N Handelsprakt. - Allergenen A2
Brussel, 28 januari 2013
MH/EDJ/AS 697-2013
ADVIES over DE UITVOERING IN BELGISCH RECHT VAN ARTIKEL 44 VAN DE VERORDENING NR. 1169/2011 VAN 25 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE VERSTREKKING VAN VOEDSELINFORMATIE AAN CONSUMENTEN (goedgekeurd door het bureau op 28 januari 2013, bekrachtigd door de Hoge Raad op 12 februari 2013)
Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17e verd.) - Simon Bolivarlaan 30 - 1000 Brussel Tel.: 02 277 90 15 - Fax: 02 277 90 28
[email protected] - www.hrzkmo.fgov.be
De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO heeft kennis genomen van de verordening nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten. Gezien de fundamentele impact van artikel 44 van de verordening op de horeca- en de voedingssector heeft de Hoge Raad besloten om op eigen initiatief advies uit te brengen. Na raadpleging van de sectorcommissies nr. 1 - Voeding en nr. 8 - Horeca, toerisme en ontspanning heeft het bureau van de Hoge Raad bij hoogdringendheid op 28 januari 2013 onderstaand advies uitgebracht, dat werd bekrachtigd door de Hoge Raad op 12 februari 2013.
CONTEXT Verordening 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten voorziet in artikel 44 de verplichte vermelding van stoffen en producten die allergieën of intoleranties veroorzaken voor levensmiddelen die niet voorverpakt aan de eindverbruiker of aan grote cateraars te koop worden aangeboden en voor levensmiddelen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument worden verpakt of met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt.1 De lidstaten mogen nationale maatregelen aannemen betreffende de middelen waarmee de in lid 1 bedoelde vermeldingen of elementen van vermeldingen beschikbaar moeten worden gesteld en, waar nodig, de daarvoor gebruikte uitdrukkings- of presentatievorm. De Hoge Raad wenst dat in België maatregelen worden genomen voor 13 december 2014, datum van inwerkingtreding van de verordening, teneinde te vermijden dat indien er tegen die datum geen regels worden bepaald de verplichte informatie over allergenen verplicht schriftelijk aangebracht zal moeten worden op een duidelijke zichtbare plaats en in duidelijke leesbare en, zo nodig, onuitwisbare letters, zoals voorzien in artikel 13, §1 van de verordening.
INLEIDING Informatie verstrekken over allergenen aan de klant wordt door de verordening verplicht gesteld maar de wijze waarop deze informatie weergegeven moet worden kan aldus door de lidstaten vrij ingevuld worden zolang deze informatie beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk is. Deze informatie over allergenen kan zowel mondeling overgedragen worden, weergegeven worden door middel van technologische middelen of via een geschrift. Theoretisch kunnen in het bijzonder volgende opties door de lidstaten in aanmerking genomen worden bij het bepalen van de keuze over het middel voor het verstrekken van informatie over allergenen aan de consumenten:
1
Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie
2
1. Mondeling op verzoek, op voorwaarde dat aangeduid staat op een opvallende plaats dat deze informatie kan verkregen worden; 2. Mondeling op verzoek, op voorwaarde dat aangeduid staat op een opvallende plaats dat deze informatie kan verkregen worden, mits de informatie beschikbaar is voor controle van de overheid; 3. Schriftelijk beschikbaar op verzoek, op voorwaarde dat aangeduid staat op een opvallende plaats dat deze informatie kan verkregen worden; 4. Schriftelijk beschikbaar in een opvallende of gemakkelijke toegankelijke plaats (vb. bord, affiche); 5. Schriftelijk in nabijheid van voeding of op de menukaart; 6. Schriftelijk “to take away” (vb. op kasticket).
