syndrome heeft overleefd? Zoals al eerder besproken, is een eerste vereiste voor het ervaren van een posttraumatische stress disorder blootgesteld te zijn aan extreem fysiek of psychologisch geweld. Er kunnen klinische proeven gedaan worden om vast te stellen of een vrouw symptomen heeft die erop wijzen dat ze getraumatiseerd is geweest.39 Eén onderzoeker heeft ontdekt dat ras een 'relatief onbelangrijke variabele' was bij het vaststellen van de verschillen tussen de ervaringen van blanke vrouwen en van zwarte vrouwen die mishandeld waren. Niet alle mensen - vrouwen - die worden mishandeld, reageren op dezelfde manier. Niettemin kan men in alle redelijkheid concluderen dat een belangrijke groep vrouwen, ongeacht hun ras, op dezelfde manier op geweldpleging reageert. Hun gemeenschappelijke menselijkheid en de gedeelde ervaring van geweld overstijgt sociale constructies van ras en klasse. Hoewel geest en lichaam een bepaalde hoeveelheid mis-
37. Zie Gary D. LaFree et.al., Jurors' Responses to Victims Behavior and Legal Issues in Sexual Assault Trials, 32 Soc. Prob. 389 (1985) [hierna LaFree & Jurors]; zie ook Gary D. LaFree, Rape and Criminal Justice The Soocial Construction of Sexual Assault, 219 (1989) [hierna LaFree & Rape] 38. Professor Kimberlee Crenshaw legt intersectionaliteit uit als verschillende manieren waarop ras en sekse samenwerken om de verschillende dimensies van het zwart zijn vorm te geven. Zie Crenshaw, 1241. 39. Zie Lynne Bravo Rosewater, The Clinical and Courtroom Appli-
190
L i n d a L. A m m o n s
handeling kunnen toleren, wordt verondersteld dat omgaan met geweld een abnormale ervaring is. Het gaat er niet om of een mishandelde zwarte vrouw in staat is het trauma, bekend als battered woman syndrome, te ervaren. De focus van het onderzoek dient gericht te zijn op de vraag of zij, als zij beweert daaraan te lijden, op grond van haar ras nog minder serieus genomen zou worden dan een blanke lotgenote. Met andere woorden, een zwarte vrouwelijke beklaagde kan misschien wel de klinische elementen staven van een posttraumatische stress stoornis of het battered woman syndrome, resulterend in aangeleerde hulpeloosheid (objectieve gegevens), maar wat heeft zij aan die diagnoses als zij tijdens het proces moet opboksen tegen raciale en culturele stereotypen (subjectieve gegevens) die inhouden dat zij alles behalve 'hulpeloos' is? Mishandelde vrouwen die beklaagden worden, hebben er in de rechtszaal een hels karwei aan. Als zij beweren in noodweer gehandeld te hebben, vereist de wet40 en moet de jury ervan overtuigd zijn dat haar daad redelijk was, dat zij geloofde aan onmiddellijke dreiging van lichamelijk letsel bloot te staan of vermoord te worden, en dat er geen andere manier was om te ontsnappen. De geloofwaardigheid van een zwarte vrouwelijke beklaagde De geloofwaardigheid van de beklaagde staat ter discussie: in de gevallen waar een vrouw haar partner heeft gedood, begrijpen jury's vaak niet waarom een volwassene met vrijheid van handelen verkiest in een explosieve relatie te blijven, en ook niet waarom de vrouw niet alle banden met de beweerde mishandelaar definitief heeft kunnen verbreken. Het is belangrijk de context van de handelingen van zo'n vrouw te verklaren. Of ze zich nou midden in een gewelddadige confrontatie had verdedigd, of teruggeslagen had tijdens een tijdelijke onderbreking van de mishandeling (e.g. hij sliep), er zijn genoeg potentiële juryleden (geweest) die geloofden dat de vrouw verantwoordelijk was voor haar mishandeling en voor de dood van haar partner. Deskundigenverklaringen over de aard van intiem geweld en waarom een bepaalde beklaagde op een bepaalde manier heeft gereageerd, kunnen nodig zijn om de geloofwaardigheid van de beklaagde te vergroten. Deze verklaringen worden gebruikt om de redelijkheid van de daden van de beklaagde of haar perceptie van dreigend gevaar uit te leggen. Als een zwarte vrouw terecht staat voor een misdrijf dat zij zegt gepleegd te hebben in verband met mishandeling door haar partner, en als zij noodweer als rechtvaardigingsgrond aanvoert, dan moet haar advocaat onder cation of Battered Women's Personality Assessments, in Domestic Violence on Trial, Psychological and Legal Dimensions of Family Violence (Daniel Jay Sonkin ed., 1987). 40. In de meeste Amerikaanse staten wordt voor zelfverdediging o.a. vereist: 1. dat de beschuldigde de agressie niet geprovoceerd heeft; 2. dat er een werkelijke en onmiddellijke noodzaak is om zichzelf te beschermen tegen lijfelijk of dodelijk letsel; 3. dat het geweld dat werd gebruikt nodig was om de dreiging af te wenden; 4. dat het geloof in die dreiging redelijk was.
