Architectendiensten in Frankrijk
Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.
INHOUD 04
VOORWOORD
05
SCHEMA VERLOOP BOUWPROCES
06
INLEIDING
06
1 HET FRANSE BOUWPROCES 1.1 ENKELE KENMERKEN 1.2 JURIDISCHE KADERS VAN HET BOUWPROCES 1.3 HET BEROEP ARCHITECT 1.4 TAAK EN ROL VAN DE ‘ORDRE DES ARCHITECTES’ 1.5 DE ARCHITECTEN OPDRACHT
13
2 DE REGISTRATIE VAN DE NEDERLANDSE ARCHITECT IN FRANKRIJK
14
3 HET ARCHITECTENCONTRACT EN DE STANDAARDWERKZAAMHEDEN 3.1 DE VORM VAN HET ARCHITECTENCONTRACT 3.2 DE INHOUD VAN HET ARCHITECTENCONTRACT 3.2.1 De taken 3.2.2 Het honorarium 3.3 DE UITVOERING VAN HET ARCHITECTENCONTRACT 3.3.1 Algemeen 3.3.2 Etudes d’esquisse 3.3.3 Etudes d’avant-projet sommaire 3.3.4 Etudes d’avant-projet définitif 3.3.5 Dossier de permis de construire 3.3.6 Etudes de projet de conception générale 3.3.7 Assistance pour passation du marché de travaux 3.3.8 Direction de l’exécution des travaux 3.3.9 Assistance aux opérations de réception
17
4 DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT
02
18
5 CULTUUR 5.1 CULTUURVERSCHILLEN 5.2 ARCHITECTUURKLIMAAT 5.3 ZAKEN DOEN 5.4 AANBEVELINGEN VOOR DE OMGANG MET CULTUURVERSCHILLEN
22
6 AANBEVELINGEN
24
ADRESSENLIJST
25
WOORDENLIJST
26
AFKORTINGEN
27
COLOFON
03
VOORWOORD Nederland is van oudsher een internationaal georiënteerd land. Nu de open Europese markt van inmiddels 25 lidstaten een feit is, ligt deze grote markt reeds geruime tijd ook open voor architectendiensten. De Europese Commissie stimuleert grensoverschrijdende activiteiten in het Midden- en Kleinbedrijf en voert een beleid dat gericht is op het afschaffen van zoveel mogelijk administratieve bepalingen. Ook de BNA wil zijn leden stimuleren tot en ondersteunen bij het verrichten van hun diensten op de Europese markt. Het werken in andere landen kan bedrijfseconomisch interessant zijn, boeiende ervaringen opleveren en leiden tot vakmatige verrijking. De eerste samenwerking met een buitenlandse collega kan het begin zijn van vele volgende internationale ervaringen. Misschien begint u wel in Frankrijk. Veel zaken zijn in dat land anders geregeld, maar er is in wezen niets meer dat u zou kunnen tegenhouden. Deze brochure is geschreven om de leden te informeren over het werken in Frankrijk en behandelt de voor de architect relevante regelgeving, de organisatie van het bouwproces en de rol van de architect in dat bouwproces. Immers, niet alles in Europa is of wordt geharmoniseerd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de – niet in het minst belangrijke – culturele verschillen tussen Frankrijk en Nederland. De voor u liggende tweede editie van het informatieblad Architectendiensten in Frankrijk is in februari 2006 in samenwerking met de ‘Ordre des Architectes’ op een aantal punten geactualiseerd. De BNA beoogt met deze publicatie, en met de vergelijkbare informatiebladen over architectendiensten in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, bij te dragen aan zijn doelstelling om architecten te stimuleren de drempels naar onze directe buurlanden te slechten en wenst u veel succes bij uw grensoverschrijdende activiteiten. Maart 2006
Architectendiensten in Frankrijk
04
SCHEMA VERLOOP BOUWPROCES
Opdrachtgever
Architect
Loi sur l’Architecture 03-01-1977 Décret sur ‘organisation de la profession d’Architecture 21-12-1977 Titre d’Architecture 20-03-1980
Architectencontract
Code des devoirs professionels des Architects 20-03-1980
La conception
Décret et arête sur la maîtrise d’oeuvre 29-11-1993 et 21-12-1993
Etudes d’esquisse Etudes d’avant-projet sommaire (APS) Etudes d’avant-projet definitif (APD) Dossier de permis de construire (DPC) Etudes de projet de conception générale (PCG)
Opdrachtgever
La mise en oeuvre
Assistence pour passation du marché de travaux (AMT) Dossier de consultation des enterprises (DCE) Mise au point des marchés Direction de l’exécution des travaux (DET) Comptabilité des travaux Assistance aux opérations de réception (AOR) Actoren
Réception des ouvrages
Regelgeving Dossier des ouvrages exécutés
Actie Overige
Missions complémentaires
Aansprakelijkheid
Architectendiensten in Frankrijk
Loi Spinetta 04-01-1978
05
INLEIDING U bent als architect van plan een dienst te verrichten in Frankrijk? U hebt daarvoor belangstelling maar er bestaan nog onduidelijkheden over wat u te wachten staat? U wilt zich oriënteren om later gedegen voorbereid aan de slag te kunnen gaan? Het lezen van deze brochure is dan een eerste stap in de goede richting. Na de totstandkoming van de vrije Europese markt zijn de mogelijkheden om als Nederlandse architect in het buitenland te gaan werken aanzienlijk groter geworden. Deze mogelijkheden worden echter niet volledig benut indien men niet voldoende inzicht heeft in de omstandigheden waaronder het beroep in de lidstaten van de Europese Unie wordt uitgeoefend. Frankrijk is een belangrijk exportland voor Nederlandse architecten, of kan dat worden. De doelstelling van deze brochure is dan ook de onbekendheid omtrent het werken in Frankrijk weg te nemen. Hierbij wordt uitgegaan van een doelgroep die gevormd wordt door die architecten die hetzij al een opdracht in Frankrijk aanvaard hebben, hetzij daarin geïnteresseerd zijn. Met nadruk wordt gesteld dat uitsluitend aandacht is besteed aan dienstverrichting – en dus niet aan vestiging – van Nederlandse architecten in Frankrijk. Als u in Frankrijk aan de slag gaat, dient u zich er terdege van bewust te zijn dat de uitoefening van het beroep in Frankrijk in grotere mate dan in Nederland onderhevig is aan gedetailleerde regelgeving. Niet alleen is de titel van architect beschermd, de uitoefening van het beroep is dat in principe ook, zeker bij overheidsopdrachten. De inschrijving in de ‘Ordre des Architectes’, via een van de ‘tableaux régionaux d’architectes’ is dan ook verplicht voor alle Franse architecten en voor de buitenlandse architecten die meer dan incidenteel in Frankrijk actief zijn. Daarmee dienen deze architecten zich te conformeren aan de door de overheid opgestelde gedragsregels. In het eerste hoofdstuk komen enkele kenmerken van het Franse bouwproces aan de orde. Tevens
Architectendiensten in Frankrijk
worden de formeel-juridische aspecten van het beroep van architect in Frankrijk beschreven. De procedure van de inschrijving van een Nederlandse architect in een ‘Tableau régional d’architectes’ is onderwerp van hoofdstuk 2. In het derde hoofdstuk worden de werkzaamheden van de architect beschreven, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de relevante regelgeving en aan de honorering van deze werkzaamheden. Tegen deze achtergrond worden de verschillen ten opzichte van de Nederlandse situatie expliciet of impliciet duidelijk gemaakt. Eveneens komen de eventuele obstakels aan bod, waarmee Nederlandse architecten te maken kunnen krijgen. Hoofdstuk 4 behandelt de aansprakelijkheid van de architect. Hoofdstuk 5 gaat in op cultuurverschillen tussen Nederland en Frankrijk. In hoofdstuk 6, ten slotte, worden enkele concrete aanbevelingen gedaan aan architecten die een dienst in Frankrijk willen verrichten, waarna de brochure eindigt met een adressenlijst en een woordenlijst. Veelal wordt in deze brochure de Franse (bouwkundige) terminologie aangehouden. De architect die in Frankrijk een opdracht uitvoert dient absoluut op de hoogte te zijn van deze terminologie, en hoe meer hij de taal beheerst, hoe meer hij daar profijt van zal hebben.
