2007. május 24.
I. Olvasott szöveg értése
ÉRETTSÉGI VIZSGA
HOLLAND NYELV
●
Azonosító jel:
Holland nyelv
EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00
Időtartam: 70 perc
Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati
OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM
emelt szint — írásbeli vizsga 0612 I. Olvasott szöveg értése
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba.
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
2 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
3 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 1 Hieronder volgt een gesprek met Joos Jobse, bedrijfsleider bij de Bodyshop. De vragen van de interviewer staan niet in de tekst maar op de volgende bladzijde. Maak de tekst compleet door de plaats van vragen A tot en met J te bepalen. Schrijf de letters van de vragen onder de corresponderende nummers. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Interviewer:
(0) ___
Joost Jobse:
Wij verkopen cosmetica, dat wil zeggen shampoos, zeep, tandpasta, crèmes enz, die niet op dieren getest zijn. Ze zijn van zuivere producten gemaakt en ze zijn niet slecht voor het milieu.
Interviewer:
(1) ___
Joost Jobse:
Een flesje shampoo gemaakt van traditionele Marokkaanse modder uit het Atlasgebergte of een crème van tropische vruchten bijvoorbeeld.
Interviewer:
(2) ___
Joost Jobse:
Ja, als het even kan, dan doen we dat.
Interviewer:
(3) ___
Joost Jobse:
Wij nemen alle flesjes terug om weer te gebruiken.
Interviewer:
(4) ___
Joost Jobse:
We bestaan uit meer dan vierhonderd winkels over de hele wereld, waarvan zestien in Nederland. En dit jaar komen er nog tussen de vijf en tien winkels bij. We hebben bewezen dat er zelfs in deze zo traditionele tak van het bedrijfsleven mogelijkheden zijn om op een andere manier zaken te doen.
Interviewer:
(5) ___
Joost Jobse:
Het kan ook anders in deze industrie, die gewoonlijk met miljoenen guldens producten op de markt brengt en de ene behoefte na de andere schept. De glans van de schoonheid komt uit het innerlijk. Die kun je niet in een potje kopen. Dat is de gedachte die bij ons leeft.
Interviewer:
(6) ___
Joost Jobse:
Natuurlijk. Daarin onderscheiden we ons niet van de andere ondernemingen. Maar daarnaast voelen we ons ook sociaal verantwoordelijk. Dat blijkt bij Bodyshops in de manier van werken, interesse voor de Derde Wereld en zorg voor goede producten.
Interviewer:
(7) ___
Joost Jobse:
Wij willen naar een ’economie van het genoeg’. Op den duur kan het niet ons doel zijn de wereld te laten verzuipen in shampoo. Daarvoor is het nodig de consument te veranderen. Dat duurt lang, maar dat is niet zo erg.
Interviewer:
(8) ___
Joost Jobse:
De juiste mensen kiezen, communiceren, praten, daar ben ik de helft van de tijd mee bezig. De boodschap moet van binnenuit gedragen worden. Je kan niet alleen van negen tot vijf medewerker van de Bodyshop zijn. Dat is iedereen 24 uur per dag.
Interviewer:
(9) ___
Joost Jobse:
Jazeker, dat is geen probleem.
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
4 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
A
Dat klinkt heel fraai maar jullie moeten toch ook winst maken?
B
U haalt de producten ook uit de Derde Wereld?
C
Geeft u eens een voorbeeld?
D
En wat is dan uiteindelijk de bedoeling?
E
Hoe groot is uw bedrijf?
F
Wat is de Bodyshop voor een bedrijf?
G
En wat doet u met de verpakkingen?
H
En dat lukt u ook?
I
Wat betekent dat precies?
J
Wat is nu uw taak?
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Max.
