AVAYA netwerk bekabelingsysteem Categorie 6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
1.
Inleiding De kabel zelf Kabel routing Labeling van de kabels Toegankelijkheid van de installatie Kabelgoten, kanalen en andere installatie materialen Het behandelen van de kabels direct na het leggen Het gereedschap Afwerking op de werkplek Verwerken en afwerken bij de Patch panelen De MGS 300 jack Afwerking op het Patchmax paneel Afwerking op het M1100 paneel Afwerking op het VisiPatch systeem Overzicht van problemen en redenen van afkeuren Enkele begrippen
Inleiding
Door de ontwikkeling van de computer en de netwerken met de daarbij behorende steeds sneller wordende protocollen was er behoefte aan een kabel die deze snelheden kan verwerken. AVAYA (toen nog Lucent Technologies) kwam in 1997 met het GigaSPEED bekabelingssysteem. Dit systeem biedt een channel bandbreedte van 250 Mhz en voldoet aan de “voorgestelde” categorie 6 standaard. De werkelijke standaard voor categorie 6 kabels wordt aan het einde van 2001 verwacht en mag dus nog niet vermeld worden op de kabel. In dit stuk zullen we toch voor de duidelijkheid de term “Cat 6” kabel hanteren.
Doelstelling De doelstelling van dit document is om de uitvoerende monteur een handreiking te bieden voor het werken met en het verwerken van CAT 6 kabels, om zodoende te komen tot een gecertificeerde data installatie. De kennis van de algemene begrippen aangaande een data bekabelingsysteem worden verondersteld aanwezig te zijn.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
1
2.
De Kabel1
In 1995 is door Lucent Technologies het PowerSUM kabelsysteem ontwikkeld. Dit kabelsysteem voldoet aan de categorie 5 Enhanched standaard en biedt een bandbreedte van 100 Mhz. Indien het 2 3 PowerSUM concept door een “ VAR” (Value Added Reseller) of een “ SI” (System Integrator) wordt geïnstalleerd, kan er een certificaat worden afgegeven voor 20 jaar. PowerSUM is verkrijgbaar in 4en 25 pair UTP. 4
Als dit bekabelingsysteem gebruikt wordt om het Gigabit Ethernet protocol te transporteren kan geen gebruik gemaakt worden van UTP multipair kabels. Door de ontwikkeling van de computers en netwerken met de daarbij behorende, steeds sneller wordende, protocollen was de 100 Mhz channelbreedte al snel niet voldoende. Het antwoord kwam in 1997 met het GigaSPEED bekabelingsysteem. Dit systeem voldoet aan de “voorgestelde” categorie 6 standaard. Deze Draft ISO 5 11801 Class E/Cat.6 standaard spitst zich niet toe op Gigabit Ethernet, maar is voorgesteld voor de 6 komende multi-gigabit netwerken op basis van UTP of FTP. De definitieve standaard wordt eind 2001 verwacht. Ook voor dit bekabelingsysteem wordt, mits het concept is geïnstalleerd door een VAR of SI, een certificaat afgegeven voor 20 jaar. GigaSPEED is alleen verkrijgbaar in een 4 pair UTP uitvoering. 7 De aanduiding voor Cat 6 kabel bij AVAYA is 1071, hiervan is de buitenmantel van PVC. Aansluitend hierop is de 2071, met een brandvertragende buitenmantel en de 3071, met niet alleen een brandvertragende maar ook een minder rookontwikkelende buitenmantel. De opvolger van de 1071 kabel is de 1081. Deze kabel heeft 45 % meer bandbreedte dan de 1071 en 8 levert 10 dB marche op NEXT en PSNEXT . Deze begrippen worden in de begrippenlijst aan het eind van dit document uitgelegd. Het betekent dat de 1081 bedoeld is voor de zeer kritische klant, met erg hoge eisen, welke dan ook de meerprijs van deze kabel accepteert. Aansluitend op de 1081 kabel is er de 2081 met een brandvertragende buitenmantel en de 3081 met de brandvertragende en minder rookontwikkelende buitenmantel. Door de grotere bandbreedte in het GigaSPEED concept worden er hogere eisen aan de verwerking van de kabel alsmede aan de aansluittechniek op de outlets en patchpanelen gesteld. De buitenmantel van de CAT 6 kabel heeft nog een andere functie dan alleen het bij elkaar houden van de aderparen. Het te veel verwijderen van deze buitenmantel, maar ook het beschadigen ervan 9 leidt tot problemen . De netwerkbekabeling CAT 6 dient met meer respect behandeld te worden dan zijn of haar voorgangers i.v.m. de steeds snellere protocollen.
