booklet cd rom balans 10-05-2000 16:24 Pagina 5
CD-ROM
2000 a e vaste activ sgebouwen nes tiva ge vaste ac ng a in bestelli
1999
967 89281 98 2094 268378 25 708 10 11703 411 6783 26 8180 376145 38
a e vaste activ
nciël
82 lnemingen nemingen 350 el de op g 1212 derin er ingen 1644 er ige vord
2273 191016 14 00 05 mogen 65300 10 Groepsver 536 – Leningen IR W 3309 ng 24 ni ke 16 re 63 tie sa 25 ali Eg en end vermog Risicodrag
65 782 373 1220
ingen
Voorzien
91 17487 18 48 20537 13 749 6292 3 22324 22 2 66640 62
. lastingver pl Latente be kosten tie Reorganisa vutver pl. en PensioenMilieu en nde schuld
Langlope oorraden hulpstoffen Grond- en en werk Onderhand t uk G reed prod
514 23388 36 9 35 23426 19 2976 194 849 47008 58
Leningen Bankiers hulden Overige sc
44470 – 12955 57425
4 3 1 1
• Hoe is uw balans ingedeeld? • Hoe interpreteert u afzonderlijke balansposten? • Hoe komt de waardering in de balans tot stand? Electronic publishing
Balanslezen
Balanslezen
cd-rom Balanslezen
Manfred Weber
Electronic publishing
cd-rom Balanslezen Auteur: Vertaler: Eindredactie: Electronic Document Designers: Omslagontwerp: Uitgever:
Manfred Weber Herman Lassche Geno Trimbos Kay Mussani / Charlotte Beke Theo van Egmond A. Huson
telefoon:(026) 384 00 30 fax: (026) 384 33 77 e-mail:
[email protected] Internet: www.pbna-publishing.com © 2000 Koninklijke PBNA
Speciale edities PBNA-uitgaven zijn beschikbaar in speciale edities tegen speciale prijzen voor bulkaankopen t.b.v. sales promotion, premiums e.d. Deze speciale edities inclusief eigen omslagen, delen van bestaande uitgaven en bedrijfs-imprints kunnen gemaakt worden in grotere aantallen voor bijzondere doeleinden. Voor meer informatie fax naar Koninklijke PBNA Uitgeverij (026) 384 33 77 of bel (026) 384 00 30. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this work may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
ISBN 90 6228 331 4
NUGI 159
Inhoud Voorwoord Balans - Waarvoor wordt een balans gebruikt? - Hoe ontstaat uit de inventarislijst de balans? - Welke informatie geeft de balans? - Hoe wordt de activastructuur beoordeeld? - Op welke wijze wordt het vermogen verkregen? - Waaruit blijkt de financiering? - Welke balansposten geven de liquiditeit aan?
Winst- en verliesrekening - Welke indeling is voorgeschreven voor de winst- en verliesrekening? - Hoe wordt de som der bedrijfsopbrengsten beoordeeld? - Hoe ontstaat uit de som der bedrijfsopbrengsten het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen? - Waarom wordt er onderscheid gemaakt tussen het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen, het resultaat na belastingen en de onverdeelde winst? - Welke factoren spelen een rol bij de rentabiliteit? - Waarom geeft de cashflow meer informatie?
Waardering in de balans - Waarom bestaan er grondslagen voor de boekhouding en voor de waardering en resultaatbepaling? - Hoe worden de posten in de commerciële balans gewaardeerd? - Welke waarderingsgrondslagen bestaan er voor de fiscale balans? - Welke keuzemogelijkheden bestaan er met betrekking tot de commerciële en de fiscale balans?
Balansalfabet - De belangrijkste begrippen in het kort
Appendix - Balans (voorbeeld) - Winst- en verliesrekening (voorbeeld)
Voorwoord Waarom moet u een balans kunnen lezen? Iemand die een balans leest, krijgt inzicht in de financiële positie van de betreffende onderneming. Uit de balans blijken de activa, de passiva, de financiering en de liquiditeit. Aandeelhouders en medewerkers willen zich een juist oordeel kunnen vormen over hun onderneming. Leveranciers en afnemers willen hun handelspartners beter kunnen beoordelen. Vooral banken maken gebruik van balansanalyses, en wel bij het beoordelen van de kredietwaardigheid. Balansanalyses vormen de basis voor latere kredietverstrekking. Op deze cd-rom ziet u hoe een balans is ingedeeld, hoe de afzonderlijke balansposten moeten worden geïnterpreteerd en hoe de waardering in de balans tot stand komt. De verschillen met de jaarrekening en de winst- en verliesrekening worden eveneens verklaard. Aan de hand van een voorbeeldbalans wordt u door de cd-rom geleid. Daarbij worden de voor het betreffende hoofdstuk relevante onderdelen geaccentueerd. De volledige balans uit ons voorbeeld vindt u ook op de cd-rm. In het balansalfabet worden de belangrijkste begrippen verklaard. U kunt het tevens gebruiken als u snel iets wilt opzoeken.
Waarvoor wordt een balans gebruikt?
Balans Waarvoor wordt een balans gebruikt? Een balans lezen en begrijpen Wie een balans kan lezen, kan zich een oordeel vormen over een onderneming. De balans geeft informatie over de aanwending van het vermogen, de vermogensstructuur en de financiering. Uit de balans blijkt dus of er sprake is van een solide financiering of van een faillissement dat ophanden is. De balans geeft eveneens informatie over de herkomst van de financiële middelen en over de besteding ervan. Wijzigingen in de balans zeggen iets over de ontwikkelingen binnen de onderneming. De balans heeft altijd betrekking op een bepaald tijdstip, de balansdatum. Zo bestaan er openingsbalansen, slotbalansen en tussentijdse balansen. Uit de winst- en verliesrekening blijkt de rentabiliteit van een onderneming. De baten en lasten van het boekjaar zijn erin vermeld. De balans met de toelichting en de winst- en verliesrekening met de toelichting vormen samen de jaarrekening. De balans wordt tevens gebruikt voor het afleggen van verantwoording. Er wordt informatie verschaft aan kredietverstrekkers, leveranciers, afnemers, medewerkers en aan andere geïnteresseerden.
Balans
Wettelijke regelingen De balans en de winst- en verliesrekening zijn bij uitstek instrumenten voor controle en documentatie. Ze geven informatie over de vermogenspositie en de rentabiliteit. Volgens artikel 6, lid 1 van het Wetboek van Koophandel is ieder die een bedrijf uitoefent, verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles wat zijn bedrijf betreft, naar de eisen van zijn bedrijf aantekening te houden op zodanige wijze, dat uit de gehouden aantekeningen te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar moet een balans worden opgemaakt en getekend. Er staat geen algemene sanctie op het niet bijhouden van de boekhouding. Wel is degene die boeken en bescheiden bij een faillissement niet ongeschonden te voorschijn brengt, strafbaar wegens eenvoudige bankbreuk (art. 340, lid 3 Wetboek van Strafrecht). Als hij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan met de bedoeling zijn schuldeisers te benadelen, dan is er sprake van bedrieglijke bankbreuk. Voor rechtspersonen (zoals NV’s en BV’s) geldt artikel 10, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin onder meer is bepaald: !
het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de rechtspersoon dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend;
!
het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de rechtspersoon op te maken (voor NV’s en BV’s geldt op grond van de artikelen 101 en 210 een termijn van vijf maanden);
!
de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers dienen gedurende tien jaren te worden bewaard.
Waarvoor wordt een balans gebruikt?
De omvang van de wettelijke verplichtingen hangt af van de grootte van de rechtspersoon. De wet onderscheidt kleine, middelgrote en grote rechtspersonen. De wettelijke regelingen inzake de jaarverslaggeving hebben betrekking op de volgende stukken: !
jaarrekening (balans met toelichting + winst- en verliesrekening met toelichting);
!
bestuursverslag (in de wet jaarverslag genoemd);
!
overige gegevens.
De wet zegt over de jaarrekening: ‘De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.’ Met betrekking tot de balans staat het volgende in de wet: ‘De balans geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weer.’ Over de winst- en verliesrekening zegt de wet: ‘De winst- en verliesrekening met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weer.’ Voorts is het volgens artikel 363, lid 2 niet geoorloofd om activa en passiva of baten en lasten tegen elkaar te laten wegvallen.
Balans
Hoe ontstaat uit de inventarislijst de balans? Inventarisatie en inventarislijst Inventariseren is het registreren van alle bezittingen en schulden van een onderneming op een bepaald tijdstip, zowel wat de hoeveelheid als wat de waarde betreft. De staat die hiervan wordt samengesteld, is de inventarislijst. De inventarislijst wordt opgesteld: !
bij de start van een onderneming;
!
aan het einde van ieder boekjaar.
Inventarisatie Het bepalen van de bezittingen en schulden wordt inventarisatie genoemd. Het inventariseren van de voorraden (voorraadopname) is het belangrijkste onderdeel van de inventarisatie. Dit gebeurt door middel van tellen, wegen, meten en schatten. De inventarisatie van machines, installaties, vervoermiddelen en inventarissen is minder arbeidsintensief, maar geschiedt op soortgelijke wijze. Inventarisatie is een noodzakelijk onderdeel van het boekhouden en het opmaken van de jaarrekening volgens de voorschriften. De waarde van de overige bezittingen kan over het algemeen worden bepaald zonder inventarisatie. Hiervoor kunnen bepaalde documenten of de boekhouding als basis dienen. Banktegoeden worden vastgesteld aan de hand van rekeningafschriften van de banken. Het bedrag van de vorderingen op afnemers wordt in de boekhouding vastgelegd. Ook de schulden worden boekhoudkundig bepaald.
Hoe ontstaat uit de inventarislijst de balans?
Verschillende inventarisatiemethodes De bezittingen worden bepaald door middel van inventarisatie op de balansdatum, meestal 31 december. Er hoeft niet geïnventariseerd te worden op de balansdatum als de kwantitatieve goederenvoorraad boekhoudkundig kan worden vastgesteld. De voorraadmutaties worden als ontvangst of afgifte bijgehouden in een kaartsysteem of een geautomatiseerde voorraadadministratie. Bij permanente inventarisatie kan de voorraadopname op ieder willekeurig moment gedurende het boekjaar plaatsvinden. De voorraad moet echter ten minste eenmaal per boekjaar door middel van inventarisatie worden vastgesteld.
De inventarislijst is het resultaat van de inventarisatie De inventarislijst (in het Latijn inventarium = voorraad staat) is een uitgebreide voorraadlijst waarin alle bezittingen en schulden naar soort, hoeveelheid en waarde afzonderlijk worden vermeld. Het bepalen van de waarde is het belangrijkste doel van de inventarislijst. De inventarislijst bestaat uit drie onderdelen:
1 2 3
Bezittingen Schulden Vaststelling van het zuivere vermogen (= eigen vermogen)
Bezittingen De bezittingen (activa) bestaan uit vaste activa en vlottende activa. De vaste activa omvatten alle activa die de bedrijfsuitoefening duurzaam dienen: !
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
!
Machines en installaties
Balans
!
Inventaris
!
Vervoermiddelen
!
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering
Tot de vlottende activa behoren de activa waarover de onderneming slechts voor korte tijd de beschikking heeft. Tijdens het bedrijfsproces treden er voortdurend wijzigingen en onderlinge verschuivingen op in deze post. Voorraden vormen een belangrijk onderdeel van de vlottende activa. In de handel noemt men deze post goederen. Tot de vlottende activa behoren behalve de voorraden ook de vorderingen, effecten en liquide middelen.
Schulden De schulden worden op de inventarislijst gerangschikt naar hun looptijd, naar de tijd waarna ze betaald moeten worden:
Langlopende schulden !
Hypotheken
!
Langlopende leningen
Kortlopende schulden !
Schulden aan leveranciers
!
Schulden aan kredietinstellingen
!
Te betalen wissels
Hoe ontstaat uit de inventarislijst de balans?
Bepaling van het zuivere vermogen (= eigen vermogen) Het zuivere vermogen kunt u vaststellen door van het totaal van de bezittingen het totaal van de schulden af te trekken. Totaal bezittingen - totaal schulden = zuiver vermogen Het uitvoeren van de inventarisatie volgens de wettelijke voorschriften is de verantwoordelijkheid van de leiding van de onderneming. Voor het voeren van een boekhouding volgens de voorschriften is het noodzakelijk dat er geïnventariseerd wordt. De inventarisgegevens voor de beginbalans moeten 10 jaar worden bewaard.
Balans
Voorbeeld: inventarislijst en balans Inventarislijst van ondernemer Marcel Jansen A. Bezittingen Bedrijfsgebouwen en –terreinen Magazijninrichting Inventaris Vervoermiddelen Goederen Vorderingen op afnemers Banktegoeden Kas Som der bezittingen
f f
724.500 82.900 69.700 115.000 120.400 140.790 25.200 5.280 1.283.770
f f
150.000 80.000 170.620 400.620
f f
1.283.770 400.620 883.150
B. Schulden Hypotheek Lening Schulden aan leveranciers Som der schulden C. Zuiver vermogen Som der bezittingen Som der schulden Zuiver vermogen = eigen vermogen
De inventarislijst, met daarin een gedetailleerde opstelling van de afzonderlijke bezittingen en schulden, vormt de basis voor de balans. De balans wordt samengesteld uit de inventarislijst en is daar een verkorte versie van. In de inventarislijst worden de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen vermeld in staffelvorm (onder elkaar). In de balans wordt daarentegen gekozen voor de scontrovorm (naast elkaar). Aan de linkerzijde van de balans staan de activa (vaste activa en vlottende activa). De post bedrijfsgebouwen en terreinen met een waarde van ƒ 724.500 uit de inventarislijst vindt u bijvoorbeeld aan de linkerzijde van de balans onder vaste activa. Hetzelfde geldt voor de magazijnin-
Hoe ontstaat uit de inventarislijst de balans?
richting, de inventaris en de vervoermiddelen. Goederen, vorderingen op afnemers, banktegoeden en kas verschijnen eveneens aan de linkerzijde, echter onder vlottende activa. Aan de rechterzijde van de balans staan de passiva (de schulden en het eigen vermogen). De in de inventarislijst opgenomen hypotheek van ƒ 150.000 verschijnt derhalve aan de rechterzijde van de balans. Dit geldt ook voor de lening en de schulden aan leveranciers. Het zuivere vermogen in de inventarislijst van ƒ 883.150 verschijnt aan de rechterzijde van de balans. Op deze manier is het totaal van de linkerzijde van de balans gelijk aan dat van de rechterzijde.
Balans
Balans van ondernemer Marcel Jansen Activa
Passiva
Vaste activa
Eigen vermogen
Bedrijfsgebouwen en –terreinen Magazijninrichting Inventaris Vervoermiddelen
883.150
724.500 82.900 Schulden 69.700 Hypotheek 115.000 Lening Schulden aan leveranciers
150.000 80.000 170.620
Vlottende activa Goederen
120.400
Vorderingen op afnemers Banktegoeden
140.790 25.200
Kas
5.280 1.283.770
1.283.770
Welke informatie geeft de balans? Aan de linkerzijde van de balans, de debetzijde of actiefzijde, staan de bezittingen van de onderneming. Verder ziet u welke waarden zijn toegekend aan de afzonderlijke bezittingen (activa). Aan de rechterzijde, de creditzijde of passiefzijde, staat het vermogen, onderverdeeld in eigen vermogen en vreemd vermogen. De actiefzijde geeft informatie over de besteding van de middelen, de passiefzijde over de herkomst van de middelen. De activa zijn in een bepaalde volgorde in de balans vermeld, namelijk in volgorde van toenemende liquiditeit. Dat is de mate waarin ze in liquide middelen kunnen worden omgezet. Activa die slechts met moeite liquide gemaakt kunnen worden, zoals bedrijfsgebouwen en -terreinen, staan
Welke informatie geeft de balans?
helemaal bovenaan. Onderaan staan de liquide middelen, bestaande uit kas en banktegoeden. Het vermogen wordt in de balans vermeld in volgorde van opeisbaarheid. Het eigen vermogen, waarover de onderneming lange tijd kan beschikken, staat altijd bovenaan. De kortlopende schulden, die spoedig betaald moeten worden, staan onderaan. In de balans staan de activa en de passiva tegenover elkaar. Het totaal van de activa is gelijk aan dat van de passiva. Balans (in het Italiaans bilancia) betekent dat de weegschaal in evenwicht is. De balans hieronder is een verkorte versie van de in de appendix opgenomen balans. Deze vormt de basis voor alle hierna volgende voorbeelden.
Machinefabriek NV, Arnhem Verkorte balans per 31-12-1997(x ƒ 1.000) Activa Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen
Passiva Eigen vermogen 44 Voorzieningen 56.929 6.714 Langlopende schulden 12.357 Schulden aan 14.980 kredietinstellingen 5.245 Overige schulden 3.512 Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Overlopende passiva 99.781
51.642 20.574
7.449 3.764
7.445 8.784 123 99.781
Balans
Machinefabriek NV (MNV)
MNV- Activa Activa Vaste activa Vlottende activa
31-12-1997 (x ƒ 1.000) 63.687 36.094 99.781
31-12-1996 (x ƒ 1.000) 56.033 35.772 91.805
Hoe wordt de activastructuur beoordeeld? STAP 1: de actiefzijde van de balans DOEL: beoordeling van de samenstelling van de activa De activastructuur van een onderneming kunt u beoordelen aan de hand van een analyse van de actiefzijde van de balans. Het volgende overzicht betreft de actiefzijde van Machinefabriek NV, afgekort MNV.
Hoe wordt de activastructuur beoordeeld?
Activa (in guldens) 1997 Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa -Bedrijfsgebouwen en –terreinen -Machines en installaties -Inventaris -Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa Financiële vaste activa
23.041.000 26.297.000 2.807.000
(Totaal vaste activa)
63.687.000
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen (Totaal vlottende activa)
12.357.000 14.980.000 5.245.000 3.512.000 36.094.000
44.000
4.784.000 6.714.000
99.781.000
Om de activastructuur van een onderneming te kunnen beoordelen, bestaan er verscheidene kengetallen. Deze kengetallen kunnen met behulp van de balans worden berekend en geven informatie over de structuur van de activa en passiva. Het aandeel vaste activa is een van deze kengetallen. Hiermee wordt de verhouding tussen de vaste activa en de totale activa aangegeven (vaste activa in % van het balanstotaal).
aandeel vaste activa =
vaste activa 1% van de totale activa (balanstotaal)
Balans
De vaste activa bestaan uit immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa. Deze staan duurzaam ter beschikking van de onderneming. De vaste activa moeten derhalve gefinancierd worden met vermogen op lange termijn. Per 31 december 1997 bedraagt het totaal van de vaste activa van MNV ƒ 63.687.000. Het balanstotaal bedraagt ƒ 99.781.000. 1 % daarvan is dus ƒ 997.810.
aandeel vaste activa =
63.687.000 = 63,8 % 997.810
Een aandeel vaste activa van 63,8 % is hoog. Het balanstotaal bestaat voor bijna twee derde uit immateriële, materiële en financiële vaste activa. Bij een dergelijk aandeel vaste activa dient het totale vermogen voor een belangrijk deel uit eigen vermogen resp. vreemd vermogen op lange termijn te bestaan. De balanspost ‘vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa’ is in de balans opgenomen voor ƒ 4.784.000, wat erop duidt dat er grote investeringen zijn gedaan. Dit leidt tot een hogere post vaste activa en daarmee tot een stijging van het aandeel vaste activa. Als het aandeel vaste activa toeneemt, dan dient het vermogen op lange termijn ook toe te nemen. Hoe hoger het aandeel vaste activa is, hoe hoger de vaste kosten, in het bijzonder de afschrijvingen en de rente, zijn. Bij het aandeel materiële vaste activa wordt geen rekening gehouden met de financiële vaste activa zoals deelnemingen, effecten die onder de financiële vaste activa zijn opgenomen en langlopende leningen aan dochtermaatschappijen. Ook de immateriële vaste activa worden buiten beschouwing gelaten.
