Mezelf gevonden Peter Lamberts Hoe het begon Het is altijd de vraag wanneer het is begonnen; het saaie leven. In je tienertijd ben je impulsief en doe je vrolijke dingen, die je van te voren niet kunt plannen. Je hebt onbezorgde lol. Soms alleen. Vaak met vrienden. Lol waar je ontzettend om kunt lachen en waar de wereldvrede vooral niets mee wordt geholpen. Of misschien juist wel. Onbezorgd plezier waar iedereen behoefte aan heeft. En dan kom je in een periode waarin je werk zoekt. Je vindt een partner en krijgt kinderen. Als je niet in de schuldsanering terechtkomt en ook geen werkkring vindt met een supersalaris dan wordt je leven ingevuld door zorgen om geld; zit je in zwemparadijzen dingen te doen waar je kinderen je om uitlachen, loop je winkel in en winkel uit om kleren te passen en doe je eigenlijk alleen maar dingen waar je diep-triest van wordt. Zo zat mijn leven in elkaar tot vanochtend. Ik heb een keurige baan op kantoor en heb in de afgelopen jaren de nodige promoties gemaakt, zodat ik me nu niet meer constant druk hoef te maken of ik de boodschappen wel kan betalen én ook nog eens een keer leuke dingen kan doen. Al mijn buren hebben meer en doen het blijkbaar slimmer dan ik, maar ik ben er tevreden mee hoe ik het doe. Ik heb ook twee kinderen door hun pubertijd heen geloodst en het lijkt er op dat het ze goed zal gaan. Ze kijken me in ieder geval meewarig aan als ik weer eens niet weet wat snapchat is of als ik geen Whatsapp installeer op mijn telefoon, omdat het teveel Gb’s inneemt en ik niet weet hoe ik dat uit moet breiden. Dat zie ik als een goed teken. In zo’n leven – waarin je alles voor iedereen regelt en jezelf langzaamaan kwijt raakt aan je weet niet wat – ben ik ook 50 geworden en hoewel ik dacht dat dat niets zou veranderen is het de afgelopen maanden toch gaan knagen. Mijn kinderen redden zich wel. Mijn vrouw is gelukkig. Mijn baan zit wel goed. En ik niet. Ik red me niet. Ik ben niet gelukkig en ik zit ook niet goed. Ik heb geen zin in nieuwe kinderen. Ik hoef ook (gelukkig) geen nieuwe vrouw of vriendin. Maar ik wil wel weer terug naar mijn jeugd toen ik nog gewoon om twee uur ’s nachts door Utrecht over de busbaan reed om een vriendin naar het Centrale Station te brengen. Gewoon omdat ik hier was en het station daar en er toch geen bussen reden. Niemand heeft er last van en wij voelden ons geweldig stoer. Rijden over de busbaan en nog wel tegen het verkeer in (dan zie je beter of er toch een bus aankomt). Dat wil ik weer doen. Leer jezelf kennen Maar goed. Je bent geen twintig meer. Als je vijftig bent dan heb je dingen over jezelf geleerd. Je hebt meer verantwoordelijkheidsgevoel en het is inmiddels een beetje drukker geworden rondom Utrecht Centraal, een plaats waar ik overigens al geen dertig jaar meer rond een uur of twee ’s nachts heb rondgereden. Wat heet; ik heb al een jaar of twintig niet meer rond twee uur ’s nachts rondgereden. Rond die tijd lig ik in bed. Moet wel als je kinderen ’s ochtends
rond 6 uur aan je bed staan met de vrolijke mededeling dat ze wakker zijn. So what? So, dan moet je er uit en een poging doen om ze te vermaken. En ook al liggen diezelfde kinderen inmiddels al lang veel langer in bed, als je dertig bent geweest en je bent voor een jaar of vier door kleine kinderen iedere dag rond 6 uur uit bed gehaald en je hebt al een jaar of dertig op alle doordeweekse dagen rond half zeven je wekker staan dan ben je op zondag-ochtend gewoon klaar wakker om een uur of acht ’s ochtends als je vijftig bent. En ben je redelijk moe zo rond een uur of 10 ’s avonds. Ik leer mezelf in de jaren een beetje leren kennen. Ik ben gewoon een beetje saai. Ik rook niet, drink niet en gebruik geen drugs. Ik heb geschiedenis gestudeerd en ben dol op politiek. Ik ben nog nooit vreemdgegaan en pieker er niet over om het wel te gaan doen en ik ben gelukkig met een meer dan regelmatig leven. Ik doe een beetje aan Facebook en ben er al trots op dat ik er in ben geslaagd om een foto van mijn mobiel te plaatsen op mijn account. En dan vraag ik me af wat de hele wereld er nou eigenlijk aan vindt om te kijken naar een foto van cup-cakes met smiley’s van mijn kinderen op een bakplaat en ben verrast als 4 van mijn 14 vrienden (ik heb Facebook net twee weken) de foto liken. Ik hoef niet zo nodig spectaculair te leven. Ik ben ook geen man van de briljante ideeën. Eigenlijk heb ik gruwelijk weinig eigen ideeën. Wel heb ik ontdekt dat ik er goed in ben om goede ideeën bij een ander te ontdekken. Die ander is dan vaak niet in staat om die ideeën ook te verwezenlijken en daar kan ik dan weer goed bij helpen. Niet dat ik handig ben of hard werk. Ik heb wel veel zelfvertrouwen en weet een ander te overtuigen van onvermoede kwaliteiten. Overal wat van weten. Redelijk wat mensen kennen en weten wat ze kunnen. Deze mensen samen brengen en een probleem oplossen gewoon door de juiste mensen de juiste dingen te laten doen. Geen doe-dingen. Denk-dingen. Die zijn voor mij. Er zijn maar weinig problemen waar de bedenker niet zelf met een beetje hulp heel goed een oplossing voor weet te realiseren. Geloof in jezelf. Dat doe ik dan weer wel. Ook al is het tegen beter weten in. Zo heb ik ook ontdekt dat ik heel goed op de achtergrond presteer. Ik weet ook niet heel veel van een klein beetje; ik weet wel heel veel kleine beetjes van heel veel. Die vele kleine beetjes kan ik buitengewoon aardig combineren tot een nieuw inzicht waar veel mensen mee geholpen worden. Zij mogen er mee scoren. Zij weten ook dat ze altijd bij me terecht kunnen. Ik kan leven in de schijnwerpers, maar vindt het belangrijker om op de achtergrond dingen aan elkaar te knopen. Lang gelden dacht ik ook dat ik een goed geheugen had; ik onthoud gewoon alles. Toch blijkt dat geheugen verrassend vol gaten te zitten. Voor anderen ben ik een bron van weetjes, maar zelf weet ik wel beter. Ik ben niet alleen saai. Ik heb eigenlijk zelden of nooit zelf goede ideeën. Ik presteer het beste op de achtergrond en ik bewijs mezelf steeds vaker dat mijn geheugen lang niet zo goed is als iedereen denkt en ik zelf lang heb willen geloven. Feitelijk ben ik alleen heel goed in luisteren. In zowel luisteren naar wat mensen zelf zeggen als naar hetgeen ze niet zeggen, maar via hun lichaamstaal wel uitstralen. Ik durf daar ook eerlijk met iedereen goed over te praten en dan blijkt dat ik ook dat heel goed kan. Mensen uitleggen wat ze zelf eigenlijk wel weten, maar niet durven te bekennen. Om ze vervolgens uit te leggen hoe ze dit
tot hun voordeel kunnen aanwenden, zodat hun zwakte eigenlijk hun kracht wordt. Mijn eigen kracht? Luisteren, praten en heel veel feitjes combineren. Als ik terug kijk op mijn leven en me herinner dat ik altijd op mijn kop krijg als ik mezelf op een hoger treetje probeer te zetten herinner ik me ook dat mensen me vaak complimenteren als ik mezelf als een soort anti-held heel klein maak. Ik moet altijd oppassen dat ik mezelf niet steeds weer steeds kleiner maak. In de wetenschap dat mensen me vervolgens vol complimenten stoppen. Ik ben hier heel erg handig in geworden, want dom ben ik bepaald niet. Met enig plezier herinner ik me een vakantie in het tweede huis van mijn zus en zwager in Zweden. In het gastenboek heb ik een paar gebeurtenissen tijdens mijn vakantie opgeschreven, die niet zo goed gingen en deze vervolgens met enig gevoel voor humor lekker overdreven. Iedereen lacht zich een breuk en niemand gelooft dat ik echt zo’n kluns ben. Niemand gelooft overigens ook dat ik een soort held ben, maar dat denken ze al helemaal niet als ik mezelf niet expres wat kleiner maak. En dan ben je vijftig, vertel je iedereen wat zijn kracht is, is je vrouw gelukkig, weet je dat je kinderen gelukkig gaan worden. En dan bedenk je dat je zelf niet weet wie je bent en kun je het niet aan jezelf uitleggen, omdat je kwaliteiten alleen goed herkent bij een ander. Zoiets heet geloof ik een mid-life crisis. Vandaag ben ik er (in ieder geval voor even) uitgekropen door weer lekker twintig te zijn. Ik breng u dit verhaal op de manier die me het beste ligt: als antiheld. Maar dan wel een anti-held, die heerlijk heeft genoten van het leven. Voor het eerst in lange tijd en hoopt nog heel lang de best anti-held uit de geschiedenis te zijn. Hoe het begon – deel twee Als je weer tiener wilt zijn moet je ook de dingen doen, die horen bij een