Auteur: C. C. M. Brakeboer
“Every man needs to know that however high his aspirations may be, however lofty a position he may attain, he will never have a greater duty or a more important title than ‘dad’” (Citaat van George W. Bush)
Naam auteur: CCM Brakeboer Enkhuizen, Juni 2001 Afstudeerscriptie in het kader van de studie oefentherapie-Mensendieck aan de Hogeschool van Amsterdam, Instituut Mensendieck, Voeding en Dietetiek.
“Zwangerschapscursus voor partners”
2
Voorwoord Deze scriptie is geschreven tijdens de eindfase van de opleiding oefentherapie-Mensendieck. Ik heb met veel plezier aan deze scriptie gewerkt, ondanks dat ik het heb geschreven tijdens het laatste blok van de eindfase. Het leukste, wat tegelijkertijd het lastigste aspect was van het schrijven van de scriptie, was dat er wel veel informatie te vinden was, deze informatie verspreid in diverse boeken en andere bronnen te vinden was. Ook was de combinatie van zwangerschapscursussen, oefentherapie-Mensendieck en partners van zwangere vrouwen niet zo specifiek beschreven, zodat het veel combineren van gegevens en kennis was. Ik wil in dit voorwoord graag een aantal mensen bedanken door wie ik zonder hun steun deze scriptie niet had kunnen schrijven zoals deze nu is geworden. Mijn vriend, mijn ouders, mijn schoonouders, mijn zus en mijn zwager. Met dank aan mijn scriptiedocente voor het snelle reageren als ik haar een vraag of concept stuurde.
“Zwangerschapscursus voor partners”
3
Korte samenvatting van de scriptie De scriptie is geschreven vanuit een probleemstelling: hoe kun je als oefentherapeutMensendieck een bijdrage leveren aan een optimaal beleven van de zwangerschap, partus en postnatale periode door de partner door middel van een zwangerschapscursus voor partners. Uit deze probleemstelling volgde een aantal deelvragen. Aan de hand van de antwoorden die ik op de deelvragen kreeg, heb ik de scriptie geschreven. Het doel van de scriptie is om de begeleiders van zwangerschapscursussen het nut, de voor- en nadelen in te laten zien van een zwangerschapscursus voor partners. Samengevat is de scriptie een aanvullende cursus op de reguliere zwangerschapscursussen, maar specifiek gericht op de partner, welke veranderingen de partner kan verwachten en hoe de partner de eventuele problemen en veranderingen met deze veranderingen en problemen om kan gaan tijdens de drie perioden van de zwangerschap; de zwangerschap zelf, de bevalling en de kraamtijd. Aan het einde van de scriptie kon ik de conclusie trekken dat men als oefentherapeutMensendieck een bijdrage kan leveren door met name de partner bewust te maken van de diverse veranderingen die kunnen plaatsvinden in niet alleen de beleving van de vrouw die moeder wordt, maar ook in de beleving van de aanstaande vader/partner. De partner wordt bewust gemaakt over de balans tussen de belasting en belastbaarheid, zowel lichamelijk als geestelijk, en leert hoe hij deze balans in stand kan houden of op kunnen bouwen tijdens de drie perioden rond de zwangerschap.
“Zwangerschapscursus voor partners”
4
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding
7
§1.1 §1.2 §1.2.1 §1.2.2 §1.3 §1.3.1 §1.3.2 §1.4
7 7 7 7 8 8 8 8
Wat wordt er nader bekeken in deze scriptie? Waarom wordt dit onderwerp onder de loep genomen? Motivatie van de schrijfster Het doel van de scriptie Voor wie is de scriptie geschreven? Wat is de doelgroep? Voor welke disciplines is het nog meer zinvol om deze scriptie te lezen? Hoe zit deze zwangerschapsscriptie in elkaar?
Hoofdstuk 2: Er was eens…..(geschiedenis)
10
§2.1 §2.2 §2.3 §2.4
10 12 12 13
Geschiedenis van het Nederlandse gezin Geschiedenis van zwangerschapscursussen Het belang van zwangerschapscursussen Het belang van deze specifieke zwangerschapscursus
Hoofdstuk 3: Wat en waarom zwangerschapsbegeleiding volgens de methode Mensendieck? 14 §3.1
De rol van oefentherapie-Mensendieck-begeleiding ten aanzien van zwangerschapscursussen §3.2 Voor welke periode van de zwangerschap is oefentherapeutische begeleiding van belang en waarom worden deze perioden nader bekeken? §3.2.1 Nut van begeleiding tijdens de zwangerschap. §3.2.2 Nut van begeleiding tijdens de bevalling §3.2.3 Nut van begeleiding tijdens de kraamtijd
14 14 15 15 16
Hoofdstuk 4: De periode tijdens de zwangerschap
18
§4.1 §4.2 §4.2.1 §4.2.2 §4.2.3 §4.3 §4.4 §4.5 §4.6
18 18 19 20 20 21 21 21 22
Wat is er globaal te vertellen over deze periode? Welke veranderingen kan een partner verwachten? Emotionele veranderingen Lichamelijke veranderingen Bezorgdheden Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een relatie? Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een al bestaand gezin? Wat zou je kunnen oefenen tijdens deze periode van de zwangerschap? Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten/kunnen?
Hoofdstuk 5: De periode tijdens de bevalling
23
§5.1 §5.2 §5.3 §5.4
23 24 24 25
Wat is er globaal te vertellen over deze periode? Wat zou je kunnen vertellen over deze periode vanuit het oogpunt van de partner? Wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode? Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten/kunnen?
“Zwangerschapscursus voor partners”
5
Hoofdstuk 6: De periode tijdens de kraamtijd
28
§6.1 §6.2 §6.3 §6.4 §6.5 §6.6
28 29 30 31 31 32
Wat is er globaal te vertellen over deze periode? Wat zou je kunnen vertellen over deze periode vanuit het oogpunt van de partner? Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een relatie? Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een al bestaand gezin? Wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode? Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten?
Hoofdstuk 7: Discussie
34
§7.1 §7.1.1 §7.2 §7.3 §7.4
34 34 36 36 37
Kan alleen een oefentherapeut-Mensendieck deze cursus geven? Hoe te handelen als cursusdocent van deze zwangerschapscursus Wat zijn de positieve punten van deze cursus? Wat zijn de negatieve punten van deze cursus? Wat zijn de punten van kritiek op mijn eigen werk
Hoofdstuk 8: Conclusie
38
Hoofdstuk 9: Aanbevelingen
39
Bronvermelding
40
Bijlage
41
“Zwangerschapscursus voor partners”
6
Hoofdstuk 1: Inleiding §1.1 Wat wordt er nader bekeken in deze scriptie? Het schrijven van deze scriptie begon met het verwoorden van een probleemstelling. De probleemstelling die ik opgesteld heb, is de volgende: Hoe kun je als oefentherapeut-Mensendieck een bijdrage leveren aan een optimaal beleven van de zwangerschap, partus en postnatale periode door de partner door middel van een zwangerschapscursus voor partners.
§1.2 Waarom wordt dit onderwerp onder de loep genomen? §1.2.1 Motivatie van de schrijfster Er is vanuit meerdere bronnen aangegeven dat er een leegte is op het gebied van informatieaanbod wat betreft de partner van de zwangere vrouw, hoe hij het beste voor haar kan zorgen en wat er van hem en haar verwacht kan worden vanuit het gezichtspunt van de partner. Het lijkt mij een heel leuk onderwerp om uit te diepen, vooral omdat het een nog weinig beschreven onderwerp is. Ook krijg ik veel positieve reacties op het feit dat ik deze zwangerschapscursus als scriptie wil schrijven met als hoofdpersoon de partner. Het is een concreet onderwerp om te behandelen en oefentherapeuten-Mensendieck kunnen deze cursus, net als andere cursussen, buiten de werkzaamheden in de praktijk geven. Dit werkt voor mij zeer motiverend. §1.2.2 Het doel van de scriptie Het doel van deze scriptie is om de begeleiders van zwangerschapscursussen het nut, de voor- en nadelen in te laten zien van een zwangerschapscursus voor partners. In deze zwangerschapscursus staat het volgende centraal: hoe kan de partner van de zwangere vrouw zich het beste voorbereiden op de verschillende perioden van de zwangerschap. Er zijn talloze cursussen voor zwangere vrouwen, hoe zij zich voelen en hoe zij het beste kunnen bevallen en met de zwangerschap en de periode na de bevalling het beste kunnen omgaan. Er is ook veel literatuur hierover te vinden. Daarentegen is er voor de partner (aanstaande vader, maar ‘partner’ kan ook voor een vriend of vriendin gelezen worden die haar tijdens de perioden van de zwangerschap bijstaat. Ook geldt dit voor twee vrouwen die een relatie hebben en waarvan er één zwanger is) weinig samengevoegde literatuur over te vinden. Om de periode voor, tijdens en na de bevalling zo begrijpelijk mogelijk voor de partner te maken, heb ik het plan opgevat om een zwangerschapscursus voor de partners te schrijven, zodat degenen die een zwangerschapscursus voor de partners willen geven een onderbouwde keuze kunnen maken.
“Zwangerschapscursus voor partners”
7
§1.3 Voor wie is deze scriptie geschreven? §1.3.1 Wat is de doelgroep? De doelgroep voor wie deze scriptie geschreven is, is de begeleiders van zwangerschapscursussen, zoals oefentherapeuten Mensendieck, oefentherapeuten Cesar en fysiotherapeuten. Natuurlijk is deze scriptie niet alleen bestemd voor de begeleiders van zwangerschapscursussen, maar ook voor anderen. Dit wordt nader bekeken in §1.3.2. §1.3.2 Voor welke disciplines is het nog meer zinvol om deze scriptie te lezen? Zoals eerder gezegd, is deze scriptie niet alleen voor de oefentherapeutische begeleiders van zwangerschapscursussen geschreven. Vanuit mijn oogpunt zijn er nog meer disciplines waarvoor deze scriptie zinvol kan zijn om te lezen. Nu denk ik aan fysiotherapeuten die in een zwangerschapscursus als deze geïnteresseerd zijn, andere disciplines die in een zwangerschapscursus als deze geïnteresseerd zijn, huisartsen die deze cursus kunnen adviseren, verloskundigen die verschillende zwangerschapscursussen adviseren, de studenten die zich willen verdiepen in diverse mogelijkheden van het geven van zwangerschapscursussen, aanstaande ouders die willen weten wat deze cursus inhoud. Ongetwijfeld heb ik niet alle mensen genoemd voor wie deze scriptie zinvol is om te lezen, maar anders wordt het een opsomming en dat wil ik voorkomen.
§1.4 Hoe zit deze zwangerschaps-scriptie in elkaar? De scriptie is gemaakt om duidelijkheid te scheppen in de mogelijkheden voor het geven van een zwangerschapscursus voor partners. De scriptie begint met de probleemstelling: hoe kun je als oefentherapeut-Mensendieck een bijdrage leveren aan een optimaal beleven van de zwangerschap, partus en postnatale periode door de partner door middel van een zwangerschapscursus voor partners. Hieruit volgden een aantal deelvragen om tot een duidelijk plan te komen om deze scriptie op te zetten. De deelvragen waren de volgende: • Wat is de geschiedenis van zwangerschapscursussen en het belang van zwangerschapscursussen? • Wat is de rol van de oefentherapeut-Mensendieck ten aanzien van zwangerschapsbegeleiding? • Voor welke periode van de zwangerschap is oefentherapie-Mensendieck begeleiding van belang en waarom wordt deze periode nader bekeken? • Wat zou je kunnen vertellen over de periode van de zwangerschap vanuit het oogpunt van de partner? Welke veranderingen kan een partner verwachten in deze periode en hoe kan de partner zich het beste voorbereiden op deze periode? • Wat zou je kunnen vertellen over de periode tijdens de bevalling vanuit het oogpunt van de partner? Welke veranderingen kan een partner verwachten in deze periode en hoe kan de partner zich het beste voorbereiden op deze periode?
