B NIEUWS
1 #02
20 september 2010
Periodiek van de faculteit bouwkunde | tu Delft
! IT’S FALL IS ENJOY TH HE ISSUE IN T RAIN!
Inhoud 2/3 Nieuws Science Centre Delft opent haar deuren Decaan interviewt decaan: not so faq B Nieuws Editorial: hommeles (?)
4 Nieuws Young Urbanists’ Papers wanted Get ready to go abroad!
5 Nieuws Revival of the student architectural association Designers of the Future: Ma
6/7 B Reviews Architettura Serenissima Hans van Dijk's impressions of Architecture Biennale in Venice; the pavilions, the exhibtions and this year's curator.
8 BK In Focus Bouwkunde graduates published (on Architectural Review’s website)
9 Project Zakboek parkeren voor de woonomgeving
10 Forum Column: Louche Wouter Vanstiphout: Blame the architect
11 Streets of BK What would you do if you were the dean of the faculty?
12 Agenda
3 wytze patijn “de huidige situatie is bedreigend voor de faculteit. Wij kampen met een vrijwel onhaalbare bezuinigingsopgave.”
2 Nieuws SHORT NEWS
B NIEUWs 02 20 september 2010
delft for science
Relocation of History and Media The History department has moved this summer from 01+ west to the ground floor, East Wing, near the DSD. The Media department has moved from BG+ east to 01+ west. Check out their new location!
Alterations in freehand drawing room
Foto: Danielle Brinkhuis
Boven: Hyperbody's ruimte Onder: de grote tentoonstellingszaal
A third freehand drawing room has been realised in the East Wing of BK City (room H). Extra facilities have been added to the other two freehand drawing rooms, including sinks, extra storage facilities, new furniture, platforms and portable spotlights.
More space for studio areas and student workspaces In a move to tackle the shortage of space in BK City, the departments have given up space for the benefit of studio areas and student workspaces. In the West Wing, BT and RE&H departments have given up rooms on the second floor. Urbanism gave up a room on the first floor. In the East Wing, Architecture has given up a ‘quiet room’ to create room for studios. The RMIT department has also made space available for studios /student workspaces.
ICT in Teaching The former ICT in Teaching (ICTO) rooms have been withdrawn. These rooms are now being used as studios. Therefore, ICT in Teaching has moved to the Multimedia Lab in the basement and the @work room in the Ketelhuis.
Architecture Alumni meet up on LinkedIn The Faculty of Architecture now has a special LinkedIn Group for alumni. This LinkedIn Group forms a platform on which former students and PhDs from the Faculty can ‘meet up’ to swap knowledge and experiences or reconnect with old colleagues and fellow-students. Join now!
www.alumni.tudelft.nl/ linkedin/architecture
Rechtsboven: toasten op de opening Rechts, midden: 1:50 maquette van de TU Bibliotheek Rechtsonder: kinderen experimenteren in het robotlab Foto: Danielle Brinkhuis
Science Centre Delft opent haar deuren Het Science Centre Delft, het voormalige Techniekmuseum, heeft op woensdag 1 september haar deuren officieel geopend. DELFT – Tijdens de openingsdag werden bezoekers binnengehaald op de rode loper en begeleid door een heuse dixieband. Zij konden alvast een glimp opvangen van de vele activiteiten in het verbouwde gebouw aan de Mijnbouwstraat. Het Science Centre is vooral bedoeld om de jeugd enthousiast te maken voor een technische studie: een flink deel van het centrum is gereserveerd voor een expositie waarin enkele van TU Delft’s beroemdste projecten tentoongesteld worden, zoals waterstofauto Formula Zero, de door spierkracht aangedreven onderzeeboot Wasub en natuurlijk zonne-auto Nuna. In een avontuurlijke, interactieve opstelling die in opzet toch wel een beetje doet denken aan dat andere science centre in Amsterdam (Nemo), kunnen kinderen van de basisschool en middelbare school zich uitleven op de verschillende toestellen. In de weken voor de opening werden de apparaten en objecten al uitvoerig getest. Een bataljon basisschoolkinderen – de ‘ietsenmakers’ – probeerden alle apparaten en opstellingen uit, waarna hun bevindingen werden meegenomen bij de verdere verfijning van deze apparaten. Hun avonturen met de toestellen werden bewerkt tot een film, die vertoond werd tijdens de groots opgezette opening, tussen toespraken van onder andere CvB-lid Paul Rullmann, hoofd van het Science
Centre Michael van der Meer en Ewout Genemans, presentator van het televisieprogramma Willem Wever. Het Science Centre is echter niet alleen bedoeld om scholieren die over hun studiekeuze twijfelen naar de TU Delft te trekken. Er wordt ook wetenschappelijk onderzoek verricht: er vindt een promotieonderzoek van TBM plaats in het Gamelab, en Bouwkundeonderzoeksgroep Hyperbody heeft ook een eigen ruimte waarin het zijn interactieve architectuur kan testen. Op dit moment wordt deze ruimte, ‘atelier voor levende bouwsels’ genoemd, vooral in beslag genomen door enkele projecten uit de Bsc-Minor van Hyperbody. Naast deze ruimte heeft Bouwkunde ook een tweede ruimte, de modellenkamer, waarin enkele maquettes worden tentoongesteld. Pronkstuk in deze ruimte is een opengewerkte maquette van de bibliotheek van de TU Delft op schaal 1:50. (MS)
Het Science Centre is gratis toegankelijk voor kinderen t/m 8 jaar, studenten van de TU Delft en voor houders van de Museumkaart, de Delftpas en de Rotterdampas. Voor kinderen t/m 17 jaar is de entreeprijs € 4,00 en voor volwassenen € 6,50. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10:00 – 17:00, zaterdag en zondag van 11:00 – 17:00. Zie ook: sciencecentre.tudelft.nl
Nieuws 3
not so faq degenen die bij de speech van wytze patijn waren op 6 september jl. hadden het al door: onze decaan is bezig met zijn laatste seizoen bij bouwkunde. hieronder een interview met de decaan over de achtergronden en gevolgen VAN zijn vertrek. DOOR HET DECANAAT
Hoe kijk je zelf aan tegen je aankomend vertrek? In de eerste plaats vind ik dat niet leuk en kwam het voor mij als donderslag bij heldere hemel. Ik was bereid om eerder terug te treden en daar zijn ook afspraken over gemaakt, alleen had ik dit tempo niet voorzien. Ik ben voor een gezonde overgang met continuïteit voor lopende zaken, zodat ik de faculteit op een juiste manier kan overdragen. Dat loopt nu gevaar.
Dus je voelde je als het ware overvallen door het besluit van het College van Bestuur? Dat kun je rustig stellen, zoals ik eerder zei zijn er andere afspraken gemaakt. Dit kwam als een complete verrassing aan het begin van mijn vakantie. Ik heb hierdoor wel de tijd gehad om alles in perspectief te zetten en eens goed na te denken over wat er nu precies moet gebeuren voordat ik daadwerkelijk vertrek.
