Bachelor Thesis
“Fat is bad, thin is in” Wat het ideaalbeeld in de media doet met het lichaamsbeeld van meisjes
Naam: Aniek Munk Studentnummer: 6058914 Datum: 30-05-2012 Aantal woorden: 6490
Afstudeerseminar: Media-entertainment en het gedrag van kinderen en jongeren Docenten: Dr. M. Huizinga & S.W.C. Nikkelen, MSc.
Inhoudsopgave
1. Introductie .............................................................................................................................. 2 2. Theorie ................................................................................................................................... 4 2.1
Lichaamsbeeld ............................................................................................................. 4
2.2
Internalisatie van het slankheidsideaal ........................................................................ 4
3. Methode .................................................................................................................................. 6 4. Onderzoeksresultaten ............................................................................................................. 7 4.1
Media-invloed op het lichaamsbeeld van meisjes ....................................................... 7
4.2
De rol van internalisatie als mediator .......................................................................... 8
4.3
De rol van internalisatie als moderator ..................................................................... 14
5. Conclusie en discussie .......................................................................................................... 16 6. Literatuur .............................................................................................................................. 19
1
1. Introductie Een negatief lichaamsbeeld en de ontwikkeling van eetproblemen vormen in toenemende mate problemen voor jongeren, met name voor meisjes. De media lijken hier in verschillende opzichten een rol bij te spelen, waardoor dit voor de wetenschap een interessant onderzoeksonderwerp vormt (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009). De fotomodellen en actrices die worden getoond op televisie en in tijdschriften zijn vaak zeer slank, maar daarnaast worden in deze media ook onderwerpen als diëten en afvallen besproken (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009). Op deze manier dragen de media bij aan het ontstaan van een bepaald beeld van het vrouwelijk lichaam waarbij ‘dun zijn’ als ideaal wordt gezien, namelijk het zogenaamde slankheidsideaal (Wykes & Gunter, 2005). De beeld van het vrouwelijk lichaam dat door de media wordt geportretteerd en zo het slankheidsideaal stimuleert, kan vrouwen het gevoel geven dat zij onder druk staan om zich te vergelijken met dit hedendaagse ideaal. De druk die vrouwen ervaren, kan vervolgens leiden tot negatieve gevoelens die een vrouw heeft ten opzichte van haar eigen lichaam (Silverstein, Perdue, Peterson & Kelly, 1986; Wykes & Gunter, 2005). Waar echter ook rekening mee gehouden moet worden, zijn de toenemende technologische mogelijkheden die kunnen bijdragen aan het ontstaan van onrealistische idealen. Hiermee wordt het manipuleren van beeldmateriaal bedoeld, waarbij een op het eerste gezicht normale afbeelding van een vrouw aangepast kan zijn door computertechnologieën, waarbij bepaalde aspecten geaccentueerd of juist verdoezeld zijn (Wykes & Gunter, 2005). Strasburger, Wilson en Jordan (2009) benadrukken de grote verschillen in vrouwelijk lichaam tussen de televisiebeelden en de realiteit. Zo is het aantal vrouwen met ondergewicht op televisie bijna zeven keer zo groot als in de realiteit (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009). De media schetsen een beeld van het ideale lichaam, wat sommigen als voorbeeld zien. De vergelijking die men maakt met dit door de media geschetste, en vaak gemanipuleerde, beeld, leidt ertoe dat er mogelijk een vergelijking wordt gemaakt met een onhaalbaar ideaal. Het heersende ideaalbeeld van het vrouwelijk lichaam is van een dergelijk grote invloed dat niet alleen volwassen vrouwen, maar ook kinderen zich hier al mee bezighouden en hun gedrag door dit slankheidsideaal laten beïnvloeden (Ricciardelli & McCabe, 2001). Volgens het socioculturele beïnvloedingsmodel kunnen de media hier in grote mate aan bijdragen, maar daarnaast worden kinderen beïnvloed door ouders en leeftijdsgenoten (Austin & Smith, 2008). Deze invloeden worden socioculturele factoren genoemd. Strassburger et al. (2009) 2
geven aan dat socioculturele factoren wat betreft het slank zijn vooral meisjes en jonge vrouwen beïnvloeden. Hierdoor ervaren de meisjes een bepaalde druk om een mogelijk onrealistisch lichaamsbeeld na te streven. Vrouwen en meisjes houden zich in grote mate bezig met voeding en lichaamsbeeld en dit kan zelfs is sommige gevallen leiden tot de ontwikkeling van eetproblemen (Wykes & Gunter, 2005). Verschillende factoren worden aangedragen als mogelijke onderliggende mechanismen aan het effect dat media hebben op het lichaamsbeeld van meisjes, namelijk de internalisatie van het slankheidsideaal, schema-activatie en social comparison (López-Guimerà, Levine, Sánchez-Carracedo & Fauquet, 2010). Internalisatie is het proces waarbij bepaalde waarden en gedragsmanieren door een individu worden geaccepteerd en geïntegreerd. Het individu betrekt dit op zichzelf en gaat hier mogelijk ook naar gaan handelen (Grolnick, Deci & Ryan, 1997). Er zal dieper in worden gegaan op de rol die internalisatie van het slankheidsideaal speelt, omdat dit mechanisme belangrijk is voor het verklaren van het effect dat de media hebben op het lichaamsbeeld (Strassburger, Wilson & Jordan, 2009). In deze literatuurstudie wordt gefocust op meisjes, omdat zij een vatbare doelgroep vormen voor negatieve mediainvloeden. Dit leidt tot de volgende vraagstelling: Wat is de rol van internalisatie bij het effect van het ideaalbeeld van de vrouw dat wordt geschetst door de media (televisie en tijdschriften) op het lichaamsbeeld van meisjes? Dit literatuuronderzoek zal een weergave bieden van de recente ontwikkelingen ten aanzien van het onderwerp van dit onderzoek. Hiermee wordt een beeld geschetst van de manier waarop de media meisjes kunnen beïnvloeden, waarbij de mogelijkheid bestaat dat zij een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. Bovendien zal de rol van internalisatie vanuit verschillende kanten worden bekeken, enerzijds als mediërende factor en anderzijds als modererende factor. De uitkomsten van dit literatuuronderzoek kunnen een maatschappelijk doel dienen, omdat deze laten zien welk proces ten grondslag ligt aan de beïnvloeding van meisjes door de media. De inzichten die verkregen worden wat betreft internalisatieproces, kunnen mogelijk helpen de negatieve effecten die zich voordoen bij sommige meisjes te verminderen of te vermijden.
