BART CAPÉAU (ECARES – ULB) LIEVE EEMAN, STEVEN GROENEZ, MIET LAMBERTS (HIVA – KULEUVEN) Colloquium “Diversiteit en discriminatie op de arbeidsmarkt” 5 Septemer 2012
OVERZICHT 1.
Opzet van het onderzoek
2.
Centrale vraagstelling
3.
Twee concepten van discriminatie
4.
Discriminatiemaatstaven
5.
Een overzicht van de resultaten
6.
Conclusies
2
1. OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.
Discriminatie is een kenmerk van het gedrag van diegene die discrimineert discriminatie meten is een methode ontwikkelen om dit gedragskenmerk vast te stellen wanneer het zich voordoet
Dit is fundamenteel verschillend van de implicaties van discriminatie voor diegenen die het onderwerp zijn van discriminatie, vaststellen, meten of bestuderen. =>
experimenteel opzet: gedragstesten
3
1. OPZET VAN HET ONDERZOEK (VERVOLG) 2.
Multidimensioneel vs paarsgewijs opzet In tegenstelling tot voorgaand onderzoek, een methode ontwikkelen om het voorkomen van discriminatie in verschillende dimensies (geslacht, leeftijd, nationale herkomst en bepaalde fysieke gesteldheden) vast te stellen en te vergelijken
3.
Geaggregeerde vs segmentspecifieke gedragstesten Voorwerp van het onderzoek: discriminatie op de arbeidsmarkt, meer bepaald bij de eerste selectie van sollicitanten Houdt de selectieverantwoordelijke bij de selectie van sollicitanten rekening met geslacht, leeftijd, nationale herkomst, bepaalde fysieke kenmerken?
geaggregeerd = de gehele Belgische arbeidsmarkt Gevolg: discriminatie in de ene richting in een bepaald segment kan discriminatie in de andere richting in een ander segment opheffen
4
1. UITWERKING VAN HET OPZET 1. Experimenteel opzet: uitsturen van sollicitatiebrieven op gepubliceerde vacatures (internet, kranten, lokale pers...) -> correspondentietests 2. Multidimensionaal: Naar elke vacature werden twee sollicitatiebrieven met cv verstuurd We houden alle kenmerken van de solliciatiebrieven gelijk, behalve de persoonskenmerken waarvoor we discriminatie wilden onderzoeken - Eén van beide sollicitanten was steeds een 35-jarige man van Belgische afkomst (het REFERENTIETYPE) De andere sollicitant verschilde ten opzichte van het referentietype op minimum één en maximaal drie van de volgende kenmerken: - Geslacht (man/vrouw) - Leeftijd (23, 35, 47 en 53) - Nationale herkomst (Belgisch, Congolees, Italiaans, Marokkaans, Turks) of een specifieke fysieke gesteldheid (niet nader gespecifieerde fysieke beperking, zwangerschap) In totaal zijn er 57 andere types buiten het referentietype.
5
1. UITWERKING VAN HET OPZET (VERVOLG) 3. Geaggregeerde testen: 1708 sollicaties op 854 vacatures: voor elke vacature werden 2 cv’s en sollicitatiebrieven opgesteld: één voor het referentietype, één voor een toevallig gekozen type uit de andere 57 mogelijke types De vacatures werden geselecteerd met het oog op een gelijkmatige spreiding over: 3 gewesten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel), 4 economische sectoren (industrie, handel vervoer en diensten, ICT en financieel, overheid en non-profit) 4 beroepen (ongeschoolde en geschoolde arbeiders, bedienden, kaders) Volgende vacatures kwamen niet in aanmerking: enkel informeel bekendgemaakt, interimkantoor, tijdelijke functies, studentenjobs, hogere kaderfuncties, vacatures waarvoor niet per mail of post kon gesolliciteerd worden, extra vereisten (bv. tewerkstellingsmaatregelen), vacatures bij dezelfde werkgever