NEMESIS
I
Battered Woman Syndrome
andere beslissen of de diagnose van battered woman syndrome passend is en of er als een onderdeel van de strategie een deskundige bij gehaald moet worden om uit te leggen waarom de vrouw gezien de omstandigheden (e.g., ze ging niet weg, kon niet weggaan of de banden met haar mishandelaar verbreken) redelijk handelde. Hierbij kan het wel of niet om 'aangeleerde hulpeloosheid' gaan. Als de reactie van de vrouw op de daden van de mishandelaar wordt gezien als traditionele zelfverdediging, kan het aanvoeren van hulpeloosheid de jury in de war brengen en de essentie van de zaak versluieren. En als een deskundige aan de jury gaat uitleggen dat de beklaagde 'hulpeloos' was (in die zin dat ze niet uit de relatie kon wegkomen of dat hij doorging met haar te mishandelen zelfs nadat ze bij hem weggegaan was), moet de advocaat van de beklaagde zich wel realiseren dat deze categorisatie, hoe wetenschappelijk ook, strijdig kan zijn met de vooronderstellingen en stereotypen die men over en van zwarte vrouwen heeft. Daarom zal de deskundige in staat moeten zijn de culturele nuances waardoor het kan lijken alsof de vrouw anders had kunnen handelen, te begrijpen en uit te leggen. De advocaat moet dus zowel professioneel als cultureel competent zijn. Eén deskundige is misschien niet genoeg om de psychologische en culturele factoren uit te leggen. De meeste Amerikaanse jury's zijn grotendeels blank, maar het is belangrijk om alle juryleden op te voeden. De tweede deskundige kan ook nodig zijn als er zwarten in de jury zitten. De aanwezigheid van zwarten is geen garantie dat de zwarte vrouw niet zal worden onderworpen aan mythes die ook door leden van haar eigen groep geïnternaliseerd kunnen zijn.41 Sommige Afrikaans-Amerikanen zullen er misschien van overtuigd zijn dat zwarte vrouwen mishandeling niet tolereren.42 Bij nader onderzoek kan uit de feiten en de psychische realiteit blijken dat de omstandigheid van de vrouw weinig of geen alternatieven boden. Sommige Amerikaanse rechtbanken staan de advocaten van de beklaagden toe om een onderzoek onder potentiële juryleden te doen bij het voorbereiden van de selectie van de jury. Eén manier om uit te vinden of er mogelijk vooroordeel bestaat bij de juryleden, is hen een vragenlijst voor te leggen. De antwoorden hierop kunnen eveneens gebruikt worden om de relevantie van de deskundigenverklaringen in te schatten. Tegenwoordig stellen advocaten in battered woman syndrowe-zaken de juryleden vragen over hun houding ten opzichte van mishandelde vrouwen. Als de beklaagde in zo'n zaak een zwarte vrouw is, moeten er niet alleen vragen worden gesteld over sexe-vooroordelen, maar ook over de houding ten opzichte van Afrikaans-Ame-
41. Een zaak die recentelijk in Alameda County voorkwam, illustreert hoe een zwarte aanklager naar 'dikke, zwarte vrouw met getrest haar' kijkt. Zie Appeals Court Backs Banning of Fat Jurors Black Attorney 's Challenge of 3 Black Women Upheld, S.F.examiner, 8 feb. 1995. 42. Zie Sandra O'Neale, lnhibiting Midwives, Upsurping Creators: The Struggling Emergence of Black Women in American Fiction, in Feminist Studies, Critical Studies, 139 (Teresa de Lauretis ed., 1986).