tiener. Spontaan. Anders. Impulsief. Tegendraads. On-logisch. Dus besloot ik in de afgelopen zomer naar Wijk bij Duurstede te gaan. Het is dichtbij, ik was er nog nooit geweest, het heeft een leuk historisch centrum en dus is het ideaal om in de auto te stappen, de TomTom aan te zetten, er heen te rijden en vervolgens te ontdekken wat Wijk bij Duurstede je brengt. Welnu, Wijk bij Duurstede bleek zo leuk te zijn dat snel daarna nog een keer heen ben gegaan en die tweede keer stuurde de TomTom me – geen idee waarom – via een andere route met boomrijke en kleine kronkelige weggetjes via een schattig dorpje met een ontzettend leuke historische kern en ook een kasteel met terras. Uiteraard ben ik niet zo vrijgevochten dat ik op dat moment ben gestopt om op dat terras te genieten van een heerlijk uitzicht op een fantastisch gerestaureerd kasteel met een goed onderhouden tuin en ging ik gewoon door naar Wijk bij Duurstede met het voornemen om nog een keer terug te gaan. Niet dat ik me de kronkelige wegen door de Veluwe perfect zou herinneren, maar bij het begin en het einde van het dorp stond een bordje met ‘Maarsbergen’ er op en dat kan ik nog wel terug vinden. Leer jezelf kennen – deel twee Ik ben goed in topografie. Ik kan goed kaarten lezen en bijna zonder problemen een eenmaal gereden weg weer terug vinden. Sinds ik een TomTom heb is deze laatste kwaliteit sterk teruggelopen, maar het terugvinden van een landelijk
weggetje door de Veluwe is nou het type detail dat me weer niet ligt. Een stukje wel, maar niet tot de laatste afslag. Nou heb ik al opgebiecht dat mijn geheugen wel vaker gaatjes laat vallen en dat is ook hier nou net het begin van een leuke zondag-ochtend. In het voornemen om het leuke dorpje tussen Barneveld en Wijk bij Duurstede terug te vinden was ik er toch echt zeker van dat het hier om Maarsbergen ging. Terugkijkend op de kaart van de Veluwe is Maarsbergen ook redelijk op de juiste route gelegen en Google leert mij ook, dat Maarsbergen een oud dorp is met een kasteel. Ik kan dan wel helemaal niets vinden over de combinatie van kasteel en horeca, maar ik ben én niet superhandig met Google én eigenlijk kan het me niets schelen. Ik ga gewoon op pad en ontdek wat ik ga tegenkomen. Mis geschoten is ook raak. En zo ga ik op pad naar Maarsbergen via het deel van de route die ik me nog wel herinner en zet de TomTom uit als hij me voor de zoveelste keer verplicht om terug te keren. Gewoon doorrijden en over de spoorwegovergang via een klein weggetje naar rechts. Dan ben ik vast zo ver uit de route dat hij wel verplicht is om me via het leuke weggetje naar mijn kasteel met terras te sturen. Als dan blijkt dat er na de spoorwegovergang geen weg naar rechts is – ja, een doodlopende zandweggetje – en na de tunnel onder de snelweg door – oh ja, die was er ook nog – ook niet doet de TomTom gelukkig weer wat ik van hem verwacht. Hij voorspelt een tweede spoorwegovergang kort na de eerste met een afslag naar rechts en daar herken ik de leuke kronkelige weggetjes weer. Dit is wat ik zocht. Lekker rijden door de wildernis. In m’n eentje. met Crosby, Stills, Nash & Young in de cd-speler en ook als ik Maarsbergen niet vindt is de trip geslaagd. Als ik weer met een viaductje over de snelweg wordt geleid – dat was er de vorige keer echt niet – en ik weer achter de fietsers rijd, die ik een tiental kilometer terug had ingehaald ben ik lekker ontspannen. Ik laat een auto passeren, omdat ik op het smalle weggetje achter het groepje fietsers wil blijven omdat ik ze toch niet in kan halen en vindt het suf dat die auto toch een geslaagde poging doet om via de berm de fietsers in te halen en hard door te rijden. Als je haast hebt moet je niet zo’n achterhaalde route nemen. Zeker niet als Maarsbergen drie minuten verder ligt en je ook naar de ‘The Lee Shore’ kunt luisteren. Ja, en dan blijkt Maarsbergen het dorp te zijn waar ik in het verleden ook wel eens doorheen ben gereden, omdat de route tussen Woudenberg en Scherpenzeel geblokkeerd was. Maarsbergen is een leuk dorp, maar ik zie al snel dat het niet het dorp is met dat historische straatje dat als vanzelfsprekend uitkomt bij een kasteel met een bijna Middeleeuwse tuinmuur en een uitnodigend bord naar een terras. Maarsbergen is een leuk dorp met een kasteel zonder terras – net als Google met eigenlijk al had verteld. De CD van CSN&Y gaat even uit, want het wordt tijd dat ik mijn hersenen wat laat doen. En dat doen ze door zich te bedenken dat het dorpje ook wel eens Amerongen zou kunnen heten. Dus –avonturier die ik ben – zet ik koers naar Amerongen. Welkom in Amerongen Amerongen is niet ver van Maarsbergen; feitelijk horen beide dorpen bij de gemeente ‘Utrechtse Heuvelrug’. Dat leerde ik toen ik enerzijds Maarsbergen uit reed en even later Amerongen in reed. Amerongen is een mooier dorp dan Maarsbergen (mijn smaak – dat moet ik er bij zeggen, want loop ik het risico dat
u mij verschrikkelijk zwart gaat maken op de social media) en bij de entree van het dorp stond wél een bord met verwijzing naar het plaatselijke kasteel. Ik hoefde alleen maar de borden naar ‘de Groene Entree’ te volgen. Groot bord. Kind kan de was doen. Alleen ben ik geen kind en als ik wat doe zit altijd iemand op een wolk te lachten om de tegenslag, die ik nog ga krijgen. Heb ik mee leren leven en dan weet ik weer dat ik mijn hersenen niet op de ruststand moet zetten, maar moet blijven opletten. Dat deed ik op dat moment even niet, want ik luisterde naar ‘Judy Blue eyes’. Ook veel leuker dan nadenken. Aangekomen in ‘de Groene Entree’ zie ik veel groen en geen 16e eeuwse stenen huizen. Ik zie een grote en moderne parkeerplaats en geen kleine kronkelige straatjes waar je elkaar nauwelijks met 2 auto’s kunt passeren. Ik zie al gauw dat dit niet is wat ik zoek en dus moet ik terug en op zoek gaan naar een bord met een ‘i’ er op, die altijd bij het begin van ieder dorp staat. Zo ook in Amerongen alleen krijg je hier bij de ‘i’ een kleine kaart van de hele Veluwe in plaats van een grote kaart van het dorp zelf. Op deze kaart heel klein het dorp Amerongen met in het westen het dorp Leersum. Daar ben ik net doorheen gereden. In het zuiden zie ik een tekening van een kasteel en in het noorden zie ik Scherpenzeel. Daar begon ik op weg naar Wijk bij Duursteden (en ook vandaag) aan de kronkelige route door de Veluwe. Op die kaart zie ik ook waar ik door de TomTom ben afgebogen naar Maarsbergen en hoe ik destijds vrijwel zeker ben doorgereden en dus in Amerongen terechtgekomen moet zijn. Dat betekent ook dat ik 200 meter verder naar links moet om een paar eeuwen terug in de tijd te geraken, wat betekent dat het moderne dorp achter een paar bomen een historische schat heeft liggen met een kasteel. Het kasteel staat op de kaart ingetekend, maar niets aan Amerongen verraadt dat je tussen mijn standplaats (de ‘i’) en dat kasteel een stukje geschiedenis hebt liggen. En toch is het er. De rotonde is modern. De eerste huizen daarna ook en opeens gaat het over in een andere tijd. De huizen verraden hetgeen ik me herinner, het bordje met de naam van het kasteel bevestigt wat ik had uitgezocht en de tiener in mij wordt wakker. Het lukt me dus nog om gewoon op mijn gevoel af te gaan en dat, al genietend, terug te vinden. Ook al herinner ik me alles niet; dat wil niet zeggen dat ik niet genoeg doorzettingsvermogen en inventiviteit heb om het toch te vinden. Mezelf gevonden En wat belangrijker is: ik voel me weer een superman. Ik ben de beste anti-held uit de heldengeschiedenis. Ik haal er wel geen retweets mee. Ik krijg geen massa’s mensen enthousiast om dit op mijn manier over te doen (hetgeen ook niet kan, want de lol zat in de onzekerheid en die is nu weg). Niemand zal begrijpen wat er zo leuk is aan het verkeerd voorbereiden van een zoektocht, het resultaat toch vinden om vervolgens weer naar huis te gaan zonder iets te nuttigen op het terras dat ik zocht. Maar ik had gevonden wat ik zocht: mezelf. En met ‘The other side of the moon’ in de CD-speler vond ik het ook weer jammer om thuis te komen. Binnenkort ga ik samen met mijn vrouw naar het terrasje en dan lunchen we daar samen. Zij heeft niets met zoektochten door het ongerijmde. Ik vind het niet gezellig om in mijn eentje een kop thee te drinken. Daarin zult u me dan waarschijnlijk weer wel kunnen volgen.
Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan.