B. Everts
2012 ‘Wat is de invloed van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie, waarbij het paard word ingezet als spiegel?’
Berdien Everts Toegepaste psychologie Saxion Deventer 01-02-2012
Inhoudsopgave Samenvatting ...................................................................................................................................... 2 Voorwoord ........................................................................................................................................... 3 1. Theoretisch kader ............................................................................................................................ 4 2. Opdrachtomschrijving ..................................................................................................................... 6 3. Onderzoeksmethode........................................................................................................................ 9 3.1 Methodische karakterisering van het onderzoek ..................................................................... 9 3.2 Dataverzamelingsmethode ....................................................................................................... 9 3.3 De enquête ................................................................................................................................ 9 4. Interviews ...................................................................................................................................... 10 4.1 Ervaring.................................................................................................................................... 10 4.2 Opleiding ................................................................................................................................. 11 4.3 Werkwijze ................................................................................................................................ 13 4.4 Communiceren ........................................................................................................................ 22 4.5 Veiligheid creëren.................................................................................................................... 31 4.6 Soort traject ............................................................................................................................. 34 4.7 Invloed paard........................................................................................................................... 39 4.8 Methodiek ............................................................................................................................... 46 5. Conclusie a.d.h.v. de interviews..................................................................................................... 49 6. Enquête resultaten ........................................................................................................................ 50 7. Eindconclusie ................................................................................................................................. 61 Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 63 Bijlagen .............................................................................................................................................. 64
1
Samenvatting Coaching is een term die over de hele wereld wordt gebruikt in allerlei contexten. Zo ook coachen met paarden; een hard groeiende markt. Het paard heeft zich bewezen als hulpmiddel bij het coachen en is een duidelijke toegevoegde waarde. Het paard als element tijdens het coachen is dan ook al vaker onderwerp van onderzoek geweest. Meer informatie over coaching en paardencoaching vind je in hoofdstuk 1. Maar hoe zit het met de coach zelf? Hoe groot is zijn invloed? De centrale vraag die ik wilde onderzoeken is: ‘Wat is de invloed van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie, waarbij het paard word ingezet als spiegel?’ “Een coach is iemand die helpt om de vooropgestelde doelen te bereiken” Verhoeven Het onderzoek bestaat uit diepte-interviews met 6 actieve paardencoaches en een enquête afgenomen bij 60 mensen die deel hebben genomen aan coachsessies of trainingen met paarden bij verschillende coaches. De centrale vraag waar het onderzoek op gebaseerd is, luidt: ‘Wat is de invloed van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie, waarbij het paard wordt ingezet als hulp?’ Uit het onderzoek is gebleken dat de coach wel degelijk van invloed is op het eindresultaat van een coachsessie. Dat komt tot uiting in een aantal onderwerpen. De kennis van de coach is bepalend op vele vlakken. We lichten de meest opvallende hier toe. Alle coaches bleken hoger opgeleide mensen te zijn. De coaches zijn random getrokken en lijken een afspiegeling te zijn van het opleidingsniveau. Ik zeg bewust lijken, want 6 coaches zijn niet geheel representatief voor alle paardencoaches in Nederland, maar geven wel een goed indicatie. De methode hoe het paard werd ingezet tijdens het coachen was niet zo zeer van invloed op het te behalen leerdoel. Echter de handvaten die werden aangereikt tijdens het coaches, wel degelijk. Een deelnemer ervaart een betere training te hebben gehad als hij de onderwerpen die behandeld zijn en de inzichten die opgedaan zijn op een praktische wijze vertaald waren naar het dagelijks leven. Wat mede van belang was dat een coach juist moet kunnen inschatten hoeveel tijd een coachee nodig heeft om aan zijn onderwerpen te werken. De juiste hoeveelheid tijd is bepalend voor het succes van de coaching. Ook het op de juiste wijze creëren van openheid en een vertrouwensband is van invloed op het resultaat. Evenals de kennis over het natuurlijke gedrag van het paard en de wijze waarop dit werd gebruikt. In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat het paard een grote invloed heeft op ervaring van de deelnemer, maar dat de trainer of coach een verschil maakt in de kwaliteit en ervaring van de training in zijn algemeenheid. “Je kunt veel zonder het paard, maar werken met het paard is iets heel krachtigs” Eén van de coaches
Uiteindelijk heeft de coach dus zeker invloed op het eindresultaat. De samenwerking tussen het paard en de coach zorgt voor een geheel, het één kan niet zonder het ander. De coach die over de kennis van het paard én het coachproces beschikt, maakt zeker een verschil en weet samen met de deelnemer tot een positief eindresultaat te komen.
2
Voorwoord De afgelopen jaren hoor je steeds meer over paardencoaching. Wonderlijke, mooi en ongelofelijke verhalen. Het is haast een verborgen kracht die een paard bezit waar wij als mensen mee mogen samenwerken. Want ‘het paard is een spiegel’. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan over de kracht en het aandeel van het paard in paardencoaching. Maar doet het paard alles in zijn eentje? Er staat ook nog iemand naast, een coach. Maar wat is dan zijn aandeel? Of staat hij er voor niks bij? Vragen die bij mij opkwamen en een reden om dit onderwerp te kiezen voor mijn onderzoek. Om zo objectief mogelijk te blijven in mijn onderzoek heb ik het diepte- interview niet bij mijn opdrachtgever afgenomen. Uiteraard wil ik hen wel bedanken voor de tips, adviezen en kritische blik. Ik heb 6 andere coaches mogen interviewen en daarnaast zijn er heel wat deelnemers die mijn enquête hebben ingevuld. Ik wil iedereen hier dan ook erg voor bedanken! Zonder jullie was mijn onderzoek niet geslaagd. Ik hoop dat dit weer een andere kijk op paardencoaching biedt en ik wens u dan ook veel plezier bij het lezen van dit onderzoek. Hartelijke groet, Berdien Everts
3
1. Theoretisch kader Voordat we naar de interviews en enquête gaan kijken is het goed om eerst het vraagstuk te bekijken. Wat houden verschillende termen in en wat wordt er voor definitie gebruikt? Hoe wordt er vanuit de literatuur tegenaan gekeken? Wat is coaching? Coaching is een term die over de hele wereld wordt gebruikt in allerlei contexten. Grant (2009) stelt dat er nog geen algemeen geaccepteerde definitie voor coaching bestaat, eveneens dat het ontbreekt aan een theoretisch referentiekader. Op basis van verschillende en vaak uiteenlopende definities die terug te vinden zijn binnen de literatuur, kun je de term coaching als volgt veralgemenen: Een coach is iemand die een professionele relatie aangaat met een cliënt of team, niet als expert maar als iemand die helpt om de vooropgestelde doelen te bereiken op een zo ervaringsgerichte manier. Binnen de coaching worden uiteenlopende oefeningen gebruikt, waarbij de nadruk ligt op het overkomen van dagelijkse problemen. Bij coaching wordt de nadruk gelegd op zelfsturing van de cliënt door de sterktes, successen en positieve kanten van de cliënt aan te boren en zo de mogelijkheid geeft om te groeien. (Verhoeven, 2003) Hoe werkt paardencoaching? Voor u dit onderzoek verder leest, ga ik u in het kort beschrijven wat paardencoaching inhoudt. Deze beschrijving is gebaseerd op eigen ervaringen als deelnemer van coachsessies met paarden, het bijwonen van sessies en trainingen van anderen, diepte-interviews met coaches en literatuurstudie. De boeken die zijn gebruikt zijn in de literatuurlijst weergegeven. Paardencoaching is gestart begin jaren ’90 in de Verenigde Staten waarna het langzaam overkomt naar Nederland. De oorsprong van het paardencoaching ligt in het kuddegedrag van het paard. Vanuit het principe van het kuddegedrag van het paard wordt er gewerkt met de mensen. Het paard is een kuddedier met een duidelijke positie in de groep. Er zijn twee leiders, de leidhengst en de leidmerrie. De leidhengst leidt en beschermt de groep en hij heeft het recht om de merries te dekken. Om dit recht te verkrijgen geld het recht van de sterkste. De leidmerrie daarentegen wordt gekozen op basis van ervaring; zij heeft laten zien dat ze de beste plaatsen voor eten en water kan vinden. Zij weet waar de kudde heen moet en hoe ze de jongere dieren moet opvoeden. Het primaire doel van de kudde is overleven. Daarom denkt een paard ook altijd in het belang van de kudde en niet in dat van zichzelf. Want de kudde geeft bescherming, wat bijdraagt aan het overleven. Een paard zal dan ook altijd zo snel mogelijk een kudde willen vormen, ook als er mensen bij zijn. Tijdens het coachen met paarden zien we dit ook gebeuren. Het paard vormt een minikudde met de mens. Afhankelijk van de intentie van de deelnemer of de rol die de deelnemer inneemt, zal het paard er voor kiezen om leider dan wel volger te worden. Deze keuze wordt ingegeven vanuit de gedachte een zo sterk mogelijke kudde te vromen en zo een grotere kans van overleven te hebben. Vanuit het gegeven dat paarden reageren op wat er hier en nu gebeurt, zie je dat bij veranderingen het paard dit proces steeds opnieuw herhaald. Hij past zich zo aan, zodat er een zo sterk mogelijke 4
situatie ontstaat en de overlevingskans zo groot mogelijk is. Dit is ook een van de krachten van het coachen met paarden. Het paard kan á la minute omschakelen naar een andere taakverdeling of rollenpatroon. Een andere belangrijke eigenschap die paarden hebben ontwikkeld is het vermogen om de stemming van andere wezens aan te voelen. (mens en dier). We zien dat paarden dit in de natuur gebruiken om in te kunnen schatten wat hunkansen zijn bij bijvoorbeeld een groep wolven. Zijn deze wolven volgegeten en lekker loom, dan kunnen de paarden rustig dooreten. Zijn ze echter hongerig en agressief, dan zien we dat de paarden daar direct op reageren door zich te verwijderen. Van dit kunnen aanvoelen van een stemming, intenties en emoties wordt dankbaar gebruik gemaakt bij het coachen, omdat het paard reageert op de stemming, intenties en emoties van deelnemers. Hier komt ook de term spiegelen met paarden vandaan. De reactie van het paard op een deelnemer is voor een coach aanleiding tot het coachgesprek. Gedrag paard Voor het coachen van paarden is kennis van het paard en zijn gedrag nodig. Er zijn een paar karakteristieke trekken die paarden vertonen en waarom ze dit doen. De uitleg en hoe ze er mee omgaan, verschilt van coach tot coach. Het gedrag en de houding, dus zijn lichaam, zegt veel over hoe het paard zich op dat moment voelt. Ik zal een paar gedragskenmerken beschrijven die het meest bij het coachen voorkomen, met de insteek van Morris (1998) en mijn eigen ervaringen. Het zwaaien met de staart gebeurt vaak wanneer het paard gespannen is. Een opgeheven staart betekent dat het paard oplettend is of opgewonden. Als hij zijn staart laat hangen dan wijst dat op uitputting, pijn, onderworpenheid, slaperigheid of angst. Uitschachten, iets wat wel eens gezien wordt, is het laten hangen van zijn ‘zaakje’ bij een hengst of ruin. Van nature doen ze dit voor het paren maar ook wanneer hij volledig ontspannen is kan hij dit doen. Wat ook wel gezien wordt is het flemen. Dit is een gebaar dat paarden gebruiken wanneer zij bijvoorbeeld in seksuele opwinding verkeren. Wanneer het paard de urine ruikt van een ander paard, krullen zij hun bovenlip op en strekken de hals en het hoofd. Manieren van coachen In de vragen aan de coach en deelnemer werd gevraagd naar de manier van coachen. Daarin werd het grondwerk, systemisch coachen en coachen in de ring benoemd. Hier wil ik iets meer uitleg over geven. Bij het grondwerk wordt er gebruik gemaakt van de gehele bak. Door middel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard. Het is een speelse manier om een vertrouwensband op te bouwen. De deelnemer gebruikt deze techniek omdat je inspeelt op het natuurlijke gedrag van het paard. Bijvoorbeeld de rol van een hengst en een merrie in de kudde. De hengst heeft een drijvende kracht en de merrie heeft een leidende kracht. Hierbij gebruik je je lichaamstaal. Systemisch coachen gaat uit van het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan hij deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst. In het paardencoaching wordt dit ook wel gebruikt. Door middel van representanten en het paard die de deelnemer positioneert, creëert de deelnemer zijn eigen systeem. Hierdoor ontstaan inzichten in het systeem en de plaats die een deelnemer inneemt in dit systeem.
5
Bij coachen in de ring wordt er een ring uitgezet waarbinnen de coach, de deelnemer en het paard werken. Door een afgezette ruimte creëer je een kleinere veilige ruimte. Het paard weet dat het daarbinnen moet blijven, zeker als hij vaker wordt gebruikt voor coaching. Daarnaast is het een stukje veiligheid omdat de deelnemer er zo uit kan stappen. Binnen deze ring worden er diverse oefeningen uitgevoerd, die aanleiding zijn voor het coachen.
2. Opdrachtomschrijving 2.2 Doel van de opdrachtFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Er achter komen of de coach een onderscheidende factor is binnen het coachen met paarden en als dat het geval is wat het effect is van de coach op de trainingen. 2.3 Probleemstelling Binnen de wereld van paardencoaching is er altijd veel aandacht voor het effect van het paard in de trainingen. Het paard zorgt voor een verandering in het denken, voelen en doen van de deelnemer. Maar staat de coach er dan voor niets bij? Is de training net zo effectief met als zonder coach? 2.4 Onderzoeksvraag 2.4.1 Hoofdvraag ‘Wat is de invloed van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie, waarbij het paard wordt ingezet als hulp?’ 2.4.2 Subvragen Ervaring Wat is de invloed van de ervaring van een coach? En heeft hij alleen maar met paarden gecoacht of heeft hij ook een tijd zonder paarden gecoacht? Dat maakt een verschil tussen die twee. Want is hij vanuit de interesse voor paarden naar het coaching vak gegaan of heeft hij vanuit de coaching interesse gekregen voor het werken met paarden? • Vragen: - Hoe lang coacht u al? (dit is de periode zowel met als zonder paard) - Hoe lang bent u al paardencoach? Opleiding De meeste coaches zijn geschoold. Maar welke opleiding en waar heeft hij deze gedaan? En heeft dat invloed op de manier van werken? Of invloed op het eindresultaat? • Vragen: - Welke opleiding(en) heeft u gevolgd? - Waar hebt u die opleiding gevolgd?
6
Werkwijze coach Hoe werkt de coach binnen de sessies? Maakt hij gebruik van een ring binnen de bak? Of werkt hij vanuit het systemisch werken. Daarnaast kan het ook zijn dat er gecoacht wordt vanuit grondwerk. Deze verschillende manier van werken zorgen voor een andere insteek van het traject. • Vragen: - Houdt u intake gesprekken?Zo ja, wat houden deze dan in(voor doel, prijs, kennismaking)? Zo nee, waarom niet? - Stelt u in het intakegesprek het doel vast samen met de klant? - Op welke manier coacht u? a) Coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen u met het paard werkt. b) Coachen vanuit systematisch werken Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan hij deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst. c) Coachen vanuit grondwerk Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gehele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet u oefeningen doen met het paard. d) Anders, namelijk Communiceren Communiceren binnen een sessie is natuurlijk van groot belang. Maar geeft de coach handvaten mee aan de deelnemer om in de praktijk mee aan de slag te gaan? Om het traject nut te laten hebben voor de deelnemer moet hij de reactie van het paard vertalen en concrete tools voor de praktijk meegeven. Toont de coach belangstelling voor anderen? Houdt hij rekening met de gevoelens en de behoeften van de deelnemer? Dat is belangrijk om goed contact met de deelnemer te krijgen. • Vragen: - Geeft u aan de deelnemer handvaten mee om in de praktijk toe te passen? En hoe doet u dit? - Legt u uit wat bij het paard gebeurd en vertaalt u dat naar concrete onderwerpen in de praktijk? - Houdt u rekening met de gevoelens van uw deelnemers tijdens het coachproces? En hoe doet u dat? - Is het probleem duidelijk genoeg naar voren gekomen tijdens de training/ coachsessie? Hoe houd je dit in de gaten of meet je dit? Wat als het niet naar voren komt? Veiligheid creëren De veiligheid bieden en creëren voor de deelnemer is erg belangrijk. Hij moet aangeven dat hetgeen besproken is tussen de deelnemer en de coach blijft. Hij moet openheid, vertrouwen en respect creëren. • Vragen: - Geeft u aan dat wat er gezegd word tussen u en de deelnemer blijft? - Is er altijd een vertrouwensband tussen u en de deelnemer?
7
Soort traject Wat voor traject heeft de deelnemer afgelegd? Was de training eenmalig? Een groepstraining of een individuele sessie? Of was het meerdere malen? Dit is belangrijk om te weten, want wanneer iemand meerdere malen is geweest heeft diegene misschien een ander of beter beeld van de sessie en coach. • Vragen: - Wat voor trajecten geeft u? (open trainingen, bedrijfstrainingen) - Welke onderwerpen traint u? - Evalueert u na een training of het vastgestelde doel is behaald? Invloed paarden De paarden spelen zeker een rol binnen de training en die moeten we dan ook zeker niet vergeten. Ondanks dat het gericht is op de coach. Als je het niet kunt vergelijken dan valt er geen antwoord te geven. Want hoeveel paarden worden er per sessie gebruikt? En verschilt dat bij een groep of individuele sessie? En gebruikt iemand het hele traject één en hetzelfde paard of gebruikt hij verschillende? • Vragen: - Met hoeveel paarden werkt u per training - Met hoeveel verschillende paarden werkt u in een traject? - Het resultaat wat u nu bereikt met u deelnemers, zou u dat ook zonder paarden kunnen bereiken? Methodiek Er zijn veel verschillende manieren waarop er met het paard gewerkt wordt. Is dat op het paard of er naast? Doet de deelnemer er oefeningen mee, lopen ze in de wei of in de bak? En maak je gebruik van de hele bak of een afgebakende ruimte? Dat zijn vragen die over de methodiek moeten worden meegenomen. • Vragen: - Op welke manier werkt u met het paard? (meerdere antwoorden mogelijk) - Cliënten zitten op een paard - Oefeningen met het paard laten doen - Met paard/paarden in de wei werken - Met de paarden in de bak werken - Met het paard/paarden in een afgezette ring werken. - De cliënt houdt het paard met een touw vast Hypothesen 1. Wanneer een coach verschillende werkwijzen heeft toegepast, was dat van invloed op het behalen van het leerdoel van de deelnemer? 2. Wanneer een deelnemer gebruik heeft gemaakt van 2 of meer paarden, geeft hij het paard dan als hulpmiddel een hoger cijfer? 3. De deelnemers die aangeven het resultaat ook zonder paard te kunnen bereiken, waarderen die de trainer gemiddeld hoger dan de deelnemers die het resultaat zonder het paard niet konden bereiken? 4. Hebben de deelnemers die hun leerdoel niet hebben bereikt, geen intake gehad? 8
5. Als de coach niet tot de kern van het ontwikkeldoel is gekomen omdat ze te weinig tijd hadden, heeft de deelnemer dan geen intake gehad? 6. Geven de deelnemers, wanneer ze de handvaten niet goed in de praktijk toe kunnen passen of helemaal niet mee krijgen, een lager cijfer voor de training in het algemeen? 7. Als de deelnemer een kort traject heeft gevolgd, blijft hij dan meer aan de oppervlakte met zijn onderwerpen dan een deelnemer die een lang(er) traject heeft gevolgd? 8. Wanneer de deelnemer wel openheid en vertrouwen ervaart, zorgt dit dan ook voor diepgang in de coachgesprekken?
3. Onderzoeksmethode 3.1 Methodische karakterisering van het onderzoek In dit onderzoek heb ik gekozen voor aan de ene kant een kwantitatieve onderzoeksmethode, namelijk de enquête. Aan de andere kant kwalitatieve onderzoeksmethode, namelijk diepteinterviews en de literatuurstudie. 3.2 Dataverzamelingsmethode De methode waarmee de data zal worden verzameld zal door middel van een online enquête worden gedaan. Daarnaast worden er verdiepende interviews gehouden onder willekeurig gekozen coaches om meer informatie over de vraag te weten te komen. 3.3 De enquête De enquête is opgesteld naar aanleiding van de subvragen, zo om gezamenlijk tot het antwoord op de hoofdvraag te komen. In bijlage 1 zit het begeleidend schrijven voor de enquête. In bijlage 2 zit de enquête zelf, deze werd gebruikt voor de deelnemers van de trainingen om online in te vullen. Daaropvolgend in bijlage 3 zitten de vragen voor de coaches, deze komen overeen met die van de deelnemers. Zo om een optimaal vergelijken te bereiken.
9
4. Interviews Hieronder worden de vragen weergegeven die zijn gesteld in een diepte interview aan zes verschillende coaches. Per vraag wordt het antwoord per coach gegeven met daaraan een conclusie. In zowel de vragen, antwoorden als de conclusies word gesproken over deelnemer, cliënt, coachee of klant. Hiermee wordt hetzelfde bedoeld.