Wat vind je van de huidige situatie? Het is bedreigend voor de faculteit. Wij kampen met een vrijwel onhaalbare bezuinigingsopgave. Hierdoor ben ik ook bang dat de bezuinigingsopgave de voornaamste opdracht wordt voor de toekomst. Bouwkunde wordt als ontwerpfaculteit niet serieus genomen, het is een beetje de geschiedenis van de faculteit dat we om de zoveel tijd moeten bewijzen dat we bij de TU Delft horen. Het ontwerpen wordt niet gezien als wetenschap, althans niet in de ogen van de natuurwetenschapper.
Wat houdt je tegen om niet nu onmiddellijk op te stappen? Dat zou de faculteit geen goed doen. Het zou de faculteit juist schade toebrengen. De simpele bezuinigingsaanpak van de afgelopen 2 jaar wil ik voorkomen, deze werden doorgevoerd zonder aanzien des persoon of zonder inhoudelijke overwegingen. Ik wil
zo beleidsrijk mogelijk bezuinigen. Dus niet met de kaasschaaf maar vooral ook met oog voor nieuwe initiatieven en het aanhouden van jonge high potentials.
Welke nieuwe initiatieven bedoel je? Bijvoorbeeld Landschapsarchitectuur. Daar ligt niet de focus op bezuinigen maar op de toekomst van de landschapsontwikkeling in Nederland. Nederland staat bekend om zijn landschapsontwikkeling, wij moeten in staat zijn MSc studenten af te leveren die aan deze specifieke vraag van de maatschappij voldoen.
Heb je steun van de OdC? Nee, niet altijd. Zij vreest dat vernieuwing ten koste gaat van het bestaande. Zij heeft een negatief advies uitgebracht zonder enig overleg of onderlinge gedachtewisseling. Het besluit is ook niet gebaseerd op onderlinge gedachtewisseling. Ik ben hierover erg teleurgesteld. We moeten vooral naar de toekomst kijken. Juist als je aan het bezuinigen bent, blijft het zaak dat je goed in de gaten houdt wat de vraag van de maatschappij is.
Een hele andere vraag, wat schort er aan het onderwijsprogramma? Wij hebben een onderwijsprogramma gecreëerd waar geen gedachte aan ten grondslag ligt. Het programma is volledig verkokerd en teveel gericht op kleine specialisaties, het is niet gestoeld op een heldere visie om de student zo goed mogelijk de maatschappij in te sturen. Het is het resultaat van een liberaal keuzemodel, waarin elk idee zijn eigen vorm en plek in het onderwijsprogramma kreeg. Er was geen enkel idee over hoofdlijn en de basis is verloren gegaan. We moeten vooral docenten overtuigen te streven naar een gezamenlijk gedragen visie over wat een masterstudent uiteindelijk moet kunnen.
Wat vinden de studenten van uw visie op het onderwijsprogramma? Ik voel me gesteund door veel van de studenten, ze zijn kritisch over het gebrek aan organisatie in het onderwijs en de onduidelijkheid in het beoordelen. Ze geven regelmatig aan dat wij als faculteit zijn doorgeschoten met keuzevrijheid in het programma. Zij zijn ook bezorgd over de kwaliteit van het onderwijs in het licht van de komende bezuiniging. Daar gaan we de komende maanden nog flink over discussiëren met het management team.
Aan de ene kant bezuinigen maar aan de andere kant steun je initiatieven als The Why Factory en Hyperbody e.a.? Dit doe ik omdat Winy Maas (The Why Factory) en Kas Oosterhuis (Hyperbody) een uitermate visionaire blik op de toekomst hebben. Je hoeft het niet eens te zijn met hun visie maar zij agenderen en dagen mensen uit om buiten de kaders te denken en doorbreken de traditionele architectuur, wat op zich al een gevoelig punt is. Zij zijn belangrijk voor de faculteit en brengen de faculteit naar buiten. Zij verdienen beide meer studenten dan er nu op basis van beeldvorming en mond-tot-mond reclame zijn. Er is rond de The Why Factory en Hyperbody negatieve beeldvorming ontstaan die doorwerkt in de wandelgangen, waar vernieuwing niet wordt geaccepteerd.
Waarom staat bezuinigen niet boven aan de agenda? Je kunt je niet laten sturen door louter geldkwesties. Je kunt immers alleen keuzes maken als je goed weet waarover het gaat. Kosten en kwaliteit zijn wat mij betreft gelijke partners in het uitvoeren van een rigoureuze bezuiniging als deze. Je moet dus een visie op de toekomst hebben, wil je je als internationaal bekende ontwerpopleiding kunnen handhaven.
Alleen ontwerpopleiding? Jazeker, we zijn overwegend een opleiding voor ontwerpers; meer dan 80% studeert af in Architectuur en Stedenbouw. Ons profiel is breder dan alleen ontwerpen: we doen ook techniek en processturing. Die breedte is kenmerkend voor de Faculteit Bouwkunde Delft.
REDACTIONEEL
Hommeles (?) Nog voor het jaar echt begonnen is, is het al hommeles. Terwijl Wytze Patijn hoort dat dit zijn laatste ‘seizoen’ als decaan is (hoe lang dat seizoen dan is, lijkt voor niemand duidelijk) is Nederland kabinetsloos, staat Pakistan onder water en horen sommige studenten pas in de tweede (!) onderwijsweek waar ze zijn ingedeeld. Het lijken voorbodes voor een roerig jaar, of in ieder geval een roerig half jaar. De facultaire begrotingen voor 2011 moeten immers voor het einde van dit jaar worden ingediend: opnieuw onzekere tijden, voor iedereen. Buiten de (facultaire) strubbelingen om lijkt het echter gewoon business as usual. Het Delftse Science Centre werd geopend, dat naast een showcase van verschillende Delftse paradepaardjes ook nog een centrum is waar echt onderzoek wordt verricht. Als je in het buitenland wilt studeren kan je in deze B Nieuws de deadlines vinden waarop je je materiaal moet inleveren. Hans van Dijk schrijft een beschouwend artikel over de Biënnale in Venetië en het gerenommeerde magazine Architectural Review heeft drie Delftse studenten uitgelicht in haar lijst van de tien beste studenten ter wereld – niet slecht voor een faculteit die volgens onze decaan “om de zoveel tijd moet bewijzen dat we bij de TU Delft horen”. Toch knaagt er iets. Is het omdat de decaan – naar mijn idee – precies dezelfde kritiek heeft op het onderwijsprogramma als twee jaar geleden, zonder zijn eigen bijdrage aan dit programma mee te nemen? Is het omdat er wellicht een kabinet komt waarvan een partij de diversiteit van onze samenleving een “multiculturele afgrond” noemt en er liever gisteren dan vandaag vanaf wil? Is het omdat de inbox van B Nieuws angstvallig leeg blijft, terwijl je zou verwachten dat de Forumartikelen binnen zouden stromen? Wat het ook is, alle ingrediënten voor een turbulente tijd zijn aanwezig. Op Bouwkunde en in de maatschappij. Is het niet nu, dan wel binnen nu en een paar weken… als men tenminste het lef heeft om op te staan, om in de pen te klimmen en niet met oogkleppen op alleen voor het eigen hachje te zorgen. Houd B Nieuws in de gaten... Marcello redactie B Nieuws
4 NIEUWS
B NIEUWs 02 20 SeptembeR 2010
Get ready to go abroad!
