Automobiellink > 426 │22 december
2011
De leden van het Team Automotive van Loyens & Loeff die verantwoordelijk zijn voor de uitgave van de AutomobieLLink, wensen u en de uwen fijne feestdagen en een goed en gelukkig Nieuw Jaar toe. In deze speciale uitgave kijken wij terug op het afgelopen jaar en brengen wij u op de hoogte van de belangrijkste wijzigingen in de belastingwetgeving die van toepassing is op de Automobielbranche in 2011.
Belastingplan 2012, Overige fiscale maatregelen en de Autobrief Op dinsdag 20 december 2011 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2012, het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2012, de Wet uitwerking autobrief en de Geefwet.
BTW Btw auto van de zaak Vanaf 1 juli 2011 Met ingang van 1 juli 2011 kunnen aftrekgerechtigde ondernemers de btw op autokosten in aftrek brengen. Maar als een auto van de zaak kosteloos in gebruik wordt gegeven voor privédoeleinden van de ondernemer of een werknemer, wordt het werkelijke privégebruik belast als een (fictieve) dienst. In tegenstelling tot daarvoor wordt woon- werkverkeer in dit kader als privégebruik gezien. Voor de fictieve dienst wordt de belaste vergoeding gesteld op het privéaandeel in het totale gebruik x de autokosten. Vanaf 2012 omvatten deze alle uitgaven voor de auto, waaronder ook de directe verbruikskosten, zoals brandstofkosten. In een eerder beleidsbesluit was al goedgekeurd dat de btw die is verschuldigd over de fictieve dienst mag worden berekend via een forfait van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM). Deze goedkeuring is slechts mogelijk indien uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Over de toekomstige toepassing van het forfait en een eventuele opname ervan in de wet, wordt overleg gevoerd met de Europese Commissie en het georganiseerde Nederlandse bedrijfsleven.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 426 ● 22 december 2011
Nieuw in het wetsvoorstel is een corrigerende heffing voor auto’s die niet kosteloos in gebruik worden gegeven, maar tegen een vergoeding die lager is dan de ‘normale waarde’. In die situaties vindt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2011 heffing van btw plaats over het verschil tussen de lagere en de normale waarde. De normale waarde is het bedrag dat voor het gebruik betaald zou moeten worden aan een onafhankelijke leverancier. Bij het vaststellen van de normale waarde moet rekening worden gehouden met de verhouding tussen privé en zakelijke kilometers, zodat vaste kostencomponenten slechts voor het privéaandeel in het totale autogebruik in de btw-heffing worden betrokken. Periode januari – juni 2011 De nieuwe regelgeving heeft werking vanaf 1 juli 2011. Voor het verleden blijft het BUA van kracht, alsmede de oude forfaitaire regeling van een btw-aftrekcorrectie van 12% van de bijtelling voor de loonof inkomstenbelasting. Zoals wij eerder hebben bericht geven een recente uitspraak van Rechtbank Haarlem en de eigen mededeling van de Staatssecretaris in de Autobrief echter argumenten voor de stelling dat er in geen geval een aftrekcorrectie hoeft te worden aangegeven, ongeacht de milieuklasse van de auto. Het Ministerie van Financiën bestrijdt dit en gaat in hoger beroep tegen het oordeel van Rechtbank Haarlem. De definitieve uitkomst van deze procedure is nog onzeker. Om gebruik te kunnen maken van een mogelijke definitieve bekrachtiging van de uitspraak van de Rechtbank, raden wij aan om de btw-correctie voor het eerste halfjaar van 2011 in de laatste aangifte van 2011 aan te geven (standaard volgens het oude forfait 3% x cataloguswaarde x 50% of het lagere forfait voor milieuvriendelijke auto’s) en vervolgens binnen zes weken na indiening en betaling van de aangifte bezwaar te maken tegen (het bedrag van) de correctie voor het eerste halfjaar van 2011. In dat bezwaar kan als motivering verwezen worden naar de lopende procedure en kan verzocht worden de afhandeling van het bezwaar op te schorten tot de definitieve uitkomst bekend is. Wij beschikken in dit verband over een voorbeeldbezwaar. Naast aansluiting bij de forfaitaire regeling bijtelling inkomsten- of loonbelasting wordt goedgekeurd dat men ook 27% van de werkelijk gemaakte en geadministreerde autokosten waarop btw drukt kan aanmerken als toerekenbaar aan privé gereden kilometers als deze auto’s zakelijk en privé worden gebruikt ( 26% indien geen woon-werkverkeerkilometers). Indien deze goedkeuring niet wordt of kan worden toegepast over het jaar van aanschaf, dient de aanschafprijs (ex btw) voor 1/5 deel jaarlijks te worden opgeteld bij de autokosten zolang na het jaar van aanschaf nog geen vier jaren zijn verstreken en zolang de correctie op grond van het BUA plaatsvindt. Dit kan slechts worden toegepast voor nog niet onherroepelijk vaststaande tijdvakken. Periode vóór 2011 Btw-aftrekcorrecties die voor reeds verstreken jaren zijn aangegeven zijn in beginsel onherroepelijk en niet meer vatbaar voor een rechtsgeldig bezwaar. Alleen wanneer voor die jaren op andere gronden tijdig bezwaar is gemaakt en de bezwaren nog niet definitief zijn afgehandeld, kunnen die bezwaren worden aangehouden onder verwijzing naar de procedure van Rechtbank Haarlem.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 426 ● 22 december 2011
BTW behandeling commissariaten Op 29 september 2011 heeft de Europese Commissie Nederland formeel verzocht de btw-voorschriften voor de behandeling van leden van raden van commissarissen aan te passen. Op dit moment geldt dat het vervullen van vier of minder commissariaten niet tot btw-ondernemerschap leidt. Om die reden kan de belastingdienst, indien vijf of meer commissariaten worden vervuld door één persoon, het standpunt innemen dat die commissariaten worden vervuld als btw-ondernemer en dat de vergoedingen derhalve belast zijn met btw. In de praktijk hanteert de belastingdienst deze handelswijze. Indien de commissaris het lidmaatschap als btw-ondernemer vervult, dan heeft de commissaris recht op aftrek van voorbelasting op de kosten die verband houden met het vervullen van het commissariaat. De Europese Commissie is van mening dat het werk als commissaris, zelfs al is het maar voor één raad van commissarissen, als een economische activiteit moet worden beschouwd die aan btw is onderworpen. Het feit dat Nederland pas btw-ondernemerschap aanneemt indien meer dan vier commissariaten worden vervuld, heeft volgens de Europese Commissie tot gevolg dat diensten die belast zijn met btw effectief worden vrijgesteld. Indien Nederland vrijwillig de btw-voorschriften voor commissarissen aanpast, dan wel daar door het Hof van Justitie toe wordt gemaand, zal dat als gevolg hebben dat een groter aantal commissarissen als ondernemer voor de heffing van btw zal kwalificeren en dat in voorkomende gevallen btw over de vergoeding in rekening dient te worden gebracht. Naast extra administratieve verplichtingen voor de commissaris kan dit, in het geval van ondernemers die van btw vrijgestelde prestaties verrichten, leiden tot extra kosten in de vorm van niet aftrekbare btw op de commissarisvergoedingen.
BPM Samenvatting maatregelen BPM per 1 januari 2012 • De CO2-schijfgrenzen worden jaarlijks per 1 januari neerwaarts bijgesteld (in 2012 per 1 juli). Tot 1 juli 2012 is de tariefstructuur zoals beschreven in het Belastingplan 2011 van toepassing. In dit wetsvoorstel worden de CO2-schijfgrenzen voor de jaren tot en met 2015 vastgelegd. • De CO2-grenzen voor benzine en diesel groeien langzaam naar elkaar toe tot gelijke waarden in 2015. • De vaste dieseltoeslag wordt met ingang van 1 juli 2012 vervangen door een CO2-gerelateerde dieseltoeslag. Deze toeslag wordt dan ook met ingang van die datum verschuldigd en zal tot en met 2015 jaarlijks worden bijgesteld.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 426 ● 22 december 2011
BPM tarieven per 1 juli 2012 De BPM tarieven worden met ingang van 1 juli 2012 als volgt gewijzigd: De belasting voor een personenauto wordt bepaald aan de hand van de volgende tabellen. Bij een CO2-uitstoot van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting voor een personenauto die wordt aangedreven anders dan door een motor met compressieontsteking, het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal gram/ km CO2-uitstoot dat de in kolom I vermelde CO2-uitstoot te boven gaat
I 102 gram/km 159 gram/km 237 gram/km 242 gram/km
II 102 159 237 242 -
III 0 0 € 5 757 € 15 195 € 16 310
Bij een CO2-uitstoot van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting voor een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal gram/ km CO2-uitstoot dat de in kolom I vermelde CO2-uitstoot te boven gaat
I 91 gram/km 143 gram/km 211 gram/km 225 gram/km
II 91 143 211 225 -
III 0 0 € 5 252 € 13 480 € 16 602
IV 0 € 101 € 121 € 223 € 559
IV 0 € 101 € 121 € 223 € 559
Het bedrag van de belasting wordt op grond van de tabel verhoogd met 11,1 percent van de netto catalogusprijs en: a. verminderd met € 450; of b. in geval van een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking vermeerderd met een bedrag van € 40,68 per gram/km CO2-uitstoot boven de 70 gram/km CO2uitstoot.