Hoe wordt de activastructuur beoordeeld?
aandeel materiële vaste activa =
materiële vaste activa 1 % van de totale activa
De vaste activa, op de balans opgenomen voor ƒ 63.687.000, moeten worden verminderd met de financiele vaste activa, opgenomen voor ƒ 6.714.000, en met ƒ 44.000 voor de immateriële vaste activa, wat resulteert in een bedrag van ƒ 56.929.000.
aandeel materiële vaste activa =
56.929.000 = 57,1 % 997.810
Het aandeel materiële vaste activa van MNV bedraagt derhalve 57,1 %. Als de vaste activa van de onderneming toenemen, dan leidt dat tot een stijging van het kengetal aandeel materiële vaste activa. Alle activa waarin tijdens het bedrijfsproces voortdurend wijzigingen optreden, worden tot de vlottende activa gerekend: voorraden, vorderingen, effecten en liquide middelen. Het aandeel vlottende activa geeft de verhouding aan tussen de vlottende activa en de totale activa. Een onderneming met een hoog aandeel vlottende activa kan ook in hoge mate werken met vreemd vermogen op korte termijn.
aandeel vlottende activa =
vlottende activa 1 % van de totale activa (balanstotaal)
Het aandeel vlottende activa van MNV kan aan de balans worden ontleend. De vlottende activa bedragen ƒ 36.094.000.
Balans
aandeel vlottende activa =
36.094.000 = 36,2 % 997.810
Het aandeel vlottende activa bedraagt 36,2 %. De verschillen tussen de diverse bedrijfstakken komen mede tot uitdrukking in de samenstelling van de vlottende activa. In sommige bedrijfstakken zijn hoge voorraden gebruikelijk, in andere bedrijfstakken hoge vorderingen. Het aandeel voorraden is een ander belangrijk balanskengetal. Dit cijfer geeft de verhouding aan tussen de voorraden en de totale activa.
aandeel voorraden =
voorraden 1% van de totale activa (balanstotaal)
aandeel voorraden =
12.357.000 = 12,4 % 997.810
Dit cijfer zegt nog meer als het vergeleken wordt met dat van het jaar ervoor. De voorraden van een onderneming kunnen in absolute zin toenemen, dus in werkelijkheid hoger zijn dan in het jaar ervoor, terwijl ze relatief gezien (het aandeel voorraden) gelijk blijven. De oorzaak hiervan kan zijn dat de voorraden in de magazijnen alleen maar in overeenstemming zijn gebracht met de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. De cijfers kunnen behalve met dezelfde cijfers van het eigen bedrijf over voorgaande jaren ook worden vergeleken met die van andere ondernemingen, in het bijzonder ondernemingen in dezelfde bedrijfstak. Zo kunt u zien of de voorraden te hoog zijn in vergelijking met die van de bedrijfstak. Het aandeel vorderingen is de verhouding tussen de vorderingen en de totale activa. Bij MNV kunt u het aandeel
Hoe wordt de activastructuur beoordeeld?
vorderingen berekenen door de vorderingen volgens de balans van ƒ 14.980.000 te delen door 1 % van het balanstotaal.
aandeel vorderinge n =
vorderinge n 1% van de totale activa (balanstotaal)
aandeel vorderinge n =
14.980.000 = 15,0 % 997.810
Ook het aandeel vorderingen kan vergeleken worden met dat van voorgaande jaren en van de branche.
Bij handelsondernemingen zijn de vlottende activa verreweg het belangrijkst. Een groot deel van het vermogen van deze bedrijven is vastgelegd in voorraden en vorderingen.
De balanspost overlopende activa wordt opgenomen om lasten toe te rekenen aan de periode waarop ze betrekking hebben. Deze rekening wordt gebruikt voor vooruitbetaalde posten die ten laste van de volgende periode komen De overlopende activa zijn opgenomen onder de vorderingen.
Machinefabriek NV Passiva Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Schulden
(x ƒ 1.000) 51.642 20.574 27.565
Balans
Op welke wijze wordt het vermogen verkregen? STAP 2: de passiefzijde van de balans DOEL: beoordeling van de vermogensstructuur De vermogensstructuur kunt u beoordelen aan de hand van de passiefzijde van de balans. Hierna volgt de passiefzijde van MNV. Passiva (in guldens) 1997 Eigen vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal Agio Herwaarderingsreserve Overige reserves Onverdeelde winst (Totaal eigen vermogen)
25.000.000 5.000.000 615.000 17.700.000 3.327.000 51.642.000
Voorzieningen Pensioenvoorziening Overige voorzieningen (Totaal voorzieningen)
14.500.000 6.074.000 20.574.000
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden (Totaal langlopende schulden)
7.449.000 3.764.000 11.213.000
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Overlopende passiva (Totaal kortlopende schulden)
7.445.000 8.784.000 123.000 16.352.000 99.781.000
Op welke wijze wordt het vermogen verkregen?
Een belangrijk kengetal dat informatie geeft over de samenstelling van het vermogen is het aandeel aandeelhouders, de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal en de reserves. Tot het eigen vermogen behoren ook de stille reserves. Deze staan echter niet in de balans. Stille reserves kunnen ontstaan door een te lage waardering van de activa of een te hoge waardering van de passiva, bijvoorbeeld doordat de garantievoorziening te hoog in de balans wordt vermeld. Juist de post voorzieningen kan te hoog zijn en daardoor stille reserves bevatten. Het eigen vermogen lijkt dan lager dan het in werkelijkheid is.
aandeel aandeelhou ders =
eigen vermogen 1% totale vermogen (balanstotaal)
Bij de berekening van het eigen vermogen van MNV is ervan uitgegaan dat de helft van de onverdeelde winst wordt ingehouden.
Eigen vermogen van MNV gestort en opgevraagd kapitaal Agio
25.000.000 5.000.000
Herwaarderingsreserve overige reserves 50 % van de onverdeelde winst =eigen vermogen
aandeel aandeelhou ders =
615.000 17.700.000 1.663.500 49.978.500
49.978.500 = 50,1 % 997.810
Balans
Het aandeel aandeelhouders van MNV bedraagt 50,1 %. Als dit kengetal hoger is dan 40 %, dan kan dat als gunstig worden beschouwd. Volgens de zogenaamde `klassieke regel’ moet de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen ten minste 1 : 1 zijn. Dit betekent dat de schulden niet hoger mogen zijn dan het eigen vermogen. Een verhouding van 1 : 3 is in de praktijk echter geen uitzondering. Het aandeel aandeelhouders is belangrijk, maar niet voldoende om de financiële positie van een onderneming te beoordelen. Belangrijke factoren zoals stille reserves, de looptijd van de schulden, de kredietruimte bij de bank en de belangrijkste crediteuren evenals de vermogenspositie van de eigenaren spelen eveneens een rol. De debt ratio geeft de verhouding weer tussen het vreemde vermogen en het totale vermogen.
debt ratio =
vreemd vermogen 1 % van het totale vermogen (balanstotaal)
Het totaal van de schulden en de voorzieningen wordt bepaald en uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen. De aan aandeelhouders uit te keren winst moet eveneens onder het vreemde vermogen worden opgenomen.
Vreemd vermogen van MNV Voorzieningen
20.574.000
Langlopende schulden
11.213.000
Kortlopende schulden
16.352.000
50% van de onverdeelde winst =totaal vreemd vermogen
1.663.500 49.802.500
Op welke wijze wordt het vermogen verkregen?
debt ratio =
49.802.500 = 49,9 % 997.810
De debt ratio bedraagt 49,9 %. Grote investeringen leiden tot een hoge debt ratio. Het aflossen van schulden leidt daarentegen tot een lage debt ratio.
Eigen vermogen en vreemd vermogen vormen samen het totale vermogen. De debt ratio geeft de verhouding aan tussen vreemd vermogen en totaal vermogen. Er bestaat dus een verband tussen de debt ratio en het aandeel aandeelhouders. Als u het aandeel aandeelhouders weet en dit van 100 % aftrekt, dan is het verschil de debt ratio. In het voorbeeld van MNV: 100 % 50,1 % = 49,9 %
Bij het vreemde vermogen is ook de verhouding tussen het vreemde vermogen op lange termijn en het vreemde vermogen op korte termijn van belang. Vreemd vermogen op lange termijn kan de onderneming vaak op dezelfde wijze aantrekken als eigen vermogen en het kan op dezelfde manier gebruikt worden. U dient dus het vreemde vermogen op lange termijn uit te drukken in een percentage van het totale vreemde vermogen. vreemd vermogen vreemd vermogen op lange termijn = op lange termijn in % 1% van het totale vreemde vermogen
De berekening van het totale vermogen op lange termijn is mogelijk als de informatie die daarvoor nodig is, in de toelichting van het jaarverslag wordt verstrekt: bijvoorbeeld 75 % van de pensioenvoorziening en 50 % van de overige voorzieningen zijn langlopende schulden.
Balans
MNV: berekening vreemd vermogen op lange termijn Pensioenvoorziening 75 % overige voorzieningen 50 % schulden aan kredietinstellingen overige schulden = vreemd vermogen op lange termijn
totaal 14.500.000 6.074.000
vreemd vermogen op lange termijn in % =
langlopend 10.875.000 3.037.000 7.449.000 3.764.000 25.125.000
25.125.000 = 50,4 % 498.025
Het vreemde vermogen bestaat voor 50,4 % uit schulden op lange termijn, wat nog een argument is voor een goede financiering. De hefboomfactor is een ander kengetal waarmee de belangrijke verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen kan worden berekend. Dit cijfer is een aanvulling op het aandeel aandeelhouders en de debt ratio. Onder de hefboomfactor wordt de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen verstaan.
hefboomfac tor =
vreemd vermogen eigen vermogen
Een hefboomfactor van bijv. 2 betekent dat het vreemde vermogen twee keer zo groot is als het eigen vermogen. Een hefboomfactor van lager dan 1 betekent dus dat het vreemde vermogen lager is dan het eigen vermogen. Hoe hoger de hefboomfactor is, hoe afhankelijker de onderneming in financieel opzicht is. De hefboomfactor voor MNV is als volgt uit de beschikbare gegevens te berekenen.
Waaruit blijkt de financiering?
hefboomfac tor =
49.802.500 = 1,0 49.978.500
Het algemene risico neemt toe naarmate de hefboomfactor hoger wordt. Het eigen vermogen, het vermogen waarmee de ondereming aansprakelijk is, is dan al snel onvoldoende.
Waaruit blijkt de financiering? STAP 3: activa en passiva DOEL: beoordeling van de financiering Volgens de gulden balansregel moeten de vaste activa (gebouwen, machines e.d.) worden gefinancierd met eigen vermogen. Als de vaste activa een belangrijk deel van de totale activa vormen, moeten de totale passiva voor een belangrijk deel uit eigen vermogen bestaan. Het aandeel aandeelhouders moet dus hoog zijn. De gulden of klassieke financieringsregel, die gebaseerd is op de gulden balansregel, houdt in dat er sprake moet zijn van termijncongruentie. De tijd waarvoor het vermogen is vastgelegd (vastleggen van vermogen = investeren) moet in overeenstemming worden gebracht met de tijd waarvoor het vermogen is aangetrokken (aantrekken van vermogen = financieren). De voor lange tijd in de onderneming vastgelegde activa dienen te worden gefinancierd met vermogen op lange termijn, dus met eigen vermogen en vreemd vermogen op lange termijn. Als de activa voor een belangrijk deel uit vaste activa bestaan, dan dient het totale vermogen voor een belangrijk deel te bestaan uit eigen vermogen resp. vreemd vermogen op lange termijn.
Balans
Machinefabriek NV (MNV), Arnhem Balans per 31-12-1997 (x ƒ 1.000) Activa
Passiva
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa -Bedrijfsgebouwen en terreinen -Machines en installaties -Inventaris -Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa Financiële vaste activa (Totaal vaste activa)
Eigen vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal Agio Herwaarderingsreserve Overige reserves Onverdeelde winst (Totaal eigen vermogen)
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen (Totaal vlottende activa)
44
23.041 26.297 2.807
Voorzieningen 4.784 Pensioenvoorziening 6.714 Overige voorzieningen 63.687 (Totaal voorzieningen)
12.357 14.980 5.245 3.512 36.094
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden (Totaal langlopende schulden) Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Overlopende passiva (Totaal kortlopende schulden)
99.781
25.000 5.000 615 17.700 3.327 51.642
14.500 6.074 20.574
7.449 3.764
11.213
7.445 8.784 123 16.352 99.781
Als u wilt weten of een onderneming solide is gefinancierd, dan kunt u gebruik maken van drie kengetallen die
Waaruit blijkt de financiering?
de dekking van de vaste activa aangeven. Bij het eerste kengetal wordt de verhouding tussen het eigen vermogen en de vaste activa berekend. Het eigen vermogen zou de vaste activa eigenlijk voor 100 % moeten dekken.
dekking van de vaste activa I =
eigen vermogen 1% van de vaste activa
MNV heeft vaste activa ter waarde van ƒ 63.687.000. Het eigen vermogen werd berekend op ƒ 49.978.500.
dekking van de vaste activa I =
49.978.500 = 78,5 % 636.870
De dekking van de vaste activa I van 78,5 % bereikt in eerste instantie niet de gewenste waarde van 100 %. De vaste activa dienen namelijk zo mogelijk met eigen vermogen te worden gefinancierd. Als dit niet mogelijk is, dan moet een financiering met vreemd vermogen op lange termijn zijn gegarandeerd. Bij de dekking van de vaste activa II worden de vaste activa en het vermogen op lange termijn tegenover elkaar gezet. dekking van de eigen vermogen + vreemd vermogen op lange termijn = vaste activa II 1 % van de vaste activa
Het vreemde vermogen op lange termijn per 31-12-1997 werd reeds berekend en bedraagt ƒ 25.125.000. Dit bedrag kan worden ingevuld in bovenstaande formule.
Balans dekking van de vaste activa II 49.978.500 + 25.125.000 = = 117,9 % 1997 636.870
De doelstelling om de vaste activa te financieren met vermogen op lange termijn, is volledig bereikt. Het totaal van eigen vermogen en vreemd vermogen op lange termijn bedraagt 117,9 %. De vaste activa zijn dus voor 100 % gefinancierd met langlopende middelen. Ook een deel van de zogenaamde ijzeren voorraad is gefinancierd met vermogen op lange termijn. De financiering is derhalve solide. Bij de dekking van de vaste activa III wordt ook rekening gehouden met de voor lange tijd vastgelegde vlottende middelen, in het bijzonder de ijzeren voorraad. De minimumvoorraad moet eveneens met vermogen op lange termijn worden gefinancierd. De vaste activa en het vaste deel van de vlottende activa moeten met eigen vermogen en/of vreemd vermogen op lange termijn worden gefinancierd. eigen vermogen + vreemd vermogen lange termijn dekking vaste activa III = 1% (vaste activa + vast deel vlottende activa)
Welke activa komen in aanmerking om met een hypotheek te worden belast en welke voor fiduciaire eigendomsoverdracht? • Hypotheek: bedrijfsgebouwen en –terreinen • Fiduciaire eigendomsoverdracht: machines, installaties, inventaris en goederen.
Welke balansposten geven de liquiditeit aan?
Welke balansposten geven de liquiditeit aan? STAP 4: activa en passiva DOEL: beoordeling van de liquiditeitspositie Onder de liquiditeit van een onderneming verstaan we de mate waarin zij in staat is om op korte termijn aan haar direct opeisbare betalingsverplichtingen te voldoen. Er bestaan onderlinge verschillen tussen de vermogensbestanddelen die op korte termijn in geld kunnen worden omgezet. Men onderscheidt derhalve liquiditeiten van de eerste, de tweede en de derde orde. Betaalmiddelen waarmee direct betalingen kunnen worden verricht, worden tot de liquiditeiten van de eerste orde gerekend. Hiertoe behoren kasgelden, banktegoeden, cheques en wissels. De liquiditeiten van de eerste orde zijn op de balans van MNV opgenomen onder de post liquide middelen en bedragen ƒ 3.512.000. Activa (in guldens) Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen (Totaal vlottende activa)
12.357.000 14.980.000 5.245.000 3.512.000 36.094.000
De liquiditeiten van de tweede orde omvatten ook nog handelsdebiteuren, aandelen en obligaties evenals courante voorraden. Ze kunnen niet onmiddellijk worden gebruikt zoals de liquide middelen van de eerste orde, maar ze kunnen wel relatief gemakkelijk in geld worden omgezet.
Balans
De liquide middelen van de tweede orde van MNV zijn aan de balans te ontlenen. Wij gaan ervan uit dat de waarde van de courante voorraden ƒ 2.000.000 bedraagt.
Liquiditeiten van de tweede orde van MNV (in guldens) Liquide middelen Effecten Vorderingen Courante voorraden
3.512.000 5.245.000 14.980.000 2.000.000 25.737.000
Het hoge saldo liquide middelen van MNV is mede te danken aan de effecten die onder de vlottende activa zijn opgenomen. In de liquiditeiten van de derde orde is ook nog het totaal van de grond- en hulpstoffen begrepen evenals de voorraad gereed product en het onderhanden werk. De voorraad gereed product kan in de regel pas na enkele weken of maanden worden verkocht. In geen geval mogen echter de ijzeren voorraad en de vaste activa, die nodig zijn voor de productie, tot de liquide middelen worden gerekend. De liquiditeiten van de derde orde kunnen worden berekend door de vlottende activa te verminderen met het vaste deel ervan.
Welke balansposten geven de liquiditeit aan?
Liquiditeiten van de eerste tot de derde orde liquiditeiten van de derde orde ! liquiditeiten van de tweede orde ! ! liquiditeiten van de ! handelsdebiteuren ! eerste orde ! aandelen, ! obligaties ! ! kas ! kas ! direct opvraagbare ! direct opvraagbare ! tegoeden tegoeden en termijndepoen termijndeposito's bij banken sito's bij banken ! ! cheques ! cheques ! te verdisconteren ! te verdisconteren ! wissels wissels
grond- en hulpstoffen onderhanden werk gereed product handelsdebiteuren aandelen, obligaties kas direct opvraagbare tegoeden en termijndeposito’s bij banken cheques te verdisconteren wissels
Het totaal van de liquide middelen alleen zegt nog niet veel over de liquiditeit. Een onderneming kan over weinig liquide middelen beschikken maar toch liquide zijn, namelijk als de schulden op korte termijn nog lager zijn. De liquiditeit is dus ook afhankelijk van de kortlopende schulden. De liquiditeit hangt altijd samen met de verhouding tussen de liquide middelen en de kortlopende schulden. Op deze wijze zijn ook de drie graden van liquiditeit te berekenen. Met de kasratio of liquid ratio wordt het vermogen bedoeld om op korte termijn aan de betalingsverplichtingen te voldoen. De liquide middelen worden uitgedrukt in een percentage van de schulden op korte termijn. Kas, direct opeisbare tegoeden en termijndeposito’s bij banken evenals te verdisconteren wissels worden tegenover de kortlopende schulden geplaatst.