Elért
9 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
5 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 2 Hieronder volgt een tekst over assertiviteit waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Lees de tekst en geef aan welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Assertiviteit Anja durfde niks. Tenminste dat dacht ze wel eens. Als ze in een winkel haar beurt stond af te wachten, zag ze vaak hoe anderen vóór hun beurt bestelden. Ze durfde er nooit iets van te zeggen. Haar man was anders. Als die in het restaurant het eten niet lekker vond, zei hij dat ook tegen de baas. Zij vond dat wel het ergste wat er bestond. Hij had ook wel eens gezegd, dat ze wat flinker moest worden. Laast zei hij nog dat ze wat assertiever moest zijn. Assertief? Ze had het woord al vaker gehoord, maar de betekenis ervan kende ze niet. Vrouwen hadden ermee te maken of zoiets. Ze was hem niet begrijpend blijven aankijken. Had natuurlijk niet durven vragen wat hij daar nu weer mee bedoelde. Had ze het opgezocht, dan had ze gevonden, dat zelfs de wetenschap het er niet over eens is, wat assertiviteit nu precies is. Men geeft er al sinds de jaren zestig allerlei inhouden aan. Wolpe en Lazarus beschreven in 1966 assertief gedrag als elk sociaal aanvaardbaar gebruik van rechten of elke sociaal aanvaardbare uitdrukking van gevoelens. Alberti en Emmons omschreven het als gedrag dat iemand in staat stelt in zijn eigen belang te handelen zonder onnodige angst. Alles bij elkaar genomen is assertiviteit datgene wat waarschijnlijk ontbreekt als mensen niet goed uit de verf komen. Of dat nu hun behoeften, gevoelens of kritiek betreft. Veel mensen ervaren dagelijks dat zij niet assertief reageren. Dat geldt voor de man die zoveel moeite heeft met het ontvangen of geven van kritiek. Dat geldt voor de vrouw die niet weet om te gaan met vriendelijke opmerkingen. Noch de een, noch de ander is assertief. Veel mensen blijken niet in staat te zijn om te zeggen wat ze van elkaar willen. Dat leidt op den duur tot ongelukkige relaties tussen hen. Zegt Wim: ’Wat heb je een mooie jurk aan,’ dan zegt Griet: ’O, dat oude ding,’ waarmee ze haar jurk, zichzelf en Wims vriendelijke opmerking onrecht doet. Een beetje meer assertiviteit kan de relaties tussen mensen alleen maar verbeteren.
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
6 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
Waar 0 Anja durft niets te zeggen als iemand in de winkel zijn beurt niet kan afwachten.
Onwaar
X
10 Voor Anja is het ergste wat er is dat haar man opmerkingen maakt als hij het eten in het restaurant niet lekker vindt. 11 Anja mag nooit iets vragen aan haar man. 12 Anja heeft het woord assertief nog nooit gehoord. 13 Anja heeft het woord assertief in een woordenboek opgezocht. 14 Het woord assertiviteit heeft al sinds de jaren zestig een duidelijke inhoud. 15 Assertiviteit heeft iets te maken met angstgevoelens. 16 Alleen vrouwen hebben een gebrek aan assertiviteit. 17 Onassertief gedrag kan de relaties tussen mensen verbeteren.
10
11
12
13
14
15
16
17
Max.
Elért
8 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
7 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 3 Hieronder staat de cultuuragenda van Antwerpen voor week 4/2005 waarin sommige uitdrukkingen en bijzinnen zijn weggelaten. Die staan op de volgende bladzijde. Maak de tekst compleet door de letter van de ontbrekende uitdrukkingen en bijzinnen onder de corresponderende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
THEATER ● Fakkeltheater, Hoogstraat 12 Een komedie met 6 vrouwen: Deze bitterzoete komedie met puntige dialogen en one-liners gaat over twee door hun mannen verlaten vrouwen die tijdens de wekelijkse vriendinnenavond van zes vriendinnen besluiten (0) ___. Data: Entreeprijs:
FILM ● de Singel, Desguinlei 25 Filmmarathon: 7 films van 007: misschien heb je ze al bijna 70 keer gezien, maar als je er maar (21) ___, dan kun je vandaag nonstop genieten van de spannende avondturen van James Bond! Onder het genoot van een martini shaken, not stirrend, kun je vandaag eens even komen relaxen in de rode zaal van De Singel.