STANDPUNTEN De Hoge Raad is van mening dat omwille van de hierna opgesomde redenen de informatie over allergenen het best mondeling aan de eindverbruiker wordt meegedeeld en pleit dan ook voor optie 2 “het mondeling op verzoek meedelen van de informatie op voorwaarde dat aangeduid staat op een opvallende plaats dat deze informatie kan verkregen worden, mits de informatie beschikbaar is voor de controle van de overheid”. Dit om ondernemingen die ter plaatse bereide en opgediende maaltijden verschaffen, levensmiddelen verkopen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument worden voorverpakt of levensmiddelen verkopen die met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt toe te laten met een minimale administratieve last ten volle hun verantwoordelijkheid op te nemen en om tegelijk de overheidsinstelling belast met de naleving van deze reglementering aan de hand van de beschikbare informatie in staat te stellen om deze controle uit te kunnen voeren. De operator kan hierbij zijn informatie zoeken via recepturen, via etiketten of via eigen uitgewerkte documenten en dient hiervoor best intern een werkwijze vast te leggen. 1. De Hoge Raad wenst vooreerst te benadrukken dat het vanzelfsprekend is voor de sectoren dat allergenen met de nodige aandacht behartigd worden en dat elke zaakvoerder zich bewust zou moeten zijn van de noodzakelijkheid van het verstrekken van de juiste informatie aan hun klant. In de praktijk blijkt dat er zich tot nu toe geen noemenswaardige problemen hebben voorgedaan. 2. Doordat een kmo veelal een directe vertrouwensrelatie met zijn klanten heeft is de zaakvoerder of zijn personeel goed geplaatst om de klanten mondeling te informeren over allergenen die voorkomen in bepaalde producten. Omwille van deze relatie gaat de dienstverlening bij een kmo verder dan het enkel naleven van de veertien opgesomde allergenen. In principe kan elk ingrediënt een allergische reactie veroorzaken. Daarom zal een zaakvoerder of zijn personeel op verzoek van de klant die voor een bepaalde stof allergisch is, deze klant verder van dienst zijn door voor hen een aangepaste samenstelling te bereiden. 3. De Hoge Raad is tegen het verplicht schriftelijk weergeven van de stoffen of producten uit bijlage III die allergieën of intoleranties veroorzaken voor levensmiddelenbedrijven zoals restaurants, slagers, bakkers,… Dit neemt niet weg dat omwille van praktische, administratieve en klantgerichte overwegingen er ondernemingen zullen zijn die er voor 3
opteren om informatie over allergenen toch schriftelijk weer te geven. Dit zou echter de uiteindelijke keuze van de zaakvoerder moeten zijn. 4. De Hoge Raad wenst erop te wijzen dat het risico op kruisbesmetting nooit volledig kan uitgesloten worden. De verwerking van de grondstoffen en de productie vinden over het algemeen plaats in dezelfde ruimte waar meerdere producten vervaardigd worden. 5. Eigen aan het bereiden van niet gestandaardiseerde voeding is dat er een aanbod kan verstrekt worden dat wekelijks, dagelijks of gedurende de dag varieert. De samenstelling van ingrediënten in een gerecht kan dan ook redelijk verschillen van het vorige gerecht. De variatie kan onder meer ingegeven zijn door een specifieke vraag van de consument naar niet gestandaardiseerde producten, de noodzaak om een tekort aan voorraad van een bepaald ingrediënt op te vangen of nog door een wissel van de kok die zijn eigen bereidwijze (en eigen ingrediëntensamenstelling) wenst toe te passen. Wanneer tijdens het bereiden van een gerecht bijvoorbeeld een ingrediënt niet meer in voorraad is en er in de plaats daarvan een ingrediënt gebruikt wordt dat op de lijst van de allergenen uit bijlage III van de verordening staat, dan moet bij een schriftelijke weergave het bord, het kasticket of de menukaart aan deze informatie gewijzigd worden. Voor de restaurants, slagers en bakkers die geen gestandaardiseerd voedsel bereiden maar de consument een dagelijks variërend levensmiddel aanbieden, betekent het opleggen van het schriftelijk weergeven van allergenen door middel van een bord (optie 4), het menu (optie 5) of op een kasticket (optie 6) of op enig ander schriftelijke wijze na verzoek (optie 3) dan ook in vergelijking met producenten die gestandaardiseerde niet-voorverpakte maaltijden fabriceren een grote administratieve last die buitenproportionele bijkomende kosten aan kleine ondernemingen oplegt en aanleiding zal geven tot onnodige concurrentiële nadelen. 