Balans
liquid ratio =
liquide middelen 1% van de kortlopende schulden
De post liquide middelen bedraagt ƒ 3.512.000. De schulden blijken uit de balans. Passiva (in guldens) Voorzieningen Pensioenvoorziening Overige voorzieningen (Totaal voorzieningen)
14.500.000 6.074.000 20.574.000
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden (Totaal langlopende schulden)
7.449.000 3.764.000 11.213.000
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Overlopende passiva (Totaal kortlopende schulden)
7.445.000 8.784.000 123.000 16.352.000
Het totaal van de kortlopende schulden kan op eenvoudige wijze worden berekend uit de schulden en de voorzieningen. We moeten hier echter nauwkeuriger te werk gaan. Van de pensioenvoorziening moet 25 % en van de overige voorzieningen 50 % worden aangemerkt als kortlopende schulden. Dergelijke informatie kan de balanslezer vaak vinden in de toelichting die achter in het financieel verslag is opgenomen. Daar worden de afzonderlijke balansposten toegelicht.
Welke balansposten geven de liquiditeit aan?
Vreemd vermogen op korte termijn van MNV pensioenvoorziening 25 % overige voorzieningen 50 %
totaal
kortlopend
14.500.000
3.625.000
6.074.000
3.037.000
schulden aan kredietinstellingen
7.445.000
overige schulden
8.784.000
overlopende passiva
123.000
50% van de onverdeelde winst
1.663.500
= vreemd vermogen op korte termijn
24.677.500
Er kan een verband worden gelegd tussen de liquide middelen van ƒ 3.512.000 en de kortlopende schulden van ƒ 24.677.500. 1 % van de schulden is ƒ 246.775. De liquid ratio van MNV bedraagt dan per 31-12-1997 14,2 %. liquid ratio 1997 =
3.512.000 = 14,2% 246.775
De quick ratio is de verhouding tussen enerzijds de vlottende activa minus de voorraden en anderzijds de kortlopende schulden.
quick ratio =
vlottende activa - voorraden 1% van de kortlopende schulden
De kortlopende schulden van MNV bedragen ƒ 24.677.500. De vlottende activa minus de voorraden komen overeen met de liquide middelen van de tweede orde. Volgens de tabel liquiditeiten van de tweede orde bedragen deze ƒ 25.737.000.
Balans
quick ratio =
25.737.000 = 104,3 % 246.775
MNV heeft met 104,3 % een goede quick rato Onder de current ratio verstaat men de verhouding tussen het totaal van de vlottende activa en de kortlopende schulden. Hiermee wordt het vermogen van een onderneming bedoeld om op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
current ratio =
totaal van de vlottende activa 1 % van de kortlopend e schulden
Het totaal van de vlottende activa van MNV bedraagt ƒ 36.094.000. De kortlopende schulden werden reeds berekend op ƒ 24.677.500.
current ratio =
36.094.000 = 146,2 % 246.775
De current ratio is met 146,2 % hoog.
Voorgeschreven indeling voor de winst- en verliesrekening
Winst- en verliesrekening Welke indeling is voorgeschreven voor de winst- en verliesrekening? STAP 5: winst- en verliesrekening DOEL: verschil weten tussen scontro- en staffelvorm
Winst- en verliesrekening De bepaling van de jaarwinst dient plaats te vinden volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en die slechts gewijzigd kan worden wanneer goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt. De balans geeft de bezittingen en de schulden weer op een bepaald moment, de balansdatum. De winst- en verliesrekening heeft daarentegen betrekking op een bepaalde periode en geeft aan hoe de winst resp. het verlies in de afgelopen periode is ontstaan. Het totale resultaat van een onderneming blijkt uit de winst- en verliesrekening. Zowel de bedrijfsgebonden als de niet-bedrijfsgebonden baten en lasten zijn erin opgenomen. Het bedrijfsresultaat geeft echter alleen het resultaat aan dat met de bedrijfsactiviteiten is behaald. Hieruit is af te leiden hoe succesvol de onderneming op haar eigen terrein was. De nietbedrijfsgebonden baten en lasten worden afzonderlijk berekend, bijv. huuropbrengsten of koerswinsten resp. koersverliezen bij verkoop van aandelen in een industriële onderneming.
Winst- en verliesrekening
Scontrovorm De winst- en verliesrekening kan in scontrovorm of in staffelvorm worden opgemaakt. Bij de scontrovorm bevat het winst- en verliesscontro als afsluitscontro de baten en lasten van een boekhoudperiode. De lasten staan aan de linkerzijde, de baten aan de rechterzijde. Onder lasten wordt verstaan de geldswaarde van de goederen en diensten die een onderneming opoffert. De lasten van de onderneming worden gesplitst in bedrijfsgebonden lasten (kosten) en niet-bedrijfsgebonden lasten (neutrale lasten, geen kosten) Met baten wordt bedoeld de geldswaarde van de verleende diensten of de verkoop van door het eigen bedrijf of door andere bedrijven gefabriceerde producten. Ze worden verdeeld in bedrijfsgebonden baten (opbrengsten) en niet- bedrijfsgebonden baten (neutrale baten). Debet
winst- en verliesrekenig
Lasten
Baten
Kosten van grond- en hulpstoffen
Netto-omzet
Credit
Lonen en salarissen
Toename voorraden
Sociale lasten
Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf Opbrengst verhuur
Afschrijvingen op materiële vaste activa Waardevermindering van vorderingen Overige bedrijfskosten Rentelasten
Boekwinst bij verkoop activa Opbrengst provisies Rentebaten
Belastingen Buitengewone lasten Winst
Verlies
Er is sprake van winst als de baten hoger zijn dan de lasten. Het saldo winst staat aan de debetzijde.
Voorgeschreven indeling voor de winst- en verliesrekening
Bij verlies zijn de lasten hoger dan de baten. De nettowinst resp. het nettoverlies wordt toegevoegd aan of in mindering gebracht op het eigen vermogen. De winst- en verliesrekening in scontrovorm is niet zo gedetailleerd als die in staffelvorm. De wet laat beide vormen toe.
Staffelvorm De staffelvorm maakt subtotalen en tussenresultaten mogelijk. De baten en lasten worden op een bepaalde manier gerangschikt en er worden bepaalde tussenresultaten gegeven. Zo wordt uitgaande van de som der bedrijfsopbrengsten via verschillende niveaus het resultaat na belastingen bereikt. De samenstelling van het resultaat wordt op die manier duidelijker, wat de vergelijking met voorgaande jaren ook eenvoudiger maakt.
Van de som der bedrijfsopbrengsten naar de onverdeelde winst/ onverdeeld verlies Niveau
Bepaling van
Niveau 1
som der bedrijfsopbrengsten
Niveau 2
bedrijfsresultaat
Niveau 3
financiële baten en lasten
Niveau 4
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Niveau 5
buitengewoon resultaat na belastingen
Niveau 6
resultaat na belastingen
Niveau 7
onverdeelde winst / onverdeeld verlies
Winst- en verliesrekening
Categorische en functionele kostensplitsing Bij de staffelvorm kan gekozen worden tussen de categorische kostensplitsing en de functionele kostensplitsing. Bij de categorische kostensplitsing staat de som der bedrijfsopbrengsten in het boekjaar centraal. Hierbij maakt het niet uit of de producten of diensten ook werkelijk aan derden zijn geleverd. De som der bedrijfsopbrengsten van een productiebedrijf bestaat niet alleen uit de netto-omzet, maar ook uit eventuele wijzigingen in de voorraad gereed product en onderhanden werk en uit de geactiveerde productie voor het eigen bedrijf (bijv. zelfgebouwde installaties). De in de Angelsaksische landen toegepaste functionele kostensplitsing gaat uit van de verkochte producten of verleende diensten in een bepaalde periode. De omzet van het boekjaar wordt als uitgangspunt genomen en daaraan worden de kosten toegerekend. De kosten worden gesplitst naar de functies kostprijs van de omzet, verkoopkosten en algemene beheerskosten.
Hoe wordt de som der bedrijfsopbrengsten beoordeeld? STAP 6: berekening van de som der bedrijfsopbrengsten DOEL: beoordeling van de som der bedrijfsopbrengsten in het boekjaar Bij de categorische kostensplitsing in staffelvorm worden de eerste vier posten afzonderlijk vermeld en samengevoegd tot de som der bedrijfsopbrengsten. Grote rechtspersonen zijn verplicht om de vier posten in hun financieel
Hoe wordt de som der bedrijfsopbrengsten beoordeeld?
verslag te vermelden. De som der bedrijfsopbrengsten bedraagt bij MNV 174,8 miljoen gulden.
Van de netto-omzet naar de som der bedrijfsopbrengsten Winst- en verliesrekening van Machinefabriek NV (MNV) over 1997 guldens Netto-omzet
172.703.645
Toename van voorraden gereed product en onderhanden werk
462.804
Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf
689.401
Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
956.093 174.811.943
Netto-omzet Onder dit hoofd moet worden opgenomen de opbrengst uit de verkoop van de door de onderneming gefabriceerde producten en de handelsgoederen. De netto-omzet van MNV in het boekjaar bedraagt 172,7 miljoen gulden. Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk Een hogere post voorraden gereed product en onderhanden werk betekent een toename en daarmee een opbrengst. Bij een lagere post voorraden en onderhanden werk is er sprake van een afname. Deze komt in mindering op de opbrengsten. Bij MNV waren de voorraden gereed product en onderhanden werk per 31-12-1997 ƒ 462.804 hoger dan het jaar ervoor.
Winst- en verliesrekening
Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf Door het eigen bedrijf gebouwde installaties en verrichte grote reparaties zijn voorbeelden van geactiveerde productie voor het eigen bedrijf. De winst- en verliesrekening van MNV vermeldt hiervoor een bedrag van ƒ 689.401. Deze post houdt verband met de grote investeringen. Overige bedrijfsopbrengsten De ontvangen huur van industriële en handelsondernemingen wordt hieronder opgenomen. De post overige bedrijfsopbrengsten is een verzamelpost en bevat zeer uiteenlopende opbrengsten, in het bijzonder: !
Opbrengsten uit verrichte diensten
!
Opbrengsten uit nevenactiviteiten
!
Opbrengsten uit verhuur en verpachting
!
Boekwinsten bij de verkoop van vaste activa
!
Koerswinsten bij de handel met het buitenland
!
Winst bij de verkoop van effecten
!
Winst bij de verkoop van deelnemingen
!
Vrijval van voorzieningen
!
Vrijval van herwaarderingsreserve
!
Ontvangen investeringsbijdragen en andere overheidsubsidies.
De overige bedrijfsopbrengsten van MNV bedragen ƒ 956.093. Het bruto-omzetresultaat ontstaat als de som der bedrijfsopbrengsten (netto-omzet, wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf en overige bedrijfsopbrengsten) wordt verminderd met de kostprijs van de omzet. Alleen kleine en middelgrote rechtspersonen mogen echter het bruto-omzetresultaat en de overige bedrijfsopbrengsten samentrekken tot één post bruto-bedrijfsresultaat. Wel dient dan in een verhoudingscijfer te worden aangegeven
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
in welke mate de netto-omzet ten opzichte van die van het vorige jaar is gestegen of gedaald. Het bruto-omzetresultaat van MNV verkrijgt u door de som der bedrijfsopbrengsten te verminderen met de posten kosten van grond- en hulpstoffen en kosten uitbesteed werk en andere externe kosten. Dan resulteert er een bedrag van ƒ 99.733.486.
Van de som der bedrijfsopbrengsten naar het brutoomzetresultaat guldens Som der bedrijfsopbrengsten
174.811.943
Kostprijs van de omzet: Kosten van grond- en hulpstoffen Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Bruto-omzetresultaat
- 62.945.918 - 12.132.539 99.733.486
Hoe ontstaat uit de som der bedrijfsopbrengsten het ‘resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen’? STAP 7: berekening van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen DOEL: bedrijfsresultaat / financiële baten en lasten Om het bedrijfsresultaat te kunnen vaststellen, moet u van de som der bedrijfsopbrengsten verschillende kosten-
Winst- en verliesrekening
soorten aftrekken. De som der bedrijfsopbrengsten minus de kostprijs van de omzet, de personeelskosten, de afschrijvingen en de overige bedrijfskosten levert het bedrijfsresultaat op. guldens Som der bedrijfsopbrengsten Kostprijs van de omzet: Kosten van grond- en hulpstoffen Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Personeelskosten: Lonen en salarissen Sociale lasten en pensioenlasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Bedrijfsresultaat
174.811.943 -62.945.918 -12.132.539 -54.346.890 -11.125.092 -7.286.900 -19.345.958 7.628.646
Kostprijs van de omzet De kosten van grond- en hulpstoffen evenals de inkoopprijs en de aanschaffingskosten van handelsgoederen moeten onder dit hoofd worden opgenomen. Ook de waardevermindering van voorraden grond- en hulpstoffen en handelsgoederen moet hieronder worden opgenomen. De kosten van grond- en hulpstoffen van MNV bedragen 62,9 miljoen gulden, de kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten 12,1 miljoen gulden. Personeelskosten Onder de personeelskosten zijn zowel de lonen en salarissen als de sociale lasten en pensioenlasten opgenomen. De post lonen en salarissen omvat alle salariskosten van de werknemers (brutolonen en -salarissen) evenals het salaris van de directie. De lonen en salarissen bedragen bij MNV 54,3 miljoen gulden, de sociale lasten en pensioenlasten 11,1 miljoen.
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Tot de sociale lasten behoort het werkgeversaandeel van de premies voor de sociale verzekeringen. Pensioenuitkeringen, dotaties aan de pensioenvoorziening en bijdragen aan pensioenfondsen zijn pensioenlasten. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Afschrijvingen op vaste activa worden onder deze post opgenomen. De afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa van MNV bedragen 7,3 miljoen gulden. De grote investeringen hebben geleid tot hoge afschrijvingen. Overige bedrijfskosten Overige bedrijfskosten is evenals overige bedrijfsopbrengsten een verzamelpost. Hieronder is een groot aantal kostensoorten opgenomen die zowel op het lopende boekjaar als op andere boekjaren betrekking kunnen hebben, waardoor deze post beperkte informatie geeft. Reiskostenvergoedingen, opleidings- en bijscholingskosten evenals bijdragen in de woonkosten zijn overige bedrijfskosten. In de overige bedrijfskosten zijn verder begrepen: !
Boekverlies bij verkoop vaste activa
!
Onderhoudskosten
!
Reis- en beurskosten
!
Kosten van juridische bijstand
!
Bijdragen en heffingen
!
Garantiekosten
!
Vrachten en verpakkingsmaterialen
!
Huren en pachten
!
Waardeverminderingen van vorderingen en andere vlottende activa
!
Dotaties aan voorzieningen
De post overige bedrijfskosten van MNV bedraagt 19,3 miljoen gulden.
Winst- en verliesrekening
Financiële baten en lasten De opbrengsten van geldbeleggingen en de waardeveranderingen van geldbeleggingen vormen de financiële baten en lasten. De financiële baten en lasten van MNV bestaan uit de volgende posten:
Financiële baten en lasten guldens Resultaat uit deelnemingen Opbrengsten van andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Financiële baten en lasten
412.945 310.943 12.319 -946.360 -210.153
Resultaat uit deelnemingen Resultaten uit deelnemingen en verhoudingen met groepsmaatschappijen worden hieronder opgenomen. Deze post bedraagt ƒ 412.945. Opbrengsten van andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren Onder dit hoofd worden vermeld dividenden op aandelen die tot de vaste activa behoren en renteopbrengsten van leningen aan groepsmaatschappijen. Het mag hier echter niet om deelnemingen gaan. De opbrengsten van MNV bedragen in 1997 ƒ 310.943. Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten Baten die niet onder een van de vorige posten zijn opgenomen, moeten hieronder worden vermeld, bijv. renteopbrengsten van vorderingen op derden, rente van deelnemingen en dividenden op aandelen die tot de vlottende activa behoren. Deze post bedraagt bij MNV ƒ 12.319.
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Wijzigingen in de waarde van de financiële vaste activa en van de effecten die tot de vlottende activa behoren Hieronder moeten worden opgenomen de waardeveranderingen van onder de vlottende activa opgenomen geldbeleggingen en effecten. Verliezen uit de verkoop van effecten die tot de vlottende activa behoren, worden eveneens onder deze post verantwoord. Rentelasten en soortgelijke kosten De rente op bankkredieten, hypotheken, leningen en leverancierskredieten moet hieronder worden vermeld, bijv. krediet- en omzetprovisie, discontorente en disagio. Bij MNV is de rente op bankkredieten de grootste post. De rentelasten en soortgelijke kosten bedragen ƒ 946.360. Als bovenstaande posten getotaliseerd worden, resteert er een negatief bedrag voor financiële baten en lasten van ƒ 210.153.
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen Het bedrijfsresultaat en de financiële baten en lasten vormen samen het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen. Bij MNV moet het bedrijfsresultaat van ƒ 7.628.646 worden verminderd met het negatieve saldo van de financiële baten en lasten van ƒ 210.153. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen van MNV bedraagt dan ƒ 7.418.493. Dat is een gunstig resultaat aangezien er grote investeringen zijn gedaan en als gevolg daarvan de kosten zijn gestegen. Na aftrek van de belastingen over de winst van ƒ 3.291.493 resteert er een resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen van ƒ 4.127.000. Vennootschapsbelasting is een belasting over de winst.
Winst- en verliesrekening
Van het bedrijfsresultaat naar het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen guldens Bedrijfsresultaat Resultaat uit deelnemingen
7.628.646 412.945
Opbrengsten van andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren
310.943
Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
12.319 -946.360
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
7.418.493 -3.291.493 4.127.000
Waarom wordt er onderscheid gemaakt tussen het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen, het resultaat na belastingen en de onverdeelde winst? STAP 8: berekening van het resultaat na belastingen en de onverdeelde winst DOEL: rentabiliteit en onverdeelde winst Het resultaat na belastingen bestaat uit het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen en het buitengewoon resultaat na belastingen.
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
Resultaat na belastingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen -
Buitengewoon resultaat na belastingen Resultaat na belastingen
Het buitengewoon resultaat is het saldo van de buitengewone baten en de buitengewone lasten. Deze post omvat activiteiten die niet tot de normale bedrijfsuitoefening behoren en incidenteel van aard zijn. Buitengewone baten Buitengewone baten zijn baten uit activiteiten die geen verband houden met de bedrijfsuitoefening en een incidenteel karakter hebben. Winst uit de verkoop van een deelneming en eenmalige overheidssubsidies zijn hier voorbeelden van. Buitengewone lasten Buitengewone lasten zijn lasten die geen betrekking hebben op de normale bedrijfsactiviteiten. Ze zijn incidenteel van aard en hebben in het kader van de bedrijfsuitoefening een eenmalig karakter, zoals de kosten van een reorganisatie, verlies uit de verkoop van onroerend goed of een deelneming, buitengewone schades en de kosten van een sociaal plan. MNV heeft geen buitengewone baten en lasten. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen komt derhalve overeen met het resultaat na belastingen.
Berekening van het resultaat na belastingen en de onverdeelde winst Door het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen te verminderen met het buitengewoon resultaat
Winst- en verliesrekening
na belastingen, wordt het resultaat na belastingen verkregen.
Van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen naar de onverdeelde winst guldens Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
4.127.000
Buitengewoon resultaat na belastingen Resultaat na belastingen Toevoeging aan de overige reserves Onverdeelde winst
4.127.000 -800.000 3.327.000
De onverdeelde winst is het verschil tussen het resultaat na belastingen en de toevoeging of onttrekking aan de reserves. Het vormen van winstreserves of de verhoging ervan is het bestemmen van winst. Anderzijds kan door een onttrekking aan de agioreserve het verlies na belastingen worden verminderd.
Welke factoren spelen een rol bij de rentabiliteit? STAP 9: berekening van de rentabiliteit DOEL: rentabiliteit als maatstaf voor de financiële positie van de onderneming Als u wilt weten hoe succesvol de activiteiten van een onderneming zijn, dan is het niet voldoende om te weten hoe hoog de onverdeelde winst is. Van wezenlijk belang is dat u de rentabiliteit berekent, de verhouding tussen de
Welke factoren spelen een rol bij de rentabiliteit?
winst en het vermogen resp. de omzet. De aanwending van het vermogen in een onderneming is dan ook te vergelijken met andere vormen van geldbelegging. Om de rentabiliteit nauwkeuriger te kunnen bepalen, moet er met verscheidene factoren rekening worden gehouden en daarmee ook met verscheidene rentabiliteitskengetallen, in het bijzonder de rentabiliteit van het eigen vermogen, de rentabiliteit van het totale vermogen en de nettowinstmarge.