3
2. Theorie 2.1
Lichaamsbeeld
Al op jonge leeftijd houdt men zich bezig met uiterlijk en de zogenaamde eisen die aan het “perfecte lichaam” worden gesteld. De media is volgens het socioculturele beïnvloedingsmodel een van de socioculturele factoren die een sterke invloed heeft op de beïnvloeding van kinderen en jongeren (Austin & Smith, 2008; Ricciardelli & McCabe, 2001). Zij worden volgens dit model sterk beïnvloed door het ideaalbeeld dat door de media wordt geschetst. Dit maakt dat men dit ziet als de norm,waaraan zij zich willen conformeren (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009). Het beeld in de media wordt als voorbeeld genomen en wanneer men zich gaat vergelijken met deze modellen en actrices, gaan zij vaak negatiever over hun eigen lichaam denken. Door de vergelijking met dit ideaalbeeld, ontwikkelen meisjes mogelijk een negatief lichaamsbeeld (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009; Wykes & Gunter, 2005). Wykes & Gunter (2005) definiëren lichaamsbeeld als “a psychological construct, that tends to compromise a mixture of self-perceptions, ideas and feelings about one’s physical attributes” (p. 2). Dit kan volgens hen vooral voor vrouwen een probleem vormen, omdat zij zich in bovengemiddelde mate bezighouden met voedsel, hun lichaam en sporten met het doel om af te vallen. Voor hen staat het hebben van een slank figuur vaak gelijk aan aantrekkelijk zijn (Ricciardelli & McCabe, 2001). Lichaamsbeeld vormt bovendien voor jonge kinderen al een issue (Smolak, 2004). Meisjes hebben al op jonge leeftijd het gevoel dat zij geaccepteerd moeten worden en daarom aan bepaalde normen moeten voldoen wat betreft hun uiterlijk. Zij kunnen zich al vroeg bezig gaan houden met schaamte wat betreft hun lichaamsvorm, diëten en afvallen (Riccciardelli& McCabe, 2001; Smolak, 2004). In een aantal extreme gevallen kan een negatieve lichaamsbeeld en het gedrag dat dit met zich meebrengt leiden tot de ontwikkeling van depressies, obesitas en eetproblemen (Smolak, 2004; Wykes & Gunter, 2005). 2.2
Internalisatie van het slankheidsideaal
In dit onderzoek wordt gefocust op de rol van internalisatie als onderliggend mechanisme in het proces van beïnvloeding van de media op het lichaamsbeeld van meisjes. Dit construct vormt mogelijk een mediërende factor; “a variable that accounts for the relation between a predictor and a criterion, wherein the predictor presumably causes change in the mediator, which in turn causes change in the criterion” (Stice, 2002, p. 825). Internalisatie kan echter
4
ook juist gezien worden als moderator. Dit houdt in dat de variabele verandering veroorzaakt in de causale relatie tussen de media en het lichaamsbeeld (Dittmar & Howard, 2004). Internalisatie wordt beschreven als een proces waarbij een extern aspect of waarde door een individu eigen wordt gemaakt (Ryan, Rigby & King, 1993; Harris & Bergman, 1995). Met externe aspecten worden volgens Grusec en Goodnow (1994) waarden en attitudes bedoeld die heersen in onze samenleving. Zij benadrukken dat door internalisatie van deze factoren, het vertonen van sociaal geaccepteerd gedrag wordt gestimuleerd. George en Gareth (2008) leggen in hun definitie eveneens de focus op de aanpassing van het gedrag aan de heersende norm, omdat het er bij internalisatie om gaat dat het individu gelooft dat dit de juiste manier is om zich te gedragen. Waar bovenstaande definities uit de psychologie komen, wordt in het boek van De Jong (2011) behandeld hoe verschillende sociologen naar het begrip internalisatie kijken. Volgens De Jong (2011) verbindt Talcott Parsons de internalisatie van normen in de samenleving aan het institutionaliseren hiervan, wat betekent dat deze normen keer op keer worden gereproduceerd doordat ons gedrag wordt bepaald door tradities, regels, gewoonten, normen en gedragspatronen. Bovendien koppelt Parsons zijn idee van internalisatie aan het begrip introjectie, afkomstig van Sigmund Freud. De aandacht ligt bij de identificatie die het individu heeft met zijn of haar omgeving. De mate waarin een aspect wordt geïnternaliseerd door een individu is bepalend voor de mate waarin dat aspect wordt ervaren als ‘eigen’ (Ryan, Connell & Deci, 1985, in: Ryan & Connell, 1989). De kans is groter dat een bepaald aspect wordt geïnternaliseerd door een individu, wanneer deze gelooft dat er een positief gevolg voor hem/haar zal zijn (Ryan & Connell, 1989). De drie verschillende socioculturele factoren, namelijk de media, familie en leeftijdsgenoten, kunnen leiden tot de internalisatie van het slankheidsideaal dat in onze maatschappij heerst (Stice, 2002). Deze internalisatie zou weer leiden tot een mindere tevredenheid over het lichaam. De internalisatie van het slankheidsideaal wordt door Cafri, Yamamiya, Brannick en Thompson (2005) gedefinieerd als “a profound incorporation or acceptance of the value, to the point that the ideal affects one’s attitudes (body image) or personal behavior (dieting)” (p. 422). De internalisatie verschilt van bewustzijn van het slankheidsideaal, in de zin dat dit een voorloper is van de internalisatie. Wanneer een persoon het slankheidsideaal daadwerkelijk op zichzelf gaat toepassen, duidt dit op internalisatie, wat verder gaat dan slechts het bewustzijn dat deze normen bestaan (Cafri, Yamamiya, Brannick & Thompson, 2005). Wat er dus gebeurt bij de internalisatie van het slankheidsideaal is dat een individu het ideaalbeeld dat in
5
onze samenleving heerst, waarin het dun zijn wordt benadrukt, zichzelf ‘eigen’ maakt. Dit kan de attitudes beïnvloeden en in een verder stadium mogelijk ook het handelen. Internalisatie is één van de factoren die een rol speelt wanneer er gekeken wordt naar het beïnvloedingsproces van de media op het zelfbeeld van meisjes (López-Guimerà, Levine, Sánchez-Carracedo & Fauquet, 2010). Andere factoren die in deze context genoemd worden zijn social comparison en schema-activation. Social comparison is het proces waarbij een individu zichzelf wat betreft bepaalde aspecten vergelijkt met anderen. Een vorm hiervan is het zogenaamde upward comparison, wat inhoudt in dat het individu zichzelf vergelijkt met een ander die wordt gezien als ‘beter’. De personen waarmee meisjes zich vergelijken kunnen uit hun eigen omgeving komen, maar dit kunnen ook fotomodellen of actrices zijn (Wykes & Gunter, 2005). Bij schema-activatie worden bepaalde mentale constructies, oftewel schema’s, geactiveerd die men eerder heeft gevormd, waarbij allerlei informatie omtrent een onderwerp wordt opgeslagen in het geheugen. In het geval van appearance schema’s draait het om uiterlijke vertoning van personen en wordt alle informatie opgeslagen over onderwerpen als lichaamsbeeld, voeding, gewicht en aantrekkelijkheid. De media kunnen zowel een rol spelen bij het vormen van deze schema’s, als bij het activeren ervan (López-Guimerà, Levine, Sánchez-Carracedo & Fauquet, 2010).
3. Methode Om antwoord te kunnen geven op de vraagstelling van dit onderzoek, is een literatuuronderzoek uitgevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van recente literatuur omtrent dit onderwerp. Er is gezocht naar artikelen die onderzoeken beschrijven waarin het algemene proces wordt onderzocht van de media-invloed op het lichaamsbeeld van vrouwen en meisjes, maar er is ook gezocht naar artikelen die dieper ingaan op de onderliggende factoren die van invloed zijn op dit beïnvloedingsproces. Binnen het zoekproces naar geschikte literatuur is gefocust op de invloed van het proces op meisjes, maar er is ook literatuur gebruikt over volwassen vrouwen, om een overzicht te krijgen van de verschillende belangrijke factoren. Voor het zoekproces naar geschikte literatuur voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van diverse online databases, namelijk Google Scholar, de digitale bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam en ISI Web of Knowledge. Verschillende zoektermen en combinaties hiervan die gebruikt zijn bij het vergaren van literatuur: ‘ thin ideal media’, ‘media and girls’, ‘media
6
influence body image’, ‘media influence on girls’, ‘body image’, ‘body image girls’, ‘adolescent and media influence’, ‘media and body image’, ‘influence media eating’, ‘body dissatisfaction girls’, ‘body dissatisfaction’. Er is gebruik gemaakt van het sneeuwbaleffect om meer bruikbare literatuur te vergaren. Hierbij wordt in de literatuurlijsten van eerder gevonden artikelen gezocht naar nieuwe mogelijk relevante artikelen. Bovendien is er gebruik gemaakt van cited reference search, waarbij er naar nieuwe relevante literatuur wordt gezocht door te zoeken naar artikelen waarin een reeds gepubliceerd artikel wordt geciteerd.
4. Onderzoeksresultaten De invloed van de media op het lichaamsbeeld van meisjes wordt besproken aan de hand van een aantal onderzoeken die aantonen hoe dit effect tot stand komt. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de rol die internalisatie hierbij speelt, die zowel mediërend als modererend kan zijn. Deze twee manieren waarop tegen internalisatie kan worden aangekeken, worden behandeld aan de hand van recente onderzoeken die op dit gebied zijn uitgevoerd. 4.1
Media-invloed op het lichaamsbeeld van meisjes
De media is een socioculturele factor die een grote rol speelt bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld van meisjes. Via de media worden bepaalde boodschappen aan de ontvangers overgebracht waarin op verschillende manieren het slankheidsideaal benadrukt wordt. Televisiebeelden, waaronder ook muziekvideo’s, kunnen het gedrag van jongeren in sterke mate beïnvloeden. Deze video’s tonen vaak modellen en zangeressen die zeer slank zijn en hebben daarom mogelijk invloed op de ontwikkeling van een negatief lichaamsbeeld bij meisjes. Bell, Lawton en Dittmar (2007) onderzoeken of muziekvideo’s een bepaald ideaalbeeld van het vrouwelijk lichaam doen ontstaan, wat zorgt voor een negatief effect op het lichaamsbeeld van 87 meisjes van 16 tot 19 jaar oud. Na het zien van muziekvideo’s blijken zij negatiever over hun eigen lichaam te denken. Bell et al. (2007) benadrukken dat voornamelijk de beelden van dunne modellen in de muziekvideo’s de meisjes beïnvloeden, en niet het horen van de gezongen teksten. Het onderzoek toont aan dat adolescente meisjes zeer vatbaar zijn voor de beelden die in muziekvideo’s worden getoond en dat hun lichaamsbeeld door de blootstelling aan deze beelden negatief wordt beïnvloed. Niet alleen tijdens, maar zelfs al voor de adolescentie blijken meisjes beïnvloed te worden door de media. In het 7
onderzoek van Anschutz, Spruijt-Metz, Van Strien en Engels (2011) wordt gekeken naar de effecten bij meisjes die jonger zijn (9-13 jaar) en zich in de pre-adolescente periode bevinden. Zoals ook het onderzoek van Bell et al. (2007) laat zien, is voor kinderen en jongeren het medium televisie een belangrijke bron van vermaak. Hierbij worden kinderen niet alleen blootgesteld aan voor hen bedoelde televisieprogramma’s, maar ook aan beelden gericht op volwassenen. Anschutz et al. (2011) hebben om deze reden een onderzoek uitgevoerd bij 60 meisjes van 9 tot 13 jaar oud naar de effecten van blootstelling aan thin ideal television op lichaamsontevredenheid. Met thin ideal televison duiden zij op televisiecontent waarin de focus ligt op het slankheidsideaal. Het blijkt dat de meisjes die 11-12 jaar oud zijn meer lichaamsontevredenheid ervaren na het zien van thin ideal television, dan meisjes die jonger zijn. Deze jongere meisjes (10-11 jaar oud) blijken juist een dunner ideaalbeeld voor ogen te hebben na het zien van neutrale beelden. Het lichaamsbeeld van de jongste meisjes blijft gelijk na het zien van de verschillende beelden. Oudere meisjes (preadolescent) zijn volgens Anschutz et al. (2011) vatbaarder voor thin ideal televisiebeelden, omdat met het ouder worden hun gevoeligheid voor sociale normen en veranderingen in hun eigen lichaam toeneemt. Jongere meisjes houden zich nog niet bezig met dergelijke onderwerpen, wat hen minder vatbaar maakt voor thin ideal media. Uit dit onderzoek van Anschutz et al. (2011) blijkt dat voor de preadolescente meisjes het lichaamsbeeld negatief wordt beïnvloed na het zien van thin ideal televisiebeelden, maar dat dit voor jongere meisjes in mindere mate het geval is, omdat zij op hun leeftijd waarschijnlijk minder gevoelig zijn voor de mediainvloeden die het slankheidsideaal stimuleren. Beide onderzoeken laten zien dat het meisjes al vanaf jonge leeftijd, zowel voor als tijdens de adolescente periode, beïnvloed worden door de media, waarbij zij negatievere gevoelens ten opzichte van hun eigen lichaam kunnen ontwikkelen. 4.2
De rol van internalisatie als mediator
Verschillende onderzoekers beschouwen de beïnvloeding van het lichaamsbeeld van meisjes door de media als een indirect effect, waarbij internalisatie een belangrijke mediërende rol speelt.Er zijn meerdere mediërende factoren die mogelijk belangrijk zijn voor dit effect, waar internalisatie er één van is. Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Stice, Schupak-Neuberg, Shaw en Stein (1994), waarbij het gaat om vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 20 jaar. Internalisatie van het stereotype ideaalbeeld van de vrouw dat in de media wordt gerepresenteerd, blijkt te leiden tot een mindere mate van tevredenheid over het lichaam 8
