Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken
Assessment Wanneer wel Wanneer niet?
Jo Verbeken
8 december 2011
2
Overzicht
De assessment center methode Gedragsgerichte functieclassificatie Observeren en registreren Classificeren Waarderen en evalueren
3
De assessment center methode
4
1. De methode: overzicht
Wat?
Hoe? Het opzetten van een assessment programma
Voordelen
Toepassingen
5
Wat?
waardering, beoordeling of evaluatie
1. 2.
verzamelen van informatie over personen + het beoordelen van deze informatie tegenover de eisen die een bepaalde functie aan deze personen stelt
systematische procedure voor het taxeren ( = to assess) van menselijke capaciteiten in termen van objectief waarneembare gedragingen
6
Wat? Kenmerken:
Gedrag staat centraal
Eindoordeel = combinatie van individuele beoordelingen
Combinatie van technieken: tests, oefeningen, interview.. Simulaties van toekomstige uitdagingen Individueel of in groepsverband Meerdere beoordelaars Beoordeling aan de hand van op voorhand gedefinieerde competenties
7
Hoe?
Formuleer doelstelling Bepaal functies Analyseer functies en bepaal competenties Selecteer en train de beoordelaars Kies het juiste instrumentarium Maak draaiboek voor de beoordelingsbijeenkomsten Houd de bijeenkomst Eindoordeel en rapportage Terugkoppeling en nazorg
8
Voordelen
Betrouwbare resultaten Educatief voor managers/beoordelaars Gewaardeerd door het management Eerlijk Maakt functieverwachtingen duidelijk voor kandidaten Maakt doelgericht opleiden mogelijk Eénduidig
9
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Intelligence tests Job knowledge tests Integrity tests Conscientiousness tests Structured interviews Unstructured interviews Job knowledge interviews Trial period Simulations Peer ratings (3600) Graphology
Predicts performance .53 .47 .24 .19 .31 .20 .17 .42 .33 .13 .08
Toepassingen
Selectie van interne en externe kandidaten Loopbaanontwikkeling en management development
Peiling van opleidings- en trainingsbehoeften Bevordering van inzicht in eigen capaciteiten Prestatiebeoordeling en beloning
Kortom: brede toepasbaarheid
11
Gedragsgerichte functieclassificatie
12
2. Functieclassificatie: overzicht
Wat?
Verschil tussen competenties en functie-eisen
Functieresultaten
Competenties
13
Wat?
Functieclassificatie =
Kwaliteitsnorm voor een écht assessment center
Voorwaarde voor elke selectie- of beoordelingsprocedure
Methode om te achterhalen welke eisen de functie stelt op het vlak van gedragsvormen van de functiehouders
14
Verschil tussen competenties en functie-eisen
Competenties = verwachtingen die een organisatie heeft ten aanzien van een kandidaat in termen van gedrag Vb. Leiderschap, initiatief, besluitvaardigheid
Functie-eisen = ‘slechts’ richtingaanwijzers voor competenties Vb.10 jaar leidinggevende ervaring, diploma MBA, woonachtig in regio Competenties beschrijven het gewenste gedrag!
15
Functieresultaten
Meetbaar
Controleerbaar
Tijdgebonden
Realistisch
Duidelijk
16
Competenties Een competentie = een verzameling gedragsvormen die specifiek en observeerbaar zijn en die op een logische en betrouwbare wijze kunnen geclassificeerd worden.
Comptenties zijn: 1. 2. 3. 4.
Waarneembaar Gerelateerd aan een verwacht resultaat Uitvoerbaar Begrijpelijk
17
Het beoordelingsproces Observeren & registreren
18
3. Observeren & registreren: overzicht
Inleiding De 5 stappen van het beoordelingsproces Belang van een correcte observatie en registratiemethode
Observeren Valkuilen bij observeren
Registreren Hoe doen we het? STAR-methodiek Hoe doen we het niet?
19
De 5 stappen van het beoordelingsproces
Proces van beoordelen = 1. 2. 3. 4. 5.