Samenvatting maatregelen MRB per 1 januari 2012 De vrijstelling van de MRB voor zeer zuinige auto’s vervalt per 1 januari 2014 voor zowel nieuwe als bestaande personenauto’s. Hierdoor zal de MRB vanaf 2014 alleen nog op gewicht gebaseerd zijn. • Tot 1 januari 2014 gelden de huidige CO2-vrijstellingsgrenzen (benzine 110 gr/km, diesel 95 gr/km). • Personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km zullen tot en met 2015 worden vrijgesteld.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 426 ● 22 december 2011
MRB: oldtimers Er zal per 1 januari 2012 geen bevriezing van de vrijstelling van MRB voor oldtimers plaatsvinden. In plaats van de in het Belastingplan 2009 voorziene volledige uitsluiting van motorrijtuigen die op de vaste datum van 1 januari 2012 minder dan 25 jaar geleden in gebruik zijn genomen, blijft de vrijstelling verbonden aan een algemene leeftijdsgrens. De huidige voorwaarde dat het voertuig 25 jaar of ouder moet zijn wordt daarbij vervangen door de voorwaarde dat het motorrijtuig ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen. Voor nieuwe gevallen - dat wil zeggen motorrijtuigen die op 31 december 2011 nog geen 25 jaar oud zijn - strekt de vrijstelling zich daarbij niet langer uit tot een eventuele brandstoftoeslag. Concreet zullen personenauto’s en bestelauto’s van particulieren die rijden op diesel en LPG en de komende jaren voor het eerst in aanmerking komen voor de oldtimervrijstelling nog wel de diesel en LPG toeslag in de MRB betalen maar niet het basisbedrag. Tevens zullen ze vrijgesteld zijn van de provinciale opcenten. Voor voertuigen die op 31 december 2011 al 25 jaar of ouder zijn en op grond van de huidige regelgeving voor de vrijstelling in aanmerking komen, wordt een overgangsregeling getroffen. Hoewel deze auto’s nog niet voldoen aan de termijn van 30 jaar, behouden zij ook na 31 december 2011 de huidige vrijstelling, inclusief eventuele brandstoftoeslag. Daarnaast wordt een overgangsregeling getroffen voor voertuigen die de komende jaren de leeftijd van 25 jaar bereiken en bij handhaving van de 25-jaarsgrens al eerder in aanmerking zouden zijn gekomen voor de vrijstelling. Voertuigen die in 1987 voor het eerst in gebruik zijn genomen komen na 26 jaar in aanmerking voor de vrijstelling. Voor voertuigen uit 1988 ligt de grens bij 27 jaar, voor voertuigen uit 1989 bij 28 jaar en voor voertuigen uit 1990 bij 29 jaar. Voor voertuigen die voor het eerst in gebruik zijn genomen na 1990 is de algemene grens van 30 jaar van toepassing. De overgangsbepaling verliest op 1 januari 2021 haar belang en wordt per die datum weer ingetrokken.
Arresten Hoge Raad: toepassing herstelbeleid voor bestelwagens die niet aan inrichtingseisen voldoen Op 16 december 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden arrest gewezen in twee procedures ter zake van BPM die is geheven van bestelwagens die niet aan de wettelijke inrichtingseisen voor de BPM voldeden. Ingevolge een kaderbesluit van de Minister van Financiën dient bij een geringe afwijking van de wettelijke eisen een herstelbeleid te worden toegepast, inhoudende dat de persoon in de gelegenheid wordt gesteld deze afwijkingen te herstellen binnen een bepaalde termijn. De Hoge Raad oordeelt in deze zaken dat de mogelijkheid tot herstel moet worden geboden in gevallen dat het herstel betrekkelijk eenvoudig kan worden gerealiseerd. Omdat het Gerechtshof niet was ingegaan op de stelling dat het herstel betrekkelijk eenvoudig kon worden gerealiseerd, oordeelde de Hoge Raad dat het hoger beroep gegrond was en dat de zaak voor verdere beoordeling moet worden terugverwezen. Arresten de Hoge Raad der Nederlanden van 16 december 2011, zaaknummers 11/02174 en 10/03182
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Automobiellink > 426 ● 22 december 2011
Accijnsmaatregelen Accijnstarief LPG Het accijnstarief voor vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG), vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) en vloeibaar gemaakt biogas (LBG) zal, in plaats van in twee stappen, in vier jaarlijkse stappen van € 12,50 worden verhoogd met in totaal € 50 per 1000 kg. De eerste stap wordt op 1 januari 2012 genomen. Daarnaast wordt het tarief in de energiebelasting voor aardgas dat via een aansluiting aan een CNGvulstation wordt geleverd, in vier stappen verhoogd tot € 0,16 per kubieke meter. De eerste stap gaat in op 1 januari 2012.
Heeft u vragen over bovenstaand onderwerp, neem dan contact met ons op:
[email protected]
Disclaimer Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.
AMSTERDAM • ARNHEM • BRUSSEL • EINDHOVEN • LUXEMBURG • ROTTERDAM • ARUBA • CURAÇAO DUBAI • FRANKFURT • GENÈVE • LONDEN • NEW YORK • PARIJS • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH