Automobiellink > 417 │Eindejaarsbericht, 17 december 2010
De leden van het Team Automotive van Loyens & Loeff die verantwoordelijk zijn voor de uitgave van de AutomobieLLink, wensen u en de uwen fijne feestdagen en een goed en gelukkig Nieuw Jaar toe. In deze speciale uitgave kijken wij terug op het afgelopen jaar en brengen wij u op de hoogte van de belangrijkste wijzigingen in de belastingwetgeving die van toepassing is op de automobielbranche in 2010.
BPM en MRB In 2011 blijft vrijstelling BPM en MRB voor zeer zuinige auto’s ongewijzigd. Inmiddels rijden er in Nederland ruim 200.000 zeer zuinige auto’s. Omdat de fiscale korting op zuinig rijden bedoeld is als blijvende stimulans tot vergroening, gaat het kabinet de mogelijkheden van periodieke aanscherping van de voorwaarden (CO2-uitstootgrenzen) onderzoeken. Tevens kondigt het kabinet aan dat mensen voor langere tijd zekerheid hebben over de fiscale voordelen. Wie nu een zeer zuinige auto rijdt, profiteert in ieder geval tot 2013 van het nul-tarief in de motorrijtuigenbelasting. De in 2008 aangekondigde afbouw van de BPM en de daaraan gekoppelde verhoging van de motorrijtuigenbelasting is stilgezet in afwachting van een definitief besluit over de kilometerheffing. Echter, omdat er geen verschuiving plaatsvindt van BPM naar motorrijtuigenbelasting worden de CO2 tarieven van de BPM per 1 januari 2011 verder verhoogd. Tarieven BPM In 2010 is een begin gemaakt met de ombouw van de BPM van een heffing op basis van catalogusprijs naar een heffing op basis van CO2-uitstoot. Die lijn wordt in 2011 doorgezet, wat resulteert in aangepaste tarieven en percentages. Vanaf 2013 is de BPM volledig gebaseerd op de hoeveelheid CO2-uitstoot. Berekeningstabel BPM (voor personenauto’s) 2011 basispercentage BPM (in % catalogusprijs) 19,0% benzinekorting € -824 dieseltoeslag € 1.526 CO2-grenzen benzine eerste schijf (gr/km) 110 tweede schijf (gr/km) 180 derde schijf (gr/km) 270 CO2-grenzen diesel (gelden ook voor aardgasauto’s) eerste schijf (gr/km) 95 tweede schijf (gr/km) 155 derde schijf (gr/km) 232
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010
tarief eerste schijf euro per gr/km € 61 tarief tweede schijf euro per gr/km € 202 tarief derde schijf euro per gr/km € 471 Overige maatregelen •
Vanaf 1 januari 2011 wordt de aanschaf van dieselpersonenauto’s die voldoen aan de Euro-6 norm gestimuleerd door een korting op de BPM. Deze korting bedraagt in 2011 € 1.500, in 2012 € 1.000 en in 2013 € 500;
•
De korting op de BPM voor personenauto’s met een CO2 uitstoot van minder dan 120 gram per km wordt verlaagd van € 750 tot € 500;
•
De korting op de BPM ad € 5.000 of € 2.500 voor personenauto’s met hybride aandrijvingen van energie-efficiëntieklasse A respectievelijk B is vervallen;
•
De motorrijtuigenbelasting voor motoren wordt zowel in 2011 als in 2012 met 6% verhoogd, en in 2013 met 12%. Deze verhoging is het gevolg van een besluit uit 2008.
Teruggaafregeling BPM in strijd met Europees recht Onlangs heeft het Hof van Justitie bepaald dat indien een Nederlandse ingezetene of een in Nederland gevestigde onderneming een auto met een niet-Nederlands kenteken leaset bij een leasemaatschappij buiten Nederland, niet het volledige bedrag van de BPM geheven mag worden en later, na afloop van de leaseovereenkomst en uitvoer van de auto, het restantbedrag aan BPM mag worden terugbetaald. Het HvJ bepaalt dat in die situatie slechts een bedrag aan BPM geheven mag worden die evenredig is aan de periode dat de auto in Nederland zal verblijven. Zelfs een rentevergoeding over het terug te betalen bedrag aan BPM kan er niet toe leiden dat de heffing van het volle bedrag aan BPM in die situatie gerechtvaardigd is. Het gevolg van deze beschikking is dat de teruggaafregeling in de Wet BPM voor de hierboven beschreven situatie niet mag worden toegepast. Op grond van het huidige systeem kan dan geen BPM heffing plaatsvinden. De Wet BPM zal moeten worden gerepareerd; er zal gekozen moeten worden voor een systeem waarbij bij registratie of aanvang van het gebruik van de weg direct rekening wordt gehouden met de tijd dat de auto in Nederland zal verblijven. De reparatie zal naar verwachting zo worden uitgevoerd dat auto’s waarvan nu geen BPM kan worden geheven alsnog onder de heffing van BPM zullen worden gebracht.