(Stice et al., 1994). Om te bepalen wat precies de rol is van het internalisatie als mediator, zal meer literatuur geanalyseerd worden en al dieper worden ingegaan op de omstandigheden dit een rol speelt als mediërende factor. Er zal meer literatuur geanalyseerd worden om te bepalen wat de rol van internalisatie als mediator is en de omstandigheden waarin deze factor belangrijk is. Jones, Vigfusdottir en Lee (2004) onderzoeken de relatie van blootstelling aan de media, in dit geval tijdschriften, met internalisatie en lichaamsontevredenheid bij 347 adolescente jongens en 133 adolescente meisjes. Hierbij kijken zij ook naar de invloed van vrienden op de relatie tussen de verschillende factoren. De verwachte rol van internalisatie als mediator blijkt alleen voor meisjes te gelden. Een andere socioculturele invloed dan de media, namelijk die van vrienden, is eveneens van zeer grote invloed op internalisatie. Deze relatie bleek zelfs sterker dan de relatie tussen de blootstelling aan tijdschriften en internalisatie. De relatie tussen tijdschriftblootstelling en conversaties over uiterlijk met vrienden is volgens Jones et al. (2004) belangrijk, omdat meisjes hun gespreksonderwerpen hiervoor uit tijdschriften halen. Binnen dit socioculturele beïnvloedingsmodel, waarbij het er om gaat dat meisjes beïnvloed worden door hun omgeving als het gaat om de normen qua lichaamsidealen, kan de mate waarin internalisatie belangrijk is per individu verschillen (Austin & Smith, 2008). Het onderzoek van Austin en Smith (2008) naar de rol van internalisatie bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld, wordt uitgevoerd onder 137 adolescente meisjes van 12 tot 15 jaar oud, woonachtig in Mexico. Internalisatie van het slankheidsideaal blijkt een mediërende factor in de relatie tussen socioculturele factoren die het slankheidsideaal benadrukken, waaronder de media, en een negatief lichaamsbeeld. Het blijkt dat de beïnvloeding van het zelfbeeld van meisjes door het ideaal dat geschetst wordt van de vrouw zich niet alleen beperkt tot de Westerse samenleving. De onderzoekers concluderen zelfs dat er onder deze Mexicaanse meisjes in sterkere mate sprake was van internalisatie en bewustzijn van het slankheidsideaal. Austin en Smith (2008) concluderen aan de hand hiervan dat het geïnternaliseerde ideaal resulteert in ontevredenheid met het lichaam. Zowel voor televisie als voor tijdschriften geldt dat de beelden die in deze media getoond worden de manier van denken over het eigen lichaam sterk kunnen beïnvloeden bij meisjes, omdat meisjes het slankheidsideaal overnemen en zich eigen maken. Internalisatie van het slankheidsideaal dat door verschillende socioculturele factoren, namelijk ouders, leeftijdsgenoten en de media, wordt overgebracht op jongeren, vormt een mechanisme voor het verklaren van het effect dat de media kunnen hebben op het lichaamsbeeld. Echter laat het 9
onderzoek van Jones et al. (2004) ook zien dat de media hier niet de enige belangrijke factor bij is. Bewustzijn van het slankheidsideaal Naast de socioculturele factoren die in verschillende mate invloed hebben op de internalisatie van het slankheidsideaal bij meisjes, zijn er ook andere variabelen die door onderzoekers in verband worden gebracht met internalisatie. Het ‘bewustzijn van het slankheidsideaal’ wordt door zowel Sands en Wardle (2003) als Clay, Vignoles en Dittmar (2005) gezien als een factor die naast internalisatie ook een mediërende rol heeft. Sands en Wardle (2003) maken onderscheid tussen het bewustzijn van het slankheidsideaal en de daadwerkelijke internalisatie hiervan. Zij onderzoeken de grote rol van internalisatie in de ontwikkeling van ontevredenheid met het lichaam voor 356 meisjes van 9-12 jaar oud. Zij verwachten dat internalisatie in verband staat met het bewustzijn van het slankheidsideaal en dat beide factoren mediators zijn in de relatie tussen de socioculturele invloeden en een negatief lichaamsbeeld. Naarmate de meisjes ouder worden, neemt het bewustzijn van het slankheidsideaal toe, maar internalisatie niet. Zowel bewustzijn als internalisatie van het slankheidsideaal spelen een mediërende rol in de relatie tussen socioculturele invloeden, waaronder de media, en een negatief lichaamsbeeld. Dit houdt volgens Sands en Wardle (2003) in dat wanneer de meisjes zich bewust zijn van het slankheidsideaal, dit na internalisatie hiervan zal leiden tot negatieve attitudes ten opzichte van het eigen lichaam. De onderzoekers geven aan dat de mate van bewustzijn van het ideaal bepalend is voor de mate waarop dit wordt geïnternaliseerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de invloed van de media echter niet zo belangrijk was als de rol van vrienden en ouders. Wel geven Sands en Wardle (2003) aan dat er vele media-invloeden zijn, die mogelijk een gezamenlijk effect hebben op de mate van lichaamsontevredenheid, in dit geval is namelijk alleen door de meisjes aangegeven welke tijdschriften zij lezen. In het onderzoek van Clay, Vignoles en Dittmar (2005) wordt dieper ingegaan op dit medium, door te kijken naar de mogelijke verschillen voor blootstelling aan dunne fotomodellen of modellen met een normaal gewicht. Clay et al. (2005) hebben eveneens de rol van de onderliggende mechanismen bewustzijn en internalisatie van het slankheidsideaal onderzocht. Hierbij hebben zij gekeken wat de relatie hiervan is met leeftijd en de verschillende typen fotomodellen. Dit onderzoek is uitgevoerd onder 136 adolescente meisjes in Amerika (11-16 jaar). Uit dit onderzoek blijkt dat meisjes een lager zelfbeeld ontwikkelen na het zien van 10
zowel dunne modellen als modellen met een normaal gewicht. Wat betreft de relatie van de verschillende factoren met leeftijd, blijkt dat naarmate meisjes ouder worden, zij gemiddeld een lager zelfbeeld hebben en een hogere mate van internalisatie en bewustzijn van het slankheidsideaal. De onderzoekers concluderen bovendien dat ook social comparison rol speelt bij de beïnvloeding van het zelfbeeld. Zo zou bewustzijn van het slankheidsideaal leiden tot internalisatie hiervan en leidt internalisatie vervolgens tot social comparison, wat vervolgens bepalend is voor de mate waarin meisjes tevreden zijn me hun eigen lichaam. Met dit onderzoek tonen Clay, Vignoles en Dittmar (2003) aan dat de leeftijd bepalend is voor de mate waarin adolescente meisjes zich bewustzijn van het heersende slankheidsideaal en de mate waarin zij dit vervolgens internaliseren. Waar uit het onderzoek van Sands en Wardle (2003) onder meisjes van 9-12 jaar oud blijkt dat internalisatie niet toeneemt naarmate meisjes ouder worden, blijkt dit wel het geval te zijn in het onderzoek van Clay et al. (2003) onder meisjes van 11-16 jaar. Naast de bewering dat