6. Informatie die in een handelszaak via een bord, een display of een menu wordt meegedeeld, heeft het risico snel achterhaald en dus foutief te zijn. Bij een schriftelijke weergave van informatie kan de consument een vals veiligheidsgevoel krijgen doordat de consument ervan uitgaat dat hij de juiste informatie afleest terwijl de informatie in werkelijkheid ongewild door de ondernemer - wegens organisatorische onhaalbaarheid te laat wordt gewijzigd of doordat de informatie te vroeg wordt weergegeven. De Hoge Raad wenst erop te wijzen dat de ondernemer niet alleen rekening moet houden met een wijziging in samenstelling op het ogenblik van bereiding maar eveneens in het oog dient te houden vanaf welk ogenblik het laatste levensmiddel van de vorige productie verkocht wordt. Slechts nadat het laatste product - voor de aanmaak van de nieuw samengestelde producten- wordt verkocht kan de schriftelijke weergave van deze informatie gewijzigd worden wil men up-to-date informatie meedelen aan de klant. De Hoge Raad is er dan ook van overtuigd dat in een omgeving met variërende gerechten een mondelinge overdracht van deze informatie efficiënter is doordat het personeel op het ogenblik van verzoek nog zal nagaan of de informatie up-to-date is. 7. Een kasticket of enig ander papier dat door de onderneming uitgereikt moet worden kan gebruikt worden als bewijsmiddel maar het zich enkel focussen op het kunnen verstrekken van een dergelijk bewijsmiddel gaat volgens de Hoge Raad gepaard met een onredelijke opgelegde last aan kmo. Indien de ondernemingen zich willen handhaven zullen zij verplicht worden om het aantal gerechten drastisch te verminderen, gebruik te maken van voorverpakte en voor-geëtiketteerde ingrediënten in plaats van verse producten, de gerechten te standaardiseren of door de bijkomende administratieve last de prijs te verhogen. De consument is niet gebaat bij een vermindering van gerechten die een beperking van keuze tot gevolg zal hebben en een beschadiging van het Belgisch culinair erfgoed.
4
Tot slot wenst de Hoge Raad erop te wijzen dat het verkrijgen en het doorgeven van juiste informatie doorheen heel de voedselketen van essentieel belang is voor de onderneming die inlichtingen moet verstrekken aan de consument. De beroepsorganisaties voeren reeds sensibilisatiecampagnes en wensen samen met andere stakeholders (consumentenorganisaties, FAVV, …) aanvullende initiatieven te nemen om verantwoordelijk om te gaan met allergenen. Bovendien zou een gemeenschappelijk logo met een identieke boodschap in alle sectoren waarbij de consumenten de nodige informatie over allergenen in producten wordt verschaft zeer dienstig zijn voor de verspreiding van de informatieplicht.
BESLUIT De Hoge Raad onderschrijft het grote belang van nauwkeurige informatie over allergenen voor de consumenten en deelt de bezorgdheid om die informatie op de meest doeltreffende wijze mee te delen. De Hoge Raad pleit er daarom voor om in navolging van artikel 44 van de verordening nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten informatie over allergenen mondeling aan de consument mee te delen, mits informatie beschikbaar is voor de overheidsinstellingen die belast zijn met de controle. Omwille van de aangehaalde argumenten in het advies is de Hoge Raad van oordeel dat mondelinge informatieverschaffing de beste garanties biedt voor zowel de onderneming als zijn klant. Het verplicht schriftelijk weergeven van informatie over allergenen betekent voor ondernemingen die een gevarieerd aanbod samenstellen een onproportionele hoge administratieve last waardoor er minder gevarieerde gerechten zullen aangeboden worden. Bovendien bestaat er een risico voor de klant dat de informatie die in een handelszaak via een bord, een display of een menu wordt meegedeeld snel achterhaald en dus onbetrouwbaar zal zijn.
_________
5