1996 nr. 6
L i n d a L. A m m o n s
rikaanse vrouwen. Enige van de vragen die zeker op de lijst moeten staan: - Welke invloed denkt u dat het ras van de beklaagde op u zal hebben? - Gebruik vier woorden om zwarte mensen te beschrijven. - Wat voor ervaringen hebt u met zwarte mensen gehad? - Heeft u zwarte vrienden, collega's, kennissen? - Beschrijf uw relatie met ieder van hen. - Beschrijf het typische zwarte gezin. - Gebruik vier woorden om zwarte vrouwen te beschrijven. - Waar of onwaar: zwarte vrouwen zullen eerder het slachtoffer worden van geweld binnen het gezin dan blanke vrouwen. Leg uit. Er hoeft niet altijd een directe correlatie te bestaan tussen het beeld van de zwarte vrouw als een sterke matriarch, een uitdagende Jezebel, een straffende, castrerende Sapphire, of een uitkeringsfraudeur, en het beeld van de beklaagde als gewelddadig. Als je uitgaat van de heersende mythologie over zwarte mannen, zou een zwarte vrouwelijke beklaagde die haar zwarte mishandelaar heeft gedood, moeten profiteren van de perceptie van de jury dat zwarte mannen per definitie gewelddadig zijn. Maar als een jurylid probeert zijn of haar ideeën over Afrikaans-Amerikaanse vrouwen te verzoenen met wat als hulpeloosheid wordt beschouwd, kunnen diezelfde ideeën een belemmering vormen om de beklaagde als onschuldig aan de gewelddadige confrontaties te beschouwen (omdat ze een sterke vrouw is). Een jury moet worden geïnformeerd over de rijk geschakeerde dimensies van hoe een zwarte vrouw als economisch onafhankelijk kan worden beschouwd (met andere woorden, ze heeft werk of toegang tot/controle over een inkomen)43 en tegelijkertijd emotioneel afhankelijk of 'gevangen' in een relatie. Conclusie Geweld binnen het gezin bestaat al duizenden jaren. Het is een universeel fenomeen dat in sommige culturen taboe begint te worden. Sociale wetenschappen en het recht behoren tot de instituties die worstelen met de problemen van waarom vrouwen worden mishandeld, hoe het geweld tegen te gaan, en in hoeverre het vrouwen toegestaan moet worden zichzelf tegen hun partners te beschermen. Het battered woman syndrome, dat in de jurisdictie van de meeste Amerikaanse staten aan de wetenschappelijke normen van toelaatbaarheid voldoet, hoeft niet in elke situatie de doorslaggevende verklaring te zijn voor de mishandelingssituatie waarin een vrouw haar partner doodt. De mogelijkheid van stigmatisering is
43. De mogelijkheid dat het hebben en houden van een baan een aanwijzing voor het niet slachtoffer-zijn kan zijn, is naar boven gekomen in de Hedda Nussbaum-zaak. Zie Abuse Aftermath, Love Battery and the Statue ofLimitations, The Nat. L.J., 9 jan. 1995, bij A12. Joel Steinbergs advocaat ondervroeg Nussbaum over het feit dat ze een baan bij de uitgeverij Random House had. Het ging erom aan te tonen dat Nussbaum onafhankelijk was, en daarom niet een slachtoffer van mishandeling door Steinberg.
191
I
Battered Woman Syndrome
vastgesteld en is problematisch. Toch lijkt het prematuur en arrogant om een trauma-theorie die verwant is aan andere verklaringen over hoe mensen op geweld reageren, te verwerpen omdat zij misschien niet op alle mishandelde vrouwen van toepassing is. De rechterlijke en de wetgevende macht die verantwoordelijk zijn voor de wetten die bepalen wat een relevante getuigenverklaring is, moeten hun kennis en acceptatie vergroten van het soort informatie dat nodig is om te voorkomen dat de beslissing over de schuld of onschuld van een mishandelde partnerdoodster, gebaseerd wordt op een mythe of partijdige informatie over haar omstandigheden. Mishandelde Afrikaans-Amerikaanse vrouwen hebben recht op niet minder dan blanke vrouwen in dezelfde situatie. Misschien is er, omdat ze is wie ze is, zelfs wel meer inzicht vereist om haar daden te begrijpen. De suggestie dat zij is geboren met iets wat haar immuun maakt voor het effect van geweld, is hetzelfde als een beroep doen op de mythologie die ooit de slavernij rechtvaardigde. AfrikaansAmerikaanse vrouwen worden op allerlei manieren gedwongen met geweld om te gaan. Maar als zij worden mishandeld, lopen zij net zoals andere mensen fysiek, psychologisch en sexueel letsel op. Dit moet worden erkend, niet alleen door de maatschappij maar ook door ons rechtssysteem. Geraadpleegde literatuur Allport, Gordon, The Nature ofPrejudice, 1979. Ammons, Linda, Discretionary Justice: A Legal and Policy Ananlysis of Governor's use of the Clemency Power in the Case oflncarcerated Battered Women, 3 Pub. Pol'y J. 1, 61-74, 1994. Bohmer, Carol, Judicial Attitudes TowardRape Victims, 57 Judicature, 1974. Bowker, Lee H., A Battered Woman 's Problems Are Social, NotPsychological, in Current Controversies on Family Violence, Richard J. Gelles & Donillen R. Loseke, eds, 1993. Brigham, John C , Racial Stereotypes, Measurement Variables and the Steretype-Attitude Relationship, in 2 J. Applied Soc. Psychol., 1972. Broeder, D.W., The Negro in Court, in Race Crime and Justice, 1972 (C. Reasons & J. Kuykendall, ed.). Burrell, Darci E., Recent Development: Myth, Stereotype, and The Rape of Black Women, 4 U.Cal. L.A. Women's L.J., 1993. Callahan, A. Renee, Will the Real Battered Woman Please Stand Up? In Search of a Realistic Legal Definition of Battered Woman Syndrome, 3 J. Gender & L., 1994. Carey Bond, Jean & Patricia Perry, Is the Black Male Castrated?, in The Black Woman, An Anthology (Toni Cade, ed). Chandler Ford, Marilyn, The Role of Extralegal factors in Jury Verdicts, 11 Just. Sys. J., 1986. Cole, Johnnetta B., Commonalities and Differences, All American Women, Lines That Divide, Ties That Bind, 1986. Colker, Ruth, Pregnant Men: Practice, Theory and the Law, 1994. Crenshaw, Kimberley, Mapping the Margins: Intersectionality, Identity, Politics and Violence Against Women ofColor, 43 Stan. L. Rev., 1991. Denno, Deborah W., Gender, Crime and the Criminal Law Defenses, 85 Northwestern, 1994. Douglas, Mary Ann, The Battered Woman Syndrome, in Domestic Violence on Trial, Psychological and Legal Dimensions of Family Violence, 1987 (Daniel Jay Sonkin ed.). Dowd, Michael, Dispelling the Myths About the Battered Woman's Defense: Towards a New Understanding, 19 Fordham Urb. L.J., 1992.