internalisatie van het slankheidsideaal een zeer belangrijk onderliggend mechanisme vormt voor de mediabeïnvloeding van jonge meisjes en hun lichaamsbeeld, wordt het door bovenstaande onderzoeken aannemelijk gemaakt dat hier nog een andere mediërende factor aan vooraf gaat, namelijk het bewustzijn van het slankheidsideaal. Dit bewustzijn wordt beïnvloed door de media en de mate van bewustzijn beïnvloedt vervolgens de mate van internalisatie. De internalisatie leidt vervolgens tot een negatief zelfbeeld, een stap die volgens Clay et al. (2003) tevens verloopt via social comparison. Social comparison en appearance schema’s Clay et al. (2003) concluderen dat er naast internalisatie meerdere mediërende factoren een rol spelen bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld, namelijk het bewustzijn van het slankheidsideaal en social comparison. Verschillende onderzoekers verklaren dat social comparison een belangrijk mechanisme is naast internalisatie. In verschillende onderzoeken wordt de rol van internalisatie nader bekeken en in verband gebracht met social comparison. Blowers, Loxton, Grady-Flesser, Occhipiniti & Dave (2003) hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen socioculturele factoren, waaronder de media, en lichaamsontevredenheid bij 153 meisjes (10 tot 13 jaar oud). De processen van internalisatie en social comparison werden onderzocht als een mogelijke mediators, waarbij werd getest wat de invloed was van blootstelling aan televisieprogramma’s aan de hand van vragenlijsten. Uit het onderzoek blijkt dat alleen de media daadwerkelijk tot de internalisatie van het slankheidsideaal lijdt, omdat 11
meisjes vanuit de media een hoge druk voelen om zelf aan dit slankheidsideaal te voldoen. Druk vanuit de familie bleek wel sterk gerelateerd te zijn aan lichaamsontevredenheid. Familie lijkt dus een meer directe invloed te hebben, terwijl de media op een indirecte manier invloed uitoefenen op de mate van lichaamstevredenheid van meisjes, namelijk via internalisatie. Bovendien lijkt internalisatie ook social comparison te stimuleren, waardoor meisjes hier sneller op over zullen gaan en als gevolg een mindere mate lichaamstevredenheid ervaren. Beide processen blijken dus een mediërende rol te spelen bij het beïnvloedingsproces van jonge meisjes. Blowers et al. (2003) geven in onderstaand model een weergave van het beïnvloedingsproces aan de hand van hun onderzoeksresultaten.
Afbeelding 1. Model van de relaties tussen druk vanuit de media, BMI, internalisatie van het slankheidsideaal, social comparison en lichaams ontevredenheid. Bron: Blowers, Loxton, GradyFlesser, Occhipiniti & Dave (2003), p. 240.
Uit onderzoek van Jones (2004) naar de lange termijn invloed van internalisatie en social comparison als mediators in de relatie tussen socioculturele factoren en het lichaamsbeeld van adolescenten, blijkt dat de mediator social comparison op de lange termijn voor meisjes wel een rol speelt, maar internalisatie niet. Deze mediërende factoren blijken dus op de lange termijn in mindere mate een rol te spelen bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld (Jones, 2004). Naast social comparison is er nog een factor die door onderzoekers in verband wordt gebracht met beïnvloeding van het lichaamsbeeld en internalisatie van het slankheidsideaal, namelijk de activatie van appearance schemas (Brown & Dittmar, 2005). Dit is een vorm van schemaactivatie, waarbij bepaalde eerder gevormde mentale constructies worden geactiveerd die 12
gerelateerd zijn aan een bepaald onderwerp, in dit geval uiterlijke vertoning (López-Guimerà, Levine, Sánchez-Carracedo & Fauquet, 2010). Tiggeman (2005) focust in haar onderzoek op verschillende aspecten van het televisiekijken en de relatie hiervan met de attitudes die jongeren hebben ten opzichte van hun lichaam, waarbij zij bovendien de mediërende rol van internalisatie en appearance schemas test. In deze studie werden 1452 jongeren , met een leeftijd van 8 tot 11 jaar oud gevraagd een vragenlijst in te vullen en aan te geven welke programma’s zij hebben gekeken op televisie. Op deze manier werd een indicatie gegeven van de verschillende genres die bekeken werden en hoeveel tijd hieraan werd besteed. Hiervan blijken slechts soaps gerelateerd aan zowel de mediërende als de afhankelijke variabelen. Op basis van dit onderzoek van Tiggemann (2005) lijken internalisatie en appearance schemas beide een mediërende rol te spelen bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld door de media, in dit geval slechts soaps op televisie. Hierbij wordt door Tiggemann (2005) benadrukt dat het genre waar de jongeren naar kijken hierbij belangrijker lijkt dan de hoeveelheid televisie die zij kijken. In 2006 heeft Tiggemann een vervolgonderzoek uitgevoerd, waarbij zij wederom kijkt naar de relatie tussen blootstelling aan de media en een verstoord lichaamsbeeld. Zowel de relatie van magazines als van televisie met internalisatie, appearance schemas en lichaamsontevredenheid wordt onderzocht en met dit onderzoek wordt er gekeken of er sprake is van longitudinale effecten van deze verschillende factoren. In dit geval zijn 214 meisjes onderzocht, met een gemiddelde leeftijd van 14 jaar. Zowel blootstelling aan tijdschriften als aan televisie, wederom alleen soaps, leidt tot internalisatie van het slankheidsideaal en appearance schemas. Blootstelling aan de media op het eerste meetmoment heeft geleid tot internalisatie en appearance schemas een jaar later. Ditzelfde geldt niet voor de mate van lichaamsontevredenheid. Internalisatie en appearance schemas kunnen op een later moment wel bijdragen aan het ontwikkelen van een negatief lichaamsbeeld. Er werden echter geen longitudinale effecten gevonden van blootstelling aan de media op het lichaamsbeeld van de meisjes. Naast de conclusie dat internalisatie een mediator is, wordt deze factor ook in verband gebracht met social comparison en appearance schemas. Deze factoren zouden eveneens mediators zijn. Voor social comparison geldt dat het een mediërende factor kan zijn die tussen internalisatie en lichaamsontevredenheid in staat, maar internalisatie kan dit ook direct beïnvloeden (Blowers et al., 2003). Daarnaast blijken beide factoren op de lange termijn geen 13
of een geringe invloed te hebben (Jones, 2004). Uit het onderzoek van Tiggemann (2006) komt echter naar voren dat mediablootstelling wel de internalisatie op lange termijn beïnvloedt, en hetzelfde geldt voor appearance schemas. Bovendien hebben deze twee factoren op lange termijn een negatief effect hebben op het lichaamsbeeld. 4.3
