Evaluatie van de Pilot van het Wereldvrouwenhuis 'Mariam van Nijmegen' Opvanghuis voor dakloze vrouwen zonder papieren die hiervoor medisch geïndiceerd zijn. Augustus 2013 Hoofdstuk 1 Wat
we wilden
Doelstelling De stichting Wereldvrouwenhuis ‘Mariam van Nijmegen’ wil kwetsbare vrouwen uit de regio Nijmegen die géén verblijfspapieren, géén onderdak en géén eigen netwerk hebben, tijdelijk een veilige plek geven waar ze een aantal maanden uit kunnen rusten, medische verzorging krijgen en goede begeleiding, gericht op het versterken van de eigen kracht en zelfredzaamheid. Uitwerking doelstelling Naast het bieden van tijdelijk onderdak wil de Stichting de zelfredzaamheid van de vrouwen versterken via begeleiding en training. Vrouwen die door de stichting worden opgevangen krijgen een activiteiten- en trainingsprogramma aangeboden met de volgende doelen: De vrouwen leren hoe ze op een gezonde manier met hun lijf om kunnen gaan, waaronder mede seksuele en medische voorlichting. De vrouwen leren hoe ze zich kunnen verdedigen tegen ongewenste intimiteiten. De vrouwen leren hoe ze zo eenvoudig en goedkoop mogelijk, maar toch gezond, kunnen leven. De vrouwen krijgen kennis van de Nederlandse taal en de omgangsvormen in Nederland zodat ze zich kunnen redden (alle taal is praktisch gericht op de situatie waarin ze na de opvangperiode zullen verkeren). De vrouwen leren leuke dingen te maken. Mogelijk kunnen ze die, als ze zelfstandig verder gaan, ruilen tegen eten/kleren/spullen bij Nijmeegse organisaties en winkels. De vrouwen brengen hun netwerk goed in kaart, leren nieuwe kennissen te maken, en hoe mensen te benaderen voor onderdak na de 13 weken opvang. Door deze werkwijze is de stichting op een zeer innovatieve manier bezig om dit probleem in de samenleving aan te pakken. Tevens wil de stichting door middel van publicaties en informatieoverdracht laten zien dat genoemde doelgroep tussen wal en schip valt, wat een voor Nederland onwaardige situatie is. De stichting wil dus het lot van deze vrouwen verbeteren, door hiervoor aandacht te vragen aan de samenleving. De Stichting wil een netwerk opbouwen van Vrienden van Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen met personen, instellingen, organisaties die iets voor deze vrouwen willen betekenen. Zij kunnen dit bijvoorbeeld doen door de stichting financieel te ondersteunen, door een slaapplaats ter beschikking te stellen voor vrouwen uit de doelgroep, door de vrouwen te helpen bij het verkrijgen van voedsel of andere levensbehoeften. Door het creëren van dit netwerk van Vrienden van het Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen wil de stichting tevens zichtbaar maken dat binnen de Nederlandse samenleving een breed gedragen goed is dat deze vrouwen niet aan hun lot overgelaten moeten worden. Opzet De stichting heeft in overleg met de gemeente Nijmegen een opvangvoorziening voor 7 vrouwen. Op jaarbasis kunnen 20 tot 30 vrouwen opgevangen worden. Ook na de
1
opvangperiode kunnen de vrouwen beroep doen op de begeleiding van het Wereldvrouwenhuis. De opvang en begeleiding van de vrouwen gebeurt door deskundige vrijwilligers. De toelating van vrouwen tot de opvang wordt door de beide coördinatoren gedaan. Gedurende de opvang nemen de vrouwen deel aan het trainingsprogramma. Ook vrouwen die geen noodzaak hebben tot opvang, maar wel baat hebben bij het trainingsprogramma kunnen deelnemen. Om het programma uit te proberen start de stichting in januari 2013 met een pilot: gedurende een periode van drie maanden wordt aan drie vrouwen opvang en het programma geboden. De middelen voor deze pilot zijn ontvangen van fondsen en donateurs. (December 2012).
2
Hoofdstuk 2
Pilot instroom/uitstroom Pilot De pilot is gehouden van januari t/m mei 2013, twee maanden langer dan bedoeld. Omdat de instroom niet snel verliep hebben we de pilotperiode verlengd. In het begin hebben we ons wel bekend gemaakt bij andere organisaties, maar het bleek enige tijd te vragen voordat bekend was wat de functie en mogelijkheden van onze opvang zijn. Daarnaast worden door de IND vrouwen in een vriesperiode niet op staat gezet. De pilot vond plaats in één van de twee panden, waarover de stichting beschikt. Het andere pand werd tijdelijk verhuurd aan Stichting Gast en Noodopvang. Vanaf 31 mei kon de stichting ook over het tweede huis beschikken. De instroom 1. 7 januari: de eerste vrouw R, een 68 jarige Armeense uit Azerbeidzjan. 2. 25 februari: de volgende vrouw, 63 jarige Turkse Koerdische G. 3. 1 maart kwam de 29 jarige vrouw K uit Sierra Leone. 4. 2 mei kwam de Iraakse 53 jarige F. 5. 7 mei de 19 jarige D uit Guinee. 6. 31 mei kwam de 21 jarige Mu uit Ethiopië. 7. 31 mei kwam de 31 jarige Me uit Ethiopië. 8. 1 juni kwam de 6 maanden zwangere S uit Sierre Leone.