1
Bron: Handboek PL / CM, Lucent. (Intranet) En: AVAYA Sales Guide SYSTIMAX Stuctured Connectivity Solutions (SCS) Value Added Reseller is een installateur van het bekabelingsconcept. System Integrator is een wederverkoper die, in dit geval, het bekabelingsconcept plus andere componenten bij de klant aanbrengt 4 Gigabit Ethernet Protocol is een datacommunicatie protocol over lokaal netwerk met een snelheid van 1000 Megabit per seconde 5 voorstel van Standaardisatie instituut ISO / ETSI 6 Meer dan 1000 Megabit netwerk snelheden. 7 Bron: SYSTIMAX SCS Product Guide. 8 NEXT en PSNEXT zijn gegeven van kabelkarakteristiek bij meting. Zie ook begrippenlijst. 9 Enkele problemen zijn: Return Loss en PSELFEXT. Zie ook begrippenlijst.
2 3
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
2
Aandachtpunten 1: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
3.
Eerst PowerSUM, later GigaSPEED. Bekabeling verzorgen door VAR of SI Certificaat voor 20 jaar. PowerSUM in 4 en 25 pair UTP. GigaSPEED alleen in 4 pair UTP. 1081 = neusje van de zalm. Buitenmantel heel belangrijk.
De routing10
Bij het ontwerp van de installatie dient rekening te worden gehouden met de routing van het systeem. Aan de ene kant is daar het scheiden van de datakabels van voedingkabels (i.v.m EMI, Elektro 11 Magnetische Interferentie) en aan de andere kant is de maximale lengte van de datakabels wat veel aandacht vergt. 12
De lengte van de datakabel mag niet meer dan 90 meter bedragen, hierbij komt nog de aansluit- of 13 patchsnoeren. De totale lengte mag niet meer dan 100 meter zijn. Bij het ontwerp zal dus een tekening dienen te zijn met hierop de routing. Dit moet vóór de aanvang van het werk ter plaatse gecontroleerd worden. Blokschema van Basic link, channel, pathkabel enz enz.
De kabelgoot of welk tracé dan ook zal met erg veel zorg dienen te worden gemonteerd, waarbij rekening wordt gehouden dat de kabels “gelegd” dienen te worden en niet “getrokken”. Hier wordt verder op ingegaan bij de kabelgoten en kanalen. Aandachtpunten 2: 8. Kabels niet trekken maar leggen. 9. Denk aan EMI. 10. Maximale lengte 100 meter
10
Bron: Handboek PL / CM Algemeen. (Getranat) Voor de afstand tussen voedingskabels en datakabels is bij “Bedrijf een tabel voorhanden. (Intranet) De lengte van de datakabel wordt “link”genoemd. 13 De totale lengte wordt “channel” genoemd. 11
12
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
3
4.
Labeling van de kabels
Vóór het leggen van een kabel zal deze van een codering moeten worden voorzien. Dit is niet specifiek voor Cat 6 kabels maar geldt ook voor andere categorieën. Zowel aan het begin als aan het einde van de kabel moet hiervoor de code van de kabel vermeld worden om zodoende een goede controle op de aanleg te hebben. 14 Dit kan gebeuren met zogenaamde brady plaklabels waarop de code geschreven kan worden voordat de labels bevestigd worden. Dezelfde labels kunnen ook geleverd worden met gedrukte tekst. Hierop wordt dan meer informatie afgedrukt dan met de hand zou kunnen. Denk hierbij aan: de soort kabel, de impedantie, de categorie, het aantal aderparen, het volgnummer van de kabel en de plaats op het patchpaneel.