“Zwangerschapscursus voor partners”
8
•
Wat zou je kunnen vertellen over de periode van de kraamtijd vanuit het oogpunt van de partner? Welke veranderingen kan een partner verwachten in deze periode en hoe kan de partner zich het beste voorbeiden op deze periode? • Wat zijn de voordelen en nadelen van zo’n cursus? • Wat is de conclusie die je uit deze scriptie kan trekken? • Zijn er nog aanbevelingen die de scriptie ten goede komen? Deze vragen heb ik beantwoord door literatuur op te zoeken in de bibliotheek, het internet, ik heb aan m’n zus (als deskundigheid verloskunde) en zwager (als leraar in opleiding voor maatschappijleer met grote interesse in de sociologie) literatuursuggesties gevraagd, ik heb een symposium gevolgd (symposium “cursus bevallen voor de zwangere vrouw en haar partner”) dat georganiseerd was door onder andere medewerkers van “Cursus samen bevallen” en ik heb een zwangerschaps-cd-rom aangeschaft. Aan de hand van de antwoorden die ik op de deelvragen heb gekregen heb ik de hoofdstuk- en paragraafindeling kunnen opstellen waaruit de scriptie nu bestaat. Eerst wordt de geschiedenis van het gezin en van zwangerschapscursussen nader bekeken. Dan worden de verschillende perioden rond de zwangerschap besproken en waarom het van belang is dat deze perioden in de cursus aan bod komen. (Deze perioden worden globaal bekeken; dit heeft als reden dat ik de cursus aanbeveel als aansluiting op de reguliere zwangerschapscursus). Daarna worden in de volgende drie hoofdstukken de verschillende perioden rond de zwangerschap uitgebreider besproken vanuit het gezichtspunt van de partner. Uiteindelijk worden door terug te blikken op de vraag- en probleemstelling enkele aspecten ter discussie gesteld, worden conclusies getrokken en eventuele aanbevelingen gemaakt. Met de aanduiding “partner” wordt niet alleen de vader bedoeld, maar kan ook voor vriend of vriendin staan. Dit in het geval voor een situatie waarin de vrouw alleenstaand is en hulp krijgt van een vriend of vriendin die haar tijdens de diverse perioden van de zwangerschap steunt. Ook geldt dit voor twee vrouwen die een relatie hebben en waarvan er één zwanger is.
“Zwangerschapscursus voor partners”
9
Hoofdstuk 2: Er was eens…..(geschiedenis) In dit gedeelte van de scriptie wordt de geschiedenis van het Nederlandse gezin en de geschiedenis van zwangerschapscursussen besproken. Dit ter achtergrondinformatie van de veranderingen - in de laatste eeuw - in de relaties tussen mannen en vrouwen, veranderde normen, waarden en opvattingen en de eventuele oorzaken hiervan.
§2.1 Geschiedenis van het Nederlandse gezin Over de Nederlandse geschiedenis is ontzettend veel te vertellen. Om niet te gaan verzanden in eeuwen geschiedenis, heb ik ervoor gekozen om de geschiedenis van de laatste eeuw nader te bekijken in relatie tussen de reden van de verschuiving van de traditionele gezinnen (man- en vrouwenrol/vader- en moederrol) Na 1870 ontstond de burgerlijke vrouwenbeweging. Deze richtte zich op kiesrecht, recht op arbeid en recht op onderwijs voor vrouwen. Ook de proletarische vrouwenbeweging die later ontstond binnen de arbeidersbeweging was voor het recht op arbeid, maar zij werd geconfronteerd met de schrijnende toestanden van uitgeputte moeders en verwaarloosde kinderen. Hoewel zij zich aanvankelijk inzetten voor collectivering van huishoudelijke arbeid en goede bewaarplaatsen, ging men op den duur toch over tot ondersteuning der socialistische arbeidersbeweging in zijn eisen van hogere (mannen)lonen, voldoende om het gezin te onderhouden, zodat de moeder thuis kon blijven.overigens ook de burgerlijke vrouwenbeweging richtte zich na het verkrijgen van het kiesrecht in 1921 meer op de versterking van de moederrol. Beschavingsarbeid door burgers en de emancipatiebeweging der arbeiders zelf deden de burgerlijke gezinsidealen bij geschoolde arbeiders postvatten. Het streven naar zodanige lonen, dat vrouwen thuis konden blijven en voor de kinderen zorgen, leidde ertoe dat de situatie van hun kinderen verbeterde. Het waren de geschoolde arbeiders die het meest van de welvaartsvermeerdering profiteerden en die meer aandacht konden schenken aan de persoonlijke behoeften en eigenschappen van hun kinderen, en die trachtten hen een goede opvoeding en onbezorgde kindertijd te geven. In deze periode ging het geboortecijfer dalen als gevolg van bewuste geboortebeperking, het eerst in de hogere (en midden) sociale klassen. Daar werd het kleine gezin normaal, met langer levende ouders en een kleiner wordend aantal van in leven blijvende eigen kinderen. Het werd steeds gewoner dat de vader buitenshuis werkte en kostwinner was en de vrouw thuis bleef als huisvrouw en moeder. Lang zou deze opgaande lijn niet duren. In de jaren dertig zette de economische wereldcrisis in, van 1940 tot 1945 was Nederland door de nazi’s bezet en het herstel tijdens de ‘wederopbouw’ duurde jaren, voor de economie weer enigszins op een vooroorlogs peil was beland. In de meeste arbeidersgezinnen kram periodiek werkloosheid voor. De overheid startte met behulp van het sterk verzuilde particulier initiatief de actie ‘gezinsherstel is volksherstel’. Voorzieningen zoals gezinsverzorging, bureaus voor levens- en gezinsmoeilijkheden, medisch opvoedkundige bureaus, algemeen maatschappelijk werk en sociale wetgeving, hadden tot doel het gezin te versterken. Voor dit doel stond het (kleinburgerlijke) gezin model, met de man als kostwinner en de vrouw als huisvrouw en moeder.
“Zwangerschapscursus voor partners”
10
In de jaren vijftig waren de meeste moeders met jonge kinderen huisvrouw. Beroepsarbeid kwam weinig voor. Er waren twee tegengestelde processen merkbaar. De oude vorm, waarin vrouwen meewerkten in het agrarische en kleinwinkelbedrjf, nam nog verder af. De nieuwe vorm, waarin gehuwde vrouwen in loondienst of zelfstandig werkzaam waren, begon heef voorzichtig toe te nemen. Het eerste proces was sterker dan het tweede. Als moeders beroepsarbeid buitenshuis uitoefenden, zorgden zij ervoor dat het gezinsleven zo ‘normaal’ mogelijk doorging. De kinderen werden bij voorkeur thuis verzorgd door familieleden of huishoudelijk personeel. Alleen arbeidsters en lagere employees maakten wel eens gebruik van een kinderbewaarplaats, de meesten vonden echter een oplossing voor de kinderen binnen eigen gezin of familie. In de jaren zestig veranderde er veel in de Nederlandse samenleving. Veel veranderingen werden mogelijk door de toenemende welvaart en de grotere zekerheid als gevolg van de economische groei en ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Industrie en dienstverlening breidden zich zozeer uit, dat de werkloosheid verdween en er zelfs een tekort aan arbeidskracht ontstond. De werkgevers moesten zelfs de lonen verhogen; op alle niveaus stegen de inkomsten. De nieuwe industrieën vestigden zich – op zoek naar arbeidskrachten – vooral in het oosten en zuiden, en zo kwam er een migratiestroom op gang vanuit de steden en vanuit het westen. De werktijden werden korter en de woonomstandigheden beter. De bindingen met de kerken verzwakten; een proces van ‘ontzuiling’ zette in, waarbij mensen zich minder gebonden voelden aan de leefregels van de geloofsgemeenschap. Volwassenen maakten zich losser van de, als verstikkend ervaren, normen met name op het gebied van seksualiteit, en gaven zichzelf en elkaar meer vrijheid. Het onderwijsniveau steeg. Verschillende groepen, waaronder vrouwen, kwamen voor hun belangen op. Gezagsverhoudingen werden aangetast, soms op provocerende en ludieke wijze. De relaties tussen mannen en vrouwen en die tussen ouders en kinderen raakten sterk in beweging. In de jaren tachtig wordt de recessie voor velen voelbaar. De werkloosheid nadert het miljoen. Ook al is er een toenemend aantal gezinnen dat in economische problemen komt, toch lijkt een massale verpaupering als in de negentiende eeuw uitgesloten. Bepaalde ontwikkelingen zijn vermoedelijk niet omkeerbaar, zoals het gestegen kennisniveau, de vrijwel volkomen beheersing van de voortplanting, de toegenomen zelfstandigheid van vrouwen, en de grotere gelijkheid in de opvoeding van meisjes en jongens. Echtscheidingen zijn toegenomen, mede doordat vrouwen minder afhankelijk zijn van mannen. Sommige kinderen worden al jong naar een crèche gebracht, opdat hun moeder economische zelfstandig kan blijven. Een toenemend aantal moeders spreken hun partner of andere volwassenen aan, de kinderverzorging met hen te delen. Feministische theoretici veronderstellen dat bij gelijke deelname van vader en moeder in de kinderverzorging en –opvoeding, de traditionele Oedipussituatie zal verdwijnen en de verschillen en tegenstellingen tussen de seksen zullen afnemen. (7) Feministische invloeden hebben ertoe geleid dat meer vrouwen na de bevalling weer aan het werk gaan, en er van de vader verwacht wordt dat hij ook een gedeelte van de verzorging van het kind op zich neemt. Hij krijgt hier ook meer mogelijkheden voor, onder andere door de toename van deeltijdbanen en de invoering van het ouderschapsverlof. Er wordt tegenwoordig niet alleen verwacht dat vaders een groter aandeel hebben in de verzorging en opvoeding van hun kinderen, veel vaders willen dit ook zelf. Een groeiend aantal mannen ziet het opvoeden van hun kinderen als een van de mooiste dingen in het leven, als er iets is dat hun het gevoel geeft een beter contact te hebben met hun kinderen. Ook het imago van
“Zwangerschapscursus voor partners”
11
de verzorgende vader verandert; het is niet meer “soft”, maar juist vertederend om een vader te zien met een kindje op zijn arm. De vader wordt niet meer alleen als kostwinner en hoofd van het gezin gezien, maar ook als verzorger en opvoeder. Beleid ten aanzien van aanstaande en jonge vaders Het is nog niet zo heel lang geleden dat aanstaande vaders geen deel hadden aan de bevalling en de verzorging van hun kind. Zij werden niet geacht aanwezig te zijn bij de bevalling en werden geweerd uit de verlos- en operatiekamers in ziekenhuizen. De laatste 20-30 jaar is hierin in ons land en andere Westerse landen veel veranderd. In Nederland zijn vrijwel alle aanstaande vaders bij de bevalling aanwezig of willen dat zijn. Velen hebben zelfs een actief-ondersteunende rol tijdens de bevalling. En de laatste jaren hebben zij ook meer oog voor de vraag wat het voor hen betekent om vader te worden en willen meer mannen een groter aandeel in de verzorging en opvoeding van hun kinderen. (1)
§2.2 Geschiedenis van zwangerschapscursussen Hier heb ik helaas weinig informatie over kunnen vinden. Wat ik door navraag bij vrouwen bij mij in de omgeving heb begrepen is dat vroeger voornamelijk de informatie en kunde die nodig was voor een bevalling, overging van moeder op dochter. Naarmate er minder taboe op seks en zwangerschap kwam te liggen, werden de zwangerschapscursussen meer publiekelijk. Wel is bekend dat de meer ontwikkelde vrouwen zwangerschapscursussen volgden toen deze bekend werden, maar dat de minder ontwikkelde vrouw de informatie kreeg van haar moeder. In een uitgave van de stichting ter verbreiding van de psychoprofylactische methode bij zwangerschap en bevalling stond vermeld dat de oorsprong van deze methode ontwikkeld is in Rusland in de eerste helft van deze eeuw. In Nederland werd de psychoprofylactische methode door prof. Lamaze in 1954 bekend gemaakt op een internationaal congres in Amsterdam. Uit een boekje uit 1983 (hoe bevalt Nederland? (6)) is gebleken dat de zwangerschapscursus volgens de methode Mensendieck tamelijk onbekend was. Een citaat: “Een andere vrij zeldzame vorm van zwangerschapsgymnastiek gaat volgens de Mensendieck-methode.” Dit ter informatie over hoe onbekend zwangerschapsgymnastiek was volgens de methode Mensendieck achttien jaar geleden, terwijl het nu veel bekender is geworden. Er is in ongeveer twintig jaar veel veranderd, maar wel ten goede. Ook is er in de loop van de jaren meer aandacht aan de partners geschonken, meestal in de vorm van een partneravond. Nu zijn er de laatste jaren niet alleen zwangerschapscursussen voor de vrouw alleen, maar ook cursussen waar de aanstaande ouders samen heen kunnen gaan. (5, 6)
§2.3 Het belang van zwangerschapscursussen Het belang van zwangerschapscursussen is mijns inziens in meerdere aspecten te verdelen. Ten eerste is er een informatief aspect. Alle cursussen geven informatie over het omgaan met de zwangerschap, de bevalling en de kraamtijd. Vrouwen leren hoe ze het beste tijdens deze drie perioden het evenwicht tussen de belasting en de belastbaarheid van het lichaam kan behouden en geven de zwangere inzicht en vaardigheden gericht op een goed verloop van de bevalling.