Vanaf 8 maart tot begin april waren er vier aanvragen van vrouwen, 2 uit Eritrea en 2 uit Somalië, die we niet hebben uitgezocht omdat er geen plaats was, maar die waarschijnlijk anders in aanmerking waren gekomen. Er waren meerdere aanvragen van vrouwen die zeker niet aan onze criteria voldeden (nog plek in AZC, een man hebbend, maar voor een paar weken onderdak nodig, niet in staat met de programma's mee te doen, ernstige psychische problemen). Begin juni was er een aanvraag maar de vrouw kwam niet op gesprek. Er waren ook drie aanvragen van vrouwen die niet aan de criteria voldeden (net in Nederland en meteen negatief: moest naar VBL; hoog zwangere kon in AZC). Er was er nog een aanvraag waar wegens geen plaats niet verder naar gekeken is. Kort erna was er weer plek en nog een aanvraag van maatschappelijk werk van uitzetcentrum Ter Apel van vrouw uit Eritrea, die werd uitgezet, kon komen voor intake, maar die niet is gekomen. De uitstroom 1. 7 april: R. is naar een goed onderdakadres gegaan, waar ze vast kan verblijven. Ze komt elke maandag en woensdag voor de programma's nog naar het huis. 2. 15 april: G. is zelf weggegaan omdat ze zich niet wilde schikken naar de regels (ze had moeite met: geen ruzie maken, jezelf schoon houden, meedoen aan de programma's, mee helpen poetsen en koken). 3. 31 mei: D. ging na krap drie weken zelf weg omdat ze geen zin had om met de programma's mee te doen. De overige vrouwen zijn nog in huis aan het eind van de pilot.
3
Hoofdstuk 3
Korte samenvatting van resultaten pilot Het duurde vrij lang voordat het bestaan van het Wereldvrouwenhuis bekend was en het bleek dat asielzoekers bij vorst niet op straat gezet worden. Daardoor was de instroom in het begin van de pilot minimaal. Er waren enkele aanmeldingen, waarbij niet duidelijk was wanneer de vrouw op straat gezet zou worden. Het is lastig om een plek vrij te houden. Op dit punt zullen we een eenduidig beleid moeten maken. Gezien de aanvragen van januari tot/met 1 juni, 5 maanden, van in totaal 14 vrouwen die (waarschijnlijk) aan de criteria voldeden, waarvan we er 8 opvingen, klopt onze schatting van 15 tot 30 vrouwen per jaar die hulp nodig hebben. Het Vrouwenhuis voorziet duidelijk in een behoefte. Zonder onze opvang konden de vrouwen nergens heen. De periode van opvang Het projectplan voorziet in een opvang van drie maanden, waarna de vrouw moet uitstromen naar een particulier adres of anderszins. Van begin af aan is het duidelijk voor de vrouwen dat de opvang tijdelijk is en dat het belangrijk is dat ze gebruik maken van de mogelijkheden van het huis, meedoen met de programma's… De 3 maanden opvang blijkt erg kort om alles te doen wat we willen doen: netwerk opbouwen, juridisch en medisch alles op een rij zetten, creatieve vaardigheden leren. En vooral het tot rust laten komen. Daarnaast speelt dat de vrouwen zelf heel graag langer willen blijven. Vooralsnog blijft het een aandachtspunt dat 3 maanden te kort zijn. In augustus als er weer een aantal vrouwen uitstromen wordt aan de hand van de stand van zaken beslist of we de opvangtijd uitbreiden naar 4 maanden. Het gevolg van deze beleidswijziging zou zijn dat er dan ongeveer 20 vrouwen per jaar kunnen worden opgevangen in plaats van tegen de 30. Lesprogramma De programma's, waarbij in de opzet vanuit is gegaan, hebben in de pilotperiode gedraaid. Alle programma-onderdelen zijn geëvalueerd en waar nodig aangepast. Vrijwilligers Een grote groep van meer dan 30 vrijwilligers is met hart en ziel bezig voor het project. Het blijkt dat het nog niet eenvoudig is om over het juiste aantal vrijwilligers te beschikken. Aan de ene kant blijken vrijwilligers zich moeilijk een beeld te kunnen vormen van wat er van hen gevraagd wordt, hierdoor vallen na een aantal weken vrijwilligers snel af, aan de andere kant is het mooi om te zien dat degenen die hun draai in het project hebben gevonden, er met heel veel inzet mee bezig zijn.
