Avond over ultrabedelingenleer 22-06-2011 Introductie: Het is al weer jaren geleden dat ik in de toenmalige evangelie gemeente in “De Lindehoeve” in contact kwam met wat ik leerde kennen als de “bedelingenleer”. In het begin was het voor mij een waardevolle “studie tool” die me hielp om verschillen tussen bepaalde Bijbel teksten te begrijpen en verklaren. Echter deze leer werd steeds extremer gebracht onder aanvoering van een aantal leraren. Het resultaat was dat deze leer en zijn gevolgen gingen drukken op de gemeente, er werd steeds meer onderscheid gemaakt in “Koninkrijks” en “genade” prediking en ook een groot aantal liederen uit Opwekking werd bestempeld als “Koninkrijks liederen” en mocht om die reden niet meer worden gezongen. Ik moet erkennen dat ik zelf ook erg ver gegaan ben in het volgen van deze leer. Na verloop van tijd verlieten een groot aantal “verontruste” broeders en zusters vanwege de gevolgen van deze leer “De Lindehoeve” en starten een gemeente die nu is uitgegroeid tot de EGHW. De pijn hierom heb ik erg lang met me mee gedragen maar is nu ik weer met hen in de EGHW samenkom weggenomen. Zelf ben ik tot inkeer gekomen door het blijven ontbreken van antwoorden op cruciale vragen die de “Ultra” bedelingen leer bij mij opriep. Ook het totaal afwezig zijn van geestelijk leven en levens heiliging in een gemeente die de “hoogste geestelijk openbaring” ontvangen zou hebben, verbaasde mij zeer en bracht mij tot de conclusie dat ik alles moest gaan herlezen. Dit heb ik gedaan tijdens een “sabbatical” van een jaar waarin ik mij op een totaal andere manier op het Woord van God en zijn Heilige Geest gericht heb. Gedurende een periode heb ik als oudste nog een achterhoede gevecht uitgevochten tot de “Lindenhoeve” in zijn toenmalige vorm ophield te bestaan. Maar wat is dat nu precies die bedelingenleer? Een heel verhaal en eigenlijk te veel om op een avond te behandelen. Laten we eerst eens kijken naar het Griekse woord dat in de Bijbel gebruikt wordt: oikonomia We vinden dit grondwoord op zeven plaatsen in het N.T.: Lukas 16:2, Lukas 16:3, Lukas 16:4, 1 Corinthiërs 9:17, Efeziërs 1:10, Efeziërs 3:2 en Colossenzen 1:25. Het woord is op deze plaatsen in de NBG vertaald met: beheer, rentmeesterschap, taak, voorbereiding, en bediening. In de NBG vinden in het NT alleen het woord “bedelingen” maar dit heeft een andere grondwoord. (diatheke: overeenkomst, testament) In de SV vinden we het woord bedeling driemaal en is daarbij ook driemaal de vertaling van “oikonomia”
Dia 1 3622 οικονομια oikono’mia, zn vr van 3623 1) het bestuur van een huishouden en de huishoudelijke aangelegenheden 1a) specifiek, het bestuur, toezicht, beheer, adminstratie van het bezit van iemand anders 1b) het ambt van beheerder of opzichter, rentmeesterschap 1c) administratie, regering, beheer, verdeling, bestuursmaatregel, leiding
Dia 2 De grondbetekenis van de term duidt op het proces van het beheren van of het toezicht houden op de zaken van iemand anders of van een huis.
In de etymologische woordenbank vinden we de volgende informatie: Dia 3 economie zn. ‘huishoudkunde’ Ontleend aan Latijn oeconomia ‘organisatie, huishouding’ vanuit het Grieks oikonomíā, samengesteld uit oĩkos ‘woning’ en een afleiding van nómos ‘regel, wet’.