De rol van internalisatie als moderator
Naast de vele onderzoekers die verklaren dat internalisatie het onderliggende mechanisme is bij de relatie tussen mediablootstelling en een negatief lichaamsbeeld van meisjes, zijn er andere onderzoekers die concluderen dat internalisatie een modererende rol heeft in dit beïnvloedingsproces. Zo blijkt uit onderzoek van Heinberg en Thompson (1995) onder 139 vrouwen dat televisiereclames negatieve effecten hebben wanneer er bij de vrouwen een hoge mate van internalisatie was. Stice, Spangler en Agras (2001) benadrukken eveneens dat internalisatie naast een mediërende, ook een modererende rol kan hebben bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld door de media. In hun onderzoek naar de negatieve effecten van het slankheidsideaal op vatbare adolescente meisjes, kijken zij naar de verschillende factoren die mogelijk een modererende rol spelen. Deze verschillende factoren kunnen per individu verschillen en internalisatie van het slankheidsideaal is één van deze factoren. 219 meisjes van adolescente leeftijd (13-17 jaar) namen deel aan het longitudinale onderzoek. Hierbij kreeg een deel van de meisjes een abonnement voor meerdere maanden op het Amerikaanse tienertijdschrift Seventeen, speciaal gericht op meisjes. Verhogingen in de mate van internalisatie bij de adolescente meisjes blijkt volgens de onderzoekers niet te lijden tot een toename in ontevredenheid met het lichaam en een negatief effect. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar internalisatie als moderator bij studentes en volwassenen, die inzicht kunnen bieden in de rol van deze variabele. Volgens Dittmar en Howard (2004) is het belangrijk om inzicht te krijgen in de factoren die bepalend zijn voor de mate waarin vrouwen gevoelig zijn voor de media-invloeden en in het speciaal het slankheidsideaal dat hierin wordt benadrukt. In hun onderzoek stellen zij vrouwen bloot aan drie typen advertenties, variërend van advertenties zonder modellen tot advertenties met zeer slanke modellen. Hiermee wordt onderzocht wat de rol is van internalisatie als modererende factor en hoe dit samenhangt met een andere mogelijke modererende factor, namelijk social comparison. Zij verwachten namelijk een belangrijke relatie tussen beide factoren. 150 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 29 jaar zijn verdeeld in drie groepen, die allen een 14
ander soort advertentie te zien kregen. Uit het onderzoek blijkt dat de mate waarin vrouwen overgaan tot internalisatie vermindert naarmate zij ouder zijn. De mate waarin vrouwen het slankheidsideaal internaliseren, beïnvloedt de mate van impact die de mediabeelden hebben op vrouwen. Dittmar en Howard (2004) concluderen bovendien dat social comparison ook een modererende factor is, maar deze factor is minder bepalend dan internalisatie. Gezamenlijk spelen de factoren een belangrijke modererende rol in de relatie tussen mediablootstelling en negatieve beïnvloeding van het lichaamsbeeld. Dunne fotomodellen blijken meer negatieve invloed te hebben dan modellen met normaal gewicht. Na blootstelling aan dunne modellen, nam het negatieve effect hiervan toe bij vrouwen die het slankheidideaal hebben geïnternaliseerd. Wanneer de mate van internalisatie minder dan gemiddeld is, hebben de mediabeelden van slanke fotomodellen geen negatief effect op de gevoelens ten opzichte van het lichaam. Daarnaast blijkt dat bij vrouwen die het slankheidsideaal in zeer sterke mate hebben geïnternaliseerd, de impact van de advertenties met slanke modellen verergert. De onderzoekers concluderen bovendien dat deze effecten van internalisatie voor adolescente meisjes nog groter kunnen zijn, omdat meisjes in die periode van hun leven extra gevoelig kunnen zijn voor hetgeen zij waarnemen in de media. Internalisatie van het slankheidsideaal blijkt dus een belangrijke moderator in de relatie tussen mediablootstelling en lichaamsbeeld van vrouwen, waarbij de mate van internalisatie bepalend is voor de mate waarin de media negatieve impact hebben op de gevoelens van vrouwen ten opzichte van hun eigen lichaam. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de mechanismen die bepalend zijn voor het ontwikkelen van negatieve gevoelens ten opzichte van het lichaam bij vrouwen na mediablootstelling, hebben Dittmar, Halliwell en Stirling (2009) een model opgesteld voor de relatie tussen blootstelling aan de media en negatieve gevoelens ten opzichte van het lichaam, met internalisatie van het slankheidsideaal als moderator. Dittmar, Halliwell en Stirling (2009) voeren twee onderzoeken uit, waarbij allereerst bij 87 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 26,6 jaar een vergelijking gemaakt wordt tussen vrouwen die een advertentie te zien krijgen van een dun fotomodel en vrouwen die een neutrale advertentie te zien krijgen zonder fotomodel. Voor het tweede onderzoek worden meer respondenten gebruikt, namelijk 155 jonge vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 26,0 jaar. Beide onderzoeken van Dittmar, Halliwel en Stirling (2009) tonen aan dat internalisatie van het slankheidsideaal een zeer belangrijke factor is voor het verklaren van de negatieve effecten die de media kunnen hebben op het lichaamsbeeld. De blootstelling aan dunne modellen kan er voor kan zorgen dat vrouwen grote verschillen zien tussen hun eigen lichaam en dat van de fotomodellen, wat er 15
voor zorgt dat zij een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. Dit effect vindt alleen plaats wanneer vrouwen het slankheidsideaal hebben geïnternaliseerd. Wanneer de vrouwen blootgesteld zijn aan de neutrale reclame, blijken het effect bovendien minder groot. Uit dit onderzoek van Dittmar, Halliwell en Stirling (2009) blijkt dat internalisatie van het slankheidsideaal een belangrijke modererende rol heeft in het ontwikkelen van een negatief lichaamsbeeld bij jonge vrouwen als gevolg van blootstelling aan advertenties, waarbij dit effect bovendien groter is wanneer de vrouw blootgesteld wordt aan een reclame waarin een model wordt getoond. Internalisatie kan gezien worden als een moderator in plaats van een mediator, zoals in bovenstaande onderzoeken wordt geconcludeerd. Wanneer er echter wordt gefocust de rol die dit speelt bij de beïnvloeding van jonge meisjes, blijkt dat de mate van internalisatie niet bepalend is voor de mate waarin het lichaamsbeeld wordt beïnvloed (Stice et al., 2001). Voor volwassen vrouwen is de mate van internalisatie wel bepalend en werkt deze factor als een modererende variabele (Dittmar & Howard, 2004; Dittmar et al., 2009).