“Zwangerschapscursus voor partners”
12
Het doel van vrijwel alle cursussen is onzekerheid en angst (die de weeën erger kunnen maken) weg te nemen. Er een informatief aspect; het is een cursus, waar de zwangere vrouw op verschillende manieren, al naar gelang voor welke cursus zij kiest, leert hoe zij het beste met de bevalling om kan gaan. (12) Ten tweede is naar mijn mening het sociale aspect belangrijk; het is een goede gelegenheid om ervaringen en vragen uit te wisselen met mede-zwangeren. Door ervaringen uit te wisselen, kunnen eventuele onzekerheden uit de weg geholpen worden. De informatie die een zwangere vrouw krijgt van een andere zwangere vrouw, is soms van meer belang dan de informatie die ze krijgt van een cursusbegeleidster.
§2.4 Het belang van deze specifieke zwangerschapscursus Mij is gebleken dat er veel vraag is naar aandacht voor de partner. Met name hoe hij het beste met de zwangerschap van zijn zwangere partner kan omgaan, welke problemen er kunnen ontstaan en hoe hij het beste met de eventuele problemen en de nieuwe situatie kan omgaan. Er is gebleken dat er weinig literatuur over te vinden is, en tijdens de zwangerschapscursussen waarbij de partner ook bij betrokken wordt, meer aandacht wordt besteed aan het ondersteunen van de vrouw dan van de problemen die de aanstaande vader zelf kan ondervinden en hoe hij deze kan oplossen. Het belang van deze specifieke zwangerschapscursus is dat de partner van de zwangere vrouw bewust wordt van de diverse mogelijkheden die hij/zij heeft om de zwangere vrouw bij te staan in de diverse perioden van de zwangerschap, namelijk de zwangerschap zelf, de bevalling en de kraamperiode die daar op volgt. Nu is dit niet een unieke zwangerschapscursus wat de bewustwording betreft, maar als men de methode Mensendieck gebruikt tijdens deze cursus, heeft deze cursus een andere invalshoek. Meestal wordt de meeste aandacht aan de vrouw geschonken en hoe het voor haar is om zwanger te zijn. Wat ik een beetje mis, is de aandacht aan de partner (aanstaande vader/ tweede aanstaande “moeder” als het om lesbiennes gaat). Namelijk dat er ook aandacht aan de partner wordt geschonken over de veranderingen die hij kan verwachten en wat hij het beste kan doen om deze veranderingen zo goed mogelijk op te kunnen vangen met de kennis en vaardigheden die hij in deze cursus krijgt. Mannen die vader worden kunnen, net zo goed als vrouwen die moeder worden, moeilijkheden ondervinden in de ontwikkeling van echtgenoot of vriend naar vader. Mannen worden in deze cursus bewust gemaakt van deze eventuele veranderingen en als er problemen optreden, welke instellingen er dan zijn om specifiek ook voor de man om te kunnen begeleiden in deze fase (maatschappelijk werk, FIOM, Code “M). Ik vind het belangrijk dat de cursusdocent specifiek aandacht besteed aan het bewust worden van eventuele psychische en lichamelijke veranderingen en mogelijkheden (gedragsverandering en zelf weten hoe problemen opgelost kunnen worden). Dat is ten slotte de kern van oefentherapie Mensendieck. In de therapie zelf wordt er veel aandacht geschonken aan lichamelijke bewustwording, maar ook gedragsverandering. Wat ik zelf zou adviseren, zijn een aantal avonden samen met de vrouw en de partner. De verschillende fasen van de zwangerschap kunnen besproken worden, er kan samen een bezoek van de verloskundige en kraamverpleegster bijgewoond worden om de eventuele vragen van zowel de vrouw als de partner beantwoord te kunnen krijgen, ademhalings-, ontspannings- en massagetechnieken kunnen samen geoefend worden.
“Zwangerschapscursus voor partners”
13
Hoofdstuk 3: Wat en waarom zwangerschapsbegeleiding volgens de methode Mensendieck In dit hoofdstuk wordt er aandacht besteed wat het nut van oefentherapie-Mensendieck ten aanzien van zwangerschapscursussen is en wat het nut is tijdens de perioden van de zwangerschap (de zwangerschap zelf, de bevalling en de kraamtijd) kan zijn.
§3.1 De rol van oefentherapie-Mensendieck-begeleiding zwangerschapscursussen
ten
aanzien
van
Tijdens zwangerschapscursussen worden zwangere vrouwen bewust gemaakt hoe zij het beste kan bevallen. Zij ervaart welke houdingen er zijn om te bevallen en hoe zij het beste kan ademen en ontspannen tijdens verschillende soorten weeën. Toch wordt bij een zwangerschapscursus (gegeven volgens een andere therapie zoals fysiotherapie, yoga, haptonomie, psychoprofylaxe) niet of minder aandacht besteed aan mogelijkheden tot eventuele gedragsverandering. Oefentherapie-Mensendieck is een adequate benadering/werkwijze bij klachten die voortvloeien uit een te belastende houding of manier van bewegen. Oefentherapeuten zorgen ervoor dat klachten verminderen (of worden voorkomen) door het aanleren van gezonde houdings- en bewegingsgewoonten/gedrag. Het boek “Duik in je weeën” van Carita Salomé (9) vermeldt dat mensen met lage rugklachten, schouder-en nekklachten en/of ademhalingsproblemen er baat bij een zwangerschapscursus volgens de methode Mensendieck hebben. De methode Mensendieck kan een zeer zinvolle rol spelen in het leren kennen, voelen en begrijpen van je lichaam tijdens de zwangerschap, bij de bevalling en in de periode daarna. In de zwangerschap veranderen je houding, beweging en spierbelasting aanzienlijk en tijdens je bevalling is het van belang om een aantal spiergroepen bewust te kunnen spannen of juist te ontspannen. Bovendien is het in de periode erna van belang om de kracht van de deels overbelaste en deels uitgeschakelde spieren weer zorgvuldig op te bouwen. Een cursus volgens de methode Mensendieck helpt naast het voorbereiden op de bevalling ook bij het zoeken naar de optimale manier van staan, zitten, opstaan, lopen, reiken, bukken en tillen tijdens de zwangerschap. (9)
§3.2 Voor welke perioden van de zwangerschap is oefentherapeutische begeleiding van belang en waarom worden deze perioden nader bekeken? Oefentherapeutische begeleiding is voor drie perioden van de zwangerschap van belang; namelijk het voorkomen van over/onderbelasting tijdens de zwangerschap zelf, het voorbereiden op de bevalling (ontsluitingsfase en uitdrijvingsfase) en de kraamtijd (postnatale fase).
“Zwangerschapscursus voor partners”
14
§3.2.1 Nut van begeleiding tijdens de zwangerschap Voor vrouwen die zwanger zijn is oefentherapeutische begeleiding van belang, omdat zij kunnen leren hoe zij kunnen omgaan met de lichamelijke en geestelijke veranderingen die bij hen optreden. Ze kunnen leren hoe zij zich bewust kunnen worden van de diverse spiergroepen die tijdens de zwangerschap onderhouden moeten worden voor een optimale houding- en bewegingsgedrag in het dagelijkse leven. Dit heeft voor gevolg dat het tijdens de zwangerschap beter is voor de spiergroepen en de gewrichten, maar ook voor het behoud van de conditie, welke na de bevalling makkelijker op te bouwen is. Tevens leert de vrouw het behouden of het herstellen van het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid, omgaan met veranderde belastbaarheid (door de hormonale werking op het lichaam en de geest) Voor de partner van de zwangere vrouw kan naar mijn mening oefentherapeutische begeleiding van belang zijn. Hij kan leren hoe hij zich het beste kan voorbereiden op de bevalling en de gebeurtenissen die hier mee te maken hebben. Voor deze periode bestaat mijns inziens oefentherapeutische begeleiding onder andere uit informatie verschaffen en adviezen geven. Ook kan er geoefend worden, namelijk hoe de partner het beste de voor hemzelf én voor de zwangere vrouw de balans tussen belasting en belastbaarheid kan behouden of herstellen door vaardigheden te oefenen als onder andere ontspanningsoefeningen, betere houding- en bewegingsgedrag tijdens algemene dagelijkse activiteiten, en dergelijke. §3.2.2 Nut van begeleiding voorbereidend op de bevalling Voor vrouwen is dit lichamelijke zeer zwaar, maar ook mentaal. Oefentherapeutische begeleiding is van belang om de vrouw te leren hoe zij voor haar het beste kan bevallen. Voor de partners is de bevalling ook een enerverende ervaring. Ze zien hun vrouw/vriendin letterlijk leven uit hun lichaam persen. Omdat er twee duidelijk verschillende fasen van de bevalling zijn, zullen deze twee fasen, namelijk de ontsluitingsfase en de uitdrijvingsfase, apart besproken worden. De ontsluitingsfase Dit betreft de gehele periode dat de bevalling op gang komt. Vanaf het loslaten van de slijmprop of het breken van de vliezen, het beginnen van de weeën tot het opvangen van de ontsluitingsweeën. Voor de vrouw is het belangrijk om te begrijpen wat er in haar lichaam gebeurt en hoe zij het beste deze veranderingen kan opvangen. Voor de partner is het belangrijk het onderscheid te kunnen maken tussen de ontsluitingsfase en de uitdrijvingsfase, onder andere omdat er verschillende ademhalingstechnieken bij komen kijken. De ontsluitingsfase duurt het langst en is fysiek en mentaal het meest belastend. Het is mogelijk om de barende vrouw te ondersteunen met deze diverse ademhalingstechnieken. Ook voor het aanleren van de specifieke vaardigheden van de partner om de vrouw lichamelijk te
“Zwangerschapscursus voor partners”
15
ondersteunen tijdens de diverse baringshoudingen, is naar mijn mening oefentherapeutische begeleiding van belang. Mede omdat de vrouw letterlijk op de partner kan steunen tijdens de bevalling. Ook kan de partner, mits de vrouw het op prijs stelt om aangeraakt te worden tijdens de weeën, diverse massagetechnieken toepassen. Ook deze kan hij tijdens de cursus leren. Dit is niet strikt onderdeel van oefentherapie Mensendieck, maar het kan veel verlichting van de pijn voor de zwangere vrouw geven. Dan is het van belang dat de partner weet hoe hij de beste houding kan aannemen. Als hij het samen met de vrouw oefent, kunnen ze samen uitproberen welke massagetechniek en in welke houding het voor hen het prettigst is. De uitdrijvingsfase Deze fase bestaat uit het persen. De vrouw en haar partner leren vaardigheden gericht op perstechnieken (houdingen, perstechnieken, de ademhalingstechnieken, maar ook ontspanningsoefeningen om tussen de weeën door te kunnen ontspannen tussen de persweeën door). De partner kan hier een steunende factor zijn, door er “gewoon te zijn”, maar kan hier ook letterlijk steunen of zelfs in geval van nood helpen met eruit duwen van de baby. Het is belangrijk dat de vrouw zich op haar gemak voelt, zodat remmende factoren als angst en schaamte een mindere rol spelen. Ook is het belangrijk dat de partner er rekening mee houdt welke houding hij het beste kan aannemen tijdens het persen, zodat hij zichzelf lichamelijk zo min mogelijk overbelast en de vrouw optimaal ondersteunt. De partner kan voor deze periode leren hoe hij het beste de vrouw kan ondersteunen en wat hij kan doen ter voorbereiding van de bevalling, zodat er zo min mogelijk tijd verloren gaat met kleine dingen regelen en dat er zo veel mogelijk tijd en steun aan de bevallende vrouw gegeven kan worden. Ook kan hij als het nodig is lichamelijke steun aan de zwangere vrouw geven en samen met de vrouw de verschillende ademhalingstechnieken toe te passen. Dit door middel van ondersteuning tijdens de bevalling in de diverse houdingen die de barende vrouw kan aannemen. §3.2.3 De kraamtijd Voor de vrouw is het mijns inziens van belang te weten welke problemen zij kan verwachten, zoals plassen en poepen in de eerste tijd na de bevalling, plassen, poepen en zitten met hechtingen, hoe zij het beste de baby kan voeden en welke houdingen zij hierbij aan kan nemen. Ook is het belangrijk dat de vrouw leert hoe zij het beste met emoties kan omgaan welke optreden door veranderingen in de hormonale huishouding en na het krijgen van een kind. Zij leert dat ze activiteiten kan/ moet doseren om de balans tussen de belasting en de belastbaarheid in stand houdt, door onder andere rustpauzes in te lassen, kraamvisite te laten regelen door de partner door deze te laten komen op de voor haar en de baby meest gunstige tijd. Zij kan leren welke bewegingen en oefeningen zij kan doen om bepaalde spiergroepen te versterken of te ontzien. Als het goed is, heeft zij in de periode van de zwangerschap lichamelijke vaardigheden geleerd zoals bukken, tillen, zitten, liggen en dergelijke. Voor partners kan er naar mijn mening behoefte zijn aan informatie over de veranderingen die kunnen plaatsvinden in zijn gevoelens voor het kind, in de relatie tussen de partner en de vrouw (als rol van nieuwe moeder), de relatie tussen een eventueel al bestaand gezin en hoe hij deze veranderingen het beste kan opvangen. Als hij weet wat voor veranderingen hij kan verwachten, kan hij zich hier ook op instellen en eventuele problemen oplossen.
“Zwangerschapscursus voor partners”
16
Ook kan het voor hen van belang zijn te kunnen weten wat zij kunnen doen om de nieuwe moeder te kunnen helpen (door onder andere de kraamvisite te regelen; rekening houdend met de tijden en wensen van de moeder) en hoe zij het beste met de nieuwe situatie om kunnen gaan. Voor deze fase zouden partners kunnen oefenen hoe zij het beste huishoudelijke taken te kunnen uitvoeren, door lichamelijke bewustwording en gedragsverandering.
“Zwangerschapscursus voor partners”
17
Hoofdstuk 4: De periode tijdens de zwangerschap In dit hoofdstuk wordt de periode tijdens de zwangerschap nader bekeken met als doel de inbreng van de partner uit te diepen en hoe deze voorbereid kan worden vanuit de cursus.
§4.1 Wat is er globaal te vertellen over deze periode? Een zwangerschap duurt ongeveer veertig weken ofwel 280 dagen, berekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. De bevruchte eicel (embryo) ontwikkelt zich geleidelijk aan van een zeer kleine kiem tot een voldragen baby. Het lichaam ondergaat hormonale en fysieke veranderingen die tijdens de lange maanden van de zwangerschap heel geleidelijk voltrekken. In de eerste maand van de ontwikkeling van de bevruchte eicel tot embryo hecht de kiemblaas zich in het baarmoederslijmvlies vast en groeit uit. De belangrijkste organen worden in aanleg voorbereid. Het embryo is dan nog minder dan een halve centimeter lang. Die eerste vier weken worden eigenlijk niet of nauwelijks aan groeien besteed, maar veel meer aan ontwikkelen (differentiatie). In de tweede maand gaat dat proces natuurlijk verder, maar dan komt de groei toch ook meer op gang. De vorm van het embryo wordt wat meer aangepast aan die van een wordend mensje. Globaal kan men zeggen dat aan het eind van de tweede maand alle belangrijke organen aangelegd zijn en na de tweede maand breekt een periode van snelle groei aan. De werkelijk forse groei van de baby, die van de vijfde tot de tiende maand (gerekend in maanden van vier weken) ruim tien maal zo zwaar wordt, heeft natuurlijk gevolgen. De baarmoeder moet in grootte toenemen om de vrucht beter te kunnen herbergen. Ten gevolge daarvan komt de bovenkant van de baarmoeder steeds meer omhoog. Dikwijls komt de vergrote baarmoeder ook naar voren, wat de oorzaak is van het in toenemende mate zichtbaar worden van de zwangerschap. Door de verandering in de hormoonhuishouding kan er stemmingswisseling voorkomen. Er kunnen onzekerheden optreden over de toekomst: is het kindje gezond, hoe te regelen met werk, financiën, opvoeding. Tijdens de zwangerschap staat de vrouw onder controle bij een verloskundige, of als er complicaties zijn of verwacht kunnen worden, onder controle bij een gynaecoloog. De verloskundige of de gynaecoloog zal ook bij de bevalling aanwezig zijn. (8)
§4.2 Welke veranderingen kan een partner verwachten? In de periode van de zwangerschap, de bevalling en de periode vlak na de bevalling hebben mannen te maken met emotionele en lichamelijke veranderingen bij henzelf. Op basis van de theorie van May (1982) zijn deze veranderingen in een model samengevat. Ook worden de drie thema’s, waar mannen zich het meeste zorgen om maken tijdens de zwangerschap, weergegeven. Het is niet zo dat iedere man dezelfde veranderingen ondergaat en zich zorgen maakt om alle onderstaande zeken. Het kan zijn dat hij een aantal veranderingen overslaat of dat ze helemaal niet plaatsvinden. Dit betekent in de meeste gevallen niet dat de ontwikkeling van de man dan niet goed verloopt. Iedere man is verschillend en doorloopt daarom zijn eigen proces. Er is dus niet te voorspellen hoe de aanstaande vader zich in een bepaalde periode voelt of waarmee hij zich zal bezighouden. Het onderstaande model geeft aan waar vaders mee te maken kunnen krijgen (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
18
§4.2.1 Emotionele veranderingen De bekendmaking Deze periode duurt vanaf het moment dat de ouders denken dat de vrouw zwanger is (bijvoorbeeld als de menstruatie uitblijft) totdat ze daarover zekerheid hebben verkregen, vaak met behulp van een zwangerschapstest. Dat kan variëren van een paar uur tot een paar weken. De mannen die graag een kind willen zullen op het moment dat ze horen dat ze vader worden blij en opgewonden zijn. Dit in tegenstelling tot de mannen die geen kind gepland hadden die vaak geschokt zijn. (1) Uitstel Dit is de periode waarin veel mannen de gedachte over de komst van de baby bewust een tijdje opzij zetten. De lengte van deze periode verschilt per persoon en kan van een paar dagen tot een paar maanden duren. Mannen nemen emotioneel een beetje afstand van het gebeuren om tegenstrijdige gevoelens, twijfel en onzekerheden te verwerken. Meestal komt deze periode tot een einde als de man het zichtbare “bewijs” van de zwangerschap krijgt, namelijk als de vrouw een dikke buik gaat krijgen. (1) Richten op de komst van de baby Deze periode begint meestal tussen de 25ste of de 30ste week en duurt tot de bevalling. Gedurende deze tijd gaat de man zich ook een beetje zwanger voelen en meeleven met zijn vrouw. Hij probeert een nieuwe definitie van zijn mannelijkheid te vinden; hij is binnenkort niet alleen vriend of echtgenoot, maar ook vader. Dit doet hij door zich voor te bereiden op de bevalling, het vaderschap. Iedere man doet dit op zijn eigen manier: de één wil veel alleen zijn en nadenken, de ander gaat actief bezig met allerlei praktische zaken, zoals het maken van een kinderkamer, en weer een ander kiest ervoor een deeltijdbaan of probeert ouderschapsverlof te regelen. Ook moet de man “wennen” aan zijn zwangere vrouw, die niet langer alleen zijn vriendin en minnares is, maar ook moeder wordt. Het komt voor dat mannen hun vrouwen meer, of juist minder aantrekkelijk gaan vinden met een dikke buik en grotere borsten. Dit laatste kan ertoe leiden dat de man angst heeft om de vrouw als minnares te verliezen nu ze moeder wordt. Verschillen tussen de partners in de beleving van het zwangere lichaam kunnen aanleiding zijn van spanningen. (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
19
§4.2.2 Lichamelijke veranderingen De lichamelijke veranderingen die optreden bij mannen tijdens de zwangerschap worden samen het “couvade syndroom” genoemd. Minimaal 25% van de aanstaande vaders krijgen last van allerlei pijntjes en kwaaltjes. Veel genoemde kwaaltjes zijn: het verliezen van de eetlust, pijn in de tanden, misselijkheid, vermoeidheid, rugpijn, slapeloosheid, hoofdpijn, gewichtstoe- of afname. Sommige mannen voelen zelf ook krampen in hun buik als de vrouw weeën heeft. Deze symptomen komen vaker voor bij mannen die graag een kind willen, dan bij mannen waarbij de zwangerschap niet gepland was. Eén van de verklaringen voor het couvade syndroom is dat de lichamelijke reacties uitdrukking zijn voor de emotionele spanning van de zwangerschap. Mannen uiten dit meeleven en de spanningen (ook) op deze lichamelijke manier. (1) §4.2.3 Bezorgdheden De dingen waar partners zich het meeste bezorgd om maken tijdens de periode van de zwangerschap zijn in te delen in drie basisschema’s: 1. Gezondheid van de vrouw en de baby Bij gezondheidsproblemen van de vrouw maakt de aanstaande vader zich vaak erg bezorgd. Ze willen veel informatie over “wat normaal is”, zodat ze weten over welke zaken ze zich wel en geen zorgen hoeven maken. Hierbij speelt de angst voor afwijkingen bij het kind of voor een doodgeboorte een rol. De bezorgdheid kan extra groot zijn als zijn vrouw al eens een miskraam heeft gehad. 2. Bevalling en de geboorte Mannen maken zich druk om verschillende zaken rondom de bevalling. De meest voorkomende bezorgdheden zijn: zijn ze wel op tijd in het ziekenhuis als het nodig is, hoe zou hij zijn vrouw kunnen helpen tijdens de bevalling, is de baby wel van de gewenste sekse, zullen er niet te veel complicaties zijn tijdens de bevalling of zal de vrouw de pijn wel aan kunnen? 3. Het aanstaande vaderschap Vaders denken serieus na over het aankomende vaderschap. Hoe moeten ze het “vader zijn” gaan invullen? Wat doet een vader wel, of wat hoort een vader juist niet te doen? Sommige vaders gaan zich extra verantwoordelijk voelen voor het kostwinnerschap, sommigen zijn onzeker over het in staat zijn van het verzorgen van het kind, of zijn bezorgd of ze wel een goede vader zullen zijn. Vooral als de mannen geen voorbeeld hebben gehad aan hun eigen vader of aan broers of vrienden, kunnen ze vaak moeite hebben met hun eigen vaderschap in te vullen. (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
20
§4.3 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een relatie? Gebrek aan steun leidt ertoe dat mannen vaak moeizaam deze fase doorkomen. Omdat de vrouw in deze fase emotioneel erg met de zwangerschap bezig is, en de man hier het liefst niet te veel mee bezig is, komen er in deze periode communicatiestoornissen en spanningen in de relatie voor. (11)
§4.4 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een al bestaand gezin? Elk kind, hoe jong ook, moet voorbereid worden op de komst van een nieuw broertje of zusje. Ieder kind reageert anders, afhankelijk van leeftijd en karakter. Kleine kinderen hebben een andere beleving van tijd dan volwassenen. Maanden duren bij hen veel langer dan bij ons. Wacht daarom zo lang mogelijk met het aankondigen van de nieuwe baby. Een duidelijk dikkere buik of een baby in je omgeving zijn goede aanleidingen om een gesprek over een nieuw broertje of zusje te beginnen. Natuurlijk hangt van de leeftijd van je kind af op welke manier je iets over de baby vertelt. Houd er rekening me dat je oudste kind niet zo blij kan zijn met het bericht dat er een baby op komst is. Merk je dit, praat er dan niet te lang over. Elk kind heeft in deze periode extra aandacht nodig. Laat hem/haar regelmatig weten dat je hem/haar lief vindt. • Neem je kind mee naar de verloskundige controles en laat hem/haar naar het hartje van de baby luisteren • Praat samen over de nieuwe baby en vertel je kind over zijn/haar eigen geboorte • Bekijk zijn/haar babyfoto’s of foto’s die tijdens de eerste zwangerschap genomen zijn • Betrek hem/haar bij de keuze van een naam voor de baby. Tot de geboorte (en misschien ook wel daarna) kan je deze naam als speciale bijnaam voor de baby gebruiken • Forceer geen gesprekken over de baby. Er zijn kinderen die het heerlijk vinden om over de nieuwe baby te praten, maar er zijn net zoveel kinderen die daar helemaal geen zin in hebben. Dit zegt overigens niets over de relatie die je kinderen met elkaar krijgen. (3) Zoveel mogelijk bij het oude laten Verander zo min mogelijk voor je kind in de periode voor de bevalling en de eerste maanden daarna. Dat betekent dat het beter is om veranderingen, zoals een verhuizing, een nieuwe kamer of een nieuw bed, ruim voor de komst van de baby te realiseren. Ook het moeten wennen aan het kinderdagverblijf, de kleuterschool of een andere oppas kun je beter uitstellen tot na de komst van de baby. (3)
§4.5 Wat zou je kunnen oefenen tijdens de periode van de zwangerschap? Naar mijn mening kan er niet zoveel geoefend ter voorbereiding op deze periode, maar er kan wel een voorbereiding gemaakt worden op de bevalling en het oefenen van lichamelijke vaardigheden in en na de kraamtijd. Het belangrijk dat de vrouw leert hoe zij het beste de balans tussen belasting en belastbaarheid kan behouden, met name als de hormonale huishouding sterker verandert. Voor de partner is het belangrijk te weten hoe hij de vrouw kan helpen haar balans tussen belasting en belastbaarheid kan behouden. Dit kan hij doen door onder andere te
“Zwangerschapscursus voor partners”
21
signaleren van overbelasting van de vrouw, haar in de laatste periode van de zwangerschap niet zwaar te laten tillen, zorgen dat ze de mogelijkheid krijgt om voldoende rust te krijgen. Als voorbereiding op de bevalling en de kraamtijd kunnen de aspecten die genoemd worden in §5.3 wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode (van de bevalling) en §6.5 Wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode (van de kraamtijd) worden geoefend. Dit zijn dan de diverse houdingen in welke de vrouw kan bevallen en hoe de partner haar het beste kan ondersteunen, de diverse ademhalingstechnieken, de verschillende massagetechnieken ter voorbereiding van de bevalling en met name lichamelijke vaardigheden kunnen er worden geoefend ter voorbereiding tijdens en na de kraamtijd.
§4.6 Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten/kunnen? Tips tijdens de zwangerschap Probeer de balans tussen de belasting en belastbaarheid van jezelf en van de vrouw te behouden. Met name als de zwangerschap vordert, vermindert de lichamelijke (en vaak geestelijke) belastbaarheid van de vrouw. Dit kan door onder andere het vermijden van zware lasten door de vrouw; de partner kan dit overnemen. Zorg dat de vrouw voldoende rust overdag heeft en dat ze een goede nachtrust heeft. Vrij alleen als het voor beiden goed voelt. In principe kan tijdens de gehele zwangerschap gevreeën worden, maar er kunnen onzekerheden ontstaan over het beschadigen van de vrucht. Over het algemeen wordt de baarmoeder goed beschermd door onder andere het vruchtwater, maar het is aan te raden om teveel druk op de buik/baarmoeder te vermijden. Dit zou op te lossen kunnen zijn door diverse houdingen uit te proberen. (4) Tips voorafgaand aan de bevalling • Let samen met je partner op het evenwicht van belasting en belastbaarheid. Een signaal van een te hoge belasting is bijvoorbeeld ‘harde buiken’. • Wie thuis hoopt te bevallen kan het bed opmaken. Een zeiltje over het matras en het bed op klossen. Denk eraan om de kamer tijdig op een aangename temperatuur te brengen. • Als het (verwacht of onverwacht) een ziekenhuisbevalling wordt, denk dan van tevoren goed na over de vraag of je er bij wilt zijn en bespreek dat met je partner. Een aantal artsen staat ervoor open als je bij bijvoorbeeld een eventuele spoedoperatie (keizersnee) wilt zijn om niets te missen. • Als je oudere kinderen hebt, is het raadzaam om een oppas te regelen die een oogje in het zeil komt houden in het geval dat ze bij de bevalling aanwezig zijn, of die ze op komt halen als je besloten hebt het zonder hun aanwezigheid te doen. • Zorg dat je van tevoren een lijstje hebt met belangrijke telefoonnummers dat je vast naast de telefoon legt. • Zorg ervoor dat je de mogelijkheid creëert om de telefoon bij de bevallende vrouw te kunnen houden (eventueel een aansluiting of draagbare telefoon). De verloskundige zal meestal ook de vrouw willen aanhoren om te luisteren en te beoordelen hoever de bevalling is.
“Zwangerschapscursus voor partners”
22
Hoofdstuk 5: De periode tijdens de bevalling (ontsluiting en uitdrijvingsfase) In dit hoofdstuk wordt de periode tijdens de bevalling nader bekeken met als doel de inbreng van de partner uit te diepen en hoe deze voorbereid kan worden vanuit de cursus.
§5.1 Wat is er globaal te vertellen over deze periode? De ontsluitingsfase Het ontsluitingstijdperk is de tijd tussen het begin van de baring en het begin van de uitdrijving die aanvangt als er z.g. volkomen ontsluiting is. De baring kan zich aanmelden op verschillende manieren: o Wanneer er regelmatige weeën zijn gedurende meer dan een uur met toenemende frequentie en kracht; o Bij tekenen, dat is verlies van de bloedprop (cervixslijm met wat bloedbijmenging van de plaats waar de vliezen van de cervix zijn losgeraakt. Dit is vaak een bijkomend verschijnsel dat wijst op het begin van de ontsluiting; o Als de vliezen breken. In 10% van de gevallen gebeurt dit bij het begin van de baring, de weeën komen dan daarna pas op gang. (10) De uitdrijvingsfase Het uitdrijvingstijdperk is de periode tussen volkomen ontsluiting en de geboorte van het kind. Het begin van dit tijdperk wordt aangegeven door de volgende symptomen: o De vrouw krijgt persdrang omdat de vochtblaas en/of het kinderhoofd door de contractiering indaalt en daarna op het rectum gaat drukken; o De vliezen breken spontaan (bij 60% van de barenden) omstreeks volkomen ontsluiting. Er ontstaat reflectoir persdrang wanneer de vochtblaas gaat door de ontsluitingsrand gaat puilen en op het rectum drukt. Bij gebroken vliezen ontstaat persdrang wanneer de schedel de contractiering passeert en vooral deze op het rectum gaat drukken. De vrouw mag nu aan de persdrang die zij voelt toegeven. Sommige vrouwen persen spontaan op de goede wijze. Anderen moeten hiertoe worden aangemoedigd: met gesloten glottis en met gebruik van buikspieren en diafragma perst de vrouw gedurende korte perioden mee tijdens een wee. De bekkenbodem moet ontspannen zijn (let op de anus). Het is belangrijk dat de vrouw in de weeënpauzes ontspant en rustig kan doorademen. De partner kan hier een belangrijke bijdrage leveren, om de vrouw te steunen, zowel in lichamelijke als in mentale steun. Eigenlijk begint de begeleiding al bij de voorbereiding van de zwangere en haar partner, omdat bij een positieve instelling emotionele stoornissen als angst en spanning minder vaak zullen voorkomen. Vertrouwen in degene die de baring leidt, een rustige niet-angstaanjagende omgeving, en het vertrouwen dat er aandacht aan de pijn zal worden geschonken, zijn belangrijk. (10)
“Zwangerschapscursus voor partners”
23
§5.2 Wat zou je kunnen vertellen over deze periode vanuit het oogpunt van de partner? Naar mijn mening is een belangrijk punt wat de partner voor deze periode kan doen, zich goed voorbereiden op de bevalling, zodat er geen aspecten nog geregeld moeten worden als de bevalling zich aankondigt. Nu denk ik aan eventueel de oppas regelen voor de kinderen (als er al oudere kinderen zijn), de tas inpakken of ingepakt hebben voor het geval dat er spoed is geboden om de vrouw naar het ziekenhuis te brengen en belangrijke telefoonnummers gereed hebben. Ook is het van belang dat de kamer waarin de vrouw gaat bevallen op aangename temperatuur is. Het is belangrijk globaal te weten wat voor lichamelijke veranderingen je partner tijdens de verschillende fasen van de bevalling doormaakt. De reden hiervoor is dat je er zelf dan beter op kan voorbereiden, zodat je weet wat er gebeurt en niet in paniek raakt door onwetendheid over wat er aan de hand is. Laat de vrouw haar eigen gang gaan, luister naar haar en wat haar behoeften zijn. Juist de steun, zowel mentaal als lichamelijk, is nu heel belangrijk voor de vrouw. Juist haar proberen te laten ontspannen en rustig houden is in de ontsluitingsfase het belangrijkste. Deze fase duurt het langst en kan, door de lange duur hiervan, erg uitputtend zijn. Als de vrouw teveel energie heeft verloren in de ontsluitingsfase, kan het zijn dat ze al zeer vermoeid is, terwijl het zwaarste nog komt; de baringsfase. Het kan een optie zijn om de ademhalingstechnieken samen toe te passen, door het aangeven van het tempo en de manier van ademhalen tijdens het wegpuffen van een wee om te steunen. Zelfs masseren kan de vrouw helpen om te ontspannen of de ergste pijn tijdens weeën af te zwakken in de ontsluitingsfase. Tijdens de uitdrijvingsfase is het belangrijk te weten wat de partner kan doen voor de vrouw en wat zij het prettigst vindt. Bijvoorbeeld haar lichamelijk ondersteunen in de diverse baringshoudingen, haar gezicht deppen, toespreken. Ook tijdens deze fase kan een partner samen met de vrouw de ademhalingstechnieken toepassen. Dit om de vrouw te laten weten dat jullie er samen voor gaan en ook om ervoor te zorgen dat je zelf door blijft ademen. Het allerbelangrijkste is om te weten dat, ook al heb je het gevoel niet werkelijk iets te kunnen doen voor barende vrouw, het heel belangrijk is dat je er alleen al bent. Dit kan een stuk rust geven wat kalmerend werkt op je partner, waardoor de negatieve gevolgen van angst en spanning kunnen verminderen. (1)
§5.3 Wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode? Tijdens de ontsluitingsfase is het van belang dat de partner de ademhalingstechnieken kan onderscheiden en toepassen. Het is onder andere de beheersing van de ademhaling en de spierspanning die je in staat stelt je te ontspannen. Je kunt behulpzaam zijn bij het vinden en behouden van het juiste ritme tijdens de weeën. Je kunt helpen bij het bepalen van de soort ademhaling en je kunt meedenken over het moment waarop een bepaalde techniek het meest geschikt is. De allerbeste manier om dat in praktijk te brengen is door mee te doen. Meedoen is bovendien een garantie dat je zelf blijft doorademen, aangezien vele mannen de neiging hebben bij de bevalling de adem in te houden. Tijdens de diverse weeën kan het voor de vrouw prettig zijn diverse massagetechnieken toe te passen. Op voorwaarde dat ze tijdens de weeën het prettig vindt om aangeraakt te worden, natuurlijk.
“Zwangerschapscursus voor partners”
24
Tijdens de uitdrijvingsfase kan je hulp bestaan aan het ondersteunen bij de pershouding. Deze ondersteunende houding tijdens de pershouding van de vrouw is te oefenen tijdens de cursus. Je kunt ook behulpzaam zijn bij het geven van instructies. Vergeet ook in deze fase jezelf niet. Je ontkomt er niet aan mee te persen. Sommige mannen lopen nadien nog dagen met verkrampte spieren en verstijfde ledematen rond. (1) Voorbereiding van (een) oudere kind(eren) op een thuisbevalling Het geeft rust als je weet dat je kind in goede handen is als de vrouw gaat bevallen. Vindt de bevalling thuis en wil je niet dat je kind uit logeren gaat, vraag dan een -voor je kind- vertrouwd familielid, vriend(in) of een andere oppas om je oudste de nodige aandacht te geven. Lijkt het je rustiger om je kind ergens te laten logeren, oefen dit dan eerst een nachtje voordat het echt zo is. De meeste kinderen vanaf drie jaar vinden logeren leuk en spannend. Maar laat hem/haar niet bij de geboorte voor het eerst uit logeren gaan. Hij/zij kan zich dan weggestuurd kunnen voelen. (3) Voorbereiding van je kind op een ziekenhuisbevalling Bevalt de vrouw in het ziekenhuis en word ze aansluitend een paar dagen opgenomen, bespreek dan vooraf met degene die je kind in deze periode gaat opvangen/verzorgen hoe de dagindeling van je kind eruit ziet en welke dingen voor hem/haar van belang zijn. Vertel je kind van tevoren hoe het ziekenhuis eruit ziet, dat mamma daar in bed ligt en dat hij/zij de baby daar kan zien. Blijft de moeder maar een nachtje weg, dan kan hij/zij misschien beter kennismaken met de baby wanneer moeder en baby weer thuiskomen. Na het ziekenbezoek moet hij/zij immers weer naar huis, terwijl moeder en baby achterblijven. Sommige kinderen hebben hier moeite mee. (3)
§5.4 Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten/kunnen? Zorg in ieder geval dat je voorbereid bent op de bevalling door de kamer op temperatuur te hebben, eventueel een oppas stand-by hebben staan, weet wat er gebeurt tijdens de bevalling, weet wat je kunt doen voor de vrouw en op welke manier zij bepaalde dingen prettig vindt. Weet wat er globaal kan gebeuren zodat je voorbereid bent op de gebeurtenissen. Weet globaal wat er tijdens elke fase de ‘normale’ gang van zaken is, zodat je complicaties eventueel kunt herkennen en de verloskundige kunt waarschuwen. Tips tijdens de ontsluitingsfase: • Weet welke ademhalingstechnieken er zijn en wanneer de diverse ademhalingstechnieken op welke moment het beste toegepast kunnen worden. • Je registreert met een stopwatch of een horloge de frequentie en de duur van de weeën, je noteert je bevindingen. • Het zijn meestal de mannen die de telefoontjes plegen. Waarschijnlijk is het vervelend voor je partner om tegelijkertijd de weeën te trotseren en telefoongesprekken te voeren. Op de juiste momenten bel je de vroedvrouw of de huisarts, het ziekenhuis, het kraamcentrum, de familie of je werk. • Soms is afleiding een goed middel tegen spanning. Het kan ontspannend werken tijdens de opkomst van de weeën samen een spelletje te doen of een muziekje te draaien, maar dit hangt helemaal af van de situatie.