Young Urbanists’ Papers Wanted Young urban researchers can confidently pen down one event in their agenda for the next year: the AESOP Young Academics Network Meeting. The theme: Diversity in Urbanism. BK CITY – Diversity in Urbanism will be discussed in the context of sustainability, ecology and its impact on spatial design and planning. The three main themes are: “crossnational comparisons” (in which inter-regional and national spatial planning are discussed), “resilience thinking” (planning and design resilient to for example climate change) and “city and community engagement” (which looks at citizen involvement in spatial planning and design). The Young Academics (YA) of Association of European Schools of Planning (AESOP) is a loose network of young researchers and PhD candidates from over 150 European schools of planning who are member of AESOP. This year, the meeting takes place in Delft, the number of participants is limited to 40. “The selection is related to the quality of the abstracts only. From the earlier conferences it can be estimated that around a quarter of the participants come from the hosting university”, says Alexander Wandl, researcher at the department of Urbanism and member of the Organizing Committee. This relatively small number of participants increases the chances of effective networking. All keynote speakers have been confirmed: TU Delft’s own Professor Wil Zonneveld (Urban Studies from OTB) will give a lecture, as will Emeritus Professor Patsy Healy from Newcastle University and Professor Jörg Knieling from HafenCity University. Each of them will address one of the main themes of the conference. The Conclusing lecture will be given by Professor Vincent Nadin, the These lectures will be held in Berlage Rooms and will be open to the public. The rest of the conferece is open only to the participants of the meeting. The target group is young academics in the field of spatial planning and design: people at the beginning of their academic career, who started their PhD or finished it in recent years. But Wandl admits that if master students’ abstracts meet the scientific criteria, they will be considered in the selection too. MORE INFORMATION: ya2011.tudelft .nl The deadline for abstracts is 15th Novemaesop-planning . ber 2010. The actual meeting will take com place on the 16-18 February 2011 at the Faculty of Architecture, TU Delft. The presented papers will be published on the conference webpage and possibly in a special edition of a scienticic journal. (PS)
Been thinking about getting out of Delft for a while? Want to get a new perspective on your studies and life in general? A semester at a foreign university could be just what you’re looking for. Shirin Musa from the International Office offers a few tips for students thinking of going abroad. “Having average grades doesn’t have to be an obstacle.” BK CITY – Perhaps more than with any other technical study, it is important for Architecture students to become acquainted with other cultures and to learn about other types of architecture and ways of building. To really get to know a city one must be there for an extended period of time. The reason for choosing to study abroad differs per student and there are many schools to choose from. Musa: “There are roughly 70 partner universities so students are advised to gather as much information as possible about the school before making a definite choice and starting the application process. For instance, the costs associated with studying in a foreign country can differ greatly per location… India and the Czech Republic are quite cheap while countries like the United States, Australia and Japan are quite expensive.” Most will go for a half-year or a whole year to a partner university during the BSc 5 or MSc 2 semester. The student is expected to have completed all classes and projects
from the previous semesters.” Many students hesitate in considering studying abroad due to fear of not knowing the language, perceived high costs and the idea that one must have above-average grades. Musa stresses that this is not the case and that studying abroad is a realistic option for most Architecture students. Though it is understandable, Musa laments the fact that many students only want to go to the well-known universities in the big cities. “There are a number of good architecture schools such as in Porto, Portugal and Aachen, Germany that are often passed over. Porto, for instance, is interesting due to the contrast between the modern city and the less-developed setting of Portugal. Barcelona is very popular though students who think that their Spanish will be sufficient for communication must be aware that the official language is Catalan.” (AG)
MORE INFORMATION Application deadline for semesters starting in Sept. 2011 and February 2012: February 1st, 2011. Open consultation hour: 3-4 PM (all weekdays except Wednesday) Website: bk.tudelft.nl/studyabroad Email:
[email protected]
Nieuws 5 Revival of the student Architecture association ARGUS is the renewed student association for all MSc architecture students.
BY ARGUS Since 2006 the organization was barely active, until now. ARGUS is revived and will be there for all master students! The economic crisis, predictions about climate, energy, population growth, urbanization and the exodus of the countryside make it a turbulent and challenging time for us future architects. Again, there is room for ideals and the architect should focus more on the future. Durability, re-use and quality of life are the important subjects nowadays. This requires a place for discussion, exchange of ideas and relevant information. Alongside our comprehensive education, there is no such place for us MSc architecture students. Therefore ARGUS is reinitiated and wants to satisfy this need, with your help, by organizing a series of in-depth activities, yet with a personal and informal approach. Activities may vary from masterclasses on location to stories told by architects about starting your own architecture firm from scratch. The first activity has already been planned, as you can read in the article by Hans van Dijk: ‘an excursion to the Biennale of Venice’. With the theme “People meet in Architecture ‘, this year’s Biennale is well worth a visit, because it refocuses on us, people in architecture, and so on the subjects sustainability, re-use and quality of life. This year there will be more to hear from ARGUS. Are you interested to contribute or to join, please send an email to
[email protected]. Are you curious about the excursion to the Biennale and Venice and do you want to go together with us?