Rentabiliteit van het eigen vermogen De rentabiliteit van het eigen vermogen is de verhouding tussen de winst na aftrek van belastingen en het eigen vermogen. Hiermee wordt de opbrengst van het eigen vermogen aangegeven. De rentabiliteit van het eigen vermogen informeert de ondernemer en de aandeelhouders over de opbrengst van het in de onderneming geïnvesteerde vermogen. rentabiliteit van het winst na belastingen = eigen vermogen 1 % van het eigen vermogen
De winst na belastingen van MNV over 1997 bedraagt ƒ 4.127.000. Er moet rekening mee worden gehouden dat de hoge afschrijvingen, een gevolg van de grote investeringen, tot een lagere winst hebben geleid. Dit is in het bijzonder het geval bij degressieve afschrijvingsmethoden, waarbij het afschrijvingsbedrag jaarlijks daalt, wat de winst in de eerste jaren sterk drukt. De rentabiliteit van MNV is daarom in werkelijkheid beter dan uit de cijfers blijkt. De winst na belastingen van ƒ 4.127.000 moet worden uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen.
Winst- en verliesrekening
rentabiliteit van het eigen vermogen =
4.127.000 = 8,3 % 499.785
Rentabiliteit van het totale vermogen De rentabiliteit van het totale vermogen is de verhouding tussen enerzijds de winst vóór belastingen en rentelasten en anderzijds het totale vermogen. Het ondernemingsresultaat vloeit voort uit de aanwending van eigen vermogen en vreemd vermogen. De winst vóór belastingen en rentelasten wordt derhalve uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen. De rentabiliteit van het totale vermogen geeft derhalve de opbrengst van het totale vermogen aan. rentabilit eit van het winst vóór belastinge n = totale vermogen 1 % van het totale vermogen
Bij MNV hebben we dus, behalve met de winst vóór belastingen van ƒ 7.418.493, te maken met de post rentelasten en soortgelijke kosten van ƒ 946.360. rentabiliteit van het 7.418.493 + 946.360 = = 8,4 % totale vermogen 997.810
Hefboomeffect Als de rentabiliteit van het totale vermogen hoger is dan het rentepercentage dat op het vreemde vermogen wordt betaald, dan wordt door het opnemen van meer vreemd vermogen het rendement van het eigen vermogen verhoogd. Dit wordt het hefboomeffect genoemd. Het hefboomeffect heeft echter niets te maken met het risico dat wordt gelopen. Een onderneming is aansprakelijk met het eigen vermogen en niet met het vreemde vermogen. Stijgt het aandeel van het vreemde vermogen,
Welke factoren spelen een rol bij de rentabiliteit
dan worden het investeringsrisico en het vermogensrisico groter voor iedereen die bij de onderneming betrokken is.
Nettowinstmarge Een ander belangrijk kengetal is de nettowinstmarge, de verhouding tussen de nettowinst (het resultaat na belastingen) en de totale omzet. Hierbij wordt de winst uitgedrukt in een percentage van de omzet. Een hoog nettowinstpercentage betekent dat de onderneming in verhouding tot de omzet een hoge winst heeft behaald. Als u de nettowinstmarge wilt berekenen dan moet u de nettowinst resp. het nettoverlies uitdrukken in een percentage van de jaaromzet.
nettowinstmarge =
nettowinst ( −verlies) 1 % van de omzet
De winst- en verliesrekening van MNV vermeldt een jaaromzet van ƒ 172.703.645 en een nettowinst van ƒ 4.127.000.
nettowinst marge =
4.127.000 = 2,39 % 1.727.036, 45
De berekende nettowinstmarge is in eerste instantie een statisch gegeven. Dit cijfer wordt pas dynamisch als het wordt vergeleken met het percentage in het voorafgaande jaar of in een aantal van de jaren ervoor. Het is raadzaam om als vergelijkingsbasis niet alleen het eigen bedrijf te nemen, maar ook andere bedrijven, bij voorkeur in dezelfde branche. Hoe goed een onderneming het doet, blijkt pas als een bepaald kengetal wordt
Winst- en verliesrekening
vergeleken met hetzelfde kengetal van andere bedrijven. Vooral branchegemiddelden en de meest voorkomende waarden in een bepaalde branche lenen zich hiervoor.
Waarom geeft de cashflow meer informatie? STAP 10: berekening van de cashflow DOEL: het gebruik van de cashflow bij het analyseren van de balans De cashflow, die voor het eerst werd gebruikt in de Verenigde Staten, is een kengetal dat kan worden gebruikt bij de beoordeling van de financiële positie en de rentabiliteit van een onderneming. Uit de cashflow blijkt de toename van de uit de bedrijfsactiviteiten verkregen liquide middelen, het bedrag waarmee de ontvangsten de uitgaven overtreffen. Een onderneming kan met de cashflow vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen financieren zonder eigen vermogen of vreemd vermogen aan te trekken. Stijgt de cashflow van een onderneming, dan worden ook de financiële positie en de rentabiliteit beter. Als u van de cashflow (=bruto cashflow) de belastingen en de winstuitkeringen aftrekt, dan houdt u de netto cashflow over. De cashflow geeft aan hoeveel liquide middelen een onderneming aan haar bedrijfsactiviteiten overhoudt. Deze middelen kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, bijvoorbeeld voor: !
Het verhogen van het saldo liquide middelen
!
Het aflossen van schulden
!
Het financieren van investeringen
!
Het doen van winstuitkeringen
Waarom geeft de cashflow meer informatie?
De cashflow bestaat uit de nettowinst, de afschrijvingen op de vaste activa, de waardevermindering van de vlottende activa, de toevoeging of onttrekking aan de langlopende voorzieningen en de buitengewone baten en lasten. Berekening van de cashflow nettowinst afschrijvingen op vaste activa waardevermindering van vlottende activa toevoeging aan de langlopende voorzieningen onttrekking aan de langlopende voorzieningen buitengewone lasten buitengewone baten
+ + + + -
=
cashflow
In de cashflow zijn derhalve ook de jaarlijkse afschrijvingen begrepen, wat betekent dat rekening wordt gehouden met het effect van grote investeringen. Wat dat betreft geeft de cashflow nauwkeuriger informatie dan de nettowinst. De betekenis van de cashflow wordt vooral duidelijk bij bedrijfsinterne vergelijkingen. Het is daarom aan te bevelen om een aantal opeenvolgende boekjaren in de analyse te betrekken.
Berekening van de cashflow van MNV guldens nettowinst
4.127.000
+
afschrijvingen op vaste activa
7.286.900
+
waardevermindering van vlottende activa
+
buitengewone lasten
-
buitengewone baten
+
toevoeging aan de langlopende voorzieningen
=
cashflow
450.000 11.863.900
Winst- en verliesrekening
Een nettowinst van ƒ 4.127.000 resulteert in dit geval in een cashflow van ƒ 11.863.900. In de cashflow zijn immers de totale afschrijvingen op de vaste activa van ƒ 7.286.900 begrepen. Op deze manier wordt rekening gehouden met het winstdrukkende effect van grote investeringen.
De cashflow geeft duidelijker aan of er sprake is van een verbetering van de rentabiliteit of de financiële positie dan de nettowinst.
Verhouding tussen de cashflow en het eigen vermogen De verhouding tussen de cashflow en het eigen vermogen of totale vermogen geeft aan hoeveel procent van het eigen vermogen of het totale vermogen in een bepaalde periode ontvangen is aan geldmiddelen die beschikbaar zijn voor financieringsdoeleinden. verhouding cashflow cashflow = − eigen vermogen 1% van het eigen vermogen
verhouding cashflow − eigen vermogen =
11.863.900 = 23,7 % 499.785
De verhouding tussen de cashflow en het eigen vermogen van 23,7 % geeft ten volle de rentabiliteit van de onderneming weer. Bij dit kengetal wordt immers rekening gehouden met de grote investeringen die tot hoge afschrijvingen hebben geleid. De verhouding tussen de cashflow en het eigen vermogen geeft aanzienlijk meer informatie dan de rentabiliteit van het eigen vermogen.
Waarom geeft de cashflow meer informatie?
De cashflow is vooral van belang bij middelgrote ondernemingen als jaren met elkaar vergeleken worden waarin de investeringen sterk van elkaar verschillen. De cashflow is een objectievere manier om de rentabiliteit van afzonderlijke jaren te beoordelen dan de nettowinst, aangezien in de cashflow ook de afschrijvingsbedragen zijn begrepen.
De verhouding tussen de cashflow en het totale vermogen van MNV is op dezelfde manier te bepalen. In de teller van de breuk moet daarbij ook nog rekening worden gehouden met de rente over het vreemde vermogen. In de noemer staat het totale vermogen. verhouding cashflow 11.863.900 + 946.360 = = 12,8 % − totaal vermogen 997.810
De verhouding tussen de cashflow en het totale vermogen is bij MNV aanzienlijk lager dan die tussen de cashflow en het eigen vermogen.
Verhouding tussen de cashflow en de omzet Het kengetal dat de verhouding aangeeft tussen de cashflow en de omzet is een andere maatstaf voor de beoordeling van de rentabiliteit en het zelffinancieringsvermogen van een onderneming.
verhouding cashflow − omzet =
cashflow 1 % van de omzet
Winst- en verliesrekening
Dit kengetal geeft aan, hoeveel procent van de omzet beschikbaar is voor het doen van investeringen, het aflossen van schulden en het uitkeren van winst.
verhouding cashflow − omzet =
11.863.900 = 6,9 % 1.727.036,45
De door een onderneming zelf verdiende middelen die beschikbaar zijn voor financieringsdoeleinden, bedragen 6,9 % van de omzet, wat neerkomt op ƒ 6,90 per ƒ 100.
Absolute cashflow en cashflowkengetallen De absolute waarde van de cashflow zegt minder als deze wordt vergeleken met andere bedrijven dan bij vergelijking met hetzelfde kengetal van het eigen bedrijf over voorgaande jaren. Iedere onderneming voert haar eigen waarderingsbeleid. Ook de omvang van de stille reserves verschilt per onderneming. Het vormen van stille reserves, zoals het verantwoorden van aanschaffingen met een geringe waarde onder de kosten, blijkt niet uit de cashflow. Voor een vergelijking met andere ondernemingen zijn kengetallen die zijn gebaseerd op de cashflow, beter bruikbaar dan de absolute cashflow.
Het waarderingsbeleid van een onderneming en de invloed ervan op de vlottende activa zijn niet bekend en kunnen door buitenstaanders ook niet worden afgeleid uit de cashflow.
Grondslagen voor boekhouding, waardering en resultaatbepaling
Waardering in de balans Waarom bestaan er grondslagen voor de boekhouding en voor de waardering en resultaatbepaling? Op grond van artikel 6, lid 1 van het Wetboek van Koophandel is ieder die een bedrijf uitoefent, verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles wat zijn bedrijf betreft, naar de eisen van zijn bedrijf aantekening te houden op zodanige wijze, dat uit de gehouden aantekeningen te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Hoe de boekhouding eruit moet zien, vermeldt art. 6 niet. Er staat slechts dat deze gevoerd moet worden naar de eisen van het bedrijf. Verder moet een ondernemer de boeken en bescheiden waarin hij aantekening heeft gehouden, alsmede de balansen, de ontvangen brieven en telegrammen en de afschriften van de uitgaande brieven en telegrammen tien jaar lang te bewaren. Er staat geen sanctie op het niet nakomen van de boekhoudverplichting. Wel staat het de rechter vrij ten voordele van ieder aan diens boekhouding zodanige bewijskracht toe te kennen als hij in ieder bijzonder geval zal vermenen te behoren (art. 7 WvK). Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar moet een balans worden opgemaakt en getekend. Voor rechtspersonen (zoals NV’s en BV’s) geldt artikel 10, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin onder meer is bepaald: !
het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van
Waardering in de balans
!
de rechtspersoon dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend;
!
het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de rechtspersoon op te maken (voor NV’s en BV’s geldt op grond van de artikelen 101 en 210 een termijn van vijf maanden);
!
de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers dienen gedurende tien jaren te worden bewaard.
Grondslagen voor de boekhouding Zowel in het handelsrecht als in het fiscale recht zijn belangrijke, zij het globale, uitgangspunten voor de organisatie van de boekhouding opgenomen. Deze uitgangspunten zijn: !
de boekhouding moet duidelijk en overzichtelijk zijn, zodat zowel de ondernemer als deskundige derden (accountant, belastingdienst, boekhouder) in staat zijn zich binnen een normale tijdsperiode een oordeel te vormen over de activiteiten, de liquiditeit, de vermogenstoestand, de schulden en de winst van de onderneming;
!
de bedrijfsactiviteiten moeten vanaf hun ontstaan tot en met hun afwikkeling te volgen zijn;
!
boekingen en verdere verwerkingen dienen volledig, juist, tijdig en volgens plan te worden uitgevoerd. Kasontvangsten en kasuitgaven dienen dagelijks te worden verwerkt;
!
de oorspronkelijke inhoud van boekings- en andere documenten mag niet door overschrijving of verwijdering onleesbaar worden gemaakt. Foutieve boekingen moeten door bewijsbare correctieboekingen worden gecorrigeerd.
Het is toegestaan de boekhouding te voeren in de vorm van een open-posten-boekhouding. Met uitzondering van
Grondslagen voor boekhouding, waardering en resultaatbepaling
de balans kunnen alle onderdelen van de boekhouding met behulp van de computer worden gevoerd en bewaard. De gegevensbestanden die op elektronische gegevensdragers worden bewaard, dienen te allen tijde te kunnen worden getoond op het beeldscherm of afgedrukt op papier.
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling De volgende grondslagen spelen een rol bij de waardering en de resultaatbepaling: !
op grond van het volledigheidsprincipe moeten alle vermogensbestanddelen, schulden en overlopende posten op de balans voorkomen;
!
op grond van het duidelijkheidsprincipe is het noodzakelijk de posten naar hun aard duidelijk te omschrijven en te voorkomen dat er onduidelijkheden in de samenhang ontstaan;
!
het bedrijfsresultaat van een bepaald jaar is het gevolg van de bedrijfsactiviteiten in dat jaar. Alleen de resultaten van de bedrijfsactiviteiten in het jaar waarvoor de balans wordt opgesteld, worden in die balans opgenomen. Dit betekent dat de verschillende boekjaren duidelijk van elkaar worden gescheiden. Hier geldt het realisatiebeginsel;
!
op grond van het wettelijk voorgeschreven voorzichtigheidsprincipe moet rekening worden gehouden met verliezen die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar als deze bekend zijn vóór het opmaken van de jaarrekening;
!
daarnaast speelt het continuïteitsbeginsel een rol. Dit beginsel houdt in dat er bij de waardering en de resultaatbepaling van wordt uitgegaan dat de onderneming haar bedrijfsactiviteiten voortzet. Is dit niet het geval of nog onduidelijk, dan moet dit worden
Waardering in de balans
!
vermeld in de toelichting die in de jaarrekening is opgenomen, waarbij de invloed ervan op vermogen en resultaat moet worden uiteengezet;
!
bij de grondslagen van waardering en resultaatbepaling moet een bestendige gedragslijn worden gevolgd. Slechts wegens gegronde redenen mag worden afgeweken van de grondslagen die in het voorafgaande boekjaar zijn toegepast. De redenen van de wijziging moeten worden uiteengezet. Tevens moet aan de hand van aangepaste cijfers voor het betreffende boekjaar of voor het voorafgaande boekjaar worden aangegeven wat de betekenis is voor het vermogen en het resultaat;
!
de slotbalans van een boekjaar is tevens de beginbalans voor het volgende boekjaar. Bij toepassing van de genoemde principes is de basis gelegd voor de formele balanscontinuïteit of balanssamenhang.
Hoe worden de posten in de commerciële balans gewaardeerd? Waardering is een sleutelbegrip bij het opmaken van de balans. Er wordt mee bedoeld het geven van een geldswaarde aan activa en passiva. De afzonderlijke activa en passiva moeten in de commerciële balans in geld worden uitgedrukt. De waardering is van invloed op de hoogte van de winst. Ook in de fiscale balans en bij de kostprijsberekening is er sprake van waardering. De waarderingsgrondslagen in het handelsrecht en het fiscale recht vormen de basis voor de waardering van activa en passiva.
Verkrijgingsprijs en actuele waarde Een goed kan in principe worden gewaardeerd tegen de `waarde’ ervan bij `aanschaffing’, de aanschaffingsprijs of
Hoe worden de posten in de commerciële balans gewaardeerd?
verkrijgingsprijs. De waarderingsgrondslag verkrijgingsprijs is gebaseerd op een waarde in het verleden, de historische kostprijs. Met een eventuele waardevermindering door gebruik of veroudering wordt rekening gehouden door middel van afschrijvingen. De grondslag verkrijgingsprijs is gebaseerd op het principe dat de nominale waarde van het geld gelijk blijft. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs vormt het uitgangspunt, de bovengrens, voor de afschrijvingen in de commerciële en de fiscale balans. Een andere grondslag voor de balanswaardering is de actuele waarde, de waarde op de balansdatum. De actuele waarde is gebaseerd op de feitelijke instandhouding van het vermogen. Er wordt rekening gehouden met de inflatie. Onder actuele waarde verstaat de wetgever de vervangingswaarde, de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Materiële vaste activa, financiële vaste activa en voorraden kunnen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Als actuele waarde wordt meestal de vervangingswaarde aangehouden. Bij waardering tegen vervangingswaarde wordt bij het bepalen van de winst rekening gehouden met de gestegen vervangingsprijzen.
Bescherming van crediteuren en aandeelhouders De jaarrekening moet het voor de crediteuren van de onderneming mogelijk maken om inzicht te krijgen in de financiële positie en de rentabiliteit. Een lage waardering van de activa is in het belang van de crediteuren, aangezien de waarde van de bezittingen volgens de balans niet hoger is dan de werkelijke waarde ervan. Met een zo hoog mogelijke waardering van schulden en voorzieningen wordt bereikt dat het aansprakelijk vermogen van de onderneming niet hoger lijkt dan het in werkelijkheid is. Een hogere waardering van de schulden en een lagere waardering van de bezittingen leiden tot een lagere jaarwinst en daarmee tot een lager eigen vermogen. Dit is
Waardering in de balans
niet alleen in het belang van de crediteuren maar ook in het belang van de aandeelhouders. De aandeelhouders hebben echter ook belang bij een behoorlijk rendement op hun aandelen. Zij willen daarom geen willekeurige te lage waardering van de bezittingen resp. te hoge waardering van de schulden en de risico’s, aangezien dat leidt tot een te lage winst. Een beperking van de speelruimte voor de waardering is daarom in het belang van de aandeelhouders. Het voorzichtigheidsprincipe is in de commerciële balans belangrijker dan de juistheid van de waardering.
Waarderingsgrondslagen voor activa en passiva Een onderneming mag haar materiële vaste activa en financiële vaste activa waarderen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs (historische kostprijs) of tegen actuele waarde. Immateriële vaste activa mogen niet tegen actuele waarde worden gewaardeerd, maar ten hoogste tegen het bedrag van de bestede kosten verminderd met de afschrijvingen. Vlottende activa, met uitzondering van voorraden, moeten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs. Als de marktwaarde op de inkoopmarkt beneden de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs ligt, dan mag de lagere marktwaarde worden aangehouden. Voorraden mogen ook tegen actuele waarde worden gewaardeerd. Schulden moeten worden gewaardeerd op het bedrag dat moet worden terugbetaald (nominale waarde). Ook dreigende verliezen en onzekere schulden (voorzieningen) moeten op de balans worden opgenomen.