4.1 Ervaring 1.1 Hoe lang coacht u al? (met en zonder paard) Respondent 1: Ik heb alleen nog maar met paard gecoacht en dit is 2 jaar. Respondent 2: Ik coachte 16 jaar zonder paard. Respondent 3: In mijn opleiding SPH ben ik natuurlijk altijd al coachend bezig geweest. Maar het echte coachen doe ik nu één jaar. Respondent 4: Ik ben begonnen met de trektochten met paarden. En daar coach je eigenlijk ook. Dat is ongeveer 20 jaar geleden. Respondent 5: Zonder paard is negen jaar. Ik ben begonnen met loopbaanbegeleiding en mediation. In de terugkoppeling gesprekken van de loopbaanbegeleiding had ik het me de leidinggevende 10 minuten over de sessie en 50 minuten over hem en zijn problemen. Toen dacht ik dat ik daar ook gewoon maar mee bezig ging en onderdeel van mijn werk werd. Toen opleiding executive coaching gedaan, maar ik ben begonnen als fiscaal jurist. Uiteindelijk kwam ik op een plek te wonen waar ik ruimte had voor mijn paarden en hoorde ik steeds meer over paardencoaching. Daarnaast vind ik dat je alleen een paardencoach kan zijn als je een verrekte goede coach ben en verrekt goed kan omgaan met paarden. Uiteindelijk werkte die mix. Respondent 6: Geen periode zonder paard gecoacht, wel al les gegeven vanaf 15 jaar 1.2 Hoe lang bent u al paardencoach? Respondent 1: Ik ben in 2009 begonnen, 2 jaar dus. Respondent 2: Nu ben ik inmiddels al 5 jaar met paarden aan het coachen Respondent 3: Mijn bedrijf heb ik nu één jaar, dus één jaar met paarden aan het coachen. Respondent 4: Ik ben begonnen met de trektochten met paarden. En daar coach je eigenlijk ook. Dat is ongeveer 20 jaar geleden. Respondent 5: Dat is nu drie jaar. Respondent 6: 8 jaar
10
1.3 Conclusie Hoe lang de paardencoaches al coachen is erg divers. De één heeft zonder paarden gecoacht en de ander werkt alleen maar samen met één paard. Er is sowieso veel diversiteit onder de paardencoaches in Nederland dus de geïnterviewde coaches geven de diversiteit mooi weer. Wat we wel terug zien is dat iedere coach al heel lang met paarden werken, ook al is het in privé sfeer. Hierbij zie je wel dat lange ervaring en kennis van het paard nodig is om te gaan coachen met paarden. Je moet het gedrag van een paard kennen en weten wat het inhoudt.
4.2 Opleiding 2.1 Welke opleiding(en) heeft u gevolgd? Respondent 1: Eerst heb ik bestuurskunde gestudeerd, waarna ik heb gewerkt en intern een opleiding heb gevolgd waarmee ik veel met mensen en hun ontwikkeling bezig was. Tegelijkertijd deed ik de training voor naturalhorsemanship waarbij ik ontdekte dat ik de twee werelden wou combineren. Toen heb ik een opleiding paardencoaching gevolgd. Ik had daarnaast inmiddels al kennis gemaakt met het systemisch paardencoaching, wat ik een mooie manier vond waarmee je de diepte inging. Na de opleiding heb ik dus nog systemisch paardencoaching gedaan. Respondent 2: Ik kom uit organisatie en advies vak, coaching en training. Toen zijn we op een boerderij gaan wonen waarbij we uiteindelijk paarden hebben genomen. Toen ben in de verhalen van mijn paarden gaan gebruiken in mijn organisatie en advies praktijk. Het fysiek emotionele doe ik het meest, mensen uit hun hoofd krijgen. Maar ik heb eerst opleiding gedaan tot technisch ingenieur, toen in mijn werk een leidinggevende functie gaan doen. Zodoende verschillende trainingen gedaan in coaching, training, leiderschap vaardigheden. Een paar persoonlijkheidstrajecten. Op een gegeven moment ben ik in de adviesrol gestapt en ben ik heel veel gaan samenwerken met externe partijen. Uiteindelijk vertelde mij iemand over Emiel Voest en daar ben ik me verder in gaan verdiepen. Ik heb niet een ‘echte’ opleiding gevolgd tot paardencoach. Respondent 3: Ik heb SPH gedaan, maar heb altijd paard gereden. Toen ik was afgestuurd ben ik eerst gaan reizen. De paarden waren door mijn drukke studie wat naar de achtergrond gegaan, maar ik wilde er wel weer iets mee. En in Zuid-Afrika kwam ik projecten tegen waarin ze coachten met paarden. Via hun ben ik in contact gekomen de opleiding EquineAssisted Coaching. Respondent 4: Dat bestond in die tijd nauwelijks. Op dit moment is het woord coach the next hype, je hebt een energiecoach, sportcoach, enz. Coach is eigenlijk een vervuild woord, en je kunt niet meer terugschakelen hoe dat dan 20 jaar geleden was. Ik heb trainingen gevolgd, waren dat opleidingen? Nee. Tegenwoordig zijn heel veel dingen trainingen en geen van allen zijn een opleiding. Ik ben heel simpel, toen we met een clubje bezig waren zeiden mensen dat ze een of andere opleiding hebben gevolgd. Nou, jij en ik en nog iemand, met zijn drieën aan de keukentafel en over 2 weken hebben wij een opleiding. Dus de waarde van het woord opleiding gaat bij mij nogal, doet niet zoveel. Het is te licht. Als ik het doortrek naar de klassen die ik zie, naar de mensen die voor een minor therapie met paarden bij mij komen. Die nog niet eens met een paard kunnen lopen en alleen naar de mens kijken, en niet naar het paard. Dus opleiding zegt me niks. Iemand van 25 met aardig wat levenservaring, en 11
is daar bewust actief mee omgegaan, kan meer in zijn mars hebben dan iemand van 45 met een gepamperd leventje. Die dan twee trainingen gaat doen en zegt; ik ben coach want ik heb een opleiding gevolgd. Voor mij, ook omdat ervaringsgericht leren beter werkt voor mezelf, is dat waar ik de meeste kwaliteiten in zie ontstaan. Je kunt uit een boek niet leren luisteren. Dat wil niet zeggen dat ik geen respect heb voor mensen die een onderzoek of studie doen, maar dan wil ik dus kijken, is de controlegroep wel goed? Is de setting wel zinvol geweest? En die vragen stellen is nog steeds notdone, maar dat is wel wat ik ga en blijf doen. Want dat is voor mij de waarde. Respondent 5: Ik ben begonnen als fiscaal jurist, toen loopbaanbegeleiding en mediation, daarna executive coaching. Respondent 6: Ik heb eerst bedrijfskunde gestudeerd, maar was er op den duur helemaal klaar mee. Het werken met de dieren is voor mij en voor de mensen veel leuker. Als je alleen al in de natuur bent is er al een ontspanning bij mensen, de setting is heel informeel. Het coachen is niet mijn hoofdtaak, het gaat vaak om het rijden, maar je ziet gewoon aan het dier dat het niet vlekkeloos gaat. Dan ga je kijken naar waar houd je spanning vast? Ik doe heel veel op intuïtie, ik heb de opleiding centered riding gedaan. Ik heb de instructeur opleiding gedaan en daar ga je mee aan de slag. Dan zie je wat voor mooie resultaten je bied wanneer je mensen bewust maakt van zichzelf. Ik heb bij akasha rijkunsten zithouding coach gedaan. Daar kijk je naar houdingen van ruiters. 2.1.1 Conclusie Het opvallende met de zes geïnterviewde is dat niemand is begonnen met een opleiding tot paardencoach en dat iedere coach HBO of hoger heeft behaald. Iedere coach is met heel wat anders begonnen dan met paardencoaching, van fiscaal jurist tot bestuurskunde. Vervolgens hebben vier wel een ‘echte’ opleiding tot coaching met paarden gevolgd, met als toevoeging dat iedereen al vanaf jonge leeftijd met paarden heeft gewerkt. Twee van de zes zijn autodidact geweest. Zij hebben geen opleiding gevolgd maar door kennis, veel doen en ervaring hebben zij de juiste bagage gecreëerd om te werken als paardencoach. Ook hieruit blijkt weer dat het als coach erg belangrijk is dat je over de juiste kennis en ervaring beschikt om als goede coach aan de slag te kunnen. Of dit nou via een opleiding wordt geleerd of door autodidact te zijn, het is nodig voor het werk van de coach. 2.2.1 Conclusie Zoals al bij de vorige conclusie terug kwam is dat er vier wel een ‘echte’ opleiding tot coaching met paarden gevolgd hebben en twee van de zes autodidact zijn geweest. De plekken waar de opleidingen zijn gevolgd verschillen. Of deze opleidingen inhoudelijk voldoende basis hebben weten we niet, misschien een onderwerp voor een ander onderzoek? Maar zoals gezegd is het belangrijk dat je als coach over de juiste kennis en ervaring moet beschikken om als goede coach aan de slag te kunnen.
12
4.3 Werkwijze 3.1 Houdt u intakegesprekken? Zo ja, wat houden deze dan in (voor doel, prijs, kennismaking)? Zo nee, waarom niet? Respondent 1:Ja en nee, het hangt er heel erg vanaf hoe iemand mij benaderd. Als iemand helemaal blanco is en die zegt ik heb een issue en wil daar aan komen werken dan heb ik of een persoonlijke intake of bel diegene. Maar dat is meer om te verkennen hoe staat iemand erin. De ene keer nodig ik ze uit voor een individuele sessie en de andere keer voor een workshop. Daarbij bied ik ze aan om de eerste keer alleen te komen kijken en de tweede keer kom je met je eigen inbreng. Ik zie het zo dat de deelnemer zo meer zelf zijn intake vorm geeft want hij denk zelf na over zijn vraag. Dit omdat hij bijvoorbeeld een ander aan het werk ziet, of een verhaal voorbij hoort inkomen waar hij zichzelf in herkent en dan vormt de vraag van diegene zich vanzelf. Dan hoef ik daar niet in te gaan spitten. Mijn intake is heel kort, aan het begin voor een sessie, en ik kijk alleen maar tijdens dat de deelnemer verteld. Ik vraag natuurlijk wel dingen, maar ik kijk vooral naar hoe diegene doet of kijkt en dat sla ik op. Dan laat ik hem in de bak en uiteindelijk kiest het paard toch. En dan kijk ik naar wat doet het paard nu en dat relateer ik natuurlijk wel wat voor vraag heeft iemand. Als iemand de vraag heeft waarom hij altijd ruzie heeft met zijn collega, dan kijken we wat er in de bak gebeurt en aan het einde kom ik hier wel op terug. Maar ik pak het niet altijd als leidraad om de bak in te gaan, want daar kan altijd dingen gebeuren die je gaat missen als je met zo’n enorm gestuurde blik gaat kijken. Ik snap dat de intake belangrijk is om aan de vraag van de klant te voldoen, maar aan de ander kant als jij naar zo paardencoach gaat voor out of the box weet je misschien je vraag nog helemaal niet. Dus ja, ik heb wel een soort intake, maar het is de ene keer wel meer dan de ander en het is afhankelijk van de persoon. Respondent 2: In de groepstrainingen niet echt. In de coaching gebruik ik het paard nooit in de eerste sessie, dus dat is een soort van intake. Ligt er aan wat voor type vraag je hebt. Ik gebruik het wanneer het aan de orde is. Ik ga altijd wel een keer met de cliënt naar buiten, een rondje lopen langs de wei. Soms zonder een directe vraag of oefening. Andere keer ga ik echt bewust met ze naar buiten en doe ik gerichte dingen met het paard. Maar doe ik niet iedere keer, soms is het helemaal niet aan de orde. Een cliënt komt bij mij en dan kijken we aan de hand van de vraag of we wel of niet met de paarden werken. Mijn type van werken is altijd een combinatie van mentaal en fysiek-emotioneel. Dus doe heel veel lichaamswerk, ze krijgen ook oefeningen mee voor hun ademhaling waarmee ze iedere dag aan de gang gaan. Ik wil dat ze meer in hun lijf komen. Bij komt er ook niemand in de bak voordat ik dat lichaamswerk heb gedaan. Ik merkte gewoon dat de paarden helemaal van slag raakte omdat mensen helemaal niet in hun lijf zaten. In groepen merk je dat er een groepsdynamiek bij komt. In 9 van de 10 organisaties speelt samenwerken een heel grote rol. Respondent 3:Ja, ik bespreek eigenlijk altijd wat de verwachtingen zijn. Want mensen die naar paardencoaching komen hebben allemaal verschillende verwachtingen. Sommige mensen denken dat het een wondermiddel is, ze hebben problemen en gaan in de bak en het is opgelost. Nou, helaas anders was ik nu wel multimiljonair geweest. Dus ik probeer altijd een beetje helder te krijgen wat verwacht je er nou van, wat wil je er mee. Daarnaast leg ik een stukje uit hoe het werkt, dat ze alles zelf moeten doen maar dat ik hun daarin ondersteun samen met het paard. En ik probeer altijd een coachvraag te formuleren, wat wil je nu eigenlijk. Want we moeten kijken of we het kunnen halen. 13
Achteraf moeten we kijken wat we gedaan hebben. Dan proberen we dat samen te formuleren en gaan we de afspraak maken. Ik probeer altijd het intake gesprek en de coaching zelf op een aparte dag te doen. Het kan wel achter elkaar aan, maar dan heb je heel veel indrukken, daarom doe ik het op een aparte dag. Respondent 4: Ja, maar ik zet niks op papier. Hoewel ik langzamerhand merk dat ik dat toch moet gaan doen, omdat ik teveel mensen nu bij elkaar heb. En dan af en toe niet meer weet welk verhaal bij welke persoon hoorde. Ik heb drie dames die best op elkaar lijken, qua items en qua persoon. Dat ankert het niet helemaal goed. Dus heb ik langzamerhand in mijn hoofd aan het creëren, hoe ziet dat er dan uit? Qua opzet. De prijs bespreek ik sowieso. Het doel laat ik mensen benoemen, wat wil je, waarom kom je? Hoe kom je bij mij? Dat geeft heel veel informatie. Als iemand wordt doorgestuurd die heel onzeker was, en door mij zekerheid heeft gekregen, dan is de kans vrij groot dat die tweede persoon dat ook zoekt. Omdat het dat is waar ze voor komen, want dat is wat die ander gezegd heeft. Dus dat neem ik mee. Ze zullen het niet altijd zo benoemen, maar dat zijn vast de onbewuste triggers waarom iemand soms dan komt. En af en toe her bespreek het even, wat wil je? Aan de andere kant laat ik dat soms ook weer heel snel los, omdat ik zie dat er weer heel andere zaken spelen. Die ze eigenlijk niet op tafel willen leggen. Maar dan heb ik zo van ja, met dit heb ik een probleem als ik je zomaar bij mijn paard loslaat. En aan de andere kant laat ik dat soms gebeuren, gecontroleerd. Ik had laatst een man, die kwam via een vriendin van hem en die vriendin had heel veel gebabbeld, het eerste paar lessen. En hij kwam, want hij wou ook wel iets met paarden, maar hij had last van zijn rug en wist niet of hij wel kon rijden. Maar dat was wel het enige wat hij wou, want dat gepraat op de bank, nee. Hij was kapitein in het leger en ik ging hem niet zeggen dat hij moest praten op de bank. Dan moet je dat zo neerzetten in de context van deze persoon, dat het voor hem mentaal onmogelijk is, hoe mooi ik ook de dingen zou zeggen, dat hij potdicht zit. Hij zit potdicht door zijn vooroordelen. Ik ben een man, ik ben ouder, ik ben kapitein in dienst, ik geef altijd opdracht, dus zij gaat mij niet iets vertellen. Dus dan moet ik beseffen dat hij daar vandaan komt en moet ik hem daar vandaan halen. Dus hij zat binnen het kwartier op het paard. En vervolgens zat hij te bedenken dat hij een heleboel niet wist. Maar ja dat kan ik je nu niet uitleggen want je bent nu bezig om niet te kiepen. Dus dat doen we vanaf de grond, want dan kun je weer nadenken. En vervolgens kwam hij een les later, ik hoef er voorlopig niet meer op want ik snap dat ik op de grond moet beginnen. Dat is de weg van de minste weerstand in dat geval. Want had ik hem verteld, dan was ik hem als klant kwijt geweest en voor hem een absoluut gemiste kans. Dus creëren van wat er nodig is. In dit geval is het weghalen van zijn vooroordeel en ingenomenheid. Respondent 5: Ik heb altijd een intakegesprek, dat is niet specifiek voor een paardencoaching traject, maar je hebt een vraag en je komt bij mij. Voor mij is een intake gesprek een kennismakingsgesprek, wat i s jouw vraag, wat kan ik jou bieden? Daarin hoeft niet altijd gebruik worden gemaakt van een paard. In een intakegesprek gaat het dus uiteindelijk om het inventariseren van jouw vraag en wanneer is het traject voor jou succesvol. En dan heel praktisch; hoe laat gaat het duren? Welk prijskaartje hangt eraan? Hoe zit het met de voorbereiding, krijg je werk mee? Dat zijn echt de dingen die ik in een intakegesprek bespreek. Respondent 6: Wisselt waarvoor ze komen. Ik ga niet met iemand om tafel zitten en formulieren inschrijven. Wat is er op dit moment. Sommige mensen komen maar 1x andere lopen hier 3 jaar. Het is ook maar net hoe het loopt en hoe het bevalt. Waar komen mensen vandaan? Hoe zit met 14
financiën, wat kunnen mensen missen. Vroeger vertelde ik mijn visie en de theorie erachter, maar nu ga ik meteen naar het paard toe. Maak maar eens kennis met het paard en ondertussen komt dan wel van waarom ben je hier, wat wil je, waar loop je tegen aan? De prijs staat vast en het doel is de vraag. 3.1.1 Conclusie Op de vraag of er intakegesprekken werden gehouden kwamen diverse antwoorden. Over het algemeen is het antwoord ja, hoewel de meeste niet het woord intakegesprek daarvoor gebruiken. Ze inventariseren de vraag die de coachee heeft en kijken vanuit daar hoe ze gaan werken met de coachee. Daarnaast worden er bij groepstrainingen vaak geen intake gehouden. Heeft het geen houden van een intake invloed op het behalen van het doel? Wat ook opvallend is dat elke coach de coachvraag wel in het achterhoofd houdt maar het eerst loslaat om zo te kijken wat het paard naar voren brengt. 3.2 Stelt u in het intakegesprek het doel vast samen met de klant? Respondent 1: Als het een bedrijfstraining is dan heb ik wel heel duidelijk een opdracht, maar dat is anders bij een individuele klant. Bij een individuele klant heb ik maar één doel en dat is iemand weer terug in zijn eigen kracht te zetten. Respondent 2: Coaching is voor mij altijd een traject van 4 tot 6 gesprekken. Waarbij we in het eerste half uur kijken naar wat is je vraag en wat kan ik ermee? En of ze iets met mij kunnen, want ik werk altijd in combinatie met het mentaal en fysiek-emotioneel, en sommige mensen willen dat niet. Dan moet je niet bij mij komen. Maar meestal is het wel dat ze nieuwsgierig worden. Dan weet ik de aard van de vraag maar de aard van de vraag die eronder zit, dat weet ik nog niet. Die komen we tegen in de loop van het traject. Respondent 3:Ja, het is wel zo dat de coachee zijn eigen coachvraag moet vaststellen. Ik kan wel een coachvraag opstellen, maar als de coachee daar zich niet 100% in kan vinden dan gaan we hem sowieso niet halen. Dus ik wil altijd graag dat iemand zelf de coachvraag stelt en dan zeg ik er ook meteen bij van dan en dan gaan we coachen. En in eerste instantie laat ik de coachvraag helemaal los, want soms heeft iemand de coachee verteld dat grenzen aangeven een leerdoel is. Dan zit iemand in zijn hoofd van grenzen aangeven is echt mijn leerdoel. Die zegt dan dat hij een leerdoel of coachvraag heeft; ik moet mijn grenzen aangeven. Maar dan ben je bezig in de bak en dan blijken er veel meer andere dingen aanwezig te zijn die veel sneller naar voren komen. Dus ik probeer altijd te zeggen dat ik de vraag eerst loslaat en we gaan gewoon bezig, dan kijken we wat er naar voren komt. Dan gaan we dat eerst doen en dan kijken we wel of grenzen aangeven daarin terugkomt. Dus het kan ook zijn dat de coachvraag helemaal niet aan de orde komt, want er waren een heleboel anderen dingen die naar voren kwamen. En dan wil ik de vraag ook loslaten en daarom geef ik het van tevoren aan. Anders zeggen mensen aan het einde dat het helemaal niet goed was omdat de coachvraag helemaal niet aan de orde is geweest. Enerzijds wil ik wel altijd een coachvraag hebben, maar anderzijds laat ik het los. Want paarden zeggen niet van ‘o jij wilt bezig met grenzen aangeven dan gaan we daar mee aan de slag’, zo werk dat niet.