5. Toegankelijkheid van de installatie15 Meer nog dan bij Cat 5 kabels zal er bij Cat 6 kabels op de toegankelijkheid van de installatie gelet dienen te worden. Genoemd werd al dat de kabels “gelegd” worden en niet “getrokken”. Dit heeft te maken met de 16 maximale fysieke trekkracht van 11 kg. wat op de kabels mag worden uitgeoefend. Door een grote toegankelijkheid is het mogelijk om per afdeling de kabels te bundelen met klittenband. In hoge uitzondering mogen kabelbandjes gebruikt worden, maar dan dient er op gelet te worden dat deze niet te strak worden aangetrokken daar anders de kabels kunnen worden vervormd. De toegankelijkheid is ook belangrijk bij latere uitbreidingen. Met een 5/8 buis “even” een kabel er bij duwen op een moeilijke plaats is er dus niet meer bij. De kans op vastlopen of beschadiging is te groot. Aandachtpunten 3: 11. 12. 13. 14.
Maximale fysieke trekkracht is 11 kg Liever klitteband dan kabelbandjes. Denk aan vastlopen en beschadigen. “ Even” een grote bos kabels trekken is er niet bij!
6. Kabelgoten, kanalen en andere installatiematerialen17 Bij gebruik van kabelgoten en kabelkanalen dient goed op de afwerking gelet te worden. Scherpe randen en hoeken kunnen beschadiging van de kabel veroorzaken. De ophanging van de goten is belangrijk m.b.t. de toegankelijkheid. Gebruik van open gootbeugels verdient verreweg de voorkeur boven dichte exemplaren, omdat deze laatste het leggen van de kabels bemoeilijkt. De zakstukken bijvoorbeeld boven de patch panelen moeten voorzien zijn van ronde bodems en als de goot van twee kanten komt, zullen er twee zakstukken moeten worden gebruikt. Dit alles om knikken en te grote mechanische belasting van de kabels te voorkomen. Denk bijvoorbeeld bij een 14
Leverancier: Bron: RBOC, Michel Hemelrijk. Bron: SYSTIMAX SCS Product Guide. 17 Bron: RBOC, Michel Hemelrijk. 15 16
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
4
grote hoeveelheid kabels eens aan de onderste kabel, deze komt erg in het gedrang, er kunnen knikken in de buitenmantel ontstaan. Dit geeft ook aan dat neergaande kabels goed gebonden moeten worden aan de goot of het kanaal. Het gebruik van ladderbanen wordt afgeraden, omdat hier snel bij grotere hoeveelheid kabels een te grote druk op de onderste kabels wordt uitgeoefend ter plaatse van de sporten. Bij het passeren van een wand of plafond zal de goot of kanaal door moeten lopen om een goede geleiding langs deze punten te bewerkstelligen. Kabels welke uit de goot naar een werkplek gaan moeten goed ondersteunt worden om knikken over de rand van de goot te voorkomen. De kabel is een gegeven, de omstandigheden moet men aanpassen ! Aandachtpunten 4: 15. 16. 17. 18. 19.
7.
Gebruik open gootbeugels. Voorkom mechanische belasting van de kabel. Voorkom scherpe randen en hoeken. Kabel goed ondersteunen. Het passeren van wanden en plafonds vraagt extra aandacht.
Behandelen van de kabels direct na het leggen18
Na het leggen van de kabels zal er niet altijd meteen aan de afmontage begonnen kunnen worden, daarom is het van groot belang dat de kabels goed verzorgd worden in deze tussenliggende periode. Belangrijk is dat de kabels niet op de grond liggen, er kan over gelopen worden of iets bovenop gezet worden. Men moet er vanuit gaan dat een leek niet weet hoe snel een CAT 6 kabel beschadigd wordt of later storingen geeft. De kabel moet op een rol met grote diameter aan de wand of wandgoot bevestigd worden met klittenband of kleefband, dit voorkomt veel problemen. Foto van rollen kabel verzorgt achter gelaten. Ook bij de patchpanelen moeten de kabels op rollen van de grond gehouden worden om verplaatsing door anderen, hoe goed ook bedoeld, te voorkomen. Aandachtpunten 5: 20. Als er nog niet kan worden afgemonteerd dient de kabel goed verzorgt achter te blijven.
18
Bron: RBOC, Michel Hemelrijk.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
5
8.