1 HET FRANSE BOUWPROCES 1.1 ENKELE KENMERKEN In Frankrijk heeft de overheid architectuur expliciet en wettelijk erkend als expressie van cultuur in de ‘Loi sur l’architecture’ van 3 januari 1977. Hierbij worden de architectonische schepping, de kwaliteit van de techniek, het respect voor natuurlijke of stedelijke landschappen, de harmonieuze inpassing van het gebouwde in zijn omgeving en het behoud van het culturele erfgoed van publiek belang verklaard. Een logisch gevolg hiervan is dat er een aantal wettelijke maatregelen wordt genomen ter bescherming van dat belang. De invoering van de wet op de architectuur heeft een diepgaande invloed gehad op de organisatie en de beroepsuitoefening van de Franse architecten. In een reeks op de wet aansluitende verordeningen en ministeriële besluiten worden nadere regels opgenomen met betrekking tot de inschakeling van
06
architecten door opdrachtgevers, de bescherming van de titel van architect, de organisatie van de beroepsgemeenschap met bijbehorende gedragsregels en de inschakeling van architecten voor het verkrijgen van een bouwvergunning. En nieuwe ontwikkelingen vinden in Frankrijk vrij snel hun weerslag in regelgeving. Hieronder volgt een aantal publiekrechtelijke regelingen, onder andere voortvloeiend uit de eerder genoemde ‘Loi sur l’architecture’, die aangeven welke door de overheid gestelde eisen in acht moeten worden genomen, zowel in de voorbereidingsfase als in de uitvoeringsfase van het bouwproces: -
-
-
‘Décret sur l’organisation de la profession d’Architecte van 28-12-1977; ‘Décret sur le Titre d’Architecte’ van 20-3-1980; ‘Décret sur le Code des devoirs professionnels des Architectes’ van 20-03-1980; ‘Décret sur l’inscription au tableau régional d’architectes’van 16-1-1978, gew. 4-08-1987; ‘Loi sur la responsabilité et l’assurance’ (Loi Spinetta) van 4-01-1978; ‘Loi sur la Maîtrise d’Ouvrage Publique (M.O.P.)’ van 12-7-1985, gew. 1-12-1988, en bijbehorende ‘décrets’ van 14-3-1986; ‘Loi d’orientation et de programmation Sécurité intérieure’ (LOPSI) van 9-09-2002; ‘Code des marchés publics’ van 27-03-1993, gew. 7-01-2004; ‘Décrets’ van 29-11-1993 over: ‘Missions de maîtrise d’oeuvre’ ‘Concours d’architecture et d’ingénierie’ ‘Contrats conception-réalisation’; ‘Ordonnance Partenariat Public/Privé’ (PPP) van 19-06-2004; In het Franse recht opgenomen Europese richtlijnen: ‘Marchés publics de services’ ‘Sécurité santé sur les chantiers’ ‘Produits de construction’.
De erkenning van de overheid als belangenbehartiger van de architectuur heeft geleid tot een belangrijke opbloei van het prijsvraagwezen, zeker in de publieke sector. Publieke opdrachtgevers zijn verplicht opdrachten op het gebied van architectuur en ingenieurswerken boven
Architectendiensten in Frankrijk
een bepaald financieel niveau via een prijsvraag te gunnen. Dit is een belangrijke stimulans geweest voor kwaliteitsverbetering over een breed front. Het ‘Conseil National de l’Ordre des Architectes’ (CNOA) en de ‘Union Nationale des Syndicats Français d’Architectes’ (UNSFA) beijveren zich op Europees niveau om procedures te bevorderen die moeten leiden tot de best mogelijke resultaten op voor Europese architecten acceptabele economische voorwaarden. Net als overal elders, is het bouwproces in Frankrijk geen uniform proces. Ook hier bestaan er meerdere bouworganisatiemodellen. Opmerkelijk is evenwel het feit dat zogenaamde geïntegreerde contracten, (zoals Designand-Construct of Turnkey, in het Frans ‘conceptionréalisation’) voor overheidsopdrachten verboden zijn, tenzij de inschakeling van de aannemer om technische redenen noodzakelijk blijkt. In dat geval is de ‘Code des marchés publics’ (art. 100 en 304, 29-11-1993) van toepassing. Dergelijke opdrachten vallen onder de richtlijn 1 ‘Werken, leveringen en diensten’ . Particuliere opdrachtgevers die van het geïntegreerde samenwerkingsconcept willen uitgaan dienen, na voorafgaande selectie, gegadigden uit te nodigen voor een prijsvraag. Het werken in bouwteamverband is voor overheidsopdrachten gereguleerd in een ministeriële verordening. Bij een geïntegreerd contract mag een architect die zich volgens de regels architect mag en wil noemen niet als onderaannemer van een aannemer werken. In het kader van zo’n contract kan de aannemer wel een opdracht verlenen aan een zelfstandig architect. Met betrekking tot geïntegreerde contracten is het voor architecten wel mogelijk om het hele bouwproces inclusief uitvoering naar zich toe te trekken. Sinds 1982 is er een groep architecten, verenigd in het ‘Collège des architectes bâtisseurs’, die geïntegreerde opdrachten aannemen. Zij vervullen de functie van aannemer door, juridisch gescheiden van hun architectenbureau, een aannemingsbedrijf te leiden. Ook voor opdrachten volgens het prestatieconcept bestaat er regelgeving (‘Décret sur l’appel d’offres sur performances’ van 27-3-1993 op basis van de ‘Code des marchés publics’). In het algemeen kan men stellen dat waar in Nederland veel regelingen van privaatrechtelijke
07
aard zijn, zoals DNR 2005, de UAV of de UAV-GC en het UAR, en dus actief door belanghebbenden van toepassing moeten worden verklaard, veel van de daarin opgenomen zaken in Frankrijk publiekrechtelijk zijn vastgelegd. Deze regelingen zijn dus automatisch van toepassing, zij het specifiek voor overheidsopdrachtgevers, terwijl particuliere opdrachtgevers in grotere mate worden vrijgelaten in de manier waarop zij het bouwproces willen organiseren. Een onderdeel van de Code Civil uit 1804 regelt de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van architecten en aannemers. Voor publieke opdrachten zijn er nadien wat regelingen gekomen, particuliere opdrachten worden in onderling overleg beklonken. AFNOR (het Franse NNI) heeft modellen gepubliceerd (NF P03001 voor particuliere opdrachten) die gebruikt kunnen worden voor het opstellen van aannemingscontracten. In de helft van de gevallen worden deze modellen gebruikt, zeker bij grotere opdrachten. Voor overheidsopdrachten bestaat er een handleiding, te verkrijgen bij AFNOR:‘Le nouveau code des marchés publics’.Om problemen te voorkomen is het, zeker bij de realisering van een eerste project, absoluut noodzakelijk zich van de medewerking van een Franse architect te verzekeren. In 1918 is de organisatie ‘Office Général du Bâtiment et des Travaux Publics’ gesticht, oorspronkelijk in verband met de wederopbouw van Noord-Frankrijk na de Eerste Wereldoorlog, tegenwoordig als platform tussen de wereld van het ontwerp, vertegenwoordigd door de ‘Union Nationale des Syndicats Français d’Architectes’ (UNSFA) en die van de uitvoering, vertegenwoordigd door de ‘Fédération Française du Bâtiment’ (FFB). Deze organisatie heeft een nuttige handleiding voor beide sectoren gepubliceerd:‘Architectes, Entrepreneurs: mode d’emploi’, waarin veel aspecten van het Franse bouwproces worden toegelicht. 1.2 BELANGRIJKSTE JURIDISCHE KADERS VAN HET BOUWPROCES Het merendeel van de Franse bouwprojecten kenmerkt zich door een traditioneel organisatiemodel, waarbij de architect een centrale rol speelt doordat het inschakelen van een architect verplicht is voor alle bouwprojecten waarvoor een
Architectendiensten in Frankrijk
bouwvergunning vereist is (op een enkele uitzondering na). Zoals eerder opgemerkt,worden veel opdrachten vergeven via prijsvragen. De juridische kaders waarbinnen de deelnemers aan het bouwproces mogen opereren, zijn vastgelegd in de volgende regelingen: Op nationaal niveau: - ‘Code de l’urbanisme’, over het recht om te bouwen, algemene regels over de ruimtelijke ordening, verantwoordelijke autoriteiten, bestemmingsplannen, etc.; - ‘Code de la construction et de l’habitation’, vergelijkbaar met Bouwbesluit en Bouwverordening; - ‘Loi d’orientation pour la ville’ (LOV), over stedelijke ontwikkeling, met name wat betreft woningdiversiteit en grond- en fiscale regelingen; - ‘Loi solidarité et renouvellement urbain’ (Loi SRU) van 13-12-2000 sluit aan op de vorige wet en wil een meer coherente, duurzame en solide ontwikkeling in stedelijke gebieden bevorderen. Op lokaal niveau: - ‘Schémas directeurs d’aménagement et d’urbanisme’, als (niet verplicht) beleidsinstrument van lokale overheden; - ‘Plan d’occupation des sols’ (POS), overeenkomend met onze bestemmingsplannen; - ‘Zone d’aménagement concerté’ (ZAC), nadere invulling door bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, van een gedeelte van een POS voor renovatie, restauratie, bedrijfsterreinen, etc. De bouwvergunning: Met betrekking tot de bouwvergunning is de situatie niet wezenlijk anders dan in Nederland: voor elke nieuwbouw, uitbreiding of uiterlijke wijziging van een gebouw is een vergunning vereist, zij het dat voor nieuwbouw of uitbreiding onder de 20 m2 een melding voldoende is. In één opzicht is er een principieel verschil: er bestaat geen formeel welstandstoezicht in Frankrijk, zij het dat er bepaalde procedures en regels bestaan met betrekking tot historische monumenten, en dat er wel degelijk gelet wordt op het ‘wel staan’ in de omgeving, met soms belangrijke regionale verschillen.