Als het gaat om het Bijbelse gebruik van deze term wordt door de meeste leraren de volgende definitie gehanteerd: Dia 4 De term ‘bedeling’ slaat op een periode die gekenmerkt wordt door een bepaalde, unieke handelwijze van God met de mensheid. Een bedeling zegt iets over de manier waarop God zich bezighoudt met mensen of met een bepaald volk. Bedelingen kunnen elkaar gedeeltelijk overlappen. Een bedeling zegt daarom alleen iets over een bepaalde regeling (Gr. oikonomia) en niets over een tijdsperiode (Gr. aionen)’
Een bedeling, oikonomia, zegt iets over de manier waarop God zich bezig houdt met een bepaalde groep mensen of met een bepaald volk. Als het hier bij blijft is er met het gebruik van een milde vorm van onderscheid in bedelingen of tijdperken niet zoveel mis. We zien allemaal wel dat God met het volk van Israel anders handelde als met andere volken of met de gemeente in deze tijd. We zien ook dat het volk Israel onder de wet leefde en dat Paulus schrijft dat voor wie in Christus is de wet niet meer geld.We begrijpen dat de handelswijze van God met mensen veranderde toen de Here Jezus de verlossing eenmaal had aangebracht. We kunnen allemaal weten dat in de Bijbel gesproken wordt over de tegenwoordige en toekomende eeuw. God werkt op verschillende manieren in verschillende tijdperken naar zijn Goddelijke wil en plan. Maar gewoon zijn Woord lezen en bidden om openbaring door zijn Heilige Geest zodat we het ook begrijpen is de weg die Gods Woord ons laat zien. We hebben daar geen gekunsteld instrument voor nodig dat gebaseerd is op aannamen en veronderstellingen.
Dia 5 Meest bekende indelingen van de bedelingen: 1. onschuld 2. menselijk bestuur 3. belofte 4. wet/verbond 5. genade 6. volheid der tijden 7. Koninkrijk
Problemen ontstaan als het gebruik van de bedelingen een eigen leven gaat leiden. Het is dan net als met alles waar “te” voor staat. Als in een gemeente teveel nadruk gelegd wordt op genezing of op het spreken in tongen dan wordt het eenzijdig en gaat het vaak fout. Ook als in een gemeente teveel en eenzijdig de nadruk op de bedelingenleer gelegd wordt dan gaat het fout. Dat geldt ook voor ieders leven persoonlijk. We moeten zorgen voor een uitgebalanceerd persoonlijk geloofsleven.
Een groot probleem van de bedelingenleer is dat het om aannames gaat en juist vanwege dit feit wordt het toepassen steeds extremer en mond uit in de ultra bedelingen leer. Oftewel het strikt onderscheid maken in periodes in Gods heilsplan en het verdelen van Gods Woord. In het volgende overzicht wordt inzichtelijk gemaakt waar de grote verschillen zitten tussen “normale” evangelische leraars en gematigde en ultra bedelingen leraars: Dia 6
Zes posities ultra bedelingenleer Ironside noemt in zijn klassieke kritiek op het ultradispensationalisme ‘Wrongly Diving the Word of Truth; ultra-Dispensationalism Examined in the Light of the Holy Scriptures’ (De Schrift verkeerd snijden; het ultradispensationalisme onderzocht in het Licht van de Schrift) zes posities die door aanhangers van de ultrabedelingenleer (UD) worden ingenomen:
Dia 7 en 8
1. 2.
3.
4. 5. 6.
De vier evangeliën zijn puur Joods en hebben geen boodschap voor de Gemeente, het Lichaam van Christus. De Handelingen zijn een overgangsperiode tussen de bedeling van de Wet en de bedeling van het Geheimenis. We hebben daarin niet de Gemeente, maar slechts de vroege Kerk als een aspect van het Koninkrijk en is niet hetzelfde als het Lichaam van Christus. Paulus ontving de openbaring van het Lichaam pas, aldus de voorstanders, tijdens zijn gevangenschap in Rome. En alleen zijn gevangenschapsbrieven openbaren die waarheid en vormen strikt genomen het enige deel van de Schrift dat aan de leden van het Lichaam gegeven is. Het gehele boek Openbaring heeft met de komende eeuw te maken en heeft geen verwijzing naar de Gemeente vandaag, zelfs niet hoofdstuk 2 en 3. Daar zou het gaan om joodse kerken ten tijde van de Grote Verdrukking. Er is verschil tussen het Lichaam van Christus en de Bruid van het Lam. Het laatste zou Joods zijn. De christelijke verordeningen voordat Paulus de openbaring van het geheimenis kreeg, hebben geen verbinding met de huidige bedeling en behoren tot het verleden of hebben een plaats in de toekomst ten tijde van de Grote Verdrukking. Het betreft hier zeker de doop en vaak ook het avondmaal.
Waarschijnlijk is het opgevallen dat in het overzicht handelingen 28 genoemd wordt als “kantelpunt” voor de bediening van Paulus. In de ultrabedelingenleer wordt voorgehouden dat Paulus pas na Hand. 28 zijn geheimenis betreffende het Lichaam van Christus gaat openbaren. Strikt genomen zegt men ook dat alleen de brieven van Paulus die geschreven zijn in deze gevangenschap zeggenschap hebben voor de gelovigen in deze tijd. Dus we houden een “klein boekje” over bestaand uit: brieven aan de Efeziers, Filippenzen en de Kolossenzen. We zullen eens nader naar handelingen 28 kijken:
Dia 9 en 10
25 Ze werden het niet met elkaar eens en gingen uiteen, maar niet voordat Paulus nog een laatste woord had gesproken: ‘Volkomen terecht heeft de heilige Geest bij monde van de profeet Jesaja tegen uw voorouders gezegd: 26 “Ga naar dat volk en zeg: ‘Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. 27 Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou ik hen genezen.’ ” 28 U moet dan ook weten dat God deze boodschap van redding al aan de heidenen bekendgemaakt heeft; zij zullen wel luisteren.’ 29 {-(28:29) Andere handschriften hebben dit als een extra vers: ‘29 Toen hij dit gezegd had, vertrokken de Joden onder hevig geredetwist.’}
30 Paulus verbleef twee jaar in het huis dat hij gehuurd had en ontving daar iedereen die naar hem toe kwam. 31 Hij verkondigde het koninkrijk van God en onderrichtte vrijmoedig over de Heer Jezus Christus, zonder dat hem iets in de weg werd gelegd. Paulus zegt hier eigenlijk twee dingen: Israel wil als volk de boodschap van redding niet accepteren. Deze boodschap is (de vervoeging duidt op een doorgaand proces) naar de heidenen gezonden die wel zullen luisteren. Conclusie is dat Paulus hier niet spreekt over een andere boodschap die naar de heidenen gezonden is. Het gaat om dezelfde boodschap die door het Joodse volk geweigerd is! Dot wordt bevestigd in vers 31 waar we duidelijk lezen dat Paulus tijdens zijn verblijf van twee jaar vrijmoedig onderwees over het Koninkrijk van God en over Jezus Christus. Als er al een wijziging in de bediening van Paulus zou zijn, kunnen we hem niet uit deze tekst verklaren.
In de Ultra bedelingen leer wordt gesteld dat Paulus pas na handelingen 28 zijn openbaringen over het Lichaam van Christus begint maar we vinden al veel eerder aanwijzingen over dit Lichaam en de nauwe verbondenheid die de gelovigen hierin met elkaar en met het Hoofd Christus hebben. We lezen o.a. in Rom. 16:7 over Andronikus en Junia die zelfs eerder dan Paulus al één met Christus zijn geworden. En aan de oudsten van Efeze heeft Paulus volgens Hand. 20:25-27 al de gehele raad Gods verkondigd. (plan, wil of wilsbesluit van God). We kunnen toch niet stellen dat de gemeente na Handelingen 28 niet in de wil van God besloten lag.
Dia 11 Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden. Romeinen 16:7 En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen. Hand. 20:25-27
Ook de volgende tekst, Efe. 3:4-6 is cruciaal in de uitleg van de u.b. leer. Uit deze tekst wordt onderwezen dat Paulus een geheimenis bekend maakt n.l. een nieuw Lichaam met een bijzondere hemelse roeping. Dit Lichaam kon pas gaan ontstaan na de openbaring van Paulus tijdens zijn gevangenschap. Nauwkeurige lezing maakt echter duidelijk dat deze tekst niet gaat over de roeping en onthulling van een nieuw Lichaam maar over de openbaring dat de heidenen die tot geloof komen, delen in de erfenis en deel uitmaken van het bestaande lichaam en door het evangelie deel hebben aan de belofte. Dat is het geheimenis dat geopenbaard wordt. Niet meer, maar gelukkig ook niet minder!
Het is goed beschouwd dezelfde boodschap als in handelingen 28. Het heil is aan de heidenen gezonden, zij zullen luisteren. En door het evangelie horen ze er voor 100% bij en delen in de beloften.
Dia 12
3 Mij is in een openbaring het mysterie onthuld waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. 4 Aan de hand daarvan kunt u zich, wanneer u dat leest, een beeld vormen van mijn inzicht in dit mysterie van Christus. 5 Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: 6 de heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie.
Ook de volgende tekst uit 2 Tim. 2:14-15 wordt regelmatig volledig uit zijn verband getrokken om uit te leggen dat het legitiem is Gods Woord “recht te snijden” zoals de SV vertaald in vers 15. Het is een wel heel vreemde toepassing om deze tekst te zien als aansporing om Gods Woord in strikte bedelingen te snijden i.p.v. de aansporing die Paulus doet om niet af te wijken zoals Hymeus en Filetus die uit het spoor der waarheid geraakt waren en dus geen recht voren meer trokken. Hieruit blijkt weer het krampachtig zoeken naar teksten om menselijke aannames te onderbouwen. Dia 13
14 Blijf dit in herinnering brengen en betuig in de tegenwoordigheid van God, dat men geen woordenstrijd moet voeren, die tot niets nut is, ja verderf brengt aan wie ernaar horen. 15 Maak er ernst mede u wel beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid. Eén avond om een complexe materie zoals deze ultra bedelingen leer te bespreken is natuurlijk veel te weinig. Maar het is goed als onze ogen geopend zijn voor de gevaren van deze dwaalleer die mensen vaak geestelijk arrogant en hooghartig maakt. Samenwerking is niet meer mogelijk omdat de denkbeelden meestal haaks op die van anderen staan. Deze leer heeft al heel wat onherstelbaar kapot gemaakt in gemeenten en zendings en evangelisatie werken en stichtingen. De bedelingenleer kent in zijn verschillende verschijningsvormen nog meer gevaren zoals: Een eenzijdige genadeprediking met als slogans: we hoeven niets meer, ééns genade altijd genade, wie door genade behouden wordt, kan niet door werken verloren gaan. Op zich klink het logisch maar nader onderzoek maakt duidelijk dat de Bijbels waarheid net iets anders is. Het veelvuldig toepassen van een te ver doorgevoerde wijze van concordant vertalen. Niet alleen het woord zelf wordt concordant vertaalt maar ook de lading of betekenis van het woord. Hierin schuilt een gevaar als het gaat om het interpreteren van bepaalde teksten. Uit deze vorm van concordant vertalen is o.a. een leer van alverzoening ontstaan.
Het is zeker aan te bevelen om het boekje van Ironside aan te schaffen en te lezen: De Schrift verkeerd snijden; het ultradispensationalisme onderzocht in het Licht van de Schrift Laten we met elkaar alert blijven en de éénheid bewaren en bewaken tot eer en glorie van God de vader en zijn Zoon Jezus Christus. Wouter Mourits