Het gereedschap19
De benodigde gereedschappen om Cat 6 kabel af te monteren op een connector, een patchpaneel of “end to end” te controleren zijn: • • • • •
Data stripper Spudger Punch down tool (Dogtool) Dataknipper Modtap tester
Met de datastripper wordt de buitenmantel voor 95% doorgesneden en Foto van datastripper zonder de kabel te knikken er rechtstandig afgetrokken zonder de kabel om de hand te buigen. Hierbij is vooral belangrijk dat de aders niet geraakt worden. Bij Cat 5 kabel merkte men zo’n kleine beschadiging niet op als het maar geen kortsluiting veroorzaakte. Bij Cat 6 kabel geeft het meteen 20 problemen . Als er toch ingesneden wordt dan moet men de aders afknippen en de kabel opnieuw aanstrippen.
Met de Spudger kan men kleine correcties aanbrengen in de vorm van de aders tijdens of na het monteren in de connector of patchpaneel.
Foto van spudger
Het Punch downtool of dogtool gebruikt men om de aders in de mesjes Foto van punch van de connector of paneel te drukken. Dit dient goed in de lengterichting downtool t.o.v. van de mesjes te gebeuren. Het dogtool heeft een verwisselbaar bit met mesjes. een z.g. stompe en scherpe kant. Met de stompe kant worden de aders alleen in de mesjes gedrukt en bij gebruik van de scherpe kant worden deze ook afgesneden. Ook de druk (impact) kan aangepast worden.
Bij het afmonteren van Cat 6 kabel op een MGS 300 jack is het noodzakelijk dat het dogtool een extra ronde kant aan de stompe zijde van het bit krijgt.
Foto van afronding bit punch downtool
De dataknipper wordt gebruikt om na de montage van de aderparen het overtollige deel hiervan zo kort mogelijk af te knippen. De dataknipper heeft aan één kant geen schuin snijvlak, wat bij en gewone Foto van kniptang wel het geval is, zodoende kan de knipper volledig vlak tegen de dataknipper connector gehouden worden tijdens het afknippen.
Na de totale afmontage van de kabels, zowel op de werkplek als bij het patchpaneel, worden de kabels getest met de Modtap tester. Dit is een ohmse “end to end” test om te controleren of er geen verwisseling van aderparen zijn en tevens een controle op de labeling van de kabels.
Foto van modtap tester
Aandachtpunten 6: 21. Alleen met gereedschap wat voor dit doel gemaakt is kan een goede installatie opgeleverd 19 20
Bron: RBOC Return Loss en PSELFEXT, zie ook begrippenlijst.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
6
worden.
9.
Afwerking op de werkplek
Op de werkplek wordt de outlet vaak afgemonteerd in een wandgoot. Bij het Cat 6 concept worden hier hogere eisen gesteld dan het Cat 5 concept. Bij de Cat 6 kabel mag de bochtradius niet kleiner zijn dan 4 x de buitendiameter van de kabel en dienen knikken in de kabel vermeden te worden, Hierdoor is het duidelijk dat de vaak kleine ruimte in een wandgoot, maar zeker ook in de gootdoos, kritisch bekeken dient te worden. In de praktijk zal er nu voor een bredere goot gekozen moeten worden, waar niet alleen de scheiding tussen datakabels en voedingkabels beter tot z’n recht komt maar waar ook voor de invoer van de datakabel in de gootdoos meer ruimte is. De overlengte van de kabel mag niet in de gootdoos achterblijven maar moet teruggevoerd worden naar de kabelgoot bijvoorbeeld boven het plafond. Aandachtpunten 7: 22. Het kan niet vaak genoeg worden gezegd dat tijdens en na de montage van de outlet in de gootdoos geen knikken en een te kleine bochtradius in de kabel aanwezig mag zijn.
10.
Verwerken en afwerken bij de patchpanelen
Wat bij de werkplek in de wandgoot geldt, geldt zeker ook bij de patchpanelen. Bij het patchpaneel zullen veel kabels verwerkt worden en zal er dus veel aandacht moeten zijn voor de “orde” en “regel”.
Foto van afgewerkt patchpaneel.
