Hoofdstuk 1 Voorraad 1.1
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
1.7
1.8
1.9
1.10 1.11 1.12
1.13
Over het algemeen is er een grote voorraad in de apotheek aanwezig met veel verschillende geneesmiddelen in verschillende aantallen per geneesmiddel. Door welke twee factoren wordt de omvang van de voorraad bepaald? Waarom moet er een voorraad van geneesmiddelen in de apotheek aanwezig zijn? Een voorraad geneesmiddelen wordt aangehouden om drie doelen na te streven. Welke doelen? Een belangrijke functie bij het aanhouden van een voorraad is de bufferfunctie. Verklaar wat deze bufferfunctie betekent voor een apotheek of een groothandel. De groothandel is collecterend en distribuerend. Leg uit wat deze twee termen betekenen. Als er sprake is van slecht voorraadbeheer en er wordt weinig toezicht gehouden op onnodige voorraadvorming, dan kan dit de kosten veroorzaken. Welke kosten worden verminderd als de apothekersassistenten op de goede manier toezicht houden op de juiste hoeveelheden van de voorraad? Om een voorraad op peil te houden worden er dagelijkse bestellingen geplaatst bij de groothandel. Het plaatsen van een bestelling veroorzaakt bestelkosten. Wat wordt verstaan onder de optimale bestelhoeveelheid? Als geneesmiddelen worden ingekocht, wordt er een inschatting gemaakt hoeveel en welke geneesmiddelen er jaarlijks nodig zijn. Op basis van welke gegevens wordt deze inschatting gemaakt? Waar worden deze gegevens verzameld? Het voorraadbeheer wordt via een computersysteem en apotheekmedewerkers aangestuurd. Het bestel- en voorraadsysteem levert belangrijke gegevens over de voorraad van de apotheek. Het is niet mogelijk om alle geneesmiddelen die in de handel zijn steeds op voorraad te houden. Daarom wordt de aanwezige voorraad regelmatig gecontroleerd door apotheker en apothekersassistenten. Wat houdt deze controle van de voorraad in? Welke twee belangrijke punten worden door een optimale voorraad op een zo gunstig mogelijke manier in balans gehouden? Welke kosten zijn bij een optimale voorraad minimaal? Bij de optimale voorraad van een geneesmiddel is de vastgestelde hoeveelheid voorraad altijd berekend en bepaald. Deze hoeveelheid wordt vastgesteld op basis van drie verschillende factoren die een rol spelen. Welke factoren zijn dit? Veranderingen in het assortiment hebben invloed op de gehele organisatie en planning van een optimale voorraad. Welke belangrijke activiteiten mag een apothekersassistent hierbij nooit over het hoofd zien?
Hoofdstuk 2 Wat is logistiek? 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Noem enkele voorbeelden van logistieke problemen in de apotheek. Het verloop van de logistiek in een apotheek is afhankelijk van het logistieke management. Wat betekent dit? Logistiek volgt een traject van de geneesmiddelenstroom naar de uiteindelijke patiënt. (Dit traject is afgebeeld in figuur 2.) Beschrijf hoe dit traject verloopt. Wat wordt verstaan onder patiëntenlogistiek? Wat is het begin en wat het eindpunt van de farmaceutische keten? Het schema in figuur 3 geeft een duidelijk beeld hoe logistiek in de farmaceutische markt beweegt. Beschrijf de schakels in deze distributieketen.
2.7 2.8 2.9 2.10
2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19
2.20 2.21
Waar wordt de basis van de logistiek gelegd? Wat is de doelstelling van een goede logistiek? Is de basis voor een goede logistiek eenmaal gelegd, dan is het belangrijk dat deze goed beheerd wordt. Wie spelen hierin de hoofdrol? Als de basis voor de logistiek is gelegd en deze wordt goed beheerd, dan kan dit gezamenlijk leiden tot een goede logistiek in de geneesmiddelenvoorraad. Noem enkele voordelen waartoe dit kan leiden. Om de geneesmiddelenbestelling in goede banen te leiden wordt een bepaalde opbouw in de logistiek ervan gevolgd. Noem drie belangrijke activiteiten hiervan. Waarmee heeft logistiek altijd te maken? Wat wordt onder de grondvorm van de logistiek in de apotheek verstaan? Geef een opsomming van de ruimten waarin een apotheek ingedeeld kan zijn. Logistiek heeft altijd te maken met een goederenstroom. Hoe wordt deze goederenstroom in de apotheek genoemd? Beschrijf de doorstroom van geneesmiddelen op recept in de apotheek. Geef een specifiek voorbeeld van logistiek van een geneesmiddel op recept in de apotheek. Wat is logistiek management? Een goed bestelsysteem heeft een vaste structuur. Binnen deze structuur zijn de bestellingen van die apotheek met de groothandel afgestemd. Hoe wordt eraan gewerkt dat deze structuur leidt tot een optimale voorraad? Noem de werkzaamheden die door een apothekersassistent worden gedaan, waardoor er dagelijks een bijdrage aan de logistiek van het voorraadbeheer wordt geleverd. Het aanbrengen van veranderingen in de theoretische voorraad van het bestelsysteem gebeurt meestal handmatig door de apothekersassistenten. Waarom is het belangrijk dat de apothekersassistent dit alert en nauwkeurig bijhoudt?
Hoofdstuk 3 Inkoop 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
3.6 3.7
3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Wat is het doel van inkopen? Wat betekent een hoog niveau van dienstverlening? Welke factoren spelen een rol bij de keuze van een groothandel? De inkoop van de apotheek kan vanuit twee invalshoeken bekeken worden. Noem deze twee en geef een beschrijving waaruit de verschillen blijken. De inkoop wordt geregeld bij die groothandel die voor de apotheek de meest gunstige voorwaarden voor inkoop heeft. De keuze van die groothandel wordt bepaald naar aanleiding van een leveranciersdoorlichting. Leg uit wat dit inhoudt. Wat zijn defecturen? Door veranderingen en ontwikkelingen in de farmaceutische markt veranderen de benodigde voorraad en het inkoopgedrag steeds. Welke twee soorten veranderingen in de voorraad en het inkoopgedrag hebben hiermee te maken? Hoe komt het dat er parallelimport van geneesmiddelen uit het buitenland is ontstaan? Het niveau van dienstverlening hangt nauw samen met de manier van inkopen. Hoe kan een hoog niveau van dienstverlening op korte termijn worden bereikt? Wie heeft de meeste invloed op het dagelijkse voorraadbeheer? Waardoor ontstaat er in de praktijk soms een verschil tussen de theoretische voorraad en de fysieke voorraad? In de periode tussen het inkopen en afleveren van de voorraad geneesmiddelen, heeft de voorraad een financiële waarde. Leg uit op welke manier dit een kostenpost voor de apotheek is. Hoe worden deze kosten genoemd?
3.13 3.14 3.15
Wat is omzetsnelheid? Waarom is de afleverhistorie van een apotheek belangrijk voor het inkoopgedrag van die apotheek? De voorraadhoogte en het productassortiment bepalen het niveau van dienstverlening en daarmee de optimale voorraad. Op welke manier hebben de cliënten invloed op het niveau van dienstverlening?
Hoofdstuk 4 Voorraad producten en productgroepen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14
Waarom worden geneesmiddelen volgens een vast systeem opgeborgen? Geef een voorbeeld. Wat wordt verstaan onder een productgroep? Noem minstens vijf voorbeelden van productgroepen die in de apotheek voorkomen. Beschrijf wat voorraadbreedte betekent. Wat is voorraadhoogte? Wat is de voorraaddiepte van een productgroep of het gehele assortiment? Wat houdt een cyclusvoorraad in? Wat wordt onder een veiligheidsvoorraad verstaan? Waarom wordt er bij het vaststellen van de hoeveelheid van een veiligheidsvoorraad rekening gehouden met het gewenste niveau van dienstverlening? Wat is een fysieke voorraad? Beschrijf wat het product- en assortimentsbeleid inhoudt. Wat is parallelimport? Welke vier soorten productcategorieën kent de farmaceutische branche? Waarom kan specifieke magistrale receptuur niet in voorraad worden gehouden?