4
Hoofdstuk 4
Uitgebreide Evaluatie hele pilot Voorwaarden voor verblijf In het huis kunnen vrouwen worden opgenomen die: - geen geldige verblijfspapieren hebben en dus niet verzekerd zijn tegen ziektekosten; - dakloos zijn; - naar het oordeel van de aanmelder en stichting dermate kwetsbaar zijn dan wel gezondheidsproblemen hebben dat gevreesd moet worden voor ernstige gezondheidsschade en/of (seksuele) uitbuiting; - gemotiveerd zijn om hun leven in eigen hand te nemen en actief aan het programma deel te nemen; - beloven de regels van het programma en de opvang na te komen. Ernstige psychische problemen, verslaving of andere gedragsproblemen die het samenleven en werken in de groep te zeer belemmeren, vormen een contra-indicatie voor opname. Ervaring: Het is niet eenvoudig om direct een goed beeld te hebben van de vrouw, omdat de psychische situatie niet altijd direct kan worden ingeschat. In de praktijk zijn we er toe overgegaan een plaats aan te bieden voor eerst een week en daarna verder te kijken of het huis iets is voor betrokkene. Aanmelding Vrouwen kunnen aangemeld worden bij één van de coördinatoren van het Wereldvrouwenhuis, door organisaties als Vluchtelingenwerk, Stichting Gast en (andere) sociale en medische instellingen. Bij twijfel over de lichamelijke of geestelijke gezondheid, en eventuele beperkingen die hiermee gepaard gaan, wordt consult gevraagd bij de deelnemende huisartsenpraktijk, Universitair Gezondheidscentrum Heyendael. Als de intake langer duurt kan indien nodig de vrouw gebruik maken van een Noodslaapplek. Ervaring: In de praktijk is veel aangemeld door Vluchtelingenwerk Ter Apel (maatschappelijk werk uitzetcentrum) en door andere (Vrouwen)opvangorganisaties. Ook vrouwen uit de AZC's Nijmegen en Grave hadden acuut hulp nodig die Noodopvang en Gast niet meteen geven, zoals bleek met Me en Ma uit Ethiopië. Wij krijgen dus vrouwen die misschien door Gast of Noodopvang opgevangen kunnen gaan worden, wat pas na vele weken duidelijk wordt. In augustus worden afspraken gemaakt met Gast en Noodopvang wat te doen met vrouwen die zij zouden kunnen opvangen. We krijgen ook vrouwen die al jaren 'op straat' leven en een band hebben met Nijmegen en omstreken door mensen die ze hier kennen of die nergens in Nederland een band hebben. Het is toch wel snel duidelijk of een vrouw geschikt is voor ons huis of niet. De criteria zijn een goed selectie-instrument. Opname De coördinator beslist over opname. Bij twijfel beslist het bestuur, die daarvoor advies in kan winnen bij juridische, medische en psychologische deskundigen. Als een vrouw wordt opgenomen, ondertekent zij een opname-overeenkomst waarmee zij instemt met de gedragsregels en voorwaarden voor opname (zie verder). Indien de vrouw niet
5
kan schrijven, wordt gecheckt of zij mondeling alle informatie heeft begrepen en haar instemming verleent. De vrouwen stemmen door middel van het ondertekenen van de opname-overeenkomst in met de volgende voorwaarden: - de vrouwen doorlopen alle onderdelen van het programma; - er wordt zoveel mogelijk Nederlands gesproken; - de vrouwen houden zich aan de vastgestelde gedragsregels (zoals geen diefstal, geweld, drugs of dronkenschap, geen voor anderen storend gedrag, respect voor anderen); - afwijking van de gedragsregels leidt, na een gesprek en een waarschuwing, tot beëindiging van de opvang; - alle vrouwen werken mee in het poets- en kookrooster; - bezoek is niet toegestaan. Ervaring - Aangezien veel vrouwen Engels praten wordt er toch ook veel Engels gepraat omdat communicatie heel belangrijk is, op welke manier dan ook. - Er zijn 2 vrouwen geweest die een waarschuwing hebben gekregen, omdat ze zich niet aan de regels hielden. Gevolg is dat zij dit goed begrepen hadden en zelf zijn vertrokken. - In het kader van het netwerken is het erg belangrijk dat de vrouwen vriendschappen aangaan en onderhouden. Vrouwelijk bezoek wordt wel toegestaan en heeft ook al tot opvang na de opvangtijd geleid. Mannenbezoek is wel verboden. Noodslaapplek De Stichting wil een ruimte verwerven met enkele (stapel)bedden, waar zo nodig meerdere vrouwen één of enkele nachten kunnen slapen. Deze plek zal worden gebruikt als vrouwen in de intakefase zitten, maar ook voor Buitenvrouwen die af en toe een nachtje onderdak nodig hebben als ze van de ene slaapplaats naar de andere gaan. Ervaring: Het bleek niet mogelijk een noodopvangplek buiten het huis te creëren. We hebben nu van de grootste kamers de noodopvangplek gemaakt met drie bedden. Het blijkt dat er wel behoefte is aan deze noodopvang, maar dat is in feite pas na de pilot gebleken. Het huis De Stichting heeft 2 huizen onder één kap gehuurd, huis 1 en huis 2, waar zeven vrouwen kunnen worden opvangen. Ervaring: Aangezien 1 van de 7 kamers noodopvang (of logeerkamer) is geworden is er op de andere grote kamer een bed bijgezet. Alhoewel we streven naar elke vrouw een eigen kamer te geven kan het tijdelijk zo zijn dat ze in het begin met een andere vrouw op een kamer slaapt. De individuele begeleiding In de hierboven weergegeven projectomschrijving staat de individuele begeleiding niet specifiek benoemd. Duidelijk is dat de vrouwen een eigen begeleidster hebben, waarvoor we deskundige vrijwilligers zoeken. De vrijwilligers krijgen van een deskundige intervisie. Er is op een rij gezet wat de individuele begeleiding inhoudt en hoe er gewerkt wordt met een achterwacht. Ook de rol tussen instroom en intake is nader vastgesteld. De coördinatoren doen de eerste screening en samen met de toegewezen individuele begeleidster wordt de intake gehouden.