For more info, visit: argus.cc
Spreker vijfde Designers of the Future lezing bekend De Wouter Mikmak Foundation en Faculteit Bouwkunde hebben dit jaar architect Qingyun Ma als ontwerper van de toekomst bestempeld. Op 10 november verwelkomt Delft de architect en planner in BK City tijdens de vijfde Designer of the Future lezing. DOOR ANNE DE HAIJ Na een bomvolle zaal tijdens de laatste editie van Designers of the Future – architect en stedenbouwkundige Bob Allies gaf toen acte de présence – hoopt de Wouter Mikmak Foundation dat Delft en de rest van Nederland op 10 november ook warm lopen voor de visionaire Chinese architect Qingyun Ma. Vertelde Allies in zijn lezing nog uitvoerig over de planning van de Olympische Spelen in Londen 2012, ook nieuwe ‘designer of the future’ Ma was ooit betrokken bij de planning van één van de grootste sportevenementen ter wereld: de Olympische Spelen 2008 in Beijing. Maar daar houdt de vergelijking al snel weer op. De nieuwe lezing en bijbehorende publicatie beloven weer een nieuwe invalshoek op de architectuur van de toekomst. Qingyun Ma (1965, Xi’an, China) behaalde zijn Bachelor of Architecture aan de Tsinghua University in Beijing en studeerde vervolgens af als architect aan de University of Pensylvania. In 1996 richtte hij zijn bureau MADA s.p.a.m. in New York op om vervolgens het hoofdkantoor na drie jaar naar Shanghai te verhuizen. Inmiddels wordt het bureau gezien als een wereldwijd concern en wordt Ma bestempeld als één van de meest invloedrijke Chinese architecten. In 2006 werd Ma benoemd tot decaan van de Bouwkunde faculteit van de University of Southern California én richtte hij in zijn moederland de American Academy of China op, wat wereldwijd voor veel politieke en economische publiciteit én opschudding zorgde. In 2007 was hij de curator van de Architectuur- en Stedenbouw Biënnale van Shenzhen en Hong Kong en in 2008 dé planningsexpert van de Olympische Spelen in Beijing. Sinds 2009 is Ma bovendien adviseur voor stedelijke ontwikkeling van de stad Los Angeles en werd hij door het Disney hoofdkwartier om advies gevraagd over het Shanghai Disney Project. Ook in de academische wereld staat Ma niet stil: zo was hij gastdocent aan onder andere Harvard, Columbia, University of Pensylvania en ETH Zürich. Bovendien was hij betrokken bij diverse internationale exposities en publicaties wereldwijd. Met zijn bureau richt Ma zich op Strategy, Planning, Architecture en Media (s.p.a.m). Met zijn projecten probeert hij bovendien een stevige bijdrage aan het architectuurdiscours te leveren. Volgens Ma heeft de architect namelijk de afgelopen decennia zijn oorspronkelijke verantwoordelijkheden naast zich
neergelegd en moet hij deze nu weer opeisen. In zijn werk staat dan ook – ongeacht het soort opdracht of gebouw – altijd de verwachting van de gebruiker centraal. Om aan deze verwachting te voldoen werkt MADA s.p.a.m daarbij volgens het ontwerpprincipe dat architectuur altijd een oplossing voor problemen moet zijn. Architecten zijn dan ook ‘problem solvers’ en niet – zoals veel architecten eigenlijk zijn – problem oppressors. Zijn werk is daarom uiteraard meer dan alleen het ontwerp van een mooi gebouw naar wens van de opdrachtgever; de gehele fysieke omgeving en sociaal-culturele context van het gebouw wordt in het ontwerpproces meegenomen. “Architectuur is een proces van selecteren en vormgeven van materialen in relatie tot financiële technologie en ideaal. Architectuur is daarmee tegelijk product als constructie van ideeën.” In zijn lezing voor Designers of the Future, genaamd Designeloper. How design engenders a new mode of development, which in turn, invests in good design zal Ma ingaan op de Chinese cultuur en economie waarin ontwikkeling en design hand in hand gaan. Hij stelt de Chinese conditie als significant anders dan de westerse vanwege de positie die design en ontwikkeling ten opzichte van elkaar innemen. Terwijl design in de meest ontwikkelde landen een marktgedreven dienst is die bijdraagt of in dienst staat van zekere hogere ontwikkelingsdoelen, is de markt in China zo ongedefinieerd en in verandering dat design de ontwikkeling zelf vormt.
MEER INFORMATIE Vijfde Designers of the Future lezing 10 november 2010 I Zaal A van BK City 17.00 – 19.15 uur Meer informatie: designersofthefuture.nl madaspam.com
6 b reviews
B NIEUWs 02 20 septmeber 2010
Architettura serenissima Faculty of Architecture TEACHER Hans van dijk was present at the opening of Kazuyo Sejima’s Biennale in Venice. a review of the exhibition. By HANS VAN DIJK Let’s start with what the twelfth Architectural Biennial in Venice is not. It is neither theoretical, nor political. It is not about typology and morphology, blobs or idle utopia’s. It is neither a parade of competing, exuberant and over-expensive architectural icons, nor a comment on their demise after the fall of Lehman Brothers and all the rest. It does not position itself in the midst of current debates, crises or dilemmas. This Biennal simply sidesteps them all. The curator, the Japanese architect Kazuyo Sejima, just captures the stage and calls attention to an interesting but marginal recherche patiente that had been practiced in Japan since the early nineties: research into ultimate transparency, minimalism, lightness, architettura povera and also an understanding of space as a ‘blurred’ atmosphere. Sejima (54) received this year’s Pritzker Prize and is the first female curator of the Biennal’s mostra di architettura. More remarkable is that she used the manifestation to present experimental installations that - to a great extent - just challenge our perceptive capabilities. In the monumental Corderie dell’Arsenale, her pupil Tetsuo Kondo invites us to climb a steel bridge to walk into a cloud. In a dark space with a stroboscopic-lit water ballet, Olafur Eliasson articulates space and time. With
extremely thin, hardly visible steel rods, Junya Ishigami delineates a cubic body of air – the ultimate form of architectural transparency. All visitors are invited to observe … well, what? Can we still see an architecture that has become an ‘atmosphere’, a charged body of air, but still has not disappeared altogether? Is this something new? It certainly is different from the architecture of the recent past, that pretended to be ‘supple’, ‘folded’, ‘seamless’ or ‘liquid’, that at least was very visible and articulated. But now we are challenged by an architecture that evaporates. One is reminded of something that Mies van der Rohe called a betonte Leere (an emphatic void), of Eisenmans ‘presence of an absence’ or even of Heidegger’s obscurantist phrase das nichts nichtet. But Sejima is doing something different. As a practicing architect, she does not transgress the border of the metaphysical. If you are not interested in stuff like this, there are still many other reasons to go to Venice. Since the regular architectural exhibitions of the Biennale di Venezia started in 1980, there are – next to the main curator’s choice - the independently curated national contributions, most of them shown in the countries’ own pavilions in the Giardini di Castello. Besides, there is a rich program of fringe initiatives all over the city, luring the public
away from the dominant Biennial. I will just mention interesting exhibitions of the work of Pier Luigi Nervi and the overview of 250 Piranesi etchings accompanied by computer-generated visual tours through the enigmatic Carcieri spaces. The national pavilions are independently curated and are free to adopt or negate Sejima’s theme ‘People meet in architecture’. In these presentations, there are some recurring attitudes or reflexes. One of them is a pre-emptive defense: at all cost one tries to avoid making a classical architectural exhibition. This year this resulted in ‘original’ installations that are enigmatic (Egypt) or mildly funny and absurdist (Serbia), but do not make a point. Second, there is the opposite: one presents non-spectacular but better-than-average architecture with photographs, drawings and models. In doing so, the usual suspects in this category (Spain, Finland and the Nordic Countries) display a subliminal chauvinism that avoids explicit justification. Third, there is outright self-promotion: France’s triumphalism about urban regeneration in Paris, Marseille, Lyon, Nantes SaintNazaire and Bordeaux. The fourth category is the domain of the pavilions that are struck by lack of inspiration: Germany collected 162 doodles with which invited architects and critics commented on the theme Sehnsucht.
“Can we still se an ‘atmosphere’ not disappeared The most sympathetic national pavilions were the ones with a didactical twist. Israel’s presentation of the early kibbutzim showed the condition of the descendants of utopian socialism, propelled into a turbulent, politicized 20th century context. Bahrein reconstructed some beach huts that have been used by the native pearl divers. It tried to illustrate how the relationships between the old settlements and the sea was disrupted by the landfills with their new developments. It is an honest and also somewhat melancholic and powerless cri de coeur of a Gulf state reflecting on its own
7 superficial, as a subtext of Hadrianus’ ‘Monumental Minimalism’ however, it seemed to be reloaded to a somewhat more profound statement. But what is it about?
Images, clockwise from top left: Cloudscapes, Tetsuo Kondo Architects and Transsolar (photo Hans van Dijk), Kazuyo Sejima (photo Hans van Dijk), Pearl fisher’s hut, Bahrein pavilion (photo David Levene/The Guardian), Wim Wenders, sketch for film of SANAA (Sejima and Nishizawa), Rolex Learning Centre, Lausanne (photo Biennale di Venezia)
ee an architecture that has become ’, a charged body of air, but still has d altogether? Is this something new?” modernization process. It was correctly awarded with the Golden Lion for the best national pavilion. The British, represented by muf architecture/art, tried to reconnect to the lagoon city by presenting the Venetian sketchbooks of John Ruskin side by side with old photographs of local residents. They also made a mini salt marsh in a 15 square meter tank continuously refilled with water from the real lagoon. Further, there is a 1:10 wooden scale model of London’s Olympic Stadium under construction, that acts as a theatre of ‘Stadium of Close Looking’
and will be reinstalled somewhere in Venice as a place to practice drawing lessons. The Netherlands illustrated its large amount of vacant buildings as a large city of blue polystyrene foam models (installation by Rietveld Landscape). After the de-legalization of squatting, the scandal unmasked here is no longer the housing shortage but the missed opportunity when we don’t reuse the buildings (maybe only ad interim) for the creative industry and the Dutch innovation policy. With this shifted cause, it was a chique rebellion. The only architectural point was that the empty pavilion’s whitewashed
interior under the foam model could be read as a tribute to Sejima’s architecture. Back to the spaces in de Padiglione dell’esposizione (the former Italian pavilion) and the Corderie where participants invited by Sejima made their installations. Her reputation had raised high expectations of this Biennal. They were enforced by citywide distributed posters, showing the interior of the Pantheon in Rome, where strolling and gazing people were dwarfed by the majestic dome. Although this year’s motto ‘People meet in architecture’, sounded rather obvious and
I met mrs. Sejima 18 years ago for an interview. Nothing came of it, because she was a woman of a few words. Now a ‘star’, this has not changed. Flying back from Venice it seemed challenging to me to search the Biennal for clues to better understanding Sejima and her very peculiar idea of ‘atmospheric’ space. It’s something that not only does fascinate her and her SANAA partner Ryue Nishizawa, but also other young Japanese architects like Koh Kitayama and Atelier Bow-Wow’s Yoshiharu Tsukamoto, who’s work can be seen in the excellent and informative Japanese pavilion. It has to do with a kind of limited space that loosely surrounds, permeates and unites a group of people (or group of scattered houses or buildings), but without the need for a fixed centre or a clear outline. It is like a cloud, with blurred edges and a transparent and vaporous, but yet material substance that escapes when heavy structure, iconic affectation and articulated spatial gymnastics are reduced to the edge of disappearing. This novel perception of space informs both Sejima’s buildings (like the Rolex Learning centre in Lausanne, filmed in 3D by Wim Wenders) but also a new, modest micro-urbanist attitude to housing projects in crowded cities like Tokyo. Finally, what’s puzzling me is that these sensibilities have been developed slowly during almost two decades of economic stagnation, after the real estate bubble in Japan burst in 1992. Just coincidence?
MORE INFORMATION The 12th Achitectural Biennal in Venice is open until 21 November: labiennale.org ARGUS (reborn!) is organizing a student trip to Venice end October or early November. See the article on page 5 of this edition of B Nieuws. Info and reservations: argus.cc
8 bk in focus
B NIEUWs 02 20 september 2010
bouwkunde graduates published SPEAKING OF PUBLICITY: ARCHITECTURAL REVIEW’S WEBSITE FEATURES NO LESS THAN THREE TU DELFT ARCHITECTURE STUDENTS IN THEIR SHORTLIST OF TEN TOP STUDENTS FROM AROUND THE WORLD. Sofía Cárdenas – A sustainable business hub Tutors: Axel Kilian, Arjan van Timmeren, Eliza Guse by marcello soeleman LONDON – Sofía Cárdenas, Ilmar Hurkxkens and Qili Yang have their graduation projects displayed on the ‘delight’ section of the magazine's website, which features articles about students, innovations and other remarkable architectural feats. Students from, amongst others, École Speciale d’Architecture in Paris, Princeton University School of Architecture in New Jersey and University of Capetown join the trio on the shortlist. Interestingly, while the three students were nominated for the Dutch Archiprix, none of them actually won the award, nor did any one of them get an honourable mention. This appeared not to be a criterium to get featured on the website, as some of the featured projects received several accolades, but others didn’t actually win anything. However, what all the projects do have in common is that they are unexpected: they challenge the existing views on architecture. They question the traditional roles of architect, designer and planner and criticize existing urban and technical frameworks as well as ways of thinking and doing. While such an attitude might be expected from a graduate student, it’s obvious that these students have taken their criticism to the next level and that they have made compelling designs that propose interesting alternatives. Delightful!
architectural-review.com/delight
Focusing on the densely populated area of Dharavi, an informal settlement in Mumbai, a desired future vision on the area resulted in the introduction of new elements as generators to provoke changes. The area is developed by interventions on three levels, in three different phases. In the macro phase, an intervention at the Mahim Creek and the Mithil River improves the existing environmental conditions while a boulevard increases connectivity. The meso phase entails a bamboo bridge and a low-tech icon, the “Craft Tower”, which functions as a showroom. The micro phase lastly, focuses on structural analysis, with the aid of parametric modelling software and by researching the behaviour of the materials, also by building prototypes.