08
Aan de bouwvergunning dient een ‘demande de certificat d’urbanisme’ vooraf te gaan, waarin de bouwrechten en/of beperkingen voor het betreffende terrein zijn opgenomen. Een bouwvergunning dient binnen twee maanden verleend te zijn. Tegen een verstrekte bouwvergunning kan binnen een periode van vier maanden protest worden aangetekend door iedere belanghebbende, zoals buren, bewoners van de betrokken gemeente, een milieuorganisatie en dergelijke.
-
De bouwvergunning betekent dat de overheid akkoord gaat met het bouwvoornemen van de opdrachtgever, maar houdt geen technische toets in. De technische toets komt pas aan de orde bij het verzekeren van het project door de opdrachtgever. De architect wordt dan geacht het plan volgens de geldende voorschriften te (hebben) laten realiseren. Over het tijdig boven water krijgen van de relevante voorschriften en hun interpretatie, moet men beslist niet te licht denken. Anders dan in Nederland, en dat is uiteraard een principieel verschil, bepaalt de ‘Loi sur l’architecture’ dat iedereen die een bouwwerk wil realiseren waarvoor een bouwvergunning vereist is, een architect moet inschakelen voor het maken van een ontwerp waarop de vergunning gebaseerd zal zijn. Een uitzondering hierop vormen natuurlijke personen die voor zichzelf een werk, meestal een woning, van geringe omvang (onder de 170 m2 bruto) of een werk voor agrarische doeleinden (onder de 800 m2 bruto) bouwen of wijzigen. Ook voor verbouwingen is in het algemeen de inschakeling van een architect niet verplicht.
De organisatie van het architectenberoep is in Frankrijk geen private aangelegenheid, maar wordt door de overheid geregeld in een decreet van 28 december 1977. Hierin worden gedetailleerde bepalingen opgenomen over de samenstelling van de ‘conseils’, de verkiezingsprocedures, vertegenwoordiging, contributies, etc., in de 22 ‘conseils régionaux’ (plus vier voor de départements d’outre-mer’, de DOM’s) en de ‘conseil national’. Architecten die als zodanig erkend willen worden zijn verplicht zich te laten inschrijven in een regionaal register. De ‘Ordre des Architectes’ ressorteert onder de Minister van Cultuur en de overheid is vertegenwoordigd in zowel de ‘conseil national’ als in de ‘conseils régionaux’. Er zijn ongeveer 27.000 ingeschreven architecten. De titel van architect is beschermd door een decreet van 20 maart 1980: alleen die natuurlijke personen die een erkend diploma hebben verworven en ingeschreven zijn in een ‘tableau régional de l’Ordre des Architectes mogen zich architect noemen. Ook architectenbureaus genieten dezelfde wettelijke bescherming. De beroepsuitoefening is wettelijk geregeld.
1.3 HET BEROEP VAN ARCHITECT De politieke wil om architectonische kwaliteit te behouden en te bevorderen heeft een diepgaande renovatie van de uitoefening van het architectenberoep met zich meegebracht. De beginselen van het beroep van architect zijn in Frankrijk geregeld in de ‘Loi sur l’architecture’ van 3 januari 1977 en de eerste drie onder 1.1 genoemde decreten. De ‘Loi sur l’architecture’ regelt: - de inschakeling van architecten door opdrachtgevers;
Architectendiensten in Frankrijk
-
de organisatie van het beroep op nationaal niveau middels de ‘Ordre des architectes’ en op regionaal niveau middels een ‘Conseil régional de l’ordre des architectes’; het instellen van ‘Conseils d’architecture, d’urbanisme et de l’environnemet’ (CAUE) in ieder Frans departement, belast met het bevorderen van de kwaliteit van architectuur en de gebouwde en ongebouwde omgeving, binnen de op nationaal niveau vastgestelde doelstellingen.
Alle Franse architecten dienen zich te houden aan door de overheid vastgestelde gedragsregels, te weten de ‘Code des devoirs professionnels des architectes’ van 20 maart 1980. Zij moeten daartoe schriftelijk een eed afleggen bij inschrijving in de ‘Ordre des architectes’. Deze ‘devoirs professionels’ verschillen in essentie niet van de gedragsregels van de BNA maar hebben wel een wettelijke status, zijn automatisch van toepassing voor alle Franse architecten en zijn gedetailleerder en gaan wat verder dan in Nederland gebruikelijk is. Zij gaan over de verplichtingen van de architect tegenover
09
de opdrachtgevers, de collega’s, de overheden en zichzelf. In de ‘Conseils régionaux’ waakt een ‘Chambre de discipline’ over de handhaving van de gedragsregels. Enige mate van publiciteit is toegestaan binnen door de overheid vastgestelde kaders. Een architect mag niet als onderaannemer zijn opdracht vervullen (het ontwerp maken en indienen voor het verkrijgen van de bouwvergunning). Het is de architect niet toegestaan belangen te hebben in rechtspersonen die in de bouw met winstoogmerk actief zijn (dus aannemers). Hij kan echter wel zelf als aannemer optreden maar dan met een apart bedrijf naast zijn architectenbureau, zoals de reeds eerder genoemde ‘architectes âtisseurs’.Aansprakelijkheid is verplicht verzekerd. In Frankrijk worden twee begrippen gebruikt,‘architecte’ en ‘maître d’oeuvre’, die tot verwarring zouden kunnen leiden.‘Architecte’ wordt gebruikt voor de aanduiding van het beroep met titelbescherming,‘maître d’oeuvre’ voor degene die de functie van architect (ontwerper en directievoerder) uitoefent maar ook voor de parallelle functievervulling in de GWW-sector. De ‘maîtrise d’oeuvre’ is dan de functievervulling (het ontwerpen en de directievoering). De functie van de ‘maîtrise d’oeuvre’ – het bouwmeesterschap – kan behalve door architecten ook worden uitgeoefend door andere participanten aan het bouwproces zoals raadgevende ingenieurs, technici, aannemers, etc. Een ‘architecte’ is een ‘maître d’oeuvre’, maar een ‘maître d’oeuvre’ is niet noodzakelijkerwijs een ‘architecte’. Daarnaast bestaan de begrippen ‘maîtrise d’ouvrage’ en ‘maître de l’ouvrage’ voor respectievelijk opdrachtgeverschap en opdrachtgever. 1.4 TAAK EN ROL VAN DE ‘ORDREDES ARCHITECTES’ Wettelijk zijn de taken van de ‘Conseils régionaux’ en van de ‘Conseil national de l’ordre des architectes’ nauwelijks omschreven. Het ‘Conseil national’ wordt geraadpleegd met betrekking tot de inrichting van het architectuuronderwijs, en beide soorten ‘conseils’ kunnen bijdragen aan de permanente educatie van architecten, aan het bevorderen van de maatschappelijke waardering van het beroep en aan de financiering van
Architectendiensten in Frankrijk
organisaties die zich met de bouwkunst bezig houden. De ‘conseils’ vertegenwoordigen de architectenstand tegenover de nationale, regionale of lokale overheden en waken over de eerbiediging door architecten en anderen van de gedragsregels, rechten en plichten aan de beroepsuitoefening verbonden. De wettelijk voornaamste taak van de ‘Conseils régionaux’ is het bijhouden van een ‘Tableau régional d’architectes’ oftewel een regionaal architectenregister. Zowel in de nationale als in de regionale raden wordt de nationale dan wel regionale overheid vertegenwoordigd door een commissaris. Als architect kunnen worden ingeschreven zelfstandige architecten, architecten die lid zijn van een ‘société d’architecture’, dat wil zeggen architecten in dienst van een architect of een architectenbureau, en, met een aantal beperkingen, architecten in overige dienstverbanden. Behalve individuele architecten kunnen ook associaties van architecten, dus meerhoofdige architectenbureaus, in het register worden ingeschreven. Alleen de als zodanig ingeschreven bureaus mogen zich ‘société d’architecture’ noemen, de in de wet gebezigde officiële aanduiding. Een architectenbureau dient dan wel aan de volgende voorwaarden te voldoen: - het bureau dient juridisch een van de volgende ondernemingsvormen aan te nemen(en er zijn er nog meer): - ‘Société Civile Professionnelle’ (SCP), de maatschap; ‘Société Anonyme’ (SA), de naamloze vennootschap; - ‘Société Anonyme à Responsabilité Limitée’ (SARL), de besloten vennootschap; ‘Entreprise Unipersonelle à Responsabilité Limitée’ (EURL), de eenmans-BV; ‘Société d’Exercice Libéral à Responsabilité Limitée’(SELARL); ‘Société d’Exercice Libéral sous Forme de Société Anonyme’ (SELAFA). - in het geval van een SA of een SARL gelden tevens de volgende voorwaarden: de aandelen dienen nominaal te zijn; meer dan de helft van de aandelen dient in het bezit van architecten te zijn; geen van de aandeelhouders mag meer dan 50% van de aandelen bezitten, tenzij het gaat
10
om een eenmanszaak, en een niet-architect mag niet meer dan 25% bezitten. Het ‘Conseil national’ kent een ‘chambre nationale de discipline’ en elke ‘conseil régional’ kent een ‘chambre régionale de discipline’, alle met sanctiebevoegdheden en bijbehorende beroepsmogelijkheden. De sancties kunnen bestaan uit: - een waarschuwing; - een schorsing voor een periode van drie maanden tot twee jaar; - een definitief royement. Schorsing of royement betekent het tijdelijke of definitieve verbod het architectenberoep uit te oefenen. Naast de officiële ‘Ordre des architectes’, bestaan er verschillende architectenorganisaties op vrijwillige grondslag: - ‘Union Nationale des Syndicats Français d’Architectes’(UNSFA), vergelijkbaar met de BNA als belangenorganisatie van de beroepsgemeenschap; - ‘Collège des Architectes Bâtisseurs’, een groep architecten die ook als aannemer optreden; - ‘Collège des Architectes Promoteurs Immobiliers’ (CAPIMMO), een afdeling van de UNSFA die architectenprojectontwikkelaars verenigt. 1.5 DE ARCHITECTENOPDRACHT Zoals eerder vermeld wordt in Frankrijk de tussenkomst van een architect verlangd voor het opmaken van de plannen waarop een bouwvergunning afgegeven kan worden. Net als in Nederland kent men in Frankrijk de volledige opdracht maar is het niet wettelijk vereist om na het verkrijgen van de bouwvergunning de architect nog verder in te schakelen. De normale volledige opdracht omvat nagenoeg dezelfde taken als gebruikelijk in Nederland zich ervan vergewissen dat het programma van eisen reëel en uitvoerbaar is; - zich ervan vergewissen dat het budget adequaat is voor het te realiseren programma; - het ontwerp tekenen en omschrijven; - zelf, of door derden laten, ontwerpen van de technische aspecten, zoals constructie en installaties, en een en ander coördineren;
Architectendiensten in Frankrijk
-
de aanbesteding voorbereiden; directie voeren; de opdrachtgever bijstaan bij de oplevering en gedurende de onderhouds- en garantietermijnen.
Naast de normale inhoud van een volledige opdracht, kan de architect ingeschakeld worden voor zogenaamde ‘missions complémentaires’ of ‘prestations particulières’, waaronder de in de oude SR bedoelde ‘overige werkzaamheden’ en zaken zoals onder andere: - vooronderzoek, assistentie bij het samenstellen van het programma van eisen; - opmetingen; - stedenbouwkundige werkzaamheden; - inspraakprocedures; - bijzondere administratieve procedures; - ‘études d’exécution’, werktekeningen die ook wel door de aannemer gemaakt zouden kunnen worden; - ‘études de synthèse’, de technische coördinatie van de werken van nevenaannemers; - ‘ordonnancement, coordination et pilotage du chantier’, de planning, de coördinatie en de organisatie van het werk, waarvan de CCG (‘Cahier des Clauses Générales’ oftewel standaardvoorwaarden) stelt dat deze ‘mission complémentaire’ noodzakelijk is bij de inschakeling van meerdere aannemers; - permanent toezicht; - ‘coordination du plan d’hygiène et de sécurité’, de arbocoördinatie; - ‘devis quantitatifs par lots ou corps d’état’, hoeveelhedenstaten per elementen of ambachten; - interieurwerkzaamheden. Voor particuliere opdrachtgevers zijn er geen wettelijke regels met betrekking tot de wijze waarop zij een contract met een architect sluiten. De opdracht komt tot stand door onderhandeling, waarbij het de architect niet is toegestaan een andere architect als ‘onderaannemer’ in te schakelen voor het vervaardigen van het ontwerp dat hij moet indienen ter verkrijging van de bouwvergunning. Publieke opdrachtgevers zijn wel gebonden aan wettelijke regels voor de verstrekking van een
11
opdracht aan een architect of een raadgevend ingenieur. In het ‘Code des marchés publics’ (waaraan ten tijde van deze publicatie wordt gesleuteld) worden uitgebreide en nauwkeurige regels gegeven met betrekking tot te kiezen procedures en hoe vervolgens te handelen. Een volledige opdracht mag niet ingekort worden. Het uitschrijven van prijsvragen voor werken boven een bepaalde financiële drempel is wettelijk geregeld. Er zijn drie soorten procedures corresponderend met de drie categorieën die bepaald worden door drempelbedragen voor de (geraamde) bouwsommen (alle exclusief belastingen): 1 -
2
-
3
-
-
-
tot een totaalsom van € 90.000,-: geen verplichting tot publieke aankondiging; de opdrachtgever raadpleegt minimaal drie of vier kandidaten; de opdracht komt tot stand in onderling overleg met de gekozen kandidaat en moet schriftelijk vastgelegd worden. voor een som tussen € 90.000,- en 135.000,voor ‘l’état’(het rijk) of tussen€ 90.000,- en 210.000,- voor de ‘collectivités territoriales’ (de lagere overheden): publieke aankondiging van de te verstrekken opdracht; er wordt geen concrete prestatie van de kandidaten verlangd; onderzoek van de capaciteiten en middelen van de kandidaten; de opdracht komt tot stand in onderling overleg met de gekozen kandidaat en moet schriftelijk vastgelegd worden. voor een som boven € 135.000,- voor de staat of boven € 210.000,- voor de ‘collectivités territoriales’: Hoewel de opdrachtgever vrij is in het kiezen tussen diverse procedures, zoals selectie na onderhandeling, dient hij meestal een prijsvraag uit te schrijven: publieke aankondiging van een prijsvraag, met opgave van de verlangde prestaties en de vergoeding daarvoor; benoeming van een jury waarvan een derde stemgerechtigde architecten moet zijn, naast vertegenwoordigers van de opdrachtgever en eventuele anderen; overlegging door de kandidaten van een schetsontwerp;
Architectendiensten in Frankrijk
-
-
selectie door de jury van de anonieme kandidaten (in het algemeen vier tot zes); advies met rangorde door de jury; de opdrachtgever is vrij in de keus van de aan te trekken architect. Kiest hij een andere architect dan de door de jury als eerste aangewezene, dan dient zijn keus gemotiveerd te zijn; de kandidaten ontvangen een vergoeding die kan variëren tussen de 80 en 100% van het honorarium voor de gevraagde prestaties.