6
Het accent van deze begeleiding ligt op het in kaart brengen van de medische (waarbij de huisarts betrokken is), juridische (waarbij de huisadvocaat betrokken is) situatie en het opbouwen van een netwerk ten behoeve van het verkrijgen van slaapadressen. Aandachtpunten: Het is schipperen tussen de vrouwen zelf verantwoordelijk laten zijn voor hun leven en het hen verplichten mee te doen met de programma's en hen helpen met allerlei zaken. Het kost veel tijd om alle informatie bij elkaar te krijgen. Voor een deel ook omdat de vrouwen niet beschikken over eigen vervoer, zodat ze steeds overal gehaald en gebracht moeten worden Huisvergadering Voor een goede gang van zaken in huis is er gestart met een huisvergadering. Deze wordt door de algemeen coördinator gehouden. Wellicht dat dit in te toekomst door een van de individueel begeleidsters gedaan kan worden. Aandachtpunten: In de huisvergaderingen wordt vanaf juni meer nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid die ze hebben voor hun leven en het doel van dingen maken (zelf aan eten en spullen kunnen komen, iets terug kunnen doen voor de onderdakgevers door via ruilen aan spullen te kunnen komen om in te brengen…) Deelname aan het trainings- en begeleidingsprogramma van vrouwen die uitgestoomd zijn. Een vrouw die in de pilotperiode is uitgestroomd, maakt nog steeds gebruik van het trainingsprogramma en de begeleiding van het huis. Het principe van cliënten zowel in als buiten het huis werkt voorlopig goed. Het geeft de vrouwen steun dat ze nog regelmatig in het huis komen. De begeleiding gaat door, omdat zaken veel tijd vragen. Qua taal willen de vrouwen graag verder en door de crealessen blijven ze bezig met dingen maken. Financiën Door middel van een actief fondsenwervingsbeleid is het mogelijk gebleken bij zeer veel organisaties en fonds middelen te krijgen. Daarnaast is er in de pilotperiode ook door de vrijwilligers heel hard gewerkt aan het verzamelen van geld middels collecte, het staan op markten, het organiseren van benefietactiviteiten, maaltijden etc. Dit onderdeel van de stichting blijkt in ieder geval in het eerste jaar geen probleem te zijn. Op de lange duur kan dit echter wel moeilijker worden, omdat fondsen niet jaarlijks geld geven. Er is ook een donateursactie opgezet, die veel geld heeft opgeleverd. Het mooiste is als er een aantal vaste (jaarlijkse) donateurs zijn. Hier wordt naar gestreefd. Giften zijn er binnengekomen van o.a. de Protestantse Diaconie, DCI, St Overal, St Basta, De Klinker, De Onderbroek, de bewonersgroep van de Klinker, De Plak, Stichting Terra en Haëlla Stichting. Er is een grote schenking ontvangen van de KNR (konferentie Nederlandse Religieuzen), en een toezegging van het SKANfonds.
7
Hoofdstuk 5 Het trainingsprogramma Aan de groepsactiviteiten kunnen naast de vrouwen uit het huis ook een aantal vrouwen van buiten deelnemen (Buitencliënten), afhankelijk van de capaciteit van de aanwezige ruimte en de begeleidsters. Dit is een wat vaag uitgangspunt. Als alle vrouwen die uitstromen nog steeds het programma blijven volgen, dan is het huis snel te klein. Doelstellingen trainingsprogramma's De vrouwen leren hoe ze op een gezonde manier met hun lijf om kunnen gaan, waaronder mede seksuele en medische voorlichting. Ervaring: We hebben een vrijwilligster die huisarts is geweest, die de voorlichting geeft. Een vrijwilligster viel af omdat ze voorlichting aan onze gemêleerde groep te moeilijk vond, maar de huisarts gaat dat goed af. In de praktijk is de medische les meteen ook gezondheidscheck. Naast deze meer medische invalshoek is er een praktisch programma-onderdeel. Op woensdagochtend is dit ingevuld door de stagiaires met wandelen en fietsles geven. Daarnaast heeft incidenteel een vrijwilligster ontspanningsoefeningen gedaan. De vrouwen leren hoe ze zich kunnen verdedigen tegen ongewenste intimiteiten. Ervaring: Vrouwen krijgen vooral zelfverdediging. Weerbaarheidstraining (te maken met je opstelling, assertiviteit) is lastig wegens de taal. -
De vrouwen leren hoe ze zo eenvoudig en goedkoop mogelijk, maar toch gezond, kunnen leven. Ervaring: Hierbij speelt de tuin een belangrijke rol, de vrouwen maken kennis met de Nederlandse tuinbouwproducten. Een paar keer is een maaltijd georganiseerd door vrijwilligers, zodat ze ook leren proeven. Daarnaast zijn er workshops gegeven met het bereiden van producten. -