zo. 19.00 uur 15 euro
● Arenbergschouwburg, Arenbergstraat 26 Open huwelijk: vanavond spelen Raf Coppens en Saskia van Beneden van de Antwerpense toneelschool het stuk Open huwelijk van Dario Fo. Een man tracht zijn vrouw over te halen tot een open huwelijk. Wanneer zij er eindelijk mee akkoord gaat en het open huwelijk in de praktijk brengt, (18) ___. Data: Entreeprijs:
Data: Entreeprijs:
POP ● Arenbergschouwburg, Arenbergstraat 26 Volumia: dit is een band (22) ___. Letterlijk, want de Maastrichtse popformatie bestaat uit maar liefst 9 muzikanten, maar ook figuurlijk: de band werd onderscheiden met een Edison, TMFaward en een Hitkrantaward. Alle uitgebrachte CD’s werden platina en de uitverkochte Expo, Vorst Nationaal en het Sportpaleis werden moeiteloos op de kop gezet!
za. 20.30 uur 15 euro
OPERA ● Vlaamse Opera, Frankrijklei 3 Tosca: het verhaal van de mooie zangeres Tosca. Ze houdt van Carvadossi, maar ze wordt achtervolgd door de corrupte politiechef Scarpia. Deze probeert de twee geliefden (19) ___, met dramatische gevolgen. De opera wordt in het Italiaans gezongen, met Nederlandse boventiteling. Data: Entreeprijs:
Data: Entreeprijs:
zo. 19.00 uur 18 euro
zo. 20.15 uur 14 euro
EXPOSITIE ● Letterenhuis, Minderbroedersstraat 22 200 jaar Vlaamse literatuur: het Letterenhuis laat op Gedichtendag enkele dode en levende dichters (opnieuw) spreken: de allerwegen goedgestemde Liseuses Fabuleuses verwennen bezoekers van de tentoonstelling 200 jaar Vlaamse literatuur met dichtwerk (23) ___.
BLUES ● Antwerp Piano Bar, Grote Markt 33 Nacht van de Blues: een aantal van de beste liveartiesten van de Amerikaanse en Nederlandse blues (20) ___. Onder de leiding van het speciaal voor deze gelegenheid geformeerde Nacht van de Bluesorchestra. Data: Entreeprijs:
zo. 15.00 uur 20 euro
Data: Entreeprijs:
di. van 12.00 tot 14.00 uur entree gratis
za. en zo. 20.00 uur entree gratis
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
8 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
0
A
tegen elkaar uit te spelen
B
van formaat
C
samen door het leven te gaan
D
uit verleden en heden
E
staat samen op het podium
F
slaan bij de echtgenoot de stoppen door
G
geen genoeg van kunt krijgen
18
19
20
21
22
23
C
18
19
20
21
22
23
Max.
Elért
6 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
9 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 4 Hieronder volgt een tekst met de titel ’Is de telefoon besmettelijk?’. Op de volgende bladzijde staat een aantal synoniemen en definities van woorden en uitdrukkingen uit de tekst. Zoek ze op en schrijf de woorden/uitdrukkingen uit de tekst bij de corresponderende synoniemen/definities. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Is de telefoon besmettelijk? Kun je van de hoorn van een telefoon een ziekte oplopen? Een vraag die gesteld wordt en waarop men al in 1905 het antwoord heeft gegeven. Toen is namelijk door de gezondheidsautoriteiten van de City of London meegedeeld, dat er geen gezondheidsrisico verbonden was aan het gebruik van openbare telefoons. In 1953 werd door de Engelse posterijen een uitvoerig onderzoek gedaan naar het voorkomen van bacteriën op mond- en oorstukken van openbare telefoons. Er bleken dezelfde bacteriën op te zitten als op de huid van ieder van ons. Behalve een hele reeks onschadelijke bacteriën (dat zijn nu de ’huishoudbacteriën’), komen er ook enkele ziekteverwekkende bacteriën op onze huid voor. Die kunnen alleen kwaad als de huid beschadigd raakt. Bij elke besmetting geldt eigenlijk de volgende regel: de beestjes moeten eerst zien dat ze in ons lichaam komen. En dan moeten ze met zó velen zijn dat ons eigen afweerapparaat het niet meer aan kan. Van hele kwaadaardige bacteriën zijn er minder nodig om het te winnen, van minder kwaadaardige (virulente) zijn er méér nodig. Terug naar de telefoons. Enige tijd lang heeft men in Londen de telefoons wekelijks ontsmet. Men onderzocht de hoorns op bacteriën één dag vóór de ontsmetting en één dag erná. Er bleek praktisch geen verschil. Dat leert ons, dat op de hoorns voorkomende bacteriën niet makkelijk te verwijderen zijn. De levensduur van gewone huidbacteriën op een telefoonhoorn is ongeveer drie dagen. Men neemt aan dat virussen korter leven onder die omstandigheden, maar dat is niet onderzocht. En die levensduur geldt ook voor handvatten, deurknoppen, toiletdoortrekkers, enz. Het belangrijkste gegeven is echter het feit, dat men via dergelijke voorwerpen maar heel weinig bacteriën kan overnemen. En die bacteriën komen dan op een gezonde huid, waar zij geen enkel kwaad kunnen. Je kunt dus noch van telefoonhoorns, noch van deurknoppen en dergelijke, een ziekte oplopen. Althans de kans daarop is uitermate gering.