Het invoeren van de kabels naar de juiste plek op de panelen, het vermijden van knikken, de bochtradius, het voorkomen van beschadiging en een te grote mechanische belasting vraagt om grote accuratesse. De “spaghetti” wat wel eens het resultaat is bij patchpanelen is hier dus zeer uit den boze. Bij de nieuwste generatie panelen is er dan ook een geleiding voor de kabels aangebracht om zodoende op een juiste manier de kabels naar de connectoren te brengen. De kabelbundels zullen in een vloeiende vorm met de juiste ondersteuning en met weinig mechanische belasting van de kabelgoot naar de panelen gevoerd moeten worden. Aandachtpunten 8: 23. Vloeiende vormen en een juiste ondersteuning van de kabel is van levensbelang. Voorkom beschadiging en grote trekkracht
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
7
11. De MGS 300 jack21 Na de MGS 200 jack – welke niet meer leverbaar is - is er nu de MGS 300 jack voor gebruik bij het GigaSPEED (Cat 6) concept. Waar de “gouden” contacten bij de MGS 200 jack schuin omhoog liepen, liggen bij de MGS 300 jack deze contacten vrijwel plat. Ook is er een verhoging in de bodem ter plaatse van de aderparen 3 en 4. In de jack is er in de contacten ook nog een twisting aangebracht. Op de zijkant van de jack zijn de kleuren van de aders afgedrukt volgens de standaarden 568-A en 22 568-B. Bij het afmonteren dienen een paar regels streng in acht genomen te worden: Zo is de twisting in de kabel heel belangrijk en mag hieraan niets veranderen worden tot vrijwel tegen de mesjes van de jack. Doordat ieder aderpaar een andere twisting heeft mag deze in of vlak voor de jack niet veranderd worden door zogenaamde “herstel werk”. Een extra twisting “omdat dit er mooier uitziet in de jack” kan dus echt niet. Aandachtpunten 9: 24. Belangrijk: Hou de natuurlijke twisting in takt.
Vóór de montage op de MGS 300 jack dient de buitenmantel verwijderd te worden met de datastripper. Zorg dat de stripper de buitenmantel tot 95 % insnijdt en verwijder daarna de mantel door deze rechtstandig eraf te Foto positie buitenmantel trekken. Dus de mantel niet knikken of dubbelvouwen om een vinger. De buitenmantel moet tot aan de voorzijde van de jack doorlopen. Positioneer de kabel zo dat de twee eerst af te monteren aderparen onder in de jack liggen, om latere kruising van de aderparen te voorkomen. Buig het eerste aderpaar (B-codering: wit/groen – groen) over de geleider tussen de eerste twee mesjes en maak boven die geleider een kleine opening in de twisting zodat dit aderpaar in de inkepingen boven de mesjes gedrukt kan worden. Foto aderpaar 1 Zorg hierbij dat de aders geen kleinere hoek dan 90° maakt en dat de twisting niet “open” komt te liggen. Breng nu het tweede aderpaar (B-codering: wit/blauw – blauw) tot boven de geleider tegenover het eerste paar en druk, weer door eerst een opening in te twisting gemaakt te hebben, deze in de inkepingen. Foto aderpaar 2 Dog nu met de stompe kant van het dogtool en de impact op low de eerste twee aderparen af maar knip nog niet de overlengte af, dit gebeurt in een later stadium. Op dezelfde wijze worden nu de aderparen 3 en 4 (B-codering: resp. wit/oranje – oranje en wit/bruin – bruin) op de juiste plaats gedrukt, waarbij weer extra zorg moet worden besteed aan de twisting welke in takt moet blijven en aan de niet te scherpe buiging van de aderparen naar de mesjes. Dog hierna ook deze beide aderparen af en zorg ervoor dat de aders hierbij niet beschadigd worden.
21 22
Bron: Handboek PL / CM Lucent, (Getranat) Van deze twee standaarden wordt bij “Bedrijf”“ de 568-B gebruikt.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
8
Foto aderpaar 3
Foto aderpaar 4
Voor het doggen van deze twee aderparen is de afgeronde kant van de stompe zijde van het bit bedoeld. De bodem van de MGS 300 jack heeft namelijk ter plaatse van paar 3 en 4 een verhoging, zodat de aders plat op die bodem komen te liggen. Zonder die afronding kunnen de aders beschadigd worden.