De vrouwen krijgen kennis van de Nederlandse taal en de omgangsvormen in Nederland zodat ze zich kunnen redden (alle taal is praktisch gericht op de situatie waarin ze na de opvangperiode zullen verkeren). Ervaring: De taalles werd steeds meer echt taal en minder voorlichting. De voorlichting over onderdak vragen, ruilen werd na de eerste maanden door de coördinator individueel gegeven en komt vanaf juni regelmatig op de wekelijkse huisvergadering aan de orde. Er is in de loop van de pilot gekozen voor een bestaande lesmethode, waarvan de boeken zijn aangeschaft. -
De vrouwen leren leuke dingen te maken. Mogelijk kunnen ze die, als ze zelfstandig verder gaan, ruilen tegen eten/kleren/spullen bij Nijmeegse organisaties en winkels. Tijdens de creatieve bijeenkomsten leert de vrouw elke week minimaal 1 nieuw ding maken zodat ze na de opvangperiode minstens 10 dingen heeft die ze kan maken. Ervaring: De crea lessen blijken prima geschikt als afleiding en dagvulling. De eerste vrouw
8
-
-
nam het principe heel serieus: dingen maken om iets terug te kunnen doen, om via ruilen aan spullen te komen. Ze is steeds bezig om te breien voor het huis, ook nu ze uit huis is. De vrouwen die later zijn gekomen, zijn niet allen onverdeeld enthousiast over het creaprogramma. Ze maken wel dingen, maar doen na de lessen verder niets meer. Het principe van iets maken en dat gaan ruilen is nog niet echt een gedragen uitgangspunt. Daarnaast is het nog niet eenvoudig om zodanige producten te maken, dat ze ook goed verkoopbaar zijn. Het moet er naar de mening van betrokkenen wel enigszins professioneel uitzien. Er is een lijst met te maken producten gemaakt. Dit wordt geprobeerd samen met de bewoners op te stellen. Het ruilen van producten in winkels is daarnaast ook nauwelijks van de grond gekomen. Er is een winkel waar het ruilen wordt geoefend en de vrouwen wordt meerdere keren in de huisvergaderingen verteld dat ze op deze manier kunnen gaan ruilen in winkels bij hun komende logeerplek in de buurt. Ze moeten dat zelf willen en voorstellen, dan kan het Wereldvrouwenhuis helpen met de contacten leggen.
-
De vrouwen brengen hun netwerk goed in kaart, leren nieuwe kennissen te maken, en hoe mensen te benaderen voor onderdak na de 13 weken opvang. Ervaring: In de praktijk krijgen we nauwelijks tot geen onderdakadressen van mensen van buiten de betrokkenen bij het project. Gelukkig willen de paar mensen die kunnen en willen helpen de vrouwen meer opvangen dan af en toe een week. We blijken ook vrouwen terug te kunnen plaatsen naar een AZC, zoals de zwangeren die vanaf 6 weken voor hun bevalling tot zes weken erna terug naar het AZC kunnen en daarna in principe naar een gezinslocatie.
9
Hoofdstuk 6 Begeleiding en werving van vrijwilligers De opvang en begeleiding van de vrouwen worden geheel door vrijwilligsters verzorgd. Zij vormen de spil van de organisatie. In de vrijwilligersvergadering die minimaal 2 x per jaar maar zo vaak als nodig gehouden wordt, wordt steeds de gang van zaken besproken en worden zo nodig gezamenlijk beslissingen genomen over eventuele noodzakelijke veranderingen. De vrijwilligers werken in een taakgroep, die apart bij elkaar komt. De vrijwilligster krijgt een contract, met daarin de afgesproken taken vermeld en de periode waarin dit plaatsvindt. Na een periode van 2 maanden vindt een evaluatie plaats. De coördinator houdt de wervingsgesprekken en zorgt voor de werving van de vrijwilligers. Bij problemen met haar werk of in de groep kan de vrijwilliger naar de coördinator of naar het bestuur. Ervaring: We hebben ongeveer elke 6 weken een vrijwilligersvergadering gehouden waarbij coördinatoren en alle groepen informatie gaven over de gang van zaken, en er een thema was ter scholing van de vrijwilligers. De thema's waren: Leven zonder geld; de asielprocedure en andere procedures; wat is PTSS en hoe kun je daarmee omgaan; themaavond met ook mensen van buiten over onderdak geven aan mensen zonder verblijfspapieren (met Gabbi Wierenga die dit al 30 jaar doet); strafbaarstelling van illegaliteit. De coördinatoren hebben met meer dan 60 mensen intakegesprekken gehad. Er is een kern van zo'n 27 trouwe mensen die het project dragen, waarvan er 20 vanaf het begin betrokken zijn. De actieve vrijwilligersgroep varieert tussen de 30 en 34 personen. Regelmatig komen er vrijwilligers bij en vallen er ook weer af. Vaak hebben mensen toch te weinig tijd, is er een privézaak die opspeelt, maar ook valt het werken met de vrouwen te zwaar of bevalt de taak die ze op zich hebben genomen niet. In de praktijk gaat het allemaal heel informeel, informeert de coördinator af en toe hoe het gaat. Vrijwilligers die het werk moeilijk vinden vragen een gesprek aan. Meestal is het wel binnen een paar weken duidelijk of vrijwilligers het werk met onze vrouwen aan kunnen dan wel leuk vinden om te doen. Het verloop van vrijwilligers is de eerste weken dat ze komen het grootst, daarna blijven vrijwilligers over het algemeen trouw komen. Vrijwilligersverzekering Elke vrijwilligster is verzekerd tijdens haar werk voor ongevallen en WA. Dit is geregeld. Taakgroepen Er verschillende taakgroepen actief die zelfstandig functioneren, waarbij de vrouwen in elke groep elkaar ondersteunen, taken verdelen en iemand aanwijzen die het contact onderhoudt met de coördinator(en). (Kan wisselend iemand zijn.) De meeste groepen zullen maandelijks vergaderen, maar in principe zo vaak als nodig. De vrijwilligsters/de taakgroepen proberen zoveel mogelijk d.m.v. ruilen of gratis aan benodigde materialen te komen. Vóór groepen kosten maken wordt er overlegd met de coördinator/het bestuur over het budget wat de groep kan krijgen. Ervaring: Tot nu zit er steeds één van de coördinatoren bij een groep. Omdat er in de eerste maanden weinig geld was, was ieder extreem zuinig. De vrijwilligers kochten niets, gebruikten alleen gekregen materiaal en namen zelf dingen mee die misten in huis als lucifers of thee. Toen er steeds meer donaties en giften
10
kwamen gingen we wel dingen kopen zoals vulling voor de poppetjes. Maar we blijven zuinig. De begeleidingsgroep Elke cliënte krijgt een eigen persoonlijke begeleidster die ze minimaal 2 x per week spreekt, dit kan per telefoon zijn. Als de cliënt het huis verlaat zal de begeleidster nog zeker 2 maanden de begeleiding voortzetten. Vanuit het vrouwenhuis zal er ook daarna contact gehouden worden met de vrouw. De vrouw blijft onderdeel van de Wereldvrouwenhuisfamilie. Ervaring: Minimum is naar 1x per week gegaan. Het begeleiden van de vrouwen is geen eenvoudige zaak. Taal speelt een grote rol. In de pilotperiode is er bv veel moeite gedaan om een Koerdische tolk te krijgen, desondanks was het contact tussen cliënt en begeleidster minimaal. Gezien het beperkte contact met de begeleidsters is niet echt sprake van een individuele begeleiding, maar meer van praktische begeleiding (medisch, juridisch, spullen, netwerk). R komt al ruim drie maanden twee dagen per week in het huis, de begeleiding is nog steeds bezig om haar procedure weer op te starten. Gezien de beperkte ervaring met uitstroom weten we nog niet hoe lang we door zullen kunnen gaan met de begeleiding van buitencliënten. Er is eigenlijk steeds een tekort aan begeleidsters. Op termijn moet bepaald worden hoelang we nog iets voor de buitencliënten kunnen betekenen. De medische groep Verzorgt de medische informatie en seksuele voorlichting. Zorgt dat elke vrouw medische begeleiding krijgt. Ervaring: De groep beperkt zich doordat zij bestaat uit één persoon, de vrijwillige huisarts. Met veel vrouwen is er medisch iets aan de hand, hier gaat veel tijd in zitten. Onze huisarts gaat het liefst zelf mee naar onze huisartsen van het Universitair Gezondheids Centrum Heyendael, maar als ze niet kan gaan de individuele begeleidsters of één van de coördinatoren. De juridische groep. Onderzoekt de juridische situatie en houdt in het oog of er mogelijk toch eens kans is op hernieuwd asielverzoek of terugkeer. Ervaring: Alhoewel de gedachte was dat we vrouwen zouden opvangen die niet terug kunnen maar ook geen kans maken om hier te mogen blijven en we dus niet veel te maken zouden hebben met juridische zaken blijkt dat we met elke vrouw toch ook juridisch heel druk zijn. Ten eerste moet een duidelijk beeld gekregen worden van de situatie en de mogelijkheden om alsnog terug te komen in de procedure. Dit kan veel inzet betekenen omdat je moet aantonen dat betrokkene haar best doet om aan papieren te komen, ernstig ziek is etc…. In feite is dit de enige manier om een hele kleine kans te creëren om op termijn een legaal verblijf in Nederland te krijgen. Doordat juridisch zaken traag verlopen is een afspraak gemaakt dat hieraan de hoogste prioriteit wordt gegeven, zodat sneller duidelijk wordt wat de situatie is. De taalgroep De taallessen worden 3 keer per week gegeven door per keer twee vrijwilligers.