15
Respondent 4: Ja, bij vrijwel iedereen. Ik heb nu een meisje, die heeft een rugzakje. En die heeft zij niet nodig maar haar ouders. En de problemen die zij heeft komen door haar ouders, vooral haar vader. Een heel stil, teruggetrokken klein kind. Een heel overdreven, manipulerende vader. Absoluut onredelijk. Als voorbeeld er was een afspraak niet helemaal goed gelopen dus mijn en hun. En hij is 7 keer naar de boerderij gekomen en ik was er niet. Want ik ben er niet standaard, ik ben er alleen wanneer ik afspraken heb. Dus hij was zo ongeveer witheet toen hij me zag. En die man kan dat niet scheiden, hij kan niet inzien dat zijn 7 keer naar de boerderij gaat zonder afspraak niks met mij te maken heeft maar met hem en zijn actie. En als jij 11 bent en dat is papa, dan kun je verzinnen wat daar allemaal gebeurt. Dus het kind is bijna alleen maar aan het poetsen en vlechtjes aan het maken. En dan sta ik rustig achter haar en dan praat ze honderduit. Maar als je haar aankijkt of er voorstaat, dan is het een stil poppetje. Dus wat kan ik voor haar betekenen? Laat haar maar rustig vlechten en dat contact maken op haar tempo. Dat is veel therapeutischer dan dat we er zijn gestapt, maar dat is wat ik zie dat het kind nodig heeft. Papa zo snel mogelijk weg. In het begin bleef hij erbij, en dan bleef hij een half uur bij. Dan was zij onzichtbaar en papa maar vragen. De eerste drie keer was dat leuk omdat hij deels geïnteresseerd is, maar je komt toch voor haar? Dat was voor mij ook een proces. Totdat ik zag dat zij in het begin ook niet de schakel maakte want de tijd was te kort. En op het moment dat papa of mama een keer weg moest, toen pas zag ik het meisje zag wat ook nog bestaat. En vanaf dat moment bonsjour ik papa ook zo snel mogelijk weg. Ik ben ook twee tegen hem in gegaan terwijl zij er bij stond, en dat heeft ook wat veranderd. En ik vrees dat dat een van de weinige dames is die wat anders tegen hem zegt dan ja en amen. Dat is een zandkorrel in de woestijn, want die ene zal het verschil niet maken, maar er moet een zijn om mee te beginnen. Al is het maar voor haar zelfbeeld. Respondent 5: Ja, en het lastige daarvan is, het moet maar net werken. Als je bezig bent kan het veranderen, maar het is meer wanneer is het voor jou succesvol? Als je zegt wanneer ik assertiever ben. Ja, assertiever worden en zijn, daar zit nogal een stukje tussen. Maar als jij het gevoel hebt dat assertiever aan het worden bent en begrijpt hoe het werkt en voor jou is het traject dan succesvol, dan ben je niet assertief maar ben je een goed eind onderweg. Dus als je zegt mijn doel is assertief zijn, nou ja als je twee jaar de tijd hebt dan… Het is iets wat de mens moet leren, wat moet groeien en dat krijg je niet met een traject van 7, 8, 10 gesprekken. Maar je geeft wel de aanzet en hebt alle handvaten om het vervolgens te doen. Dus voor mij is het wanneer is het succesvol en dat is niet altijd hetzelfde als een concreet doel. Respondent 6: Mensen komen met een doel/vraag bij mij. Daar ga je je dan op spitsen. Soms denk ik wow, we moeten eerst 26 stappen terug want we zijn nog lang niet bij jouw vraag. Dan gaan we terug naar de basis. 3.2.1 Conclusie Wanneer ik vroeg of er een doel werd vastgesteld gaven de coaches aan, dat meestal de vraag van de deelnemer als doel werd gebruikt. Hierbij moet er rekening worden gehouden dat er niet altijd een concrete intake werd gehouden. Er wordt soms wel een intake gehouden, maar werd hier niet altijd het woord intake voor gebruikt. Daarnaast werden er bij groepen geen intake gehouden. Omdat er geen concrete intake is, zou het kunnen dat het doel van de deelnemer ook niet goed kan worden vastgesteld.
16
Daarnaast kan het ook zijn dat tijdens het werken met de paarden er een ander (onderliggend) probleem naar voren komt. Dan gaat de coach daar verder op in en wordt het oorspronkelijk doel op de achtergrond gesteld.
17
3.3 Op welke manier coacht u? Respondent 1: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk Voor groepssessie gebruik ik de hele bak, maar anders gewoon in de ring. Soms bouw ik ook wel eens een parcours en laat de deelnemer en het paard erdoorheen lopen. Een andere manier wat ik wel eens gebruik is energetisch lichaamswerk. Dan vraag je iemand door te ademen en vraag je waar dat blijft hangen. Ik gebruik soms theoretische achtergrond voor de uitleg naar de deelnemers Respondent 2: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken (maar niet met de paarden!) Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk… los werken in de bak, waarbij ik een beweging ga genereren. Want hoe ga je een paard laten bewegen zonder duwende energie, maar door ruimte te maken zodat hij je gaat volgen? Hoe moet je dat nou doen? Respondent 3: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk… In de hele bak meestal, maar dat ligt ook aan de faciliteiten die ik heb. Ik geef ze altijd ‘simpele’ opdrachten, en dat kan zijn doe een halster om en loop een rondje. En dan mag je zelf zeggen hoeveel rondjes je loopt, want dat is ook altijd heel interessant. Want sommige mensen leggen de lat voor zichzelf heel hoog en willen 10 rondjes lopen. De ander zegt 1, want die denkt ik weet niet wat ze bedoelt. Dat merk ik wel heel vaak, als ik iets zeg, weten mensen vaak niet wat ik bedoel, wat ik van hun wil zien. Want mensen zijn altijd heel sociaal wenselijk en proberen ze het 18
altijd op hun manier goed te doen. Maar het is nooit goed of fout en wat zij dan doen zegt veel meer over hun. Dat is een opdracht maar soms vertel ik ook wel over de cowboys en indianen. Die reden dan rond en hadden ook wel eens een pauze nodig. Dan hadden ze nergens een boom om het paard aan vast te zetten en dan probeerden ze het paard aan de grond vast te zetten. Dit mag jij nu ook gaan doen. Met een halstertouw moeten ze dan het paard ‘vast zetten’ aan de grond en rondjes erom heen gaan lopen. Respondent 4: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk…… Ik gebruik ze ook als metafoor. Dan werk ik niet zozeer met paarden, maar als gespreksonderwerp. Zijn paarden dan waar ik aan refereer. Dus wat is een team, wat is een kudde? Wat is jouw positie in het team, wat is jouw positie in de kudde? Dus de metafoor hoe het werkt. En wat is systemisch werken? Dat heeft niemand mij ooit uitgelegd. Het gaat voor mij teveel naar de spirituele kant. En besef dat we in de begintijd communiceren met paarden, het zweverigste was wat we konden zijn. Dat was toen niet en dat is het nu ook niet. Dat is een soort escape van mensen, die heel erg rigide zitten in het systeem. Het woord systeem triggert sowieso bij mij weer een kippenvel momentje, hoezo systeem? Ik ben een individu, en dat klopt omdat ik onderdeel ben van mijn leefwereld. Maar omdat nou weer in een systeempje in combinatie met paarden, ik weet het niet. Met mensen vind ik het nog wat anders, want die kunnen er bewust in en uit stappen. Maar paarden kunnen er veel minder bewust in en uitstappen. Want dat paard is ook een systeem. En waar word dan dat systeem van het paard overlapt door die van de mens. Of verkeerd aangesproken. Want stel je voor dat je een vrij dominant paard hebt, en die doet mee aan een sessie. En die moet op een plek gaan staan die representeert dat hij een zwak mormel is. Dat gaat voor mij te ver. Dan ga je het paard op iets aanspreken wat niet klopt. En dat heb jij er last van of het paard heeft er last van. Want dat klopt niet. Ik vind het weer te ver gaan dat als je met een paard werkt en je vraagt hem iets doen dat dan wel tegen de energie van het veulentje is wat hij nog bij zich draagt en dat je daardoor niet met moeder en veulentje moet gaan werken. Dat vind ik nou weer van het gehalte waarin je mij kwijt bent. Wat een onzin. Als zo’n beest hier op dit werelddeel van de aardbol geboren word heeft hij al heel veel mazzel. Dan heb je nog beetje geluk waar je terecht komt of niet. Maar je zou in deze wereld en deze setting moet zien te redden. En alles met fluwelen handschoentjes word je niet beter van. Dus overdreven beschermen vind ik de vermenselijking. Want wat is de kernreden van paarden? Survival of the fittest. Al het andere komt er na. Als ik niet survival, dus niet de fittest ben, heb ik een probleem. Dan is het einde verhaal. Dus wat zijn mijn bedreigingen? Alle dingen die mij kunnen aanvullen en die worden gerepresenteerd door iedere hond, blaadje, wind, enz. Dat is de realiteit van een paard, zo zit hij in elkaar. Daar heeft hij geen vrije keuze in. En voor mij gaat het dus 100x dieper om gewoon die natuurwetten te bekijken en veel minder ver dan iedereen die sociale, spirituele verbindinkjes heeft. Ik ben heel duidelijk, dat is ook een product van mij van 10 jaar in de Pyreneeën.
19
Als je daar een been breekt, ben je dood, als paard. Sowieso, en daar helemaal. En dat is waar ik vanuit coach, de natuur basis. Respondent 5: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk De ring is groot genoeg. Het paard kan zich nergens verstoppen, dus hij kan nergens even met zijn kop in de hoek gaan staan. En negen van de tien keer gebeurt er met dat paard heel weinig. Bij de mens is inmiddels al veel gebeurd maar dan heeft het paard nog niet spannend veel in fysieke inspanning gehad. Energetisch misschien van alles, maar fysiek niet. Die ring werkt voor mij op dit moment goed. Ik werk wel op een grasmat. En ik heb een keer commentaar gekregen van iemand die ook met paarden werkt, die werkt in een binnen manege, en die zij dat is veel makkelijker. Toen dacht ik moet ik hier nou ook zand gaan strooien? Nee, want jij hebt hier een vergrootglas. Dit is niet zomaar een spiegel maar een vergrootglas. Dat paard is namelijk bezig met gras eten. En je moet echt contact maken wil hij überhaupt zijn hoofd optillen. En je moet alles in je leidinggevende kwaliteiten goed doen en dan komt hij met je mee, is het allemaal prima. Maar probeer hem eerst maar eens met zijn neus van het gras af te krijgen. Maar dat is hetzelfde als sms’ende collega’s en iedereen die ergens anders zit met zijn hoofd dan bij jouw presentatie of verhaal. Ik vraag ook altijd, zit iedereen altijd met zijn volle aandacht bij jouw verhaal? Meestal is het dan nee. Respondent 6: a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken Hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk Hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk Ik werk eigenlijk altijd buiten. De deelnemer rijdt op het paard terwijl ik ernaast fiets. Zo lopen we door het bos heen. Alleen als het echt heel slecht weer is werk ik wel eens in de bak.
20
3.3.1 Conclusie De conclusie op deze vraag is eigenlijk dat er enorm veel manieren zijn om te coachen met paarden. Daarnaast is er geen één van de coaches die maar met één manier van coachen werkt. De een laat de mensen erop rijden, de ander gebruikt ze als metafoor en weer een ander gebruikt de hele bak. Dit om zo goed mogelijk bij de coachee aan te sluiten. Er zijn natuurlijk veel verschillende mensen en zowel iedere coach als deelnemer heeft zijn eigen voorkeur van werken. Doordat de deelnemer op zijn eigen manier werkt leer hij het misschien makkelijker, maar wanneer de deelnemer buiten zijn comfort zone wordt gebracht leert hij het ook op nieuwe of andere situaties toe te passen. Daarom is de afwisseling van werken met verschillende coaching methoden het effectiefst.
21
4.4 Communiceren 4.1 Geeft u aan de deelnemer handvaten mee om in de praktijk toe te passen? En hoe doet u dat? Respondent 1: Meestal vraag je tijdens de sessie, wat er nu bij het paard gebeurt, hoe gaat dat als je tegenover een mens staat of kom je dat tegen in je werk of familie situatie? Dan komen ze met een praktijkvoorbeeld en dan vraag ik meestal eerst aan de deelnemer zelf hoe ga je dat nu anders doen als je weer in dezelfde situatie komt. Wat heb je van het paard geleerd? Soms laat ik mensen een zin voor zichzelf verzinnen en op een papiertje zetten wat ze vaak zien als reminder. Ik laat mensen er ook over nadenken door achteraf een evaluatie te sturen, met de vraag wat doe je nu anders? Respondent 2: Ja en nee. In de coaching en de groepen die komen voor individuele ontwikkeling (dus de open inschrijvingen), die zijn de hele tijd samen met ons die koppeling aan het leggen. Wat gebeurt er met het paard en wat betekent dat voor mij morgen en overmorgen. Dat gaat bijna vanzelf. Als ik een team uit de organisatie krijg, en die zijn heel erg op zoek naar tools en handvaten, en die vinden dat wij dat te weinig geven. Maar kant en klare oplossing heb ik niet en daar moeten ze ook zelf achter komen. Maar in de groepen is het vaak te spannend om dieper te gaan. Toen ik met leiderschapsontwikkeling ben begonnen, werd het al steeds meer geaccepteerd dat je uitstapjes in je werksituatie maakt naar thuis en privé. Toen was het al zo, daar ben ik een ander mens, daar gaan we het niet over hebben. Tegenwoordig is het zo dat het al meer parallel loopt. Je bent een mens die zowel iets thuis als op zijn werk doet. Het punt waar ik nu tegenaan loop om terug te gaan naar fysiek-emotioneel is hetzelfde als 20 jaar terug. Mensen willen in een team niet naar dat fysiekemotionele. Ik heb wel zo van als ze iets in de bak hebben meegemaakt, vraag ik wel hoe kun je dat nu in je werk gebruiken om je medewerkers in beweging te zetten? Dan maak je het heel praktisch. Ik werk ook met teams zonder de paarden, in company, maar dan werk ik veel mentaler. Respondent 3: Het is heel erg oplossingsgericht, dus ik zegt altijd dat iemand anders de oplossing in zich heeft. Ik zeg eigenlijk nooit zelf wat maar ik laat hun het altijd zeggen. Dus het kan zijn dat we bijvoorbeeld grenzen aangeven bezig mee zijn geweest. Nou dan gaat er bijvoorbeeld iets niet goed en dan zeg ik ga het nu nog een keer proberen maar dan op een andere manier. En dan kunnen ze zelf experimenteren. Dan kan het zijn dat ze een goede manier hebben gevonden. Dan zeg ik van probeer dat thuis nou ook nog zo te doen en dan geef ik ze zo een opdracht mee naar huis om daar mee bezig te gaan. En dan gaan we het daar de volgende keer over hebben. Dus ik geef ze wel wat mee maar de oplossing hebben ze zelf bedacht en dat vertaal ik naar de praktijk. Probeer het thuis ook zo eens te doen en dan ben ik benieuwd hoe dat gaat. Respondent 4: Ja, ze krijgen huiswerk opdrachten mee zelfs. Dat kan heel praktisch zijn, voor mensen die heel ongelijk gemotoriekt zijn. Een hele dominante hand heeft. Die kunnen niet goed met de teugels werken. Want hard trekken met de ene hand is een heel andere volume dan hard trekken met de andere hand. Dus die krijgen de opdracht om een dunschiller te kopen. En je hebt altijd een aardappel of appel in de ene hand en een mes in de andere hand, nou ga dat maar eens omwisselen. Dan ben je spontaan weer 8 jaar oud. Dat soort opdrachten krijgen ze mee. Want hoe ga je nu iemand uitleggen dat hij zachtjes met zijn vingers moet kneden, als deze hand alleen maar sterk kan vastpakken. En dat heb je pas door als je ze omwisselt. Want ze zijn toch gelijk? Het voelt gelijk, maar is niet gelijk. En dat merk je door het om te draaien. Mensen krijgen opdrachten om bijvoorbeeld te kijken naar mensen. Het centrum van je lijf is bepalend voor hoe het paard je ziet. En deels voor de 22
communicatie. Dan geef ik mensen de opdracht om in de stad of een trein te gaan kijken wat doen mensen met dat centrum, hoe werkt dat nou? Dus kijkopdrachten en ervaaropdrachten. Ik geef nooit opdrachten mee voor thuis thuis, dus met partner of kinderen. Dan doet ze het wel, maar ik geeft het heel bewust nooit. Want dat gaat de relatie beïnvloeden. Dan doen ze het wel, maar dan is het hun eigen keus. Dan is het niet dat ik heb gezegd ga maar kijken wat je partner doet als je te dichtbij of te ver weg gaat zitten. Dan word de partner onderwerp lijdend voorwerp en dat is niet koosjer. Effect is dat ze het wel doen en altijd effect heeft in de relatie. Wil niet altijd zeggen dat het negatief is, maar er is altijd een shit moment. Tussen het begin, het shit moment en de verbetering. En als maar een van de twee partners de beslissing heeft genomen om te gaan veranderen, dan word dat een botsing. Respondent 5: Ja, als je het specifiek hebt over het werken met paarden is dat voor mij het allerbelangrijkste. Anders word het leuk spelen met paarden. Kan hartstikke leuk zijn, maar als iemand met mij in een traject, in een training met een paard werkt, dan is juist de lol voor mij om te kijken wat ga je morgen anders doen. In mijn training hebben we een ochtend en een middag deel, twee keer werken met het paarden. ’s Ochtends kom je van alles tegen, aan begin van de middag evalueren we dat. Wat deed je, wat dacht je, wat voelde je, dat heeft allemaal invloed. Wat wil je vanmiddag anders doen? Op een gegeven moment is het ’s middags klaar en kun je echt vragen; wat ga jij morgen anders doen? Dat bespreken we samen. Je hebt het zelf ervaren dat wanneer je het anders doet, het paard gewoon meewerkt. Dus je kunt het echt ervaren in een dag, het verschil tussen wat je gisteren deed en morgen kan doen. Dus geef ik handvaten voor de praktijk? Ja, dat is juist het hele idee. Respondent 6: Wat ik mensen leer over hun houding of instelling of over hoe ze omgaan met het paard, wil ik dat ze dat niet alleen als ze bij mij zijn, maar ook als ze op de fiets zitten of in de auto. Bijvoorbeeld waarom moet ik mij eigenlijk zo strak houden, ik kan ook gewoon relaxed met mijn voeten op de grond staan. Je moet er in je dagelijkse leven wat aan hebben. 4.1.1 Conclusie Iedere coach geeft zijn coachee wel degelijk handvaten mee om in de praktijk toe te passen, maar hoe dit gedaan wordt verschild. De ene coach doet dit door te vragen aan de deelnemer hoe ze een bepaalde actie nu in de praktijk anders kunnen doen, de andere coach geeft huiswerkopdrachten mee. Door samen op zoek te gaan naar de oplossing geeft de coach handvaten mee voor in de praktijk. De deelnemer moet na het traject ook verder kunnen, zodat de deelnemer ook zonder de paarden en in het dagelijkse leven vooruit kan. De coach geeft dus niet kant en klaar de handvaten mee, maar laat ze de deelnemer zelf bedenken door vragen te stellen.