Opcenten MRB Kleinste stijging opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting in tien jaar De provincies verwachten komend jaar 1,441 miljard euro te ontvangen aan opcenten motorrijtuigenbelasting. Dat is 1,9 procent meer dan in 2010. Sinds de eeuwwisseling is de stijging nog nooit zo klein geweest. In 2010 steeg de opbrengst met 2,8 procent. Tot en met 2009 nam de opbrengst opcenten met gemiddeld 8,6 procent per jaar toe.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010
Zeven van de twaalf provincies verhogen tarief opcenten niet De provincies mogen zelf, tot een bepaald maximum, het tarief voor de opcenten bepalen. Het maximumtarief voor 2011 is 119,4 opcenten. Zuid-Holland heeft met 95 opcenten het hoogste tarief, Noord Holland met 67,9 opcenten (wederom) het laagste. In 2011 verhogen zeven van de twaalf provincies het tarief niet. Zeeland heeft al acht jaar lang hetzelfde tarief. Bron: CBS. U kunt doorklikken naar het complete bericht. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/ overheid-politiek/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3280-wm.htm
BTW: Alternatieve berekeningswijze BTW-correctie privégebruik auto van de zaak? Voor de berekening van de btw-correctie ter zake van het privégebruik door de werknemer van de auto van de zaak wordt veelal aansluiting gezocht bij de bijtelling voor de loonbelasting (meestal 25% van de cataloguswaarde van de auto). Basis hiervoor is een beleidsbesluit van de staatssecretaris van Financiën. De btw-correctie wordt op basis van dit besluit forfaitair gesteld op 12% van de bijtelling. Het besluit staat de belastingplichtige onder omstandigheden toe een alternatieve berekeningswijze te hanteren. De belastingplichtige zal dan bijvoorbeeld aan de hand van een sluitende kilometeradministratie moeten bewijzen dat de kosten die verband houden met de gereden privékilometers lager uitvallen dan de forfaitaire berekende kosten. Er is een zogenoemde proefprocedure aanhangig gemaakt waarin de rechter zich zal buigen over de vraag in hoeverre het is toegestaan om de btw-correctie te berekenen aan de hand van een methode, anders dan die op basis van het forfait of een sluitende kilometeradministratie. Zo is in het verleden een rapport verschenen van een adviesorganisatie op het gebied van vervoer, waaruit blijkt dat de zakelijke rijder de auto van de zaak voor ongeveer 26% gebruikt voor het maken van privékilometers. De btw op lease-, brandstof- en overige autokosten is dan aftrekbaar naar een percentage van ongeveer 74% (100% -/- 26%). Afhankelijk van het aantal gereden kilometers kan een berekening aan de hand van dit rapport tot een gunstiger resultaat leiden. Het is op dit moment onzeker of en in hoeverre de proefprocedure succesvol zal blijken. Het is daarom raadzaam om voor dit jaar (de btw-correctie wordt doorgaans bij de laatste aangifte van het jaar gemaakt) en toekomstige jaren diverse methodes (zoals die gebaseerd op basis van bedoeld rapport) door te rekenen en, indien dit tot een gunstiger resultaat leidt, bezwaar te (blijven) maken tegen de afdracht van de btw-correctie op basis van het forfait of kilometeradministratie.
