Paracentese
Wat is er aan de hand in het middenoor Bij het oor onderscheidt men drie delen: uitwendig oor, middenoor en binnenoor. Het uitwendig oor bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang, die eindigt bij het trommelvlies. Het middenoor is een kleine met lucht gevulde holte, waarin zich de drie kleine gehoorbeentjes bevinden respectievelijk de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel. De hamer zit vast aan het trommelvlies, de stijgbeugel staat in verbinding met het slakkehuis. Het aambeeld zit tussen deze twee beentjes. De geluidsgolven, die via de gehoorgang het trommelvlies doen trillen, worden via de beentjes overgebracht naar het binnenoor. Het binnenoor bestaat onder andere uit het zogenaamde slakkehuis; hierin zitten de gevoelige zenuwuiteinden, die via de gehoorzenuw in verbinding staan met de hersenen, waar de geluidssensatie ontstaat. Het middenoor is door middel van de buis van Eustachius verbonden met de achterzijde van de neus-keel-holte. Tijdens het slikken gaat de buis van Eustachius even open en laat wat lucht door, zodat de luchtdruk in het middenoor gelijk kan blijven met de luchtdruk buiten. Het mechanisme van open en dicht gaan van de buis van Eustachius wordt bij kinderen vaak verstoord. Er ontstaat dan een onderdruk in het middenoor. Het middenoor is bekleed met een dun laagje slijmvlies. Door een onderdruk gaat dit nu teveel slijm produceren. De holte wordt dan ook langzaam gevuld met vloeistof, na enige tijd met een dikke slijmerige substantie. Dit dikke slijm remt nu de trilling van het trommelvlies, zodat de
2
geluidsoverdracht niet meer optimaal is.
2 = Oorschelp 3 = Trommelvlies 4 = Gehoorgang 5 = Oorlelletje 7 = Hamer
8 = Buis van Eustachius 11 = Slakkehuis 15 = Stijgbeugel 16 = Aambeeld
3
Wat zijn de klachten Aanvankelijk zijn er meestal weinig klachten, soms is er sprake van een verminderd concentratievermogen; andere mensen hebben het idee, dat hun kind niet goed wil luisteren. Wat echter blijkt is, dat het kind niet goed hoort. Tijdens verkoudheid is het gehoor vaak wat slechter, er bestaat een wisselend gehoorverlies. Als het gehoorverlies wat langer duurt, kunnen er problemen op school ontstaan. De schoolarts is vaak de eerste, die de gehoorstoornis opmerkt.
De behandeling Om het probleem te verhelpen kan er een gaatje in het trommelvlies gemaakt worden. De ingreep gebeurt meestal poliklinisch en soms in dagbehandeling onder algehele anesthesie (narcose). Poliklinisch: In verband met de voorbereidingen is het van groot belang dat u voor 7.30 uur aanwezig bent op de KNO- polikliniek. Komt u later, dan kunnen wij u helaas op de afgesproken dag niet meer van dienst zijn. Om braken tijdens de narcose zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat uw kind een bepaalde periode ervoor niet eet of drinkt (nuchter blijft). Als uw kind braakt tijdens het onder narcose brengen kan het braaksel in de longen terechtkomen en ademhalingsproblemen geven. De secretaresse van de kinder en jeugdafdeling vertelt u bij een dagopname telefonisch hoe laat uw kind wordt verwacht en het tijdstip waarna hij niet meer mag eten en drinken.
4
Zuigelingen tot drie maanden mogen: • tot vier uur voor de narcose: flesvoeding/ poedermelk of koemelk/ borstvoeding •
tot twee uur voor de narcose: helder vocht (water)
Kinderen van drie tot twaalf maanden: • tot zes uur voor de narcose: eten •
tot vier uur voor de narcose: flesvoeding/ poedermelk of koemelk/ borstvoeding
•
tot twee uur voor de narcose: helder vocht (water)
Kinderen ouder dan twaalf maanden: • tot zes uur voor de narcose: eten of flesvoeding/ poedermelk of koemelk/borstvoeding •
tot twee uur voor de narcose: helder vocht (water)
Tot twee uur voor de ingreep helder vloeibaar drinken wil zeggen; water, thee (zonder melk, zonder suiker), appelsap of aanmaak limonade (dus geen dranken zoals melk of melkproducten of vruchtensappen of koolzuur houdende dranken (priklimonade) ). Houdt u aan de voorgeschreven richtlijnen, anders kan de operatie niet doorgaan. Leg uw kind uit, dat hij een poosje niets mag eten. Wordt uw kind ‘s morgens geholpen dan kunt u het ‘s avonds, voor u naar bed gaat, nog een bord pap of vla of een boterham geven. Wordt uw kind ‘s middags geopereerd dan mag het vóór zeven uur ‘s ochtends een beschuit zonder boter met zoet beleg eten. Helder vloeibaar drinken mag zoals boven beschreven tot twee uur voor de ingreep. Uw kind hoeft geen pyjama mee te nemen. Op de polikliniek KNO krijgt uw kind een drankje dat de slijmproductie verminderd. Hierdoor zal uw kind een droge mond krijgen. Om te voorkomen dat uw kind tijdens de ingreep moet plassen is het belangrijk
5
dat u uw kind vóór de ingreep goed laat uitplassen. De ingreep vindt tussen 8.00 uur en 9.00 uur plaats. Indien u bij de inleiding van de narcose aanwezig wilt zijn bestaat hier de mogelijkheid voor. Direct na de ingreep wordt uw kind naar de uitslaapkamer gebracht. Daar kunt u ook weer bij hem of haar aanwezig zijn. Na de ingreep hebben de kinderen meestal vijftien tot twintig minuten nodig om weer wakker te worden. In overleg met de verpleegkundige mag uw kind weer naar huis. Over het algemeen hebben de kinderen geen oorpijn na de ingreep.
De operatietechniek Onder narcose wordt een klein gaatje in het trommelvlies gemaakt. Tevens wordt dan het slijm uit het middenoor gezogen. Omdat er nu weer een normale luchtdruk ontstaat in het middenoor, kunnen het slijmvlies en de buis van Eustachius weer normaal functioneren. Het gaatje sluit zich vanzelf na twee weken.
Nazorg en controle De eerste paar dagen kan er nog vocht en bloed uit de oren komen. Duurt dit langer dan vijf dagen, dan graag contact opnemen met de KNO-polikliniek. De eerste veertien dagen mogen de oren absoluut niet nat worden. Dus zeker niet zwemmen. Bij de eerste controle, na ongeveer twee weken, op de polikliniek wordt beoordeeld of uw kind weer mag zwemmen.
Zwemmen Over het algemeen mag uw kind na de eerste controle weer zwemmen. 6
Hij of zij hoeft dan geen oordopjes te gebruiken. In het algemeen is na 14 dagen het gaatje weer dichtgegroeid en kan er dus geen water meer in het middenoor komen.
Belangrijk Een voorwaarde is, dat uw kind voor de ingreep nuchter is. Wij vragen u medicijngebruik te melden!
Heeft u nog vragen? Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie, maar als aanvulling daarop. Hierdoor is het mogelijk alles nog eens rustig na te lezen. Heeft u nog vragen over de ingreep, neem dan contact op met de polikliniek KNO, telefoon: 040 - 286 4852 Met medische vragen kunt u terecht bij de behandelend specialist.
[email protected] U kunt ons ook e-mailen voor:
• • • •
het maken of verzetten van een afspraak; korte vragen; Mededelingen; aanvragen voor herhalingsrecepten.
Vermeldt bij uw e-mail altijd uw naam en geboortedatum en mailadres Nuttige websites: www.kno.nl www.kindenziekenhuis.nl
7