Uitvoeringsregelingen bij de Onderwijs- en Examenregeling 2014-2015 bacheloropleiding HBO-Rechten
U2014/05205/BGA
De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2014 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 voor de bacheloropleiding HBO-Rechten.
A. HBO-competenties Na voltooiing van de hbo-bacheloropleiding Rechten beschikt de student over de competenties zoals hieronder in de bijlage beschreven en zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 van het algemeen deel van de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015.
B. Toelatingseis voor de opleiding en competentieontwikkeling gedurende de opleiding Zowel bij de toelating tot de opleiding als gedurende de gehele studie worden er met toepassing van artikel 7.27 van de WHW en conform artikel 6 van het algemeen deel van de Onderwijs- en examenregeling 20142015 door of namens het College van bestuur eisen gesteld aan de competentieontwikkeling van de student. Om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding moet de student werkzaam zijn in een juridisch relevante werkomgeving gedurende tenminste 20 uur per week. Gedurende de opleiding moet de student blijven voldoen aan de door de opleiding geformuleerde groei in de competenties zoals beschreven in de bijlage. Dit wordt aan het einde van elke studiefase door of namens het College van bestuur beoordeeld. Indien de student niet voldoet aan de eisen, kan door of namens het College van bestuur besloten worden dat de student de opleiding niet mag vervolgen. De opleiding bestaat uit vier studie- c.q. leerfasen, waarbij de eerste fase bestaat uit vier blokken van elk 15 studiepunten en fase 2 , 3 en 4 elk bestaan uit twee blokken van elk 30 studiepunten. De student kan pas door naar een volgende studiefase, als alle blokken van de vorige fase behaald zijn.
C. Bepalingen ten aanzien van blokdeelname en tentamendeelname Ingangsvoorwaarden op blokniveau De opleiding start verplicht met het basisblok “Inleiding Recht”. Daarna is de keuze van blokken vrij met dien verstande dat: 1. de in de Onderwijs- en examenregeling genoemde opeenvolgende vier studiefasen in genoemde volgorde afgelegd worden; 2. inschrijving voor een blok in een volgende fase pas mogelijk is als de daaraan voorafgaande studiefase met een positief resultaat is afgerond dat wil zeggen dat aan de tentameneisen van alle blokken in de betreffende studiefase is voldaan; 3. inschrijving voor meerdere blokken binnen één studiefase wel mogelijk is.
D. Wederzijdse uitsluitingen van blokken Gedurende het studiejaar 2014-2015 is er per studiefase geen sprake van wederzijdse uitsluiting van blokken als bedoeld in artikel 7 van het algemeen deel van de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015.
E. Bepalingen ten aanzien van aanschuifonderwijs Binnen de hbo-bacheloropleiding Rechten is aanschuifonderwijs vooralsnog voorbehouden aan studenten van de opleiding HBO-Rechten van de partner Juridische Hogeschool Avans-Fontys.
Open Juridische Hogeschool
1 van 6
F. Bijzondere keuzemogelijkheden Gedurende het studiejaar 2014-2015 is het niet mogelijk gebruik te maken van de bijzondere keuzemogelijkheden als bedoeld in artikel 28 van het algemeen deel van de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015. In bijzondere gevallen en op verzoek van de student kan door of namens het College van bestuur besloten worden hiervan af te wijken.
G. Vangnet (hardheidsclausule) Voor zover er zich onverhoopt gevallen mochten voordoen, waarin de uitvoeringsregeling niet voorziet, wordt verwezen naar het bepaalde in artikel 30 van de Onderwijs- en examenregeling (OER 2014-2015) voor de bacheloropleiding HBO-Rechten.
H. Geldigheidsduur tentamens 1. De geldigheidsduur van de blokresultaten binnen de bacheloropleiding is in beginsel onbeperkt. 2. In afwijking van lid 1 kan door of namens het College van bestuur en de examencommissie gehoord hebbende, in bijzondere gevallen na een periode van 10 jaar voor bepaalde onderdelen een aanvullend, dan wel vervangend tentamen worden opgelegd.