Ilmar Hurkxkens – Paradise Regained – The Watchman, The Sleeper, The Dreamer and The City Tutors: Filip Geerts, Stefano Milani, Olaf Gipser, Jelke Fokkinga At the Hondsbossche Zeewering, near the Dutch village of Petten, an alternative vision for the typical Dutch approach to dealing with water (tall dykes behind which polders are urbanised) is presented. Dyke and city are merged to form a single artefact, without a centre: a linear proposal, articulating the technical and poetic qualities of the project. Two buildings cap off the linear development: a laboratory for the national water authority on one end, a building designed around its panoramic views on the other. Between these two outposts, several artificial dwelling hills are placed, reminiscent of the ancient Dutch ‘terps’. These terps enable inhabitation of flooded lowlands while keeping ones feet dry. Rather than a single line of defence, the project is a protective zone, where architecture and infrastructure coalesce.
Qili Yang – Smallness: Re-scripting the collective housing in Shenzhen Tutors: Jasper van Zwol, Ype Cuperus, Birgit Jürgenhake As an alternative to the large-scale urban development in China today, this project proposes the idea of ‘smallness’, both spatially and in the way that the space is used. As small structures are increasingly swept away by grand, monstrous, large-scale new buildings and as evolved social microstructures are being replaced by vast open plazas, this project questions whether this is the correct strategy to follow. It proposes the possibilities of building with ultra-high density without losing sight of the local scale. The project is developed on three levels: many small city blocks form a new network of tiny streets, new clearings divide the area into seven individual blocks, and a group of mini-towers follow the scale of the designed fabric, while investigating dwelling typologies typical of Shenzhen.
Project 9
Zakboek parkeren Voor de woonomgeving Door Frederique van andel
De woonomgeving wordt gedomineerd door auto’s. Ik vraag me af of de mensen zich realiseren hoe hun woondomein eruit zou zien als die auto’s er niet zouden staan. Helaas kunnen we niet alle auto’s uit het straatbeeld doen verdwijnen en dat is bovendien niet wenselijk. Mobiliteit is een groot goed en de auto is voor veel mensen een heilig bezit. Wel kunnen ontwerpers zorgen dat de verhouding tussen bebouwing, groen, infrastructuur en parkeerruimte optimaal is. Als het parkeren vernuftig wordt ingepast in de wijk, blijft er ruimte over voor verblijven, spelen en groen. In Vinexwijken is de parkeernorm vaak opzettelijk laag gesteld in de hoop dat veel mensen ook gebruik gaan maken van het openbaar vervoer. Maar de bewoners blijken toch liever in de auto te stappen. Bovendien wonen er veel tweeverdieners, die vaak beide met de auto naar hun werk gaan. Thuisblijfmoeders en/of -vaders hebben vaak een auto voor de boodschappen of als ‘taxi’ om hun kinderen naar bijvoorbeeld sportclubs te brengen. Als de parkeernorm in een wijk in theorie wordt gehaald, betekent dat niet per definitie dat het ook voldoet aan de actuele parkeerbehoefte in de wijk. Garages bij de woning worden bijvoorbeeld vaak niet gebruikt, waardoor de parkeerdruk in de straten groter is dan voorzien. Tegenwoordig wordt in veel Vinexwijken het parkeren geclusterd in parkeerhoven. Deze zijn echter lang niet toereikend voor de parkeerbehoefte, waardoor de straten alsnog vol staan met auto’s. Circa 40 jaar geleden loste de architect Benno Stegeman dit formidabel op. In de door hem ontworpen wijk ‘Meerzicht-Zuidwest’ in Zoetermeer paste hij vier parkeerhoven in. Deze parkeerhoven zijn half verdiept en bovendien overdekt. Op het dak is dus ruimte voor extra auto’s van zowel bewoners als bezoekers. Zo is het aantal parkeerplaatsen simpelweg verdubbeld en blijven de straten vrij van geparkeerde auto’s. Het was niet nodig om de parkeervoorziening te funderen en de ruimtebesparing die de clustering met zich meebracht is geïnvesteerd in ruime kavels en veel extra groen. Een wandeling door de wijk is als een wandeling door een park. Er staan nog meer projecten in het boek waarbij de oplossing voor het parkeren heeft geresulteerd in een groene woonwijk, zoals de wijk ‘Tussen de lanen‘ in Doorwerth van Mecanoo. De monofunctionaliteit van veel woonwijken maakt dubbel gebruik van parkeerplaatsen in combinatie met voorzieningen helaas onmogelijk. Wel kan aan dubbel gebruik gedacht worden in combinatie met andere ‘woon’ activiteiten. Een oplossing kan zijn om een parkeervoorziening overdag (als veel auto’s weg zijn) geschikt te maken voor spelende kinderen. In de woonwijk ’t Hool’ in Eindhoven zijn bijvoorbeeld (heel simpel) doelnetten geplaatst aan beide zijden van het parkeerveld. En in ‘De Boomgaarden’ in Vleuterweide worden de groen omzoomde parkeerkamers ook gebruikt voor buurtfeesten. Het ‘Zakboek parkeren voor de woonomgeving’ geeft een handzaam overzicht van verschillende parkeeroplossingen in de Nederlandse woningbouw. Een selectie van zowel alledaagse als onverwachte projecten laat de kansen zien die het parkeren biedt voor de woningtypologie en de openbare ruimte. Elk plan is voorzien van foto’s en tekeningen van de stedenbouwkundige context, plattegronden en doorsneden, afmetingen en kengetallen. Het Zakboek parkeren voor de woonomgeving is een handig naslagwerk en een inspiratiebron voor architecten en stedenbouwkundigen. Onderzoek en plandocumentatie: Frederique van Andel, leerstoel Woningbouw, afdeling Architectuur Redactie: Frederique van Andel, Liesbeth Brink, Joost Hovenier MEER INFORMATIE OVER HET BOEK: 010.nl
Parkeersituatie in de wijk'Tussen de Lanen' van Mecanoo, parkeerplaatsen zijn in blauw aangegeven foto: Jan-Reinier van der Vliet
10 forum COLUMN
Louche voor jou wytze vaarwel je was een meester een maestro soeverein zwaaiend met zichtbare hand vanuit de allerhoogste je elpen bovenkamer een stempel drukkend op de faculteit der bouwkunde voor jou wytze vaarwel je was je bent geweest voltooid verleden tijd de toekomst komt vlug en ik schreeuw zacht kom terug neig het hoofd en zie schroeven in je lege vitra zetel voor jou wytze vaarwel Louche
[email protected]
B NIEUWs 02 20 september 2010
@
Deep-rooted sentiments? Interesting views? Use forum as your discussion platform! Send your articles and letters to
[email protected]. Texts may be edited for length or clarity.