23
4.2 Legt u uit wat bij het paard gebeurd en vertaalt u dat naar concrete onderwerpen in de praktijk? Respondent 1: Dat ligt heel erg aan de sessie, individueel is heel anders dan een bedrijfssessie. Over het algemeen is het eerste wat ik zeg over een sessie ‘Goh als ik zo naar jullie kijk dan zie ik….’. En dan vertel ik iets wat ik zie bij het paard of de deelnemer. Ik leg wel uit dat als bijvoorbeeld een paard gaat gapen, kan het zijn dat hij honger heeft, kan zijn dat hij moe is, maar het kan ook betekenen dat jij worstelt met een dilemma. Ik geef wel altijd opties en dan laat ik iemand zelf zeggen wat het betekend. Respondent 2: Nee, ik heb altijd vragen. Ik ben anders naar gapen gaan kijken, want het kan wel betekenen dat er dingen worden losgelaten maar of dat van het paard is of van de mens, is voor mij altijd de vraag. Dat als het paard gaapt, dat de mens dan iets loslaat, zou kunnen. Het paard heeft ook zijn eigen karakter en trauma’s. Ik koppel dat niet zo direct aan elkaar. Wij vullen die dingen in, wij hebben allemaal onze eigen perceptie om naar dingen te kijken. Respondent 3: Nee, alles wat een paard doet, daar kun je een heleboel interpretaties aangeven. Maar wie zegt dat ik de juiste interpretatie heb? Als het paard gaapt, kan het zijn dat hij heel ontspannen is, maar het kan ook zijn dat hij doodmoe is en er geen zin meer in heeft. Maar dat weet ik ook niet? Ik ben geen paardenexpert op dat gebied. Als jij gaapt, kan ik ook niet weten wat je bent, of je moet bent of het saai vind of honger hebt. Dat kan ik niet weten. Dus ik vraag altijd, ik zie dat het paard gaapt, hoe komt dat? En dan zegt de persoon wat hij daarvan vind en dat zegt heel veel over hoe die persoon er in staat. Net als een paard die ligt helemaal languit op de grond. De een zegt; ‘Ow, hij is dood!’, de ander zegt; ‘Ow, hij is doodmoe’ of ‘Hij ligt lekker in het zonnetje te rusten’. Maar al die interpretaties, die zeggen heel veel over de persoon. Wat betekent dood voor iemand, wat betekent ontspanning voor iemand? Wat mensen bezig houdt zien ze in de ander. Dus als ze zien dat het paard doodmoe is, dan zijn ze zelf waarschijnlijk niet helemaal goed uitgerust. Mijn interpretatie is daar helemaal niet belangrijk in, ik vind interessant wat de andere mensen er voor interpretatie aangeven, want dat zegt heel veel over hun. En de coaching gaat over hun. Respondent 4: Zoveel mogelijk. Naar de perceptie mogelijkheden van de persoon. Ik had van de week een persoon die net gestart is, die zat behoorlijk in de knoop. Schiet ook alle kanten op, iedere keer. En die had ik uitgelegd, dat als je les begin om 4 uur, je net voor vieren kan komen. Want die was vorige keer kwart voor 4 al gaan dwalen over het terrein en dit wil de boer niet. Hij weet niet dat ze bij mij hoort, dan moet hij letten op mensen die zwerven. Dus ik had haar die keer ervoor gezegd, als je te vroeg bent, wacht dan even bij de spoorlijn en kom dan gewoon op de gepaste tijd aan. Zij had dat wachten bij de spoorlijn gehoord en had gedacht dat ik dan wel langs zou komen rijden of haar zou ophalen. En ik had die keer erna een les voor haar tot 4 uur en dat liep al een beetje uit, en we waren bij het huisje. Toen had ik tegen die ander gezegd, we gaan door tot ze komt. Ik zie wel wanneer ze binnenkomt. En dan vergeet ik relatief de tijd omdat ik dan een soort clue heb van meldt zich wel als ze er is. Toen was het 10 over 4, en zei ik tegen die ander, misschien is ze het wel vergeten, want we hadden de afspraak ook verschoven, enz. En we merken het wel. Toen kwam die vrouw ongeveer witheet aan denderen en je zou me toch ophalen en je kwam maar niet langsrijden! En je zag de andere klant gewoon zo van, wow, wat is dit? Dus ik geef daar dus antwoord op en als statement ga ik nog even door met de andere klant om af te ronden waar ik mee bezig ben. Toen was de andere klant weg en toen zat ik samen met de vrouw op de bank. Vervolgens vroeg ik, wat 24
gebeurde er nou? En wie geeft jou het recht om zo tegen mij te praten? Ja, ja, ja sorry zei ze. Maar dat is niet genoeg. Heb je gezien wat er bij die ander gebeurde. Nee, natuurlijk niet. En op dat moment schiet ze helemaal de andere kant op, ow ja sorry! En… Ja, dat is wat jij veroorzaakt. Vind je dat leuk? Nee, natuurlijk niet. Nou dan zou ik er maar eens verantwoordelijkheid voor gaan nemen. En de kern is of je nou iemand laat longeren met de zweep, waarvan je denkt het paard word helemaal hyper en bang. Of iemand valt zo uit volledig onredelijk voordat hij überhaupt eerst een gesprek kan opstarten waardoor een derde persoon helemaal flipt. En ook naar mijn kijkt hoe ga je hiermee om. Die mevrouw gaat dus iedere keer over grenzen heen. Al meteen de eerste les ook. En ze zei ook na de les, jij bent de eerste die er wat van zegt en er wat mee doet. Blijkbaar is dat dus nu mijn rol. Alleen mij krijg je niet zover. Of ik ben je kwijt als klant, maar als we het gaan doen dan doen we het op mijn manier. Jij bepaalt het hier niet. Ow wat fijn, want ik ben altijd zo gestresst en moet altijd alles bepalen en dat wil ik helemaal niet. Dan gaan we dat hier mooi oefenen. En omdat het live gebeurt heb ik iets om op in te haken. En dat dringt binnen bij mensen. Ik leg ook wel uit wat er letterlijk bij het paard gebeurt. Jazeker. Ik had van de week een buitenrit en de paarden vonden het wat spannend af en toe. En zodra de eerste begint te briezen, is het eerste wat ik zeg; dat is een fijn geluid om te horen. En dan vraag ik, wat zegt het paard nou? Ja, dat hij zich ontspant. Ja, goed gehoord. Absoluut. Hoe moeten ze dan keuzes maken wat ze doen, als ze niet kunnen snappen wat het paard hun vertelt. Respondent 5: Ja, dat is juist de toegevoegde waarde. Maar op sommige momenten vraag ik wel hoe interpreteer jij dit gedrag? Als een paard die kant op kijkt en of met de kont jou kant op staat kan iemand zeggen dat het paard me negeert. Maar paarden doen niet aan negeren in de zin zoals mensen dat doen. Dus dat zegt alles over de mens en niks over het paard. En dan is de uitleg van het paard niet nodig want dan heb je het probleem al te pakken. Dat is simpel genoeg. Maar uitgebreid kauwen of likken of de tanden ergens inzetten. Ja, dat heeft het paard ook al een keer gedaan, maar dat klopte gewoon. Bijten is authentiek gedrag vertonen. En ik was geschrokken, want hij had die hand gewoon beet. Hij beet niet hard, maar het was genoeg. Net alsof ik jou een hand schut zo had hij haar hand beet. En ik heb het nog aan twee andere coaches voorgelegd, en de ene coach zei, als ik die knol was geweest had ik gezegd: ‘hallo!! Ben je er?!’. En dat is wel de interpretatie van bijten, dus het klopte wel. Maar ik leg het wel uit natuurlijk, dat is juist het leuke ervan. En inmiddels heeft Pardoes, zo heet mijn paard, die gaat staat maaien met een been als hij ongeduldig is, gewoon puur uit zijn gedrag. Maar inmiddels doet hij het ook als hij met iemand bezig en diegene komt niet van zijn plek. Dan kan het een moment zijn dat hij met zijn voorbeen begint te maaien. Eerst had ik zo van hé dat is voor pardoes ongeduld, en inmiddels kan ik ook aan de deelnemer vragen begin je ongeduldig te worden? Ja. En dan is het puur van mens naar paard overgegaan en kunnen we verder gaan met het stukje ongeduld van de deelnemer. Hoe komt dat? Wat gebeurt er allemaal? Dus ja, dat wat het paard doet en zeker als het paard tussen de mensen in gaat staan. Tussen mij en de persoon dan wel tussen mij, de persoon en de groep. Dan is het voor mij sowieso een signaal van er gebeurd iets en meestal leg ik dat ook wel uit. Zo van jongens, er gebeurt nu wat, en het paard zegt nu het is even genoeg zo, het hoeft nu even niet meer want iemand is heel hard aan het werk. Ja, ik vertel wel wat er gebeurt. Respondent 6: Ik leg niet zozeer concreet het paardengedrag uit maar kijk naar de deelnemer. Wanneer het paard niet wil vraag ik aan de deelnemer waar ze merken dat iets vastzit.
25
4.2.1 Conclusie De coach geeft niet een directe uitleg van het gedrag van het paard, hij zou niet zeggen dat het paard gaapt en dus betekent dat de deelnemer moe is. De coach vraagt namelijk aan de deelnemer om het gedrag uit te leggen. Dit doet de coach omdat er veel verschillende interpretaties aan het gedrag van het paard kunnen worden gegeven. Door de deelnemer uit te laten leggen wat het paardengedrag voor hem betekent, heeft de coach een antwoord van de deelnemer waarmee hij verder kan. Waarom geeft de deelnemer die betekenis? Is hij er op dat moment misschien zelf veel mee bezig? Door er samen dieper op in te gaan, wordt de uitleg van het paardengedrag door de deelnemer omgezet naar onderwerpen voor in de praktijk.
26
4.3 Houdt u rekening met de gevoelens van uw deelnemers tijdens het coachproces? En hoe doet u dat? Respondent 1:Ja, absoluut want anders komen de mensen niet met hun verhaal. Ik moet natuurlijk wel doorvragen maar ik laat iemand vrij om zijn gevoel en emoties te tonen. Respondent 2: In principe probeer ik mensen altijd heel erg de ruimte te geven. Het gaat het hier niet over moeten en willen, want dat zit in het bewustzijn. En we doen veel met het onbewuste. Ik probeer ze uit wilskracht en verwachting te krijgen want zijn ze bezig in het bewuste. Want wat hebben mensen nodig om bij het onbewuste te komen? Je geeft ze daarvoor de ruimte, kijkt wat er naar boven komt. Maar als je ziet dat mensen aarzelen vanuit een patroon wat ze denken dat ze willen doen, maar niet doen. Respondent 3: Dat is per persoon verschillend. Soms ben je met een opdracht bezig en kom je telkens weer op hetzelfde terug, maar geven ze het in andere woorden weer. Dan vraag ik wel, van net zei je dit en nu zegt je dit, dat snap ik niet, kun je dat uitleggen? En daarmee worden ze dus getriggerd. Maar ik zeg nooit zo van je moet het nu even anders zeggen, een schop onder de kont zeg maar. Maar ik probeer mensen wel te confronteren met wat ze zelf zeggen. Als mensen iets niet willen zeggen of iets niet zijn, dan zijn ze er nog niet klaar voor. Sommige mensen zijn er nog niet klaar voor. Je moet het ook niet forceren. De eens is sneller dan de ander en de een kan beter naar zichzelf kijken dan de ander. Maar als je de goede vragen stelt kan de mens op zijn eigen tijd bewust worden van dingen. Respondent 4: Zeker weten. Af en toe een schop onder de kont is ook nodig. Maar dat doe ik alleen als ik weet dat ik het kan afronden. Dus niet drie minuten voor het einde van de les. Het klinkt zo simpel, maar dat is wel zo. Alleen bij die kapitein van het leger heb ik het dus niet gedaan, maar dat was een bewuste keus en dat heeft perfect uitgepakt. Bij sommigen, niet bij iedereen, heb ik ook echt wel zo’n afrondingsbabbeltje. Wat heb je geleerd, gezien, gevoelt, gedacht, enz. Maar dat doe ik niet bij iedereen, want aan de ene kant heb ik zo van dit is wel duidelijk. En dan vind ik het teveel de aandacht er op focussen en dan komt het teveel buiten je te staan. Dan ga je het er óver hebben en soms moet je volgens mij het gewoon helemaal bij het gevoel laten. En dan vraag ik vaak terug, wat weet je nog van de vorige les. Wat is je bijgebleven? Zijn er nog vragen? Dus ik probeer ook door te haken op wat ze zeggen. En dat wat ze zeggen, geeft mij informatie over wat er gebeurd is. Respondent 5: Ja, mijn vak is gevoel. Werken met gevoel, diegene die in de ring staat moet bij zijn gevoel zien te komen en juist die emotie, daar gaat het om. Dat is de diepere laag waar de verandering moet plaatsvinden, vandaan moet komen, waar de grote pijn zit, hoe je het wil noemen, de grote blokkade. Hoe meer er gehuild, word hoe beter, bij wijze van spreken. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, maar dan is iemand echt geraakt. En wat is dat geraakte? Nou dat kan boos zijn, verdrietig, teleurstelling, frustratie, alles. Waar ben je dan over boos, verdrietig, teleurgesteld, gefrustreerd enzovoort. En dan zie ik wel waar het eindigt. Maar dat is voor mij het vak, het begeleiden van persoonlijke ontwikkeling. Je komt bij mij omdat je een probleem hebt, dan moet je dat probleem wel pakken. En met het paard is dat veel makkelijker, want dan is er geen taalding meer. Paarden kunnen bij het echte probleem komen. En soms kun je iets niet verwoorden. Ik heb laatst een meisje gehad die wilde op de pony zitten. Ik laat mensen alleen maar op de pony zitten als ze heel onrustig zijn. Die zeg ik wel eens, ga er maar eens opzitten, en dan het liefst achterstevoren en 27
dan liggen. Dus met je buik op zijn rug en met je hoofd op zijn kont. En dan heeft een briljante werking. Bij de eerste wie ik het deed was binnen 5 seconden helemaal ontspannen, die heb ik een kwartier laten liggen. Die was alleen maar aan het realiseren van ik kan ontspannen, het bestaat nog, en te voelen hoe dat ook alweer voelde. Daar moet je geen woorden meer vuil maken, dat voegt niks toe. Zo iemand moet je lekker laten voelen. En daarna heb ik het met iemand gedaan en Falco, mijn pony, die bleef maar lopen. Ik had zo van knol, blijf nou staan. Toen dacht ik nee, niet knol blijf staan, en aan de deelnemer, hoe rustig lig jij daar? ‘Onrustig’, ga eens ademen, ga eens voelen. En prompt hield die pony op met lopen, dus het was haar onrust waardoor hij ging lopen. Nog iemand anders was allergisch voor paarden, maar wilde er toch opzitten. Op het moment dat ze erop zat, begon ze acuut te huilen, het contact. Dan heb je dus een mega onderwerp, dus hadden we het over contact verbinding, enz. Uiteindelijk heeft ze én op de buik én op de rug gelegen. En op de rug vond ik wel mooi, want ze had echt een knoop, spanning in haar buik. Wanneer ze op haar rug lag was de hele spanningsboog weg. Respondent 6: Jazeker, ik vraag vaak hoe het voor diegene voelt en wat ze dan doen. Het is belangrijk dat ze het later ook zonder mij weer kunnen terughalen in situaties waarin ze het nodig hebben. 4.3.1 Conclusie Door de coaches wordt er wel rekening gehouden met de gevoelens van de deelnemer. Dit beroep gaat natuurlijk grotendeels over gevoel en daarom moet de deelnemer zeker de ruimte krijgen. Soms heeft de deelnemer daarentegen wel een zetje nodig. De coach probeert dit te bereiken door de deelnemer te confronteren met zijn eigen gedrag.
28
4.4 Is het probleem duidelijk genoeg naar voren gekomen tijdens de training/coachsessie? Hoe houdt u dit in de gaten of meet u dit? Wat als het niet naar voren komt? Respondent 1: Wat mij altijd als eerste opvalt, is wat is het gewoonlijke gedrag van de persoon. Dus wat voor gedrag toont hij bij het paard in de ring en op welke positie gaat hij ten opzichte van het paard staan. Soms heb ik mensen met een vraag/probleem en dan laat ik ze in de bak een oefening doen en dan komt er wel eens uit dat het helemaal geen probleem is. Ik kijk altijd naar wat er gebeurt in die sessie en wat is nu eigenlijk het probleem. En daar komt eigenlijk altijd wel het onderliggende probleem naar voren. Respondent 2: Individueel zeker. Er veel verschillende dingen met teams gedaan, door gewoon naar buiten te lopen en iemand in de bak te zetten met het voer, met loswerken, contact maken. Dat pakt over het algemeen anders uit dan in je hoofd zitten, maar dat pakt wel heel goed uit. Mensen vertellen ook vaak dat wanneer ze dat gedaan het probleem pas goed naar boven is gekomen. In het loswerken zien we vaak dat de overgang naar erdoorheen gaan, echt met het paard aan durven te gaan, dat die bij de meeste teams blijft liggen. Dat is spannend werken. Het kan dus soms dat het echte probleem van zo’n team niet boven komt aangezien ze dat niet toelaten of daar de ruimte niet voor is. Respondent 3: Soms komt het direct naar voren, dan hoef ik niet zoveel te doen. En soms hebben we een heleboel behandeld, maar dan is de coachvraag nog niet naar voren gekomen. Dan zeg ik dat we van tevoren een coachvraag hebben vastgesteld, heb jij het gevoel dat die naar voren is gekomen? Soms heb ik het idee dat het helemaal niet aan bod is geweest en dan vind die ander dat het heel erg aan bod is geweest. Want dit en dit heeft er mee te maken. Het zijn vaak samenhangende onderwerpen. En soms dan komt het niet aan bod en vraag ik of ze er nog wat mee willen. Ik leg altijd alles bij de ander neer. En als ze er nog verder mee willen dan kan ik nog een opdracht doen. Maar soms is het ook genoeg omdat er dan al zoveel is gebeurt. Respondent 4: Niet altijd. Soms speel ik dan verstoppertje. Zoals die meneer de militair, die heb ik getipt aan het feit dat ik hem heb laten weten dat door zijn houding en positie die wel eens wat afstand kan creëren. In plaats van dat ik hem helder, zwart wit, laat weten dat hoe jij nou staat ben je overdreven dominant. Dat gaat niet werken buiten diensttijd. Maar dan breek je iemands zijn persoonlijkheid teveel af, zijn persoon. En daar heb ik niks aan. Het probleem komt altijd in de praktijk wel naar boven. Want de paarden creëren het wel. Een dominant iemand lokt een ander gedrag uit dan een lief vlechtjesmeisje. Het ding dient zich echt aan of ik wil of niet, bij wijze van spreken. En dat is dan ook waar ik meer werk. Bereid ik iets voor? Nee. Wat ik voorbereid is dat ik de les van de vorige keer zeg maar door mijn systeem laat gaan. En bij sommige mensen heb ik aan de hand van de les die we net gehad hebben, dat ik echt een soort target heb, van dat gaan we volgende week doen. Dus dat is ook heel organisch, dat ontstaat. Respondent 5: Ja, het probleem komt eigenlijk altijd naar voren. Of ik voel het zelf wel aan, ben namelijk hoogsensitief, of ik zie het wel aan het paard. Dan is het natuurlijk de kunst om dit zo door te vragen dat de deelnemer hier zelf mee komt. Je kunt natuurlijk refereren aan het paard, dat is dan weer een stukje makkelijker. Maar het punt waar ze mee zitten komt aan bod.
29
Respondent 6: De meesten komen met een probleem en dat komt ieder sessie weer terug als een rode draad. Maar sommigen willen ook anders leren rijden. Die willen niet duwen en trekken en schoppen. 4.4.1 Conclusie Bij individuele sessies krijgt iedere coach uiteindelijk het probleem van de deelnemerhelder. Soms blijkt de vooropgestelde coachvraag niet het probleem te zijn, door middel van feedback van het paard blijkt een ander probleem meer te spelen bij de deelnemer. Vaak hangt de vooropgestelde coachvraag en het probleem wel samen. Bij groepssessies is het lastiger om het uiteindelijk probleem bij de deelnemers helder te krijgen. De coach kan minder goed de diepte ingaan met de deelnemers. Dit vaak om dat het korte trajecten zijn waarin groepen deelnemer, maar daarnaast durven deelnemers minder de diepte in de te gaan onder druk van de groep. Voor beide deelnemers is de insteek van de coach dat uiteindelijk de deelnemer zelf met het antwoord moet komen om een zo’n goed mogelijke oplossing te vinden.
30
4.5 Veiligheid creëren 5.1 Geeft u aan wat er gezegd wordt, tussen u en de deelnemer blijft? Respondent 1: Nou ik betrap mezelf erop dat ik dat de laatste tijd minder doe, terwijl dat vroeger standaard in mijn riedeltje zat. Nee, ik zeg er de laatste tijd niet meer bij. Ik weet ook niet of het helpt of ik het er wel of niet bij zou zeggen. Ik heb wel het idee dat ik altijd oog heb voor hoe veilig is de groep, wat doen mensen met elkaars informatie maar ik geef er geen instructies bij. Respondent 2: Nee, bijna nooit. Ik kan me de vraag goed voorstellen, want in het begin deed je dat bij alle leergangen. Maar nu doe ik dat eigenlijk niet meer. Thema kom wel aan de orde van hoe ver durf je je open te zetten? Maar dan heb je het over een andere manier over hoe open, hoe veilig is het hier. Soms komt het aan de orde hoe moet ik morgen met mijn collega’s weer verder. Bij individuele sessie is het eigenlijk zo vanzelfsprekend dat ik het daar niet meer expliciet aan de orde heb. Heb de laatste tijd wel dat de cliënt zegt van mijn baas wil ook een gesprek met jou. Dan zeg ik ja, maar dat is dan met zijn drieën. Dan ga jij in gesprek met je baas, niet ik. En ik ga ook geen vragen beantwoorden van jou leidinggevende. Kan je helpen bij hoe jij moet antwoorden, maar dat ga ik niet voor je doen. Dus het thema is wel aan de orde, maar we zeggen niet expliciet van dit blijft binnenkamers. Respondent 3: Ja, alles wat tijdens de coachsessie gebeurt dat, dat blijft in de coachsessie. Dat zeg ik in het intakegesprek. Respondent 4: Bij sommige mensen, ja. Dan zeg ik dat heel specifiek. Bij anderen… dat is niet bij iedereen nodig. Mensen die gewoon meer voor het paardrijden komen en wat persoonlijke coaching… Wat ik ieder geval doe als ik soms een voorbeeld gebruik, dat mensen nooit kunnen labelen dat hoort bij die of die. Maar soms is het ook heel leerzaam voor iemand om te horen dat hij niet de enige is. Dus soms creëer je veiligheid door iets te delen. Of van jezelf of van iemand anders. Goh van joh, zal ik je iets vertellen. En wat ik best vaak doe is dat ik zinvolle matches maak. Als mensen al samen op een uur komen, en dat is niet standaard, maar dan komen ze een aantal keer of een keer met iemand. Daar zit bij mij altijd een doel achter. Dat wil zeggen dat de een de ander iets te leren heeft, of dat ze elkaar iets hebben te leren. En eigenlijk is dan het bij elkaar brengen en het voorzetje van mij voldoende, dat het gesprek onderling daar uit zichzelf ontstaat. Dus dat de ervarener zegt van, geef niet hoor dat had ik ook. En een knipoogje naar mij doet en bedenkt, van goh wat ben ik al ver gekomen. Iemand die weinig zelfverzekerdheid heeft en in zo’n setting plaatsen, dan kan ik zeggen van jij weet hoe het werkt, ga dit en dit even samen met die persoon doen. En dan als ik meisje van 14 die opdracht geeft met een vrouw van 45 die net begint en nieuw is… De vrouw van 45 vindt het allemaal prima, Respondent 4 zegt het, dus dan is het zo. En het meisje van 14 denkt van, wow ik mag een volwassene iets gaan uitleggen en ik ben er ook nog beter in. Dat doet wonderen. Daar kan een gesprek met mij niet tegenop. En dat is weer ervaringsgericht. Dat is weer in het doen, daar heb ik mijn krachtspad,zeg maar. Respondent 5: Ja, absoluut, ook in de traingen. Dan zeg ik jongens, we zijn dan wel in de buitenlucht, maar het blijft tussen deze vier muren. Er wordt ook niet getwittert van, hij durft het niet. Dit is een vertrouwd proces, iedereen heeft zijn eigen proces. En omdat het vertrouwelijk is kan iedereen ook open en eerlijk zijn voor grens die iedereen heeft. En ik werk in mijn trainingen met teams met 31
maximaal 4 deelnemers en dat maakt ook dat je naar elkaar kunt luisteren, en de ruimte nog hebt om naar drie anderen te kijken. En dan komt ook een gesprek want iedereen heeft een eigen kijk op de wereld en ziet wat een ander doet. En ook dat kan weer een hele goede werking hebben, in de zin van ‘goh net zei je dit en ik zag jou dat doen, help me even, hoe komt dat?’. Dan hoef ik alleen maar het proces in de gaten te houden. Als een ander het zegt, wie niet jou coach is, die samen met jou in die training zit, heeft een hele andere waarde. En daarom is die vertrouwelijkheid superbelangrijk. Respondent 6: Ik zeg dit niet expliciet, maar soms zeggen mensen van gut wat heb ik je allemaal verteld. Dan zeg ik meid, prima. Maakt niet uit, ik heb het er niet over, ik ga het aan niemand vertellen. Kom maar, gooi maar over mij heen. 5.1.1 Conclusie Op de vraag of de coach ook aangeeft dat wat er gezegd wordt tussen de coach en de deelnemer blijft zegt het merendeel van de coaches nee. De coach zegt dit niet expliciet tegen de deelnemer. De coach is van mening dat het zo natuurlijk verloopt dat de deelnemer dit wel begrijpt, omdat de deelnemer anders niet zo open zou zijn. Het gevaar hiervan is dat het misschien niet duidelijk is voor de deelnemer dat zijn verhaal veilig bij de coach blijft. En dat daardoor de deelnemer zich niet zo veilig voelt om zijn hele verhaal te vertellen. Twee coaches daarentegen verwoorden het wel expliciet naar de deelnemer(s). Dit wordt gezegd om helder te zijn naar de deelnemer, maar vooral in groepssessies. De coach geeft dit expliciet weer om te voorkomen dat verschillende deelnemers elkaar hier niet over aan- of afvallen.
32
5.2 Is er altijd een vertrouwensband tussen u en deelnemer? Respondent 1: Ja, eigenlijk wel. Of niet, dan werk ik gewoon op die laag tot hoever mogelijk. Respondent 2: Vertrouwensband is er zeker, anders heb je geen relatie waarin thema’s aan de orde komen die tot dan toe vermeden werden. Het leuke is, dat is de keerzijde van de tips-verhaal, de do’s en de don’ts. De essentie uit het verhaal komt niet voort uit de statement dat het hier veilig is om het te zeggen. Geen enkel mens beslist op die afspraak of het hier veilig is. Als jij niet op de coach vertrouwt of je niet veilig voelt, dan vertel je het toch niet. Dat is veel meer de fysiek-emotionele beslissing dan de mentale die je met elkaar maakt. Respondent 3: Ja, dat hoop ik wel. Maar anders is het ook niet goed en loopt de coachsessie ook niet. Rust en vertrouwen zijn een van de kenmerken die ik heel belangrijk vind. Je moet een situatie creëren waarin iemand zich bloot durft te geven, durft te leren, durft te experimenteren. Respondent 4: Ja. Laat ik het zo zeggen. Als iemand blanco, blanco, zonder doorverwijzing komt, dan zeg ik altijd komt de eerste keer voor proeftraining, gewoon even kennismaken. En dan kun je leskaarten nemen als je het ziet zitten. En aan het einde van die kaart dan gaan we samen even denken of we dit samen zien zitten. En 1 of 2 keer per jaar spreek ik het daadwerkelijk uit naar mensen dat ik zeg van ja, ik geef niet aan iedereen les. Waarmee ik impliceer, jij mag kiezen of je bij mij les mag krijgen, maar ook of ik jou les mag geven. En ik heb vorig jaar een jongen geweigerd. Die moeder wou dat die jongen kwam. De jongen wou niet komen, hij was zwaar autistisch, verstopte zich overal. Daar ben ik hier niet geschikt voor, die moet een andere begeleiding hebben. Dus ik behoud mezelf de vrijheid ook om de mensen die ik niet wil, ook geen les ga geven. Ik werk zó met het gevoel en het creëren en de ervaring. Dat als het voor mij een rot ervaring is, dan gaat het voor mijn geen goede les worden. De realiteit is dat ik het toch niet kan bieden, dan ga ik faken. Dan ga ik een rol spelen en ik weiger zo’n rol te spelen. En ik denk dat daar automatisch het stukje vertrouwen van mensen voor mij heel snel komt, omdat ze zo hebben van ja Respondent 4 is gewoon Respondent 4. En Respondent 4 zegt het gewoon. Respondent 5: Zowel tussen mij en deelnemer als binnen de groep. Dat komt ook in het intakegesprek, wat er gezegd wordt blijft tussen ons. De terugkoppeling naar opdrachtgevers gaat alleen over het proces, nooit over de inhoud. Het gaat goed, hij/zij doet goed zijn best, er zijn een aantal dingen moeilijk. En voor de rest mag de deelnemer het zelf vertellen. Respondent 6: Ja, anders vertellen ze mij niet hun verhaal. 5.2.1 Conclusie De coach moet oprechtheid, openheid en eerlijkheid bieden om zo een vertrouwensband te creëren, doet hij dit niet dan is er geen vertrouwensband tussen de coach en de deelnemer. Het vertrouwen komt op basis van het gevoel en niet aan de hand van een mentale beslissing.Iedere coach geeft eigenlijk aan dat er een vertrouwensband is, zonder die band zou de coachsessie niet lopen. De deelnemer zou dan niet zijn verhaal/probleem kwijt kunnen. We kijken verderop of de deelnemers zelf ook zo die vertrouwensband ervaren.
33
4.6 Soort traject 6.1 Wat voor trajecten geeft u? (open trainingen, bedrijfstrainingen) Respondent 1: Ik heb verschillende trajecten. Zoals gezegd heb ik een paar die ik les geef. Daarbij komt ook een stukje coaching kijken omdat ik ze help met hun zelfvertrouwen, bijvoorbeeld kinderen waarvan de ouders gescheiden zijn. Daarnaast doe ik individuele coaching, (thema)workshops, bedrijfstrainingen. Soms wordt ik gevraagd om het een onderdeel te laten zijn van een opleiding. Die volgen dan ergens een opleiding en willen graag een sessie met de paarden volgen. Respondent 2: Ja, open trainingen, bedrijfstrainingen en individueel. In sommige trajecten gebruik ik niet altijd het paard, ik kijk wat er past bij de deelnemer en het traject. Respondent 3: Ik heb tot nu toe alleen nog maar individuele coaching gedaan. Op het moment dat je groep coaching gaat geven, dan kan ik dat niet in mijn eentje doen. Als je bijvoorbeeld met twee personen en een paard werkt, dat is al een groep, dan gebeuren er al bij drie mensen dingen. En dan kan ik niet allemaal zien. Dan doe ik niet recht aan het paard of de coachees. Daarom vind ik dat ik er iemand anders bij moet hebben. En ik heb wel een collega, die kan ik dan vragen voor groepstrainingen, maar dat heb ik tot nu toch nog niet gedaan. Respondent 4: Ja, alles. Van de week weer eentje geboekt voor electrabel. Open trainingen heb ik ook. Dat is meer voor de kleinere bedrijven. Op de site kun je je inschrijven, meestal nog geen datum en als er genoeg zijn dan maken we een datum. Soms heb je ook bedrijven die dan aangeven wat ze willen, met doel, hoeveel mensen en wat ze willen en dan maak ik daar een programma voor. Respondent 5: Ik doe ook nog steeds trajecten zonder paard. Niet iedereen is gebaat bij het werken met paarden, het is niet voor iedereen altijd nodig. Ik ben nog altijd loopbaanbegeleider en daarin kan het paard een hele mooie rol spelen, maar het hoeft niet. Daarnaast geef ik de training ‘Communiceren als leider’, en dat is een open inschrijving. Ik heb trouwens ook nog een opleiding voor coaches. Daar leer je om beter te coachen met dank aan het paard. Precies hetzelfde verhaal, namelijk je werkt met het paard en je hebt een vraag. De coaches willen beter leren coachen, bijvoorbeeld ik ben coach en ik merk dat ik altijd voor mijn cliënten uitloop, dat ik altijd 3x harder ga dan de cliënt. Dat je ergens in je coachingspraktijk ergens tegen een structureel probleem aanloopt, dan wel jijzelf. Mijn doelgroep is inmiddels accountants en fiscalisten, hoe zakelijk en technisch kun je het hebben. Die probeer ik toch ook met het paard te laten werken. Ook in trainingen en dat zijn juist bedrijfstrainingen. Dat zijn op maat gemaakt coachingstrajecten waarin het paard ook voorkomt, bijvoorbeeld in een training leidinggeven. Maar er zijn meer aspecten, het gaat ook over conflicthantering en feedback geven en daar heb je het paard niet voor nodig. Maar je kunt wel in de loop van de training dingen tegenkomen waarvan je denkt het wordt tijd dat ieder met zijn eigen ding met het paard gaat werken. Ik heb trainingen waarin iedereen zich voor kan inschrijven, ik heb trainingen die voor bedrijven zijn en ik gebruik ze voor de individuele coachingstrajecten. Respondent 6: Ik geef alleen individuele trainingen, 1 op1 dus. Met mensen die zelf een vraag hebben, die komen bij mij, ze willen zelf en willen dus iets leren. 34
6.1.1 Conclusie Wat voor trajecten worden gegeven verschild per coach, de één doet alleen individueel, de ander doet alles, en er zijn ook twee coaches die trajecten hebben zonder paarden. Vier van de coaches hebben eigenlijk allerlei trajecten die ze aanbieden, de andere twee geven alleen individuele coaching. Bij individuele coaching kan de coach zich echt focussen op het individu en zijn ontwikkeldoel, ook heeft een individu een langer traject waardoor het mogelijk is beter tot het doel te komen. Een groepstraining heeft vaak een kort traject waarbinnen het niet altijd mogelijk is om tot het ontwikkeldoel te komen. Voordeel van de groepstraining is dat je de dynamiek tussen de personen ziet, vooral bij een groep deelnemers uit één organisatie.
35
6.2 Welke onderwerpen traint u? Respondent 1: Alles. Ik heb relatietherapie gegeven, over managementvragen, ik bedoel het kan alle kanten op. Respondent 2:Hooggevoeligheid, wilskracht vs. verlangen, onmacht en bij machte zijn, dat zijn de onderwerpen voor open trainingen. Bij individueel of bedrijfstrainingen kijken we naar de vraag. Het grappige is dat we de workshops altijd een bepaald thema geven, want dat trekt een bepaalde doelgroep. Maar dat legt meer het aandachtspunt, want wat je doet is eigenlijke iedere keer hetzelfde. Respondent 3: Het hangt van de coachvraag af. Maar je hebt wel heel veel terugkerende onderwerpen; zelfvertrouwen, grenzen aangeven, bloot durven te geven. Dingen die iedereen eigenlijk wel een klein beetje heeft, dat komt vaak naar voren. Respondent 4: Heel vaak leiderschap en positie in de groep. En naar je natuurlijke krachten en kwaliteiten te luisteren. Simpel gezegd, doe waar je goed in bent. Dat zijn eigenlijk altijd de twee die altijd langskomen, of een onderdeel ervan. Respondent 5: Voor de loopbaanbegeleiding is het heel simpel; of ik vind mijn werk niet meer leuk, wat nu? Of ik vindt het wel leuk maar er moet iets nieuws komen, maar wat zou het dan moeten zijn? Management coaching of executive coaching; de basisvraag gaat over leidinggeven, het omgaan met mensen, het praten met mensen. Maar er zit ook altijd een eigen ik bij. En als zijn eigen ik en zijn werk een bepaalde manier van doen heeft, dan zal dat privé niet veel anders zijn. Dus het kan uiteindelijk ook neerkomen op de balans werk-privé. Dan kom je met een hele zakelijke vraag binnen en dan eindig je met balans werk-privé en mijn vrouw vind mij ook zo langzamerhand niet meer leuk. Hoe komt dat? Wat gebeurt er allemaal? Wat gebeurt er op je werk, wat gebeurt er thuis? Je hebt uiteindelijk maar één ik en die heeft verschillende rollen. De onderwerpen komen uit de vragen en die komen vanzelf, zowel uit het werkende leven als privé. Respondent 6: Dit verschilt per keer en per persoon, dit is afhankelijk van de vraag van de deelnemer. Je krijgt de meeste rare verhalen te horen. 6.2.1 Conclusie Bij individuele coaching zie je eigenlijk dat de onderwerpen per keer verschillen, maar niet iedere coach kan elk onderwerp trainen, ieder mens is anders. Daarbij wordt dus ook gekeken naar de coachvraag en/of het probleem erachter. Bij groepstrainingen worden vastgestelde onderwerpen opgezet waarbij mensen zichzelf kunnen inschrijven, of er wordt een training gegeven vanuit een bedrijf waarbij een vraag speelt, bijvoorbeeld hoe geef ik goed leiding? De basis is eigenlijk bij elke coach hetzelfde, namelijk proberen het beste uit de deelnemer halen. De onderwerpen die vaker terug komen bij de verschillende coaches is leidinggeven, grenzen aangeven en zelfvertrouwen. Maar er zijn ook onderwerpen die maar één keer langskomen, namelijk hooggevoeligheid, wilskracht vs. verlangen, balans werk-privé en relatietherapie. Dat er verschillende onderwerpen zijn die maar één keer voorkomen komt doordat iedere coach natuurlijk zijn eigen interesse en kennis op een bepaald gebied heeft. Daarnaast komt de ene coach vanuit het werk meer in aanraking met bijvoorbeeld balans werk-privé, een onderwerp waarop hij zich dus is gaan richten. 36
6.3 Evalueert u na een training of het vastgestelde doel behaald is? Respondent 1: Ik laat iedereen altijd aan het einde iedereen benoemen; Hoe ga je naar huis? Zijn er nog openstaande vragen en heb je voldoende antwoord op je vraag? Ik stuur een evaluatie achteraf, om te vragen hoe ze het beleefd hebben en wat ze nu anders doen in de praktijk. En of ze behoefte hebben aan een vervolg en wat ik daar in kan betekenen. Respondent 2: Ja, individueel in een tussen- en eindgesprek. En we kijken wel na elke sessie, wat heb je nu gedaan en welke vragen heb je nog? Wat doen we de volgende keer? Meestal krijgen ze ook wat huiswerk mee en dat bepaal ik aan de hand van die dag, wat er in die sessie gebeurd is. En het grappig is, bij workshop hooggevoeligheid hebben we dat heel bewust niet gedaan. Omdat er bij hooggevoeligen al zoveel is gebeurt dat dat niet meer zou werken. Je moet ze de ruimte geven om op zichzelf terug te komen. Dus we hebben met een ademhalingsoefening afgesloten. En aan de andere kant, soms krijg je ook, zeker in teams, een heel geconditioneerde reactie. Daar schrikken we van. Dan hebben we een dag met het team gewerkt, dan denk je wauw. Dan komt de evaluatie op het eind en sluiten ze zich weer af, dan krijg je van die vlakke antwoorden. En dat is niet omdat ze individueel niks hebben meegemaakt, maar dan komt er weer een soort vergaderingshouding en sluiten ze zich af. Respondent 3: Na de coachsessie zelf, in de bak, vraag ik altijd of het genoeg is. Zijn er nog vragen? Zijn er nog dingen die je wilt behandelen? En tot nu toe heb ik nog altijd een evaluatieformulier gedaan, die ik direct na afloop laat invullen na elke sessie. En dan heb ik nog vier vragen, die zet ik altijd op de mail, en die stuur ik drie of vier weken na de coaching op. Wat is je meeste bijgebleven? Wat heb je er aan gehad, enzovoort. Respondent 4: Nou, na elke training evalueer ik. Maar soms maar even twee minuten hoor. Maar eventjes en zeker als ik ze een huiswerk opdracht meegeef, dan wel. Omdat ik dan ook moet zorgen dat zij beseffen wat ze gaan doen en waarom en in welke context. Dat is wat ik dan afcheck. Maar of ik kijk of het doel is behaald doe ik niet want ik stel er geen tijdslimiet aan. Dus is het behalen gegarandeerd, alleen nooit wanneer. Dus iemand die wil leren rijden, zal rijden. Of het een half jaar duurt of drie jaar, dat is dan even open. Dus we behalen het altijd. Wat ik wel meestal doe, dat ik een soort tussenbevestigingen doe. En dat is dan bijvoorbeeld dat iemand doorgroeit van het ene naar het andere paard. Dat wil zeggen tot nu toe kon je het alleen maar met het rustige paard, nu kan je het ook met het drukke paard, besef je dat? En op het moment dat ze het drie keer gedaan hebben en het gaat goed. En de vierde keer komen ze met stress, moeheid, enzovoort, dan gaan we weer terug naar het rustige paard, nu kan je kiezen. Respondent 5: Ik evalueer tussendoor en achteraf. Als een ander de opdrachtgever is dan diegene die bij me zit dan geef ik om de 2 a 3 gesprekken, een terugkoppeling met de opdrachtgever. Die heeft namelijk betaald en het is wel leuk om te weten hoe het er mee gaat. Als het gaat om een training met een coachee zelf, dan laat ik die altijd een reflectieverslag schrijven. En daar ben ik redelijk stug in, in de zin van doe dat nou. Want dat is de reflectie van het gesprek uiteraard, maar daar zit ook in waar moet ik nog aan werken, wat vond ik van het gesprek, zie je al een rode draad, ga ik richting mijn doel? Op die manier probeer ik eigenlijk in een minivorm, zonder dat het een evaluatie heet, ieder gesprek te evalueren. En aan het eind doe ik een grotere evaluatie op dezelfde manier, zodat de coachee ook weet wat hij heeft geleerd en wat hij ermee kan. 37
Respondent 6: Ik evalueer even na elke les, wat hebben we gedaan. Wat ging wel goed en wat ging niet goed. Ook om alleen morgen verder te kunnen. Niet dat een deelnemer het alleen bij mij kan. Ze moeten het ook thuis of in de auto of waar dan ook kunnen. Ze moeten de oplossing meenemen. 6.3.1 Conclusie Iedere coach evalueert hoe het is gegaan en wat er opviel. Wat neem je mee naar huis? En heb je nog vragen? Een paar coaches evalueren ook tussendoor of na elke sessie. Zo om te kijken hoe de coachee het heeft ervaren en wat punten zijn wat ze onthouden hebben. Ook om te kijken hoe ze het kunnen integreren in hun dagelijkse leven, zodat ze het niet alleen met de paarden kunnen, maar ook in situaties uit het dagelijkse leven. Als we kijken naar de vraag of er na een training geëvalueerd wordt of het vastgestelde doel is behaald, kunnen we zeggen dat er niet naar het vastgestelde doel wordt gekeken. Na een training wordt er wel geëvalueerd over het hoe het is gegaan en wat er opviel maar niet zozeer of het doel is behaald. Als we kijken naar eerdere antwoorden, zien we wel dat er een vertrouwensband is, dit heeft dus geen invloed op het wel of niet evalueren. Daarnaast zie we dat er niet altijd een intake is gehouden. In de intake moet een doel worden vastgesteld, misschien komt het doordat er geen goed doel is vastgesteld door geen intake, er ook geen doel is om terug over te evalueren.
38
4.7 Invloed paard 7.1 Met hoeveel paarden werkt u per training? Respondent 1: Dat hangt af van de mensen maar ik doe ongeveer 3 maximaal 4 sessies met één paard. En als het heftige sessies zijn wissel ik na twee sessies. Op de locaties waar ik werk heb ik meerdere paarden tot mijn beschikking. Respondent 2: In de groepstraining, meer dan drie mensen, gebruik ik ze alle 5. Bij individuele training loop ik in de wei. Soms halen we er 1 uit en werken daar dan mee. Respondent 3: Tot nu toe altijd maar met één per training. Ik heb een groot en een klein paard en ik laat de mensen soms kiezen. Dat is ook heel interessant want ze kiezen de mooiste, grootste, kleinste of de liefste. En dat zegt ook weer heel veel. Respondent 4: Dat wisselt wat er nodig is. Ik kan van het rustige naar het drukke paard en weer terug in 1 sessie. Ik werk altijd met verschillende paarden. Juist omdat ik vind dat mensen van ieder paard wat anders terug krijgt. Respondent 5: Eén paard, ze mogen kiezen uit mijn twee paarden. (zie volgende vraag het antwoord) Respondent 6: Per training werk ik maar met 1 paard. Het paard waar de deelnemer op zit. Ik zelf fiets ernaast. 7.1.1 Conclusie De hoeveelheid paarden waarmee gewerkt wordt verschilt per coach. Een factor wat natuurlijk meespeelt is dat niet alle coaches beschikking hebben over meerdere paarden. Bij individuele coaching wordt er over het algemeen gebruikt gemaakt van 1 paard. Soms wordt er gewisseld van bijvoorbeeld een druk naar rustig paard. Voor de groepstrainingen wordt er wel gebruik gemaakt van meerdere paarden, zo om de overbelasting van het paard te voorkomen.
39
7.2 Met hoeveel verschillende paarden werkt u in een traject? Respondent 1: Dat is heel divers. Ligt dus inderdaad aan de zwaarte van de sessies. Soms word ik ook uitgenodigd aan de andere kant van het land en dan werk ik met de paarden daar. Ik heb dan wel eisen aan een paard en kijk altijd even van tevoren hoe het paard reageert. Respondent 2: We hebben vijf paarden en ik ben blij met de diversiteit, want het zijn totaal verschillende paarden. Het is ook fijn dat ik kan wisselen, want anders maakt het de belasting van het paard te hoog. Respondent 3: Ik heb de keuze uit drie paarden, inclusief die van mij, en dat wisselt in het traject. Respondent 4: Veel verschillende, zie ook antwoord vorige vraag. Respondent 5: Ik heb twee paarden en werk met allebei, ze mogen kiezen. Ik laat het helemaal aan de mens over met welk paard hij wil werken. Ik heb er alle vertrouwen in dat het energetisch allemaal voor ons geregeld word. Ik zeg altijd, dit zijn ze. Maak kennis met ze, en houd je mond terwijl je kennis met ze maakt, probeer het praten even te laten. Ga eens even uit je hoofd en vertel mij straks met wie je als eerste wil werken. Ik laat ze per sessie kiezen, ik wil dat heel graag open laten en aan het toeval over laten. Respondent 6: Ik werk met 2 verschillende paarden of met paarden die de mensen zelf meenemen. 7.2.1 Conclusie Of er gebruik wordt gemaakt van verschillende paarden in een traject ligt ook aan de mogelijkheden die er zijn. Eigenlijk is het bij iedere coach mogelijk om gebruik te maken van 2 of meer verschillende paarden gedurende een traject. Dit werkt tweeledig. Enerzijds zorgt dit ervoor dat een paard niet of minder snel overbelast raakt. Anderzijds krijgt de coachee de mogelijkheid om te werken met een ander paard, want ieder paard is anders met zijn eigen karakter.
40
7.3 Het resultaat wat u nu bereikt heeft met u deelnemers, zou u dat ook zonder paarden kunnen bereiken? Respondent 1: Dat is een goede vraag. Ik vind wel hoe langer je coacht bent en hoe langer je op deze manier naar mensen en interactie kijkt, ga je ook steeds meer zien waar je een paard niet voor nodig bent. Als ik in een organisatie kom, ik doe nog wel eens een adviesopdracht, dan ga ik het ook wel zien. Alleen je hebt er meer tijd voor nodig en ik heb altijd de vraag klopt het nou wat ik zie? Als je het paard erbij hebt dan is het altijd een bevestiging, van ja ik zie het goed. Dat is vaak gewoon heel zuiver. Familieopstellingen is een hele effectieve methode, prachtige dingen die daaruit voort kunnen komen, zoveel inzichten. Daar heb je op zich geen paard voor nodig. Maar als je een paard gebruikt in een opstelling, dan gaat het paard soms een kant op die je niet had kunnen bedenken. Waardoor de sessie nog dieper gaat dan wanneer je hem zonder paard had gedaan. Of als je in een gewone opstelling een kind ten opzichte van zijn ouders hebt en het is heel duidelijk dat daar een soort versmelting heeft plaatsgevonden en daar een scheiding in aangebracht moet worden, het paard knalt er gewoon dwars doorheen en gaat er gewoon tussen staan. Zoiets krachtigs, daar heb je het paard voor nodig. Dus ja, je kunt heel veel zonder paard maar het werken met een paard is wel iets heel beeldends en het is hele krachtige metafoor. Zijn aanwezigheid is ook altijd heel openend, sommige mensen huilen al voor dat ze de bak ingaan. Dan zijn ze zo geraakt door de aanwezigheid van die energie dat ze helemaal los komen. En het is totaal out of the box. Soms heb ik ook wel eens iemand die bang is voor paarden. Dan laat ik het paard op de achtergrond gewoon spiegelen en werk ik toch met iemand buiten de ring. Dan doe ik iets anders en kijk gewoon wat er met het paard in de ring gebeurt. Dan is het nog steeds wel paardencoaching maar gebruik ik wel een hele andere methodiek om die persoon iets te laten doen. Dus er zijn zoveel dingen die je zonder paard kunt doen en die heel effectief zijn, dus ik zeg niet dat dit het enige in de wereld is wat goed is. Maar ik vind het wel een hele mooie techniek en ik vind ook ontwapenend, openend. Wat ik ook heel mooi vind aan paarden is dat mensen iets meteen in de praktijk kunnen brengen, het paard reageert gewoon weer op de nieuwe persoon die hij voor zich heeft. Dus als ik net nog niet mijn grenzen aangaf, loopt hij er dwars overheen. Ineens doe ik het wel en dan respecteert hij ze ook. Hij gaat dan niet zeggen van dat deed je net ook niet, dus je meent er niks van, zoals mensen zouden doen. Het paard is zonder oordeel. Respondent 2: Ja, want het zit in jezelf. Iets wat ik in de paardenwereld zie is dat ze het paard zo uniek vinden, dat je iets met het paard kan, dat je niet met mensen kunt. Maar dan denk ik van, heb je wel eens gekeken hoe uniek een mens is? Ze projecteren iets op het paard wat ze in zichzelf niet durven te ontsluiten. Je kunt het ook zelf, daar heb je het paard niet voor nodig. Het is prima als je het met het paard doet. Maar je diskwalificeert jezelf als je denkt dat je het niet zonder een paard kan. De mens is niet hoger of bijzonderder dan een paard. Op het moment dat ze het paard hoger zetten in zijn spirituele ontwikkeling denk ik van, is wel een leuke gedachte, maar het is ook niet meer dan een gedachte. Maar dat is mijn manier van kijken. Het kan zonder paard, dat weet ik zeker. Als je overtuigd bent dat het heel specifiek zit in het paard, dan ga ik kijken naar wat zit er dan voor overdracht in? Wat gun je het paard, dat je jezelf niet gunt? Dat blijf ik fascinerend vinden. Respondent 3: Nee. Misschien kun je het wel bereiken, maar niet zo snel. Paarden zijn heel doeltreffend en heel effectief. Ze slaan meteen de spijker op hun kop. Mensen kunnen verbaal heel sterk zijn en hun masker ophouden. En als coach moet je daar meer voor doen om doorheen te prikken en het paard hoort dat masker niet. Die ziet gewoon de lichaamstaal. Mensen zijn vaak 41
helemaal niet bewust van wat ze doen met hun lichaam. Ik denk dat je uiteindelijk wel dezelfde resultaten zou kunnen boeken, maar dat je minimaal drie keer zo lang bezig bent. Respondent 4: Nee, ik zou niet weten hoe. Respondent 5: Ja en nee, uiteindelijk kom ik er wel maar met paarden gaat het binnen een kwartier en dan zit je er meteen. Zonder paard duurt het veel langer. Vooral voor technische mensen is het prettig werken. Mensen die een technisch vak hebben, hoofdmensen, enen en nullen mensen, geef ze een naam. Die zijn zeer gebaat bij het paard. Die moeten terug naar het gevoel en krijgen gewoon terug was het is, punt. En je hoeft niet op zoek te gaan naar woorden die wel of niet ergens bij passen. Dus ik denk dat je er uiteindelijk wel komt, maar met het paard gaat het zoveel sneller. Respondent 6: Absoluut niet. Omdat ik door de beweging van het paard en de feedback van het paard…. Daar had ik het vanmiddag toevallig nog over omdat ik natuurlijk het gesprek met jou zou hebben. Dacht ik, laat ik het nou ook eens vragen aan de deelnemer. Zou het kunnen zonder paard, als ik bijvoorbeeld alleen met je in het bos zou gaan wandelen? Zegt ze nee, want het paard geeft zo’n mooie feedback op wat ik doe en hoe ik zit. Zowel in het stukje loswerken als in het zadel. Dat op het moment ik mij hier of hier vasthoud, dan doet hij het gewoon niet. Ik heb ook wel eens iemand gehad die zei je weet niet hoeveel psychiaters ik onder de tafel gelult heb en dat paard wil gewoon niet als ik niet geaard ben. Die was daar heel duidelijk in, deze klets ik niet om. 7.3.1 Conclusie Deze en de volgende vraag zijn natuurlijk essentieel voor mijn onderzoek. Uit deze vraag komen eigenlijk twee verschillende antwoorden vanuit de coaches. Er wordt ja geantwoord, mits je langer de tijd hebt, want het zit uiteindelijk in jezelf. Het werken met paarden zorgt ervoor dat je sneller tot de kern van het probleem komt. Door drie coaches wordt ook nee gezegd, want met het paard kan je ook een kant opgaan waar de coach zelf niet op was gekomen. En paarden zorgen ervoor dat je sneller tot de kern komt, want een coach kan ook wel tot de kern komen van het probleem, alleen duurt dit veel langer. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van een paard voor een andere setting, wat ook al een ander gevoel geeft. Je moet echt gebruik maken van je gevoel en gedrag en dat kan minder makkelijk zonder paard. Dus hetzelfde resultaat zou zonder paard bereikt kunnen worden, mits je de tijd hebt. Want de verandering zit uiteindelijk in jezelf en samen met de coach werk je eraan. De coach moet dan wel meer doorvragen en heeft geen ondersteuning aan het paard. Het resultaat zou dus wel zonder paard bereikt kunnen worden, maar het paard is een toegevoegde waarde. De deelnemer komt samen met de coach sneller tot de kern van het probleem en het werken met de paarden geeft al een hele andere sfeer.
42
7.4 Andersom, als u niets of bijna niets zou zeggen en het paard alleen werkt. Zou het dan werken? Respondent 1: Ik experimenteer soms wel eens met heel weinig te zeggen en het gewoon maar is zijn gang te laten gaan. Ik vind wel, dat mensen ook zonder coach tot inzichten kunnen komen en als coach er ook op te vertrouwen en het gewoon daar maar te laten gebeuren. Zonder de coach was de setting er alleen niet geweest dat iemand op die manier met het paard in de ring gaat staan, daar heb je dus de coach weer voor nodig. En als ze dan een vraag hebben of iets niet zien, dan weten ze het ook gewoon niet. Maar ik vind mezelf natuurlijk wel van toegevoegde waarde, anders zou ik er niet staan, haha. Wat ik van mijn klanten hoor, dat ze het fijn vinden dat ik een terughoudende coach ben. Ik ben niet iemand die gaat zeggen ik zie dit en dit, dus dat en dat, en zus en zo, de eerste 5 minuten krijg je een stempel en dan gaan we verder, nee. Ik ben wel iemand die bijstuurt. Ik hoor wel vaak van klanten dat ze het fijn vinden en zich vrij voelen onder mijn begeleiding. Dat vind ik zelf een heel mooi compliment want daar streef ik ook naar. De coach bewaakt de veiligheid en het proces en vertaalt het gedrag. De rol van de coach is voor mij ook dat je de groep aanstuurt, dat je waakt dat mensen elkaar niet slinks een opmerking teruggeven. Of dat mensen weglopen tijdens de sessie wanneer een ander in de ring staat, dat vind ik heel respectloos naar diegene in de ring staat. Daar zeg je als coach wat van. Je selecteert ook de locatie en kiest de paarden. Respondent 2: Dan moeten we even op onderzoek uit, maar ik denk het wel. Want wat er in eerst mij opkomt is nee. Maar ja, ik heb het zelf meegemaakt. Als ik kijk naar mijn leermomenten, dan kun je zeggen dat die al voorbereid waren omdat ik coach was en al aan persoonlijke ontwikkeling deed, maar ik heb het zonder coach gedaan. Ik had ook de neiging had om het niet op het paard af te reageren, dat hij niet achter mij aan wou lopen of niet mee liep aan het touw, maar te denken wat gebeurt hier nou? Hij doet het niet, wat is er nou in mij? Dat het paard onvoorstelbaar veel aangeeft als je er naar durft te kijken. Je moet kijken naar je eigen leerproces. Komt dat nou door het paard of de keuze die jij maakt? Ja, dat weet ik niet. Op het moment dat je er niet voor openstaat, zie je ook niks. In het leerproces doe je veel door dingen aan te raken en te bespreken en mentaal te ordenen. In het proces kun je die overslaan wanneer je samenwerkt met het paard. Wanneer je wandelt met het paard en je gaat een kwartiertje stilstaan om te kijken wat er allemaal gebeurt en wat het met je doet, leer je daar ook van. Zonder dat dat via mentale taal helemaal naar het bewustzijn wordt gebracht. Alleen is het een ander leerproces. Ik denk dat het leren van paarden veel onbewuster is zonder coach dan met coach. Dus dat is het verschil. Coach stimuleert heel erg dat het proces bewust getrokken word. Respondent 3: Nee, dat denk ik ook niet, want soms dan zijn mensen helemaal niet bewust van wat het paard doet. Het paard geeft zoveel kleine signaaltjes af. Laatst was ik iemand aan het coachen en die was eigenlijk heel verdrietig. Want er kwamen dingen naar boven, die al heel lang niet naar boven waren gekomen en waar ze niet zo bewust van was. Het paard ging eigenlijk continu drentelen, tussen ons instaan en zij werd gewoon boos op dat paard. Toen vroeg ik van zie je eigenlijk wel wat het paard doet? Hij gaat steeds tussen ons in staan zodat jij mij niet meer hoeft te zien. Maar dat ziet iemand dan helemaal niet. Mensen kunnen blind zijn door hun eigen emotie of eigen oogkleppen. En dan zien ze helemaal niet wat het paard doet en als coach kun je dat wel teruggeven. Vaak bestempelen wij het gedrag als vervelend terwijl hij iets heel nuttigs zegt. En als je dat niet terugkrijgt van iemand, dan is het een verloren kans. Dus ik denk niet dat het paard als enige kan coachen. De 43
mensen in de paardenwereld, en ik mag ze niet allemaal over één kam scheren, maar dat zijn over het algemeen mensen die het paard als een ding zien. En die hebben vaak een heleboel leerdoelen. Als het paard in zijn eentje zou kunnen coachen dan zouden die mensen allemaal precies weten hoe ze in elkaar steken. Zouden ze precies weten wat hun mogelijkheden en beperkingen zijn en dat is niet het geval. Dus nee, het paard kan het niet alleen, je hebt een tolk nodig. Respondent 4: Ja, als de persoon 10 jaar de tijd heeft en zelfreflectie. Maar nee, als het in een kortere tijd moet en het paard er niet aan toe is. Een jonge Arabier gaat iemand niet rust kunnen geven. Een oude fjord wel. Maar ik weet niet of een oude fjord lang genoeg mee gaat om iemand zes jaar rust te kunnen geven, als hij zes jaar rust nodig heeft. Terwijl je met coaching in een half jaar al een stuk verder kunt zijn. Nee. Je hebt gewoon ook input nodig van wat bedoeld een paard. Als je dat niet snapt, dan ga je verkeerde conclusies trekken. Want dan ga je heel gauw vermenselijken. Dat is dus in mijn ogen wat er dan mist. Dan missen ze een coach. Dan ga ze het vermenselijken. Een kat vindt me lief omdat het kopjes aan me geeft, een paard vindt me lief als hij kopjes aan me geeft. Nee. Een paard heeft jeuk aan zijn kop en gebruikt je als paal en die kat is je aan het markeren dat jij van hem bent. Is hetzelfde als een kater over je heen piest en dat vinden we wel erg. En dat is wat die poes ook doet, voor die poes is het precies hetzelfde hoor. Dat soort hele simpele vergelijkingen, dan krijgen mensen heel vaak, ow dat wist ik niet. Een paard staat op je teen omdat jij onbewust bent in je lichaam. Een paard staat niet op je teen om je te pesten. Een paard staat op je teen omdat jíj niet aan het opletten bent. Als je dat niet kan zien, dan denk je dat hij je aanvalt, dan ga je dat verkeerd invullen. Een paard solo met iemand die komt niet zover, dan wanneer hij samen met input zal komen. Finetuning voor beide. Respondent 5: Iemand zei laatst: ‘ Respondent 5, als ik daar met jou partner ga staan, dan heb ik een hartstikke gezellige dag, maar er gebeurt niks. Jij bent toch wel echt diegene die dit doet en het paard is een middel’. De coach heeft een belangrijke rol, want anders blijft het bij spelen met een paard. Als een coach niet de vertaalslag maakt van wat het paard doet en als de coach niet doorvraagt naar wat gebeurt er met jou, wat doet dit met jou, wat gaat er door jou heen? Dan kun net zo goed hem een borstel geven en zelf iets anders gaan doen. Ik had laatst ook een vrouw gehad die bij een andere coach was geweest en die had alleen maar gezegd, ja, ja, reuze interessant. En verder niks. Ze was er dus helemaal niks mee opgeschoten. Toen ik aangegeven had dat dit niet de manier is waarop ik werk, toen is ze gekomen en ze heeft er veel aan gehad vertelde ze me. Respondent 6: Als ik me voorstel dat ik alleen zou meefietsen en ik niks zou zeggen, dan weet iemand niet waar hij het zoeken moet. Dan ziet iemand wel dat het paard het niet doet, maar hoe moet het dan wel? Alleen het paard gaat dat niet oplossen voor jou. 7.4.1 Conclusie Wanneer we kijken naar de vraag of er ook alleen zonder coach gecoacht kan worden, is er een precieze verdeling. De helft van de coaches vindt van wel, omdat je het soms ook moet laten gebeuren. Daarnaast moet je naar jezelf durven en kunnen kijken. Zonder hulp van een ander moet je goed kijken naar wat jij doet en hoe het paard daar op reageert. De andere helft van de coaches zegt dat er niet zonder coach gecoacht kan worden. Dit omdat de deelnemers niet altijd bewust zijn van wat ze doen en wat het paard teruggeeft. Dit moet de coach vertalen. Daarnaast moet de coach ervaring en kennis hebben over coachen én paarden. Hij moet de vertaalslag maken, maar ook doorvragen aan de deelnemer wat het met hem doet. 44
Dus als we kijken naar het antwoord op de vraag, kunnen we zeggen dat er niet zonder de coach gecoacht kan worden binnen de gestelde tijd van een coachsessie. Want er kan alleen tot hetzelfde resultaat zonder coach gekomen worden, mits je de tijd hebt, aan zelfreflectie doet en de juiste kennis van paarden hebt. Het aantal mensen dat over deze combinatie van kennis en vaardigheden beschikt en dit voor zichzelf wil inzetten om van te leren, is waarschijnlijk zeer klein. Over het algemeen beschikt de deelnemer hier niet over en heeft een coach nodig om het gestelde doel te bereiken. De coach zorgt ervoor dat door middel van kennis van het paard er gereflecteerd wordt op de deelnemer en hij maakt een vertaalslag naar de deelnemer. De coach maakt de leerpunten bewust bij de deelnemer.
45
4.8 Methodiek 8.1 Op welke manier werkt u met paarden? (meerdere antwoorden mogelijk) Respondent 1: - Cliënten zitten op het paard X Oefeningen met het paard laten doen - Met paard/paarden in de wei werken X Met de paarden in de bak werken X Met het paard/paarden in een afgezette ring werken - De cliënt houdt het paard met een touw vast Respondent 2: (Soms) X X -
Cliënten zitten op het paard Oefeningen met het paard laten doen Met paard/paarden in de wei werken Met de paarden in de bak werken Met het paard/paarden in een afgezette ring werken De cliënt houdt het paard met een touw vast
Het verhaal van een cliënt die ik in de winter heb gehad, die bij -1 een half uur bij de paarden heeft gezeten. Hij had de opdracht er één uit de wei te halen en wilde dat er een paard naar hem toe kwam. Toen zei ik, stop met willen, want dat werkt niet bij de paarden. Toen is hij een half uur tussen de knagende paarden gaan zitten en hij vond het fantastisch. De opdracht was een paard uit de wei halen, maar dat is heel wat anders geworden. En dat moet je ook loslaten en werken met de paarden en wat er op dat moment komt. Ik kijk altijd heel erg naar het hier en nu, want daar gebeurt het. Ik heb eigenlijk maar twee oefeningen. En dat is onbevangen contact maken op je eigen manier. En kies je paard. Respondent 3: X X -
Cliënten zitten op het paard Oefeningen met het paard laten doen Met paard/paarden in de wei werken Met de paarden in de bak werken Met het paard/paarden in een afgezette ring werken De cliënt houdt het paard met een touw vast
Respondent 4: X Cliënten zitten op het paard - Oefeningen met het paard laten doen X Met paard/paarden in de wei werken X Met de paarden in de bak werken - Met het paard/paarden in een afgezette ring werken - De cliënt houdt het paard met een touw vast
46
Ik werk niet echt met oefeningen. Ik ben dan toch veel meer praktisch gericht bezig. Er is een vlak waarop het dan voor mij te spiritueel word. Het moet wel iets praktisch hebben, dat is om mensen een handvat te geven, van wat ben ik hier aan het doe? En dat is om het paard een handvat te geven, wat zou het kunnen zijn dat ze van me vraagt? En voor het paard moet dat een reële vraag zijn. In een setting van een koppel of kudde, verplaatsen ze elkaar wel, dus longeren. Maar het ene paard neemt het andere paard nooit mee naar iets. Heb ik nooit gezien. De leidende merrie en de ruin die drijft, ieder op hun eigen plek. Respondent 5: X X X X -
Cliënten zitten op het paard Oefeningen met het paard laten doen Met paard/paarden in de wei werken Met de paarden in de bak werken Met het paard/paarden in een afgezette ring werken De cliënt houdt het paard met een touw vast
Het idee is dat ze naast het paard blijven staan, maar bij hele onrustige mensen zet ik ze erop. Tot nu toe heb ik dat drie keer gedaan. Ik had echt zo van, jij moet erop, je moet hier niet blijven staan. Ga er maar op en het liefst liggen. Soms gaan mensen ook eerst in de wei liggen en het paard vind dat eigenlijk altijd wel goed. Komt wel even kijken, maar het doet gewoon heel veel met de mens. Dan denk ik toch dat de nabijheid van het paard een andere uitwerking heeft dan als je gewoon in de tuin gaat liggen. Met het paard heb je toch een andere energie. Respondent 6: X X -
Cliënten zitten op het paard Oefeningen met het paard laten doen Met paard/paarden in de wei werken Met de paarden in de bak werken Met het paard/paarden in een afgezette ring werken De cliënt houdt het paard met een touw vast
Heel soms werk ik los in de wei als het mooi weer is, maar meestal lopen we door het bos. Alleen als het heel slecht weer is werk ik in de bak. Maar daar zijn zoveel andere mensen, dat je die sfeer met zijn tweeën van vertrouwen lastiger kunt creëren. 8.1.1 Conclusie De coaches konden meerdere antwoorden aangeven en iedere coach gebruikt meer dan één manier. De manier waar het meest gebruik van wordt gemaakt is met het paard in de bak werken, deze wordt vijf keer aangegeven. Vervolgens is het meeste gebruik gemaakt om de cliënten op het paard te laten zitten, deze is vier keer aangegeven. Wat beide met drie keer wordt aangegeven is de coachee oefeningen met het paard laten doen en met het paard in de wei werken. Twee keer wordt aangegeven dat er soms met het paard in een afgezette ring wordt gewerkt. De laatste manier, de cliënt houdt het paard met een touw vast, wordt bij geen van de coaches gebruikt.
47
Opvallend is dus dat merendeel van de coaches gebruik maakt van de bak om in te werken. Binnen de bak zijn er natuurlijk verschillende manieren van werken mogelijk. In de bak kun je deelnemers op het paard laten zitten of oefeningen laten doen. Als we kijken naar de vraag op welke manier er met het paard wordt gewerkt is er een diversiteit in antwoorden te zien, maar er zijn twee antwoorden waarvan het meeste gebruik word gemaakt. Het meest gegeven antwoord is het werken in de bak. Dit is een manier waarover veel van de coaches beschikken. Het is daarnaast altijd droog werken, je hebt veel ruimte en het werken in de bak bied veel mogelijkheden. Daaropvolgend zie je dat deelnemers op het paard zitten, dit zorgt voor een direct contact met het paard en heeft een extra effect op de deelnemer. Het werken in de bak of de deelnemer er op laten zitten werkt het prettigst voor de coach.
48
5. Conclusie a.d.h.v. de interviews Per vraag is er al een conclusie gemaakt, maar om een geheel te krijgen nemen we de opgestelde hypothesen hierbij mee. Wanneer een coach verschillende werkwijzen toepast, merkt de coach dat het beter aansluit bij de deelnemer. Er zijn natuurlijk veel verschillende mensen en zowel iedere coach als deelnemer heeft zijn eigen voorkeur van werken. Doordat de deelnemer op zijn eigen manier werkt leer hij het misschien makkelijker, maar wanneer de deelnemer buiten zijn comfort zone wordt gebracht leert hij het ook op nieuwe of andere situaties toe te passen. Daarom is de afwisseling van werken met verschillende coaching methoden het effectiefst. En heeft het werken met verschillende werkwijzen zeker invloed op het behalen van het leerdoel van de deelnemer Eigenlijk is het bij iedere coach mogelijk om gebruik te maken van 2 of meer verschillende paarden gedurende een traject. De deelnemer krijgt de mogelijkheid om te werken met een meerdere paarden, want ieder paard is anders met zijn eigen karakter. Doordat de deelnemers mogen kiezen met welk paard ze gaan werken heeft dit invloed op de waardering van het paard als hulpmiddel. Als een deelnemer met een paard werkt waarmee ze meer aansluiting voelen zullen ze zich meer op hun gemak voelen. Als we kijken naar de vraag of hetzelfde resultaat bereikt kan worden zonder paard is het zo dat dat resultaat bereikt kan worden, mits je de tijd hebt. Want de verandering zit uiteindelijk in de deelnemer en die verandering kun je als coach ook bereiken. De coach moet dan wel meer doorvragen en heeft geen ondersteuning aan het paard. Het paard is een toegevoegde waarde. De deelnemer komt samen met de coach sneller tot de kern van het probleem en het werken met de paarden geeft al een hele andere sfeer. Wanneer ik vroeg of er een doel werd vastgesteld gaven de coaches aan, dat meestal de vraag van de deelnemer als doel werd gebruikt. Hierbij moet er rekening worden gehouden dat er niet altijd een concrete intake werd gehouden. Er wordt soms wel een intake gehouden, maar werd hier niet altijd het woord intake voor gebruikt. Daarnaast werden er bij groepen geen intake gehouden. Omdat er geen concrete intake is, zou het kunnen dat het doel van de deelnemer ook niet goed kan worden vastgesteld. Daarnaast kan het ook zijn dat tijdens het werken met de paarden er een ander (onderliggend) probleem naar voren komt. Dan gaat de coach daar verder op in en wordt het oorspronkelijk doel op de achtergrond gesteld. Als laatste zien we dat het heel belangrijk is dat de coach openheid en vertrouwen creëert bij de deelnemer. Wanneer die niet het geval is loop de sessie niet goed of vertelt de deelnemer niet zijn hele verhaal. Het vertrouwen komt op basis van het gevoel en niet aan de hand van een mentale beslissing. Iedere coach geeft eigenlijk aan dat er een vertrouwensband is, zonder die band zou de coachsessie niet lopen. De deelnemer zou dan niet zijn verhaal/probleem kwijt kunnen.
49
6. Enquête resultaten 6.1 Algemene gegevens Voordat ik de hypothesen ga beantwoorden kijken we naar een paar algemene gegevens die uit de enquête is gekomen. In totaal hebben 60 deelnemers mijn enquête ingevuld. Daarvan waren 25 mannen en 35 vrouwen, een mooie verdeling tussen de seksen. Hieronder staat een tabel hoeveel deelnemers in een bepaalde leeftijdscategorie vallen.
Frequentie Categorie
20-30
5
30-40
12
40-50
34
50-60
8
>60
1
Totaal
60
Een vraag die hierbij komt kijken is of de levensfase waarin mensen zitten ervoor zorgt dat ze vaker kiezen voor het coachen met paarden? Of sneller aan zichzelf durven te werken? Het was namelijk opvallend dat iets meer dan 50% van de deelnemers in de leeftijd van 40 tot 50 jaar zit. Daarnaast zijn de antwoorden van de enquêtes totaal anoniem ingevuld. Het zijn de ervaringen van de deelnemers, ze hebben zo hun trainingen bekeken en ervaren. Er zijn dan ook geen goede of foute antwoorden.
50
6.2 Hypothesen In deze paragraaf ga ik mijn hypothesen beantwoorden aan de hand van de gegevens van de enquêtes. 1.
Wanneer een coach verschillende werkwijzen heeft toegepast, was dat van invloed op het behalen van het leerdoel van de deelnemer?
Voor een overzicht kijken we naar figuur 1. Het eerste wat hieruit opvalt, is dat het merendeel van de deelnemers, namelijk 44, wel hun leerdoel hebben behaald. Tegen 16 deelnemer die niet hun leerdoel hebben behaald. Het is natuurlijk erg mooi dat het merendeel van de deelnemers hun leerdoel hebben behaald. Ja, ik heb mijn Nee, ik heb niet mijn Opvallend is dat de meeste leerdoel behaald leerdoel behaald. deelnemers gebruikt hebben Gebruik gemaakt 13 5 gemaakt van maar 1 werkwijze. Dit zou kunnen doordat er niet van 1 werkwijze 9 6 meerdere werkwijzen mogelijk Gebruik gemaakt van 2 werkwijzen waren of dat de coach niet over verschillende werkwijzen kennis heeft. De vraag was Gebruik gemaakt 9 2 wanneer de coach van 3 werkwijzen verschillende werkwijzen heeft Gebruik gemaakt 6 0 toegepast dit van invloed was van 4 werkwijzen op het behalen van het Gebruik gemaakt 3 2 leerdoel? van 5 werkwijzen Er zijn 22 deelnemers die hun Gebruik gemaakt 4 0 leerdoel hebben behaald en gebruik hebben gemaakt van 1 van 6 werkwijzen Gebruik gemaakt 0 1 of 2 werkwijzen, maar er zijn van 7 werkwijzen ook 22 deelnemers die van 3 of Totaal 44 16 meer werkwijzen gebruik hebben gemaakt. Er is dus een precieze verdeling tussen deze twee. Figuur 1: Aantal deelnemers over leerdoel en werkwijzen Als we kijken naar hoeveel deelnemers hun leerdoel niet hebben behaald, zien we 11 deelnemers die 1 of 2 werkwijzen hebben gebruikt. En 5 deelnemers die hun leerdoel niet hebben behaald met 3 of meer werkwijzen.
51
Grafiek 1: Eén of twee werkwijzen
Grafiek 2: Drie werkwijzen
Als we kijken naar de grafieken 1 en 2 zien we hoeveel deelnemers hun leerdoel wel of niet hebben behaald. Blauw (1) is hun leerdoel wel behaald en rood (2) is hun leerdoel niet behaald. Dus van de deelnemers die van 1 of 2 werkwijzen gebruik hebben gemaakt zegt 67% ‘Ja, ik heb mijn leerdoel behaald’ en 33% ‘Nee, ik heb niet mijn leerdoel behaald’. Bij deelnemers die 3 of meer werkwijzen hebben gebruikt zegt 81% ‘Ja, ik heb mijn leerdoel behaald’ en 19% ‘Nee, ik heb niet mijn leerdoel behaald’. Hieruit zou je kunnen concluderen dat als deelnemers van 3 of meer werkwijzen gebruik hebben gemaakt er meer deelnemers hun leerdoel hebben behaald dan de deelnemers die niet hun leerdoel hebben behaald. Maar de vraag was of er verschil zit in de groep van deelnemers die hun leerdoel wel hebben behaald. Zoals eerder beschreven zie je hier geen verschil, er is een precieze verdeling tussen 1/ 2 werkwijzen en 3 of meer werkwijzen. Dus het antwoord op de hypothese vraag is nee, wanneer een coach gebruik maakt van meerdere werkwijzen heeft dit geen invloed op het leerdoel.
52
2. Wanneer een deelnemer gebruik heeft gemaakt van 2 of meer paarden, geeft hij het paard dan als hulpmiddel een hoger cijfer? Voor deze vraag kijken we naar figuur 2. Wanneer een deelnemer gebruikt heeft gemaakt van maar 1 paard geeft hij het paard gemiddeld een 8,8 als hulpmiddel. Wanneer een deelnemer gebruikt heeft gemaakt van 2 of meer paarden dan geeft hij het paard gemiddeld een 8,4 als hulpmiddel. Bij gebruik van 2 of meer paarden is het gemiddelde iets lager, maar dit verschil is zo klein dat het verwaarloosbaar is. Over het algemeen geeft de deelnemer het paard een hoog gemiddelde, dat is in figuur 2 goed te zien. Daarnaast hebben de meeste deelnemers maar gebruik gemaakt van één paard. Gemiddeld
Aantal deelnemers
per sessie 1 paard per sessie 2 paarden per sessie 3 paarden per sessie meer dan 3 paarden
8,7586 8,5455 9,2500 7,6667
29 11 4 3
hoeveelheid verschilde per sessie
8,1538
13
Totaal
8,5667
60
Figuur 2: Gemiddeld cijfer voor paard bij verschillende hoeveelheid gebruik paarden per sessie
Als je kijkt naar hoeveel paarden een deelnemer gedurende het hele traject heeft gebruik dan geeft de deelnemer die het hele traject hetzelfde paard heeft gebruikt, het paard een 8,7 als hulpmiddel. Wanneer een deelnemer gebruik heeft gemaakt van meerdere paarden gedurende het traject, gaf hij het paard een 8,5 als hulpmiddel. Ook hierbij is het verschil zo klein dat het verwaarloosbaar is. Gemiddelde
Aantal deelnemers
hele traject zelfde paard hele traject 2 paarden hele traject 3 paarden hele traject meer dan 3 paarden
8,7222 8,3500 8,9000 8,4167
18 20 10 12
Totaal
8,5667
60
Figuur 3: Gemiddeld cijfer voor paard bij verschillende hoeveelheid gebruik paarden per traject
Als we kijken naar de vraag wanneer een deelnemer gebruik heeft gemaakt van meerdere paarden hij het paard een gemiddeld hoger cijfer geeft is hierop het antwoord nee. Wanneer een deelnemer gebruik maakt van meerdere paarden, geeft hij het paard als hulpmiddel geen hoger of lager cijfer geeft, dan wanneer hij gebruik maakt van één paard.
53
3. De deelnemers die aangeven het resultaat ook zonder paard te kunnen bereiken, waarderen die de trainer gemiddeld hoger dan de deelnemers die het resultaat zonder het paard niet konden bereiken? Bij deze vraag wil ik kijken of de trainer hoger beoordeeld wordt omdat de deelnemer van mening is dat hij hetzelfde resultaat zonder paard ook had bereikt. Heeft de trainer dan meer credit gekregen? En word hij beter gevonden? De deelnemers die aangeven niet het resultaat zonder paard te kunnen bereiken geeft de trainer gemiddeld een 8,6. De deelnemers die aangeven wel het zelfde resultaat zonder paard te kunnen bereiken gaven de trainer gemiddeld een 8,3. Het verschil in gemiddeld cijfer is ook hier erg klein. Het gegeven dat het zelfde resultaat dus ook zonder paard zou kunnen bereikt worden doet dus niks af aan het cijfer voor de trainer. Wil dit zeggen dat iemand die dus vindt dat hij niet hetzelfde resultaat zonder paard zou bereiken en dus de trainer een gemiddeld hoger cijfer geeft, ook een gemiddeld hoger cijfer geeft aan de training in het algemeen? Omdat hij van mening is dat met het paard beter resultaat geboekt is, ook de training over het algemeen hoger scoort? De deelnemer die hetzelfde resultaat zonder paard bereikt had gaf de algemene training gemiddeld een 7,8. De deelnemer die níet hetzelfde resultaat zonder paard bereikt had gaf de algemene training gemiddeld een 8,3. Hier kun je zien dat de deelnemer die denkt ook zonder het paard een goed resultaat te kunnen boeken een iets lager cijfer geeft, omdat hij de toegevoegde waarde van een paard niet zo ervaart. Het paard geeft dus niet een verschil in kwaliteit van de trainer maar in de kwaliteit en ervaring van de algemene training.
54
4. Hebben de deelnemers die hun leerdoel niet hebben bereikt, geen intake gehad? Opvallend is dat 50% geen intake gesprek heeft gehad. Hierbij rijst de vraag of de definitie van intake helder is. Misschien hebben ze wel een intake gehad, maar dit niet als zodanig ervaren? Zoals in de interviews van de coaches te lezen was, waren er soms ook geen intake. Niet in een zodanige vorm dat je echt met elkaar aan tafel gaat zitten. De trainers hadden wel basisinformatie maar gingen vaak aan de slag met het paard, waarbij gedurende de sessie/ het traject de problemen vanzelf naar voren kwamen. Als we naar figuur 4 kijken zien we 9 deelnemers die geen intake hebben gehad en ook hun leerdoel niet hebben behaald. Dat is 29% van het aantal deelnemers dat geen intake heeft gehad. Anderzijds zijn er ook deelnemers die ook niet hun leerdoel hebben bereikt maar wel een goede intake hebben gehad. Dit waren 7 deelnemers en dus 25% van de deelnemers die wel een goede intake hebben gehad. Misschien kan het komen dat deelnemers niet hun leerdoel hebben behaald omdat ze te weinig tijd hadden om hem te behalen? Hier ga ik op in bij de volgende vraag.
Intake Ja, goede uitleg vervolg Nee, geen intake Totaal Leerdoel behaald
Ja, leerdoel behaald
7
8
15
Ja, leerdoel behaalt, verder 15 mee in praktijk
14
29
Nee, niet behaald, ga verder 7 in praktijk
6
13
Nee, niet behaald, laat het hierbij
0
3
3
28
31
60
Totaal
Figuur 4: Aantal deelnemers die wel of geen intake hebben gehad bij het wel of niet behalen van hun leerdoel
Als we kijken naar onze vraag of deelnemers die hun leerdoel niet hebben bereikt geen intake hebben gehad, kunnen we zeggen dat er bijna evenveel deelnemers zijn die wel een goede intake hebben gehad en niet hun leerdoel bereikt hebben als deelnemers die geen intake hebben gehad en ook niet hun leerdoel bereikt hebben. Of de deelnemer dus wel of niet intake hebben gehad heeft geen invloed op het behalen van hun leerdoel.
55
5. Als de coach niet tot de kern van het ontwikkeldoel is gekomen omdat ze te weinig tijd hadden, heeft de deelnemer dan geen intake gehad? Kijkend naar figuur 5 zien we 11 deelnemers waarbij de coach niet tot de kern van het ontwikkeldoel is gekomen doordat ze te weinig tijd hadden hebben 9 deelnemers geen intake gehad, dat is 82%. Hierbij lijkt het dus een grote samenhang. Wanneer de deelnemer met de coach niet tot de kern is gekomen door te weinig tijd, heeft hij geen intake gehad. Daarbij moet je bedenken dat die deelnemers vaak een eenmalige sessie of kort traject hebben gevolgd, bijvoorbeeld een bedrijfstraining van een dag(deel). Hierbij is het niet altijd mogelijk een intake te houden dan wel tot de kern van een ontwikkeldoel te komen. Hierbij rijst dan ook de vraag wanneer een deelnemer niet tot zijn leerdoel is gekomen door te weinig tijd, heeft hij dan daadwerkelijk een kort traject heeft gevolgd? Daartegenover zie je dat bij 21 deelnemers de coach ondanks geen intake toch tot de kern van een leerdoel is gekomen. Andersom kun je dus niet vaststellen; als een deelnemer geen intake heeft gehad dan komen hij en de coach niet tot de kern van zijn doel. Intake
Kerndoel
Totaal
Ja, goede uitleg vervolg
Nee, geen intake Totaal
Ja, tot kern gekomen
21
17
39
Ja, gedeeltelijk tot de kern, niet meer ruimte om te vertellen
5
4
9
Nee, niet tot de kern, te weinig tijd
2
9
11
Nee, niet tot de kern
0
1
1
28
31
60
Figuur 5: Aantal deelnemers die met of zonder intake, wel of niet tot de kern van hun leerdoel zijn gekomen.
56
Omdat de vraag naar voren kwam wanneer een deelnemer niet tot zijn leerdoel is gekomen dit door een kort traject kwam, ga ik hier naar kijken. Uit de interviews bleek wel dat wanneer deelnemers een korter traject volgen het lastiger is om tot de kern van een ontwikkeldoel te komen. Hierbij ga ik uit dat een kort traject is wanneer een deelnemer 1 of 2 dagdelen een open training heeft gevolgd, 1 of 2 dagdelen een bedrijfstraining heeft gevolgd of 1 individuele sessie heeft gehad. In figuur 6 zie je dat bij 11 deelnemers de coach niet tot de kern van hun leerdoel is gekomen door te weinig tijd tegenover 31 deelnemers waarbij de coach ondanks een kort traject toch (gedeeltelijk) tot de kern van hun leerdoel is gekomen. Ontwikkeldoel Ja, tot kern gekomen Traject
Totaal
1 dagdeel open training 2 dagdelen open training 1 dagdeel bedrijfstraining 2 dagdelen bedrijfstraining Eenmalige individuele sessie
Nee, niet tot de kern, te weinig tijd 5
Nee, niet tot de kern
8
Ja, gedeeltelijk, niet meer ruimte om te vertellen 2
1
Totaal 16
8
6
3
0
17
1
1
1
0
3
2
0
1
0
3
3
0
1
0
4
22
9
11
1
43
Figuur 6: Aantal deelnemers die wel of niet tot de kern van hun leerdoel zijn gekomen met een kort traject.
Als we puur naar onze vraag kijken of de coach niet tot de kern van het ontwikkeldoel is gekomen omdat ze te weinig tijd hadden, dit komt doordat de deelnemer geen intake heeft gehad, is het antwoord ja. Want 9 van de 11 deelnemers die niet tot de kern van het ontwikkeldoel zijn gekomen door te weinig tijd, heeft geen intake gehad. Als we kijken naar wanneer een deelnemer te weinig tijd heeft gehad, en dan daarmee bedoelend een kort traject heeft gevolgd, zien we dat het korte traject geen invloed heeft op tot het tot de kern komen van het ontwikkeldoel.
57
6. Geven de deelnemers, wanneer ze de handvaten niet goed in de praktijk toe kunnen passen of helemaal niet mee krijgen, een lager cijfer voor de training in het algemeen? Je zou verwachten dat wanneer een deelnemer geen of niet goede handvaten meekrijgt de training over het algemeen minder beoordeeld, omdat de handvaten ervoor zorgen dat je er zelf mee verder kan werken na afloop van het traject. Als je kijkt naar figuur 7 zie je dat het gemiddelde cijfer lager is voor deelnemers die ervaren dat ze de handvaten niet goed in de praktijk toe kunnen passen of helemaal niet mee krijgen. Belangrijk voor de coach is dus dat hij de onderwerpen die langskomen in het traject goed vertaald naar handvaten voor de praktijk om mee te nemen voor de deelnemer. Zo ervaart de deelnemer het als een betere training en kan hij er na het traject verder mee.
Ja, ik heb handvaten mee gekregen die ik goed in de praktijk kan toepassen Ja, ik heb handvaten mee gekregen maar ik kan ze niet (goed) in de praktijk toepassen Nee, ik heb geen handvaten mee gekregen
Gemiddeld cijfer
Aantal deelnemers
8,5217
46
7,3333
9
6,6000
5
Totaal
60
Figuur 7: Gemiddelde cijfer van deelnemers die geen (goede) handvaten hebben meegekregen
58
7. Als de deelnemer een kort traject heeft gevolgd, blijft hij dan meer aan de oppervlakte met zijn onderwerpen dan een deelnemer die een lang(er) traject heeft gevolgd? Zoals in vraag 5 al naar voren kwam, definieer ik een kort traject wanneer een deelnemer 1 of 2 dagdelen een open training heeft gevolgd, 1 of 2 dagdelen een bedrijfstraining heeft gevolgd of 1 individuele sessie heeft gehad. Iemand heeft een lang traject gevolgd wanneer hij 3 dagdelen een open training gevolgd heeft, 3 dagdelen een bedrijfstraining gevolgd heeft of meerdere individuele sessies gevold heeft (van 2 tot 15 sessies).We kijken naar figuur 8 voor gegevens voor deze vraag. Bij de gegevens moet je rekening houden dat de deelnemers meerdere antwoorden konden geven over welke traject ze hebben gevolgd.Er zijn 5 deelnemers die een kort traject hebben gevolgd en vonden dat ze aan de oppervlakte bleven. Daartegenover staan 9 deelnemers die een lang traject hebben gevolgd en ook vonden dat ze aan de oppervlakte bleven. Er zijn ten eerste dus maar weinig deelnemers die ervaren dat ze aan de oppervlakte zijn gebleven. Daarnaast is het verschil in het volgen van een lang of kort traject en vinden dat je aan de oppervlakte bleef relatiefklein.
Traject Kort Diepte
ja, genoeg de diepte in
Lang
Totaal
32
19
51
ja, genoeg diepte, maar niet tot leerpunten gekomen
9
0
9
nee, onderwerpen aan oppervlakte
5
9
14
46
28
74
Totaal
Figuur 8: Aantal deelnemers die wel of niet genoeg diepte hebben ervaren aan de hand van duur traject
Als we kijken naar onze vraag dat wanneer een deelnemer een kort traject heeft gevolgd hij meer aan de oppervlakte blijft met zijn onderwerpen is het antwoord nee. Er zijn meer deelnemers die vonden dat ze aan de oppervlakte bleven en een lang traject volgden. Het verschil is hierbij zo klein dat de duur van het traject geen invloed heeft op het aan de oppervlakte blijven van de onderwerpen. Opvallend is juist dat van de groep deelnemers die vonden dat ze genoeg de diepte in waren gegaan de meerderheid een kort traject hebben gevolgd. Misschien omdat door de korte tijd de coach sneller de diepte induikt?