Slotbepaling Aldus vastgesteld namens de Stuurgroep Open Juridische Hogeschool d.d. … augustus 2014
Open Juridische Hogeschool
2 van 6
Bijlage Beschrijving van de hbo-competenties na voltooiing van de opleiding. De onderstaande competenties komen voort uit het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel HBO-rechten, dat in mei 2012 werd geactualiseerd door het Landelijk Opleidingsoverleg HBO-Rechten (LOO HBORechten). Deze competenties geven de kwalificaties weer, waaraan de hbo-jurist dient te voldoen. Bij elke competentie is een korte schets opgenomen van voorbeelden van beroepstoepassing. Deze beschrijving geeft aan wat de bijdrage van de hbo-jurist is aan de organisatie en op welk niveau deze bijdrage is gesitueerd. Bovendien wordt de diversiteit aan organisaties en functies in een aantal voorbeelden geconcretiseerd. De competenties zijn ingedeeld in:
rechtstoepassing; faciliteren van de rechtstoepassing en. algemene competenties.
Rechtstoepassing
1. Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen. (Juridisch analyseren) Beroepstoepassing: a. parketsecretaris bij het Openbaar Ministerie en je verzamelt en selecteert het door onderzoek verkregen feitenmateriaal ter voorbereiding van het opstellen van een tenlastelegging. b. jurist bij een advocatenkantoor en je maakt een juridische analyse van de situatie die de cliënt aandraagt. Je verwerkt hierin de nieuwste jurisprudentie. c. juridisch medewerker bij de gemeente en je controleert of het dossier compleet is om namens het gemeentebestuur te besluiten over een vergunningaanvraag. d. juridisch medewerker bij de gemeente en je onderzoekt het verzoek van een journalist om openbaarmaking van declaratiegegevens van wethouders. e. jurist bij een rechtsbijstandverzekeraar, je analyseert het schadedossier en formuleert een afdoeningsadvies. f. juridisch medewerker bij een bank en je inventariseert en onderzoekt klantgegevens alvorens je beoordeelt of de verkoop van een bepaald financieel product in overeenstemming geschiedt met de eisen die worden gesteld in toepasselijke wetten. g. bedrijfsjurist bij een multinational en je inventariseert en onderzoekt gegevens en feiten alvorens een contract op te stellen. 2. Geven van advies op basis van een juridische analyse. (Adviseren) Beroepstoepassing: a. juridisch medewerker bij een gerecht. Je controleert of aan de formele juridische vereisten is voldaan en bereidt de zaak inhoudelijk voor. Ter zitting treed je op als griffier. Na afloop neem je deel aan het raadkameroverleg. Je maakt een proces-verbaal op en legt de beslissing vast in een schriftelijke conceptuitspraak. b. c. d.
e. f.
secretaris van een commissie bezwaar en beroep bij een provincie en je schrijft een conceptadvies naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en je geeft een crediteur schriftelijk advies. octrooigemachtigde op een octrooibureau en je stelt voor een klant een adviesbrief op over de wijze waarop hij zijn uitvinding middels een octrooi kan beschermen. Je betrekt hierbij de nieuwste jurisprudentie. jurist bij een belangenorganisatie van huiseigenaren en je adviseert de leden over koopaktes en hypotheekvoorwaarden. bedrijfsjurist bij een regionaal aannemersbedrijf en je adviseert de afdeling inkoop op basis van regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van een groot bouwproject.
Open Juridische Hogeschool
3 van 6
g.
mede-eigenaar van een juridisch adviesbureau en je geeft samen met je compagnons juridisch advies aan een cliënt op basis van gesprekken en risicoanalyses over de invoering van een digitaal systeem waarin contracten worden beheerd. 3.Behartigen van juridische belangen van anderen door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen. (Vertegenwoordigen) Beroepstoepassing: a. juridisch medewerker bij een advocatenkantoor en je treedt als procesgemachtigde op voor een cliënt bij de kantonrechter of de bestuursrechter. b. juridisch medewerker bij de provincie en je handelt een geschil af tussen een bedrijf en de provincie zonder tussenkomst van een rechter. c. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en je stelt processtukken op zoals een ingebrekestelling, aanmaning of dagvaarding en je procedeert. d. jurist bij een rechtsbijstandverzekeraar en je treedt op namens een verzekerde door een ingebrekestelling te versturen naar een verkoper. e. jurist bij een stafafdeling van een winkelketen en je bent namens dit bedrijf in gesprek met overheidsinstellingen over het verkrijgen van vergunningen. f. jurist binnen een due diligenceteam en je behartigt gezamenlijk de belangen van een fastfoodconcern bij het voorbereiden van de onderhandelingen tot een overname. g. juridisch medewerker van een groot ziekenhuis en je bemiddelt in een arbeidsconflict tussen een medewerker en een leidinggevende. Je betrekt hierbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten. 4. Vaststellen van de rechtspositie van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren. (Beslissen) Beroepstoepassing: a. juridisch medewerker op een notariskantoor en je stelt de statuten op voor een studievereniging. b. juridisch medewerker bij een waterschap en je neemt namens het bestuursorgaan een besluit tot het toepassen van bestuursdwang. c. juridisch medewerker bij een gemeente en namens het college van burgemeester en wethouders stel je de voorwaarden op bij een omgevingsvergunning. d. juridisch medewerker op een verzekeringskantoor en je beslist over de toe- of afwijzing van een claim van een verzekerde. e. juridisch medewerker bij een zorgverzekeraar en je neemt een beslissing op een bezwaarschrift van een verzekerde waarin je motiveert waarom een bepaalde geneeskundige behandeling in een kliniek voor plastische chirurgie niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed. f. lid van de geschillencommissie in de reisbranche en je neemt samen met de overige commissieleden een beslissing over een geschil tussen een reisorganisatie en een aantal particulieren die bij deze organisatie een reis hebben geboekt. g juridisch medewerker bij de juridische afdeling van een grote multinational en je bent lid van een commissie die een gedragscode ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen vaststelt. 5. Opstellen en wijzigen van regelgeving. (Reguleren) Beroepstoepassing: a. juridisch medewerker bij de gemeente en je bent betrokken bij het opstellen van gemeentelijke verordeningen. b. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en je bent betrokken bij het opstellen van beleidsregels inzake permanente bewoning van recreatiewoningen. c. jurist bij een onderwijsinstelling en je levert een bijdrage aan het opstellen van huishoudelijke reglementen en onderwijs- en examenregelingen. d. juridisch adviseur bij een opleidingsinstituut en je legt de procedure tot het voeren van functioneringsen beoordelingsgesprekken vast in overeenstemming met de Wet op de beroepen in het onderwijs. e. juridisch adviseur bij een internationaal opererende telecomorganisatie en je stelt reglementen en algemene voorwaarden op, of je past bestaande documenten aan. f. bedrijfsjuridisch medewerker voor een startende onderneming. Je gaat na welke vergunningen vereist zijn en je stelt algemene voorwaarden op voor de arbeids- en samenwerkingsovereenkomsten. g. juridisch medewerker bij een vakbond en je bent betrokken bij de onderhandelingen over een nieuwe CAO. Na de onderhandelingen stel je met de cao-partners een nieuwe tekst op.
Facilitering van de rechtstoepassing 6. Aanleggen en beheren van juridische dossiers, bewaken van de doorloop en de samenhang, afsluiten en overdragen ervan. (Dossier managen) Beroepstoepassing:
Open Juridische Hogeschool
4 van 6
a. b. c.
d. e. f. g.