Observeer Registreer Classificeer Waardeer Evalueer
O R C W E
Kijk en luister Noteer wat je ziet/hoort Wat voor gedrag is het? Is het goed genoeg? Wat vinden wij?
20
Belang van een correcte observatie- en registratiemethode
Realiseren van aanvaarding
Ondervangen beperkte capaciteit geheugen
Voorkomen van valkuilen
Controle van het feitenmateriaal – overdraagbaarheid van informatie
In beschouwing nemen van de context waarin gedrag plaatsvindt
21
Observeren
Mensen verschillen in hun waarneming.
Wat we zien en horen, wordt bepaald door wie we zijn en waaraan we belang hechten. Waarnemen = denken.
Valkuilen - selectieve perceptie - stereotypering - eerste indruk - projectie - halo-effect
- horn-effect - generaliseren - voltooiing - ordelijkheid - illusie
22
Registreren
Het al of niet effectief zijn van gedrag is (vaak) afhankelijk van de context waarin het plaatsvindt.
Voor een eerlijke beoordeling van gedrag moeten de volgende aspecten worden geregistreerd en meegewogen:
STAR-methodiek Situatie -> In wat voor situatie verkeerde de persoon? Taak -> Wat werd er van hem of haar verwacht? Actie -> Wat deed of zei hij / zij? Resultaat ->Wat voor effect had dat?
23
Registreren
TE VERMIJDEN
-
algemene beschrijvingen van wat de kandidaat deed uw conclusies uw interpretaties uw oordeel over de kwaliteit van de inbreng van de kandidaat uw inschattingen van hoe de kandidaat elders zal handelen vage uitspraken over de kandidaat, zonder concrete voorbeelden
24
Het beoordelingsproces Classificeren
25
4. Classificeren: overzicht
Inleiding De 5 stappen van het beoordelingsproces
Classificeren Wat? Het duiden van positieve en negatieve indicaties Hoe doen we het?
Voorwaarden voor goed classificeren
26
De 5 stappen van het beoordelingsproces Proces van beoordelen = 1. 2. 3. 4. 5.
Observeer Registreer Classificeer Waardeer Evalueer
O R C W E
Kijk en luister Noteer wat je ziet/hoort Wat voor gedrag is het? Is het goed genoeg? Wat vinden wij?
27
Classificeren
= het onderbrengen van geobserveerd – en geregistreerd gedrag in competenties
= de analyse van het waargenomen gedrag of van de feiten die dmv de simulatie of het gesprek werden verkregen
= de moeilijkste activiteit binnen de assessment-center methode
28
Het beoordelingsproces Waarderen en evalueren
29
5. Waarderen en evalueren: overzicht
Inleiding De 5 stappen van het beoordelingsproces
Waarderen Wat? Hoe doen we het? Enige aanwijzingen bij het waarderen
Voorwaarden voor goed waarderen Voorwaarde 1: Kwaliteit van de beoordeling Voorwaarde 2: Acceptatie
Evalueren Wat? Richtlijnen voor de evaluatiediscussie
30
De 5 stappen van het beoordelingsproces
Proces van beoordelen = 1. 2. 3. 4. 5.
Observeer Registreer Classificeer Waardeer Evalueer
O R C W E
Kijk en luister Noteer wat je ziet/hoort Wat voor gedrag is het? Is het goed genoeg? Wat vinden wij?
31
Waarderen
IK ken een waarde / een waarderings-score toe aan het geobserveerde gedrag -> subjectieve beoordeling
Aan de hand van een 7-punten schaal
Op grond van de kenmerken van de functie
In sommige gevallen aan de hand van een codering O = geen gedragsvoorbeelden tav competentie W = betrekkelijk weinig gegevens (of STARS) 4/2 = combinatiescore, verschillende gedrag in diverse omstandigheden H = te hoog (positieve eigenschap die een valkuil wordt)
32
GITP Belgium NV/SA Rue I. Meyskensstraat 224 B-1780 Wemmel T +32 2 456 80 40 F +32 2 456 80 30 Uitbreidingsstraat 10-16 B-2600 Berchem T +32 3 235 56 10 F +32 3 235 20 37
33