Hierna wordt de overlengte van de aders afgeknipt met de Foto afknippen van aders. dataknipper. Zorg hierbij dat de dataknipper goed vlak tegen de jack aanligt tijdens het knippen. Nu kan met de spudger nog eventuele kleine correcties op de positie van de aders worden aangebracht. Plaats nu het bijgeleverde kapje op de connector.
Foto correctie met spudger .
23
Bij het monteren van de MGS 300 jack in de “face plate” moet men letten op de problemen rond de bochtradius en de scherpe knikken bij mantel en aders. De geleiders in de jack komen aan de bovenkant, om stof en Foto jack in faceplate andere vervuiling te voorkomen. Ook kan men hierbij letten op de gedrukte tekst op de jack, deze moet normaal leesbaar zijn.
23
Montage plaat in de wand- of gootdoos.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
9
13. Afwerking op het patchmax paneel24 Het grote voordeel van het Patchmaxpaneel is de bereikbaarheid van de 110 IDC blokken in de opengeklapte positie. In dit voordeel schuilt meteen ook een gevaar, omdat bij het terugscharnieren van een afgemonteerd deel de kabels netjes in positie dienen te blijven, zonder dat deze een te kleine bochtradius krijgen of knikken. De kabelbundels dienen dus zo gefixeerd te worden dat er geen problemen optreden bij het terugscharnieren van de panelen. Foto kabelbundels opengeklapt paneel voorzijde De buitenmantel van de afgestripte kabel komt gelijk met de merkstreep dicht bij de eerste mesjes.
Foto kabelbundels dichtgeklapt paneel achterzijde
Positioneer de kabel zo dat het eerste aderpaar (wit blauw / blauw) het dichtst naar de eerste mesjes is gericht is en druk deze na eerst een oogje in de twisting gemaakt te hebben over de geleidepunt tot op de mesjes. Doe dit ook met de volgende aderparen, maar denk eraan dat de paren niet gekruist worden en er geen opening in de twisting komt, geen onttwisting optreed en Foto aderparen boven de mesjes. geen extra twisting in de aderparen komt. Als alle aders in positie liggen worden deze met het punchdowntool tussen de mesjes gedrukt. Denk hierbij aan de stand van het tool, deze moet naar alle kanten gezien haaks op de connectoren gericht zijn. Het punchdowntool moet in de stand “low” staan en er wordt met de stompe kant gewerkt. Nu wordt de overlengte van de aders afgeknipt met de dataknipper zo vlak mogelijk tegen de connector.
24
Bron: Handboek PL / CM, Lucent. (Getranat)
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
10
14. Afwerken op het M1100 paneel
25
De invoer van de kabels naar de 110 IDC blokken van het M1100 paneel dient in bundels van twaalf vanaf twee kanten te geschieden. Men werkt dus van links naar het midden Foto kabelbundels van twee kanten ingevoerd. en van rechts naar het midden. Als dit andersom zou gebeuren dan lopen er al kabels langs de blokken waar men nog moet afmonteren en is er dus te kort ruimte om het afmonteren naar behoren te doen. Ook hier geldt dat de buitenmantel zo ver mogelijk door loopt tot daar waar de aderparen afgemonteerd worden op de mesjes, hiervoor zijn merktekens op het paneel aangebracht. Ook zijn er rangeerogen aangebracht waar maximaal zes kabels in mogen worden geplaatst.
Foto kabelmantel t.o.v. het merkteken
Het bundelen van de kabels dient met klittenband te gebeuren om te voorkomen dat de kabels beschadigd worden door insnijdingen, wat met een kabelbandje snel kan gebeuren. Na het positioneren van een kabel worden de aders per paar boven de mesjes aangebracht en allen achter elkaar “afgedogt”. Denk hierbij weer aan het maken van een oogje in de twisting op de plaats van de geleidepunt, geen onttwisting, geen open twisting, geen extra twisting en geen hoeken kleiner dan 90°. Hier dient bij het doggen het bit met het mesje gebruikt te worden, daar de aansluitingen verspringen en hierdoor de draden voor de dataknipper niet bereikbaar zijn.