De architect heeft het gedaan! Bepaalt het ontwerp van een stad of de mensen die er wonen geweldda‑ dig worden? Deze op het eerste gezicht vergezochte vraag – er zijn immers zoveel meer voor de hand liggende verklaringen voor geweld dan de inrichting van de openbare ruimte – werd ineens heel erg actueel in het najaar van 2005. Toen braken in de buitenwijkenvan verschillende Franse steden rellen uit tussen Afrikaanse en Noord‑Afri‑ kaanse jongeren en de politie, die zouden leiden tot honderden uitgebrande auto’s, winkels en woningen en tientallen doden, en tot een golf van angst. De rellen Het begon op donderdag 27 oktober 2005 in de wijk Clichy-sous‑Bois ten noorden van Parijs. Het verhaal begon rond te zingen dat de politie twee jongens de dood had inge‑ jaagd en er nog meer vasthield. Vanaf dat moment begonnen jongeren stenen te gooien, auto’s in brand te steken en de confrontatie met de politie te zoeken. Al snel verspreidde het geweld zich over een veel groter gebied. Wat de situatie uniek maakte, was de enorme schaal van de rellen en de snelheid waarmee ze zich vanuit Parijs verspreidden over heel Frankrijk. Voor de Fransen werd duidelijk dat er een ander Frankrijk was, waar zij niets van af wisten en dat ‘hun’ Frankrijk bedreigde. Modernistische hoogbouw Er was echter één aspect van de rellen dat een debat aanzwengelde over het ontwerp van steden en de invloed hiervan op het gedrag van de inwoners. De rellen speelden zich zonder uitzondering af in één bepaald type van stedelijke bebouwing: de modernistische hoogbouwwijken die in enorme aantallen door heel Frankrijk waren gebouwd gedurende ‘Les Trentes Glorieuses’, de dertig jaar tussen 1945 en 1975 van de wederopbouw en de modernisering van Frankrijk. Met name één architect wordt geïdentificeerd als de geestelijk vader ervan: Charles Edouard Jeanneret, beter bekend als Le Corbusier, volgens vriend en vijand
de belangrijkste en invloedrijkste architect van de twintigste eeuw. Herstructurering van naoorlogse woonwijken Het afbreken van grootschalige woningbouwprojecten uit de jaren vijftig, zestig en zeventig – de generatiegenoten van de Franse Cités – was in Nederland al bijna een decennium bezig op het moment dat de rellen uitbraken. Inmiddels was dit beleid onder vuur komen te liggen van critici en wetenschappelijke onderzoekers. Vooral de grootschaligheid van de ingrepen en de tegenvallende resultaten op sociaaleconomisch gebied werden bekritiseerd. De Franse rellen werden ingezet om aan te tonen dat er juist nu moest worden doorgepakt, om ‘Franse toestanden’ te voorkomen. Daarbij werd impliciet de verbinding gelegd tussen de angst voor etnisch geweld dat in Nederland door de moord op Theo van Gogh ruim een jaar eerder was opgelaaid en de vernieuwing van de naoorlogse woonwijken. Politique de la ville Terwijl in Nederland de Franse rellen werden gepresenteerd als argumenten om juist door te gaan met de vernieuwing van de naoorlogse wijken, kwam dit beleid in Frankrijk zelf er juist door onder vuur te liggen. De rellen brachten immers aan het licht dat deze wijken al decennialang haarden van criminaliteit en werkloosheid waren, ernstig gesegregeerd, gevaarlijk, met ongezonde en slecht opgeleide bewoners die zich nauwelijks deel voelen van de Franse cultuur. Nu, vijf jaar na de rellen, verkeren de Cités waar de rellen uitbraken in een treurige staat. Er is een breed gevoel dat de decennia oude ‘politique de La Ville’ failliet is. Ervoor in de plaats is een rudimen‑ tair en grotendeels negatief geformuleerd beleid gekomen van sloop en repressie. Het gevolg is dat er in veel gevallen een situatie ontstaat waarin men accepteert dat de Cités concentraties blijven van criminaliteit, armoede, achterstand en werkloosheid. Het verspreiden van de bevolking over de stad is evenmin een optie vanwege de weerstand van de plaatselijke
politiek, die niet meer immigranten in haar grotendeels blanke buurten wil accepteren. Is dit dan de erfenis van Le Corbusier, of van het CIAM, de grote voorvechters van de modernistische stedenbouw, waarvan de Nederlandse stedenbouwer Cornelis van Eesteren voorzitter is geweest? Een van de fundamentele waarhe‑ den van stedelijke ontwikkeling, die echter moeizaam doordringt bij bestuurders en bij ontwerpers, is dat de stad fundamenteel onvoor‑ spelbaar is. Na enkele generaties zal hun bouwwerk per definitie op een totaal andere wijze zijn gebruikt en bewoond, door mensen van wie zij het bestaan niet eens konden vermoeden, binnen een sociale context die zij niet hadden kunnen voorspellen. Maar we kunnen dit ook zien als onderdeel van een positieve ontwikkeling, namelijk de overname van de door de autoritei‑ ten neergelegde fysieke structuur, door de autonome en onvoorspel‑ bare krachten van de verstedelij‑ king. Kunnen wij aanvaarden dat steden niet worden bepaald door de autoriteiten, maar door de manier waarop dingen worden hergebruikt en geïnterpreteerd? Kunnen wij accepteren dat ‘de’ goede stad niet bestaat? Het slopen volgens universele principes is minstens zo gevaarlijk als het bouwen volgens universele principes. Misschien hebben we geen andere keus dan om deze wijken veel beter te gaan leren kennen en ze te vernieuwen met en voor de plaatselijke bewo‑ ners, in plaats van de bewoners te vervangen door de wijken te slopen. Of de oerschuld van de problemen in de banlieues nu bij de universele pretenties van de architect ligt of niet, dat een nieuw universeel concept de oplossing niet zal bieden, weten we in elk geval zeker.
Wouter Vanstiphout Dit is een excerpt. Het originele artikel is eerder verschenen in: Justitiële verkenningen, jaargang 36, augustus 2010. Dit artikel is tevens een inleiding op een collegereeks door Vanstiphout in de MSc-2. Wouter Vanstiphout is lid van Crimson Architectural Historians en hoogleraar Design as Politics aan Bouwkunde.
streets of BK city 11 IN EVERY ISSUE WE ASK ONE QUESTION TO PEOPLE WE MEET IN THE CORRIDORS OF BK CITY. THE QUESTION THIS TIME WAS:
IF YOU WERE THE NEW DEAN OF OUR FACULTY, WHAT WOULD YOU DO?
Paul Schrama, MSc4 Design and Construction Management Azarnoush Nazari, MSc1 Hybrid I think that new Master students should get a tour of the building. I heard that Bachelor students are taught how to work with printers and all these machines in the modeling hall. There is an assumption that Master students know all this, but the new ones like me really don’t know it all.
I would provide individual students as well as groups with some quieter workplaces. The studios that you have now are far too noisy with too many people talking at the same time. I would also try to save money on the building itself. Before the summer, the street was remodeled, now BT has a mirrored space and they’re currently working near the library. More money should go toward the quality of education, good facilities and more contact hours with teachers.