Voor architectenwerkzaamheden boven € 750.000,moet Europees aanbesteed worden. Voor- en nadelen van prijsvragen zijn in Frankrijk in wezen niet anders dan elders. Naast de grote voordelen van een intensivering van het architectuurdebat, de kansen voor jong talent en een architectenkeus die zich in principe onttrekt aan economische druk,wordt in het algemeen wel een verplichting op de ontwerpers gelegd zich aan objectieve bouwkosten te houden, met sancties indien deze worden overschreden. Hoe dan ook, het veelvuldig uitschrijven van prijsvragen voor overheidsopdrachten heeft het architectuurklimaat in Frankrijk aanzienlijk beïnvloed. Zogenoemde ‘geïntegreerde contracten’ (ontwerp en uitvoering in één hand) kunnen door publieke opdrachtgevers slechts in bijzondere omstandigheden toegepast worden. Alleen wanneer het op grond van technische motieven noodzakelijk is, kan de opdrachtgever via een aanbesteding om aanbiedingen vragen die door een jury beoordeeld moeten worden. Deze technische motieven hebben betrekking op bestemming en uitvoering van het werk waarbij door intrinsieke aspecten van het werk, zoals uitzonderlijke omvang of bijzondere technische moeilijkheidsgraad, het ontwerp afhankelijk wordt van de technische mogelijkheden en middelen van een aannemer. Architecten zien als bezwaar tegen dit bouworganisatiemodel, naast het verlies van hun positie als vertrouwensman van de opdrachtgever, ook een gebrek aan economische transparantie. Voor gebouwen in de gezondheidszorg, voor het leger of voor justitie en voor gevangenissen heeft de ‘Loi d’orientation et de programmation Sécurité intérieure’ (LOPSI) en een decreet ‘Partenariat Public/Privé’ (PPP) het mogelijk gemaakt om in
12
gevallen van urgentie toch geïntegreerde contracten te sluiten. Adviseurs, zoals raadgevende ingenieurs voor constructies of technische installaties, kunnen zowel door de opdrachtgever als door de architect aangesteld worden. In het laatste geval zijn zij dus onderaannemers van de architect. In beide situaties verricht de architect de nodige ontwerpcoördinatie. Naast de gebruikelijke adviseurs van opdrachtgever of architect kent men in Frankrijk de functie van ‘contrôleur technique’,wettelijk geregeld in de ‘Code de la Construction et de l’habitation’. Deze functionaris heeft tot taak bij te dragen aan het voorkomen van de risicovolle wisselvalligheden die zich kunnen voordoen bij de uitvoering van een werk. Hij is onafhankelijk en zijn functie is dus onverenigbaar met die van architect, raadgevend ingenieur of aannemer. Hij wordt ingeschakeld op verzoek van de opdrachtgever en adviseert deze met betrekking tot technische problemen. Maar de verzekeraar van de beroepsaansprakelijkheid van de architect kan ook eisen dat er een ‘contrôleur technique’ wordt ingeschakeld. Zijn taak beperkt zich tot advisering, hij kan dus niet zelf maatregelen nemen of laten nemen. Het inschakelen van een ‘contrôleur technique’ is verplicht bij de uitvoering van bepaalde categorieën gebouwen, bijvoorbeeld gebouwen waar veel publiek zal komen, of bij gebouwen met bepaalde welomschreven constructieve bijzonderheden, zoals overstekken van meer dan twintig meter of constructies dieper dan vijftien meter onder het maaiveld. De controle op de veiligheid en gezondheid van mensen, zowel tijdens de bouw als tijdens het gebruik van het gebouw,wordt uitgevoerd door een ‘coordinateur de sécurité et prévention de la santé’ (‘coordinateur SPS’).
2 DE REGISTRATIE VAN DE NEDERLANDSE ARCHITECT IN FRANKRIJK Architecten uit de landen van de Europese Unie kunnen zich laten inschrijven in een ‘Tableau régional’, onder dezelfde voorwaarden met betrekking tot diploma, architectentitel en dergelijke als de Franse architecten. De bepalingen van de zogenaamde ‘Architectenrichtlijn’, richtlijn 2 85/384/EEG vormen de rechtsgrond waarop het
Architectendiensten in Frankrijk
verrichten van architectendiensten in een medelidstaat is gebaseerd. De kern van de richtlijn wordt gevormd door artikel 2, dat stelt dat aan een architect uit een andere EUlidstaat hetzelfde rechtsgevolg toegekend moet worden als aan de eigen architecten. De richtlijn onderkent twee stelsels, te weten de ‘vestiging’ en de ‘dienstverrichting’. Indien een persoon de EGrichtlijn inroept om toegang te verkrijgen tot het beroep van architect in Frankrijk dient deze duidelijk aan te geven van welk stelsel hij gebruik wil maken. De Nederlandse architect die één project in Frankrijk wil realiseren hoeft zich niet te laten inschrijven in een ‘Tableau régional’, mits hij over een door Frankrijk erkend diploma beschikt en een goedkeurende verklaring heeft verkregen van het ‘Conseil régional’ waarin dit bepaalde project zal worden gerealiseerd. Indien sprake is van gelijktijdige of opeenvolgende opdrachten kan niet meer gesproken worden van een incidentele opdracht. Dan is men aangewezen op de regels die gelden voor ‘vestiging’. Een architectenbureau kan zich alleen als zodanig opgeven of laten inschrijven nadat een verantwoordelijke architect uit dat bureau zich als persoon heeft opgegeven of laten inschrijven. Voor het realiseren van een incidenteel project, dient de Nederlandse architect de volgende gegevens in de Franse taal over te leggen: - origineel of gewaarmerkte kopie van het diploma dat toegang verleent tot de beroepsuitoefening in Frankrijk; - gewaarmerkte kopie van een identiteitsbewijs; - verklaring met de volgende gegevens over het project: - -naam en gegevens van de opdrachtgever locatie uitvoeringsduur - bouwsom - verklaring over de normale beroepsuitoefening in Nederland waaruit het goede gedrag en de eerzaamheid van de aanvrager blijkt; - verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheid zoals vereist door de Franse wet. Uiteraard valt de Nederlandse architect onder de gedragsregels zoals deze voor Franse architecten gelden.
13
Als de Nederlandse architect zich wil laten inschrijven, dan moet hij uiteraard aantonen dat hij beschikt over het door Frankrijk vereiste, erkende diploma. Een aanvraag dient per aangetekend schrijven te worden gedaan met verzoek tot ontvangstbevestiging. In principe wordt binnen twee maanden na ontvangst tot inschrijving overgegaan. Mocht negatief op de aanvraag beschikt worden, dan staat een beroepsmogelijkheid open voor de afgewezen kandidaat. Hij kan ook ingeschreven worden na een bevoegdheidsverklaring van de minister van Cultuur, na ingewonnen advies van de ‘Conseil national’ en het (Franse) Ministerie van Buitenlandse Zaken. De inschrijvingskosten voor het jaar 2006 bedragen € 210,- voor een burger uit de EU en voor een eenmansbureau en € 440,- voor de overige architectenbureaus.
3 HET ARCHITECTENCONTRACT EN DE STANDAARDWERKZAAMHEDEN 3.1 DE VORM VAN HET ARCHITECTENCONTRACT Aangezien een gedeelte van de bepalingen die bij ons in DNR 2005 zijn opgenomen in Frankrijk wettelijk geregeld is, is er geen behoefte meer aan een volledig equivalent van de DNR,maar wel aan een modelcontract dat aansluit op de wettelijke bepalingen. De ‘Ordre des architectes’ geeft een viertal modellen uit, te weten: - een ‘Cahier des Clauses Générales’ (CCG) in twee versies, een volledige en een iets eenvoudiger model, met algemene bepalingen over begrippen, de onderdelen van een volledige opdracht,overige werkzaamheden, honorering en ontbinding van de opdracht; - een ‘Cahier des Clauses Particulières’ (CCP) eveneens in twee versies, aansluitend op de volledige of iets eenvoudiger CCG,met in te vullen bepalingen over de contractpartijen, de te verrichten standaardwerkzaamheden en eventuele overige werkzaamheden met bijbehorende planning en honorering en de verzekering. In de CCP worden voorts de volgende zaken opgenomen: de door de opdrachtgever verstrekte of te verstrekken documenten;
Architectendiensten in Frankrijk
-
het al of niet door de opdrachtgever inschakelen van een ‘contrôleur technique’; bijzondere projectgebonden bepalingen.