25
Bron: Handboek PL / CM, Lucent. (Getranat)
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
11
14. Afmontage op het 110VP VisiPatch paneel26 Het VisiPatch paneel is een modulair systeem wat naar behoefte zowel in de hoogte als in de breedte kan worden aangepast of uitgebreid. Het systeem kan in een kast worden bevestigd, maar is voornamelijk bedoeld om op een vlakke wand te monteren. De kunststof houders worden in elkaar geklikt zodat er in Foto Houders van VisiPatch paneel welke vorm dan ook, altijd een goede maatvoering is voor de te monteren componenten.
Na de montage van de houders en hulpstukken wordt op de onderste positie een wiringblock gemonteerd. Door de compacte bouwwijze is het noodzakelijk om van beneden naar boven te werken. De kabels worden vanaf de achterzijde tussen Foto: uitwaaien van kabels naar connectors de voorgevormde geleidenokjes gedrukt om zodanig in een waaiervorm naar de IDC blokken te gaan.
Het afmonteren op de IDC blokken geschiedt op dezelfde wijze als eerder genoemd, met in acht 27 neming van de voorschriften van Cat 6. Verder in dit document worden alle regels nog een keer Foto: afgepelde kabel vóór connector op een rij gezet. Foto: aders afgemonteerd op wiringblock Na het doggen van de afzonderlijke aders worden hier een connectionblock over aangebracht met een speciaal gereedschap, waar later de patchkabels op gedrukt worden. Deze connectionblocks zorgen er tevens voor dat de aders goed op hun plaats blijven. Foto: connectionblocks na montage Als het onderste blok is afgemonteerd wordt hier een deksel op aangebracht, waarna het tweede blok wordt gemonteerd.
Zo worden alle blokken (van onderaf) gemonteerd en van een deksel voorzien. Het resultaat zal nu een net en compact geheel vormen.
De patchkabels in dit concept hebben geen RJ 45 pluggen, maar zijn speciaal voor het VisiPatch systeem ontwikkeld. Foto: patchsnoeren naar achter gaand
Deze kabels lopen niet vóór het paneel langs maar er achter, zodat de bekende “spaghetti” niet of nauwelijks zichtbaar is.
Aan de achterzijde van de bedradingblokken zijn geleidebeugels om de patchsnoeren op te vangen.
26 27
Bron: Handboek PL / CM (Getranat) en: SYSTIMAX GigaSPEED Solution Product Guide Zie hiervoor de montage van de MGS 300 jack.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
12
15. Overzicht van problemen en redenen van afkeuring28 Hieronder worden de installatie instructies welke gelden voor Cat 6 kabel allen genoemd om zodoende een goede werking van een Cat 6 bekabelingsysteem te kunnen garanderen. Foto: Geleidebeugels.
•
Of de kabel geleverd wordt op een haspel of op rollen, beide keren dient de kabel met zo min mogelijk kracht afgerold te worden.
•
De kabel dient gelegd te worden en niet getrokken.
•
Indien de kabel in de nabijheid van voedingkabels komt dient voldoende afstand gehouden te 29 worden en dient in bijvoorbeeld een goot een scheidingsschot aangebracht te worden. Dit is 30 31 om de EMC te bevorderen, of anders gezegd, om de EMI tegen te gaan.
•
Metalen goten en scheidingschotten dienen deugdelijk geaard te worden.
•
Een te grote trekkracht of het torderen van de kabel leidt tot Return loss
•
Men mag niet over de kabel lopen af deze anderszins mechanisch belasten.
•
De Cat 6 1081 kabel is 20 % dikker dan de Cat 6 1071 kabel, dit houdt in dat er meer gootruimte nodig is en dat de buigradius groter is.
•
Overlengte van de kabel moet worden opgerold met een zo groot mogelijke radius.
•
Knikken en een te kleine buigradius leidt tot Return loss problemen.
•
Binnenhoeken van minder dan 90° mogen niet in de aderparen voorkomen.
•
De bochten dienen een radius van minstens 4 maal de diameter te hebben. Let op! Ook na montage in een wand- of gootdoos mag deze niet minder zijn. Foto: verkeerde manier kabel behandelen. Te kleine bochten kan knikken veroorzaken. Dit moet dus vermeden worden.
•
32
problemen.
33
•
In tegenstelling tot Cat 5 kabel mag de twisting van de aderparen niet verwijderd worden, dit 34 leidt tot Return loss, PSNEXT en PSELFEXT problemen.
•
De buitenmantel van de kabel is er niet alleen om de aderparen bij elkaar te houden maar heeft ook een diëlectrische functie. Het te veel verwijderen hiervan of het beschadigen leidt tot Return loss en PSELFEXT problemen.
•
Een extra twisting in de aderparen bij afmontage van een connector moet voorkomen worden.
28
Bron: Handboek PL / CM, Lucent. (Getranat) Binnen “Bedrijf”“ is hiervoor een tabel voorhanden. (Intranet) 30 Zie de begrippenlijst. 31 Zie de begrippenlijst. 32 Zie de begrippenlijst 33 Zie de begrippenlijst. 34 Zie de begrippenlijst. 29
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
13
• •
35
Bij het positioneren van de aderparen bij montage op een connector mag er geen opening in de twisting komen. Foto: diverse fouten bij Bij het corrigeren van de kabel of aderparen mag er geen aderparen spreiding van de aders optreden.
•
Na het aanstrippen van de kabel mag er geen kruising optreden van aderparen onderling.
•
Vermijdt verschillen van lengte van de aderparen.
•
Bij montage van een M1100 paneel in een 19” rek treedt er een probleem op met betrekking tot de bochtradius van de kabel bij aansluiting van de eerste connector. Avaya adviseert in dit geval om de buitenmantel een ½ cm meer af te strippen en een bochtje in de aderparen te 35 maken. Het probleem van een te ondiepe gootdoos wordt op dezelfde manier opgelost.
Volgens Gerard van Straalen van Avaya.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
14
36
16. Enkele begrippen, in de tekst genoemd •
EMC Elektromagnetische Compatibiliteit, is het vermogen van een elektrisch of elektronisch systeem om in het elektromagnetisch milieu, waarin het staat opgesteld, zonder aantasting van de goede werking kan functioneren.
•
EMI Elektromagnetische Interferentie is signaal transmissie of ontvangst die wordt veroorzaakt door de straling van elektrische of magnetische velden.
•
Return loss Dit is de hoeveelheid energie die teruggekaatst wordt ten gevolge van impedantie verschillen. De meeste Return loss ontstaat bij de connector overgang.
•
Cross talk Oftewel overspraak is de interferentie tussen de aderparen onderling en is de verhouding tussen verzonden en ontvangen signal.
•
NEXT Near End Cross talk is overspraak aan het begin van de kabel.
•
PSNEXT Power Sum Near End Cross Talk is de som van de overspraak van drie aderparen op één aderpaar.
•
PSELFEXT PowerSum Equal level far end cross talk.
•
UTP Unshielded Twisted Pair kabel is een kabel die bestaat uit één of meer getwiste aderparen die geen van allen zijn afgeschermd.
•
STP Shielded Twisted Pair kabel is een kabel die bestaat uit één of meer getwiste aderparen die samen voorzien zijn van een afscherming.
•
FTP Foil screened twisted pair kabel is voorzien van een metalen folie voor het scheiden van de aderparen.
•
Pair Engels voor aderpaar.
•
Multipair Meerdere aderparen in één mantel. Vanaf 25 paren en hoger.
•
VAR Value Added Reseller is een wederverkoper van in dit geval het kabelconcept.
36
Bron: Handboek PL / CM Algemeen. (Intranet)
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
15
•
SI System intigrator is een wederverkoper die in dit geval niet alleen het kabelconcept levert maar ook andere componenten en deze ook installeert.
•
GigaSPEED Kabelconcept van AVAYA voor Cat 6 norm. Is in 1997 door Lucent technologies ontwikkeld. Biedt een channel breedte van 250 Mhz
•
PowerSUM Kabelconcept van AVAYA voor Cat 5 E norm. Is in 1995 door Lucent Technologies ontwikkeld. biedt een channel breedte van 100 Mhz
•
Gigabit 1000 Megabit
•
Ethernet protocol Datacomunicatie protocol over een lokaal netwerk.
•
Routing Het tracé welke de kabel volgt.
RBOC Nieuwegein, Harmonielaan 2, 3438 EB Nieuwegein, +31 30 6044 632
16