Olindo Caso, Coordinator MSc1 Hybrid
Lotte ten Braak, MSc3 Hybrid
I think that the education has not been managed well. The teachers all put in the maximum of effort, and we do get good results sometimes, but it is the way in which it’s all organized. The school has become a factory, with little investment into people’s future.
I would invest in the education by rehiring all the staff that was made redundant in order to improve the education. I would save money on activities and parties at the faculty. But I do like how the current dean and his administration solved the housing of the faculty.
COLOFON B Nieuws is a three-weekly periodical of the Faculty of Architecture, TU Delft. Faculty of Architecture, BK City, Delft University of Technology Julianalaan 134, 2628 BL Delft room BG.Midden.140
0031 (0) 6 347 443 25
[email protected] bnieuws.wordpress.com b-nieuws.bk.tudelft.nl issuu.com/bnieuws
Editorial Advice Board Marten Dashorst Ania Molenda Robert Nottrot Linda de Vos
Editorial Board Anna Ghijs Anne de Haij Peter Smisek Marcello Soeleman
Cover illustration Junya Ishigami+Associates, ‘Architecture as Air: Study for Chateau La Coste’, Venice Biennale, Photo: contessanally/Designboom
Koen Kegel, MSc1 Architecture
Pauline Overheul, BSc5 Minor Landscape Architecture
If I were to become the dean of the faculty, I would try to run it transparently, holding a lecture every few months so that people could participate in the decision-making. I would also try to be open about the financial situation, especially in times like these. I would hire less wellknown names and external teachers, and use the money saved to improve the quality of the education, by having smaller groups.
I would change the curriculum less often. People often find themselves unable to do retake subjects, because they simply change from one year to the next. This not only confuses the students, but also the teachers. I would prefer a more traditional way of doing things. Also, I would make sure that the entrance by the Espresso Bar stays open longer.
Dakis Bautis, MSc1 Materialisation I would provide students with modeling material for free or reduce its prices. I would also do the same for printing. I would also make sure that announcements are communicated more effectively to students and staff. I haven’t been here long enough to say where I would make savings. Print Drukkerij Tan Heck, Delft Contributors Wytze Patijn ARGUS Hans van Dijk Frederique van Andel Wouter Vanstiphout Louche
Thijs Brienen, MSc1 RMIT I would extend the facilities in the modeling hall, especially the foam cutters and wood saws. In other places, I would rationalize the facilities: for example, at some places there are too many printers next to each other, at other times, you have to walk too far to the nearest one.
Next deadline Wednesday September 29, 12.00 PM B Nieuws 03, 11 October 2010 Illustrations only in *.tif or *.eps format, min 300 dpi Unsollicited articles can have a maximum of 500 words, announcements 50 words.
The editorial board has the right to shorten and edit articles, or to refuse articles that have an insinuating, discriminatory of vindicatory character or contain unnecessary coarse language. The editorial board informs the author(s) concerning the reason for its deciscion, directly after is has been made.
agenda
B NIEUWs 02 20 Septeber 2010 - 10 Oktober 2010
spotlight!
City Space Investigations Lagos
City Space Investigators (CSI) is een workshop- en excursiereeks waarin studenten en professionals in een steeds wisselende buitenlandse stad de samenwerking aangaan met lokale wetenschappers, professionals, politici en gebruikers van architectuur om een stedelijke opgave op te lossen.
Week 38 Exhibition
City Space Investigations Lagos 20.09.2010 - 02.10.2010 De expositie geeft een overview van de projecten die onderdeel waren van deze internationale studentenworkshop in Lagos en Delft. Op 20 september vindt de opening van de expositie plaats. Nis BG trappenhuis West / BK City / vanaf 14:00 / €0 bk.tudelft.nl, urbandetectives.com
Book presentation
De CSI editie van dit jaar had de stad Lagos in Nigeria als onderzoeksonderwerp. Studenten volgden workshops over architectuur en stedenbouw in Afrika en bezochten de stad. De resultaten van deze workshop zijn nu te zien.
Week 39 Symposium
Opdrachtgever zoekt Architect 30.09.2010 Tijdens het symposium staan architectenselecties in EU-context centraal. Een open en wetenschappelijke discussie over professioneel opdrachtgeverschap in de context van de Europese aanbestedingsregels vormt de rode draad van de bijeenkomst. Berlagezaal / BK City / 13:00 17:00 / €75 bk.tudelft.nl, cpibc.nl
Nis BG trappenhuis West / BK City / vanaf 14:00 / €0
tentoonstellingen Architecture of Consequence
Week 40 Party
Architectuurcentrum Nijmegen / 12 september tot 21 oktober / architectuurcentrumnijmegen.nl
Music, Space & Architecture
Border Conditions
Congress
23.10.2010 Boek launch event ter gelegenheid van het verschijnen van 'Border Conditions', het eerste boek van de Delft Architecture Series. Zaal A / BK City / 18:00 / €0 bk.tudelft.nl,
01.10.2010 Als onderdeel van glasstec 2010 wordt op 10 oktober het congres Glass is Energy georganiseerd. Dusseldorf / Duitsland glasstech.de/2520
07.10.2010 Kom naar het najaarsevenennementen van de Bouwpub, het Deutsches Bierfest! Bouwpub / BK City / 16:00 20:00 bouwpub.nl
Excursion
Alumni event
NAi Maastricht / tot 26 september / bureau-europa.nl
01.10.2010 Tijdens de excursie bezoek je drie design restaurants waar je niet alleen architectonisch maar ook culinair verantwoord kunt genieten. Bij ieder restaurant zullen we na een rondleiding van de architect aan tafel gaan voor een overheerlijke maaltijd. Utrecht / 15:30 - 23:30 / €27,50 stylos.nl
08.10.2010 De alumnidag bestaat uit een TUbreed en een facultair-specifiek programma. U kunt hier nieuwe inzichten opdoen, expertise op eigen vakgebied delen en uitwisselen en interessante contacten maken. BK City / TU Delft / 14:00 20:30 alumni.tudelft.nl
Olafur Eliasson - Notion motion
Student presentations
BSc 6 Masterplan Binckhorst
24.10.2010 Op 24 september 2010 presenteren 150 Bsc6 studenten 15 masterplannen voor de herontwikkeling van de Binckhorst, een voormalig industrieterrein tussen Den Haag en Voorburg. Zaal A / BK City / 13:30 / €0 bk.tudelft.nl,
Glass is Energy
STYLOS Diner-Excursie
Deutsches Bierfest
TU Delft Alumnidag
Architectuurcentrum Amsterdam / 24 september tot 13 november september / arcam.nl
The Radical Architecture of Little Magazines 196X – 197X
Musem Boijmans van Beuningen / tot 17 oktober / boijmans.nl
12th International Architecture Exhibition Venetië / Italië / 29.08.2010 21.11.2010 labiennale.org