VPB Tarief Voorgesteld wordt het tarief van de vennootschapsbelasting fractioneel te verlagen tot 20% voor winsten tot en met EUR 200.000 en 25% over het meerdere. Tijdelijke maatregel voor willekeurig afschrijven Voorgesteld wordt de tijdelijke maatregel die het mogelijk maakt fiscaal willekeurig af te schrijven op diverse bedrijfsmiddelen ook van toepassing te laten zijn op investeringen gedaan in 2011. advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010
Investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen kunnen op grond van deze regeling gedurende twee jaar willekeurig worden afgeschreven tot de restwaarde. De maximale jaarlijkse afschrijving is gesteld op 50%. De regeling is niet van toepassing op o.a. investeringen in bedrijfsgebouwen, personenauto’s en motoren, immateriële activa en bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn om aan derden ter beschikking te worden gesteld. De regeling is onder meer wel van toepassing op vrachtauto’s en bestelauto’s en zeer zuinige personenauto’s. Aanscherping percentage willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (VAMIL) Voorgesteld wordt om de willekeurige afschrijving voor kwalificerende milieubedrijfsmiddelen met ingang van 1 januari 2011 tijdelijk aan te scherpen. De willekeurige afschrijving is vanaf die datum gemaximeerd op 75% (was 100%) van de aanschaffingskosten c.q. voortbrengingskosten. Per 1 januari 2014 wordt voorgesteld terug te keren naar het oorspronkelijke percentage. Aanpassing percentages energie-investeringsaftrek (EIA) en milieu-investeringsaftrek (MIA) Ondernemers die investeren in aangewezen energie-investeringen en aangewezen milieuinvesteringen mogen in het jaar van investering een extra bedrag ten laste van hun winst brengen. Dit extra bedrag (de zogenoemde EIA of MIA) is gelijk aan een percentage van het bedrag van hun investering. Voorgesteld wordt het percentage van de EIA te verlagen tot 41,5% in 2011 (was 44%) en de percentages van de MIA te verlagen tot 36%, 27% en 13,5% in 2011 (was respectievelijk 60%, 50% en 35%). Het percentage is afhankelijk van de soort bedrijfsmiddel waarin wordt geïnvesteerd. Voorgesteld wordt voorts per 1 januari 2014 terug te keren naar de oorspronkelijke percentages. Verruimde carry back verliezen In het Belastingplan 2011 is voorgesteld om de tijdelijke verruiming van de achterwaartse verliesverrekening ook toe te mogen passen in 2011. Op grond van deze regeling is het mogelijk verliezen drie jaar achterwaarts te verrekenen en zes jaar voorwaarts, in plaats van de hoofdregel dat verliezen één jaar achterwaarts en negen jaar voorwaarts kunnen worden verrekend. De regeling wordt toegepast op verzoek van de belastingplichtige en is gemaximeerd tot een verlies ten bedrage van EUR 10 miljoen per extra ‘verrekeningsjaar’. Verliescompensatie voor verliezen van vóór 2002 Met ingang van 1 januari 2007 zijn de termijnen voor verliesverrekening gewijzigd. Sinds deze datum zijn verliezen nog slechts één jaar achterwaarts en negen jaar voorwaarts verrekenbaar. Op grond van overgangsrecht zijn verrekenbare verliezen van het boekjaar 2002 en daarvoor nog voorwaarts verrekenbaar tot 1 januari 2012. Voor deze verliezen is 2011 het laatste jaar waarin deze gecompenseerd kunnen worden.
Loonbelasting, eerst een terugblik en dan vooruitkijkend naar 2011 Boetes voor onterechte verklaring geen privé gebruik In 2010 werd streng gecontroleerd op het privé gebruik auto van de zaak en werd aangekondigd dat bij onterecht niet bijtellen van het forfait voor privé gebruik, boetes konden en zouden worden opgelegd. De boete kan oplopen tot 100% van de alsnog verschuldigde belasting als een onjuiste of onvolledige kilometer administratie wordt overlegd (automobiellink 394).
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010
Bijtelling voor 2 auto’s tegelijk Voor de bijtelling voor een ter beschikking gestelde auto gaat het slechts om de vraag of die door de werkgever ter beschikking is gesteld. Zo ja, dan geldt er een bijtelling van ten minste 25%, tenzij de gebruiker bewijst dat het privé gebruik op jaarbasis minder bedraagt dan 500 kilometer. Ook als meer dan een auto (tegelijk of volgtijdig) ter beschikking gesteld wordt geldt dit. Uiteraard is de bijtelling wel slechts van toepassing voor de duur dat de betreffende auto ter beschikking is gesteld. Bij gebrek aan bewijs omtrent het privé gebruik, kan er dan een bijtelling voor meer dan één auto volgen, ook als die auto’s slechts door 1 persoon feitelijk kunnen worden gebruikt. Een directeur die twee auto’s van de zaak ter beschikking had kwam er zo achter dat hij voor beide auto’s voor het gehele jaar een bijtelling kreeg. Bijtelling auto van de zaak voor voormalige werknemer met WAO-uitkering X genoot met ingang van het jaar 2003 een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV. Daarvoor was X jarenlang als servicemonteur in dienstbetrekking werkzaam bij B bv. Gelet op de staat van dienst en de ernst van de ziekte van X, heeft B bv na beëindiging van de dienstbetrekking een personenauto aan hem ter beschikking gesteld voor privégebruik. Bij de aanslagregeling over 2005 stelt de inspecteur dat het autokostenforfait op X van toepassing is. Rechtbank Arnhem verklaart het beroep daartegen gegrond. Volgens de rechtbank ontbreekt het vereiste werknemerschap omdat X in het jaar 2005 niet meer in dienstbetrekking stond tot B bv. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie echter gegrond. Volgens artikel 3.82, aanhef en letter a, Wet IB 2001, wordt tot het loon gerekend het voordeel dat de belastingplichtige heeft uit een hem als werknemer in de zin van de wettelijke bepalingen van de loonbelasting ter beschikking gestelde auto. Artikel 2, eerste lid, Wet LB 1964 regelt dat een werknemer, voor zover hier van belang, de natuurlijke persoon is die van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere dienstbetrekking. Onder ‘loon’ moet in dit verband overeenkomstig artikel 10 Wet LB 1964 worden verstaan: al hetgeen uit een vroegere dienstbetrekking wordt genoten. Tot dit loon behoort ook het voordeel uit een ter beschikking gestelde auto. In het jaar 2003 hoefde over de bijtelling niet te worden ingehouden. Sinds 2006 dient op grond van een wijziging in de Wet op de loonbelasting 1964 wel over de bijtelling te worden ingehouden. Voor loon uit een vroegere dienstbetrekking is de inhoudingsplichtige, degene die het loon verstrekt. Dat zou in de bovenstaande casus B Bv geweest zijn. Mocht u ook aan oudwerknemers nog gedurende enige tijd een auto ter beschikking stellen, dient u in de salarisadministratie ter zake een bijtelling te verantwoorden en de daarover verschuldigde loonheffing af te dragen. Het afgedragen bedrag zult u op de oudwerknemer moeten verhalen. Eigen bijdrage voor privégebruik te dure auto slechts deels aftrekbaar De Hoge Raad heeft beslist dat de eigen bijdrage die een werknemer aan zijn werkgever betaalt omdat hij in een ‘duurdere’ leaseauto wil rijden, slechts op de bijtelling voor het privégebruik in aftrek gebracht kan worden voor zover de auto voor privéritten is gebruikt. Dit arrest is verrassend te noemen, ondanks dat het een bevestiging is van de uitspraak die het Gerechtshof eerder in deze casus deed.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010
De procedure had betrekking op het jaar 2003. De procedure heeft dus betrekking op de bijtelling in de inkomstenbelasting. Sinds 1 januari 2006 moet het voordeel van de auto van de zaak in de salarisadministratie worden verwerkt en moet er loonheffing worden ingehouden op de bijtelling wegens het privégebruik van de auto. In een mededeling van de belastingdienst van januari 2006 alsmede in het Handboek Loonheffingen van 2006, 2007 en 2008 is opgemerkt dat een ‘bovennormbijdrage’ wel op de bijtelling in mindering gebracht kan worden. Met ingang van 2009 is de bewoording in het Handboek Loonheffingen gewijzigd. Als gevolg van haar informatieverstrekking heeft de Belastingdienst de indruk gewekt dat een bovennormbijdrage mag worden afgetrokken van de bijtelling zonder dat een splitsing nodig is. Het is dan ook de vraag hoe de Belastingdienst met het arrest zal omgaan. Het is in ieder geval een goed idee om het lease reglement er eens op na te lezen. Belastingplannen 2011 2011 staat in het teken van de invoering van De werkkostenregeling Per 1 januari 2011 wordt de werkkostenregeling ingevoerd. Tot en met 2013 kan naar keuze van de werkkostenregeling gebruik worden gemaakt, of van het huidige wettelijke systeem. Op voorhand is niet direct te zeggen of de werkkostenregeling of juist het huidige wettelijke regime gunstig(er) is. Maar omdat de automobielbranche gebruikelijk veel gebruik maakt van ‘secundaire arbeidsvoorwaarden’ achten wij de kans groot dat de werkkostenregeling voor de werkgevers in de automobielbranche niet gunstig uitpakt. Voorbeelden van secundaire arbeidsvoorwaarden zijn bijvoorbeeld auto van de zaak, inventie reizen, er veel gedaan wordt aan opleiding en training, en ook op het gebied van representatie zit men in de automobiele wereld niet stil! Het is raadzaam om in 2011 te bezien of het zinvol is om de werkkostenregeling toe te gaan passen (per 2012) en de nodige maatregelen te nemen. Mocht u het huidige regime voor de loonbelasting in 2011 willen hanteren, dan is het goed te beseffen dat er wel een wijziging optreedt bij personeelsfeesten. In 2010 is een personeelsfeest belastingvrij (tenzij het feest uitsluitend voor de DGA en diens partner is) en er er geen limiet is op de kosten. Maar in 2011, als u kiest voor voortzetting van het huidige wettelijke systeem is het maximale belastingvrije bedrag voor een personeelsfeest in 2011 € 454 per werknemer. Is het feest duurder, dan is het meerdere belastbaar loon. Heeft u vragen over bovenstaand onderwerp, neem dan contact met ons op:
[email protected]
Disclaimer Hoewel deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaardt Loyens & Loeff N.V. geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder haar medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 417 ● Eindejaarsbericht, 17 december 2010