11
Ervaring: Deze groep vrijwilligers komt geregeld bij elkaar en overlegt over het programma. Het werken met een boek wordt als positief ervaren. De creatieve groep Een groepje van minimaal 3 vrouwen zorgt voor de ideeën (steeds nieuwe), de spullen en het begeleiden van de vrouwen door 2 vrijwilligsters per middag. Ervaring: Het bedenken van leuke voor vrouwen haalbare creaties gebeurt in de praktijk door iedere crea begeleidster, maar de een heeft er meer moeite mee dan de ander iets te verzinnen. Het is niet altijd gelukt een combi te maken per dagdeel van iemand met ideeën en iemand die het helpen en uitvoeren leuk vindt, zodat enkele crea mensen zich terugtrokken omdat het te zwaar voor ze werd. De crea groep komt om de paar maanden bij elkaar en deelt dan ideeën en bekijkt ook of de door vrijwilligers en vrouwen gemaakte spullen goed genoeg zijn om te ruilen of te verkopen. Naast de reguliere crea aktiviteiten, het maken van poppen, tassen, kettingen, armbanden, oorbellen, vlaggenslingers, kaarten, zijn er rokjes gemaakt, is er gevilt, en zijn er kaarsen gemaakt en jam. Door vrijwilligers zijn ter ondersteuning thuis eierwarmers gehaakt en waxinehouders gemaakt en vlaggenslingers. De weerbaarheidsgroep De weerbaarheidslessen worden wekelijks 1 x gegeven. Ervaring De afstand naar het leslokaal is ver, vooral ook omdat de vrouwen niet zelf over vervoer beschikken. We hebben onderdak bij een bevriende organisatie. Er is gekeken naar een locatie in de buurt, maar dat is niet gelukt. In de zomer is de les in de tuin. De groep bestaat uit 3 vrijwilligers met regelmatig hulp van een andere vrijwilligster bij ziekte en afwezigheid van iemand. De activiteitengroep In het weekend worden activiteiten georganiseerd. Daarnaast organiseert de groep regelmatig acties en activiteiten die geld opbrengen en de bekendheid van het Wereldvrouwenhuis vergroten. Ervaring: Er is geen activiteitengroep. De coördinator is degene die dit organiseert, soms samen met een aantal (wisselende) vrijwilligers. Er zijn wel mensen die activiteiten aanbieden. Er is een keer een workshop beeldhouwen aangeboden. Er is 2 x met de vrouwen gekookt voor een groepsmaaltijd buiten het huis. Maandelijks is er een stand geweest op verschillende markten waar we bekendheid van het Vrouwenhuis probeerden te vergroten en we keken welke spullen die gemaakt worden in het Vrouwenhuis gewild zijn en door de vrouwen dus gebruikt kunnen worden als ruilmiddel. 4 vrijwilligers hielpen hieraan mee. De tuingroep Deze groep onderhoudt de tuin, stimuleert vrouwen daarin te participeren. Werkt zo mogelijk samen met de buurt (wordt nog uitgezocht). Ervaring:
12
-
-
-
-
-
De tuin van huis 1 is (grotendeels) in bruikleen gegeven en vanaf 1 juni verhuurd aan e en buurtgroep die er moestuintjes heeft gemaakt. De officiële contacten lopen tussen de voorzitter van de buurtgroep en de algemeen coordinator. De informele contacten met de tuindeelnemers en de vrouwen is goed. De vrouwen krijgen regelmatig groente van de buurtmensen. Ons huis en de vrouwen zijn zo op een organische manier onderdeel geworden van de buurt. Er is een tuincoördinator, die een wisselend groepje van 2 tot 6 personen heeft, die haar bij staan in de tuinen van het project. Er is in eerste instantie gezorgd dat vanaf de straat de tuin er netjes bijstaat, zodat de opstart van het Wereldvrouwenhuis in de buurt niet tot problemen zou leiden (goodwill kweken). Achterin de tuin van huis 2 is de moestuin van het huis. Beide tuinen waren verwaarloosd. De tuinen zullen een geleidelijke migratie van intensief naar extensief beheer ondergaan. Bij dit traject, zal een afkoppeling van hemelwater worden gerealiseerd. De vrouwen helpen maar mondjesmaat mee. We zouden het verplicht moeten stellen om ze echt mee te krijgen, wat we tot nu toe niet deden. Er is wel geprobeerd ieder een kleine taak te geven (water geven, stukje schoonhouden), maar daar moet achterheen gezeten, waar we het nut nog van moeten bespreken. Het idee is dat de vrouwen eerst moeten worden `verleid` met bloemen en kruiden om zelf op het idee te komen. Eenmaal verleid, kan een activiteit op een organische wijze in het programma worden opgenomen. Er wordt niet altijd voldoende groente door de supermarkt aangeleverd. De vrouwen koken echter het liefst hun eigen eten op eigen manier…Om die reden zijn er nieuwe groenten paprika, courgette, peper en okra opgenomen. Voor volgend jaar is maïs besteld.
De coördinatoren De coördinatie geschiedt het liefst in een duobaan. De coördinatoren worden door het bestuur aangesteld en hebben de volgende taken: - werven van nieuwe vrijwilligers - ondersteunen van de vrijwilligers - onderhouden van de contacten met het bestuur - intake van nieuwe cliënten - koppelen van cliënten aan begeleidsters - evalueren samen met de begeleidster van de Huiscliënten en Buitencliënten - leiden van de wekelijkse huisvergadering en (samen met het bestuur) van de tweejaarlijkse vrijwilligersvergadering - oplossen van praktische problemen in het huis, praktisch beheer van het pand. Ervaring: De coördinatoren hadden wekelijks contact voor overleg. De taken bleken veel omvattender te zijn dan hier beschreven en meer tijd te nemen dan gedacht. De ene coördinator wilde 2 dagen per week werken maar werkte vrijwel elke dag wel een tijdje voor het huis en de andere wilde 3 dagen pw werken en werkte meer dan fulltime. Ze deed daarbij de eerste maanden ook mee aan de programma's, maar kon dat beetje bij beetje overgeven aan nieuwe vrijwilligers. De taken hernieuwd op een rijtje: - screeningsgesprek met nieuwe vrouwen, al dan niet besluiten tot opname, vervolgens samen met de begeleidster een intake houden.
13
- als achterwacht fungeren voor de individueel begeleidsters. Deelnemen aan overleg van de begeleidsters. - beslissen over de bezetting van de noodkamer. - wekelijks een huisvergadering houden over poetsen, koken, wat nodig is en zaken als onderdak zoeken, ruilen… - zorgen dat er met de vrouwen naar winkels wordt gegaan om te ruilen (oefenen…) - de vrouwen ieder 10 euro per week geven. - Wereldvrouwenhuispasjes voor de vrouwen maken - de kas bijhouden, o.a. geld uit huispot en vrijwilligersdeclaraties - zoeken van logeeradressen en houden van screeningsgesprekken met logeeradressen, standby zijn voor calamiteiten. - werven en begeleiden van vrijwilligers. Begeleiding liefst door de coördinator van de betreffende werkgroep. Evaluatie van nieuwe vrijwilligers in de gaten houden. - vrijwilligersbijeenkomsten voorbereiden, voorzitten en verslaglegging regelen, 5 x per jaar. - vrijwillligerslijsten bijhouden - coördineren van de diverse werkgroepen. Trainingsprogramma inhoudelijk verder ontwikkelen met de werkgroepen - PR-werkzaamheden voorbereiden, (besluiten tot) plaatsing van zaken op fb, website ed. - Nieuwsbrief maken 3x per jaar - Nieuwsbriefverzendlijst bijhouden - zorgen dat de contacten met de winkel die ons 2-wekelijks eten geeft goed gaan, dat er woensdags en vrijdags mensen zijn die rijden. - zorgen dat het oude brood 1x per week naar de kinderboerderij gaat - beheren pand, ook klaarmaken kamers voor nieuwe vrouwen. - in overleg met het bestuur fondsen werven - activiteiten ontwikkelen ten behoeve van de verkoop van gemaakte spullen. Zo mogelijk maandelijks op een markt staan - contacten onderhouden met relaties, waaronder LOS, verhuurder, Buurttuingroep, stichting Gast, stichting Noodopvang. - telefonische bereikbaarheid van het project 24 x 7. Wereldvrouwenhuistelefoon: 06-45588555 - vakantieroosters maken - overleg met de deeltaakcoördinatoren - deelnemen aan de beleidsvergadering, 5 x per jaar. - de mailboxen beheren. - maken jaarverslag - financiële verantwoording in overleg met de penningmeester - Niet alles is al volledig afgedekt, omdat er voor een aantal zaken nog geen geschikte vrijwilligers gevonden zijn. Dit betekent dat de coördinatoren ook inspringen bij het ontbreken van vrijwilligers, met name bij de individuele begeleiding. Bestuur Het stichtingsbestuur bestaat minimaal uit een voorzitter, penningmeester en secretaris en heeft de volgende taken (die vastliggen in statuten en huishoudelijk reglement): - externe contacten met gelddonors, verwante instellingen als Stichting Gast, Internationaal Vrouwencentrum en andere vrouwenopvanghuizen - het vergroten van de bekendheid van de stichting, onder meer door het maken en bijhouden van een website
14
- het verwerven van nieuwe benodigde financiële ondersteuning - besluiten over opname indien de coördinator(en) geen beslissing kunnen nemen - het goedkeuren van eventueel langere verblijf na twaalf weken (alleen wegens zwaarwegende feiten als bijv. ziekte). - toezicht op het beheer van het pand - besluiten over uitgaven hoger dan 500 euro (de coördinatoren kunnen zelfstandig beslissen over uitgaven tot maximaal 500 euro die passen binnen de afgesproken begroting.) - aanstellen, ondersteunen en zo nodig bij disfunctioneren ontslaan van coördinatoren. Dit alles in nauw contact met de vrijwilligsters. Het bestuur kan taken van het bestuur delegeren naar bijvoorbeeld de coördinatoren. Ervaring Het bestuur wil zich vooral bezighouden met de grote lijnen, de financiën (samen met coördinators aanvragen van fondsen), eventuele verbouwing (er is een offerte bij enkele bouwbedrijven aangevraagd om zolders af te timmeren, dakkapellen en trappen te maken om zo een kantoortje, opslag en extra slaapkamer te maken. De bedoeling is voor de financiering een bouwfonds aan te schrijven waar al eerder positieve contacten mee waren) en de contacten met gemeente, politiek, buurttuingroep, en achterwacht zijn voor de coördinatoren bij problemen. Alle andere taken werden gedelegeerd naar de coördinatoren. Algemene gegevens Stichting Wereldvrouwenhuis 'Mariam van Nijmegen'
[email protected], 06-45588555 Bankrekening ING 6279869 De Stichting is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) Inschrijfnummer Kamer van Koophandel 56257767 Fiscaal nummer 852044276 (RSIN) Contactadres voor bestuur: Dromedarisstraat 18, 6531 NV Nijmegen Contactadres voor info over/voor de vrouwen (dokters/advocaten): Dr. Banningstraat 3, 6532 VZ NIjmegen
Coördinatoren: Mariët Mensink, 06-18194393 Flo Gimbel, 06-25041370 (tot september 2013) Bestuur: dr. Maria van den Muijsenbergh (senioronderzoeker UMC St Radboud, huisarts), voorzitter, dr. ir. Tetty Havinga (universitair hoofddocent rechtssociologie), penningmeester, mr. Henrike Schurink (advocate vreemdelingen- en familierecht), secretaris is aangevuld met: Halima De Baedts El Karouni (politiek contact, raadslid)
15