De modellen kunnen zowel voor particuliere als overheidsopdrachten gebruikt worden. 3.2 DE INHOUD VAN HET ARCHITECTENCONTRACT 3.2.1 De taken De normale volledige opdracht voor standaardwerkzaamheden bestaat uit de volgende taken: - ‘études d’esquisse’ (ESQ), het schetsontwerp; - ‘avant-projet sommaire’ (APS), het voorlopig ontwerp; - ‘avant-projet définitif’ (APD), het definitief ontwerp; - ‘dossier de permis de construire’ (DPC), de aanvraag voor de bouwvergunning; - ‘projet de conception générale’ (PCG), de bouwvoorbereiding; - ‘assistance pour passation du marché de travaux’ (AMT), de prijs- en contractvorming, verdeeld over het ‘dossier - de consultation des entreprises’ en de ‘mise au point des marchés’; - ‘direction et comptabilité des travaux’, de directievoering; - ‘assistance aux opérations de réception’ (AOR), de oplevering, verdeeld over de ‘réception des ouvrages’ en het ‘dossier des ouvrages exécutés’, waaronder de revisiebescheiden. Daarnaast kan de opdrachtgever de architect belasten met ‘missions complémentaires’ of ‘prestations particulières’, zoals vermeld onder 1.5. 3.2.2 Het honorarium Sinds de verordening van 1 december 1986 met betrekking tot mededinging en de vrijheid van tarieven is de publicatie van tariefschalen verboden. Opdrachtgever en architect zijn vrij om over het honorarium te onderhandelen. Ook hier dient echter een onderscheid te worden gemaakt tussen particuliere en publieke opdrachtgevers. Bij alle opdrachten, zowel door overheid als door particulieren,wordt de hoogte van het honorarium
14
bepaald door de volgende factoren: - de omvang van de opdracht; - de complexiteit van het werk; - de omvang van het werk (de bouwkosten). Bij particuliere opdrachten, onderhandelen opdrachtgever en architect vrijelijk over het honorarium. Hierbij kan een van de volgende vier wijzen van honorering worden gekozen: - ‘rémunération au forfait’: honorering door een vast bedrag, in principe voor goed gedefinieerde opdrachten en uitvoeringskosten; - ‘rémunération au pourcentage’: honorering op grondslag van de bouwkosten, in principe wanneer bepaalde onzekerheden blijven bestaan ten opzichte van de hiervoor beschreven situatie; - ‘rémunération au déboursé’: honorering op grondslag van bestede tijd van de architect en zijn personeel met bijbehorende externe uurtarieven, in principe wanneer zowel de omvang van de opdracht als die van de uitvoering niet goed van tevoren bepaald kunnen worden; - ‘rémunération à la vacation’: honorering op grondslag van bestede tijd met gemiddeld extern uurtarief. Daarbij kunnen opdrachtgever en architect gebruik maken van het eerder genoemde, door de ‘Ordre des architectes’ gepubliceerde, standaardcontract (CCP), waarin een verdeling van het totale honorarium over de verschillende fasen is aangegeven. Bij overheidsopdrachten heeft de ‘Mission Interministérielle pour la Qualité des Constructions Publiques’ (MIQCP) een gids voor onderhandelingen en honorering opgesteld om bij gebrek aan tariefschalen een juridisch vacuüm te vermijden, gebaseerd op de volgende methode: - het vaststellen van de moeilijkheidsgraad: met behulp van twee tabellen komen opdrachtgever en architect in onderling overleg een complexiteitsfactor overeen, afhankelijk van fysieke beperkingen, programmatische eisen, aard en omvang van het project; - op basis van een derde tabel wordt een percentage vastgesteld gerelateerd aan de
Architectendiensten in Frankrijk
kosten van het werk en de eerder vastgestelde complexiteitsfactor; - op basis van een vierde tabel wordt de verdeling van het honorarium over de verschillende fasen van het project vastgesteld. Ook hier kunnen het CCG en het CCP als basis dienen voor het contract tussen overheidsopdrachtgever en architect. Een volledige particuliere opdracht omvat een verbintenis van de architect met betrekking tot het bouwbudget. Wenst de architect zich niet te verplichten met betrekking tot dit budget (binnen van tevoren bepaalde marges) dan kan een korting van maximaal 20% op zijn honorarium daarvan het gevolg zijn. Is er sprake van een onvolledige opdracht zonder vooraf vastgesteld budget waarbij de bouwkosten worden geraamd op basis van een begroting van de architect en volgt daarop een overschrijding van de begrote kosten buiten vastgestelde marges dan kan het honorarium van de architect met maximaal 10% worden gekort. Bij overheidsopdrachten kan het honorarium van de architect bij overschrijding van in het contract vastgestelde marges worden gekort met 15%. In al deze gevallen zijn er uiteraard overlegsituaties en onderhandelingsmogelijkheden om tot voor beide partijen aanvaardbare oplossingen te komen. Maar er zijn grenzen! 3.3 DE UITVOERING VAN HET ARCHITECTENCONTRACT 3.3.1 Algemeen De werkzaamheden van de architect verlopen, net als in Nederland, volgens een bepaald patroon waarvan de fasen in het CCP worden aangegeven. Wanneer de opdrachtgever binnen vijftien dagen na de voltooiing van een bepaalde fase geen opmerkingen heeft gemaakt, houdt dit zijn impliciete goedkeuring in en de opdracht voor de architect om zijn werkzaamheden te vervolgen. Alle documenten worden in drievoud geleverd, meerdere exemplaren worden doorberekend. Wijzigingen in het programma van eisen of in de regelgeving die extra werk met zich meebrengen worden apart gehonoreerd. Waar staat dat de architect de opdrachtgever adviseert is het dus aan deze laatste om iets te besluiten, te ondertekenen of anderszins
15
actie te ondernemen. Het CCP vermeldt niet alleen de werkzaamheden van de architect maar ook de specifieke taken van de opdrachtgever. De hieronder gegeven beschrijving van de werkzaamheden is ontleend aan het ‘Cahier des clauses générales’ maar vormt uiteraard slechts een richtlijn in het, net zoals hier, vloeiende proces van totstandkoming van een architectenopdracht. 3.3.2 Etudes d’esquisse De opdrachtgever stelt het programma van eisen op, bepaalt zijn budget en de gewenste planning en verstrekt alle noodzakelijke gegevens over het terrein en dergelijke. De architect analyseert het programma, bezoekt het terrein, neemt kennis van de juridische en financiële gegevens, becommentarieert een en ander en doet voorstellen en maakt schetsen waaruit de hoofdopzet, de hoofdmaten en de niveaus blijken. De ‘études d’esquisse’ hebben als doel een globale oplossing aan te geven waarin de hoofdzaken van het programma van eisen hun ruimtelijke vertaling vinden, waarin een aanzet wordt gegeven voor de hoofdopzet van constructie en installaties. Zij stellen partijen in staat de haalbaarheid van het project na te gaan, zowel met betrekking tot het budget als de beoogde planning. Eventueel vinden aanpassingen van het programma van eisen plaats. Het is tijdens deze voorstudie dat het architectonische concept wordt geboren. Tekeningen worden op een schaal van 1:500 vervaardigd, met eventuele details 1:200. 3.3.3 Etudes d’avant-projet sommaire De architect preciseert zijn concept in plattegronden en doorsneden, controleert het plan op de randvoorwaarden van het programma van eisen, terrein en regelgeving, doet nadere voorstellen voor interieur en exterieur van het project, verfijnt de planning en maakt een globale kostenraming. De opdrachtgever gaat na of het voorlopig ontwerp strookt met zijn functionele en financiële eisen en deelt eventuele opmerkingen schriftelijk mede aan de architect. De architect is gehouden zijn opdrachtgever in voorkomende gevallen te waarschuwen voor de hoedanigheid van de bodem en hem daarin te adviseren. Zonder zelf daartoe werkzaamheden te hoeven verrichten, dient hij wel een en ander na te gaan en alle benodigde controles uit te voeren. Tekeningen worden op een schaal van 1:200
Architectendiensten in Frankrijk
vervaardigd, met eventuele details 1:100. 3.3.4 Etudes d’avant-projet définitif Deze zijn gebaseerd op het door de op drachtgever goedgekeurde ‘avant-projet sommaire’. De architect stelt definitieve plattegronden, doorsneden en gevels vast, maakt een technische beschrijving met de toe te passen materialen, constructies en installaties. Hij maakt een voorlopige begroting van de bouwkosten met een toegestane marge van 10%. Tekeningen worden op een schaal van 1:100 vervaardigd, met eventuele details 1:50. De ‘études d’avant-projet sommaire et définitif’ hebben als doel het vastleggen van het ontwerp, rekening houdend met alle eisen en randvoorwaarden, de maten vast te stellen en de toe te passen materialen, en een voorlopige begroting samen te stellen. Op basis hiervan dienen de documenten voor het aanvragen van de bouwvergunning gemaakt te worden. 3.3.5 Dossier de permis de construire De architect stelt het dossier samen: een situatietekening, meestal 1:200, plattegronden, doorsneden en gevels 1:100 en de benodigde formulieren. De opdrachtgever verstrekt alle gegevens die de architect kan gebruiken om aan te tonen dat het ontwerp voldoet aan de plaatselijke voorschriften en bestemmingsplannen. De opdrachtgever ondertekent alle documenten, hiermee tevens aangevend dat hij deze heeft goedgekeurd. De architect voert eventuele onderhandelingen of besprekingen met de autoriteiten of assisteert de opdrachtgever daarmee. Opdrachtgever en architect houden elkaar op de hoogte van alle correspondentie met de autoriteiten. De opdrachtgever verstrekt een kopie van de bouwvergunning aan de architect en zorgt voor de reglementaire aankondiging op het bouwterrein. In Frankrijk is het verplicht om bij een bouwwerk in uitvoering op een bord aan te geven wat daar gebeurt en door wie, met vermelding van het bouwvergunningnummer. 3.3.6 Etudes de projet de conception générale De architect maakt het ontwerp panklaar voor de aanbesteding door middel van uitgewerkte tekeningen en beschrijving, rekening houdend met de eisen of voorwaarden van de bouwvergunning.
16
Hij maakt een begroting en stelt de planning vast. Tekeningen worden aangevuld met de nodige details op een passende schaal. 3.3.7 Assistance pour passation du marché de travaux De architect adviseert de opdrachtgever met betrekking tot het te kiezen organisatiemodel voor de uitvoering van het werk (een of meer aannemers of een samenwerkingsverband van aannemers) en bij het opstellen van de lijst van de uit te nodigen aannemers. In het geval meerdere aannemers het project zullen uitvoeren, adviseert de architect de opdrachtgever inzake de aan te stellen coördinator. De architect is de opdrachtgever behulpzaam bij het samenstellen van het complete dossier dat aan de uit te nodigen aannemers zal worden verstrekt, met vermelding van de prioriteitsvolgorde met betrekking tot de verschillende documenten. De architect adviseert de opdrachtgever bij de beoordeling van de binnengekomen inschrijvingen en stelt de door opdrachtgever en gekozen aannemer te ondertekenen stukken op, met opgave van de aanvangsdatum van het werk. In de opdracht aan de architect wordt een marge (‘seuil de tolérance’) vastgesteld waarbinnen de door de architect berekende bouwsom zich mag bewegen. Blijkt bij de aanbesteding deze drempel te worden overschreden, dan kan de opdrachtgever de architect opdragen wijzigingen aan te brengen zonder verrekening voor deze extra werkzaamheden. Ook kan een reductie op het honorarium voor de werkzaamheden na de aanbesteding plaatsvinden die tot maximaal 15% kan oplopen. 3.3.8 Direction de l’exécution des travaux De architect organiseert en leidt de bouwvergaderingen waarvan hij de notulen opstelt. Hij controleert de vooruitgang van het werk, gaat na of de uitvoering conform het contract plaatsvindt, geeft zijn goedkeuring aan de door de aannemer vervaardigde documenten (visa), controleert de betalingstermijnen van de aannemer(s) binnen een termijn van 21 dagen en adviseert de opdrachtgever over betaling daarvan. Hij stelt de definitieve bouwsom vast en de verrekening daarvan. De ‘direction de l’exécution des travaux’ heeft tot doel na te gaan of de uitvoering geschiedt conform tekeningen en bestek en het controleren van de
Architectendiensten in Frankrijk
door de aannemer te produceren tekeningen of andere documenten. De ‘comptabilité des travaux’ heeft tot doel het financieel controleren van de uitvoering en het informeren van de opdrachtgever over eventuele meer- en minderwerken en termijnoverschrijdingen. 3.3.9 Assistance aux opérations de réception De oplevering (‘réception des ouvrages’) vindt plaats op verzoek van de aannemer en in overleg met architect en opdrachtgever. De architect organiseert de inspectie van het werk en stelt het proces-verbaal van oplevering op, met aangifte van eventuele mankementen. Hij ziet toe op het herstellen van de geconstateerde gebreken. De architect vervaardigt zo nodig de eigen revisietekeningen, verzamelt revisietekeningen van anderen en overhandigt deze, samen met gebruiksen onderhoudshandleidingen aan de opdrachtgever (‘dossier des ouvrages exécutés’). De oplevering markeert het einde van de werkzaamheden van de architect en de overdracht van beheer en verantwoordelijkheden van de aannemer naar de opdrachtgever.
4 DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT Op grond van de ‘Loi Spinetta’ is er sinds begin 1979 een verplicht systeem van aansprakelijkheden en verzekeringen in de bouw. Voordat de ‘Loi Spinetta’ in werking was getreden had de ‘Loi sur l’architecture’ de architecten reeds verplicht een beroepsaansprakelijkheidsverzekering te sluiten. Ieder jaar moet de architect een bewijs van zijn verzekeraar dat hij voor het lopende jaar verzekerd is aan zijn ‘Conseil régional’ sturen. Niet voldoen aan deze verplichting kan zware tuchtrechtelijke sancties met zich meebrengen. Volgens de ‘Loi Spinetta’ moeten alle directe en indirecte deelnemers aan het bouwproces (opdrachtgevers, projectontwikkelaars, verkopers, architecten en andere adviseurs, aannemers, fabrikanten,‘contrôleurs techniques’) verzekerd zijn, op straffe van zware sancties. De opdrachtgever sluit een risicoverzekering (‘assurance dommagesouvrages’) af, de overige participanten een aansprakelijkheidsverzekering (‘assurance de responsabilité’). Het equivalent van onze CAR-
17
verzekering bestaat ook, onder de naam ‘Police Unique de Chantier’,PUC, waarbij alle aansprakelijke participanten door deze verzekering worden gedekt. Op grond van het ‘Code civil’ (artikelen 1792 en volgende en 2270) zijn de deelnemers aan het bouwproces aansprakelijk voor de aan hen toerekenbare schades. De aansprakelijkheid geldt voor een periode van tien jaar met betrekking tot het onroerend goed en voor een periode van twee jaar met betrekking tot de niet onverbrekelijk met het gebouw verbonden installaties en vaste inrichting. De aansprakelijkheid is een risicoaansprakelijkheid zodat het al of niet schuldig zijn aan de veroorzaakte schade niet van belang is. Alleen het bewijs van een externe oorzaak van de schade, die dus niet te wijten is aan een van de betrokken partijen, kan deze ontheffen van zijn aansprakelijkheid. 1 ‘La reponsabilité décennale’ De architect is verantwoordelijk voor de fitness for purpose van het gebouw en voor de hechtheid daarvan (Code civil, art. 1792) gedurende een periode van tien jaar na de oplevering (Code civil, art. 2270), voor zover het gaat om de ruwbouw en de daarmede onlosmakelijk verbonden bouwkundige elementen, installaties en inrichting (Code de la construction, art. R 111.26). Het constateren van schade is voldoende om de aansprakelijkheid vast te stellen. De aansprakelijkheid strekt zich slechts tot verborgen gebreken. Overige tijdens de oplevering geconstateerde gebreken vallen onder de garantie van de aannemer voor de goede voltooiing van het werk. ‘La responsabilité biennale’ oftewel de ‘Garantie de bon fonctionnement’ De architect is aansprakelijk gedurende een periode van twee jaar voor het goed functioneren van de niet onlosmakelijk met de ruwbouw verbonden elementen van installaties en inrichting, zoals CVketels, liften, huishoudelijke elektrotechnische apparaten, ingangsdeuren en dergelijke.
goede voltooiing van het werk (Code civil, art. 17926 lid 2), dus voor alle bij de oplevering in een proces-verbaal van oplevering op te nemen geconstateerde gebreken, en voor alle daarna schriftelijk gemelde zich alsnog voordoende gebreken. Met andere woorden, de Franse bouw kent een wettelijk onderhoudstermijn van één jaar. Aangezien de eisen die aan de architect worden gesteld vaak wat zwaarder zijn dan in Nederland – denk bijvoorbeeld aan de tienjarige aansprakelijkheid na de oplevering in Frankrijk ten opzichte van de vijfjarige aansprakelijkheid na oplevering in Nederland – is de voor BNA architecten in Nederland afgesloten verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering niet per se voldoende om een werk in Frankrijk te verzekeren en zal de daar functionerende Nederlandse architect zich verplicht bij moeten verzekeren. (zie de adreslijst) Frankrijk kent geen arbitrage-instituut zoals in Nederland. Geschillen tussen opdrachtgever en architect over honoraria of gedragsregels (‘déontologie’) die niet ‘à l’amiable’ kunnen worden bijgelegd,worden voorgelegd aan het ‘conseil régional’ waaronder de architect ressorteert; overige geschillen komen voor de gewone rechter. Geschillen tussen opdrachtgever en aannemer worden voorgelegd aan de gewone rechter, tenzij in het aannemingscontract een clausule is opgenomen over arbitrage, hetgeen bij belangrijke particuliere opdrachten meestal het geval is. Voor overheidsopdrachten is arbitrage verboden. De gewone rechter die een uitspraak moet doen over een aan hem voorgelegd geschil kan getuigedeskundigen horen die onder zijn toeziend oog een advies opstellen dat hij in principe zal overnemen.