5. Conclusie en discussie De media vormen een belangrijke invloed voor jongeren, met name meisjes, bij het vormen van attitudes ten opzichte van hun lichaam (Strasburger, Wilson & Jordan, 2009). De media dragen bij aan het schetsen van een slankheidsideaal. Dit is vaak onrealistisch en voor meisjes vaak onhaalbaar. Deze beelden kunnen hun lichaamsbeeld daarom op een negatieve manier beïnvloeden. Met de uitkomsten van dit literatuuronderzoek zal de vraagstelling van deze studie worden beantwoord. Deze vraagstelling luidt als volgt: Wat is de rol van internalisatie bij het effect van het ideaalbeeld van de vrouw dat wordt geschetst door de media (televisie en tijdschriften) op het lichaamsbeeld van meisjes? Al vanaf jonge leeftijd kunnen meisjes beïnvloed worden door het slankheidsideaal in de media. Dit begint al voor de adolescente periode en neemt toe naarmate zij ouder worden. Het blijkt echter uit de verschillende onderzoeken dat de media niet de enige belangrijke invloed is op adolescenten (Jones et al., 2004; Sands & Wardle, 2003), wat in overeenstemming is met het socioculturele beïnvloedingsmodel (Austin & Smith, 2008), waarin de gezamenlijke invloed van de media, ouders en leeftijdsgenoten wordt benadrukt.
16
Verschillende onderzoekers benadrukken de rol van internalisatie bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld, die als mediator en als moderator kan worden beschouwd. Internalisatie is het proces waarbij een extern aspect, in dit geval het slankheidsideaal dat in de samenleving heerst, eigen wordt gemaakt door meisjes (Ryan, Rigby & King; Harris & Bergman, 1995). Wanneer internalisatie als mediator wordt beschouwd, gaat hier mediablootstelling aan vooraf en beïnvloedt de internalisatie vervolgens de manier waarop meisjes over hun lichaam denken. Zowel televisiebeelden (Bell et al., 2007; Anschutz et al., 2011) als tijdschriften (Jones et al., 2004; Clay et al., 2005) blijken media te zijn die dit proces kunnen beïnvloeden. In sommige gevallen wordt expliciet het dunne ideaalbeeld naar voren wordt gebracht (Anschutz et al., 2010) en in sommige gevallen worden alle gekeken televisieprogramma’s meegenomen in het onderzoek (Tiggemann, 2005). Een opvallend resultaat uit de onderzoeken van Tiggemann (2005, 2006) is dat er zowel op korte als op lange termijn maar één televisiegenre daadwerkelijk leidt tot internalisatie, namelijk soaps. Volgens Tiggemann (2006) komt dit door de koppeling die de meisjes maken met de actrices in de soaps, omdat de beelden die zij zien in de soaps overeen lijken te stemmen met de realiteit. Dit is passend bij de definitie van George en Gareth (2008) waarin zij benadrukken dat internalisatie pas plaatsvindt wanneer het individu gelooft dat dit de juiste manier is om zich te gedragen. Bovendien is het volgens Freud (in: De Jong, 2011) belangrijk bij internalisatie dat het individu een bepaalde mate van identificatie ervaart met de omgeving. Wanneer dat in dit geval gaat om actrices in soaps, kan dit een hogere mate van internalisatie tot gevolg hebben van de waarden die in de soaps naar voren worden gebracht. Strasburger et al. (2009) geven eveneens aan dat meisjes negatiever over hun eigen lichaam gaan denken wanneer zij zich vergelijken met actrices en modellen. Dit door de media geschetste beeld lijkt de realiteit weer te geven, maar staat hier in werkelijkheid ver vanaf (Wykes & Gunter, 2005). Internalisatie als mediator wordt verscheidene keren in verband gebracht met andere variabelen. Volgens Sands en Wardle (2003) en Clay et al. (2005) is het bewustzijn van het slankheidsideaal een stap in het proces van mediabeïnvloeding van het lichaamsbeeld die voorafgaat aan de internalisatie. Naast het bewustzijn, zijn er ook onderzoekers (Blowers et al., 2003; Clay et al., 2003) die internalisatie in verband brengen met social comparison, een proces waarbij individuen zich vergelijken met andere personen (Wykes & Gunter, 2005). Dit proces zou plaatsvinden na internalisatie (Blowers et al., 2003; Clay et al., 2003). Als meisjes een vergelijking maken met actrices en fotomodellen die zij als ‘beter’ beschouwen dan zichzelf, is er sprake van upward comparison (Wykes & Gunter, 2005). Internalisatie kan 17
volgens Blowers et al. (2005) zowel direct, als via social comparison, het lichaamsbeeld beïnvloeden. Op lange termijn, lijken beide factoren geen effect te hebben op lichaamsbeeld (Jones, 2004). Dit is in tegenstelling met het onderzoek van Tiggemann (2006), waarin wel lange termijn effecten worden gevonden van de mediërende variabelen op het lichaamsbeeld. Wanneer meisjes worden blootgesteld aan mediabeelden, beïnvloedt dit hun lichaamsbeeld niet op de lange termijn, maar wel de internalisatie en activatie van appearance schemas. Deze factoren beïnvloeden vervolgens het lichaamsbeeld. Hieruit wordt duidelijk hoe deze variabelen ook op de lange termijn werken als mediators. Naast de onderzoeken die internalisatie als mediator beschouwen, zijn er ook aanwijzingen dat deze factor juist een modererende rol heeft, wat in onderzoeken naar volwassen vrouwen aangetoond is (Dittmar & Howard, 2004; Dittmar et al., 2009). De mate waarin het slankheidsideaal wordt geïnternaliseerd, is bepalend voor het wel of niet negatief beïnvloed worden van het lichaamsbeeld en de mate waarin dit gebeurt. Het blijkt echter uit het onderzoek van Stice et al. (2001) niet te gelden voor jonge meisjes. Tot op heden is het onderzoek naar internalisatie als moderator schaars voor adolescente meisjes, in tegenstelling tot volwassen vrouwen. Er worden in deze onderzoeken bewijzen gevonden voor de modererende rol van internalisatie en dit zou daarom reden kunnen zijn om in vervolgonderzoek ook naar adolescente meisjes te kijken, omdat internalisatie bij deze doelgroep een belangrijk mechanisme blijkt te zijn bij de beïnvloeding van het lichaamsbeeld. Een tweede mogelijkheid voor vervolgonderzoek is de uitbreiding van kennis over de ontwikkeling van een negatief lichaamsbeeld en de rol van internalisatie bij meisjes in nietWesterse landen. Austin en Smith (2008) vinden in hun onderzoek aanwijzingen dat deze meisjes de mate van internalisatie en bewustzijn van het slankheidsideaal hoger ligt. Dit zou mogelijk dus nog negatievere effecten kunnen hebben op het lichaamsbeeld.