Hoofdstuk 5 Voorraadbeheer 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14
5.15
Waarop is voorraadbeheer hoofdzakelijk gericht? Waarom is goed voorraadbeheer noodzakelijk? Waarom is het belangrijk een optimale voorraad na te streven? Wat is inventariseren? Waarom is het belangrijk de voorraad regelmatig te inventariseren? Alle apotheken worden geconfronteerd met veranderingen in de voorraad. Hoe ontstaan deze veranderingen? Veranderingen van de voorraad moeten worden verwerkt in de logistiek van de apotheek. Wat houdt dit in? Hoe kan een apotheekmedewerker succesvol inspringen op de veranderingen in de logistiek en voorraad? Wat wordt door vraagvoorspelling op basis van de geneesmiddelenhistorie bepaald? Wat is bestelfrequentie? Welke drie onderwerpen spelen een rol in de vraagvoorspelling? Hoe kan een hoge omzetsnelheid worden bereikt? Hoe wordt een gemiddelde voorraad berekend? In een apotheek wordt een relatief hoge gemiddelde voorraad aangehouden. Wat betekent dit voor de omzetsnelheid? Zal dit een hoge of een lage omzetsnelheid geven? Leg dit uit. Een apotheek levert per jaar 1250 oogdruppels af. Gemiddeld zijn er 40 van deze oogdruppels op voorraad. Hoe hoog is de omzetsnelheid? Is dit een relatief hoge of
5.16
5.17 5.18 5.19 5.20
5.21 5.22 5.23 5.24 5.25 5.26 5.27 5.28 5.29 5.30
5.31 5.32 5.33 5.34
lage omzetsnelheid? Geef een conclusie tot welke actie dit kan leiden in het voorraadbeheer. `Paraopi’ is een pijnstiller die nauwelijks wordt voorgeschreven. Zoals de geneesmiddelenhistorie van een apotheek aangeeft, is er in een jaar eenmaal 16 tabletten afgeleverd. Deze pijnstiller kost 103,00 euro per doosje van 20 tabletten. De apotheek heeft 50 doosjes van deze pijnstiller op voorraad. Wat betekent dit voor de kosten? Waarom is het belangrijk de omzetsnelheid per geneesmiddel te bepalen? Wat zijn de resultaten van een omzetsnelheid van een geneesmiddel die past bij de optimale voorraad? Waarom geeft een hoge omzetsnelheid lagere voorraadkosten? Maak de juiste keuze: – Een duur geneesmiddel op voorraad met een lage O.S. geeft lage/hoge voorraadkosten. – Een goedkoop geneesmiddel op voorraad met een hoge O.S. geeft lage/hoge voorraadkosten. Voorraadbeheersing bestaat uit drie onderdelen. Welke onderdelen zijn dit? Wat houdt het voorraadniveau in? Op welke manier wordt dit geregistreerd? Wat gebeurt er als de computer de theoretische voorraad genereert? Noem een voorbeeld wanneer de gewenste voorraad afwijkt van de theoretische voorraad en ook afwijkt van het voorraadniveau van dat geneesmiddel. Welke problemen kunnen knelpunten in het voorraadbeheer geven? Geef enkele voorbeelden van knelpunten in het voorraadbeheer. Wat is de werkvoorraad? Wat is de consequentie wanneer een veiligheidsvoorraad in een apotheek wordt aangehouden? Waarom wordt een veiligheidsvoorraad van een apotheek vaak in de voorraadruimte bij de groothandel neergelegd? In de voorraadlade ligt een hoeveelheid doosjes met een geneesmiddel met een vervaldatum. Een nieuwe bestelling van dat geneesmiddel wordt na ontvangst opgeborgen achter de doosjes die al in de voorraadlade liggen. Als dit geneesmiddel wordt afgeleverd, worden steeds de doosjes gepakt die vooraan liggen. Is dit FIFO of LIFO? Wat betekent LIFO? Wat is een vervaldatum? Wat is een houdbaarheidstermijn? Hoe kan de vervaldatum van een voorraad gecontroleerd worden?
Hoofdstuk 6 Bestellingen 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Op welke manier wordt de inkoop via een computerbestelsysteem vereenvoudigd? Welke twee onderwerpen spelen bij het beheren van een voorraad altijd de hoofdrol? Er zijn twee manieren om de bestelhoeveelheid te bepalen. Welke zijn dit? Op welke twee manieren kan het bestelmoment bepaald worden? Waarom is bij een optimale voorraad de voorraadhoogte bepalend? Hoe kan de apothekersassistent een optimale voorraad goed beheren? Hoe wordt een regelmatige voorraadaanvulling geregeld, zodat een optimale bestelhoeveelheid kan worden besteld? Welke punten bepalen de optimale bestelhoeveelheid?
6.9
6.10
6.11
6.12 6.13 6.14 6.15 6.16
In de apotheek zijn twee bestelmethoden het meest praktisch, wanneer een optimale voorraad wordt nagestreefd. Geef een korte omschrijving van deze twee verschillende manieren. De minimale voorraad van een oogdruppel is 10 flacons, de maximale voorraad is 50 flacons. Het bestelsysteem signaleert 8 flacons in voorraad. Besteld worden 40 flacons. Welke bestelmethode wordt hier gebruikt? De minimale voorraad van een cholesterolverlager is 400 tabletten, de maximale voorraad is 1200 tabletten. Het bestelsysteem signaleert 367 tabletten. Hoeveel tabletten worden er besteld als de bestelhoeveelheid variabel is, maar het bestelmoment een vast tijdstip heeft? De bestelhoeveelheid is afhankelijk van de kosten die de voorraadaanvulling meebrengt. Noem de twee kostensoorten die bepalend zijn voor de bestelhoeveelheid. Een optimale bestelhoeveelheid is berekend uit kostenoverwegingen. Wat is dan het uitgangspunt? Wat is de 80/20 regel? Omschrijf hoe een voorraad is verdeeld volgens de ABC-analyse. Het assortiment wordt aangeduid met een smal, breed of diep assortiment. Beschrijf voor de A-, B- en C-artikelen van de ABC-analyse hoe het assortiment wordt aangeduid.