“Zwangerschapscursus voor partners”
25
•
•
• • • •
•
Het geven van morele ondersteuning lijkt wellicht de minst concrete rol, je kunt je er weinig handelingenbij voorstellen, maar wordt toch door de meeste mannen gezien als de meest wezenlijke bijdrage aan de bevalling. Het feit dat jij als aanwezige vader een constante factor bent, speelt daarin een grote rol. Verlaat de (verlos-)kamer dan ook nooit zonder voorafgaande mededeling en niet langer dan noodzakelijk is. Contact is een voorwaarde. Naar elkaar kijken, naar elkaar luisteren. Je kunt in moeilijke tijden je partner steunen en moed inspreken. Het is belangrijk dat je partner vanaf het moment dat de bevalling is begonnen alleen licht verteerbaar voedsel tot zich neemt. In de laatste fase van de ontsluiting treden vaak verschijnselen op van misselijkheid en braken. Overgeven met een volle maag is vervelend, maar overgeven met een lege maag is zo mogelijk nog vervelender. Dat is een reden waarom ze weinig, maar toch iets moet eten. Thee schenken is goed, maar koffie is nu uit den boze. Als je partner dorst heeft, laat haar dan niet teveel drinken. Het is verstandiger om haar op een ijsklontje of een nat washandje te laten zuigen. In een later stadium van de bevalling kan wat druivensuiker voor extra energie zorgen. Zorg dat er een teiltje klaarstaat voor het overgeven en help eventueel het beddengoed te verschonen. De vrouw hoeft niet gedurende de hele bevalling aan het bed gekluisterd te blijven, tenzij de verloskundige dit voorschrijft. Stel af en toe voor samen de benen te strekken. Badkuipbezitters kunnen het warme badwater benutten om ontspanning te vinden gedurende ontsluitingsweeën. Zolang de vruchtvliezen intact zijn is er niets te vrezen. Bij twijfel de verloskundige raadplegen. Als je geen bad hebt vind je vrouw het misschien prettig als je een of meerdere kruiken voor haar klaarmaakt. Warmte biedt niet altijd uitkomst. Sommige vrouwen verkiezen afkoeling van ijsklontjes in hun nek boven de warmte van een kruik tegen hun buik. Als je partner het prettig vindt aangeraakt te worden tijdens de weeën,, kun je je nuttig maken als masseur. Het is daarbij nauwelijks van belang dat je de techniek van het masseren tot in de puntjes beheerst. Veel belangrijker is de warmte en aandacht die je met je handen kunt geven. Je handen zijn van grote waarde wanneer je partner te kampen heeft met wat wel “rugweeën of “buikweeën” genoemd worden gebruik voor het strelen en lichte massage een beetje talkpoeder om de huid glad te houden. Voor de stevigere massage van rug, nek, schouders en benen kun je ook crème of massageolie gebruiken. De verloskundige zal van tijd tot tijd de stethoscoop “zetten” om naar de hartactie van het kind te luisteren. Als je nieuwsgierig bent, zou je kunnen vragen of je ook een keer mag luisteren. Het is geruststellend te horen dat het kind het goed maakt ondanks het geweld van de weeën. (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
26
Tips tijdens de uitdrijvingsfase: • Wees op de hoogte van de diverse baringshoudingen zodat je de vrouw zo optimaal mogelijk fysiek kan ondersteunen. • Er zijn weinig zaken waar je barende partner meer plezier van heeft dan een paar warme sokken. Gedurende de uitdrijving is de bloedtoevoer naar haar verst verwijderde lichaamsdelen mondjesmaat, hetgeen een paar ijskoude voeten ten gevolge heeft. • Lippenbalsem of vaseline kunnen in de loop van de bevalling goede diensten bewijzen wanneer het hijgen en zuchten, droge of gesprongen lippen veroorzaakt. • Hou een spiegel bij de hand voor het geval je partner bepaalde dingen wil mee bekijken die ze vanuit barende positie niet kan zien. • Een enkele keer komt het voor dat de barende vrouw in het heetst van de strijd geen gehoor geeft aan de instructies van de verloskundige. Zij gaat zo volledig op in de drang het kind eruit te persen dat haar gehoor geblokkeerd lijkt te zijn. Je kunt haar helpen door als tolk te fungeren en de instructies te herhalen. Vooral het plotselinge verzoek te stoppen met persen dan zo overrompelend en tegenstrijdig zijn aan haar gevoel, dat zij er pas gehoor aan geeft wanneer aan haar een vertrouwde stem duidelijk “stop” zegt. • Als je het leuk lijkt, kun je vragen of jij de navelstreng van je kind mag doorknippen. • Het grondig wassen van de pasgeborene is in ongebruik geraakt. Men volstaat met het vluchtig afspoelen van bloedresten en overtollig huidsmeer. Je kunt deze gelegenheid benutten om het eerste contact met je kind te leggen. Laat eventueel de kraamverpleegster voordoen hoe je het kind het beste kan vasthouden. • Laat je leiden door je enthousiasme om als trotse vader je familie en vrienden te bellen om ze te laten delen in de vreugde. Maar vergeet niet om samen te genieten van die eerste uren na de geboorte van je kind. (1) Tips voor de nageboorte: • Als de placenta niet loslaat, is het belangrijk om rust te creëren, net als tijdens de weeën. (12) • Bij een bevalling in verticale houding wordt de placenta vaak wat sneller geboren, onder invloed van de zwaartekracht. (10) • Blijf de eerste periode na de geboorte bij de vrouw. Ze is nog steeds kwetsbaar en kan je gezelschap goed gebruiken om alle spanning kwijt te raken welke de bevalling met zich meebrengt.
“Zwangerschapscursus voor partners”
27
Hoofdstuk 6: De periode tijdens de kraamtijd In dit hoofdstuk wordt de periode tijdens de kraamtijd nader bekeken met als doel de inbreng van de partner uit te diepen, welke problemen of veranderingen de partner kan verwachten en hoe deze voorbereid kan worden vanuit de cursus. De kraamtijd in deze scriptie omvat de eerste zes weken na de bevalling.
§6.1 Wat is er globaal te vertellen over deze periode? Na de bevalling doet de verloskundige de eerste controles bij moeder en kind en geeft instructies aan de kraamverzorgende. Gedurende de kraamtijd begeleidt de kraamverzorgende bij de verzorging en voeding van de baby. (2) Meestal heeft de vrouw de eerste uren na de bevalling geen trek. Als de vrouw tijdens de zwangerschap geen speciaal dieet heeft moeten volgen, mag ze, als er zich bij en na de bevalling geen problemen hebben voorgedaan, enkele uren na de bevalling alles weer eten. Tot die tijd mag ze alleen maar drinken. Is de baby door middel van een keizersnede ter wereld gekomen, mag ze vaak tot een à twee dagen niet eten. Het is heel normaal dat de meeste kraamvrouwen de eerste paar nachten slecht slapen. Veel vrouwen hebben de dag na de bevalling wat moeite met plassen. Als er hechtingen zijn gemaakt, kan het plassen wat pijnlijk zijn. Gedurende de zwangerschap houdt het lichaam geleidelijk aan steeds meer vocht vast. Een groot gedeelte van dat extra vocht verdwijnt kort na de bevalling uit het lichaam. De hormonen die in de zwangerschap verantwoordelijk ware voor het vasthouden van dat extra vocht, verdwijnen snel uit het bloed. Veel van dat extra vocht verliest de vrouw via de nieren. Dat kan als gevolg hebben dat de vrouw tijdens de eerste daten van het kraambed vaak moet plassen of flink transpireren. De darmwerking is in de eerste dagen van het kraambed wat vertraagd. De eerste ontlasting, wat vaak hard is, zal vaak pas na drie dagen komen. (4) Veel kraamvrouwen hebben in de eerste weken na de bevalling weinig of helemaal geen zin in vrijen. Vroeger was het een vaste regel om de eerste zes weken na de bevalling geen seksuele gemeenschap te hebben. In het algemeen adviseert men je momenteel om de eerste vier weken na de bevalling geen gemeenschap te hebben. (2) De balans tussen de belasting en de belastbaarheid moet na de bevalling weer opgebouwd worden. De belastbaarheid kan vergroot worden door onder andere voldoende rust te nemen zodat het lichaam zich weer kan herstellen en zorgen voor een goede opbouw van oefeningen waar de vrouw in het kraambed al mee kan beginnen. De belasting kan verlaagd worden onder andere doordat de partner onder andere regelingen treft - zoals de kraamvisite -, de kraamverzorgende zal ook een aantal dingen uit handen nemen van de kraamvrouw. In de eerste periode zal er veel kraamvisite zijn, maar zorg ervoor dat de nieuwe moeder en baby voldoende rust kunnen krijgen om weer op krachten te komen. Zowel fysiek als mentaal moet de moeder (en kind) zich herstellen van de bevalling.
“Zwangerschapscursus voor partners”
28
In het algemeen mag de vrouw ongeveer drie tot zes uur na de bevalling even kort uit het bed. Het doen van een paar stapjes vrij snel na de bevalling is zeer gunstig voor de bloeddoorstroming van de benen. De oefeningen in het kraambed zijn om diverse redenen aan te raden. Een belangrijk nut ervan is dat de kans op trombose in de benen behoorlijk vermindert. Verder is het een goede manier om de stoelgang weer op gang te krijgen en om de spieren rondom de vagina en anus wat te trainen. Oom voorkom je ermee dat je spieren gaan verslappen. Meestal mag er op de eerste of twee dag na de bevalling gestart worden met de eerste oefeningen. Het oefenen gebeurt meestal tweemaal per dag ongeveer tien minuten. Elke dag kunnen er een paar oefeningen bijgedaan worden. In het begin ligt de nadruk op de spieren rondom de enkels, bovenbenen en buik- en bekkenbodemspieren. Later komen de spieren van, rug en borstkas bij. (4) Mochten er complicaties optreden, zullen deze meestal in de eerste zes weken zich manifesteren. De verloskundige zal zes weken na de bevalling de moeder voor de laatste keer controleren. Er kunnen veel onzekerheden optreden, met name over de praktische aspecten van de verzorging van de baby. De kraamverzorgende zal hier mee helpen. (2)
§6.2 Wat zou je kunnen vertellen over deze periode vanuit het oogpunt van de partner? Vader- en moedergevoelens De eerste periode er erg belangrijk om kennis te maken met het kind. Het is goed mogelijk dat je meteen na de geboorte vader- of moedergevoelens ervaart. Maar het is daarentegen helemaal niet raar om deze gevoelens pas later te krijgen, na verloop van een aantal dagen of weken. Dat komt vaak voor en men hoeft zich hier helemaal niet schuldig over te voelen. Probeer naar behoefte zoveel mogelijk tijd met je kind door te brengen. Het ligt er natuurlijk aan of je hebt besloten huisvader te worden, parttime werkt of dat je fulltime werkt. Er kunnen veranderingen in de onderlinge relaties optreden. Welke veranderingen dit kunnen zijn, worden besproken in §6.3 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een relatie?
en in §6.4 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een al bestaand gezin?
“Zwangerschapscursus voor partners”
29
§6.3 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een relatie? De relatie tussen man en vrouw Baby-blues is een bekend fenomeen bij pasgeworden moeders. Dit is een lichte inzinking meestal rond de vierde dag na de bevalling, die mede veroorzaakt wordt door hormonen. De partner kan hier ook de invloed van ondervinden. Het is belangrijk dat hij zich hier van bewust is. (2) De vrouw kan zich na de bevalling voornamelijk moeder gaan voelen, en minder zich een echtgenote/vriendin/ minnares voelen. Hierdoor kan de man zich verwaarloosd voelen. Doordat de man vaak meer tijd nodig heeft om zich ook echt vader te voelen van de baby, kan hier onbegrip voor ontstaan, welke gevolgen heeft voor de relatie tussen de moeder(vrouw) en de partner. (2) Weinig mensen voorzien hoeveel invloed een baby zal hebben op hun leven, hun werk, hun emoties en hun gevoelens voor elkaar. Omdat de zorg voor een baby zo’n belangrijke plaats inneemt, besteden ouders vaak te weinig aandacht aan zichzelf en de partner. Zowel moeders als vaders merken dat de komst van een baby hun wereld op zijn kop zet. Dit kan spanning teweegbrengen die, als er geen oplossing wordt gevonden, de ouders uit elkaar kan drijven. (13) Een vrouw kan, die voor ze zwanger werd waarschijnlijk vol vertrouwen en onafhankelijk door het leven ging, als moeder een heel ander mens worden. Ze kan zich onzeker en alleen voelen. Ze heeft te maken met een baby die helemaal van haar afhankelijk is, en die haar het gevoel kan geven dat ze iets van haar identiteit kwijtraakt. Dit kan leiden tot verwarring en irritatie ten opzichte van de partner. (13) Sommige mannen vinden het moeilijk hun vrouw als de minnares te zien die ze voor de bevalling voor hem was. Door het zien van de geboorte is het mogelijk dat de partner seks niet meer kan loskoppelen van het ter wereld brengen van een kind. Daarbij maakt hij de vrouw ongeveer fulltime als moeder mee. De eerste keer seksuele gemeenschap kan voor de vrouw behoorlijk pijnlijk zijn. Ook voor de partner kan het anders aanvoelen. Neem de tijd om aan elkaar te wennen. (2) De relatie tussen vader en het oudste kind De relatie tussen de vader en het oudste kind wordt meestal sterker wanneer er een nieuwe baby is. Dit kan komen doordat de meeste vaders beter met wat oudere kinderen overweg kunnen. Het kan ook zijn dat de vader bepaalde rituelen vanzelf op zich neemt. (3)
“Zwangerschapscursus voor partners”
30
§6.4 Welke veranderingen kunnen plaatsvinden in een al bestaand gezin? Kinderen en de nieuwe situatie Peuters en kleuters kunnen terugvallen in babygedrag wanneer de baby er eenmaal is. Ze doen alsof ze niet meer kunnen praten, maken babygeluidjes, willen net als de baby aan mamma’s borst, willen een flesje of opnieuw in een wiegje slapen. Peuters die net zindelijk waren, gaan weer in hun broek plassen en willen opnieuw een luier. Ze kunnen niets meer zelf en willen overal bij geholpen worden door hun moeder of vader. Dit gedrag is een tijdelijke terugval. Het is een manier om te wennen aan de nieuwe situatie. Sommige kinderen hebben opeens intense behoefte aan een zacht knuffeldier dat overal mee naar toe moet. De oudste kan veel vragen stellen over alles wat met de baby te maken heeft. Ook dit is een manier voor hem/haar om aan de situatie te wennen. Geef hem/haar zoveel mogelijk antwoord en geef ook aandacht als hij geen vragen stelt. Dat is de beste manier om hem door deze onzekere fase heen te helpen. (3) Je kinderen en huisdieren Zoals er rekening mee dient te houden worden met kinderen in het gezin als er een nieuw gezinslid bij komt, is dit ook soms het geval bij huisdieren. Houd kinderen en huisdieren altijd in de gaten wanneer ze in dezelfde kamer zijn. Door de komst van een nieuwe baby is er ook voor je huisdieren iets veranderd. Het kan zijn dat ze uit hun doen raken door de aanwezigheid van de baby. Een dier blijft een dier, ook al is het nog zo lief. Het kan onvoorspelbaar reageren. Bovendien is het niet goed om andere, nieuwe regels in te stellen voor de dieren. Wanneer ze bijvoorbeeld voor de geboorte gewend waren om in je slaapkamer te slapen, laat dat dan zo als de baby er is. Dan heb je de minst kans op jaloers gedrag. (3)
§6.5 Wat zou je kunnen oefenen als voorbereiding op deze periode? In het kader van oefentherapeutische begeleiding is het van belang dat een partner leert hoe hij het beste de eventuele huishoudelijke taken zo gunstig mogelijk kan uitvoeren. Al is dit wellicht wat vergezocht in een zwangerschapscursus voor partners, vind ik het toch belangrijk. Met name vaardigheden als bukken, tillen, (baby in- en uit de wieg, eventueel later uit de box, ledikant en wandelwagen), zitten (fles geven), staan (afwassen), hoe de baby het beste kan liggen in de wieg, in een maxi-cosy, wandelwagen vind ik van belang om geoefend en besproken te hebben. Dit hoeft niet zo heel uitgebreid behandeld te worden, maar dit is juist een van de sterke punten van oefentherapie-Mensendieck.
“Zwangerschapscursus voor partners”
31
§6.6 Zijn er enige tips die met name voor de partner nuttig zijn om te weten/kunnen? Wat valt er allemaal te regelen? Een baby brengt meer met zich mee dan je denkt. Sommige dingen moet je lang van tevoren regelen, zoals bijvoorbeeld kinderopvang voor als je weer aan het werk wilt. Sommige medische onderzoeken en officiële zaken, maar ook leuke dingen moeten al in de kraamtijd goed geregeld worden. (2) Rechten en plichten Geboorteaangifte Je bent verplicht om binnen drie werkdagen na de geboorte van je kind het aan te (laten) geven bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar je baby geboren is. Dat kan dus een andere gemeente zijn dan je woonplaats. Als je kind bijvoorbeeld in het ziekenhuis van een andere gemeente geboren is, moet de aangifte daar gedaan worden. De vader moet de aangifte doen. Onder de vader verstaat de wet hier: de – door huwelijk met de moeder – wettige vader, of degene die het kind heeft erkend. Hier wordt later uitgebreider aandacht aan besteed. Mocht er geen vader (aanwezig) zijn, dan is degene die bij de geboorte aanwezig was verplicht om aangifte te doen. Dat kan de verloskundige zijn, de kraamverzorgende of iemand namens het ziekenhuis. De aangifte moet binnen drie werkdagen na de geboorte plaatsvinden. Als de derde dag een zaterdag, zondag of feestdag is, valt deze niet binnen die termijn. Wordt niet binnen drie dagen aangifte gedaan, dan kan dit later alleen met machtiging van het Openbaar Ministerie. De ambtenaar van de burgerlijke Stand maakt een geboorteakte op. Daarin staat het volgende vermeldt: • Het geslacht van het kind • Voornamen en achternaam van het kind. Per 1 januari 1998 biedt de wet de mogelijkheid de achternaam te kiezen • De geboortedatum en –plaats en het tijdstip van geboorte • Geslacht, voornamen, geboortedatum, beroep en woonplaats van degene die aangifte doet • Voornamen, geboortedatum, beroep en woonplaats van de moeder Als de ouders niet gehuwd zijn, worden de gegevens van de vader niet opgenomen, tenzij de vader het kind al erkend heeft of bij de aangifte erkent. (2) Naamskeuze Kinderen kregen tot nu toe nog automatisch de achternaam van de vader, tenzij het kind voor de wet geen vader had. Vanaf 1 januari 1998 kunnen ouders echter samen de achternaam van hun eerste kind kiezen: die van de moeder of van de vader. De keuze is eenmalig en geldt voor alle volgende kinderen in het gezin. De ouders moeten gezamenlijk een verklaring over de naam bij de Burgerlijke Stand afleggen. Zo niet, dan krijgt het kind de achternaam van de vader. Indien de ouders niet gehuwd zijn krijgt het kind automatisch de achternaam van de moeder. Willen de ouders dat het kind de achteraam van de vader krijgt, dan moeten zij hierover ook
“Zwangerschapscursus voor partners”
32
samen bij de Burgerlijke Stand een verklaring afleggen. Zo’n verklaring kun je het beste voor de geboorte afleggen. (2) Erkenning van een kind Mannen worden alleen automatisch de wettelijke vader als ze getrouwd zijn met de moeder. Als men niet getrouwd is, is de biologische vader niet vanzelfsprekend de officiële vader. Dit is pas het geval wanneer hij het kind erkent. Dat kan hij al tijdens de zwangerschap doen, maar hij kan het ook erkennen bij de aangifte. Door erkenning krijgt het kind erfrecht. De vader heeft dan ook het recht en de plicht het kind te onderhouden. Dat zegt overigens niets over omgangsrecht. Een ongehuwde vader heeft – zelfs al heeft hij het kind erkend – niet automatisch het ouderlijk gezag. Als vader en moeder gezamenlijk het ouderlijke gezag willen, moeten zij daartoe een verzoek indienen bij de griffie van het kantongerecht. Ben je niet getrouwd en wil de partner het kind erkennen, dan geldt het volgende: • Hij moet tenminste achttien jaar zijn • Hij mag iet met een ander getrouwd zijn • Hij moet schriftelijke toestemming hebben van de moeder van het kind • Hij hoeft niet per se de biologische vader te zijn. (2) Ouderschapsverlof Behalve zwangerschapsverlof bestaat er ook ouderschapsverlof. Daar heeft niet alleen de moeder, maar ook de vader recht op als hij of zij minimaal een jaar bij dezelfde werkgever werkt. Ouderschapsverlof is onbetaald verlof of gedeeltelijk betaald verlof en kan op verschillende manieren worden opgenomen. Informeer bij je werkgever naar de verschillende mogelijkheden van ouderschapsverlof. (2) Bij de ‘bijlagen’ is er wat dieper op het fenomeen ouderschapsverlof ingegaan.
“Zwangerschapscursus voor partners”
33
Hoofdstuk 7: Discussie In dit hoofdstuk worden de punten in en over deze scriptie/cursus besproken.
§7.1 Kan alleen een oefentherapeut-Mensendieck deze cursus geven? Voordat ik hier een antwoord op geef, is het van belang eerst te bekijken over wat voor vaardigheden een cursusdocent voor een zwangerschapscursus als deze moet beschikken. §7.1.1 Hoe te handelen als zwangerschapsdocent van deze zwangerschapscursus Wat zijn de kwaliteiten van een goede voorlichter De houding als voorlichter ten opzichte van aanstaande vaders is heel belangrijk. Aanstaande vaders moeten het gevoel krijgen door u gesteund te worden, zowel in hun ervaringen en gevoelens, als bij het maken van de keuzes waar zij voor staan, onafhankelijk van de inhoud daaraan. Dit kunt u doen door u vanuit uw functie geïnteresseerd op te stellen en begrip en inzicht in de situatie van mannen te tonen. Laat de partners zelf bewust worden van eventuele problemen door gericht vragen te stellen en informatie te verschaffen zodat zij hier zelf over nadenken. Dan kunnen ze later in het dagelijks leven ook zelf de eventuele problemen oplossen of oplossingen voor zoeken. (1) Het begeleiden van het groepsproces is naar mijn mening ook een heel belangrijk aspect. Net als in de reguliere zwangerschapscursussen die meer op de vrouw is gericht, is het van belang dat er tijd wordt gemaakt om te kunnen overleggen en praten over de gevoelens/emoties en de problemen die partners kunnen ondervinden of hebben ondervonden. Wellicht kunnen er oplossingen voor deze problemen gevonden worden doordat de partners zelf of oplossingen al zelf bedacht hadden, of zelf oplossingen kunnen vinden door overleg. Hierbij kan de cursusdocent de gesprekken begeleiden. Mannen met een andere culturele achtergrond Er is geen specifieke literatuur over de rol van aanstaande vaders in andere culturen. In algemene literatuur over zwangerschap en bevalling in andere culturen is er weinig te vinden dit onderwerp. Indien er mannen in de groep zitten uit andere culturen, probeer daar dan rekening mee te houden. Bij voorbeeld door hen te vragen of zij weten wat de normen zijn ten aanzien van de rol van de aanstaande vader in hun land van herkomst. Aansluitend kunt u vragen welke elementen zij daarin positief waarderen en in welke opzichten zij meer richten op Nederlandse normen. (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
34
Aansluiten bij de behoeften van aanstaande vaders Aanstaande vaders bevinden zich in een levensfase waarin ze zichzelf vragen stellen over de manier waarop ze hun toekomst in gaan richten, en hoe zij als man zouden moeten reageren vanuit hun nieuwe positie. Ze bevinden zich in een veranderingsproces dat onderverdeeld kan worden in een aantal fasen: • Bekendmaking • Uitstel • Richten op de komst van het kind • Jonge vaderschap Bij het geven van voorlichting aan de aanstaande vaders is het belangrijk dat er aangesloten wordt bij de fase waarin de mannen zich bevinden. Als hier geen rekening mee wordt gehouden loopt u het risico om thema’s aan te snijden die al uitgekauwd zijn dan wel thema’s aan te halen die nog te ver weg liggen. Dat tot gevolg kan hebben dat de mannen zich gaan vervelen of dat zij zich juist opgejaagd en onzeker kunnen gaan voelen. (1) Deskundigheidsbevordering rond het werken met (groepen) mannen Als de medewerkers van de organisatie zich onzeker voelen over het werken met (groepen) mannen of extra training wensen op dit gebied, dan kunt u bellen met Code “M”. dit is een landelijke organisatie die zich richt op de emancipatie van mannen in Nederland. (1) Wat te doen bij problemen? Aanstaande vaders kunnen tijdens de zwangerschap allerlei problemen ervaren. Deze kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met: • Twijfel en ambivalentie over het krijgen van een kind • Veranderingen in de relatie • Veranderingen in de seksuele relatie • Overmatige identificatie met de partner • Niet geheel verwerkte ervaringen in de relatie uit het verleden • Niet geheel verwerkte ervaringen uit het persoonlijk verleden Sommige mannen uiten zich niet zo makkelijk omdat ze hun zwangere vrouw daarmee niet lastig willen vallen. Een relatief groot aantal aanstaande vaders voelt zich vaak sterk verantwoordelijk voor hun vrouw en stelt hun eigen behoeften op de laatste plaats. Voor welzijn van de aanstaande vader (en de moeder) is het daarom belangrijk dat er in de begeleiding en voorlichting aandacht aan de onzekerheden en problemen van de aanstaande vader wordt besteed. Door de aanstaande ouders óók bewust te maken van de problemen en gevoelens die mannen kunnen hebben in deze periode, begrijpen de partners elkaar beter. Daardoor kunnen eventuele problemen in de relatie voorkomen worden. Problemen gaan in de meeste gevallen vanzelf weer over, omdat mensen zelf hun oplossingen zoeken. Het kan gebeuren dat er ernstige problemen zin. Probeer in een individueel gesprek het probleem bespreekbaar te maken en de aanstaande vader (en moeder) eventueel door te verwijzen naar de FIOM, het RIAGG of het Algemeen Maatschappelijk Werk in de buurt. (1)
“Zwangerschapscursus voor partners”
35
Ook van belang kan de hulp zijn van de Nederlandse Gezinsraad. Op het internet is een site van de Nederlandse Gezinsraad (NGR). De NGR voedt zijn specifieke gerichtheid op het welzijn van burgers mede vanuit de aandacht van bestaansvoorwaarden als opvoeding, onderwijs, huisvesting, arbeid en rechtszekerheid. De NGR levert bijdragen aan beleidsontwikkelingen op het vlak van relatie- en gezinsvorming. Kernfuncties van de NGR zijn beleidsanalyse en signalering op het vlak van gezinnen en andere primaire leefvormen en het bieden van een platform voor het stimuleren van de publieke meningsvorming. Conclusie Nu er besproken is waar een cursusdocent aan moet voldoen, kan ik het volgende antwoord geven. Ik ben van mening dat iedereen die gekwalificeerd is om een zwangerschapscursus te mogen geven, kan deze cursus ook geven als aanvulling van een reguliere zwangerschapscursus. Wel is groepsbegeleiding en de daarbij behorende gesprekstechnieken is belangrijk aspect, dus als de cursusdocent hier nog geen of niet zoveel ervaring in heeft, kan men zich hierin bij laten scholen. Een specifiek deel van de zwangerschap zijn de lichamelijke vaardigheden die de partner leert. Mijn mening is dat de docent zelf vaardig moet zijn om de partner bewust te maken van mogelijkheden, lichamelijk en geestelijk. §7.2 Wat zijn de positieve punten van deze cursus? • • • • •
De partner wordt betrokken bij de veranderingen die plaatsvinden tijdens de drie perioden tijdens de zwangerschap en kan actief keuzes maken t.a.v. zijn invulling van de veranderde rollen. De partner kan beter anticiperen op de leuke en minder leuke gevolgen welke de zwangerschap met zich mee brengt. De partner leert andere partners kennen door deze cursus en kan met hen samen over de gevolgen van de zwangerschap hebben. De partner leert wat hij/zij kan doen voor de partner tijdens de verschillende perioden van de zwangerschap. De partner leert eventuele problemen herkennen, een eventuele oorzaak er van vinden en hoe hij deze eventuele problemen kan oplossen
§7.3 Wat zijn de negatieve punten van deze cursus? • •
Is de oefentherapeut wel de aangewezen professional voor deze cursus; hoeveel wordt er geoefend? Is een cursus als deze wel nodig; krijgen de partners nu in deze maatschappij al niet voldoende informatie?