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
10 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
0
onderzoeken:
onderzoek doen
.
24
immuunsysteem: ___________________________________
25
gevaar voor de gezondheid: ___________________________________
26
microscopisch eencellig organisme: ___________________________________
27
ziekte veroorzakend: ___________________________________
28
ziek worden: ___________________________________
29
heel klein: ___________________________________
30
het toepassen van middelen om ziektekiemen te doden, desinfectie: ___________________________________
24
25
26
27
28
29
30
Max.
Elért
7 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
11 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
I. Olvasott szöveg értése
maximális elért pontszám pontszám 1. feladat 9 2. feladat 8 3. feladat 6 4. feladat 7 ÖSSZESEN 30
javító tanár
Dátum: .................................................
__________________________________________________________________________
programba pontszáma beírt pontszám I. Olvasott szöveg értése
javító tanár
jegyző
Dátum: .................................................
Dátum: .................................................
Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő!
írásbeli vizsga, I. vizsgarész 0612
12 / 12
2007. május 24.
2007. május 24.
II. Nyelvhelyesség
ÉRETTSÉGI VIZSGA
HOLLAND NYELV
●
Azonosító jel:
Holland nyelv
EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00
Időtartam: 50 perc
Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati
OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM
emelt szint — írásbeli vizsga 0612 II. Nyelvhelyesség
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba.
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
2 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 1
Maak de tekst compleet door de juiste voegwoorden in te vullen. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Vervreemding (0) Of
je nu uit Marokko of Chili, Suriname of Turkije komt, als migrant moet je aan veel dingen in
Nederland wennen. Een van die dingen is de manier (1) ____________ mensen omgaan met de natuur. (2) ____________ je in het land van herkomst vaak dichter bij de natuur leeft, valt het niet mee om te leven in een land (3) ____________ de afstand tussen de mens en de natuur veel groter is. In Nederland is die afstand al groter vanwege het klimaat. Het is er immers vaak koud en nat. (4) ____________ leven de mensen veel meer binnen. Bovendien kun je nauwelijks meer gewoon leven in de natuur: het bos lijkt er te zijn om volgens schema’s te wandelen en niet om te picknicken. De bloemen zijn er om te bekijken, niet om aan te raken of te plukken. Veel beesten en vogels kun je alleen nog in boeken zien. (5) ____________ het zo doorgaat, dan wordt straks elk natuurgebied in het westen een soort museum, met hekken en loketten, (6) ____________ je rond kunt kijken (7) ____________ het geopend is. De afstand tussen mens en natuur is dan zo groot (8) ____________ de mens vervreemd raakt van de natuur.
1
2
3
4
5
6
7
8
Max.
Elért
8 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
3 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 2
Maak de tekst compleet door zinnen te vormen uit de losse woorden. Elk woord moet gebruikt worden. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Het eerste zinsdeel van elke (bij)zin is als hulp gegeven.
Wie gaat er uit in Nederland?
volwassenen en jongeren is de bioscoop de meest populaire uitgaansmogelijkheid
Voor (0)
.
in Nederland
. bioscoop – de – de – en – in – is – jongeren – meest – Nederland – populaire – uitgaansmogelijkheid – volwassenen
Op de tweede plaats komt het museum. Op (9) ___________________________________________________________________________ de – derde – het – komt – plaats – toneel – volwassenen – voor voor jongeren het cabaret of het circus. Deze (10) ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. actief – blijken – cultuurvoorzieningen – een – en – gebruik – gegevens – het – naar – onderzoek – passief – uit – van De opdracht hiervoor kwam van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, nadat (11) ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. culturele – gevraagd – hadden – om – onderzoek – organisaties – vele – zo’n Uit het onderzoek blijkt bovendien dat (12) _________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. 3,7 – beoefenen – één – hun – in – kunst – meer – miljoen – Nederlanders – of – ongeveer – tijd – van – vormen – vrije Men doet het meest aan tekenen, schilderen, werken met textiel en muziek maken, met name zingen. De onderzoekers constateren dat mensen die (13) __________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ aan – aan – actief – culturele – deelnemen – het – kunst – leven – of vaker culturele manifestaties bezoeken dan mensen die er niet actief aan deelnemen.
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
4 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
Bovendien: hoe hoger het opleidingsniveau is, hoe (14) _________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. activiteiten – bezighoudt – culturele – meer – men – met – zich Het schijnt echter dat (15) ___________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. culturele – dan – een – er – hebben – hobby – jongeren – meer – ouderen Bijna (16) ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________. 35 – culturele – dan – een – hobby – is – jaar – jonger – mensen – met – procent – van – zestig Hoe ouder men is, hoe minder men concerten, de schouwburg en de bioscoop bezoekt.
9
10
11
12
13
14
15
16
Max.
Elért
8 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
5 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 3
Maak de tekst compleet door het juiste woord(groep) uit de vier mogelijkheden te kiezen en de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer te schrijven. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één te kiezen. Let op: Op sommige plaatsen staan de ontbrekende woorden niet naast elkaar! Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Een Surinaamse, een Portugese en een Turkse kleuter stapten gisterochtend op het Muiderpoortstation in Amsterdam op de trein naar het Centraal Station. Daar (0) ___ zij ___ in de eerste de beste trein, die zij zagen. Het internationale drietal (17) ___ een kleuterschool in Amsterdam-Oost. Zij (18) ___ echter ruzie met de juffrouw omdat zij volgens de juffrouw een puzzelstukje (19) ___. De kleuters voelden zich zwaar beledigd en besloten om er in de schoolpauze stiekem vandoor (20) ___. Zonder het iemand (21) ___, gingen zij naar het station. Ze waren op weg naar Leiden toen hun vreemde gedrag de conducteur (22) ___. Nadat zij in Leiden uit de trein (23) ___, (24) ___ zij op de politie. De drie kinderen (25) ___ moeilijk Nederlands, zodat het moeilijk was erachter te komen waar zij vandaan (26) ___. Toen op het politiebureau de melding over de vermissing van drie kleine kinderen (27) ___, werd duidelijk waar de boze kleuters (28) ___. De kinderpolitie uit Amsterdam (29) ___ ze weer ___.
0
A overstapten
B stapten over
C hebben overstapt
D
zijn overgestapt
17
A bezochten
B bezoeken
C bezocht
D
bezoekt
18
A hadden gekregen
B kregen
C hebben gekregen
D
krijgen
19
A maakten weg
B hadden weggemaakt
C hebben weggemaakt
D
wegmaakten
20
A te gaan
B te zijn gegaan
C zijn gegaan
D
gaan
21
A zeggen
B hadden gezegd
C te hebben gezegd
D
te zeggen
22
A heeft opgevallen
B opviel
C is opgevallen
D
viel op
23
A worden gezet
B gezet zijn
C werden gezet
D
gezet waren
24
A wachtten
B wachten
C hebben gewacht
D
hadden gewacht
25
A hadden gesproken
B spraken
C hebben gesproken
D
spreken
26
A kwamen
B zijn gekomen
C waren gekomen
D
komen
27
A binnenkwam
B heeft binnengekomen
C is binnengekomen
D
kwam binnen
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
6 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
28
A hebben thuisgehoord
B thuishoorden
C zijn thuisgehoord
D
horen thuis
29
A heeft opgehaald
B ophaalden
C haalde op
D
ophaalde
0
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
B
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Max. Elért 13
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
7 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 4
Maak de tekst compleet door het juiste woord uit de lijst te kiezen en de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer te schrijven. Let op: Er staan meer woorden in de lijst dan u nodig heeft. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Eens een dief, altijd dief Een echtpaar ontdekt, als (0) ___ ’s ochtends het huis verlaat, dat de auto gestolen (30) ___. Ze bellen de politie (31) ___ de diefstal aan te geven, en doen het de rest van de dag zo goed en zo kwaad als het gaat (32) ___ auto. Wie schetst hun verbazing (33) ___ ze de volgende ochtend de deur uitgaan en hun auto weer zien (34) ___. Op het dashboard zit een briefje, luidend: ’Excuus voor het ongemak (35) ___ ik u bezorgd heb, maar ik had echt heel dringend een auto nodig! Hier (36) ___ twee kaartjes voor La Traviata voor aanstaande vrijdag om het goed (37) ___ maken. Ik wens u (38) ___ prettige avond.’ Het echtpaar is blij verrast en vindt (39) ___ vermakelijk. Maar het lachen vergaat hen volledig als ze van de opera terugkeren en (40) ___ de ontdekking komen dat hun huis vakkundig is leeggehaald.
