JUNI 2015
ARTSENMAGAZINE
Next generation sequencing AZ Sint-Lucas pionier
69
Time is brain Acute opvang van CVA patiënten
Nieuwe behandeling voor patiënten met prostaatkanker
EDITO
FOCUS
dr. DIRK MAES Medisch directeur
De zorg van morgen
E
en golf van veranderingen komt op ons af. Chronische aandoeningen worden belangrijker. De complexiteit van de zorg neemt alsmaar toe en ook de technologie ontwikkelt zich razendsnel. Tegelijk staan de budgetten in de zorg steeds meer onder druk. Als ziekenhuis is blijvend innoveren en vooruitdenken een must. We durven stellen dat we op veel vlakken pionier zijn. Als eerste in Oost-Vlaanderen kunnen in AZ Sint-Lucas patiënten met botmetastasen van prostaatkanker behandeld worden met radioactief radium-223. De laboratoria anatomo-pathologieen klinische biologie zijn gestart met Next Generation S equencing in de onco-hematologische diagnostiek. Begin mei werd een auditproces met vrucht doorlopen waardoor we als een van de eerste in Vlaanderen hiervoor geaccrediteerd zijn. Ook naar ontwikkelingen in de technologie willen we een voortrekkersrol spelen. In de loop van de maand mei werd een paviljoen gebouwd op ons witte plein. Daarin komt een modelkamer als proeftuin om nieuwe ontwikkelingen uit te proberen. Het paviljoen zal ongeveer een jaar blijven staan en er zullen regelmatig thema-en studiedagen georganiseerd worden met partners en organisaties die bezig zijn met zorginnovatie. U bent alvast van harte welkom!
02
INHOUD
10 Nieuwe afdeling SP cardiopulmonair
Inschrijfkiosk
prima onthaald Sinds april staat er aan het onthaal van campus Volkskliniek een inschrijfkiosk. De patiënt kan zich hierop aanmelden met de identiteitskaart en zich vervolgens inschrijven. Onder deskundige begeleiding van een vrijwilliger werd de nieuwe kiosk reeds door verschillende patiënten getest en goedgekeurd. In augustus komen er ook inschrijfkiosken op campus Sint-Lucas.
EN VERDER 04 Kort 08 SLiM-kamer
14 Nieuwe behandeling voor patiënten met prostaatkanker
16 Dubbelinterview tussen ASO en stagemeester
18
Nieuw elektronisch medisch dossier
20
Patient consent
COLOFON Focus is het driemaandelijks tijdschrift van vzw AZ Sint‑Lucas en Volkskliniek: Campus Sint‑Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent, Campus Volksklinie, Tichelrei 1, 9000 Gent, T 09 224 61 11,
[email protected], www.azstlucas.be • Hoofdredactie Iny Cleeren • Redactie en eindredactie Kim Aerts, Iny Cleeren, communicatie@ azstlucas.be • Verantwoordelijke uitgever dr. Dirk Maes, Groenebriel 1, 9000 Gent • Foto’s AZ Sint-Lucas, Johan Martens, Philip Vanoutrive • Vormgeving Jansen en J anssen Creative C ontent, www.jaja.be
03
KORT
Pijnkliniek verlengt kwaliteitslabel met 3 jaar
Artsen in een nieuw jasje Sinds kort dragen de artsen in AZ Sint- Lucas allemaal dezelfde korte witte jas met korte mouwen. Dit kadert in de correcte toepassing van handhygiëne (onderarmen vrij van kledij en juwelenvrije handen). Ook de naam van de arts staat op de jas geborduurd zodat ze steeds duidelijk herkenbaar zijn voor de patiënt.
De medische behandelplannen voor pijnbestrijding binnen de pijnkliniek voldoen aan de kwaliteitsnorm ‘ISO 9001’. Naar aanleiding van een heraudit in maart 2015 werd het certificaat van de pijnkliniek dan ook verlengd voor 3 jaar.
Onze artsen in een nieuw jasje Artsen dragen net als andere zorgverleners beroepskledij. Je herkent hen aan hun witte jas.
Gepersonaliseerd De naam van de arts staat op de jas geborduurd. Zo is de arts duidelijk herkenbaar voor de patiënt.
Korte mouwen de basis voor een correcte toepassing van handhygiëne (onderarmen vrij van kledij en juwelenvrije handen)
Infosessie oncologie Op 20 oktober organiseert de dienst oncologie, hematologie, radiotherapie opnieuw een gratis infosessie voor oncologische patiënten en hun familie. Van 14.00 tot 16.00 uur, Sint-Jozefzalen straat 31. Het volledige programma volgt.
AZ Sint-Lucas opnieuw erkend als Babyvriendelijk ziekenhuis Het kwaliteitscertificaat ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ is gebaseerd op een programma van de Wereldgezondheidsorganisatie en UNICEF en kadert in een federaal project waarbij ziekenhuizen die zich inzetten voor de promotie en begeleiding van borstvoeding een erkenning krijgen. Om de titel ‘Babyvriende-
04
lijk Ziekenhuis’ te verdienen, moet een ziekenhuis aan heel wat voorwaarden voldoen. De toekenning van het label werd met 4 jaar verlengd en kon er enkel komen dankzij de inzet van iedereen die betrokken is bij de zorg voor de mama’s en de (vele) kinderen die in AZ Sint-Lucas geboren worden.
AZ Sint-Lucas wint award voor beste bedrijfsfilm Op het Corporate Video Festival worden jaarlijks in zes categorieën de beste Belgische corporate videoproducties bekroond. Het festival vond dit jaar plaats op 28 mei en kreeg een record aantal inzendingen. AZ Sint-Lucas werd genomineerd in de categorie ‘Corporate image
non-profit’ met het jaarverslag 2013 dat volledig werd opgebouwd uit Legoblokjes. Tijdens de award show in Kinepolis Brussel kwam AZ Sint-Lucas als winnaar uit de bus. Het jaarverslag 2014 is op komst, hou de webiste www.azstlucas.be/ jaarverslag in de gaten.
Bart De Bock nieuwe financieel directeur Op 4 mei startte Bart De Bock als nieuwe financieel directeur. Hij was sinds 2013 financieel directeur in het AZ Delta in Roeselare. Voordien was hij 3 jaar werkzaam als financieel directeur in het Stedelijk Ziekenhuis van Roeselare. Bart De Bock is master in de handelswetenschappen en vulde dat aan met een MBA aan de Vlerick. Hij finaliseert een master in management en beleid van de gezondheidszorg.
