BanaBa: “Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief”
Artikel: De blauwe roos in de tuin van Plato en Gard(e)ner
Brigitta Van Lommel BanaBa:”Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief” 2011-2012 ArtikelAfstudeerprojectMeervoudigeIntelligentiebijleerlingenmetASS
De blauwe roos in de tuin van Plato en Gard(e)ner
Binnen het kader van het opleidingsonderdeel “Afstudeerproject” van de Bachelor-naBachelor “Autismespectrumstoornissen: een orthopedagogisch perspectief” aan de Plantijn Hogeschool werkte ik samen met vijf andere studenten aan een onderzoeksvraag gesteld vanuit de school Wilgenduin. Deze school voor Buitengewoon Onderwijs tracht de Meervoudige Intelligentietheorie van Gardner te implementeren in de lessen, maar ondervindt hierbij moeilijkheden in de autiklassen. Onze opdracht was de methode zoals die nu werd gebruikt op maat te maken van kinderen met autisme. Omdat kinderen met autisme niet zelden problemen ondervinden in het onderwijs werd ik geprikkeld door een aantal intrigerende vragen: - Waarom haken deze kinderen af? - Zouden zij in een volledig ander onderwijssysteem wél kunnen standhouden? - Valt de theorie van de Meervoudige Intelligenties überhaupt wel te combineren met het huidige onderwijssysteem? - Is deze theorie misschien wel hét antwoord op het niet aarden van vele jongeren met autisme in het onderwijs? Teveel vragen om snel te beantwoorden, maar wel stof te over om kritisch stil te staan bij de huidige invulling van het begrip onderwijs, de impact ervan op kwetsbare jongeren en de eventuele meerwaarde van de theorie van Gardner. Ik besluit te starten bij het prille begin van onderwijs in zijn geïnstitutionaliseerde vorm in het Westen… Brigitta Van Lommel
380 voor Christus. De tuinen van de Akademeia. Tussen de schaduwrijke gaanderijen van platanen kuieren jongeren, keuvelend, discussiërend, filosoferend… Op een bank onder de olijfboom zit Plato, met twee van zijn leerlingen. Er heerst een gemoedelijke sfeer. Ze praten over de orde en harmonie waarvan de hele kosmos doortrokken is. De aanvaring met een bus in 1975 (Smit, 2009) betekende het einde van de olijfboom. De geest van de Oude Academie is al veel langer verdwenen. Het moderne onderwijssysteem staat in schril contrast met de etymologische betekenis van het woord “school”. Het Griekse “scholè” staat voor rust, vrije tijd (de Vries, 1971). Wanneer Plato in 387 v.Chr. de eerste Westerse school opricht in de hoven van Akademeia vertrekt hij vanuit deze wezenlijke betekenis. Vrijheid in ruimte, vrijheid voor de geest. De Academie wordt een school voor theoretische filosofie, wijsgerig onderzoek en politieke bezinning. De leerlingen worden opgevoed tot wijsheid om zo een geestelijke elite te vormen waaruit politici kunnen opstaan (Vloemans,1971). In de vorm van colleges en gesprekken worden filosofie, wiskunde, astronomie en natuurwetenschappen beoefend (De Vos, 1978). Plato pleit ervoor om onderwijs toe te vertrouwen aan leraren die behalve hun kwaliteiten als pedagoog ook
over een groot verantwoordelijkheidsgevoel beschikken. De leraar wordt een gids die zijn leerling onder zo weinig mogelijk dwang laat kennismaken met de beginselen van wiskunde, literatuur, muziek en lichaamsbeoefening. Zo ontdekt hij waarvoor zijn leerlingen bij een voortgezette opleiding van nature uit geschikt zijn (Casle,1965). De betekenis “vrijheid” blijft nog lange tijd van kracht. Het Latijnse woord “ludus” staat voor “spel, school” (Ackerman, De Neubourg, De Paep, Hemelsoet & Vander Meiren, 2008) en Plinius de Jongere omschrijft in een brief aan Sura vrije tijd als de tijd die je de gelegenheid geeft te studeren (Peters, 2001). Leren wordt gekoppeld aan iets fijns, iets wat vanzelf gaat, iets wat je zó graag doet dat je het in je vrije tijd doet. In de loop der jaren evolueert deze betekenis. Naar school gaan wordt een verplichting. Het leerprogramma staat grotendeels vast en vertrekt niet vanuit de capaciteiten en interesses van de individuele leerling. Iedereen heeft een eigen plaats, in een vast lokaal. Aanvang en einde van elke les worden aangekondigd door een signaal. De leerstof die je moet beheersen om te kunnen overgaan, staat vast. Vrije tijd is nu de tijd die overblijft na de schooltijd en na de verplichte studie. Wanneer Plato zich als voornaamste doel stelde zijn leerlingen te helpen opgroeien tot integere mensen (Vloemans, 1971), primeert nu vaak het economisch nut. Veel leerlingen gedijen in dit systeem, de meest kwetsbare niet. Leerlingen met het syndroom van Asperger (1) - een aparte entiteit binnen de autismespectrumstoornissen hebben het moeilijk met het verwerken van teveel prikkels, het omgaan met dwang en druk, het plannen en organiseren, en het begrijpen van sociale signalen (Attwood, 2001). Voor hen wordt schoolgaan een marteling. Standhouden in de omgeving vereist zoveel energie, dat schoolgaan niet zelden de start betekent van een neerwaartse spiraal, uitmondend in depressie en totale apathie. Dankzij steeds meer gesofisticeerde technieken beschikt de wetenschap nu over bewijzen dat de hersenen van mensen met Asperger anders functioneren. In de toekomst zullen onderzoekers zich buigen over verdere interpretatie van de verkregen resultaten (Frith, 2005). Deze andere hersenwerking uit zich echter ook in bijzondere kwaliteiten. Grote aandacht voor details, het vermogen om doorgedreven met iets bezig te zijn, sterk visueel denken, zaken bekijken zoals ze zijn zonder gehinderd te worden door betekenisgeving uit de omgeving, én een originele manier van redeneren (Bogdashina, 2004). Hans Asperger (1979), de Oostenrijkse kinderarts naar wie het syndroom werd vernoemd, stelt zelfs dat een vleugje autisme in de exacte wetenschap of kunst een must is. Zo zouden onder meer Archimedes, Newton, Darwin, Einstein en Hopkins op zijn minst kenmerken van het syndroom van Asperger vertoond hebben (Fitzgerald & O’Brien, 2007). Door hun uiterst creatieve manier van denken in combinatie met obsessioneel en doorgedreven met iets bezig te kunnen zijn, ontstaan uitzonderlijke piekvaardigheden. Veel moeilijker wordt het wanneer iets opgelegd wordt. De redenering ook vakken te moeten studeren die je niet interessant vindt en waarin je niet goed bent, om zo te kunnen overgaan, vervolgens naar de universiteit te gaan, daardoor een goede baan te vinden en veel geld te verdienen, is complex en vergt de vaardigheid om te kunnen plannen. Zo zullen heel wat mensen met Asperger falen op school, maar tijdens hun vrije tijd met veel plezier studeren vanuit een eerlijke, intrinsieke motivatie. (1):Jongeren met Aspergersyndroom ondervinden beperkingen op communicatief en sociaal vlak evenals op het gebied van verbeelding. Er is echter geen vertraging in taalgebruik of verstandelijke ontwikkeling op jonge leeftijd (Frith, 2005).
De mens heeft de neiging om alles te vervlakken tot wat hij als “normaal” beschouwt, en zijn waarneming als de enige juiste te beschouwen. Wat te denken van de tuinman die zijn hele leven rode rozen heeft gekweekt. Op een dag staat er temidden van de rode rozen één blauwe. Haar stengel is erg dun zodat ze nooit de windvlagen zal kunnen doorstaan. De tuinman begrijpt het niet, want een roos kan niet blauw zijn omdat ze geen blauw pigment bevat. Hij rukt haar af en schildert de blaadjes rood in een poging de roos toch te kunnen verkopen. De roos wordt een karikatuur van wat ze ooit had kunnen zijn. Doorheen de geschiedenis is de herinnering aan essentiële vereisten van onderwijs vervaagd. De leraar die vol verwondering naar zijn leerling kijkt, hem ruimte en mogelijkheden biedt om zelf zijn sterke kanten te laten ontdekken, respect heeft voor zijn moeilijkheden en talenten, krijgt weinig plaats in het huidige onderwijssysteem. De leerkracht die ook de tekortkomingen van zijn leerling koestert en beschouwt als deel van diens eigenheid lijkt vergeten. Wat we niet begrijpen, wordt als onbelangrijk beschouwd en verwijderd. Nochtans zou de nodige dosis terughoudendheid zeker gepast zijn. Naar alle waarschijnlijkheid waren mensen met Asperger onopvallend aanwezig bij heel wat ingrijpende uitvindingen. De ingenieur en onderzoekster Temple Grandin (zie Attwood, 2007), één der bekendste hoogfunctionerende autisten, drukte het als volgt uit: “Als de wereld was overgelaten aan jullie, sociale dieren, dan zaten we nu nog in grotten met elkaar te praten”. Maar Grandin is niet de enige die zich stoort aan de kortzichtige Westerse kijk. Howard Gardner waagt zich als één van de eersten naar verder onderzoek op het vlak van opvoedkundige ontwikkeling. Hij introduceert in 1983 met zijn boek “Frames of Mind” de Meervoudige Intelligenties. De neuropsychologie levert hem overtuigend bewijs dat intelligentie niet enkelvoudig is. Ieder mens beschikt over een uniek profiel van intelligenties. Zo onderscheidt Gardner de verbaal-linguïstische, de logisch-mathematische, de muzikaalritmische, de visueel-ruimtelijke, de lichamelijk-kinesthetische, de naturalistische, de intrapersoonlijke en interpersoonlijke intelligenties (Armstrong, 2009). Het gangbare IQ-cijfer blijkt dus erg relatief te zijn (Gardner, 1983, 2002). Wat met de IQ-bepaling van de plaatselijke honingjagers uit de Himalaya? Elke dag riskeren ze hun leven door als acrobaten in metershoge bomen te klauteren, om honing uit wilde bijennesten te halen (Roach, 2004) . Hiervoor moeten ze lichamelijk soepel kunnen bewegen én veel kennis bezitten over de natuur. Binnen de Nepalese cultuur worden deze vaardigheden hoog gewaardeerd en geven een indicatie van “intelligent” leven. In ónze maatschappij zijn een goede communicatie en wiskundige kennis onontbeerlijk voor economisch welzijn, zodat de verbaal-linguïstische en logisch-mathematische intelligentie de andere intelligenties naar de achtergrond doen verdwijnen. De leerling die muzikaal is, geïnteresseerd in natuurverschijnselen én goed kan acteren maar niet goed scoort voor wiskunde en taal wordt door zichzelf en de omgeving beschouwd als een zwakke leerling. Wanneer hij zich tot het uiterste inspant, eventueel bijlessen krijgt en een goede leermethode ontwikkelt, kan hij waarschijnlijk zijn diploma halen. De leerling met Aspergersyndroom die bezeten is van muziek, een goede aanleg heeft voor wiskunde maar communicatief zwak is, haalt het niet. Hij slaagt er niet in om de wiskunde op de gevraagde manier te studeren omdat de intrinsieke motivatie ontbreekt en de overprikkeling (Bogdashina, 2004) zijn concentratie aantast. Zijn muzikaliteit komt niet aan
bod. De zwakke communicatie (Frith, 2005) speelt hem parten bij de mondelinge opdrachten. Het standhouden in de onveilige omgeving put hem mentaal uit. Omdat zijn IQcijfer erg hoog is, maar zich niet vertaalt in goede resultaten, wordt hij als lui bestempeld. De leerling krijgt nergens positieve feedback om energie uit te halen en haakt af. De muzikaliteit lijkt verdwenen. Veel begaafde leerlingen met Aspergersyndroom vinden we terug in thuisonderwijs, examenaflegging voor middenjury en dagcentra. Sommigen in psychiatrische instellingen. Beide leerlingen wordt onrecht aangedaan. Het zelfbeeld dat ze ontwikkelen stemt niet overeen met de realiteit. Eén van de beroemdste passages uit Plato’s werk is de mythe van de grot. Een aantal mensen zijn opgesloten in een grot. Ze zijn vastgeketend zodat ze enkel de schaduwen van de werkelijke dingen kunnen zien. Dit is het enige waarover hun gesprekken gaan. Ze beseffen niet dat er behalve de schaduwen die ze zien, nog de dingen zèlf zijn (Verhoeven, 2001). Deze allegorie doet ons stilstaan bij de gedachte dat alles wel anders zou kunnen zijn dan wij op het eerste zicht denken. Op een dag krijgt Howard Gardner de ingeving om de heuvel op te klimmen en het landschap te bekijken van op een plek die een ongekend uitzicht biedt. Is intelligentie wel wat wij er tot nu toe onder verstaan? Komt het beeld dat we van leerlingen hebben wel overeen met de realiteit? Moeten we in plaats van kwetsbare leerlingen te verwijderen uit scholen of hen te overstelpen met begeleiding buiten de schooluren niet het instituut school zelf terug onder de loep nemen? En wat te denken over de tuinman die de blauwe roos onherstelbaar verminkt door haar potentieel in de kiem te smoren? Ware het niet beter mocht hij haar onder een stolp gezet hebben om haar te beschutten tegen de wind, zodat haar zelden geziene blauwe kelk maximale groeikansen had kunnen krijgen?
Het intelligentieprofiel van Plato volgens de Meervoudige Intelligentietheorie van Gardner is zeldzaam sterk. Behalve zijn kunde op wiskundig, ruimtelijk, taalkundig en naturalistisch terrein, is Plato geniaal op inter- en intrapersoonlijk vlak. Door velen wordt hij beschouwd als de grootste filosoof aller tijden (Magee, 1999). Wanneer we ons bezinnen over de invulling van onderwijs in de 21ste eeuw, vormt het gedachtegoed van Plato een solide en menselijk platvorm. De redenering van Gardner die vertrekt vanuit respect voor de eigenheid van ieder individu en talenten groeikansen wil geven, vindt hier zijn bouwstenen. De tijd dringt. Of de geschiedenis ons ooit zal afrekenen op de manier waarop wij de gaven van de meest kwetsbaren verwaarlozen en beschadigen, is al lang niet meer aan de orde. Er rest enkel nog de vraag wanneer.
Ackerman, J., De Neubourg, L., De Paep, L., Hemelsoet, B.,& Vander Meiren, W. (2008). Phoenix Basisvocabularium. Kapellen: Pelckmans Armstrong, T. (2009). Meervoudige Intelligentie bij leren en taal. Vlissingen: Bazalt Asperger, H. (1979). Problems of infantile autism. Communication, 13, pp.45-52 Attwood, T. (2001). Het syndroom van Asperger: Een gids voor ouders en hulpverleners. Lisse: Swets& Zeitlinger Attwood, T. (2007). Hulpgids Asperger-Syndroom. Amsterdam: Nieuwezijds
Bogdashina, O. (2004). Waarneming en zintuiglijke ervaringen bij mensen met Autisme en Aspergsyndroom. Antwerpen-Apeldoorn: Garant Casle,E.B. (1965). De opvoeding in de klassieke oudheid. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum De Vos, H. (1978). Inleiding tot de wijsbegeerte van de Grieken en de Romeinen. Baarn: Het Wereldvenster De Vries, J. (1971). Nederlands Etymologisch Woordenboek. Leiden: Brill Fitzgerald, M., O’Brien, B. (2007). Genius Genes: How Asperger Talents Changed the World. Kansas: Autism Asperger Publishing Company Frith, U. (2005). Autisme. Verklaringen van het raadsel. Berchem: Epo Gardner, H. (1983). Frames of Mind. The Theorie of Multiple Intelligences. New York: Basic Books Gardner, H. (2002). Soorten Intelligentie. Amsterdam:Uitgeverij Nieuwezijds Magee, B. (1999). Het verhaal van de filosofie. Antwerpen: Standaard Uitgeverij Peters, T. , Plinius Caecilius Secundus, C. (2001). De brieven. Amsterdam:Ambo Roach, J. (2004). Himalaya Honey Hunters Cling to Cliffside Tradition. Geraadpleegd op 2 maart 2012 op http://news.nationalgeographic.com/news/2004/04/0414_040414_honeyhunters.html Smit, J.(2009). Olijvenrapsodie. Geraadpleegd op 2 maart 2012 op http://www.hotelboekenlust.nl/?c=grieksesuite&id=254 Verhoeven, C. (2001) Meesterstukken uit de filosofie. Rotterdam: Lemniscaat Vloemans, A. (1971). Politeia. Geschiedenis van de sociaal-politieke filosofie. Den Haag: Kruseman’s Uitgeversmij