De CV’s werden afgestemd op de vereisten van de vacature Alle kandidaten hebben een vlekkeloze schoolloopbaan, zijn op het moment van sollicitatie aan het werk, hebben hun loopbaan gestart direct na de opleiding Resterende, onvermijdelijke verschillen (zoals layout, woonplaats, enz.) werden gerandomiseerd
6
1. UITWERKING VAN HET OPZET (VERVOLG 2) 3. Geaggregeerde testen: 1708 sollicaties op 854 vacatures gelijkmatig gespreid over 3 gewesten, 4 economische sectoren en 4 beroepen Regio/Beroep
ongeschoolde arbeider
geschoolde arbeider
bediende
kader
Totaal
Brussel
52
53
68
72
245
Vlaanderen
84
78
77
76
306
Wallonië
86
80
75
62
303
Totaal
222
211
220
201
854
secundair
tertiair
tertiair
quartair
Totaal
(handel, vervoer diensten)
(ICT, financieel)
Regio/Sector
Brussel
49
60
61
75
245
Vlaanderen
77
81
80
68
306
Wallonië
99
80
56
68
303
Totaal
225
221
197
211
7854
1. UITWERKING VAN HET OPZET (VERVOLG 3) 3. Geaggregeerde testen (vervolg): voor elke vacature werden 2 cv’s en sollicitatiebrieven opgesteld: één voor het referentietype, één voor een toevallig gekozen type uit de andere 57 mogelijke types De CV’s werden afgestemd op de vereisten van de vacature
Verdeling persoonskenmerken over de 1708 sollicitaties Tabel 1 Verdeling naar geslacht Mannen Vrouwen
1227 72% 481 28%
Tabel 2 Verdeling naar leeftijd 23-jarigen 35-jarigen 47-jarigen 53-jarigen
Tabel 3 Verdeling naar afkomst, fys. beperking en zwangerschap Belg Fysieke beperking Zwangerschap
240
Congolees
14% 1084 63%
Italiaans Marokkaans
191 11%
Marokkaans (niet genaturaliseerd)
193
11%
Turks
948 55% 112 7% 101 6% 109 6% 109 6% 109 6% 112 7% 108 6%
8
2. CENTRALE VRAAGSTELLING Empirische selectieratio: referentietype versus de rest 30% 27.05%
Percent-Pourcentage
25% 20%
22.48% 17.92%
15% 10% 5% 0%
referentietype/ type de réference (Man Belg. 35 j/ Homme belge 35 a.) gemiddelde selectieratio/ taux de sélection moyen andere/autres
9
2. CENTRALE VRAAGSTELLING Empirische selectieratio: referentietype versus de rest 30% 27.05%
Percent-Pourcentage
25%
22.48%
20%
17.92%
15%
In 10%
welke mate is dit verschil in selectieratio te wijten aan het verschil in de persoonskenmerken tussen de sollicitanten?
5%
Wat is de specifieke bijdrage van elk van de karakteristieken op 0% zich: geslacht, leeftijdsverschillen, in nationale referentietype/ type de réference (Manverschillen Belg. 35 j/ Homme belge 35 a.) gemiddelde selectieratio/ tauxof de zwangerschap? sélection moyen herkomst, fysieke beperking andere/autres
10
3. TWEE CONCEPTEN VAN DISCRIMINATIE
1. Als de selectieratio’s van twee types sollicitanten verschillen, is er discriminatie 2. Als twee sollicitanten met dezelfde kwalificaties verschillend behandeld worden, dan is er sprake van discriminatie Het eerste concept – stelt soms discriminatie vast, als er geen is – concludeert soms dat er geen discriminatie is, terwijl er eigenlijk wel sprake is van discriminatie 11
3. TWEE CONCEPTEN VAN DISCRIMINATIE (VERVOLG)
Voorbeeld: 160 vacatures Drie types sollicitanten A, B en C – Alle drie zijn ze even geschikt voor de job 80 vacatures met sollicitant A en B – 80 vacatures met sollicitant A en C Aantal vacatures Type
Enkel A geselecteerd
Enkel andere (C of B) geselecteerd
Beiden geselecteerd
Geen van beiden geselecteerd
A&B
5
0
20
55
A&C
0
5
15
60
Aantal selecties Type
Alleen geselecteerd
Andere geselecteerd, zelf niet geselecteerd
Beiden wel of beiden niet geselecteerd
Selectieratio
A
5/160
5/160
150/160
40/160
B
0/80
5/80
75/80
20/80
C
5/80
0/80
75/80
20/80 12
3. TWEE CONCEPTEN VAN DISCRIMINATIE (VERVOLG 2) 1708 sollicitanten werden uitgestuurd
1 384 (22.5%) (Ja)
Selectiekans per sollicitant
Selectiekans per sollicitant met info over medekandidaat
0
1-0 (Ja-Nee)
(Nee)
1-1
0-0
(Ja -Ja)
(Nee-Nee)
178 (10.4%) 206 (12.1%) 1146 (67.1%)
1 Verschil in behandeling per sollicitant
1324 (77.5%)
2
0-1 (Nee-Ja)
178 (10.4%)
3
Discriminatie voordeel
Geen verschil in behandeling
Discriminatie nadeel
178 (10.4%)
1352 (79.2%)
178 (10.4%)
13
4. DISCRIMINATIEMAATSTAVEN We willen analyseren in welke mate de verschillende waarden voor de persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, nationale oorsprong, fysieke beperking, zwangerschap) elk op zich bijdragen tot de kans op discriminatievoordeel, -nadeel en/of gelijke behandeling We willen de bijdrage van elk van die factoren op zich nagaan, onafhankelijk van de bijdrage van andere factoren. Gaat in tegen één-dimensionale benadering Voorbeeld: Geobserveerde kans om geselecteerd te worden naar afkomst, fysieke beperking, zwangerschap 30% 25.8% 25% 20.5% 20.8% 20%
19.3% 19.3% 18.3% 14.3%
15%
15.7%
10% 5% 0% BELGBELG ITALBELG
BELGHAND MAROBELG
BELGZWAN MAROMARO
CONGBELG TURKBELG14
4. DISCRIMINATIEMAATSTAVEN We willen analyseren in welke mate de verschillende waarden voor de persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, nationale oorsprong, fysieke beperking, zwangerschap) elk op zich bijdragen tot de kans op discriminatievoordeel, -nadeel en/of gelijke behandeling We willen de bijdrage van elk van die factoren op zich nagaan, onafhankelijk van de bijdrage van andere factoren. Gaat in tegen één-dimensionale benadering Voorbeeld: Geobserveerde kans om geselecteerd te worden naar afkomst, fysieke beperking, zwangerschap 30% 25.8% 25% 20.5% 20.8% 20%
19.3% 19.3% 18.3% 14.3%
15%
15.7%
10% 5% vergeleken met personen van andere De hoge selectieratio voor Belgen nationale herkomst, of met specifieke fysieke kenmerken, kan te wijten zijn 0% aan leeftijd (een overgrote meerderheid van de personen van Belgische BELGZWAN herkomst is 35 jaar) of geslachtBELGBELG (de Belgen zijnBELGHAND overwegend mannen) ITALBELG
MAROBELG
MAROMARO
CONGBELG TURKBELG15
4. DISCRIMINATIEMAATSTAVEN Om de bijdrage van elk van die factoren op zich na te gaan, onafhankelijk van de bijdrage van andere factoren, werd gebruik gemaakt van regressie-analyse We stellen de resultaten op twee manieren voor: –
De grootte van de geschatte coëfficiënten voor een variabele geeft aan in welke mate deze variabele (vergeleken met de waarde voor de overeenkomstige dimensie voor het referentietype) bijdraagt tot de kans om een discriminatievoordeel te bekomen:
Bijvoorbeeld: leeftijd 53 – leeftijd 35 Turkse nationale herkomst – Belgische nationale herkomst –
We drukken dezelfde maat ook uit in het verschil in (geschatte, gestandaardiseerde) kans op discriminatienadeel ingevolge het verschil in deze karakteristiek
16
5. RESULTATEN (1) REGRESSIECOËFFICIËNTEN
0.40 0.20 0.00
-0.0718
-0.20 -0.40
-0.2824 -0.4145
-0.4104
-0.3547
-0.2635
-0.2521
-0.2173
-0.0434
-0.2015
-0.3369
-0.60 -0.80
geschatte regressiecoëfficiënten
grenzen 95%-betrouwbaarheidsinterval
17
5.RESULTATEN (2)
VERSCHILLEN IN GESTANDAARDISEERDE KANS OP DISCRIMINATIENADEEL 20%
procentpunten
15%
10%
8.96%
8.85%
8.00% 7.53%
5.67%
5%
5.23%
4.97%
4.20% 3.86% 1.63% 0.82%
0%
-5%
verschil in kans op discriminatienadeel
grenzen 95% betrouwbaarheids interval
18
5. RESULTATEN (3)
VERSCHIL IN KANS OP DISCRIMINATIENADEEL VERSUS VERSCHIL IN SELECTIEKANS
19
procentpunten
20%
5. RESULTATEN (3)