Hoe worden de posten in de commerciële balans gewaardeerd?
Toepassing van het voorzichtigheidsbeginsel bij winsten en verliezen Winsten hoeven volgens de bedrijfseconomische normen pas te worden opgenomen als ze op de balansdatum zijn gerealiseerd. Zo komt de waardevermeerdering van een aandeel pas tot uitdrukking bij verkoop van dat aandeel. Met verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar wordt rekening gehouden als zij bekend zijn vóór het opmaken van de jaarrekening. Is de waarde van aandelen op de balansdatum lager dan de verkrijgingsprijs, dan worden ze tegen de lagere koerswaarde in de balans opgenomen.
Voorzichtigheidsbeginsel bij activa Als er meerdere waarderingsgrondslagen mogelijk zijn op de balansdatum, dan wordt de laagste aangehouden. Met een waardevermindering van vaste activa wordt rekening gehouden als deze naar verwachting duurzaam is (art. 387, lid 4 BW 2). Op grond van het voorzichtigheidsbeginsel wordt het juist geacht met een waardevermindering na de balansdatum rekening te houden. De afboeking wegens buitengewone waardevermindering dient afzonderlijk in de winst- en verliesrekening of in de toelichting te worden vermeld. Bij financiële vaste activa mag ook rekening worden gehouden met een waardevermindering op de balansdatum die niet duurzaam is. Indien bij vlottende activa de marktwaarde (op de inkoopmarkt) beneden de verkrijgingsprijs ligt, worden ze tegen de lagere marktwaarde gewaardeerd. Voorbeeld (financiële vaste activa) Een NV heeft een deelneming aangekocht in een andere NV voor ƒ17 miljoen. Als de beurskoers op de balansdatum ƒ15 miljoen is, dan heeft de NV een keuzerecht wat de waardering
Waardering in de balans
betreft. De deelneming mag worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van ƒ17 miljoen of tegen de actuele waarde van ƒ15 miljoen.
Voorbeeld (vlottende activa) Een NV heeft als tijdelijke geldbelegging aandelen gekocht tegen een koers van 320 % voor in totaal ƒ640.000. De aankoopkosten bedragen ƒ3.000. De actuele waarde van de effecten bedraagt op de balansdatum ƒ800.000. De post effecten moet op de balansdatum worden gewaardeerd tegen de aankoopprijs van ƒ640.000 plus de aankoopkosten van ƒ3.000.
Het totaal van aankoopprijs en aankoopkosten mag dus niet worden overschreden, waardoor er geen sprake is van winst.
Voorzichtigheidsbeginsel bij passiva Schulden moeten volgens het voorzichtigheidsbeginsel zo hoog mogelijk worden gewaardeerd. Verplichtingen en voorzieningen moeten tegen de hoogst mogelijke waarde op de balans worden opgenomen. Voorbeeld Een schuld van 3 miljoen Franse francs moet op de balansdatum worden gewaardeerd. Bij het ontstaan van de schuld bedroeg de koers van de Franse franc ƒ0,33, terwijl de koers op de balansdatum ƒ0,36 was. De schuld moet op de balansdatum tegen de hogere dagkoers van ƒ0,36 worden gewaardeerd. Dit komt neer op een bedrag van ƒ1.080.000. Waardering tegen de koers op het moment van het ontstaan van de schuld zou een bedrag van slechts ƒ990.000 hebben opgeleverd.
Waardering in de balans
Voor NV’s en BV’s geldt een algemene waarderingsnorm voor de balans. Artikel 362, lid 1 BW 2 bepaalt dat de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. Deze bepaling werd overgenomen uit de Vierde Richtlijn van de EEG. De mogelijkheden tot het vormen van stille reserves worden hiermee beperkt. Een buitenstaander krijgt zo inzicht in de financiële positie van een onderneming.
Welke waarderingsgrondslagen bestaan er voor de fiscale balans? Het doel van het fiscale recht is te komen tot een uniforme basis voor het belasten van de winst, zodat de te betalen belasting op een rechtvaardige manier wordt vastgesteld. Dit doel wordt bereikt door het vaststellen van zo duidelijk mogelijke normen, wat een beperking van de speelruimte tot gevolg heeft. Hiermee wordt voorkomen dat de fiscale winst te laag wordt. Winst is volgens artikel 7 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit onderneming. De fiscale winst wordt vastgesteld volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn welke onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en welke slechts kan worden gewijzigd indien goed koopmansgebruik dat rechtvaardigt (artikel 9 Wet op de Inkomstenbelasting 1964). Volgens artikel 8 van de Wet op de Vennoot-
Welke waarderingsgrondslagen zijn er voor de fiscale balans?
schapsbelasting 1969 geldt het totale winstbegrip eveneens voor belastingplichtigen die zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting, zoals NV’s en BV’s. Een uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de bepalingen die specifiek betrekking hebben op natuurlijke personen.
De commerciële balans vormt de basis De commerciële balans vormt de basis voor de fiscale balans. Dit betekent dat de voorschriften voor de bedrijfseconomische waardering het uitgangspunt vormen voor de waardering in de fiscale balans. De fiscale waarderingsgrondslagen zijn dus afgeleid van de commerciële. Ze verschillen echter op een aantal punten van elkaar. Zo is bijvoorbeeld waardering tegen vervangingswaarde fiscaal niet toegestaan. Volgens Artikel 10 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 mag slechts worden afgeschreven op basis van de kostprijs. Hieronder moet de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs worden verstaan. Met andere woorden, afschrijving op basis van historische kosten is dwingend voorgeschreven.
Verkrijgingsprijs De verkrijgingsprijs bestaat uit de inkoopprijs vermeerderd met de bijkomende kosten zoals makelaarskosten en vracht. Ook kosten die worden gemaakt om het bedrijfsmiddel bedrijfsklaar te maken, zoals montagekosten en installatiekosten van machines en installaties, behoren tot de verkrijgingsprijs en moeten derhalve worden geactiveerd, dus aan de actiefzijde van de balans worden vermeld. Bij waardering tegen verkrijgingsprijs worden de activa gewaardeerd en op de balans vermeld op basis van de werkelijke aanschaffingsprijs. Voor handelsgoederen bestaat de verkrijgingsprijs (historische kostprijs) in het algemeen uit de inkoopprijs, even-
Waardering in de balans
tueel verhoogd met de jaarlijkse opslagkosten, mits hierbij een bestendige gedragslijn wordt gevolgd.
Vervaardigingsprijs
Bij de aanschaffing van een goed is er sprake van een aankoop. Onder vervaardiging wordt verstaan het bouwen of fabriceren van een goed voor eigen rekening en risico. Dit onderscheid heeft gevolgen voor de waardering van de afzonderlijke activa. Het begrip vervaardigingsprijs komt uit het handelsrecht en is zowel van toepassing op materiële vaste activa als op voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de verbruikte grond- en hulpstoffen alsmede de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (bijv. directe loonkosten). Ook een redelijk deel van de indirecte kosten evenals de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief of de productie van de voorraden kan worden toegerekend, kunnen deel uitmaken van de vervaardigingsprijs.
Minder speelruimte in de fiscale balans De fiscale waarderingsregels laten minder speelruimte toe dan de regels van het handelsrecht. Minimumwaardering van activa en maximumwaardering van passiva moeten voorkomen dat winsten naar de komende jaren worden verschoven. Zo is waardering tegen vervangingswaarde niet toegestaan en is het aantal fiscaal toelaatbare afschrijvingssystemen beperkt. Afschrijving vindt plaats op basis van de kostprijs. Ook het vormen van fiscale reserves is aan regels gebonden. De enige fiscaal toegestane reserves zijn de egalisatie- of kostenreserve, de assurantiereserve en de vervangingsreserve.
Waardering in de balans
Verschillen tussen de commerciële winst en de fiscale winst Er is een aantal oorzaken te noemen voor de verschillen tussen de fiscale en de commerciële winst. Enkele van deze oorzaken zijn: Materiële vaste activa: Verschillen tussen de fiscale en commerciële afschrijving door: !
waarderingsverschillen: de fiscus accepteert geen afschrijving op bedrijfsmiddelen op basis van vervangingswaarde. Bedrijfseconomisch gezien kan echter wel worden uitgegaan van de vervangingswaarde;
!
verschil in afschrijvingsmethode: de fiscale afschrijvingsmethode kan een andere zijn dan de bedrijfseconomische. Fiscaal wordt bijvoorbeeld een vast percentage van de verkrijgingsprijs afgeschreven en bedrijfseconomisch een percentage van de boekwaarde;
!
levensduurverschillen: bij de fiscale afschrijving kan men uitgaan van een andere levensduur dan bij de bedrijfseconomische afschrijving. Ook is het mogelijk dat de fiscale restwaarde is bereikt en er fiscaal dus niet verder op mag worden afgeschreven, terwijl men met de bedrijfseconomische afschrijving doorgaat zolang het bedrijfsmiddel nog prestaties verricht.
Voorraden: Het is mogelijk dat er verschillende waarderingsgrondslagen worden gehanteerd voor bedrijfseconomische en fiscale doeleinden. Bedrijfseconomisch gezien kunnen de volgende methoden van administratie van de voorraden worden toegepast: !
tegen inkoopprijzen (historische prijzen): bij administratie tegen inkoopprijzen moet bij iedere verkoop
Welke waarderingsgrondslagen zijn er voor de fiscale balans?
worden nagegaan wat de inkoopprijs van het betreffende product is. Hierbij worden de inkopen geboekt tegen de werkelijk betaalde prijzen en de verkopen tegen de inkoopprijs van de betreffende goederen; !
tegen verkoopprijzen: bij administratie tegen verkoopprijzen wordt bij de inkoop van de goederen voor elk artikel of elke artikelsoort de verkoopwaarde berekend. Vervolgens wordt de rekening voorraden voor deze waarde gedebiteerd;
!
tegen vaste verrekenprijzen (v.v.p.): de vaste verrekenprijs is de geschatte gemiddelde inkoopprijs voor de komende periode verhoogd met de op de inkoop betrekking hebbende kosten, zoals vrachtkosten;
!
tegen actuele prijzen (vervangingsprijzen): bij administratie tegen actuele prijzen worden de goederen geregistreerd tegen de geldende prijs op de inkoopmarkt (actueel prijsniveau). Als er een prijswijziging optreedt, wordt de hele voorraad tegen de nieuwe prijs gewaardeerd en worden de verkopen afgeboekt tegen de actuele kostprijs.
Fiscaal gezien komen de volgende waarderingsgrondslagen voor de voorraden in aanmerking: !
kostprijs: het is in overeenstemming met goed koopmansgebruik de voorraden courante goederen te waarderen tegen kostprijs. Voor handelsgoederen is dit in het algemeen de historische kostprijs, d.w.z. de inkoopprijs, eventueel verhoogd met de jaarlijkse opslagkosten, mits hierbij een bestendige gedragslijn wordt gevolgd. Waardering tegen vervangingswaarde is fiscaal niet geoorloofd;
!
marktwaarde: waardering van de voorraden tegen marktwaarde – dit is de prijs van de goederen (courante en incourante) op de inkoopmarkt – zal vaak niet in overeenstemming zijn met goed koopmansgebruik. Bij een prijsstijging komen er immers winsten tot uitdrukking die nog niet zijn gerealiseerd. Deze waarderingsgrondslag kan wel worden toege-
Waardering in de balans
past bij goederen waarvoor de in- en verkoopmarkt dezelfde zijn, zoals bij onroerende goederen en effecten het geval is. In de praktijk komt dit systeem echter nauwelijks voor; !
kostprijs of lagere marktwaarde: een veel voorkomende waardering van voorraden is die tegen kostprijs of lagere marktwaarde op de inkoopmarkt. Dit – volgens goed koopmansgebruik geoorloofde – waarderingssysteem heeft als voordeel dat er enerzijds nog geen rekening wordt gehouden met de niet gerealiseerde winsten, doch dat anderzijds direct rekening wordt gehouden met de niet gerealiseerde verliezen;
!
ijzeren-voorraadstelsel: het is volgens de HR in overeenstemming met goed koopmansgebruik de normale voorraad goederen jaarlijks te waarderen tegen een vaste prijs. Waardering tegen een vaste prijs is alleen mogelijk bij naar omvang gelijkblijvende voorraden van dezelfde, soortgelijke of in ieder geval soortverwante goederen. Goederen van zeer uiteenlopende kwaliteit kunnen niet als soortgelijke of soortverwante goederen worden aangemerkt;
!
lifo-stelsel: bij toepassing van dit stelsel worden de laatst ingekochte goederen geacht het eerst te worden verkocht (last in first out). Dit betekent dat de voorraad wordt gewaardeerd tegen de (lage) historische kostprijs van het oudste gedeelte van de voorraad. Zo worden schijnwinsten gedeeltelijk vermeden.
Tantièmes: Tantièmes zijn fiscaal gezien in het algemeen kosten (in het jaar waarop ze betrekking hebben of in het jaar waarin ze worden uitbetaald), terwijl ze bedrijfseconomisch gezien een onderdeel vormen van de winstbestemming. Fiscale faciliteiten: Hierdoor treden er verschillen op tussen de fiscale winst en de bedrijfseconomische winst, dan wel tussen de be-
Keuzemogelijkheden m.b.t. commerciële en fiscale balans
lastinglast in de commerciële jaarrekening en de te betalen belasting op basis van de fiscale regels.
Welke keuzemogelijkheden bestaan er met betrekking tot de commerciële en de fiscale balans? Keuze bij waarderingsgrondslagen en waarderingsbeleid Op grond van het handelsrecht en het fiscale recht is er in bepaalde situaties een keuze mogelijk tussen het verantwoorden van een bepaalde uitgave in de winst- en verliesrekening en het opnemen ervan als actiefpost in de balans. De diverse keuzemogelijkheden leiden tot meer of minder winst. Zo bestaat er fiscaal gezien de keuze tussen het al dan niet in de balans opnemen van de opslagkosten van de voorraad handelsgoederen. Met waarderingsbeleid wordt bedoeld het doelbewust beïnvloeden van de jaarrekening om de vermogenspositie en het resultaat gunstiger of ongunstiger te doen lijken. Het waarderingsbeleid kan erop zijn gericht de winst zo laag mogelijk te houden, waardoor ook de te betalen vennootschapsbelasting zo laag mogelijk wordt. Anderzijds kan naar een zo hoog mogelijke winst worden gestreefd, waarbij de hogere vennootschapsbelasting op de koop toe wordt genomen, om eventuele kredietverschaffers ertoe te bewegen meer krediet te verlenen.
Waardering in de balans
Keuze waarderingsgrondslagen in het handelsrecht Verkrijgingsprijs en vervaardigingsprijs De verkrijgingsprijs bij handelsgoederen bestaat uit de inkoopprijs verhoogd met de bijkomende kosten (bijv. vrachten, provisies) en verminderd met kortingen zoals rabatten en betalingskortingen. In het eigen bedrijf geproduceerde voorraden gereed product en voorraden halffabrikaat evenals in eigen beheer vervaardigde of gebouwde bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs is het totaal van de kosten die direct aan een bepaald product kunnen worden toegerekend. Bepaalde uitgaven moeten worden geactiveerd, bij andere uitgaven is er een keuzemogelijkheid en weer andere uitgaven mogen niet worden geactiveerd. Alleen als er een keuzemogelijkheid bestaat, is er ruimte voor het nemen van beslissingen in het voordeel van de onderneming.
Verkrijgingsprijs c.q. vervaardigingsprijs in de commerciële balans verkrijgingsprijs handelsgoederen verplicht activeren
keuze: activeren of niet activeren
inkoopprijs en bijkomende kosten
vervaardigingsprijs zelf vervaardigde goederen aanschaffingskosten van de verbruikte grond- en hulpstoffen directe productiekosten indirecte productiekosten rente op schulden die aan de productie kunnen worden toegerekend
Keizemogelijkheden m.b.t. commerciële en fiscale balans
Op grond van art. 388, lid 2 BW 2 bestaat er voor zelf vervaardigde goederen een keuzemogelijkheid met betrekking tot de indirecte productiekosten. Hiertoe behoren o.a. de salarissen van directie en toezichthoudend personeel, de afschrijvingskosten van gebouwen, inventarissen, machines e.d. en de kosten van verlichting, verwarming en onderhoud. Hetzelfde geldt voor de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het goed kan worden toegerekend.
Directe productiekosten Dit zijn kosten die uitsluitend voor een bepaald product of vermogensbestanddeel worden gemaakt en derhalve direct aan dit product of vermogensbestanddeel kunnen worden toegerekend. Hierbij valt te denken aan de directe lonen. Hieronder verstaan we de lonen en sociale lasten van de bij de productie betrokken medewerkers, zoals het fabriekspersoneel, magazijnpersoneel en technisch personeel.
Indirecte productiekosten Indirecte kosten zijn kosten die voor meerdere producten of vermogensbestanddelen worden gemaakt (gemeenschappelijke kosten) en die indirect, via een verbijzonderingsmethode, aan de afzonderlijke producten en vermogensbestanddelen kunnen worden toegerekend.
Afschrijvingen volgens het handelsrecht De aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en de buitengewone waardeverminderingen is de boekwaarde. Er bestaat een groot aantal afschrijvingsmethodes. Enkele hiervan zijn: !
lineaire afschrijvingsmethode;
!
degressieve afschrijvingsmethode;
!
progressieve afschrijvingsmethode;
!
afschrijving naar gebruiksintensiteit.
Waardering in de balans
Keuze waarderingsgrondslagen in het fiscale recht Kostprijs Het is in overeenstemming met goed koopmansgebruik de voorraden courante goederen te waarderen tegen kostprijs. Voor handelsgoederen is de kostprijs in het algemeen de historische kostprijs, d.w.z. de inkoopprijs, eventueel verhoogd met de jaarlijkse opslagkosten. Voor zelf vervaardigde goederen bestaat de kostprijs uit de inkoopprijs van het materiaal, de directe loonkosten en het aan de goederen toe te rekenen deel in de variabele algemene kosten. De constante algemene kosten worden niet gewaardeerd, maar direct als kosten ten laste van het resultaat gebracht. Er moet dus een splitsing worden gemaakt tussen onmiddellijk met de productie samenhangende kosten en kosten die onafhankelijk van inkoop en productie worden gemaakt.
Kostprijs in de fiscale balans handelsgoederen verplicht activeren
inkoopprijs
keuze: activeren of niet activeren niet activeren
opslagkosten
verkoopkosten constante deel van de algemene kosten
zelf vervaardigde goederen inkoopprijs van het materiaal directe loonkosten variabele algemene kosten (overige directe kosten)
verkoopkosten constante deel van de algemene kosten
Keuzemogelijkheden m.b.t. commerciële en fiscale balans
Volgens artikel 9 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 mogen de jaarlijkse opslagkosten worden geactiveerd, mits een bestendige gedragslijn wordt gevolgd.
Variabele kosten Variabele kosten zijn kosten die niets te maken hebben met de aanwezige capaciteit. Ze zijn uitsluitend afhankelijk van de bedrijfsdrukte.
Constante kosten Constante kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte.
Afschrijvingen volgens het fiscale recht De hoogte van de afschrijvingen heeft een blijvende invloed op de winst. Een aantal van de afschrijvingsmethodes volgens het handelsrecht is ook fiscaal toegestaan. Er dient te worden afgeschreven op basis van de historische kostprijs (art. 10 IB). Afschrijving op basis van vervangingswaarde is fiscaal niet toegestaan. Bij de fiscale afschrijvingen moet rekening worden gehouden met de kostprijs, de economische levensduur en de restwaarde van het bedrijfsmiddel. De volgende afschrijvingsmethodes zijn fiscaal toegestaan: !
afschrijving op basis van een vast percentage van de aanschaffingsprijs (lineaire afschrijvingsmethode);
!
afschrijving op basis van een vast percentage van de boekwaarde;
!
afschrijving op basis van gebruik.