A zonder
F
toen
K
tot
B
toe
G
om
L
als
C
zit
H
is
M
het
D het
I
te
N
staan
E
J
dat
O
een
0
zijn
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
D
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
Max.
Elért
11 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
8 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
9 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
10 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
11 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
II. Nyelvhelyesség
maximális elért pontszám pontszám 1. feladat 8 2. feladat 8 3. feladat 13 4. feladat 11 ÖSSZESEN 40 VIZSGAPONTOK 30
javító tanár
Dátum: .................................................
__________________________________________________________________________
pontszáma
programba beírt pontszám
I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség
javító tanár
jegyző
Dátum: .................................................
Dátum: .................................................
Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő!
írásbeli vizsga, II. vizsgarész 0612
12 / 12
2007. május 24.
2007. május 24.
III. Hallott szöveg értése
ÉRETTSÉGI VIZSGA
HOLLAND NYELV
●
Azonosító jel:
Holland nyelv
EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00
Időtartam: 30 perc
Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati
OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM
emelt szint — írásbeli vizsga 0612 III. Hallott szöveg értése
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba.
írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
2/8
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
Welkom bij het luistergedeelte van het eindexamen. Het luistermateriaal en de instructies kunt u nu beluisteren. De opdrachten en de bijbehorende instructies vindt u in dit tekstboekje. •
Er zijn drie opdrachten. Elk fragment zal twee keer worden afgespeeld.
•
Ieder fragment begint met een muziekje. Daarna hoort u de instructies bij de opdracht. (U kunt de instructies ook meelezen in het tekstboekje).
•
Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld.
•
Vervolgens wordt het fragment in zijn geheel afgespeeld.
•
Na alweer een korte stilte, krijgt u het fragment voor de tweede keer te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kortere stukjes. Na ieder stukje krijgt u de tijd om uw antwoorden op te schrijven.
•
Aan het eind van de opdracht krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken.
De volledige test duurt 30 minuten.
Succes!
írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
3/8
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 1
In dit fragment gaat u luisteren naar een interview met een huisarts, Marleen Hoogart. Het is uw taak om de onderstaande zinnen met één of twee woorden aan te vullen tot volledige zinnen. Als er meerdere mogelijkheden zijn, hoeft u slechts één antwoord te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
0 Het is een interview met
Marleen Hoogart of een huisarts
.
1 Met de fiets ben je sneller omdat je geen ____________________________________________. 2 ______________________ is een soort sport die ook ouderen zonder gevaar kunnen beoefenen. 3 Fietsende werknemers zijn _______________________________________________________. 4 Als het regent moet een fietser ____________________________________________________. 5 Een fietser kan beter tegen de kou want zijn/haar bloedcirculatie _________________________. 6 Lichaamsbeweging beschermt tegen _______________________________________________. 7 Vroeger werden de kinderen van Marleen door _____________________ naar school gebracht. 8 Marleen gaat alleen met de auto als het _____________________________________________. 9 Marleen woont en werkt in ______________________________________________________. 10 Astma wordt veroorzaakt door ____________________________________________________.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Max.
Elért
10 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
4/8
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 2
In dit fragment gaat u luisteren naar het nieuws. Het is uw taak om het juiste kopje bij elk bericht te kiezen en de corresponderende letter in het rechter vakje in te vullen. Bij elke vraag is er slechts één kopje juist. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
0 A Greenpeace weer in actie B Belgische gemeenten niet bezorgd over het probleem van het verkeer C Belgische gemeenten voor voetgangers en fietsers
B
11 A Geen schoon water meer in de Nederlandse rivieren B Rijksinstituut voor Bodem- en Wateronderzoek C Verboden middelen in de landbouw 12 A 8000 koeien in Nederland B Europese dierenartsen in Noord-Brabant C Buitenlandse koeien ziek ingevoerd 13 A Brand op ’De Hooimijt’ B De eerste vrouwencamping in Nederland C Vrouwen door brandweer gered 14 A Het grootste station in Nederland B Het Centraal Station viert 100 jarig bestaan C Feestelijke activiteiten twee weken lang 15 A Kinderen maken schoolstoelen kapot B Experiment op de Wessels-Boerschool C Plastic ballen voor alle schoolkinderen 16 A Nederlanders hebben meer hobby’s en vakanties B Mannen helpen meer in het huishouden C Waarom wordt er in Nederland steeds minder gelezen?
11
12
13
14
15
16
Max.
Elért
6 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
5/8
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint OPDRACHT 3
In dit fragment gaat u luisteren naar een interview met een Greenpeace-activist waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Het is uw taak om aan te geven welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven.
Waar
Onwaar
X
0 Greenpace is een milieu-organisatie.
17 3 jaar geleden was Evert Rutgers 13 jaar oud.
18 Evert Rutgers zit op de middelbare school in Amstelveen.
19 Evert Rutgers is door een advertentie bij Greenpeace gekomen.
20 Er zitten vier mensen in de kerngroep in Amstelveen.
21 Evert Rutgers is het jongste lid van de kerngroep in Amstelveen.
22 Een kerngroep verkoopt Greenpeace-spullen, vooral op markten.
23 Greenpeace-activisten proberen belangstelling te wekken voor het milieu.
24 Evert Rutgers vindt het leuk om flauwe smoesjes te krijgen.
25 Volgens Evert is het hartstikke leuk als niemand iets koopt.
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Max.
Elért
9
írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
6/8
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
7/8
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
III. Hallott szöveg értése
maximális elért pontszám pontszám 1. feladat 10 2. feladat 6 3. feladat 9 ÖSSZESEN 25 VIZSGAPONTOK 30
javító tanár
Dátum: .................................................
__________________________________________________________________________
pontszáma
programba beírt pontszám
I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése
javító tanár
jegyző
Dátum: .................................................
Dátum: .................................................
Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő!
írásbeli vizsga, III. vizsgarész 0612
8/8
2007. május 24.
2007. május 24.
IV. Íráskészség
ÉRETTSÉGI VIZSGA
HOLLAND NYELV
●
Azonosító jel:
Holland nyelv
EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00
Időtartam: 90 perc
Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati
OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM
emelt szint — írásbeli vizsga 0612 IV. Íráskészség
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. A szürke oszlopok az értékelés számára vannak fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke oszlopokba.
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
2 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
3 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 1 Een Nederlander heeft een boek geschreven over Het dagelijkse leven in Nederland en in België. U kunt het echter niet vinden in de boekwinkels. U schrijft een brief van 100-150 woorden aan de schrijver. In uw brief 1. 2. 3. 4. 5.
vertelt u wie u bent en waarom u schrijft; legt u uit waarom u in het boek geïnteresseerd bent; stelt u enkele vragen over de inhoud van het boek; vraagt u vanaf wanneer en waar u zijn boek kunt kopen; vraagt u of hij ook andere boeken over hetzelfde onderwerp kent en zegt u waarom u die informatie wilt hebben; 6. zegt u dat u graag een antwoord wilt en waarom.
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
4 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Az 1. feladat értékelése
Max.
A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése
4 pont
Érthetőség, nyelvi megformálás
5 pont
Íráskép
1 pont
Összesen írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
Elért
10 pont 5 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
OPDRACHT 2 Werk één van de twee volgende opdrachten uit: A Hieronder staat een lezersbrief uit de problemenrubriek van een Nederlands jeugdmagazine:
Ik ben een 18-jarig meisje uit Sappemeer, een dorp 40 kilometer van Groningen. Ik zit in de vierde klas van het gymnasium en wil graag verder studeren, het liefst sociologie. Dat kan ik op de Groningse universiteit maar ook op de Amsterdamse. Mijn ouders zeggen dat ik naar Amsterdam moet omdat de Amsterdamse universiteit de beste in Nederland is. Mijn vriendin gaat ook in Amsterdam studeren en zij vindt het heel leuk om op kamers te gaan wonen en op haar eigen benen te staan. Ik ben echter bang. Ik ben altijd verlegen en teruggetrokken geweest. Hoe moet ik al mijn zaken alleen regelen? Hoe kan ik voor mezelf zorgen? Mirjam
Reageer op deze brief. Schrijf een lezersbrief van 200-250 woorden aan het magazine waarin u de volgende punten bespreekt: 1.
u vertelt wie u bent en waarom u deze lezersbrief schrijft;
2.
u vertelt of u nog bij uw ouders woont:
3.
a)
zo niet, vertelt u waar u woont en hoe u het vindt;
b)
zo ja, vertelt u of u graag op kamers of in een studentenhuis zou willen wonen en waarom;
u zegt dat u het een leuk idee vindt dat Mirjam in Amsterdam gaat studeren en u legt uit waarom: a)
beste universiteit van het land
hoog opleidingsniveau
b)
grote stad
c)
grote stad met veel openbaar vervoer
d)
andere voordelen (meer vrijheid, nieuwe vrienden, enz.)
werkmogelijkheden;
culturele manifestaties en uitgaansmogelijkheden; klein dorp
4.
u legt uit bij wie Mirjam voor hulp of raad terecht kan (ouders, vriendin, studentenbureau);
5.
u zegt dat in Amsterdam gaan studeren een goede gelegenheid voor Mirjam is om te leren op eigen benen te staan en u wenst haar er succes mee.
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
6 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
B Hieronder staat een discussie-stelling uit uw schoolkrant:
Tegenwoordig hebben geen of maar weinig pubers een voorbeeld. Wie heeft daar de schuld aan? De pubers? Of zijn er tegenwoordig geen beroemde mensen die waardig genoeg zijn om tot voorbeeld te worden genomen? Wat denk jij?
U schrijft voor de schoolkrant een artikel van 200-250 woorden over uw mening met betrekking tot het bovengenoemde probleem. In uw artikel schrijft u over de volgende punten: 1.
u leidt het onderwerp in;
2.
u vertelt of u zelf een voorbeeld heeft: a)
zo ja, vertelt u wie en waarom u die persoon hebt gekozen;
b)
zo niet, legt u uit waarom niet;
3.
u vertelt welke eigenschappen iemand moet hebben om een voorbeeld voor pubers te worden;
4.
u vertelt of beroemde mensen vandaag de dag over zulke eigenschappen beschikken: a)
als dit wel het geval is, legt u uit waarom ze toch niet tot voorbeeld worden gekozen;
b)
als dit niet het geval is, vertelt u wat daar de oorzaken van kunnen zijn;
5.
u vertelt welke beroemde personen uit de Hongaarse (cultuur)geschiedenis navolgenswaardige voorbeelden werden of konden worden en waarom;
6.
als samenvatting vertelt u of u het jammer of normaal vindt wat er in de discussie-stelling beweerd wordt.
De volgorde van punten 2-5 kunt u zelf bepalen.
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
7 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
8 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
Azonosító jel:
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
A 2. feladat értékelése
Max.
A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése
5 pont
Hangnem, az olvasóban keltett benyomás
2 pont
Szövegalkotás
4 pont
Szókincs, kifejezésmód
4 pont
Nyelvhelyesség, helyesírás
4 pont
Íráskép
1 pont
Összesen írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
Elért
20 pont 9 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
10 / 12
2007. május 24.
Holland nyelv — emelt szint
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
Azonosító jel:
11 / 12
2007. május 24.
Azonosító jel:
Holland nyelv — emelt szint
IV. Íráskészség
maximális elért pontszám pontszám 1. feladat 10 2. feladat 20 ÖSSZESEN 30
javító tanár
Dátum: ................................................
__________________________________________________________________________
pontszáma
programba beírt pontszám
I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség
javító tanár
jegyző
Dátum: .................................................
írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 0612
12 / 12
Dátum: .................................................
2007. május 24.