juridisch medewerker bij de rechtbank en je bewaakt de termijnen waarbinnen beslist moet worden. parketsecretaris bij het Openbaar Ministerie en je controleert de processtukken op formele en materiële aspecten. Ook verzamel je aanvullende en relevante informatie voor het dossier. juridisch medewerker bij een advocatenkantoor en je krijgt de opdracht om t.b.v. een due diligenceonderzoek een volledig juridisch dossier samen te stellen met betrekking tot de overname van een bedrijf. juridisch medewerker bij de belastingdienst en je ziet erop toe dat de juridische dossiers zodanig zijn ingericht dat de behandeling ervan op elk moment door een collega kan worden overgenomen. ambtenaar bij een gemeentelijke bestuursdienst en je maakt een flowchart teneinde ervoor te zorgen dat ingekomen zaken bij alle betrokken afdelingen op het juiste moment passeren. contractmanager bij een groothandelsonderneming en je bent verantwoordelijk voor de juridische uitvoering en contractbeheer. faillissementsmedewerker bij een advocatenkantoor en je bent verantwoordelijk voor de verslaglegging ten behoeve van de rechtbank. Ook verzorg je een groot deel van de faillissementscorrespondentie namens de curator.
7.
Efficiënt en effectief uitvoeren en regisseren van organisatieprocessen in een juridische context met aandacht voor proces- en kwaliteitsmanagement, kennis- en informatiemanagement en innovatie. (Organiseren) Beroepstoepassing: a. juridisch informatiespecialist op een advocatenkantoor en bent betrokken bij de inkoop van juridische databanken. Je instrueert collega’s en attendeert hen tijdig op relevante vakinformatie. b. beleidsmedewerker kwaliteitszorg bij de provincie en je stelt een uniform model op voor de beantwoording van alle soorten uitgaande brieven. c. juridisch medewerker bij de gemeente waar je een onderzoek verricht dat moet leiden tot het versnellen van de doorlooptijd en klantvriendelijkheid bij de behandeling van bezwaarschriften. d. projectmedewerker bij een gemeente om het digitale dienstenloket in te richten zodat alle procedures bij online producten en diensten toegankelijk en juridisch correct zijn beschreven. e. jurist bij een bank waar je een nieuwe regeling opstelt over toezicht van financiële instellingen ten behoeve van de implementatie naar producten en diensten. f. juridisch medewerker bij een uitzendorganisatie en je wordt bij een cliënt gedetacheerd om een juridisch kwaliteitszorgsysteem op te bouwen en te onderhouden. g. medewerker bij een woningcorporatie en je stelt voor de interne communicatie een databank op met alle relevante wetgeving en jurisprudentie rondom huur en verhuur.
8 Het initiëren, uitvoeren en beoordelen van toegepast juridisch onderzoek, waarbij het met name gaat om de probleemformulering en de concretisering daarvan; het bepalen en beoordelen van de onderzoeksmethode; het toepassen en beoordelen van de onderzoekstechniek en het vastleggen van een en ander in een verslag. Beroepssituaties: a. juridisch medewerker bij de gemeente en je moet het college van B&W adviseren over de juridische consequenties van het door B&W genomen besluit om de binnenstad te beveiligen. Om te kunnen adviseren zul je zelf onderzoek moeten verrichten; b. beleidsmedewerker bij een waterschap dat zich moet uitlaten over ruilverkaveling. Je moet bestaande nota’s, ontwerpconvenanten en conceptovereenkomsten screenen op juridische lacunes. c. medewerker bij een Nederlands veilingbedrijf dat veelvuldig handel drijft met andere Europese bedrijven. In een Europese richtlijn zijn nieuwe criteria opgenomen voor de genetische waarde van geïmporteerd voedsel. Jij dient te onderzoeken in hoeverre implementatie van de richtlijn gevolgen heeft voor de werkwijze van het bedrijf.
Naast de beroepscompetenties is er ook een tweetal algemene competenties. 9. a.
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Dit houdt in: het samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie);
Open Juridische Hogeschool
5 van 6
b.
het communiceren, zowel mondeling als schriftelijk, intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels (in termen van beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten).
10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Dit houdt in: a. het sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; b. het nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; c. het ontwikkelen van een beroepshouding met initiatief of ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; d. het leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
Open Juridische Hogeschool
6 van 6