Hoofdstuk 7 Opslagsystemen 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13
Waarom is de locatie belangrijk waar een geneesmiddel in de apotheek is opgeslagen? Wat is een praktische plaats om geneesmiddelen met een hoge afleverfrequentie op te slaan? Wat houdt het controleren van de bestelling precies in? Welke indelingen van de voorraadkasten zijn mogelijk om de voorraad systematisch te kunnen opslaan? Geef van de genoemde mogelijke indeling ook een voorbeeld. Beschrijf kort wat robotisering in een voorraadsysteem is. Leg uit hoe in de praktijk het handmatig vullen van de voorraadruimte van de voorraadrobot in zijn werk gaat. Leg uit hoe in de praktijk het automatisch vullen van de voorraadruimte van de voorraadrobot werkt. Wat is een nadeel van het gebruik van alléén een voorraadautomaat? Geef een korte beschrijving hoe een volautomatische robot werkt. Waarom meet de robot de afmeting van de verpakking van een geneesmiddel? De voorraadrobot werkt met een ‘chaotische’ magazijnindeling. Wat is een chaotische magazijnindeling? Wat zijn de voordelen van robotisering? Wat zijn de nadelen van robotisering?
Hoofdstuk 8 Farmaceutische groothandels 8.1 8.2 8.3
Waarom is de groothandel als schakel in de farmaceutische keten belangrijk? Tussen welke bedrijven in de farmaceutische keten vormt de groothandel de schakel? De groothandel levert onder andere aan de intramurale markt. Welke bedrijven zijn dit?
8.4
8.11 8.12 8.13 8.14 8.15 8.16 8.17
De groothandel biedt de apotheken een gevarieerd dienstenpakket aan, waarvan de apotheek gebruik kan maken. Noem enkele voorbeelden van de inhoud van zo’n dienstenpakket dat een groothandel kan aanbieden. Wat wordt bedoeld met de ‘synergie’ die kan ontstaan wanneer apotheken en groothandel met elkaar gaan samenwerken? Factoren op basis waarvan apotheken de toeleveranciers en groothandel kiezen hebben te maken met verschillende onderdelen van de dienstverlening. Noem enkele factoren. Apothekers maken een keuze voor een groothandel op basis van een vergelijking van het assortiment en de diensten van de verschillende groothandels. De keuze gaat vaak tussen de groothandels die zijn volgesorteerd zijn. Wat betekent dit? Zoek op www.z-index.nl en leg uit wat de Z-index inhoudt. Welke geneesmiddelen zijn opgenomen in de geneesmiddelentaxe? De samenwerking met een groothandel wordt in een contract geregeld. De afspraken worden vastgelegd in een jaarcontract. Welke onderdelen zullen in een dergelijk contract worden beschreven? Wat wordt onder neen-verkopen verstaan? Leg uit hoe JIT-leveringen verlopen voor geneesmiddelen. Waarom worden het transport en de logistiek lastiger door Just-In-Time leveringen? Noem enkele voordelen van JIT. Wat houdt leveringsbetrouwbaarheid in? Wat is vaak de oorzaak van een te hoge voorraad? Waarom is een onbetrouwbare levering nadelig?
8.18
Hoe kan een groothandel zijn leveringsbetrouwbaarheid vergroten?
8.5 8.6 8.7
8.8 8.9 8.10
Hoofdstuk 9 Vaste en variabele kosten 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11
Waarom is inzicht in de voorraadkosten belangrijk voor de apotheekmedewerkers? Wat zijn vaste kosten? Wat zijn variabele kosten? Noem enkele variabele kosten in een apotheek. Wat is de grootste variabele kostenpost in een apotheek? Wat is omzet? De voorraadkosten worden onderverdeeld in drie soorten. Welke soorten zijn dit? De opslagkosten worden berekend vanuit de drie R’s. Beschrijf waarom deze drie R’s kostenposten vormen. Hoe ontstaan restvoorraden en waarom zijn deze een kostenpost voor de apotheek? Hoe ontstaan bestelkosten? Wat zijn ‘neen-verkopen’?