59
8. Wanneer de deelnemer wel openheid en vertrouwen ervaart, zorgt dit dan ook voor diepgang in de coachgesprekken? Zoals te zien is in figuur 9 heeft iedere deelnemer, op één na, zowel openheid als vertrouwen ervaren vanuit de coach. Daarvan zijn 53 deelnemers ook genoeg de diepte ingegaan met de onderwerpen. Hier uit kun je concluderen dat wanneer een deelnemer openheid en vertrouwen ervaart, ook makkelijker de diepte ingaat mijn zijn onderwerpen. Een misschien iets voor de hand liggend gevolg, want zou jij ook je verhaal vertellen als je geen gevoel van vertrouwen en openheid ervaart? De meeste mensen zullen hierop nee antwoorden. Uit de gegevens van de deelnemers is hetzelfde gebleken. Het is daarom erg belangrijk dat de coach een zodanige sfeer creëert dat de deelnemer zijn verhaal durft te vertellen om zo samen de diepte in te gaan.
Vertrouwensband
Diepte
Ja, ik heb openheid en vertrouwen ervaren
Totaal
Ja, genoeg de diepte in
47
47
Ja, genoeg diepte, maar niet tot leerpunten gekomen
6
6
Nee, onderwerpen aan oppervlakte
6
6
59
59
Totaal
Figuur 9: Aantal deelnemer die vertrouwen en openheid ervaren heeft en wel of niet de diepte is ingegaan.
Dus wanneer een deelnemer openheid en vertrouwen ervaart zorgt dit voor diepgang in de coachgesprekken. De coaches gaven in de interviews ook al aan dat wanneer een deelnemer zich niet op zijn gemak voelt hij niet zijn hele verhaal doet.
60
7. Eindconclusie In dit onderzoek gingen we op zoek naar het antwoord op de volgende vraag: ‘Wat is de invloed van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie, waarbij het paard word ingezet als spiegel?’ Kijkend naar de interviews zien we hierop twee antwoorden. Enerzijds kun je ook veel zonder paarden doen en onderschatten mensen de kracht van zichzelf. De mens kan ook veel zelf leren door zelfreflectie, want de uiteindelijke verandering zit in jezelf. Je moet wel heel goed letten op wat jij doet en wat voor effect dit heeft op het paard. Je hebt dus ook kennis nodig van het paard. Als je hier niet goed op let of je fouten niet verbeterd kan het langer duren dan wanneer een coach je op je verbeterpunten wijst. Het werken met paarden is iets heel krachtigs en het andere antwoord op deze vraag luidt dan ook dat de coach veel invloed heeft. Doorgaans beschikt een deelnemer niet over de kennis die een goede coach heeft. Hij heeft kennis over paarden, coachen, moet een goede intake houden, geeft handvaten voor in de praktijk mee en zorgt voor een sfeer van openheid en vertrouwen. Daarnaast ben je soms als deelnemer zo bezig met jezelf dat je niet altijd de signalen van het paard ziet. De coach ziet die dingen wel en kan eventuele vragen beantwoorden. Hij maakt de dingen bewust door ernaar te vragen en hetgeen wat gezien is terug te koppelen. De coach dient als het ware als een soort tolk. Want hoe moet je het in de praktijk doen? De coach geeft hiervoor handvaten. En om dat te kunnen doen heeft de coach kennis van het paard, goede coachtechnieken en methodieken nodig om de deelnemer goed te kunnen begeleiden. Als we kijken naar de resultaten van de enquête zien we dat wanneer de coachnu gebruik maakt van 1/2 werkwijzen of 3 en meerdere werkwijzen dit geen invloed heeft op het behalen van het leerdoel. We zien wel dat de coaches vinden dat het prettiger is om meerdere werkwijzen te gebruiken om aan te sluiten bij de deelnemer. Als we kijken naar onze vraag of deelnemers die hun leerdoel niet hebben bereikt geen intake hebben gehad, zien we dat de intake geen invloed heeft op het bereiken van hun leerdoel. Of de deelnemers nu dus wel of niet een intake hebben gehad, het heeft geen invloed op het behalen van hun leerdoel. Het houden van een intake heeft daarentegen wel invloed op het tot de kern komen van het ontwikkeldoel. Wanneer de coach niet tot de kern van het ontwikkeldoel is gekomen, komt dit waarschijnlijk omdat ze door geen of een minimale intake te weinig informatie hadden om tot de kern van het ontwikkeldoel te komen. De deelnemer geeft de training een lager cijfer wanneer ervaren dat ze de handvaten niet goed in de praktijk toe kunnen passen of helemaal niet mee krijgen. Belangrijk voor de coach is dus dat hij de onderwerpen die langskomen in het traject goed vertaald naar handvaten voor de praktijk om mee te nemen voor de deelnemer. Zo ervaart de deelnemer het als een betere training en kan hij er na het traject verder mee. De duur van het traject geen invloed heeft op het aan de oppervlakte blijven van de onderwerpen. Opvallend is juist dat van de groep deelnemers die vonden dat ze genoeg de diepte in waren gegaan de meerderheid een kort traject hebben gevolgd. Misschien omdat door de korte tijd de coach sneller de diepte induikt? Wanneer een deelnemer openheid en vertrouwen ervaart zorgt dit voor diepgang in de coachgesprekken. De coaches gaven in de interviews ook al aan dat wanneer een deelnemer zich niet 61
op zijn gemak voelt hij niet zijn hele verhaal doet. Wanneer een deelnemer vindt dat hij ook dit resultaat zonder paard had kunnen bereiken geeft hij niet de coach een hoger cijfer, maar de algemene training een lager cijfer. De kracht zit dus toch in het samenwerken met het paard. Wanneer beide positief worden ervaren, dan wordt de training hoger beoordeeld. Daarnaast maakt het geen verschil of de deelnemer met 1 of meerdere paarden werkt, de beoordeling van het paard blijft hetzelfde. Het paard geeft dus niet een verschil in kwaliteit van de trainer maar in de kwaliteit en ervaring van de algemene training. Wanneer we naar beide resultaten kijken zien we dus dat de coach dusdanig invloed heeft op het eindresultaat van de coachsessie. De coach moet ervoor zorgen dat hij een sfeer van openheid en vertrouwen creëert om de deelnemer zijn verhaal te kunnen laten doen. Daarnaast is het belangrijk dat de coach de deelnemer handvaten meegeeft die hij kan toepassen, zo ervaart de deelnemer de training als waardevoller. Ook moet de coach een intake houden om achter genoeg informatie te komen om zo tot de kern van het leerdoel te komen. De coach zorgt ervoor dat er vragen kunnen worden beantwoord en er duidelijk wordt teruggekoppeld. Een coach zorgt voor deze setting, houdt een goede intake, stelt samen het leerdoel vast, geeft handvaten mee voor in de praktijk en reflecteert. Om dit te kunnen doen is kennis nodig. Kennis over het paard, van goede coachtechnieken en methodieken waarover de coach moet beschikken. Doorgaans beschikt de deelnemer hier niet over en daarom is het lastig om een traject te kunnen afronden zonder coach. Deze kennis van de coach draagt bij aan een betere ervaring van de training en een uiteindelijk beter eindresultaat. De samenwerking tussen het paard en de coach zorgt voor een geheel, de één kan niet zonder de ander. Dus de coach heeft zeker een toegevoegde waarde, want door de samenwerking, komt de coach tot een goed eindresultaat.
62
Literatuurlijst Grant, A. (2009). Coach or couch? Harvard Business Review , 97. Verhoeven, W. (2003). Coaching en commitment. Vlaams tijdschrift voor Orthopedagogiek. , 4-12. http://www.tvc.nl/syv_files/file/downloads/20042%20wat%20is%20coaching.pdf Kiley-Worthington, M. (2009). De natuur van het paard. Amersfoort: Bloemendal uitgevers. Morris’, D. (1998). Houten: Van Holkema &Warendorf/Unieboek b.v. Kohanov, L. (2006). Ruiter tussen twee werelden; het paard als leraar en genezer.
63
Bijlagen Bijlage 1: Begeleidend schrijven enquête online Geachte meneer/mevrouw, Ik ben vierdejaars student van de opleiding Toegepaste Psychologie van hogeschool Saxion te Deventer, bezig met de hoofdstroom arbeid&organisatiepsychologie. Ik heb uw emailadres gekregen via de paardencoach waar u trainingen volgt of heeft gevolgd. Ik voer een onderzoek uitnaar het effect van de paardencoach op het eindresultaat van de coachsessie voor de deelnemer.Uw resultaat dus. Het gaat specifiek om de coachsessies waarbij het paard ingezet wordt als spiegel. Binnen de wereld van paardencoaches is er altijd veel aandacht voor het effect van het paard in de trainingen. Maar staat de coach er dan voor niks bij? En is de training net zo effectief met als zonder coach? Dat hopen wij uit te vinden met behulp van uw antwoorden. Daarom zou ik u willen vragen of u wilt deelnemen aan dit onderzoek. U zou mij hier enorm mee helpen. Het enige dat u hoeft te doen is de volgende link aan te klikken. Daarmee start u uw vragenlijst. http://www.enquetemaken.be/toonenquete.php?id=83777 U kunt tussentijds stoppen, hoewel de voorkeur geniet de vragenlijst in één keer in te vullen. Wanneer u klikt op ‘Opslaan en later afwerken’ wordt er om een wachtwoord gevraagd. Vul een zelfgekozen wachtwoord in. Vervolgens wordt aangegeven dat uw antwoorden zijn opgeslagen. Zo hoeft u een volgende keer niet opnieuw te beginnen. Wanneer u de lijst wil afmaken, klikt u nogmaals op de link en wordt er om u zelfgekozen wachtwoord gevraagd. Alvast bedankt voor uw medewerking! Met vriendelijke groet, Berdien Everts
64
Bijlage 2: Enquête deelnemers Op de volgende pagina’s staan een aantal vragen. Het invullen van de vragenlijst zal maximaal 5/10 minuten duren. Vul deze vragen naar eigen inzicht in, de gegevens blijven vertrouwelijk en uw antwoorden zijn anoniem. Met het invullen van deze vragenlijst helpt u mij enorm bij mijn onderzoek, daarom alvast bedankt! Geslacht: man/vrouw Leeftijd: 20-30 30-40 40-50 50-60 >60 Naam coach ……………………………………………………………………… Naam bedrijf waar de coach werkt……………………………………….. Is uw leerdoel vooraf gaan aan het coachtraject vastgesteld? a) Ja, er is voorafgaand aan het coachtraject mijn leerdoel vastgesteld. b) Ja, er is voorafgaand aan het coachtraject een leerdoel vastgesteld, maar dit was niet mijn leerdoel. c) Nee, er is voorafgaand aan het coachtraject geen leerdoel vastgesteld Hebt u een intake gesprek gehad? a) Ja, ik heb een intake gesprek gehad, waarin goed is uitgelegd wat het vervolg van het trajectis b) Ja, ik heb een intake gesprek gehad, maar wat mij na het gesprek te wachten stond was mij niet duidelijk. b) Nee, ik heb geen intake gesprek gehad Op welke manier werd u gecoacht? a) Coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen u met het paard oefeningen uitvoert en het paard u spiegelt. b) Systemisch coachen Hierbij staat het paard representatief voor iets of iemand c) Coachen vanuit grondwerk Een deel of de gehele bak wordt gebruikt. Door middel van lichaamstaal doet u oefeningen met het paard. d) Anders, namelijk….. Voelde u zich op uw gemak tijdens de trainingen/sessies? a) Ja, de coach heeft mij op mijn gemak gesteld b) Nee, de coach heeft mij niet op mijn gemak gesteld, maar gedurende het traject voelde ik mij meer op mijn gemak door de relatie die we hebben opgebouwd. c) Nee, de coach heeft mij niet op mijn gemakt gesteld, waardoor ik niet mijzelf kon zijn. 65
Durfde u tijdens de trainingen/ sessie uzelf te zijn? a) Ja, mijn coach heeft ervoor gezorgd dat ik mijzelf durfde te zijn. b) Ja, mijn coach heeft tot zeker hoogte ervoor gezorgd dat ik mijzelf durfde te zijn. Dit was niet altijd het geval. c) Nee, de trainer heeft er niet voor gezorgd dat ik mijzelf durfde te zijn. Hebt u handvaten meegekregen om in de praktijk mee aan de slag te gaan? a) Ja, ik heb handvaten meegekregen die ik goed in de praktijk kan toepassen b) Ja, ik heb handvaten meegekregen maar ik kan ze niet (goed) toepassen in de praktijk c) Nee, ik heb geen handvaten meegekregen. Heeft de coach uitgelegd wat er bij het paard gebeurde en vertaald naar concrete onderwerpen voor in de praktijk? a) Ja, wat er bij het paard gebeurde werd duidelijk uitgelegd naar concrete antwoorden voor mij om in de praktijk toe te passen b) Ja, wat er bij het paard gebeurde werd duidelijk uitgelegd maar ik kan er (bijna) niks mee in de praktijk c) Nee, wat er bij het paard gebeurde werd niet uitgelegd, ik weet hierdoor niet wat ik met de sessie/training moet Is de coach tot de kern van uw ontwikkeldoel gekomen tijdens de training/ coachsessie? a) Ja, de coach is tot de kern van mijn ontwikkeldoel gekomen tijdens de training/coachsessie. b) Ja, de coach is gedeeltelijk tot de kern van mijn ontwikkeldoel gekomen, ik had niet de ruimte om meer te vertellen c) Nee, de coach is tot de kern van mijn ontwikkeldoel gekomen, maar dit komt omdat we te weinig tijd hadden. d) Nee, de coach is niet tot de kern van mijn ontwikkeldoel gekomen. Heeft uw coach rekening gehouden met uw gevoelens tijdens het coachproces? a) Ja, mijn coach heeft rekening gehouden met mijn gevoelens, en dat was erg prettig. b) Nee, mijn coach heeft niet altijd rekening gehouden met mijn gevoelens, maar dit was het moment dat ik een extra zetje nodig had en dus was het goed dat de coach dit even deed. c) Nee, mijn coach heeft geen rekening gehouden met mijn gevoelens. Heeft uw coach aangegeven dat wat er gezegd word binnen de training tussen jullie blijft? a) Ja, mijn coach heeft aangegeven dat het tussen ons blijft, en dit is ook zo. b) Ja, mijn coach heeft aangegeven dat het tussen ons blijft, maar dit is helaas niet zo gebleken. c) Nee, mijn coach heeft dit niet aangegeven Bent u tijdens de sessies genoeg de diepte ingegaan of bleven de onderwerpen aan de oppervlakte? a) Ja, ik ben genoeg de diepte ingegaan en ben zo bij leerpunten gekomen b) Ja, ik ben genoeg de diepte ingegaan maar ben zo niet tot mijn leerpunten gekomen c) Nee, de onderwerpen bleven aan de oppervlakte Hebt u een gevoel van openheid ervaren in de training? 66
a) Ja, ik heb een gevoel van openheid ervaren, daardoor durfde ik mijn verhaal te vertellen b) Nee, ik heb geen gevoel van openheid ervaren maar toch durfde ik meer te vertellen dan ik dacht c) Nee, ik heb geen gevoel van openheid ervaren, daardoor kon/durfde ik niet mijn hele verhaal te vertellen Was/is er een vertrouwensband tussen u en de coach? a) Ja, ik heb vertrouwen in mijn coach en hij/zij in mij b) Ja, ik heb vertrouwen in mijn coach, maar hij/zij niet in mij c) Nee, ik heb geen vertrouwen in mijn coach, maar hij/zij wel in mij d) Nee, ik heb geen vertrouwen in mijn coach en hij/zij ook niet in mij Soort traject Wat voor traject heeft u gevolgd? Een dagdeel bestaat uit 3 uur a) Één dagdeel een open training (waar iedereen zich voor in kon schrijven) b) Twee dagdelen een open training (waar iedereen zich voor in kon schrijven) c) Drie dagdelen een open training (waar iedereen zich voor in kon schrijven) d) Één dagdeel een bedrijfstraining (met collega’s ) e) Twee dagdelen een bedrijfstraining (met collega’s ) f) Drie dagdelen een bedrijfstraining (met collega’s) e) Eenmalige individuele sessie f) Meerdere individuele sessies (0-5 sessies) g) Meerdere individuele sessies (5-10 sessies) h) Meerdere individuele sessies (10-15 sessies) Op welk onderwerp bent u getraind? (bijv. leidinggeven) …………………………….. Is er na de training/sessie geëvalueerd of u uw leerdoel heeft behaald? a) Ja, na de training/sessie is er geëvalueerd b) Ja, na de training/sessie is er geëvalueerd, maar niet over of ik mijn leerdoel heb behaald c) Nee, er is niet geëvalueerd Hebt u uw leerdoel behaald? a) Ja, ik heb mijn leerdoel behaald b) Ja, ik heb mijn leerdoel behaald en wil er zeker verder mee in de praktijk c) Nee, ik heb niet mijn leerdoel behaald, maar ga er verder mee in de praktijk d) Nee, ik heb niet mijn leerdoel behaald, en laat het hierbij Met hoeveel paarden heeft u per sessie/ training gewerkt? a) Ik gebruikte per sessie/training 1 paard b) Ik gebruikte per sessie/training 2 paarden c) Ik gebruikte per sessie/training 3 paarden d) Ik gebruikte per sessie/training meer dan 3 paarden e) De hoeveelheid paarden verschilde per sessie
67
Hebt u gebruik gemaakt van verschillende paarden? a) Gedurende het hele traject heb ik gebruikt gemaakt van hetzelfde paard b) Gedurende het hele traject heb ik gebruik gemaakt van 2 verschillende paarden c) Gedurende het hele traject heb ik gebruik gemaakt van 3 verschillende paarden d) Gedurende het hele traject heb ik gebruik gemaakt van meer dan 3 verschillende paarden Had het resultaat wat u nu bereikt heeft ook zonder paard bereikt kunnen worden? a) Ja, ik had hetzelfde resultaat bereikt zonder hulp van het paard b) Ja, ik had hetzelfde resultaat bereikt zonder hulp van het paard, alleen veel minder snel b) Nee, ik had niet hetzelfde resultaat bereikt zonder hulp van het paard Methodiek Op welke manier heeft u met het paard gewerkt? (meerdere antwoorden mogelijk) - Ik heb op het paard gezeten - Ik heb naast het paard gewerkt - Ik heb grondoefeningen met het paard gedaan - Ik heb met het paard/ de paarden in de wei gewerkt - Ik heb met het paard in de bak gewerkt - Ik heb met het paard in een afgezette ring gewerkt. - Ik heb het paard met een touw vastgehouden Wat voor cijfer geeft u de training in het algemeen? 1 2 3 4 5 6 7
8
Wat voor cijfer geeft u de coach/trainer? 1 2 3 4 5 6 7 8 Wat voor cijfer geeft u het paard als hulp in de training? 1 2 3 4 5 6 7 8
9
10
9
10
9
10
Wilt u op de hoogte worden gehouden van de resultaten? Vul dan hier uw email adres in: ……………………………. Nogmaals hartelijk dank voor u deelname! Heeft u nog vragen en/of opmerkingen? Stuurt u gerust een mail naar:
[email protected]
68
Bijlage 3: Vragenlijst interview coaches Algemeen Geslacht: man/vrouw Leeftijd: 1. Bij welk bedrijf werkt de coach? Ervaring 2. Hoe lang coacht u al? (dit is periode met als zonder paard) 3. Hoe lang bent u al paardencoach? Opleiding 4. Welke opleiding(en) heeft u gevolgd? 5. Waar hebt u die opleiding gevolgd? 6. Wat is de insteek van mensen om bij u te komen? Werkwijze 7. Houdt u intakegesprekken? Zo ja, wat houden deze dan in (voor doel, prijs, kennismaking)? Zo nee, waarom niet? 8. Stelt u in het intakegesprek het doel vast samen met de klant? 9. Op welke manier coacht u? a)coachen in de ring Hierbij is er in de bak een ring uitgezet waarbinnen de deelnemer met het paard werkt b)coachen vanuit het systemisch werken hierbij word gewerkt vanuit het idee dat ieder mens wordt beïnvloed door het systeem waarvan het deel uitmaakt, te beginnen met het gezin van herkomst c)coachen vanuit grondwerk hierbij word gebruikt gemaakt van de hele bak. Doormiddel van lichaamstaal moet de deelnemer oefeningen doen met het paard d)anders, namelijk… Communiceren 10. Geeft u aan de deelnemer handvaten mee om in de praktijk toe te passen? En hoe doet u dat? 11. Legt u uit wat bij het paard gebeurd en vertaalt u dat naar concrete onderwerpen in de praktijk? 12. Houdt u rekening met de gevoelens van uw deelnemers tijdens het coachproces? En hoe doet u dat? 13. Is het probleem duidelijk genoeg naar voren gekomen tijdens de training/coachsessie? Hoe houdt u dit in de gaten of meet u dit? Wat als het niet naar voren komt? Veiligheid creëren 14. Geeft u aan wat er gezegd wordt tussen u en de deelnemer blijft? 15. Is er altijd een vertrouwensband tussen u en deelnemer? Soort traject 16. Wat voor trajecten geeft u? (open trainingen, bedrijfstrainingen) 17. Welke onderwerpen traint u? 18. Evalueert u na een training of het vastgestelde doel behaald is? Invloed paard 19. Met hoeveel paarden werkt u per training? 20. Met hoeveel verschillende paarden werkt u in een traject? 69
21. Het resultaat wat u nu bereikt heeft met u deelnemers, zou u dat ook zonder paarden kunnen bereiken? 22. Andersom, als u niets of bijna niets zou zeggen en het paard alleen werkt. Zou het dan werken? Methodiek 23. Op welke manier werkt u met paarden (meerdere antwoorden mogelijk) -
Cliënten zitten op het paard Oefeningen met het paard laten doen Met paard/paarden in de wei werken Met de paarden in de bak werken Met het paard/paarden in een afgezette ring werken De cliënt houdt het paard met een touw vast
70