18
6. Literatuur Anschutz, D. J., Spruijt-Metz, D., Van Strien, T. & Engels, R. C. M. E. (2011). The direct effect of thin ideal focused adult television on young girls’ ideal body figure. Body Image, 8, 26-33. Austin, L. & Smith, E. (2008). Thin ideal internalization in Mexican Girls: A test of the sociocultural model of eating disorders. International Journal of Eating Disorders, 41(5), 448-457. Bell, B. T., Lawton, R. & Dittmar, H. (2007). The impact of thin models in music videos on adolescent girls’ body dissatisfaction. Body Image, 4, 137-145. Blowers, L. C., Loxton, N. J., Grady-Flesser, M. G., Occhipinti, S. & Dawe, S. (2003). The relationship between sociocultural pressure to be thin and body dissatisfaction in preadolescent girls. Eating Behaviors, 4, 229-244. Cafri, G., Yamamiya, Y., Brannick, M. & Thompson, J. K. (2005). The influence of sociocultural factors on body image: a meta-analysis. Clinical Psychology: Science and Practice, 12(4), 421-433. Clay, D., Vignoles, V. L. & Dittmar, H. (2005). Body image and self-esteem among adolescent girls: Testing the influence of sociocultural factors. Journal of Research on Adolescence, 15(4), 451-477. De Jong, M. J. (2011). Grootmeesters van de sociologie. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Dittmar, H., Halliwell, E. & Stirling, E. (2009). Understanding the impact of thin media models on women’s body focused affect: The roles of thin ideal internalization and weight
19
related self-discrepancy activation in experimental exposure effects. Journal of Social and Clinical Psychology, 28(1), 43-72. Dittmar, H. & Howard, S. (2004). Thin-ideal internalization and social comparison tendency as moderators of media models’ impact on women’s body-focused anxiety. Journal of Social and Clinical Psychology, 23(6), 768-791. Harris, M. & Bergman (1995). Internalisatie en case management. In G. Pieters & Peuskens (Eds.), Rehabilitatie van de chronische psychiatrische patiënt: opweg naar een gemeenschapspsychiatrie (pp. 109-112). Leuven/Apeldoorn: Garant. Heinberg, L. J. & Thompson, J. K. (1995). Body image and televised images of thinness and attractiveness: A controlled laboratory investigation. Journal of Social and Clinical Psychology, 14(4), 325-338. George, J. M. & Gareth R. J. (2008) Understanding and managing; organizational behavior (5th edition). Pearson education: US. Grolnick, W. S., Deci, E. L. & Ryan, R. M. (1997). Internalization within the family: The self-determination theory perspective. In J. E. Grusec & L. Kuczynski (Eds.), Parenting and children’s internalization of values (pp. 135-161). New York: Wiley. Grusec, J. E., & Goodnow, J. J. (1994). Impact of parental discipline methods on the child’s internalization of values: a reconceptualization of current points of view. Developmental Psychology, 30, 4-19. Jones, D. C., Vigfusdottir, T. H. & Lee, Y. (2004). Body image and the appearance culture among adolescent girls and boys: an examination of friend conversations, peer criticism, appearance magazines and internalization of appearance ideals. Journal of Adolescent Research, 19(3), 323-339.
20
Ricciardelli, L. A. & McCabe, M. P. (2001). Children’s body image concerns and eating disturbance: A review of the literature. Clinical Psychology Review, 21(3), 325-344. Ryan, R. M. & Connell, J. P. (1989). Perceived locus of causality and internalization: examining reasons for acting in two domains. Journal of Personality and Social Psychology, 57(5), 749-761. Ryan, R. M., Rigby, S. & King, K. (1993). Two types of religious internalization and their relations to religious orientations and mental health. Journal of Personality and Social Psychology, 65(3), 586-596. Sands, E. R. & Wardle, J. (2003). Internalization of ideal body shapes in 9–12-year-old girls. International Journal of Eating Disorders, 33(2), 193-204. Silverstein, B., Perdue, L., Peterson, B. & Kelly, E. (1986). The role of the mass media in promoting a thin standard of bodily attractiveness for woman. Sex Roles, 14(9/10), 519-532. Smolak, L. (2004). Body image in children and adolescents: where do we go from here? Body Image, 1, 15-28. Stice, E. (2002). Risk and maintenance factors for eating pathology: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 128(5), 825-848. Stice, E., Schupak-Neuberg, E., Shaw, H. E. & Stein, R. I. (1994). Relation of media exposure to eating disorder symptomatology: An examination of mediating mechanisms. Journal of Abnormal Psychology, 103(4), 836-840. Stice, E. & Shaw, H. E. (2002). Role of body dissatisfaction in the onset and maintenance of eating pathology: A synthesis of research findings. Journal of Psychosomatic Research, 53, 985-993.
21
Stice, E., Spangler, D. & Agras, W. S. (2001). Exposure to media-portrayed thin-ideal images adversely affects vulnerable girls: A longitudinal experiment. Journal of Social and Clinical Psychology, 20(3), 270-288. Strasburger, V. C., Wilson, B. J. & Jordan, A. B. (2009). Children, adolescents, and the media (2nd ed.). Thousand Oaks, CA: Sage. Tiggemann, M. (2005). Television and adolescent body image: The role of program content an viewing motivation. Journal of Social and Clinical Psychology, 24(3), 361-381. Tiggemann, M. (2006). The role of media exposure in adolescent girls’ body dissatisfaction and drive for thinness: Prospective results. Journal of Social and Clinical Psychology, 25(5), 523-541. Wykes, M. & Gunter, B. (2005). The media & body image. London: Sage Publications Ltd.
22