192
L i n d a L. A m m o n s
Ewing, Charles Patrick & Moss Aubrey, Battered Women and Public Opinion: Some Realities about the Myth, 2 J. Fa. Violence, 1987. Forell, Caroline, Essentialism, Empathy and the Reasonable Woman, 4 U. 111. L. Rev., 1994. Garbarine, Jamesm et al., What Children Can Teil us About Living In Danger, 46 Am. Psychologist, 1991. Hallinan, Joe., Feminists Dispute Battered Woman Syndrome, Cleveland Plain Dealer (7E), Sept. 20, 1994. Harris, Angela P., Race and Essentialism in Feminist Theory, 42 Stan. L. Rev., 1990. Higginbotham, A. Leon, Racism in American and South African Courts: Similarities and Differences, 65 N.Y.U. L. Rev., 1990. Hill Collins, Patricia, Black Feminist Thought, 1990. Hooks, Bell, Ain'tIA Woman, Black Women and Feminism, 1981. Hooks, Bell, Feminist Theory, from Margin to Center, 1984. Hooks, Bell, Black Looks, Race and Representation, 1992. Jacobs, Harriet, Incidents in the Life of a Slave Girl, 1987 (Jean Fagan Yellin, ed). Jewell, K. Sue, From Mammy to Miss America and Beyond, 1993. Kuil, Stephan, Eugenics, American Racism and German National Socialism, 1994. Lewis Herman, Judith, Sequelae of Prolonged and Repeated Trauma: Evidence For a Complex Post-Traumatic Stress Syndrome (DENOS), in Posttraumatic Stress Disorder; DSMIV and Beyond, 1993 (Jonathan R.T.Davidson & Edna B. Foa, eds). Herton, Calvin C , Sex and Racism in America, 1966. Kochan, Deborah, Beyond the Battered Woman Syndrome: An Argument for Development of New Standards and the Incorporation ofa Feminine Approach to Ethics, 1 Hasting's Women's L.J., 1989. MacKinnon, Catherine A., Sexual Harassment ofWorking Women, 1979. Maguigan, Battered Women and Self-Defense Myths and Misconceptions in Current Reform proposals, 140 U.P A. L. Rev., 1991. Morrison, Tony, The Bluest Eye, 1970. Painter, Nell Irvin, Hill, Thomas, and the Use of Racial Stereotype, in Race-ing Justice, Engendering Power, 1992 (Toni Morrison, ed.). Richey Mann, Coramae, Black Women Who Kill Their Loved Ones, in Violence in the Black Family, 1987 (R.I.Hampton, ed.). Richey Mann, Coramae, Black Female Homicide in the United States, 5 J. Interpersonal Violence, 1990. Roberts, Diane, The Myth ofAunt Jemina, Representations of Race and Religion, 1994. Schneider, Elizabeth M., Describing and Changing: Women's SelfDefense Work and the Problem of Expert Testimony in Battering, 14 Women's Rts. L. Rep.. Schuller, Regina A. & Neil Vidmar, Battered Woman Syndrome Evidence in the Courtroom: A Review of the Literature, 16 L. & Hum. Behav., 1992. Simurda, Stephan J., Byllye Avery, Shooting Star, A Crusader for Black Women's Health, 12 Am. Health, 1993. Spelman, Elizabeth, The Inessential Woman; Problems ofExclusion in Feminist Thought, 1988. Stark, Evan, Rethinking Homicide: Violence, Race and the Politics of Gender, 20 Int. J. of Health, 1990. Stark, Evan, Black Violence: Racism and the Construction ofReality, Clearinghouse Rev., Special Issue 1994. Steinem, Gloria, The Revolution from Within, a Book of Self-esteem, 1992. Walker, Leonore, The Battered Woman Syndrome Is A Psychological Consequence ofAbuse, Current Controversies on Family Violence, 1993 (Richard J. Gelles & Donileen R. Loseke, eds). Weems, Renata J., I Asked for Intimacy, Stories of Blessings, Betrayals and Birthings, 1993. White, Evelyn, Chain Chain, Change: For Black Women Dealing With Physical AndEmotional Abuse, 1985. Wolbert Burgess, Ann & Lynda L. Holmstrom, Rape Trauma Syndrome in Forcible Rape: the Crime, the Victim, the Offender, 1977. Wyatt, Gail Elizabeth, The Sociological Context of African-American and White American Women's Rape, 48 J. Soc. Issue, 1992.
NEMESIS