Verschil in kans VERSUS op discriminatienadeel VERSCHIL IN KANS OP DISCRIMINATIENADEEL
15%
10%
8.96%
8.85% 8.00%
5%
VERSCHIL IN SELECTIEKANS
7.53%
5.67%
5.23%
4.97% 4.20%
3.86% 1.63% 0.82%
0% -5%
grenzen 95% betrouwbaarheidsinterval 15% procentpunten
10% 5% 0.37%
0% -5% -10%
-9.99% -6.35%
-6.00%
-0.98% -0.87% -0.48% -1.83% -2.30% -4.23% -2.87%
Verschil in selectiekans
-15% -20%
20
procentpunten
20%
10% 5% 0% -5%
15% 10% procentpunten
5. RESULTATEN (3)
Verschil in kans VERSUS op discriminatienadeel VERSCHIL IN KANS OP DISCRIMINATIENADEEL
15%
5% 0% -5% -10%
-15% -20%
8.96%
8.85% 8.00%
VERSCHIL IN SELECTIEKANS
7.53%
5.67%
5.23%
4.97% 4.20%
3.86%
1.63% De resultaten naar leeftijd zijn vergelijkbaar 0.82%
De resultaten van de twee benaderingen verschillen grondig voor de dimensie van nationale herkomst grenzen 95% betrouwbaarheidsinterval Personen van Italiaanse en Congolese herkomst worden wel vaak geselecteerd, maar als ze geselecteerd worden, werd het referentietype (35-jarige man van Belgische herkomst) ook meestal geselecteerd. 0.37% Personen van Marokkaanse (en in mindere mate-0.48% Turkse) orgine -0.98% -0.87% -1.83% -2.87% -2.30% -4.23%geselecteerd, worden niet-6.00% zo vaak maar in de gevallen datVerschil ze nietin selectiekans -9.99% -6.35% geselecteerd werden komt het minder vaak voor dat het referentietype wel werd geselecteerd.
21
6. CONCLUSIES Deze studie ging na of er evidentie is voor discriminatie naar geslacht, leeftijd, nationale herkomst en bepaalde fysieke kenmerken bij een eerste selectie van sollicitanten (op basis van sollicitatiebrieven). Methode: geaggregeerde correspondentietesten. We definieerden discriminatie als verschil in behandeling van evenwaardige kandidaten (omwille van persoonskenmerken). Wij kwantificeerden dit concept door het verschil in kans op discriminatienadeel tussen twee groepen te schatten.
22
6. CONCLUSIES (VERVOLG) Er is evidentie dat er discriminatie bij een eerste selectie voorkomt op de Belgische arbeidsmarkt als geheel. Deze discriminatie is er vooral ten opzichte van personen met bepaalde niet-Belgische herkomst (Italiaans, Congolees en Marokkaans) en van ouderen tegenover jongeren. We vonden op geaggregeerd niveau geen evidentie voor discriminatie bij selectie op basis van geslacht. Deze bevinding op geaggregeerd niveau kan samengaan met een sterke segregatie naar geslacht voor bepaalde beroepsgroepen of voor bepaalde (sub)sectoren. Ons instrument is niet geschikt om segregatie te meten.
23
6. CONCLUSIES (VERVOLG 2) De belangrijkste les van dit (soort) onderzoek ligt evenwel niet in de concrete cijfers die er uit voortvloeien, maar in de potentiële inzichten die het kan bieden in het fenomeen van discriminatie. Hierbij is het belangrijk om blijvend te waarschuwen voor het idee-fixe van de unidimensionele vergelijking. Dit komt zowel voor bij diegenen die de werkloosheid van bepaalde groepen personen al te snel willen toeschrijven aan een bepaald gemeenschappelijk kenmerk van die groep (ouderen versus jongeren, “vreemden” versus “autochtonen”, “blank” versus “zwart” wat dat verder ook moge betekenen) zonder oog te hebben voor verschillen in de samenstelling van deze groepen naar andere kenmerken (bijvoorbeeld verschillen in geslacht- en leeftijdsamenstelling van groepen met verschillende nationale herkomst) .
Ons onderzoek hanteerde een aantal eenvoudige technieken (gestandaardiseerde percentages) om voor de vertekening van unidimensionele statistieken te corrigeren. 24