Zone rookvrij ziekenhuis uitgebreid Eind mei werd de zone ‘rookvrij ziekenhuis’ uitgebreid. Er mag op het ganse ziekenhuisterrein niet gerookt worden. Het verbod geldt niet alleen in de gebouwen zelf maar ook op het terrein rondom, zoals het witte plein of de overdekte passerelle. Voor patiënten en bezoekers zijn er over-
dekte rookzones voorzien aan de ingangen van beide campussen. De signalisatie werd aangepast, de peukendovers verplaatst van de inkom van het ziekenhuis naar het begin van de rookvrije zone. AZ Sint-Lucas versterkt hiermee haar voorbeeldfunctie als gezondheidsinstelling.
05
LABORATORIUM
AZ SINT-LUCAS VERSTERKT VOORAANSTAANDE ROL IN DIAGNOSE EN BEHANDELING VAN ONCO-HEMATOLOGISCHE AANDOENINGEN
Next Generation Sequencing Sinds een zestal maanden zijn de laboratoria anatomo-pathologie en klinische biologie van het AZ Sint-Lucas gestart met ‘Next Generation Sequencing’ (NGS) in de onco-hematologische diagnostiek. Begin mei werd een auditproces met vrucht doorlopen voor NGS in solide tumoren. AZ Sint-Lucas is hiermee pionier wat b etreft geaccrediteerde NGS-toepassingen in Vlaanderen.
D
e laatste jaren speelt gepersonaliseerde geneeskunde een steeds grotere rol in de behandeling van kanker. Door het bepalen van het moleculair profiel van een tumor kunnen we de patiënt de meest efficiënte medicatie bieden die specifiek inwerkt op moleculaire afwijkingen in de tumor. De nieuwe behandelingen hebben meestal minder bijwerkingen, maar zijn slechts effectief bij geselecteerde patiëntenpopulaties. Om de juiste therapie te bepalen voor de patiënt worden moleculaire technieken zoals NGS steeds belangrijker. Gezien de kostprijs van de nieuwe behandelingen wordt veel medicatie slechts terugbetaald als bepaalde moleculaire afwijkingen kunnen aangetoond worden bij de patiënt in kwestie. Wat is next generation sequencing? In AZ Sint-Lucas gebruiken we de Illumina-technologie, de zogenaamde ‘sequencing by synthesis’ methode (zie figuur 1). Na extractie van nucleïnezuren wordt een oligo pool toegevoegd en gehybridiseerd aan DNA van het staal. Vervolgens worden de target regio’s gescheiden, geamplificeerd en verbonden met unieke adapter sequenties. Dit noemen
06
we DNA libraries waarvan de sequentie dient te worden bepaald. Nadat de libraries gekwantificeerd en genormaliseerd worden, is er een denaturatiestap zodat de DNA strengen enkelstrengig kunnen worden aangebracht in de MiSeq sequencer voor clonale (‘brug’) amplificatie. De sequencing zelf gebeurt aan de hand van fluorescente basen die na elke cyclus worden ingebouwd in de complementaire streng en waarvan een foto wordt gemaakt. Na een reeks cycli worden de sequenties gealigneerd tegen een referentiesequentie waardoor mutaties kunnen worden opgespoord in diverse regio’s in het DNA. Het MiSeq-platform biedt als grootste voordeel dat de techniek zeer accuraat is en de toepassingsmogelijkheden zeer divers zijn. Naast puntmutaties in DNA kunnen ook inserties en deleties, fusiegenen, RNA sequenties, miRNA’s, … geanalyseerd worden. De komende jaren zullen deze analysen worden getest op het sequencing platform. Toepassingen in vaste tumoren De meest bekende voorbeelden zijn moleculaire diagnostiek in het kader van longtumoren,
gemetastaseerde melanomen en colontumoren. Patiënten met een maligne melanoom kunnen bv. goed reageren op behandeling met Vemurafenib indien ze een specifieke BRAF-mutatie hebben. Dat kan aangetoond worden met sequencing. Het voordeel is dat er in één test meerdere genen onderzocht worden. Dit biedt extra flexibiliteit naar de toekomst toe.
NGS is een revolutionaire technologie die belangrijke informatie kan bieden bij therapiekeuze Ook voor longkanker is NGS belangrijk. Patiënten met een EGFR-mutatie reageren goed op behandeling met anti-EGFR antistoffen. Bij patiënten met coloncarcinomen, het merendeel van de geteste patiënten, is het aantonen van een mutatie in het KRAS- en NRAS-gen belangrijk. Deze patiënten mogen niet behandeld worden met anti-EGFR therapie gezien overleving slechter is in de groep met deze mutaties.
moleculair biologen Elke Van Laere en Koen Jacobs, anathomo-patholoog dr. Caroline Van den Broecke en klinisch bioloog dr. Henk Louagie
Toepassingen in hematologie Met de Trusight Myeloid NGS-kit kunnen 54 essentiële genen in hematologische ziekten in 1 run worden geanalyseerd. Het betreft tumor suppressorgenen en hotspots van oncogenen belangrijk bij acute myeloïede leukemie, myelodysplasieën, myeloproliferatieve ziekten, chronische myelomonocytaire leukemie en sommige lymfoproliferatieve aandoeningen. Alle targetgenen die op dit moment belangrijk zijn in een bepaalde therapiebeslissing maken deel uit van die 54 onderzochte genen. NGS heeft bv. aangetoond dat alle patiënten met een hairy cell leukemie drager zijn van een BRAF-mutatie en met een BRAF-inhibitor kunnen worden behandeld. Daarnaast zijn mutaties in de FLT3- en NPM1-genen belangrijk in de prognose van AML-patiënten. Aan- of afwezigheid van mutaties in deze genen bepalen mee de beslissing om een patiënt een allobeenmergtransplant voor te stellen. Tenslotte zijn een aantal merkers bijna diagnostisch: zo is figuur 1 bv. de MYD88-mutatie diagnostisch voor ziekte van Waldenström. Nadelen van deze NGS-technologie zijn dat g rote genen zoals het diagnostisch BCR/
ABL-gen bij ‘chronische myeloiede leukemie’ patiënten niet op deze manier kunnen worden benaderd net als sommige grote inserties. De validatie van de test gebeurt in samenwerking met het Jessa ziekenhuis van Hasselt en zal binnen een aantal maanden ook worden geaccrediteerd. De test zal tweewekelijks worden uitgevoerd. NGS is een revolutionaire technologie die belangrijke informatie kan bieden bij therapie-
keuze,maar blijft technisch complex. Daarom wordt voor deze test samengewerkt tussen de laboratoria klinische biologie en pathologie, met weten schappelijke ondersteuning door moleculair biologen. Ook de klinische input vanwege de behandelende artsen is zeer belangrijk om de optimale therapiekeuze voor de patiënt mogelijk te maken. dr. Henk Louagie, dr. Caroline Van den Broecke
Figuur 1: Ligatie van adapter sequenties. Binding aan vast substraat. Clonale (‘brug’) amplificatie. Fluorescentie meting per cyclus. Alignering ten opzichte van referentiesequenties.
1
07
SLIM-KAMER
INNOVATIEPROJECT BINNEN AZ SINT-LUCAS
SLiM-kamer
biedt blik op de toekomst De gezondheidssector maakt zich op voor een golf van veranderingen. Niet alleen de zorg maar ook de technologie ontwikkelt zich razendsnel. Welke impact zal eHealth hebben? Hoe zal de kamer van de toekomst er uit zien? Als ziekenhuis willen we hierin een voortrekkersrol spelen met de lancering van de SLiM-kamer.
D
e beste manier om de toekomst te voorspellen, is haar zelf te creëren’, zei Abraham Lincoln ooit en dat is precies wat het ziekenhuis wil doen met de SLiM-kamer. SLiM staat voor Sint-Lucas innovatieve Modelkamer. Het initiatief werd genomen door Danny Van Hove, diensthoofd infrastructuur: ‘Naar aanleiding van de nieuwe patiëntenkamers in blok E waren we aan het nadenken over de kamer van de toekomst. We zijn immers bezig met het dossier voor blok K (een nieuwbouw voor geriatrische patiënten) waar we nog een stapje verder willen gaan. Zo kwamen we op het idee om een modelkamer te installeren als proeftuin om nieuwe zaken te kunnen uitproberen. Tegelijk willen we ook aandacht hebben
08
voor de inbreng van patiënten, artsen en medewerkers en onze omgeving (partners, scholen, overheden,…). We gaan op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen die we kunnen meenemen naar volgende bouwprojecten. En belangrijk: innovatie moet steeds leiden tot kwaliteitsvolle(re) zorg.’ Concreet Er werd een paviljoen geplaatst op het wit plein dat ongeveer een jaar zal blijven staan. Voor de uitvoering wordt beroep gedaan op een bouwteam en participerende firma’s. Het paviljoen bestaat uit een modelkamer, inforuimte, impressieruimte en zitmeubel. De kamer zal gedurende een aantal uren per dag te bezichtigen
zijn en er zullen regelmatig thema- en studie dagen georganiseerd worden. mHealth We staan nog maar aan het begin van een nieuw technologisch tijdperk. In de SLiM-kamer zal er niet alleen aandacht zijn voor innovatieve materialen en technieken, maar ook voor het toenemend belang van mHealth (mobiele gezondheidszorg). Allerlei apps en draagbare technologieën om ons lichaam te monitoren spelen daarop in. Denk maar aan het groeiend aantal health- en fitnessapps of recent de lancering van Embracelet, een slim uurwerk voor senioren. De grote hoop is ook dat mHealth de gezondheidszorg efficiënter zal maken, en de kosten beheersbaarder zal maken. Als innovatief ziekenhuis willen we niet achterblijven maar samen met onze partners mee nadenken over mogelijke ontwikkelingen en toepassingen. Info Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van de SLiM-kamer kunt u steeds terecht op www.slim.gent. Innovatieve ideeën zijn welkom op
[email protected]
HART- EN LONGZIEKTEN
Op 1 juli opent een gloednieuwe afdeling, SP cardiopulmonair, zijn deuren. Op deze afdeling bundelen de cardiologen en de pneumologen hun krachten om patiënten met gevorderde cardiopulmonaire aandoeningen te revalideren.
MULTIDISCIPLINAIRE REVALIDATIE VOOR CHRONISCHE PATIËNTEN
Nieuwe afdeling
SP cardiopulmonair
W
at is de taak van deze afdeling? De afdeling SP cardiopulmonair concentreert zich op patiënten met voortgezette cardiopulmonaire aandoeningen die nog in aanmerking komen voor revalidatie van dagdagelijkse functies. Zo denken we o.a. aan gevorderd COPD – hartfalen – langdurig verblijf op intensieve zorgen… (zie kader) De nieuwe afdeling is uitgerust met materiaal om aan de revalidatiebehoeften te voldoen. De bedoeling is om hun fysieke, psychische en sociale potentieel op een zo hoog mogelijk peil te brengen zodat ze terug naar huis kunnen. Hoe verlopen de voorbereidingen? Voor onze nieuwe afdeling hebben we geïnvesteerd in gespecialiseerde apparatuur én in nieuwe mensen. Het gloednieuwe, multidisciplinaire team bestaat uit longartsen en cardiologen, artsen van fysische geneeskunde, een ergotherapeut, kinesitherapeuten met bijkomende bekwaming in cardiopulmonaire revalidatie, s ociaal assistenten en diëtisten. Met dit team zullen we de revalidatie van onze patiënten veel nauwer kunnen opvolgen, o.a. aan de hand van een wekelijks multidisciplinair overleg waarop alle facetten van de behandeling worden besproken. Dr. An-Kristin Ascoop wordt het medisch diensthoofd van de afdeling en Mieke Meire de nieuwe dienstverantwoordelijke.
Wat zijn de onderlinge afspraken? Het zijn de zaalartsen van de dienst hart- en longziekten die beslissen wanneer een patiënt kan opgenomen worden op de dienst SP cardiopulmonair om verder te herstellen. We dienen geen acute medicatie toe. Wanneer een patiënt toch een acuut probleem ontwikkelt, wordt hij terug naar de betrokken afdeling gebracht. We hebben SLA’s opgesteld waarin de afspraken met de acute diensten nauwkeurig staan beschreven. Hoe verloopt de revalidatie? Voor hartpatiënten wordt het fysisch herstel gestuurd door de bestaande cardiale revalidatie. Dit gebeurt nu ambulant maar de nieuwe afdeling zal hier als tussenschakel fungeren. Voor patiënten met respiratoire problemen worden de artsen van fysische geneeskunde aangesproken door de longarts om te zorgen voor meer specifieke ondersteuning van respiratoire kinesitherapie en motorische revalidatie. Wanneer kan een patiënt ontslagen worden? De gemiddelde ligduur is 4 à 6 weken, afhankelijk van de pathologie. Een patiënt kan naar huis als we het haalbaar achten dat hij in zijn thuissituatie het herstel kan verder zetten. Daarvoor worden de ADL-scores nauw opgevolgd. Sowieso voorzien we een controleafspraak binnen de maand.
dr. André Verstraeten (afdelingshoofd pneumologie), dr. Hans Vandekerckhove (afdelingshoofd cardiologie), en dr. An-Kristin Ascoop (medisch afdelingshoofd SP cardiopulmonair)
Cardiopulmonaire aandoeningen die in aanmerking komen Cardiaal • revalidatie na hartchirurgie • herstel na reanimatie zonder neurologische sekwellen • (non)stemi-infarct met PTCA, met verwacht langdurig herstelnood • cardiomyopathie (ejectiefractie < 45 %) Pulmonair • end stage COPD • ernstige pneumonie • Aspergillose • chronische respiratoire infecties • longfibrose/restrictieve pathologie • majeure longchirurgie • longcarcinoom met revalidatiemogelijkheid • critical illness polyneuropathie: post ICU setting
09
NEUROLOGIE
NIEUW ZORGPAD CVA
Time is
brain
AZ Sint-Lucas heeft het afgelopen jaar een zorgpad CVA ontwikkeld en geïmplementeerd om het zorgproces voor een CVA patiënt doorheen het ziekenhuis transparant te maken, te standaardiseren en te optimaliseren. Samen met de implementatie van het zorgpad werd een eenheid beroertezorg geopend. Deze eenheid zal instaan voor de acute opvang van de CVA patiënt.
D
agelijks worden in België 52 mensen getroffen door een cerebrovasculair accident (CVA), waarvan tot 80% een ischemisch CVA. De gevolgen zijn niet enkel op socio-economisch vlak aanzienlijk, ook op persoonlijk vlak staat de patiënt vaak een lange revalidatieweg te wachten, en is een blijvende handicap niet ongewoon. Een snelle en op maat gemaakte aanpak tijdens de eerste minuten/uren verbetert de outcome van de patiënt aanzienlijk. Om dit optimaal te organiseren heeft AZ Sint-Lucas, naar analogie met het recentelijk verschenen koninklijk besluit, het afgelopen jaar een zorgpad CVA ontwikkeld en geïmplementeerd om het zorgproces voor een CVA patiënt doorheen het ziekenhuis transparant te maken, te standaardiseren, te optimaliseren en op te volgen. Zorgpad CVA Het zorgpad beschrijft gedetailleerd op welke manier een patiënt met een ischemisch of hemorragisch CVA best opgevangen, behandeld, gecontroleerd en gerevalideerd wordt. Via dit draaiboek worden de rollen en de opeenvolging van de activiteiten van het multidiscipli-
10
nair team van artsen, verpleegkundigen en paramedici nog beter op elkaar afgestemd. Alle stappen staan gedetailleerd beschreven vanaf de aankomst van een MUG of vanaf opname op spoed tot het moment van ontslag. De aanpak voor een CVA patiënt bevat 3 belangrijke onderdelen: de acute behandeling (time is brain), de maximale en correcte zorg o.a. door de complicatierisico’s te reduceren en tot slot de snelle opstart van revalidatie.
We werken samen tegen de klok, aangezien elke minuut telt om een beter herstel te bekomen Een vlotte herkenning in de prehospitaal setting is de eerste cruciale stap waarbij sensibilisatie via de FAST test (Face, Arm, Speech, Time) ook de niet-medische buitenwereld moet oproepen om snel te handelen. Hierop volgend dient er een dringend nazicht door de huisarts
te gebeuren met snelle doorverwijzing naar de spoedgevallendienst, want time is brain! Acute behandeling van een ischemisch CVA Op de spoedgevallendienst start een gestroomlijnd proces waardoor zo weinig mogelijk tijd verloren gaat om een correct bilan op te stellen. Een CT-scan van de hersenen wordt uitgevoerd, waarbij beslist wordt of de patiënt in aanmerking komt voor medicamenteuze acute behandeling, namelijk intraveneuze trombolyse. Basisvoorwaarde is dat deze behandeling binnen 4,5 uur na de eerste verschijnselen van het herseninfarct gestart wordt. Door een snelle aanpak en het goed afstemmen van de verschillende betrokken partijen trachten we een doorto-needle time van minder dan een half uur te bereiken. Hierbij wordt interdisciplinair met de spoedarts, neuroloog, radioloog en interventioneel radioloog gewerkt. Bijkomende CT-perfusie scan en CT-angiografie van de hersenen kan een duidelijk beeld van het penumbra gebied in kaart brengen (het hersenweefsel dat nog kan gered worden) alsook een trombus/occlusie
Pieter Hoste, dr. Robert De Potter, dr. Stefanie Cardoen
van een bloedvat aantonen. Indien de patiënt niet in aanmerking komt voor IV trombolyse of indien er geen verbetering is na toediening, kan nog een interventionele behandeling worden uitgevoerd. Dit wordt in ons ziekenhuis reeds sinds meerdere jaren uitgevoerd door dr. Hendrik Fransen. Het nut van deze behandeling werd recent in grote gerandomiseerde studies bewezen en bijkomende bevestigende studies volgen elkaar momenteel in snel tempo op. We werken samen tegen de klok, aangezien elke minuut telt om een beter herstel te bekomen. De kans op een goed resultaat verhoogt naarmate de behandeling vroeger kan beginnen. Voornamelijk een zeer snelle interventie van de intracranieel gelegen trombus is obligaat voor een goede uitkomst. Zo weet men bijvoorbeeld dat het Number Needed to Treat (NNT) voor intraveneuze trombolyse bij ischemisch CVA voor het bekomen van een zeer gunstig herstel (modified Rankin Scale 0-2: volledig herstel tot geringe beperking met volledige zelfredzaamheid) binnen de eerste 90 minuten slechts 4 bedraagt, en dit cijfer na 4,5u oploopt tot 15. Samen met de implementatie van het zorg-
pad werd een eenheid beroertezorg geopend. Deze eenheid zal instaan voor de acute opvang van de CVA patiënt. Daar wordt de patiënt verder nauwgezet geobserveerd zodat de best mogelijke zorg steeds wordt voorzien ook indien het CVA verder evolueert, wat de eerste 24-48u soms mogelijk is. Het risico tot complicaties zoals bv. aspiratiepneumonie wordt gereduceerd door strikte slikscreening en logopedische opvolging. Na de acute fase wordt de patiënt overgebracht naar de afdeling neurologie en zo nodig in tweede
1
tijd naar de afdeling sp-neurologie, de revalidatiedienst of gespecialiseerd centrum voor verdere revalidatie. Interventionele behandeling van een ischemisch CVA Sedert midden de jaren 90 werden de interventietechnieken bij de acute beroertezorg in ons ziekenhuis uitgebreid met intraveneuze (IV) en intra-arteriële (IA) trombolyse. Intraveneuze trombolyse is de standaardbehandeling van een herseninfarct. Niettegenstaande de oude
FAST test
11
NEUROLOGIE
bracht en doorgeschoven tot aan de halsvaten. Van zodra deze is aangebracht wordt een diagnostische angiografie uitgevoerd van de hersenvaten ter optimale objectivering van de hersenvaten met exacte ligging van de trombus. Daarna wordt een dikkere katheter (met eindballon) in het betroffen halsvat aangebracht. Via deze katheter wordt een dun buisje in de hersenen opgeschoven tot voorbij de trombus. In dit kleine buisje wordt een fijn netje tot net voorbij de trombus doorgeschoven. De kleine katheter wordt enkele centimeters teruggeschoven zodanig dat het netje in de trombus vrij komt te staan. Via zijn radiale kracht zal dit netje zich insnijden en vasthechten aan de trombus. Onder retractie van dit netje met zijn fijn buisje wordt de trombus geaspireerd, zodat
dr. Hendrik Fransen
studies zoals PROACT I & II reeds verbeterde cijfers konden aantonen bij de behandeling van beroerte met IV of IA trombolyse werden er onlangs een viertal gerandomiseerde studies gepubliceerd over mechanische trombectomie, die een duidelijke statistisch significante verbetering van de beroertezorg aantoonden. Voornamelijk de MR CLEAN studie uit Nederland doch ook EXTEND-IA, ESCAPE en de STAR studie uit de VS hebben manifest bewezen dat de mechanische trombectomie een superieure behandelingsmethode is. Ook hier is een snelle
3
12
behandeling nog steeds vereist doch het therapeutisch venster is verlegd van 4,5 naar 6 uur wat ons wat extra ademruimte geeft om alles zo snel mogelijk te organiseren. Bij de techniek van een mechanische trombectomie wordt de patiënt onder algemene anesthesie gebracht van zodra hij op de afdeling interventieradiologie wordt opgenomen. Deze maatregel wordt genomen om de meestal geagiteerde patiënt onder de meest gunstige voorwaarden te behandelen. In de eerste plaats wordt via de lies een buisje (katheter) aange-
Figuur 3: De stent retriever, hier op dit plaatje getoond, wordt regelmatig gebruikt bij de behandeling van ischemische beroerteaanvallen. Dit langwerpig netje wordt langsheen de intercraniële bloedvaten doorheen de trombus tot aan het aangetaste bloedvat gebracht. Tezamen met de aspiratiecatheter en de trombus wordt dit netje onder aspiratie over een guiding catheter teruggetrokken.
De klinische recuperatie en algemeen herstel van de hemiplegie en neurologische tekenen zijn de belangrijkste factoren waarom we deze behandeling uitvoeren. de bloedbaan weer vrij komt en de aangetaste hersenstructuren terug doorbloed worden. Deze handeling kan herhaald worden wanneer er slechts gedeeltelijk trombusmateriaal opgezogen werd. Momenteel zijn er talrijke netjes in de handel die de verschillende dikkere of zeer fijnere bloedvaten kunnen behandelen. Mechanische trombectomie is een relatief nieuwe be-
4
handeling in volle evolutie. Aspiratiekatheters, trombusretrievers en flowdiverters zijn slechts een greep uit het recentelijk aanbod. Wanneer we uitsluitend naar de technische handeling kijken, zien we als resultaat een recanalisatie van meer dan 90% van het geoccludeerde bloedvat. Nochtans zijn de klinische recuperatie en algemeen herstel van de hemiplegie en neurologische tekenen de belangrijkste factor en reden waarom we deze behandeling uitvoeren. Cruciaal in dit gebeuren zijn de snelheid waarmee de patiënt kan behandeld worden en de tijd van onset (time to needle). We zien inderdaad een duidelijke klinische afname naarmate de tijd voor behandeling verstrijkt. Mogelijke nadelen van mechanische trombectomie zijn de reeds gekende angiografische problemen, de relatief complexe handelingen en de hoge materiaalkosten. Intra-arteriële behandeling van het acute herseninfarct stelt zware eisen aan de logistiek binnen een ziekenhuis. Er moet een neuro-interventieteam, bestaande uit een interventioneel radioloog, verpleegkundige of technoloog medische beeldvorming, neuroloog (met expertise in de acute stroke behandeling) en anesthesist op 24-uurs basis bereikbaar/beschikbaar zijn, zodat deze procedure alleen in academische ziekenhuizen en een aantal grote perifere zieken huizen zoals AZ Sint-Lucas Gent kan worden verricht. Per centrum zijn tenminste twee adequaat opgeleide interventiespecialisten nodig. Het ziekenhuis kan hierop sedert jaren met succes beroep op doen. Het is dankzij de goede interdisciplinaire s amenwerking dat een goed resultaat wordt bekomen bij de opvang van de patiënt. Het AZ Sint-Lucas beschikt
over alle voorwaarden om deze intra-arteriële behandelingen te kunnen uitvoeren. Conclusie Met het optimaliseren van de acute behandelingsmogelijkheden, de opstart van een eenheid beroertezorg en het implementeren van het zorgpad CVA wil AZ Sint-Lucas de CVA pa-
tiënt de best mogelijke zorg en kansen geven voor een maximale recuperatie. Het zal de outcome van de patiënten aanzienlijk verbeteren, waardoor een lange revalidatieweg bij verschillende patiënten zal kunnen worden voorkomen. dr. Stefanie Cardoen, dr. Robert De Potter, dr. Hendrik Fransen, Pieter Hoste
Opvang van de patiënt op de spoedafdeling en medische beeldvorming De patiënt wordt onmiddellijk opgevangen na aankomst op de spoedopname en na duidelijke klinische evidentie voor een hemiplegie. Deze ischemische beroerte wordt zo snel mogelijk vastgesteld met een perfusiescan op de dienst MBV. CT-perfusie Beeldvorming van de hersenen speelt een belangrijke rol bij de diagnostiek van patiënten met een beroerte. In eerste instantie wordt hierbij meestal gebruik gemaakt van een CT-scan van de hersenen zonder intraveneuze toediening van contrast (blanco CT-scan). Het doel hiervan is een onderscheid te maken tussen een herseninfarct en een hersenbloeding en op deze wijze kunnen ook andere aandoeningen, zoals een ruimte-innemende afwijking, uitgesloten worden. Volgens de traditionele leer toont de CT-scan in de vroege fase van een her-
Figuur 4: angiografische iconografie Deze opnamen tonen ons de hersenvaten voor en na de behandeling. Hier zien we voor de behandeling dat de acerebri media rechts totaal is afgesloten door een trombus (pijl). Deze opname toont reeds het fijne buisje doorheen de trombus. De rechter opname toont ons na trombectomie met netje en aspiratie, dat de trombus volledig is verdwenen.
seninfarct geen duidelijke afwijkingen, terwijl een hersenbloeding in een vroeg stadium wél goed zichtbaar is. Door de combinatie van een blanco CT-scan, CT-perfusie (CTP) en CT-angiografie (CTA) kan informatie worden verkregen over respectievelijk de aanwezigheid van ischemische afwijkingen in het hersenweefsel, de mate van hersendoorbloeding en de doorgankelijkheid van de extra- en intracraniële arteriën. Hiermee kan in dezelfde sessie informatie worden verzameld over verschillende aspecten van cerebrale infarcering. Figuur 2: perfusiescan
2
Info Dr. Robert De Potter, neuroloog, T 09 224 65 31 Dr. Stefanie Cardoen, neuroloog, T 09 224 65 31 Dr. Hendrik Fransen, interventioneel radioloog, T 09 224 64 90 Dhr. Pieter Hoste, zorgpad CVA coördinator, T 09 224 55 67
13
PROSTAATKANKER
AZ SINT-LUCAS PRIMEUR IN OOST-VLAANDEREN
Nieuwe behandeling voor patiënten met
prostaatkanker Als eerste in Oost-Vlaanderen kunnen in AZ Sint-Lucas patiënten met botmetastasen van prostaatkanker behandeld worden met radioactief radium-223. De diensten urologie, radiotherapie/oncologie/hematologie en nucleaire g eneeskunde bevestigen hiermee hun leidinggevende positie in het aanbieden van g eavanceerde therapeutische toepassingen voor oncologische patiënten.
C
astratieresistente prostaatkanker (CRPC) en botmetastasen Prostaatkanker is de meest frequent voorkomende maligniteit bij mannen (27% van nieuwe kankerdiagnoses in 2008 in België) en is voor mannen de derde oorzaak van overlijden aan kanker (9,3% in 2008). Een groot deel van de hormoon-gevoelige prostaatkankers wordt resistent na 1 à 3 jaar en vertoont ziekteprogressie ondanks anti-hormonale therapie (CRPC). Ongeveer 90% van deze patiënten ontwikkelt symptomatische botmetastasen (vnl. in wervelzuil en bekken). Deze botmetastasen kunnen na verloop van tijd pijn, pathologische fracturen en ruggenmergcompressie veroorzaken en zijn één van de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en
1 14
overlijden bij patiënten met CRPC. Naast chemotherapie (docetaxel/cabazitaxel) of behandeling met abiraterone/enzalutamide is sinds kort een nieuwe – radioactieve – behandelingsmodaliteit beschikbaar: “metabole radionuclidetherapie” of “interne bestraling” met alfa-straler. Nieuwe behandeling: Xofigo (radium-223) injectie Radium-223 is een alfa-straler die door de Europese autoriteiten is goedgekeurd voor behandeling van patiënten met castratieresistente prostaatkanker, symptomatische botmetastasen en geen zichtbare viscerale metastasen. Het actief bestanddeel radium-223 gedraagt zich als calcium en wordt selectief ingebouwd in botmeta-
stasen (zoals zichtbaar op een skeletscintigrafie, cf. fig 1). De hoge lineaire energieoverdracht van alfa-stralen (80 keV/micrometer) resulteert in een groot aantal breuken in dubbelstrengs DNA in de naburige tumorcellen, wat een sterk cytotoxisch effect heeft. De schade aan het omliggende normale weefsel wordt beperkt door het korte bereik van de alfa-partikels (minder dan 10 celdiameters). Evidentie: de ALSYMPCA-studie (1) De ALSYMPCA studie is een fase III, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, internationale studie van radium-223 bij 921 CRPC-patiënten met symptomatische botmetastasen. Opzet van deze studie is het vergelijken van radium-223 (met de beste standaardzorg) vs. placebo (met de beste standaardzorg). De studiebehandeling bestaat uit maximaal zes intraveneuze injecties met radium-223 (met interval van vier weken). Het primaire eindpunt van de studie is totale overleving. Belangrijk secundair eindpunt is de tijd tot de eerste symptomatische skeletmanifestatie (externe bestraling, pathologische fractuur, ruggenmergcompressie, of tumorgerelateerde orthopedische interventie).
2a
dr. Marianne Lippens, dr. Frédéric VandeVyver, dr. Monique Troch
Radium-223 verbetert significant de totale overleving bij deze patiënten: de mediane totale overleving bedraagt 14,9 maanden vs. 11,3 maanden bij placebo (risicovermindering van 30%, HR=0,70, cf. fig 2A). Ook is er significant uitstel van 5,8 maanden tot de eerste symptomatische skeletmanifestatie bij p atiënten behandeld met radium-223, nl. 15,6 maanden vs. 9,8 maanden bij placebo (risicovermindering van 34%, HR=0,66, cf. fig 2B). Radium-223 toont ook een significante verlenging van tijd tot progressie van alkalische fosfatasen en een verbeterde quality-of-life. De toxiciteit van deze behandeling is beperkt: meest frequent voorkomende bijwerkingen in de ALSYMPCA-studie zijn diarree, braken en trombocytopenie.
2b
Primeur in Gent en Oost-Vlaanderen AZ Sint-Lucas is het eerste ziekenhuis in Gent en Oost-Vlaanderen dat deze behandeling in klinische routine aanbiedt: de eerste patiënt werd behandeld op 08/5/2015. Deze behandeling is een nieuwe modaliteit in het reeds uitgebreide aanbod voor behandeling van patiënten met prostaatkanker: beslissing tot opstarten van deze behandeling gebeurt dan ook steeds in multidisciplinair verband (concreet via MOC-urologie elke woensdag om 13u). De diensten urologie, radiotherapie/oncologie/ hematologie en nucleaire geneeskunde bevestigen hiermee hun leidinggevende positie in het aanbieden van geavanceerde therapeutische toepassingen voor oncologische patiënten. Toekomst Radium-223 is door Europa goedgekeurd voor behandeling van patiënten met een botgemetastaseerd CRPC (conform de ALSYMPCA trial). In België is op dit moment enkel terugbetaling voorzien indien de patiënt geen voorafgaandelijke chemotherapie kreeg. De behandeling bij voorafgaandelijke chemotherapie is even effectief en mogelijk, doch niet terugbetaalbaar via het RIZIV: er wordt gehoopt dat in de toekomst deze beperking wegvalt. Andere potentiële
toepassingen zijn combinatie-behandelingen (met abiraterone of docetaxel), botmetastasen bij andere tumoren (bv. borstkanker of osteosarcoma), of tweede behandelingscyclus na voorafgaand bewezen gunstig effect. Referenties: (1) Parker et al. Alpha Emitter Radium-223 and Survival in Metastatic Prostate Cancer. N Engl J Med 2013; 369:213-223. dr. Marianne Lippens, dr. Monique Troch, dr. Frédéric VandeVyver
Info Dienst nucleaire geneeskunde, T 09 224 66 22 Dienst radiotherapie/oncologie/ hematologie, T 09 224 66 20 Dienst urologie, T 09 224 66 50
15
MEDISCHE BEELDVORMING
Dubbelinterview
tussen ASO en stagemeester AZ Sint-Lucas ontvangt in 2015 een 30-tal ASO’s van verschillende specialismen. Het aantal stageplaatsen zal in de toekomst nog verder toenemen. Op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming wilden een stagemeester en een ASO elkaar wel eens interviewen.
enthousiasme als jonge arts nog dermate hoog dat ik dit enkel kan toejuichen.
DR. STEPHANIE VANDEN BOSSCHE senior ASO
S
tephanie Vanden Bossche, senior ASO, is na UZ Gent en AZ Dendermonde in AZ Sint-Lucas in opleiding, ze fietst graag en beklimt deze zomer de Mont Ventoux. Ze wordt geïnterviewd door dr. Lemmerling. Moet je hard werken tijdens de assistentenjaren? Dr. Vanden Bossche: Het assistentschap betekent inderdaad dat er behoorlijk wat uren worden doorgebracht in het ziekenhuis en zeker in een perifeer ziekenhuis als AZ Sint-Lucas moet er tijdens die uren ook doorgewerkt worden. Anderzijds is de motivatie, nieuwsgierigheid en
16
In onze afdeling worden assistenten opgeleid uit verschillende opleidingen en van verschillende leeftijd. Hoe ervaar je dat? Dr. Vanden Bossche: Ik vind het interessant om met collega’s uit verschillende universiteiten samen te werken. Professioneel omdat er verschillende accenten gelegd worden in de opleiding en je dus van elkaar kunt bijleren. Daarnaast is het gewoon fijn om nieuwe collega’s te leren kennen. Het is ook boeiend dat er een verschil is in ‘anciënniteit’. Als jongerejaarsassistent is er steeds een zeer laagdrempelige hulplijn beschikbaar al zijn zeker ook de supervisoren welwillend en bereikbaar. Als ouderejaarsassistent confronteren de moeilijkere vragen je met je onwetendheid en stimuleren ze om te blijven opzoeken. Krijgen assistenten voldoende tijd om naast het klinische werk wetenschappelijk actief te zijn? Dr. Vanden Bossche: De stafleden stimuleren
i nderdaad wetenschappelijk werk en je staat als ASO ook soms op rustigere werkposten zodat je de tijd hebt om je hierop toe te leggen tijdens de werkuren. De markt voor net afgestudeerde radiologen ligt moeilijk. Heerst er ongerustheid? Dr. Vanden Bossche: Absoluut. Uitwijken naar een van de buurlanden lijkt een zeer waarschijnlijk scenario. Anderzijds is het wel zo dat steeds meer stemmen opgaan voor het vrijgeven van meer MR’s (nu wordt het aantal MR’s dat uitgebaat mag worden beperkt door de overheid) en leeft de hoop dus dat dit nieuwe vacatures met zich zal meebrengen. Hoe zie je de toekomst tegemoet? Dr. Vanden Bossche: Ik ben nog wat zoekende naar welk gebied binnen de radiologie mij het meeste aanspreekt. Op dit moment ben ik gefascineerd door hoofd- en halsradiologie. Alleszins gaat mijn voorkeur uit naar een perifeer ziekenhuis eerder dan een universitair, maar we zien wel wat de toekomst brengt.
dr. Stephanie Vanden Bossche en dr. Marc Lemmerling
DR. MARC L EMMERLING radioloog en stagemeester
R
adioloog en stagemeester dr. Marc Lemmerling werkt sinds 2000 in AZ Sint-Lucas, eet vaak witlof, reist graag en vindt de schedelbasis het mooiste deel van het menselijke lichaam om in beeld te brengen. Hij wordt geïnterviewd door dr. Vanden Bossche. Wat zijn volgens u kwaliteiten van een goede stagemeester? Dr. Lemmerling: Het is belangrijk om voldoende tijd vrij te maken voor het opleiden. En je moet kunnen zalven en slaan. Wanneer ben je goed als stagemeester? Net als een voetbaltrainer, als hij kampioen speelt zeker?
Naast het begeleiden van stages publiceerde u onlangs ook een boek over beeldvorming van het oor. Hoe komt zoiets tot stand? Dr. Lemmerling: De vraag kwam van de Duitse uitgever Springer. Ik betrok vriend en collega radioloog Bert De Foer (Sint-Augustinus Antwerpen) erbij als co-editeur. We beslisten een aantal hoofdstukken zelf te schrijven en contacteerden andere collega’s in Europa, de VS en Singapore als co-auteurs. Toen het boek voor het eerst in mijn handen lag, voelde het een beetje als de geboorte van een kind. U bent een van de weinige hoofd- en halsradiologen in België, vanwaar uw interesse in deze subspecialisatie? Dr. Lemmerling: Alles begon jammer genoeg met een probleem dat zich afspeelde in familiale kring. Ik stelde in 1990 vast nergens een goed advies te kunnen krijgen m.b.t. een tumorale zwelling vastgesteld op een CT-onderzoek van de hals. Op het wereldcongres voor hoofd- en halsbeeldvorming in 1991 in Zurich – ik was toen ASO – werd ik geconfronteerd met mijn eigen
onkunde. Daar heb ik de klik gemaakt. Het is een nichemarkt maar we werken hard om dit om te zetten naar dagdagelijkse praktijk. Wat zou u nog willen verwezenlijken binnen de dienst radiologie en binnen AZ Sint-Lucas? Dr. Lemmerling: Onze dienst moet vooral de ingeslagen weg verder zetten. Technisch moeten we voor geen enkele klinisch georiënteerde radiologiedienst in Europa onderdoen. Verder moeten we nog meer aandacht hebben voor subspecialisatie. Als de geruchten kloppen dat wetenschappelijke output zal worden meegenomen in de financiering van ziekenhuizen wil ik wel participeren in de discussie. U bent recent ook benoemd tot professor? Dr. Lemmerling: In oktober 2014 kreeg ik bij UGent een lesopdracht in hoofd- en halsbeeldvorming. Daar ben ik fier op. Het is voor mij de bekroning van aanhoudende academische inspanningen naast mijn drukke klinische activiteit in AZ Sint-Lucas.
17
ATLAS
ATLAS, HET NIEUW ELEKTRONISCH MEDISCH DOSSIER VAN AZ SINT-LUCAS
Succesvolle samenwerking tussen artsen en IT
Een ziekenhuis dat zich wil accrediteren, is verplicht om een ziekenhuisbreed medisch dossier te hebben. Om hieraan tegemoet te komen heeft het AZ Sint-Lucas ervoor gekozen om in eigen huis een pakket te ontwikkelen. Het voorbije anderhalf jaar heeft een team van artsen en IT-specialisten hier hard aan samengewerkt. Het resultaat is Atlas, dat tegen eind 2015 zal gelanceerd worden.
Wat is ATLAS? Dr. Wim Duthoy: ‘ATLAS is een ziekenhuisbreed Elektronisch Medisch Dossier voor alle artsen van AZ Sint-Lucas. Het vervangt de diverse departementele medische dossiers. Het ziekenhuis is al enige tijd met succes bezig met digitalisatie en omschakeling naar papierloos werken. Atlas is hierin een zeer belangrijke stap. Het Elektronisch Patiëntendossier EPD zal bestaan uit een medisch luik, Atlas, en een verpleegkundig luik, het reeds bestaande Orbis. Eigen IT-mensen maakten zich vrij voor dit project, extra programmeurs werden aangetrokken en een team van artsen werd samengesteld om op zeer regelmatige tijdstippen de ontwikkelingen te beoordelen op bruikbaarheid en zo nodig bij te sturen.’
18
Hoe zal ATLAS er uitzien? Dr. Frauke Gorré: ‘Het is een compleet en ziekenhuisbreed elektronisch patiëntendossier voor de arts. Enerzijds bevat Atlas essentiële patiëntgebonden informatie, zoals voorgeschiedenis, medicatie, allergieën en allerhande resultaten. Anderzijds is het een actieve tool om brieven te genereren en met collega’s en secretariaten te communiceren. Het gecentraliseerde beheer van alle gegevens rondom de patiënt in één elektronisch dossier zorgt ervoor dat de dossiers completer en correcter worden, met vermijden van overbodig of dubbel secretariaatswerk, zoals dat nu soms nog gebeurt.’
Wat waren de belangrijkste vereisten van het nieuwe pakket? Dr. Kjell Fierens: ‘De programmeurs die voor de ontwikkeling zorgen, hebben erg goed naar ons geluisterd en waren onmiddellijk mee met wat we voor ogen hadden. Er is bewust gekozen voor een snelle en eenvoudige, minimalistische interface. De bedoeling is dat de workflow heel intuïtief verloopt en dat je geen overbodige handelingen moet uitvoeren.’ Er wordt ook gewerkt aan uniformiteit? Dr. Ilke Montag: ‘Op dit moment bestaan er te veel varianten van ontslag- en polibrieven. Elke dienst heeft zowat zijn eigen sjabloon. We maken van de gelegenheid gebruik om naar een uniforme, moderne huisstijl te gaan. We willen hiermee, zowel in het ziekenhuis als naar de externe zorgverleners toe, het ziekenhuisbrede karakter en de toegevoegde waarde van dit nieuwe systeem in de verf zetten.’ Vooraleer ATLAS wordt uitgerold is er nog een tussenstap? Dr. Fierens: ‘In een eerste fase zijn we gestart met de vernieuwde toegang tot patiëntenlijsten en resultaten, Medlucas 4.0. Er is hierdoor reeds de mogelijkheid om bij opgenomen patiënten dagelijkse toernotities te maken en kerninformatie te noteren. Ondertussen is dit bij alle artsen geïnstalleerd en zal de toegang tot Medlucas 2.0 en 3.0 gradueel afgesloten worden.’
NIEUWE ARTSEN
Nieuwe artsen AZ Sint Lucas Dr. Saar Belmans tandarts
Waarom de naam ATLAS? ATLAS is: • de mythologische figuur die het hemelgewelf draagt • een boek waarin een veelheid aan informatie ligt opgeslagen • de eerste halswervel waarop ons hoofd rust • samengesteld uit letters aan het begin, midden en einde van AZ Sint-Lucas
De dienst tandheelkunde van het AZ Sint-Lucas verwelkomt tandarts Saar Belmans. Zij startte op 1 april 2015 als nieuwe collega van tandartsen JeanFrançois Proot, Carlos Meiresonne, Olivier Navez, Marc Van Der Poorten, Guido Vereecken en Patrick Vuylsteek. Tandarts Belmans studeerde af in 2001 aan de Universiteit Gent. Naast haar werkzaamheden in het AZ Sint Lucas blijft zij ook werkzaam in haar privépraktijk.
Dr. Philip Vanbrabant urgentiearts
Hoe zijn de reacties op Medlucas 4.0.? Dr. Gorré: ‘Er is door de artsen globaal zéér positief gereageerd. Het systeem is zeer vlot geïmplementeerd - mede dankzij de beschikbaarheid van een goed getraind begeleidingsteam - en wordt overal volop en met succes gebruikt. We hopen dat we deze positieve sfeer kunnen aanhouden bij de lancering van Atlas dit najaar. Natuurlijk zal de opstartfase van dergelijk ingrijpend project van iedereen extra inspanningen vragen. Hoewel alles zoveel mogelijk geautomatiseerd verloopt, zal er bij de opstart tijd en energie moeten gestoken worden in het invoeren van bestaande, doch niet gecentraliseerde gegevens in het nieuwe pakket. Na de beginfase zou dit echter tijdsbesparend moeten werken en het resultaat zal het waard zijn: ziekenhuisbrede uniformiteit intern en naar de buitenwereld toe en vooral een efficiënte en betrouwbare zorg voor onze patiënt.’
Dr. Vanbrabant studeerde in 2000 af als arts aan de KUL, behaalde in de daaropvolgende jaren zijn erkenning in de huisartsgeneeskunde, manama sportgeneeskunde en brevet acute geneeskunde. Van 2005 tot 2008 was hij werkzaam in de urgentiegenees kundeen doorliep vervolgens zijn opleiding a nesthesie onder andere aan het UZ Gent, OLV Aalst en AZ Sint-Jan te Brugge. Zijn interesses gaan vooral uit naar urgentiegeneeskunde en pijnkliniek. Hij b ehaalde zijn bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde in AZ Sint-Lucas, o nder de vleugels van dr. Bruno De Turck. Sinds 1 maart is hij staflid op de dienst spoedgevallen.
19
IN DE PRAKTIJK
Patient consent Moedig uw patiënten aan om hun akkoord te geven voor het delen van hun gezondheidsgegevens.
W
at is de geïnformeerde toestemming? Patient consent is de toestemming die een patiënt aan zorgverleners geeft om zijn/haar gezondheidsgegevens elektronisch en op een beveiligde manier met elkaar te delen. Het delen van de gegevens voldoet aan de regels inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Welke gegevens worden gedeeld? Alle gegevens die in het bezit zijn van zorgverle-
ners voor zover ze nuttig zijn voor behandeling. Het gaat bv. om: resultaten van bloedonderzoeken, röntgenfoto’s, vaccinatie- en medicatieschema’s, voorgeschreven en afgeleverde medicatie, informatie die bij ontslag uit het ziekenhuis aan de behandelend arts werd meegedeeld. Wat zijn de rechten van de patiënt? De patiënt kan op ieder ogenblik de toestemming intrekken. De patiënt kan bepaalde zorgverleners uitsluiten van toegang tot de gegevens. Zelfs als de patiënt toestemming heeft gegeven, kan deze u vragen om bepaalde informatie niet te delen. Wie heeft toegang tot deze gegevens? Alle zorgverleners met wie de patiënt een zorgof therapeutische relatie heeft. De arbeids
geneesheer, de geneesheer van het ziekenfonds of van een verzekeringsmaatschappij hebben geen toegang. Hoe de toestemming registreren? • met de elektronische identiteitskaart via www.patientconsent.be • via de zorgverlener, het ziekenfonds, de apotheek of de opnamedienst van het ziekenhuis. • Ook voor kinderen die geen kids-ID met een PIN-code hebben en voor alle andere personen die niet over een eID beschikken, bent u gemachtigd de toestemming te registreren. Info www.patientconsent.be