“Zwangerschapscursus voor partners”
36
§7.4 Wat zijn de punten van kritiek op mijn eigen werk? (betrouwbaarheid van informatiebronnen, werkwijze, opzet van de scriptie, inhoud van de scriptie, punten van kritiek) Ik ben van mening dat de informatie die ik hier in deze zwangerschapsscriptie voor partners verzameld heb, een bijdrage kan leveren aan de beleving van de zwangerschap door de partner van de zwangere vrouw. Ik ben van mening dat oefentherapie-Mensendieck wel een aangewezen professional is. Niet alleen de oefentherapeut-Mensendieck kan dit Ik heb bij de conclusie van paragraaf 7.1 vermeld heb dat ik van mening ben dat iedereen gekwalificeerd is om een zwangerschapscursus te geven, deze cursus kan geven (en daar blijf ik bij). Ondanks dat vind ik dat een oefentherapeut-Mensendieck de aangewezen persoon is om deze specifieke zwangerschapscursus te geven. Niet omdat de partner centraal staat, maar met name dat de lichamelijke vaardigheden, samen met de kern van de methode Mensendieck, namelijk het bewustzijn, houdings- en bewegingsgedrag behandeld worden. Er is weinig te vinden over de geschiedenis van zwangerschapscursussen. Ik ben van mening dat de informatiebronnen die ik heb gebruikt, van betrouwbare aard zijn. Sommige literatuur die ik gebruikt heb om feiten te vinden is geschreven door mensen die het als studiemateriaal geschreven hebben, zoals de ‘praktische verloskunde’ en de zwangerschaps-cdrom. Sommige literatuur is geschreven vanuit de mening van anderen. Dit is minder betrouwbaar dan feitelijke informatie, als ‘hoe bevalt Nederland’. ‘Jonge ouders’ is naar mijn mening geschreven uit de auteur haar mening. Sommige zinnen vind ik op zo’n manier verwoord dat er geen keuze meer opengelaten is. Het boek van Arend van Dam vond ik ook geschreven uit een eigen ervaring, welke niet voor iedere man hoeft te gelden. Niet alle informatiebronnen bleken nuttig. Bijvoorbeeld het symposium, waarin het informatiefolder werd vermeld dat er een gedeelte aandacht werd besteed aan een zwangerschapscursus voor vrouwen en hun partner, bleek niet de informatie te geven waar ik op gehoopt had. De opzet was meer gericht op de verloskunde, niet op de zwangerschapsbegeleiding door therapeuten (als oefentherapie-Mensendieck, oefentherapie Cesar of fysiotherapie).
“Zwangerschapscursus voor partners”
37
Hoofdstuk 8: Conclusie De conclusie die ik op de probleemstelling kan geven is de volgende. Zoals op te maken uit de hoofdstukken 3,4,5 en 6 kan de rol van de partner op de volgende manieren ondersteund worden. Als oefentherapeut-Mensendieck kun je een bijdrage leveren door met name de partner bewust te maken van de diverse veranderingen die kunnen plaatsvinden in niet alleen de beleving van de vrouw die moeder wordt, maar ook in de beleving van de aanstaande vader. De partner wordt bewust gemaakt over de balans tussen de belasting en belastbaarheid, zowel lichamelijk als geestelijk, en leert hoe hij deze balans in stand kan houden of op kunnen bouwen tijdens de drie perioden rond de zwangerschap. Ook is belangrijk om de partner de mogelijkheid te geven om eventuele ontstane problemen te kunnen oplossen. Van minder belang (doch wel nuttig om voor de partner te kunnen) zijn de lichamelijke vaardigheden waarover een partner zou moeten kunnen beschikken. Het is de vrouw die het meeste werk moet verrichten, de partner is een steun voor haar. Dit is wel een hele specifieke cursus door met name de aandacht te vestigen op de partner dan de aandacht te vestigen op de vrouw, maar als aanvulling op een reguliere zwangerschapscursus kan deze zwangerschapsscriptie/cursus veel informatie geven aan de partner. Hierdoor zou de partner een betere steun kunnen zijn voor de zwangere vrouw en de partner zou de zwangerschap, met meer begrip voor de veranderingen voor zowel de partner als de vrouw, kunnen volgen.
“Zwangerschapscursus voor partners”
38
Hoofdstuk 9: Aanbevelingen Naar mijn mening is aan te bevelen deze cursus te combineren met een al bestaande zwangerschapscursus. Deze cursus zie ik als een aanvulling op een reguliere zwangerschapscursus. Deze cursus als aanvulling op de reguliere zwangerschapscursus vergt wel meer tijd van de cursusdocent, maar kan veel effectiever zijn als een aantal aspecten van deze cursus met zowel de vrouw als de partner besproken worden. Naar mijn mening is het raadzaam een aantal aspecten samen met de vrouw te bespreken, zoals de ‘technische’ details van de zwangerschap, de baringshoudingen en hoe de partner de vrouw hiermee kan steunen, de massagetechnieken, eventuele complicaties die op kunnen treden, eventueel een bezoek van een verloskundige en een kraamverzorgster). Zo ontstaat er een wisselwerking tussen de vrouwen en de partners en weten ze eventuele problemen waarmee ze mee te maken kunnen krijgen te begrijpen. Zou zouden er dan ongeveer drie of vier bijeenkomsten door de partners bijgewoond kunnen worden door de partners, om specifiek hun mogelijkheden, eventuele problemen, vaardigheden en hun bijdrage aan de zwangere vrouw te bespreken. De materialen die gebruikt kunnen worden, kunnen dezelfde zijn als men gebuikt bij de zwangerschapscursus van de vrouw. Het is aan te bevelen de verloskundigen, huisartsen en organisatoren van zwangerschapscursussen in te lichten over deze nieuwere vorm van een zwangerschapscursus. Deze kunnen dan de zwangere vrouw en haar partner op hun beurt weer inlichten over de diverse keuzes die ze kunnen maken welke zwangerschapscursus gevolgd kan worden. Ook zou ik de organisatoren en cursusdocenten inlichten over het bestaan van deze cursus.
Mochten er aan- of opmerkingen geplaatst kunnen worden door de lezer van deze zwangerschapsscriptie, houdt de auteur zich voor deze aan- of opmerkingen aanbevolen.
“Zwangerschapscursus voor partners”
39
BRONVERMELDING 1) Bikker, Esther, Vaders Vandaag ‘een film voor aanstaande vaders’, video en bijbehorende handleiding, 1994 2) Bochove, Jet van, Ouders op komst, 1e druk, februari 2000 3) Bochove, Jet van, Broertje of zusje op komst, 1e druk, februari 2000 4) Braam, Wiebe/ Leemhuis, Aart, Zwangerschapsrom; Mens & Maatschappij, Het Spectrum, 2000 5) Gommers, M, brochure ter verbreiding van de psychoprofylactische methode bij zwangerschap en bevalling, Stichting ter Verbreiding van de Psychoprofylactische Methode bij Zwangerschap en Bevalling, 1992 6) Haan, Hilde de, Hoe bevalt Nederland, 3e druk, 1983, Het Spectrum, 7) Kooy, G.A., Gezinsgeschiedenis: vier eeuwen gezin in Nederland, Van Gorcum, 1985 8) Naaktgeboren, dr. C, Ouders en kinderen: vruchtbaarheid, zwangerschap en geboorte in verschillende culturen, Ankh-Hermes, Deventer, 1988 9) Salomé, Carita / Wit, Juliette de, duik in je weeën; een bewuste voorbereiding op de bevalling, Unieboek b.v. 7e druk, 1997 10) Schaepman-van Geuns, dr.E.J./Treffers, dr. E.J., Praktische verloskunde, Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Antwerpen, 7e druk, 1989 11) Schutt, K, Complete babycursus voor jong ouders, Deltas, 1995 12) Spanjer, J, Bevallen en opstaan, Contact, 1989 13) Stoppard, Miriam, Jonge ouders, 1999 Andere informatie: Mieke Lub-Brakeboer, verloskundige van Bovenkarspel. Hans Lub, student/leraar in opleiding maatschappijleer. Helaas is de film met bijbehorende handleiding “vaders vandaag” niet meer bestelbaar bij de NGR. Toch is de raad van de NGR van belang mochten er vragen over dit onderwerp of aanverwante onderwerpen zijn. Nederlandse Gezinsraad (NGR) Raad voor gezinnen en andere leefvormen Lange voorhout 86 2514 EJ Den Haag Tel: 070-3306060 Fax: 070-3659230 Internet: www.ngr.nl/doelstel.htm De video met de bijbehorende handleiding “vaders vandaag” is nog bestelbaar bij Code “M”. Het adres van Code “M”is: Code “M” Oostzijde 64 1426 AG De Hoef 0297-593466
“Zwangerschapscursus voor partners”
40
BIJLAGE WET OUDERSCHAPSVERLOF Sinds 1 januari 1991 is het bij wet geregeld dat iedere ouder onbetaald ouderschapsverlof kan aanvragen bij zijn/haar werkgever. De partners kunnen volgens deze wet beiden een half jaar (aaneensluitend) hun werkweek terugbrengen tot minimaal 20 uur per week. Het ouderschapsverlof mag één keer voor elke baby (bij een twee- of meerling is er slechts één keer recht op verlof) aangevraagd worden. Het recht geldt tot het kind acht is. Twee maanden voorst het recht in kan gaan wordt, dat dus niet kan worden geweigerd, moet de werknemer een schriftelijk verzoek indienen. Een voorwaarde is wel dat de werknemer tenminste één jaar in zijn/haar huidige betrekking werkt. Mensen die bij de overheid werken krijgen 75% van hun opgenomen vrije uren uitbetaald. Voor hen geldt ook het minimum van 20 uur per week niet. Bij alle andere bedrijven hangt het percentage dat wordt uitbetaald af van de CAO die er bij het betreffende bedrijf is. In veel gevallen is dit minder dan 75% of is het ouderschapsverlof onbetaald. Sinds 1 juli 1997 hebben ook deeltijdwerkers het recht op ouderschapsverlof. Na het ouderschapsverlof hebben de ouders het recht weer net zoveel uren per week te gaan werken als daarvoor. Omgekeerd heeft de werkgever het recht dat ook inderdaad van de werknemer te eisen.
“Zwangerschapscursus voor partners”
41