Liesbet Deben
De optimale inrichting van de verkeersboete in België en Nederland vanuit een strafrechtelijk en bestuursrechtelijk perspectief Een juridische en rechtseconomische analyse
Ius Commune Europaeum
Liesbet Deben
De optimale inrichting van de verkeersboete in België en Nederland vanuit een strafrechtelijk en bestuursrechtelijk perspectief Een juridische en rechtseconomische analyse
ISBN 978-90-5095-761-8 D/2007/7849/55 NUR 820
© 2007 Intersentia Antwerpen – Oxford www.intersentia.be
Coverfoto©iStockphoto.com/jim pruitt - 'Parking ticket' Deze uitgave werd als proefschrift verdedigd aan de Universiteit Maastricht op 21 december 2007 No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo copy, microfilm or any other means, without written permission from the author.
´It is somewhat surprising that so conspicuous a truth as the interaction of economics and law should have waited so long for recognition – a recognition by no means universal. Some of those who question it maintain the independence and self-sufficiency of law, while others maintain that of economics. In reality law and economics are ever and everywhere complementary and mutually determinative´ 1
1
Berolzheimer F., The world’s legal philosophies, Boston: Boston Book Company, 1912, reprint, Rothman reprints, 1968, 23.
DANKWOORD
Tja, dit is het dan. Het proefschrift ligt er. Wanneer ik er over nadenk is het geen evidentie. Vooral omdat de hoofdreden om in de academische wereld te blijven de mogelijkheid tot de zorg voor de kinderen was. Daarom, Jovan en Sanja, ben jullie op de eerste plaats dankbaarheid verschuldigd! Dankzij jullie kracht heb ik dit kunnen realiseren. Zonder jullie had ik deze kans om een nieuwe wereld te verkennen misschien niet gegrepen. Als onderzoeker op het Steunpunt verkeersveiligheid in Diepenbeek en als promovenda in Maastricht ben ik een van de eersten die kon genieten van de expertise en de gastvrijheid van beide landen en van tweemaal zo veel collega’s. Ik wil de collega’s van Maastricht bedanken voor de gastvrijheid. In het bijzonder Niels die me steeds uitgebreid en snel uitleg en commentaar verschafte wanneer ik wetenschappelijke vragen had. Wanneer ik denk aan de Universiteit Hasselt denk ik vooral aan Klara, Bram, Mark, Evy en ook Lenny die het werken leuk maakten. Twee universiteiten betekent ook twee promotoren. Lode en Michael dank voor de kans die jullie me hebben gegeven en voor jullie vertrouwen. Niet alleen op professioneel vlak werkten we samen, maar ik heb ook de kans gehad om jullie persoonlijk beter te leren kennen. En ieder heeft op zijn eigen manier een stempel op mijn persoonlijkheid gedrukt. Lode, jou wil ik bedanken omdat je een schitterende promotor-achter-de schermen was. Eerst en vooral is het dankzij jou dat ik aan een doctoraat kon beginnen. Later heb je me met geweldige mensen in contact gebracht en me vrij gelaten om mijn eigen weg te zoeken. Ik heb ook steeds geweten dat ik bij jou terecht kan als dat nodig zou blijken. Michael, dank voor je onuitputtelijke geduld. Je bent echt wel op de proef gesteld door me en dan palmde ik ook nog je kantoor in! Je soms scherpe opmerkingen worden je graag vergeven, temeer omdat ze steeds terecht waren. Dank jullie beide eveneens voor het luisterende oor en de steun in de periodes dat het even moeilijker ging. Paul, ik wens jou ook heel uitdrukkelijk te bedanken voor je niet aflatende ijver en je bereidwilligheid om steeds opnieuw mijn vele vragen te beantwoorden. Ook rechter Stas en intussen politierechter Stinckens en alle andere mensen van de rechtbanken en het Openbaar Ministerie zowel in Nederland als in België die zich de moeite hebben genomen om de gevraagde data op te zoeken en voor me neer te schrijven. Zonder jullie was er eenvoudigweg geen onderzoek mogelijk geweest. vii
Dankwoord
Papa, mama, broer, ik neem aan dat jullie nog steeds niet helemaal weten waar ik eigenlijk de voorbije vijf jaar mee bezig ben geweest. Niettegenstaande wil ik jullie graag danken omdat ik altijd op jullie kan rekenen! Tom, omdat je bent wie je bent, wil ik je danken.
viii
INHOUDSOPGAVE Deel I
Inleiding..................................................................................................... 1
Hoofdstuk 1
Verantwoording van het onderzoek ....................................................... 3
1.
Probleemstelling ................................................................................................... 3
2.
Verantwoording ................................................................................................... 5
3.
Onderzoeksvragen ............................................................................................... 7
4.
Methodologie ........................................................................................................ 8
5.
Structuur................................................................................................................ 9
Deel II
Juridische analyse van de bestuurlijke boete ................................... 13
Inleiding
.................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 2
Begripsomschrijving van de bestuurlijke boete................................... 19
1.
Inleiding............................................................................................................... 19
2.
Publiekrechtelijk sanctierecht ........................................................................... 20
2.1. Begripsomschrijving van de rechtsgebieden .............................................. 20 2.1.1. Strafrecht ......................................................................................................... 20 2.1.2. Bestuursrecht .................................................................................................. 21 Raakvlakken.................................................................................................... 22 2.2. 2.2.1. Ontstaansgeschiedenis................................................................................... 22 2.2.2. Positie van de actoren .................................................................................... 25 2.2.3. Grondslag van de bevoegdheden ................................................................ 26 2.2.4. Besluit over de raakvlakken.......................................................................... 27 Verschilpunten................................................................................................ 27 2.3. 2.3.1. Functie.............................................................................................................. 27 2.3.1.1. Strafrecht ........................................................................................................ 27 2.3.1.2. Bestuursrecht ................................................................................................. 28 2.3.2. Procesverplichting.......................................................................................... 28 2.3.2.1. Strafrecht ........................................................................................................ 28 2.3.2.2. Bestuursrecht ................................................................................................. 28 ix
Inhoudsopgave
2.3.3. Schuldbeginsel ................................................................................................ 29 2.3.3.1. Strafrecht ........................................................................................................ 29 2.3.3.2. Bestuursrecht ................................................................................................. 31 2.3.4. Procedure ........................................................................................................ 31 2.3.4.1.Strafrecht ......................................................................................................... 31 2.3.4.2. Bestuursrecht ................................................................................................. 32 2.3.5. Legaliteitsbeginsel .......................................................................................... 33 3. 3.1. 3.2. 3.3.
Criteria voor de sanctionering in de rechtsgebieden..................................... 34 Sancties ................................................................................................................ 35 Strafrechtelijke sancties ..................................................................................... 35 Bestuurlijke maatregelen ................................................................................... 36
4. 4.1. 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.2.4. 4.2.5. 4.2.6. 4.2.7. 4.2.8.
De bestuurlijke boete ......................................................................................... 39 Opkomst van de bestuurlijke boete ................................................................. 39 Definitie en kenmerken van de bestuurlijke boete ........................................ 41 Sanctionerend orgaan ........................................................................................ 42 Organiek criterium............................................................................................. 42 Reactieve maatregel ........................................................................................... 42 Punitief uitgangspunt ........................................................................................ 43 Individueel karakter .......................................................................................... 43 Procesverplichting.............................................................................................. 43 Schuldbeginsel .................................................................................................... 44 Definitie ............................................................................................................... 44
5.
Besluit................................................................................................................... 45
Hoofdstuk 3
x
De instrumentele en rechtsbeschermende benadering van de bestuurlijke boete..................................................................................... 47
1.
Inleiding............................................................................................................... 47
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.6.
Rechtsbegrip en grondslagentheorie ............................................................... 48 Inleiding............................................................................................................... 48 Positie van het bestuursstrafrecht .................................................................... 49 Ontstaan van de benaderingen......................................................................... 50 Spectrum.............................................................................................................. 52 Instrumentele benadering ................................................................................. 52 Rechtswaarborgende benadering..................................................................... 53 Bespreking........................................................................................................... 54 Besluit................................................................................................................... 55
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Instrumentele benadering ................................................................................. 56 Inleiding............................................................................................................... 56 Bestuurlijke boete vanuit instrumenteel perspectief ..................................... 57 Besluit................................................................................................................... 59
4. 4.1. 4.2.
De rechtswaarborgende benadering................................................................ 60 Inleiding............................................................................................................... 60 Toelaatbaarheid van de bestuurlijke boete ..................................................... 60
Inhoudsopgave
4.2.1. Bestuurlijke handhavingsbevoegdheid in de grondwet ............................... 61 4.2.2. Grens aan de bevoegdheidstoekenning .......................................................... 62 4.2.3. Besluit................................................................................................................... 63 4.3. Verdragsrechtelijke positie van de bestuurlijke boete................................... 65 4.3.1. Inleiding............................................................................................................... 65 4.3.2. Strafvervolging volgens artikel 6 EVRM......................................................... 65 Inleiding....................................................................................................... 65 4.3.2.1. 4.3.2.2. Criteria volgens het EVRM........................................................................ 66 1. Formeel criterium ....................................................................................... 66 2. Karakter van het overtreden normvoorschrift ....................................... 67 3. Aard en de zwaarte van de opgelegde sanctie ....................................... 67 4. Bespreking ................................................................................................... 68 Bestuurlijke boete binnen het EVRM ....................................................... 68 4.3.2.3. 4.3.3. Besluit................................................................................................................... 69 4.4. Waarborgen bij de bestuurlijke boete .............................................................. 70 4.4.1. Procedurele waarborgen ................................................................................... 71 4.4.1.1. Rechtsmacht ................................................................................................ 71 1. Toegang tot de rechter ............................................................................... 72 2. De omvang van de controle op de sanctiebeslissingen ......................... 73 3. Hervorming en substitutie ........................................................................ 75 4. Besluit........................................................................................................... 75 Principe du contradictoire en het paritas armorum-beginsel...................... 76 4.4.1.2. Redelijke termijn......................................................................................... 77 4.4.1.3. Ne bis in idem en una via ............................................................................. 78 4.4.1.4. 4.4.2. Materiële waarborgen........................................................................................ 80 Evenredigheidsbeginsel............................................................................. 81 4.4.2.1. Lex certa-vereiste en niet-retroactiviteit ................................................... 82 4.4.2.2. Motiveringsbeginsel................................................................................... 84 4.4.2.3. 4.4.2.4. Het non-incriminatierecht ......................................................................... 85 Presumptio innocentiae................................................................................. 88 4.4.2.5. Besluit........................................................................................................... 90 4.4.2.6. 5.
Besluit................................................................................................................... 91
Hoofdstuk 4
De bestuurlijke boete juridisch benaderd. Resultaten van de analyse....................................................................................................... 95
Deel III
Rechtseconomische analyse van de bestuurlijke verkeersboete ... 99
Inleiding
.................................................................................................................. 101
Hoofdstuk 5
De bestuurlijke verkeersboete vanuit een welvaartstheoretische benadering.............................................................................................. 103
1.
Inleiding............................................................................................................. 103
2.
Aanwezigheid van marktimperfecties .......................................................... 104
3. 3.1.
De wenselijkheid van overheidsingrijpen..................................................... 109 Het Coase-theorema......................................................................................... 109 xi
Inhoudsopgave
3.2. 3.3.
Toepasbaarheid van het Coase-theorema in de verkeerssituatie............... 110 Recht als remedie ............................................................................................. 111
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.3.1. 4.3.2. 4.3.3. 4.3.4. 4.4.
Noodzaak van regulering binnen het verkeersveiligheidsbeleid .............. 111 Aansprakelijkheid ............................................................................................ 112 Regulering ......................................................................................................... 112 Aansprakelijkheid versus regulering bij verkeerswetgeving..................... 113 Informatie .......................................................................................................... 114 Kans dat een aansprakelijkheidsvordering wordt ingesteld...................... 115 Insolventie van de dader ................................................................................. 116 Administratieve kosten ................................................................................... 116 Rol van regulering............................................................................................ 117
5. Regulering binnen het verkeersveiligheidsbeleid........................................ 120 5.1. Economische theorie van verkeersovertredingen........................................ 120 5.1.1. Het individuele afwegingsmodel................................................................... 120 5.1.2. Optimaal handhavingsniveau ........................................................................ 122 5.1.3. De optimale wijze van verkeershandhaving ................................................ 123 5.1.3.1. Informatievergaring ................................................................................. 124 Insolventie ................................................................................................. 124 5.1.3.2. Maatschappelijk draagvlak en ontwijking ............................................ 125 5.1.3.3. Risicohouding ........................................................................................... 125 5.1.3.4. 5.1.4. Besluit................................................................................................................. 127 5.2. Het optimale budget voor verkeershandhaving .......................................... 127 6. Het handhavingsmodel ................................................................................... 131 6.1. Uitbreiding van het model .............................................................................. 133 6.2. Preventieve werking ........................................................................................ 135 6.2.1. Stigma ................................................................................................................ 135 6.2.2. Alternatieve sancties ........................................................................................ 136 6.2.3. Opzet.................................................................................................................. 136 6.2.4. Seponering......................................................................................................... 137 6.2.5. Onderzoeksplicht ............................................................................................. 138 6.2.6. Rechtswaarborgen............................................................................................ 138 6.2.7. Ne bis in idem ..................................................................................................... 139 6.2.8. De grenzen van de bestuurlijke boete ........................................................... 140 6.3. Relevante handhavingskosten........................................................................ 140 6.3.1. Vaststelling van de overtredingen ................................................................. 141 6.3.2. Procedurele kosten........................................................................................... 141 6.3.2.1. Buitengerechtelijke procedures .............................................................. 141 Seponering................................................................................................. 142 6.3.2.2. Actieplicht ................................................................................................. 142 6.3.2.3. Onderzoekskosten .................................................................................... 143 6.3.2.4. 6.3.2.5. Rechtswaarborgen .................................................................................... 143 1. Zekerheidsstelling .................................................................................... 143 2. Omvang van de toetsing.......................................................................... 144 3. Onmiddelijkheidsbeginsel....................................................................... 144 xii
Inhoudsopgave
4. Het non-incriminatierecht ....................................................................... 144 5. Presumptio innocentiae............................................................................... 144 6. Opschorting van de sanctie ..................................................................... 145 7. Besluit......................................................................................................... 145 Snelheid ..................................................................................................... 147 6.3.2.6. 6.3.3. Uitvoeringskosten ............................................................................................ 147 Executoriale titel ....................................................................................... 148 6.3.3.1. 6.3.3.2. Kennisgeving ............................................................................................ 148 Invorderingsprocedure............................................................................ 148 6.3.3.3. 6.3.4. Besluit met betrekking tot de kosten ............................................................. 149 7.
De optimale bestuurlijke verkeersboete ........................................................ 150
8.
Besluit................................................................................................................. 151
Hoofdstuk 6
Verkeersveiligheidsbeleid in een belangengroepenanalyse ............ 155
1.
Inleiding............................................................................................................. 155
2.
Tekortkomingen van de welvaartstheorie .................................................... 157
3. 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.3. 3.4.
Belangengroepentheorieën ............................................................................. 158 Captatietheorie ................................................................................................. 158 De ‘Chicago theory of regulation’ .................................................................. 159 Stigler ................................................................................................................. 159 Peltzman ............................................................................................................ 160 Becker................................................................................................................. 160 Public Choice .................................................................................................... 161 Besluit................................................................................................................. 162
4. 4.1. 4.2.
De verkeersveiligheidssituatie vanuit de belangengroepentheorie .......... 163 Noodzaak van de belangengroepentheorie .................................................. 163 De spelers binnen het verkeersveiligheidsbeleid......................................... 164
5.
Besluit................................................................................................................. 168
Hoofdstuk 7
De bestuurlijke boete rechtseconomisch benaderd. Resultaten van de analyse..................................................................................................... 171
Deel IV
Verkeershandhaving in België en Nederland................................. 175
Inleiding
.................................................................................................................. 177
Hoofdstuk 8
Empirische beschrijving van de verkeersveiligheidsituatie in België en Nederland.......................................................................................... 179
1.
Inleiding............................................................................................................. 179
2. 2.1. 2.2. 2.2.1.
De huidige situatie op het gebied van verkeersveiligheid ......................... 179 Verkeersslachtoffers in cijfers ......................................................................... 179 Verkeersveiligheidsbeleid ............................................................................... 180 Beleidsdoelen van de Nederlandse overheid ............................................... 180
xiii
Inhoudsopgave
2.2.2. Beleidsdoelen van de Belgische overheid ..................................................... 181 2.2.3. Vergelijking van de beleidsdoelen ................................................................. 182 2.3. Handhaving en sanctionering ........................................................................ 183 3.
Besluit................................................................................................................. 185
Hoofdstuk 9
Een schatting van de administratieve kosten van de Belgische en Nederlandse verkeersboete .................................................................. 187
1.
Inleiding............................................................................................................. 187
2.
Kostenmodel van de verkeerssanctionering................................................. 189
3. België.................................................................................................................. 191 3.1. Afbakening en inhoudsanalyse ...................................................................... 191 3.1.1. Parkeerwetgeving............................................................................................. 191 3.1.2. Strafrechtelijke procedure ............................................................................... 193 Onmiddellijke inning voor 31 maart 2006............................................. 193 3.1.2.1. 1. Doelstelling................................................................................................ 193 2. Toepassing................................................................................................. 193 3. Bevoegde diensten.................................................................................... 194 4. Procedure................................................................................................... 195 Onmiddellijke inning na 31 maart 2006................................................. 196 3.1.2.2. 1. Overschrijving........................................................................................... 196 2. Proces-verbaal met het voorziene formulier......................................... 197 3. Formulieren uit het boekje ...................................................................... 197 Voorstel tot betaling van een geldsom .................................................. 197 3.1.2.3. 1. Toepassingsbereik .................................................................................... 197 2. Procedure................................................................................................... 198 3.1.2.4. Politierechtbank ........................................................................................ 198 Invordering................................................................................................ 199 3.1.2.5. 3.1.3. Alternatieve sanctioneringsvormen............................................................... 201 Het begrip en de ratio legis....................................................................... 202 3.1.3.1. 3.1.3.2. Toepassingsbereik .................................................................................... 203 1. Ratione materiae.......................................................................................... 203 2. Voorwaarden............................................................................................. 204 Procedure................................................................................................... 204 3.1.3.3. 1. Vaststelling ................................................................................................ 204 2. De beoordeling van de zaak door de procureur des Konings............ 205 3. Wettelijk gevolg ........................................................................................ 205 4. De opgelegde geldsom en de wijze van betaling ................................. 206 5. Verweermiddelen ..................................................................................... 207 6. Inschrijving in het strafregister............................................................... 207 3.1.4. De evaluatie van de het bevel tot betaling vanuit het strafrechtelijke vervolgingsbeleid ............................................................................................. 208 3.1.4.1. De verhouding tussen het bevel tot betaling en de strafrechtelijke procedure .......................................................................................................... 208
xiv
Inhoudsopgave
3.1.4.2. De perceptie van degene op wie de wet van toepassing is................. 209 Positie van het Openbaar Ministerie...................................................... 209 3.1.4.3. Welvaartsverbetering door het bevel tot betaling................................ 211 3.1.4.4. 1. Opvolging.................................................................................................. 211 2. Uitvoerbaarheid van rechtswege............................................................ 212 3. Zekerheidsstelling .................................................................................... 212 4. Werklast ..................................................................................................... 213 5. Inschrijving in het strafregister............................................................... 214 6. Gerechtsbrief ............................................................................................. 215 Rechtswaarborgen .................................................................................... 215 3.1.4.5. 1. Gelijkheid van behandeling .................................................................... 215 2. Rechterlijke tussenkomst ......................................................................... 216 3.1.5. Besluit................................................................................................................. 217 3.2. Verzameling van tijd- en tariefparameters ................................................... 217 3.2.1. Tijdparameters.................................................................................................. 218 Politie ......................................................................................................... 218 3.2.1.1. 3.2.1.2. Parket ......................................................................................................... 220 Politierechtbank ........................................................................................ 221 3.2.1.3. 3.2.2. Tariefparameters .............................................................................................. 223 3.3. Frequentieparameters ...................................................................................... 224 3.4. Berekening van de administratieve kosten................................................... 228 3.4.1. Kosten per fase.................................................................................................. 229 Onmiddellijke inning ............................................................................... 229 3.4.1.1. Minnelijke schikking ................................................................................ 229 3.4.1.2. 3.4.1.3. Dagvaarding.............................................................................................. 230 Gerechtelijke procedure........................................................................... 230 3.4.1.4. 1. Openbaar Ministerie ................................................................................ 230 2. Rechtbanken .............................................................................................. 230 3.4.2. Administratieve kosten ................................................................................... 231 3.5. Besluit................................................................................................................. 234 4. Nederland.......................................................................................................... 236 4.1. Afbakening en inhoudsanalyse: Wet Mulder............................................... 236 4.1.1. Oorspronkelijke doelstellingen ...................................................................... 237 4.1.2. Toepassing......................................................................................................... 237 4.1.3. Parkeerwetgeving............................................................................................. 238 4.1.4. Bevoegde diensten ........................................................................................... 239 4.1.5. Procedure .......................................................................................................... 239 Beschikking ............................................................................................... 239 4.1.5.1. Beroep ........................................................................................................ 240 4.1.5.2. Beroep bij de rechtbank ........................................................................... 241 4.1.5.3. 4.1.5.4. Hoger beroep ............................................................................................ 241 Invordering................................................................................................ 242 4.1.5.5. 4.2. Verzameling van tijd- en tariefparameters ................................................... 243 4.2.1. Tijdparameters.................................................................................................. 243 4.2.1.1. Politie of Dienst Wegverkeer .................................................................. 244
xv
Inhoudsopgave
4.2.1.2. Centraal Justitieel Incassobureau ........................................................... 244 Openbaar Ministerie in de bezwarenprocedure................................... 245 4.2.1.3. Rechtbank .................................................................................................. 246 4.2.1.4. 4.2.1.5. Invordering................................................................................................ 247 4.2.2. Tariefparameters .............................................................................................. 247 4.3. Frequentieparameters ...................................................................................... 248 4.4. Berekening van de administratieve kosten................................................... 250 4.4.1. Kosten per fase.................................................................................................. 251 Politie ......................................................................................................... 251 4.4.1.1. CJIB............................................................................................................. 251 4.4.1.2. Parket ......................................................................................................... 252 4.4.1.3. 4.4.1.4. Rechtbank .................................................................................................. 252 4.4.2. Administratieve kosten ................................................................................... 253 4.5. Besluit................................................................................................................. 253 5.
Vergelijking van de strafrechtelijke Belgische procedure met de bestuurlijke Nederlandse procedure ............................................................. 254
6.
Besluit................................................................................................................. 256
Hoofdstuk 10 De belangengroepen in het Belgische verkeersveiligheidsbeleid ... 259 1.
Inleiding............................................................................................................. 259
2.
Geschiedenis van de bestuurlijke verkeershandhaving.............................. 260
3.
De Belgische verkeersveiligheidsregulering vanuit de belangengroepentheorieën.............................................................................. 261
4.
De betrokken partijen bij het debat over de bestuurlijke boete.................. 265
5.
Hypothese ......................................................................................................... 268
6.
De gemeente als belangengroep voor de bestuurlijke boete ...................... 270
7. De gemeenten als belangengroep in het parlement..................................... 271 7.1. De onderzochte casuïstiek............................................................................... 272 7.2. Kwantitatieve analyse...................................................................................... 274 7.2.1. Hypothese ......................................................................................................... 274 7.2.2. Parameters en modeltoetsen ........................................................................... 275 Beschrijving van de dataset..................................................................... 275 7.2.2.1. Parameterschattingen .............................................................................. 277 7.2.2.2. 7.2.2.3. Controle van het model ........................................................................... 281 7.2.3. Besluit................................................................................................................. 282 7.3. Kwalitatieve analyse ........................................................................................ 283 7.4. De gevolgen van de ‘captatie’ door de gemeenten ...................................... 288 8.
Besluit................................................................................................................. 289
Hoofdstuk 11 Resultaten van de empirische analyse ................................................ 291 Deel V xvi
Resultaten van de analyse................................................................... 295
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 12 De optimale omstandigheden voor de bestuurlijke boete ............... 297 1.
Theoretische noodzaak van de strafrechtelijke verkeersboete ................... 298
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6.
Bestuurlijke verkeersboete .............................................................................. 301 Schuldbeginsel .................................................................................................. 302 Rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.............................................................. 303 Sanctionering door het bestuursorgaan ........................................................ 304 Het verzet .......................................................................................................... 305 Rechterlijke controle......................................................................................... 306 Besluit................................................................................................................. 306
3.
De omstandigheden waarin een bestuurlijke verkeersboete kan worden opgelegd ............................................................................................................ 307
4.
Gebruik van de bestuurlijke verkeersboete .................................................. 309
5.
Besluit................................................................................................................. 311
Hoofdstuk 13 De optimale bestuurlijke boete juridisch en rechtseconomisch bekeken. Belangrijkste gevolgtrekkingen voor de Belgische verkeersboete ......................................................................................... 315 1.
Vlag met vele ladingen .................................................................................... 316
2. 2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2.
Toelaatbaarheidsvereisten van de bestuurlijke boete.................................. 317 De bestuurlijke boete als straf......................................................................... 317 De gevolgen van de kwalificatie als straf...................................................... 318 Processuele voorschriften................................................................................ 318 Materiële voorschriften.................................................................................... 319
3.
De effectiviteit van de bestuurlijke verkeersboete ....................................... 321
4.
Taakverdeling tussen de bestuurlijke en de strafrechtelijke verkeersboete .................................................................................................... 322
5.
Bestuurlijke boete: het enige alternatief voor het strafrecht bij verkeerssanctionering? .................................................................................... 324
6.
De optimale verkeershandhaving .................................................................. 326
7.
Bestuurlijke boete in een ruimer kader dan de welvaartsmaximalisatie .. 328
8.
Toekomstperspectief ........................................................................................ 331
Deel VI
Summary ................................................................................................ 333
1.
Introduction ...................................................................................................... 335
2.
Part II.................................................................................................................. 335
3.
Part III ................................................................................................................ 336
4.
Part IV ................................................................................................................ 337
xvii
Inhoudsopgave
5. Deel VII
Main Conclusions............................................................................................. 338 Bijlagen................................................................................................... 341
Bibliografie ........................................................................................................................ 363
xviii
LIJST VAN AFKORTINGEN
A.H. A.J.T. A.F.T. Amer. Law Econ. Rev. A.P.T. Accid Anal Prev Adm. Publ. Am. Crim. L. Rev. AER Arr. Cass. Awb Bell J. Econ. BIVV B.J. CAO C.D.E. CJIB C.M.L.Rev. Colum. L. Rev. DD DG TREN E.C.R.M. EALE ESB Europ. Econ. Rev. EVRM F Ga. L. Rev. G.W. Harv. L. Rev.
Alternatief handhavingsmodel Algemeen Juridisch Tijdschrift Algemeen Fiscaal Tijdschrift American Law and Economics Review Administration publique T(rimestriel): revue du droit public et des sciences administratives Accident Analysis and Prevention Administration Public American Criminal Law Review American Economic Review Arrest Cour de Cassation Algemene Wet Bestuursrecht Bell Journal of Economics Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid Britisch Journal of Criminology Collectieve Arbeidsovereenkomst Cahiers de droit européen Centraal Justitieel Incassobureau Common Market Law Review Columbia Law Review Delikt en Delinkwent Directorate General Energy and Transport Europese Commissie voor de Rechten van de Mens European Law and Economics Association Economisch statistische berichten European Economic Review Europees Verdrag van Rechten van de Mens Formele sanctie Georgia Law Review Grondwet Harvard Law Review xix
Lijst van afkortingen
Hist. Polit. Economy Int’l Rev. L. & Econ. IRTAD IVBPR JBplus JEP J. L. & Econ. J.L. Econ. & Org. J. Legal Stud. JPE J.T. Jura Falc. L M en R MHK MS MVOK N NAR N. Gem. Wet NJB NJCM-Bulletin NTB OECD OI Ors. OWiG Pol. Anal. Publ. law Publ. Ch. QJE R.W. RM SEW Soc. Kron. SR Swedish J. Econ. SWOV T.B.P. T.F.R. xx
History of Political Economy International Review of Law and Economics International Road Traffic and Accident Database Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Jurisprudentie Bestuursrecht plus Journal of Economic Perspectives Journal of Law & Economics Journal of Law, Economics and Organization Journal of Legal Studies Journal of Political Economics Journal des tribunaux Jura Falconis Stigma Milieu en Recht Marginale handhavingskosten Minnelijke schikking Marginale verwachte ongevalskosten Non-monetaire sanctie Nationale Arbeidsraad Nieuwe Gemeentewet Nederlands Juristenblad Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten Nieuw Tijdschrift voor Bestuursrecht Organisation for Economic Co-operation and Development Onmiddelijke inning Orientations: droit social – gestion du personnel Deutsches Gesetz über Ordnungswidrigkeiten Policy Analysis Public Law Public Choice Quarterly Journal of Economics Rechtskundig weekblad Themis Rechtsgeleerd Magazijn Themis Tijdschrift voor Europees en economisch recht Sociaalrechtelijke kronieken Strafrisico Swedisch Journal of Economics Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid Tijdschrift voor bestuurswetenschappen en publiekrecht Tijdschrift voor fiscaal recht
Lijst van afkortingen
T. Gem. The Econ. J. T. Strafr. UNITE VR VVSG WFR WAHV WODC ZfRSoz
Tijdschrift voor gemeenterecht The Economic Journal Tijdschrift voor strafrecht: jurisprudentie, nieuwe wetgeving en doctrine voor de praktijk UNIfication of accounts and marginal costs for Transport Efficiency Verkeersrecht Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Weekblad voor Fiscaal Recht Wet Administratieve Afhandeling Verkeerszaken Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentiecentrum Zeitschrift für Rechtssoziologie
xxi