De afschrijving begint op het moment van ingebruikneming. Voorwerpen van geringe waarde worden in het jaar van aanschaffing direct ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.
Balansalfabet
Balansalfabet De belangrijkste begrippen in het kort met betrekking tot de !
balans
!
winst- en verliesrekening
!
financiering
Aandeel aandeelhouders Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal.
Aandeel vlottende activa Hierbij worden de vlottende activa uitgedrukt in een percentage van de totale activa (het balanstotaal).
Aandeel vaste activa Bij dit kengetal worden de vaste activa uitgedrukt in een percentage van de totale activa.
Aanschaffingsprijs Bij het begrip aanschaffingsprijs moeten twee begrippen worden onderscheiden, te weten de verkrijgingsprijs en de vervaardigingsprijs. Gekochte bedrijfsmiddelen moeten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Onder verkrijgingsprijs wordt verstaan de inkoopprijs vermeerderd met de bijkomende kosten zoals invoerrechten, vracht en installatiekosten. De waardering geschiedt tegen netto prijzen. De op de factuur vermelde omzetbelasting kan als voorheffing worden verrekend met de te betalen omzetbelasting.
Balansalfabet
Bij de vervaardigingsprijs wordt gedacht aan bouw in eigen beheer. In het te activeren bedrag voor deze activa zijn begrepen: !
de aanschaffingskosten van de verbruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend;
!
een redelijk deel van de indirecte kosten die kunnen worden toegerekend aan de vervaardiging van het actief;
!
de rente op de schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend.
Accountantscontrole De accountant onderzoekt of de jaarrekening van rechtspersonen het door de wet vereiste inzicht geeft en of deze voldoet aan de overige wettelijke voorschriften. Dit laatste moet hij ook doen wat de opstelling van het bestuursverslag (directieverslag of jaarverslag) betreft. Tevens moet hij nagaan of de overige gegevens aan de jaarstukken zijn toegevoegd. De accountant brengt verslag uit aan de raad van commissarissen en aan het bestuur over de door het bestuur opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de wettelijk verplichte overige gegevens. Voor middelgrote en grote rechtspersonen (BV’s, NV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen) is accountantscontrole verplicht.
Activa De posten aan de linkerzijde (actiefzijde of debetzijde) van de balans worden de activa genoemd. Ze worden onderverdeeld in vaste activa en vlottende activa.
Afschrijvingen Onder afschrijvingen verstaan we het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van activa door gebruik of andere omstandigheden. Ze ver-
Balansalfabet
minderen de waarde van het actief en moeten als kosten in de winst- en verliesrekening worden vermeld. De waardedaling van gebouwen, machines, kantoorinventaris, vervoermiddelen e.d. wordt verdeeld over de geschatte levensduur van de activa. Afschrijvingen komen tot uitdrukking in de kostprijsberekening en in zowel de commerciële als de fiscale balans en winst- en verliesrekening.
Afschrijvingsmethodes Er bestaan verscheidene methodes voor het tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van de vaste activa. De lineaire afschrijving en de degressieve afschrijving zijn de belangrijkste. Bij de lineaire afschrijving wordt ieder jaar hetzelfde bedrag afgeschreven. De aanschaffings- en voortbrengingskosten worden bij de lineaire methode in gelijke bedragen verdeeld over de afzonderlijke jaren waarin het bedrijfsmiddel wordt gebruikt. Het jaarlijkse afschrijvingsbedrag is de aanschaffings- of voortbrengingskosten gedeeld door de normale gebruiksduur. Het voordeel van deze methode is de eenvoud ervan. Het berekende afschrijvingsbedrag blijft over de gehele gebruiksperiode gelijk. Bij de lineaire afschrijving wordt er echter geen rekening mee gehouden dat de waardevermindering in de eerste jaren groter is dan in de jaren daarna. De degressieve afschrijving drukt sterker op de eerste jaren waarin het bedrijfsmiddel gebruikt wordt dan op de jaren daarna. Jaarlijks wordt hetzelfde percentage van de boekwaarde aan het begin van het boekjaar afgeschreven. De afschrijvingsbedragen worden ieder jaar lager, aangezien het afschrijvingspercentage gelijk blijft maar de boekwaarde steeds lager wordt Bij de methode van de degressieve afschrijving wordt theoretisch nooit een restwaarde van nul bereikt.
Balansalfabet
Agio Agio ontstaat als er een aandelenemissie plaatsvindt tegen een koers die hoger is dan 100 %. Agio is het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde van de aandelen.
Andere vaste bedrijfsmiddelen De balanspost andere vaste bedrijfsmiddelen is een onderdeel van de vaste activa. Hiertoe behoren bijv. de inrichting van magazijn, werkplaats en kantine. Tevens worden onder deze post opgenomen kantoorinventaris, winkelinventaris en vervoermiddelen.
Balans De balans vormt een onderdeel van de jaarrekening. In de balans worden de activa en de passiva op een bepaald tijdstip tegenover elkaar geplaatst. Aan de linkerzijde van de balans (actiefzijde of debetzijde) worden de activa afzonderlijk en in totaal vermeld. De rechterzijde (passiefzijde of creditzijde) geeft informatie over de wijze waarop het vermogen is verkregen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Volgens artikel 362, lid 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek geeft de balans met de toelichting getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en de samenstelling ervan in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weer.
Balansanalyse Het analyseren van een balans speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van een onderneming, in het bijzonder bij kredietverlening, reorganisaties, overnames en fusies. Onder balansanalyse wordt verstaan de beoordeling van een onderneming aan de hand van de balans resp. de jaarrekening. Er vindt een analyse plaats van de balans, de winst- en verliesrekening, de toelichting en eventueel ook het bestuursverslag. Balanskengetallen geven infor-
Balansalfabet
matie over de structuur van de vaste activa, de vermogensstructuur, de financiering en de liquiditeit. Het vergelijken van afzonderlijke balansposten in het kader van de balansanalyse maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in de financiële positie van de onderneming. Men spreekt van externe balansanalyse als bepaalde groepen zoals banken, aandeelhouders, leveranciers en afnemers een onderneming controleren en beoordelen op grond van de cijfers in de balans en de winst- en verliesrekening. De analyse door medewerkers van de onderneming noemt men interne balansanalyse. Deze groep is bekend met het waarderingsbeleid van de onderneming en kan dus beoordelen of de rentabiliteit te gunstig of te ongunstig wordt gepresenteerd.
Balanscorrecties Balanscorrecties zijn vaak een gevolg van een controle door de belastingdienst. Een balanspost is onjuist en moet derhalve door een juiste worden vervangen. De controleur heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat een bedrijfsmiddel foutief is gewaardeerd.
Balansdatum De balansdatum is de datum waarop de jaarrekening wordt opgemaakt.
Balanskengetallen Het analyseren van een balans gebeurt met behulp van kengetallen. De verschillende posten in de balans worden samengevoegd tot hoofdposten: aan de actiefzijde van de balans staan o.a. de materiële vaste activa, de voorraden, de vorderingen en de liquide middelen, aan de passiefzijde het eigen vermogen, de langlopende schulden en de kortlopende schulden. De hoofdposten worden daarbij uitgedrukt in procenten van het balanstotaal. De structuur van de passiva wordt zichtbaar als het aandeel aandeelhouders en de hef-
Balansalfabet
boomfactor bekend zijn. De verhouding van de vaste activa tot het eigen vermogen resp. de langlopende schulden kan worden vastgesteld. Het kengetal dekking van de vaste activa is nodig bij het beoordelen van de financiering. De liquide middelen en andere posten van de vlottende activa worden bij de verschillende graden van liquiditeit uitgedrukt in een percentage van de kortlopende schulden.
Baten Baten is een verzamelnaam voor de verschillende posten in de winst- en verliesrekening die leiden tot een vermogenstoename. De opbrengst uit verkochte goederen en verleende diensten, de rentebaten en de ontvangen provisies zijn hier voorbeelden van.
Belastinglatenties Het begrip belastinglatenties is de verzamelnaam voor latente belastingvorderingen (actieve latenties) en latente belastingverplichtingen (passieve latenties).
Bestuursverslag (directieverslag of jaarverslag) Ten aanzien van het bestuursverslag (in de wet jaarverslag genoemd) is in artikel 391, lid 2 en 3, titel 9, Boek 2 BW bepaald: In het jaarverslag worden mededelingen gedaan omtrent de verwachte gang van zaken; daarbij wordt, voor zover gewichtige belangen zich hiertegen niet verzetten, in het bijzonder aandacht besteed aan de investeringen, de financiering en de personeelsbezetting en aan de omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en de rentabiliteit afhankelijk is. Mededelingen worden gedaan omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Vermeld wordt hoe bijzondere gebeurtenissen waarmee in de jaarrekening geen reke-
Balansalfabet
ning behoeft te worden gehouden, de verwachtingen hebben beïnvloed. Het jaarverslag mag niet in strijd zijn met de jaarrekening.
Boekhouden Boekhouden is het stelselmatig aantekenen van financiële feiten in chronologische volgorde. De boekhouding vormt de basis voor de balans en de winst- en verliesrekening.
Boeking Een boeking is een gedocumenteerde aantekening van een financieel feit.
Boekjaar =Verslagjaar
Buitengewone baten en lasten Dit zijn baten en lasten die niet voortvloeien uit de gewone bedrijfsuitoefening van een onderneming, zoals winst of verlies uit de verkoop van onroerend goed of van een deelneming en de kosten van een reorganisatie.
Buitengewoon resultaat Het buitengewoon resultaat is het saldo van de buitengewone baten en de buitengewone lasten. Deze vloeien niet voort uit de gewone bedrijfsuitoefening. Ze hebben, in tegenstelling tot de baten en lasten die wel behoren tot de normale bedrijfsactiviteiten, een incidenteel karakter. Het kan hier gaan om de winst bij overdracht van een onderneming, de kosten van een reorganisatie of buitengewone schades.
Cashflow De cashflow (kasstroom) is een kengetal voor de beoordeling van de financiële positie en de rentabiliteit van de
Balansalfabet
onderneming en is de som van de nettowinst, de afschrijvingen en de toevoegingen aan de voorzieningen. De cashflow kan worden gebruikt voor investeringen, het aflossen van schulden en voor winstuitkeringen.
Commerciële balans Deze wordt opgesteld volgens algemeen aanvaarde bedrijfseconomische grondslagen. Deze grondslagen moeten voldoen aan normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Concern Het concern is een economische eenheid van een aantal zelfstandige ondernemingen die een gemeenschappelijke leiding hebben. Het concern maakt een jaarrekening op, bestaande uit een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting daarop.
Consolidatie Afzonderlijke jaarrekeningen van juridisch zelfstandige ondernemingen die hun economische zelfstandigheid hebben verloren, worden samengevoegd in de geconsolideerde jaarrekening, waarbij onderlinge verhoudingen (bijv. vorderingen en schulden) worden geëlimineerd.
Credit = rechterzijde van een rekening.
Crediteuren Crediteuren zijn schuldeisers. De post schulden aan leveranciers en handelskredieten bestaat uit de crediteurenrekeningen van de afzonderlijke leveranciers.
Balansalfabet
Current ratio De current ratio geeft de verhouding aan tussen de vlottende activa (voorraden, vorderingen, effecten en liquide middelen) enerzijds en de kortlopende schulden anderzijds.
Debet = linkerzijde van een rekening
Debiteuren Onder debiteuren worden de afnemers verstaan op wie de onderneming vorderingen (uitstaande vorderingen) heeft.
Deelnemingen Volgens de wet heeft een rechtspersoon of vennootschap een deelneming in een rechtspersoon indien hij, of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaft of doet verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Als een vijfde (20 %) of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed. Als de kapitaalverschaffing meer resp. minder dan de helft van het totaal bedraagt, is er sprake van een meerderheids- resp. minderheidsdeelneming.
Disagio Disagio ontstaat als het bedrag waarvoor een lening wordt geplaatst, lager is dan het bedrag dat moet worden terugbetaald.
Balansalfabet
Dividendbelasting Dividendbelasting is de belasting die wordt ingehouden op uitgekeerd dividend en is een voorheffing op de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting in mindering kan worden gebracht op de te betalen inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.
Dochtermaatschappij Van een dochtermaatschappij is sprake: !
als meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders wordt uitgeoefend door de leidende onderneming;
!
als meer dan de helft van de bestuurders of commissarissen kan worden benoemd of ontslagen door de leidende onderneming;
!
als de leidende onderneming als vennoot volledig aansprakelijk is voor de schulden van een VOF of CV.
Eigen beheer Industriële ondernemingen zijn vaak in staat om zelf bedrijfsmiddelen te bouwen of te vervaardigen, bijv. machines, installaties of gebouwen. Dit leidt tot een toename van het vermogen. De waarde van de materiële vaste activa wordt hoger. De verbruikte materialen en de lonen zijn productiekosten. Er is sprake van te activeren productie voor het eigen bedrijf als het gaat om een zelfstandig bedrijfsmiddel met een gebruiksduur van meer dan een jaar. Ook onderhoudskosten die de waarde van een bedrijfsmiddel verhogen, moeten worden geactiveerd. Bedrijfsmiddelen met een relatief geringe waarde hoeven niet te worden geactiveerd. Dit geldt eveneens voor reparaties door het eigen personeel van machines en gebouwen.
Balansalfabet
Eigen vermogen Dit is het vermogen waarmee een onderneming aansprakelijk is. Het behoort toe aan de aandeelhouders. Het eigen vermogen van NV’s en BV’s bestaat uit aandelenkapitaal, agioreserve, herwaarderingsreserve, wettelijke en statutaire reserves, overige reserves en onverdeelde winst.
Financiële vaste activa Hieronder worden o.a. opgenomen deelnemingen in groepsmaatschappijen, andere deelnemingen, overige effecten en langlopende vorderingen.
Financiering Financieren is het voorzien in de vermogensbehoefte voor de bedrijfsactiviteiten en het sturen van de ontvangstenen uitgavenstroom in de onderneming. In de vermogensbehoefte kan worden voorzien met eigen vermogen en vreemd vermogen. Het financieringsvraagstuk van een onderneming omvat de planning, sturing en controle van de geldmiddelen. Vermogensverkrijging = financiering Vermogensaanwending = investering Vermogensbeheer = betalings- en kredietverkeer Bij externe financiering wordt er geld van buiten de onderneming aangetrokken, bijv. van banken of andere kredietinstellingen. Van interne financiering is sprake als er geen beroep wordt gedaan op de vermogensmarkt, maar als de financiering plaatsvindt uit eigen middelen. Bij financiering met eigen vermogen wordt het vermogen door de eigenaren ter beschikking gesteld. De onderneming ontvangt financiële middelen van de eigenaar of de aandeelhouders. Dit kan o.a. gebeuren door het aantrekken van vermogen van buiten de onderneming in de vorm
Balansalfabet
van een verhoging van het aandelenkapitaal. Ook kan de gemaakte winst in de onderneming worden gehouden. In dit geval wordt de winst dus niet uitgekeerd. Bij financiering met vreemd vermogen ontvangt de onderneming vermogen van derden. Dit vermogen wordt naar de tijd waarvoor het aan de onderneming ter beschikking is gesteld, ingedeeld in vreemd vermogen op korte, middellange en lange termijn.
Fiscale balans De wettelijke voorschriften voor de commerciële balans zijn ook van toepassing op de fiscale balans. Er kunnen echter verschillen optreden door andere waarderingsgrondslagen en door verschillen in de toelaatbaarheid van bepaalde posten. Het doel van de fiscale balans is het bepalen van de fiscale winst. Voor de waardering in de fiscale balans zijn de fiscale maatstaven bepalend. Soms bestaat er een keuzemogelijkheid tussen een fiscale waarderingsgrondslag en een verplichte bedrijfseconomische waardering in de commerciële balans. In dat geval wordt om praktische redenen meestal gekozen voor de bedrijfseconomische waardering. Bestaat er zowel voor de commerciële balans als voor de fiscale balans een keuzemogelijkheid met betrekking tot de waardering, dan wordt bij de fiscale balans om praktische redenen veelal gekozen voor de waarderingsgrondslag van de commerciële balans.
Geplaatst kapitaal Het geplaatste kapitaal is het bedrag waarvoor aandelen zijn uitgegeven.
Gestort kapitaal Soms wordt overeengekomen dat niet alle aandelen bij plaatsing worden volgestort. De storting op de aandelen dient echter minimaal 25 % te zijn.
Balansalfabet
Goodwill Goodwill is de meerwaarde van een onderneming boven de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden. Goodwill wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa. Slechts de betaalde goodwill kan worden geactiveerd.
Groepsmaatschappij De wet omschrijft een groepsmaatschappij als een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch met elkaar als een groep zijn verbonden.
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Zowel het handelsrecht als het fiscale recht kennen grondslagen die van toepassing zijn op de waardering van bezittingen en schulden in de balans. Met betrekking tot de jaarrekening staat in artikel 362, lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dat de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat alsmede, voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. Een lage waardering van de activa is in het belang van de crediteuren, aangezien het eigen vermogen niet gunstiger wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. Met een zo hoog mogelijke waardering van voorzieningen en schulden wordt bereikt dat het aansprakelijk vermogen van de onderneming niet hoger lijkt dan het daadwerkelijk is. Een hogere waardering van de schulden en een lagere waardering van de bezittingen leiden tot een lagere winst en daarmee tot een lager eigen vermogen. Behalve met de belangen van de crediteuren wordt ook rekening gehouden met de belangen van de aandeelhouders.
Balansalfabet
De fiscale waarderingsgrondslagen zijn afgeleid van die in het handelsrecht. Er moeten echter nog wel correcties worden aangebracht. Het doel van de waarderingsgrondslagen in het fiscale recht is te komen tot een uniforme basis voor de te betalen belasting. Door het beperken van de keuzevrijheid met betrekking tot de waardering wordt voorkomen dat de fiscale winst te laag wordt.
Herwaarderingsreserve Als een actief geherwaardeerd wordt op een hoger bedrag, dan wordt aan de creditzijde van de balans een bedrag opgenomen ter grootte van het verschil tussen de boekwaarde van voor en na de herwaardering. Van herwaardering is sprake bij waardering tegen actuele waarde van materiële vaste activa, financiële vaste activa en voorraden. Ingevolge artikel 390, lid 5 BW 2 dient in de toelichting te worden uiteengezet of en op welke wijze in samenhang met de herwaardering rekening is gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. De wet stelt het opnemen van een belastinglatentie dus niet verplicht. In de praktijk wordt dit echter vaak wel gedaan.
Immateriële vaste activa Deze vormen een onderdeel van de vaste activa. Immateriële vaste activa hebben in de meeste gevallen geen intrinsieke waarde maar krijgen pas een waarde door de daaraan ten grondslag liggende bestedingen. Voorbeelden van immateriële vaste activa zijn concessies, vergunningen, intellectuele rechten en van derden verkregen goodwill.
Interne financiering (zelffinanciering) Bij interne financiering beschikt de onderneming zelf over voldoende financiële middelen die gebruikt kunnen worden voor financieringsdoeleinden. Voorbeelden hiervan
Balansalfabet
zijn het financieren van de investeringen uit de gemaakte winst of de reserves.
Inventarisatie Inventarisatie is het vaststellen van de bezittingen en schulden op een bepaald tijdstip.
Inventarislijst Op de inventarislijst staan alle bezittingen en schulden op een bepaald tijdstip, zowel naar hoeveelheden als naar waarde. De inventarislijst wordt opgesteld bij de start van een onderneming en aan het einde van ieder boekjaar.
Investeringen Een toename van de vaste activa noemen we een investering.
Jaarrekening Het jaarrekeningenrecht is te vinden in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (art. 360 - 414). Daarnaast zijn de procedurele bepalingen betreffende jaarrekeningen en jaarverslagen (financiële verslagen) opgenomen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (art. 999 1002). Artikel 362 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. De jaarrekening bestaat uit de balans met toelichting en de winst- en verliesrekening met toelichting. De artikelen 396 en 397 Boek 2 BW voorzien in zekere vrijstellingen van de verplichting tot inrichting van de jaarrekening, vermelding van gegevens, accountantsonderzoek en publicatie. Op grond van art.101 (NV) resp. art.
Balansalfabet
210 (BV) Boek 2 BW moet het bestuur jaarlijks binnen 5 maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening opmaken en deze voor de aandeelhouders ter inzage leggen. De jaarrekening moet door de bestuurders en de commissarissen worden ondertekend. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders en dient binnen 8 dagen na de vaststelling ervan - dan wel na de goedkeuring indien deze vereist is - te worden gedeponeerd ten kantore van het Handelsregister. Uiterlijk 13 maanden na afloop van het boekjaar moet de jaarrekening in ieder geval ten kantore van het Handelsregister liggen. Behalve duidelijkheid zijn de vereisten voor een jaarrekening: !
dat de balans en de winst- en verliesrekening een getrouw en stelselmatig overzicht geven van de (financiële) stand van zaken;
!
dat samenvoeging van posten het beeld niet mag vertroebelen;
!
dat de waardering van de activa en passiva alsmede de bepaling van het resultaat gegrond zijn op normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Het jaarrekeningenrecht geldt voor NV’s, BV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Op grond van artikel 10, Boek 2 BW is het bestuur van een rechtspersoon verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon dusdanige aantekening te houden dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht om jaarlijks binnen zes maanden (voor NV’s en BV’s vijf maanden) na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de rechtspersoon op te maken. Voornoemde bescheiden moeten tien jaar worden bewaard.
Balansalfabet
balans
winst- en verliesrekening
toelichting
activa naar liquiditeit
in scontrovorm of staffelvorm
verklaring afzonderlijke posten in de balans en winst- en verliesrekening
passiva naar looptijd grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Jaarverslag (financieel verslag) (zie ook jaarrekening, bestuursverslag en overige gegevens) Boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek geeft vergaande voorschriften inzake de jaarstukken (jaarverslag of financieel verslag) en de jaarrekening van ondernemingen die onder deze titel vallen. Het jaarverslag bevat een publicatie over de ondernemingstoestand en de ondernemingsactiviteiten en bestaat uit: !
de jaarrekening;
!
het bestuursverslag (in de wet jaarverslag genoemd);
!
de overige gegevens.
Alle in Boek 2, titel 9 genoemde rechtspersonen (NV’s, BV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen) moeten een exemplaar van de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens deponeren ten kantore van het Handelsregister, dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, in de regio waar de rechtspersoon volgens de statuten zijn zetel heeft, met aantekening van de dag van vaststelling en goedkeuring. Op grond van art. 101 resp. 210 Boek 2 BW moet het bestuur van een NV resp. BV het jaarverslag ter inzage leggen voor de aandeelhouders. De voorschriften voor de inrichting en openbaarmaking van de jaarstukken zijn afhankelijk van de grootte van de rechtspersoon. Voor
Balansalfabet
grote en middelgrote rechtspersonen is accountantscontrole verplicht.
Kosten Onder kosten verstaat men de geldswaarde van alle opgeofferde productiemiddelen voor het produceren van goederen en het verlenen van diensten. Lonen en salarissen, sociale lasten, grondstoffenverbruik, rente en afschrijvingen zijn voorbeelden van kosten.
Leasing Huur van duurzame bedrijfsmiddelen. Vaak bestaat de mogelijkheid om het bedrijfsmiddel later te kopen.
Liquide middelen Kasgelden, cheques en direct opeisbare tegoeden bij banken zijn liquide middelen.
Liquiditeit Liquiditeit is de mate waarin een onderneming in staat is om op korte termijn aan haar direct opeisbare betalingsverplichtingen te voldoen.
Maatschappelijk kapitaal Het maatschappelijk kapitaal is het kapitaal dat een NV of BV maximaal in omloop kan brengen. Het wordt in de statuten genoemd en kan alleen worden gewijzigd door een besluit van een vergadering van aandeelhouders waarin driekwart van de aandeelhouders is vertegenwoordigd die minstens de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Van het maatschappelijk kapitaal moet ten minste 20 % zijn gestort.
Balansalfabet
Materiële vaste activa Dit zijn materiële activa die duurzaam ter beschikking staan van de onderneming. Gebouwen, terreinen, installaties, machines evenals inventarissen zijn materiële vaste activa.
Minimumwaarderingsregel Bij de minimumwaarderingsregel vindt, op basis van het voorzichtigheidsbeginsel, de waardering plaats tegen kostprijs of lagere marktwaarde. Onder marktwaarde verstaan we de vervangingswaarde of de nettoopbrengstwaarde.
Netto-omzet De netto-omzet is de opbrengst uit de levering van goederen en diensten. Rabatten, bonussen en andere kortingen zijn hierop reeds in mindering gebracht.
Nettovermogenswaarde De nettovermogenswaarde van een deelneming wordt bepaald door de activa, de voorzieningen en de schulden van de deelneming te waarderen en het resultaat van de deelneming te berekenen volgens dezelfde grondslagen als die van de deelnemende onderneming. In artikel 384 en 389 Boek 2 BW zijn nadere voorschriften opgenomen.
Nettowinstmarge De nettowinstmarge is de verhouding tussen de nettowinst en de omzet en wordt uitgedrukt in een percentage.
Omzetbelasting Omzetbelasting wordt geheven van iedere ondernemer ter zake van door hem in Nederland verrichte leveringen en diensten over de in rekening gebrachte vergoeding. De belasting wordt geheven in alle schakels van de bedrijfs-
Balansalfabet
kolom. Als de belasting in rekening wordt gebracht aan een niet-vrijgestelde ondernemer, dan kan die ondernemer de voorbelasting in mindering brengen op de door hem af te dragen omzetbelasting.
Onttrekkingen Het overbrengen van bedragen en/of zaken van het ondernemingsvermogen naar het privé-vermogen van de eigenaar of eigenaren.
Opbrengsten Onder opbrengsten verstaan we de tegenwaarde van de verkopen. De opbrengsten bestaan uit de gefactureerde bedragen voor geleverde goederen en verleende diensten, waarop rabatten, kortingen voor contante betaling en omzetbelasting in mindering zijn gebracht. De opbrengsten is de grootste post van de baten.
Opgevraagd kapitaal Het opgevraagde kapitaal is het bedrag waarvoor aan de houders van niet-volgestorte aandelen bijstorting is gevraagd en waarvoor de BV of NV derhalve een vordering op de aandeelhouders heeft.
Overige gegevens De overige gegevens vormen samen met de jaarrekening en het bestuursverslag het jaarverslag (financieel verslag) van een rechtspersoon. In de overige gegevens moeten worden opgenomen: !
de accountantsverklaring ;
!
de statutaire bepalingen omtrent de winstbestemming;
!
de winstverdeling;
!
de afzonderlijke jaarrekeningen van dochtermaatschappijen die niet in de consolidatie zijn betrokken;
Balansalfabet
!
de gebeurtenissen na de balansdatum met belangrijke financiële gevolgen.
Overige reserves Deze worden gevormd uit de resultaten van voorgaande jaren en/of van het lopende boekjaar. Het gaat hier dus om vermogen dat in de onderneming zelf is gevormd. De overige reserves worden afzonderlijk in de balans vermeld.
Overlopende activa en overlopende passiva Met behulp van deze posten kunnen boekingen in het juiste jaar worden gemaakt als de uitgaven en ontvangsten in een ander boekjaar plaatsvinden dan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. De overlopende activa en de overlopende passiva zijn evenals afschrijvingen en voorzieningen nodig voor een juiste bepaling van de bezittingen en de schulden op de balansdatum en voor het bepalen van het juiste resultaat over het boekjaar. Het toerekenen van het resultaat aan het juiste boekjaar gebeurt door het opnemen van de post overlopende activa aan de debetzijde van de balans en overlopende passiva aan de creditzijde. De post overlopende activa wordt gebruikt voor betalingen die worden verricht vóór de balansdatum en die betrekking hebben op een periode na de balansdatum, zoals vooruitbetaalde huren, honoraria, verzekeringen en contributies. Volgens artikel 364, lid 3 BW 2 moeten de overlopende activa worden opgenomen onder de vlottende activa hetzij afzonderlijk, hetzij onder de vorderingen. De praktijk is dat de overlopende activa onder de vorderingen worden opgenomen. De post overlopende passiva wordt gebruikt voor ontvangsten vóór de balansdatum die betrekking hebben op een periode na de balansdatum en die dus ten gunste van het resultaat na de balansdatum moeten worden gebracht. Deze periode kan ook meer dan één jaar omvat-
Balansalfabet
ten. De overlopende passiva kunnen volgens artikel 364, lid 4 BW 2 worden opgenomen als afzonderlijke balansrubriek na de schulden of als afzonderlijke post onder de schulden. Voorbeelden van overlopende passiva zijn vooruitbetalingen door afnemers of vooruitontvangen huur van huurders. De ontvangsten vinden plaats in het oude boekjaar terwijl de uitgaven die ermee verband houden na de balansdatum worden gedaan. De onderneming heeft derhalve op de balansdatum de plicht om een prestatie te leveren. Er is dus sprake van een schuld.
Passiva Passiva zijn alle balansposten die aan de rechterzijde (passiefzijde of creditzijde) van de balans staan (eigen vermogen, voorzieningen en schulden).
Productiecentramethode Bij deze methode worden de indirecte kosten toegerekend aan het eindproduct via de kostenverdeelstaat en de kostendekkingsstaat (samen de kostenverrekenstaat genoemd). Bij de productiecentramethode vindt een betere verdeling van de kosten plaats dan via de boeking van opslagen/toeslagen mogelijk is. Op de kostenverdeelstaat worden de kosten per kostenplaats gegroepeerd.
Rechtspleging inzake jaarrekeningen Iedere belanghebbende die van oordeel is dat de jaarrekening of het jaarverslag van een onderneming niet aan de wettelijke eisen voldoet, kan die onderneming dagvaarden en in rechte eisen dat zij haar jaarrekening of jaarverslag inricht overeenkomstig bij rechterlijk bevel te geven aanwijzingen. Dezelfde bevoegdheid komt toe aan de procureur-generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam op grond van het algemeen belang. De Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam is bij uitsluiting bevoegd tot kennisneming van bovengenoemde vordering. Een bevel van de Onder-
Balansalfabet
nemingskamer bevat nauwkeurige aanwijzingen die de bestuurders van de onderneming in acht moeten nemen. Het niet nakomen van dit bevel is een economisch delict (art.1 Wet op de Economische Delicten sub 4°).
Rekening De financiële feiten worden in de boekhouding chronologisch en systematisch vastgelegd. Iedere rekening heeft twee zijden, de debet- en de creditzijde.
Rentabiliteit van het eigen vermogen De rentabiliteit van het eigen vermogen is de verhouding tussen de winst na belastingen en het eigen vermogen.
Reserves Reserves zijn eigen vermogen. Ze worden echter niet opgenomen onder het aandelenkapitaal. Reserves worden gevormd om eventuele toekomstige verliezen op te vangen. Open reserves worden in de balans afzonderlijk opgenomen onder de post eigen vermogen.
Schulden Dit zijn de verplichtingen van een onderneming op de balansdatum.
Slotbalans De slotbalans van een boekjaar vormt de afsluiting van de boekhouding voor dat jaar.
Balansalfabet
Som der bedrijfsopbrengsten + + + =
netto-omzet toename van voorraden gereed product en onderhanden werk afname van voorraden gereed product en onderhanden werk geactiveerde productie voor het eigen bedrijf overige bedrijfsopbrengsten som der bedrijfsopbrengsten
Statutaire reserve Statutaire reserves zijn reserves die volgens de statuten moeten worden aangehouden.
Stelselwijziging Als er een stelselwijziging wordt doorgevoerd, dienen de redenen daarvan in de toelichting op de stelselwijziging te worden opgenomen. In de uiteenzetting dient onderscheid te worden gemaakt tussen grondslagen van waardering en grondslagen van resultaatbepaling. Stelselwijzigingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op een wijziging van de afschrijvingsmethode, het vormen van voorzieningen en het overgaan van waardering tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs op waardering tegen actuele waarde. Op grond van art. 384, lid 6 BW 2 zijn twee methoden van stelselwijziging toegestaan. Bij de eerste methode worden de gevolgen van de stelselwijziging zichtbaar gemaakt door het verschil te laten zien tussen de cijfers volgens het nieuwe stelsel en de cijfers volgens het oude stelsel als dat nog toegepast zou zijn in het lopende boekjaar. De tweede methode laat het verschil in uitkomst zien tussen de cijfers van het voorafgaande boekjaar en de cijfers volgens het nieuwe stelsel als dat zou zijn toegepast in dat boekjaar. Als er een stelselwijziging heeft plaatsgevonden, dan dient dit uiteraard in de jaarrekening, zowel in de balans en de winst- en verliesrekening als in de toelichting, te worden vermeld. De cijfers over het voorafgaande boekjaar moeten worden aangepast. In de
Balansalfabet
toelichting moeten de oorspronkelijke cijfers worden vermeld. Daarnaast moet het effect op het resultaat van de jaren voorafgaand aan het vorige boekjaar rechtstreeks in het eigen vermogen aan het begin van het vorige boekjaar worden verwerkt.
Stille reserves Stille reserves worden niet in de balans vermeld maar zijn wel werkelijk bestaand vermogen. Dit leidt ertoe dat het ondernemingsvermogen in werkelijkheid groter is dan het balanstotaal. Stille reserves ontstaan door een te lage waardering van de activa of een te hoge waardering van de passiva. Stille reserves kunnen tot uitdrukking komen bij verkoop van de betreffende activa. De verkoopprijs ligt dan boven de boekwaarde.
Toegevoegde waarde Hieronder wordt verstaan de waardevermeerdering als gevolg van de bedrijfsactiviteiten. Deze waardevermeerdering kan worden berekend door de kosten van de van leveranciers betrokken goederen af te trekken van de netto-omzet.
Toelichting Op grond van wettelijke voorschriften bestaat de jaarrekening van een rechtspersoon niet alleen uit een balans en een winst- en verliesrekening. Tot de jaarrekening behoort, behalve de overige gegevens, eveneens een toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening. De toelichting vormt daarmee een onderdeel van het financieel verslag (jaarverslag). De afzonderlijke posten in de balans en de winst- en verliesrekening worden in de toelichting nader verklaard. De door de rechtspersoon gehanteerde grondslagen voor de waardering en de bepaling van het resultaat moeten in de toelichting worden uiteengezet evenals de niet uit de balans blijkende verplichtingen, de bezoldiging van (voormalige) bestuurders
Balansalfabet
en commissarissen, de verstrekte leningen aan bestuurders en commissarissen en het gemiddelde aantal werknemers.
Uitgaven = het wegvloeien van betaalmiddelen.
Vaste activa Met de vaste activa worden de activa bedoeld die duurzaam ter beschikking van de onderneming staan, zoals gebouwen, terreinen, machines, deelnemingen en goodwill.
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering zijn gebouwen, machines, transportinstallaties en andere bedrijfsmiddelen die nog niet gereed zijn. Het is daarbij niet van belang of ze door het eigen bedrijf gebouwd of vervaardigd worden of door een ander bedrijf. Alle kosten worden voorlopig op de rekening vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering geboekt en geactiveerd. Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering worden op de balansdatum afzonderlijk in de slotbalans vermeld onder de post materiële vaste activa. Daarmee wordt ook duidelijk dat er niet op wordt afgeschreven. Wanneer de bedrijfsmiddelen gereed zijn, worden de kosten die op de rekening vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering zijn geboekt, overgeboekt naar de betreffende rekening, bijvoorbeeld naar gebouwen. De betreffende rekening vermeldt de vervaardigingskosten van het nieuwe bedrijfsmiddel. Deze vormen de basis voor de afschrijving. Het tijdstip van voltooiing is bepalend voor het begin van de afschrijving.
Balansalfabet
Verkrijgingsprijs De verkrijgingsprijs wordt in de wet omschreven als de inkoopprijs en de bijkomende kosten.
Verlies =negatief saldo van baten en lasten.
Vermogen Het vermogen staat aan de passiefzijde van de balans en bestaat uit eigen vermogen en vreemd vermogen.
Vervaardigingsprijs De vervaardigingsprijs is het totaal van de kosten die direct aan een bepaald product kunnen worden toegerekend. Dit zijn ten minste de aanschaffingskosten van de verbruikte grond- en hulpstoffen verhoogd met de directe productiekosten. Verhoging met een redelijk deel van de indirecte productiekosten en met de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend, is toegestaan.
Vlottende activa Vlottende activa zijn activa waarover de onderneming voor korte tijd de beschikking heeft. Voorbeelden hiervan zijn kasgelden, banktegoeden, vorderingen en voorraden.
Voorraden Voorraden maken deel uit van de vlottende activa en bestaan uit grond- en hulpstoffen, halffabrikaten, gereed product en handelsgoederen. Vooruitbetalingen op voorraden moeten volgens artikel 369, Boek 2 BW eveneens onder de voorraden worden opgenomen.
Balansalfabet
Vooruitbetaald op materiële vaste activa De post vooruitbetaald op materiële vaste activa betreft vooruitbetalingen waartoe de onderneming op grond van een overeenkomst verplicht is. Dergelijke voorschotten komen veel voor bij: !
aannemingscontracten (vanwege de lange uitvoeringstijd);
!
bedrijfsmiddelen die op maat of op bestelling worden gemaakt;
!
bedrijfsmiddelen uit het buitenland.
Er is sprake van vooruitbetalingen zodra het betaalde bedrag niet meer tot het vermogen van de afnemer behoort, bijvoorbeeld bij betaling door middel van een cheque, een wissel of door debitering van de bankrekening. Vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden evenals vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering afzonderlijk tot uitdrukking gebracht en in de balans vermeld onder de materiële vaste activa als vooruitbetaald op materiële vaste activa. Deze post wordt vermeld in de slotbalans als het bedrijfsmiddel op de balansdatum nog geen eigendom van de onderneming is. Vooruitbetalingen moeten op dezelfde wijze worden gewaardeerd als vorderingen. Het betaalde bedrag blijft staan zolang de uitvoering van de order volgens plan verloopt.
Voorwerpen van geringe waarde Materiële vaste activa met een relatief geringe waarde worden in één keer ten laste van het resultaat gebracht. Waar de hier bedoelde grens ligt, wordt mede bepaald door de omvang en de structuur van de onderneming.
Voorzichtigheidsbeginsel Het voorzichtigheidsbeginsel houdt in dat met winsten slechts rekening wordt gehouden voor zover ze op de balansdatum zijn gerealiseerd (dus zeker zijn). Met verlie-
Balansalfabet
zen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar, moet rekening worden gehouden indien deze vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn (dus waarschijnlijk zijn).
Voorzieningen Bij de `echte’ verplichtingen die voortvloeien uit het leveren van goederen of het verrichten van diensten, is bekend om welk bedrag het gaat en wanneer dat bedrag moet worden betaald. Bij voorzieningen zijn het exacte bedrag en het moment waarop dat betaald moet worden, nog niet bekend op de balansdatum. Voorzieningen zijn derhalve gebaseerd op schattingen. De onzekerheid over de hoogte van het bedrag en het tijdstip van betaling onderscheidt voorzieningen van verplichtingen uit leveringen en diensten en overige verplichtingen die aan het einde van het jaar worden opgenomen onder de schulden. Het vormen van voorzieningen leidt tot een last in het betreffende jaar. De post voorzieningen aan de creditzijde van de balans en een kostenrekening spelen hierbij een rol. De kostenpost wordt toegerekend aan de periode waarin deze zijn oorsprong vindt. Voorzieningen hebben tot doel het resultaat aan de juiste periode toe te rekenen. De omvang ervan moet volgens artikel 374, lid a Boek 2 BW redelijkerwijs te schatten zijn. Voorbeelden van voorzieningen zijn: !
garantieverplichtingen;
!
assurantie eigen risico;
!
onderhoudskosten;
!
pensioenverplichtingen.
Vorderingen Vorderingen zijn aanspraken tegenover derden op betaling in geld of in goederen.
Balansalfabet
Vreemd vermogen Tot het vreemde vermogen behoren schulden aan leveranciers, bankschulden, voorzieningen en overlopende passiva. Vreemd vermogen is het totaal van de gelden die van buiten de onderneming zijn aangetrokken. Banken, leveranciers en andere kredietverschaffers stellen deze geldmiddelen ter beschikking. Afhankelijk van de tijd waarna het moet worden terugbetaald, wordt er onderscheid gemaakt tussen vreemd vermogen op korte, middellange en lange termijn.
Waardering Waardering is het toekennen van een geldswaarde aan activa en passiva. De afzonderlijke activa en passiva moeten in geld worden uitgedrukt en in de commerciële balans worden vermeld. Ook in de fiscale balans en bij de kostprijsberekening moet er worden gewaardeerd. Verschillende benaderingswijzen met betrekking tot de waardering leiden tot verschillende waardebegrippen. De bescherming van de crediteuren staat bij de waardebegrippen en de voorschriften voor de waardering in het handelsrecht voorop. Bij het opmaken van de balans en bij de verslaglegging moet hiermee rekening worden gehouden. Met het principe van de bescherming van de aandeelhouders wordt rekening gehouden doordat het te laag waarderen van bezittingen resp. het te hoog waarderen van schulden niet is toegestaan. Waarderingskwesties spelen een belangrijke rol in de bedrijfsadministratie, en wel op verschillende gebieden, namelijk bij: !
de kostprijsberekening – calculatie van de verkoopprijs en de offerteprijs;
!
de berekening van het resultaat – bepaling van de winst;
!
de commerciële balans – waardering van bezittingen en schulden op de balansdatum;
Balansalfabet
!
de fiscale balans – waardering voor fiscale doeleinden.
De waardering is afhankelijk van het doel dat ermee wordt beoogd. Zo kunnen er voor de waardering van bedrijfsmiddelen verschillende normen worden aangehouden, afhankelijk van de vraag of de waardering bedoeld is voor de commerciële balans, de fiscale balans, de liquidatiebalans of voor de berekening van de kostprijs. De waardering heeft grote gevolgen voor de balans en de hoogte van de winst. Een bedrijfsmiddel kan in principe worden gewaardeerd op de waarde bij aanschaffing, de aanschaffingswaarde. Bepalend voor de aanschaffingswaarde is de waarde in het verleden. Met een eventuele waardedaling door gebruik of veroudering wordt rekening gehouden door middel van afschrijvingen. Bij het principe van de aanschaffingswaarde wordt geen rekening gehouden met de inflatie. Als er inflatie is, is het behoud van de reële waarde echter niet gegarandeerd. Een bedrijfsmiddel kan, behalve tegen de aanschaffingswaarde, worden gewaardeerd tegen de huidige marktwaarde of vervangingswaarde, dus tegen de waarde op de balansdatum. Het principe van de actuele waarde is gebaseerd op het behoud van de reële waarde van het vermogen. Volgens dit principe is er pas sprake van winst als bij de bepaling van het resultaat rekening wordt gehouden met de gestegen vervangingsprijzen.
Waarderingsbeleid Met waarderingsbeleid wordt bedoeld het bewust beïnvloeden van de jaarrekening met de bedoeling de vermogenspositie of de rentabiliteit gunstiger of ongunstiger voor te stellen dan deze in werkelijkheid is. De toegestane keuzevrijheid bij het opmaken van de balans en de waardering van balansposten is bepalend voor het waarderingsbeleid.
Balansalfabet
Werkkapitaal Het werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden.
Wettelijke reserve Wettelijke reserves zijn reserves die op grond van de wet moeten worden gevormd en aangehouden zolang de redenen voor het vormen van deze reserves blijven bestaan. Voorbeelden van wettelijke reserves zijn bepaalde herwaarderingsreserves, de reserve tekort minimumkapitaal en de reserve deelnemingen.
Winst =positief saldo van baten en lasten. Winst wordt in het fiscale recht omschreven als het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit onderneming.
Winst- en verliesrekening De winst- en verliesrekening is een onderdeel van de jaarrekening. De baten en lasten van het afgelopen boekjaar zijn erin vermeld. Het verschil tussen baten en lasten is het resultaat na belastingen. De onverdeelde winst ontstaat als rekening wordt gehouden met de toevoegingen of de onttrekkingen aan de reserves en met het dividendvoorstel.
Zelffinanciering Zie interne financiering.
Appendix
APPENDIX Machinefabriek NV, Arnhem Balans per 31-12-1997 (x f 1.000) Activa
Passiva
Vaste activa
Eigen vermogen
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa -Bedrijfsgebouwen en -terreinen -Machines en installaties -Inventaris -Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa Financiële vaste activa
44 Gestort en opgevraagd kapitaal Agio 23.041 Herwaarderingsreserve 26.297 Overige reserves 2.807 Onverdeelde winst (Totaal eigen vermogen) Voorzieningen 4.784 Pensioenvoorziening 6.714 Overige voorzieningen
(Totaal vaste activa) Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen
63.687 (Totaal voorzieningen) Langlopende 12.357 schulden 14.980 Schulden aan krediet5.245 instellingen 3.512 Overige schulden (Totaal langlopende 36.094 schulden) Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Overlopende passiva
(Totaal vlottende activa)
(Totaal kortlopende schulden) 99.781
25.000 5.000 615 17.700 3.327 51.642 14.500 6.074 20.574
7.449 3.764 11.213
7.445 8.784 123
16.352 99.781
Appendix
Winst- en verliesrekening Machinefabriek NV (MNV) 1997 guldens Netto-omzet Toename voorraden gereed product en onderhanden werk Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Kostprijs van de omzet Kosten van grond- en hulpstoffen Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Personeelskosten Lonen en salarissen Sociale lasten en pensioenlasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Resultaat uit deelnemingen Opbrengsten van andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren Overige rentebaten en soortgelijke Opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone Bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen
172.703.645 462.804 689.401 956.093 174.811.943 -62.945.918 -12.132.539 -54.346.890 -11.125.092 -7.286.900 -19.345.958 -167.183.297 412.945 310.943 12.319 -946.360 7.418.493 -3.291.493 4.127.000
Deze cd-rom Balanslezen is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever stelt zich echter niet aansprakelijk voor de gevolgen van eventueel nog voorkomende onjuistheden in de inhoud van deze uitgave.
Zakboekjes van PBNA Hoe zat dat ook alweer? Bij uw werk komt u in aanraking met andere afdelingen en bedrijven en u spreekt met leidinggevende en beleidsbepalende collega’s die een andere achtergrond hebben en een andere terminologie gebruiken. U komt begrippen tegen die u niet meer precies kent... Hoe zat dat ook alweer? Het antwoord op die vraag kan van groot belang zijn. Een zorgvuldig beleid, betere prestaties en doelmatige aanpak, vragen om parate kennis: hèt antwoord op economische druk. Daarom brengt PBNA een serie handige beroeps- en vak-gerichte Zakboekjes, met antwoorden op de vraag ‘hoe zat dat ook alweer...’. Handig om bij de hand te hebben in talloze dagelijkse situaties. Volkomen nieuwe naslagwerken met een omvangrijke hoeveelheid kennis op het gebied van techniek, automatisering, elektronica, bedrijfskunde, economie, energie, beveiliging, recht en op het sociale terrein. Overzichtelijk en compact bijeengebracht. Met informatie zowel op uw eigen als op aangrenzende gebieden.
Boordevol parate kennis, bij de hand in iedere situatie De redactie van elk Zakboekje hanteert als uitgangspunt dat de logische lijn per vakgebied wordt gevolgd. Die opzet maakt snel overzicht in de samenhang tussen onderwerpen mogelijk. Daarmee zijn ze een bron van informatie van hoge kwaliteit.
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
Handig om bij de hand te hebben in allerlei dagelijks voorkomende situaties. Waarin een goed begrip van groot belang is.
Gemakkelijk toegankelijk Handig en compact De unieke formule maakt de Zakboekjes bijzonder gemakkelijk toegankelijk. Korte en bondige definities, omschrijvingen, formules, grafieken en tabellen. Een uitgebreide inhoudsopgave. Een compleet trefwoordenregister.
Parate kennis op bestelling • Poly-Bedrijfskundig Zakboekje • Poly-Financieel Zakboekje Onderstaande zakboekjes zijn tevens op cd-rom leverbaar: • Zakboekje Balanslezen • Zakboekje Kengetallen • Zakboekje Handelsrekenen • Zakboekje Projectmanagement • PC-Zakboekje • Poly-Facilitair Zakboekje • ICT-Zakboekje • Bedrijfsjuridisch Zakboekje
Bestellen Hierna vindt u meer informatie over de Zakboekjes van PBNA (wijzigingen voorbehouden). U kunt ze bestellen bij uw boekhandel, of rechtstreeks bij PBNA: telefoon: (026) 3840030, fax: (026) 3843377, e-mail:
[email protected], internet: www.pbna-publishing.com.
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
Zakboekje Balanslezen In het zakboekje Balanslezen vindt u: • waarom een balans wordt opgemaakt en welke informatie de balans geeft; • wat de afzonderlijke balansposten betekenen en hoe ze moeten worden geïnterpreteerd; • hoe de waardering in de balans tot stand komt; hoe een winst- en verliesrekening is ingedeeld. Dit zakboekje is bestemd voor wie inzicht wil hebben in de financiële positie van een onderneming. Dit kunnen medewerkers en aandeelhouders van een onderneming zijn. Maar ook leveranciers en afnemers die hun handelspartner beter willen beoordelen. Door de balans te lezen kunt u een onderneming beoordelen. De tips en checklisten zijn handig bij het werken met dit boekje. Dit boekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Balanslezen.
Zakboekje Kengetallen In het zakboekje Kengetallen vindt u: • waarom het verstandig is om met kengetallen te werken; • wat de belangrijkste kengetallen zijn; • hoe u met behulp van kengetallen kunt meten en beoordelen, • en wat daar de gevolgen van zijn. Dit zakboekje is bestemd voor wie in compacte vorm informatie wil hebben over de sterke en zwakke kanten van een onderneming. Dit kunnen medewerkers en aandeelhouders van een onderneming zijn. Maar ook leveranciers en afnemers die hun handelspartner beter willen beoordelen. Met behulp van kengetallen kunt u een onderneming beoordelen. De tips en checklisten zijn handig bij het werken met dit boekje. Dit boekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Kengetallen.
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
Zakboekje Handelsrekenen In het zakboekje Handelsrekenen vindt u: • de fundamentele rekenmethodes en de betekenis ervan voor de praktijk met voorbeelden; • een groot aantal verschillende onderwerpen, van renteberekeningen tot kengetallen en van leasing tot direct costing. Dit boekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Handelsrekenen.
Zakboekje Projectmanagement Het zakboekje Projectmanagement geeft u inzicht in: • wanneer projectmanagement zinvol is en wat daarvoor nodig is; • hoe u projecten moet starten en waarop u moet letten; • hoe u projecten goed kunt uitvoeren; • hoe u projecten succesvol kunt afsluiten. Dit zakboekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Projectmanagement.
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
Poly-Bedrijfskundig Zakboekje Het Poly-Bedrijfskundig Zakboekje biedt u een actueel en toegankelijk overzicht van het nog jonge vakgebied bedrijfskunde. Het uitgangspunt van de bedrijfskunde is de integrale, interdisciplinaire en praktijkgerichte benadering van managementvraagstukken. De redactie en auteurs van dit Zakboekje kozen voor dezelfde benadering. Dit unieke naslagwerk behandelt op compacte en overzichtelijke wijze een groot aantal praktijkproblemen op managementgebied. Het biedt doeltreffende maatregelen om deze problemen te voorkomen, te elimineren of op te lossen. Het Poly-Bedrijfskundig Zakboekje is bestemd voor (aankomende) managers op alle niveaus, werkzaam in het bedrijfsleven én in de niet op winst gerichte sectoren. Inhoud • Wat is bedrijfskunde? • Bedrijfskundige aanpak van problemen • Management • Strategisch management • Organisatie • Commerciële functie • Ontwikkelfunctie • Productiefunctie • Financiële functie • Sociale functie • Trefwoordenregister
Poly-Financieel Zakboekje Het Poly-Financieel Zakboekje biedt u een samenhangend geheel van hoofdonderwerpen op financieel gebied en van alles wat daarmee samenhangt. Geld en financiën spelen een belangrijke rol in het leven van mensen. Zo worden we bijvoorbeeld aan het eind van deze eeuw geconfronteerd met de invoering van de euro. In het Poly-Financieel Zakboekje wordt uitleg gegeven van termen, begrippen, afkortingen en uitdrukkingen die gangbaar zijn in de financiële wereld. Bovendien wordt inzicht gegeven in hoe het werkt in de praktijk. Het Poly-Financieel Zakboekje is bestemd voor wie in de dagelijkse praktijkuitoefening in aanraking komt met financiële informatie. Inhoud • Algemeen management financiële functie • Financieel management • Financiële structuur • Internationaal financieel management • Accountantscontrole • Vermogensbehoefte • Lonen en pensioenen • Beurszaken • Onroerend goed • Bank- en geldzaken • Verzekeringen • Overheidsvoorzieningen en subsidies • Belastingen • Juridische aspecten • Administratieve organisatie • Informatieplanning • Trefwoordenregister
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
PC-Zakboekje Het PC-Zakboekje richt zich op veel gebruikte toepassingen Windows, Word, Excel, Internet en e-mail. Dit handzame Zakboekje helpt je in glasheldere taal om handiger met je PC om te gaan. Dit gebeurt aan de hand van herkenbare vragen zoals: • Hoe wissel ik tussen actieve programma’s? • Hoe kan ik mijn programma sneller starten? • Hoe krijg ik accenten op mijn letters? • Hoe kan ik cellen in Excel beveiligen? • Hoe kan ik zien of mijn e-mailbericht is gelezen door de ontvanger? Het PC-Zakboekje is bestemd voor alle PC-gebruikers. Ook als je al geruime tijd met een PC werkt, zul je er versteld van staan hoe je veel handelingen sneller en handiger zult uitvoeren. Dit Zakboekje is een soort ‘spiekboekje’. Het helpt als je je afvraagt: "hoe zat dat ook alweer?" Het is uniek, omdat in één Zakboekje de meest gebruikte PC-toepassingen worden behandeld. Dit zakboekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: PC-raadgever.
Poly-Facilitair Zakboekje Het Poly-Facilitair Zakboekje biedt u een actueel, toegankelijk en zo volledig mogelijk overzicht van het dynamische vakgebied facilitaire diensverlening. Iedere moderne organisatie heeft te maken met facilties als huisvestingstechnologie, informatie- en communicatietechnologie, facilitaire-, kwaliteits-, milieu-, en veiligheidszorg, onroerend goedbeheer en werkplekinrichting. In het Poly-Facilitair Zakboekje komen deze zaken uitgebreid aan bod. Er wordt uitleg gegeven van termen, begrippen, afkortingen en uitdrukkingen die gangbaar zijn in de facilitaire wereld. Bovendien wordt inzicht gegeven in hoe het werkt in de praktijk. Dit zakboekje biedt u ook op compacte en duidelijke wijze de grondbeginselen van het moderne facility management. Het Poly-Facilitair Zakboekje is bestemd voor wie in de dagelijkse praktijkuitoefening te maken heeft met facilitaire processen. Ook voor studenten facilitaire dienstverlening (FD), facility management (FM) en bedrijfskunde is het een belangrijke kennisbron. Inhoud • Algemeen • Organisatie en facility management • Facility managementproces • Prijs/kwaliteit van facilitaire diensten • Facilitaire inkoop • Huisvesting • Facilitaire technologie • Veiligheidszorg • Restauratieve voorzieningen • Schoonmaakbeheer • Hygiëne • Documentaire dienstverlening • Wagenparkbeheer • Functionele ondersteuning • Geschiedenis van het vakgebied
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
• Onderzoek en ontwikkeling Dit zakboekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Facilitaire dienstverlening.
ICT-Zakboekje Toepassingen van informatietechnologie zijn al lang geen modeverschijnsel meer. Jaarlijks worden er door het bedrijfsleven tientallen miljoenen guldens in geïnvesteerd. Toepassingen van informatietechnologie zijn onomkeerbaar geworden. De meeste bedrijven zijn daardoor sterk afhankelijk geworden van deze technologie. Voor de continuïteit, de bedrijfszekerheid en de beveiliging betekent dit zowel voordelen als risico’s. Voor managers en leidinggevenden is het derhalve noodzakelijk om op de hoogte te zijn van de basiskennis van dit vakgebied. Inhoud • Overzicht informatietechnologie • Technische informatica • Computernetwerken • Programmatuur • Gegevens, bestanden, gegevensbanken • Multimedia en hypermedia • Kantoorautomatisering • Technische/wetenschappelijke toepassingen • Overige toepassingen • Inrichten en beheren • Ontwerpen, construeren en onderhouden van computersystemen • Maatschappelijke en menselijke aspecten • Instellingen • Tijdschriften • Trefwoordenregister Dit zakboekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: ICT cdrom.
POLY-ZAKBOEKJES VAN PBNA
Bedrijfsjuridisch Zakboekje Het Bedrijfsjuridisch Zakboekje biedt een actueel overzicht van wetten en regels waar u als ondernemer mee te maken heeft. Zo is er aandacht voor de nieuwste belastingwetgeving. Ook wordt ruim aandacht besteed aan het Mededingingsrecht. Op 1 januari 1998 is de Mededingingswet in werking getreden. Door de invoering van deze wet is een groot aantal gedragingen van en afspraken tussen ondernemingen verboden, tenzij de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) hiervoor een ontheffing geeft. De wet is van toepassing op alle sectoren en zowel op grote als kleine bedrijven. Het Bedrijfsjuridisch Zakboekje geeft de professionele gebruiker een actueel en toegankelijk overzicht van de belangrijkste rechtsgebieden. Inhoud • Privaatrecht voor ondernemers • Bedrijfseconomisch recht • Belastingrecht • Sociaal recht • Milieurecht • (Internet)adressen • Afkortingen • Trefwoordenregister Dit zakboekje is tevens als cd-rom verkrijgbaar: cd-rom Bedrijfsjuridisch.
Uw eigen Handboek, Zakboek of CD-ROM? Koninklijke PBNA-Uitgeverij ondersteunt u met het uitwerken van uw ideëen, helpt u met het vinden van auteurs, productie en distributie, zodat u een succesvolle publicatie creëert. Speciaal voor uw doelgroep en beantwoordend aan uw verwachtingen en doelstellingen. Kortom: onze expertise voor uw publicatie! Wij bespreken graag de mogelijkheden met u. Voor meer informatie bel: 026 - 384 33 70 of fax: 026 - 384 33 77, Afdeling advisering en projecten.