2
3 ‘La garantie de parfait achèvement’ De aannemer is aansprakelijk gedurende een periode van één jaar na de oplevering voor de
Architectendiensten in Frankrijk
5 CULTUUR 5.1 CULTUURVERSCHILLEN Bij het verrichten van diensten in Frankrijk moet de architect er uiteraard rekening mee houden dat er cultuurverschillen bestaan tussen Nederlanders en Fransen. Het is wel lastig om in generaliserende termen ‘de’ cultuur of ‘de’ mentaliteit van een land te omschrijven, maar in dit hoofdstuk wordt getracht een zo bruikbaar mogelijk beeld te schetsen van de
18
Franse (zakelijke) cultuur, waardoor, expliciet en impliciet, de verschillen met ons land duidelijk worden. Binnen Frankrijk zijn er natuurlijk ook de nodige verschillen: het Noorden is van oorsprong Germaans georiënteerd, het Zuiden meer Latijns, terwijl West- Frankrijk traditioneel sterk Atlantisch is gericht en Oost- Frankrijk meer op de oosterburen Duitsland, Zwitserland en Italië. Ondanks de grote verscheidenheid aan regio’s (of juist daarom) is Frankrijk vanouds een zeer centralistisch georganiseerde staat geweest. Na de oorlog heeft een belangrijke decentralisatie plaatsgevonden door het scheppen van de 22 ‘régions’ met aanzienlijke bestuurlijke bevoegdheden. Desalniettemin blijft Parijs ten opzichte van de rest van het land een positie innemen die op z’n minst even, maar waarschijnlijk meer, dominant is dan die van Den Haag en Amsterdam tezamen ten opzichte van overig Nederland. Een groter verschil dan die tussen de verschillende streken van Frankrijk is wellicht die tussen stad en platteland, oftewel wat simpel gesteld die tussen stedelingen en boeren. Dit verschil tussen centrum en provincie speelt een grotere rol dan in andere landen. In Frankrijk zit kwaliteit in de steden, in de provincie is veelal weinig draagvlak aanwezig voor een bouwnijverheid van enige naam. Ruim eenderde van alle Franse architecten is gevestigd in de Parijse regio. De basis van het politiek centralisme wordt gevormd door een streng gecodificeerd rechtssysteem, gebaseerd op de ‘Code Napoléon’. Een batterij aan regels en verordeningen geeft een geordende structuur aan het bestaan. Als er een kloof bestaat tussen principe en werkelijkheid, dan wordt deze gedicht met nog verfijnder regels en verordeningen. Maar in de wereld van alledag houdt men zich lang niet altijd aan die regels. De Fransen zijn ‘débrouillards’, behendig in het omzeilen van obstakels of het verslaan van het systeem. De afstand tussen theorie en praktijk kan soms heel groot zijn, formaliteiten willen weleens aan de laars gelapt worden en samenwerkende partijen verwachten dan ook de nodige souplesse van elkaar (tot er iets mis gaat en dan is het oppassen geblazen!). De staat heeft vanouds sturing gegeven aan het
Architectendiensten in Frankrijk
grote bedrijfsleven. De belangrijkste minister van Lodewijk XIV, Colbert, is daarvan de grote initiator geweest. Maar onder de huidige regering is Frankrijk in snel tempo bezig met de privatisering van de omvangrijke staatssector. Ook de jonge internetondernemers, de zogenaamde ‘entreprenautes’, dragen bij aan de vernieuwing van het Franse bedrijfsleven en laten een frisse en informele wind waaien door de Franse samenleving. ‘Intellectueel’ is in Frankrijk geen scheldwoord. De Fransen zijn liefhebbers van abstracte redeneringen en formules en van zoveel logica en analyse dat pragmatische denkers dit vaak onwerkbaar vinden. Beheersing van het Frans is een must voor werkelijke en onvoorwaardelijke acceptatie door Fransen. Nationaliteit of etniciteit doen er dan niet meer toe. Daarom kan men liever (slecht) Frans spreken dan beter Engels. Taalfouten zullen de Fransen minder opvallen dan het compliment dat men hen maakt door er ten minste moeite voor te doen. De Fransen zijn weliswaar slechte talensprekers, maar toch beter in het Engels dan Engelsen in het Frans, zeker wat betreft de jongere generaties. De omgangsvormen tussen collega’s verschillen per generatie, geslacht en bedrijfstype. Collega’s van ongeveer hetzelfde niveau noemen elkaar vaak bij de voornaam, maar op vergaderingen blijft het meestal monsieur of madame. Onder jongeren verliezen de oude formele omgangsvormen echter snel terrein. Er is een uitgebreider scala aan aanspreekvormen dan in het Nederlands, van voornaam tot achternaam al of niet voorafgegaan door monsieur, madame of mademoiselle, terwijl men niet zo snel als hier tot het tutoyeren zal overgaan. Men schudt graag handen in Frankrijk, maar enige voorzichtigheid is geboden omdat er soms een ietwat verborgen etiquette aan ten grondslag kan liggen. Ondanks hun chauvinistische reputatie houden de Fransen niet bekrompen vast aan hun tradities. In de Franse keuken – voor velen de kern van de Franse beschaving! – hebben magnetron en diepvries hun intrede gedaan en zelfs fastfood is in zekere mate tot de bevolking doorgedrongen. De traditionele twee uur durende lunchpauze wordt bedreigd door onder andere het forensenbestaan. De middagpauze wordt ook door mensen die niet
19
naar huis gaan gezien als privé-tijd. Hoewel steeds meer mensen aan hun bureau een sandwich eten, is het middagmaal voor de meesten nog steeds een gelegenheid om zich enige tijd alleen of met vrienden te kunnen ontspannen. Gangbare openingsuren van kantoren zijn van 9.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 18.00 uur. 5.2 ARCHITECTUURKLIMAAT Het imago van de architect en de belangstelling voor de architectuur worden in Frankrijk sterk gekleurd door de geschiedenis, denk bijvoorbeeld aan de opgang en ondergang van de Beaux-Arts traditie en de invloed van de Beaux-Arts architecten. Dat de tijd natuurlijk niet heeft stilgestaan blijkt uit voorbeelden als het Centre Pompidou of aan de Pyramide du Louvre, die echter beide heftige controverses hebben opgeroepen. Hoewel de Franse overheid door wetgeving en stimulering een belangrijke impuls heeft gegeven aan de erkenning en de bevordering van architectuur als expressie van cultuur en dit in de praktijk tot een zeer concrete kwaliteitsverhoging heeft geleid, heeft de architectenstand in de jaren negentig een dramatische crisis beleefd. Opdrachtgevers aarzelden niet om de wet aan hun laars te lappen door weliswaar architecten aan te trekken ter verkrijging van een (eenvoudige) bouwvergunning, maar daarna aannemers aan te trekken om het voorbereidingsproces te voltooien. Prijsvragen werkten niet altijd zoals de bedoeling was en dienden slechts als schaamlap om een reeds gekozen architect de opdracht ‘legaal’ te gunnen. Ook de honorering bij het grote aantal verplichte prijsvragen (2.000 per jaar!) was vaak onder de maat. En het feit dat slechts voor eigen woningen boven de 170 m2 een architect ingeschakeld diende te worden heeft niet bijgedragen aan hun bemoeienissen met de particuliere woningbouw. Ten slotte werd de plaats en rol van de architect uitgehold door activiteiten van ingenieurs en studiebureaus, van plaatsvervangende ‘managers’ en commerciële ‘consultants’.Taken en verantwoordelijkheden van de architect ontsnapten aan zijn controle. De crisis resulteerde in een onevenredig grote daling van het aantal architecten van 29% en een daling van hun inkomens van 22%. Gelukkig is het
Architectendiensten in Frankrijk
dieptepunt inmiddels gepasseerd en door het Ministerie van Cultuur is de ‘Loi sur l’architecture’ uit 1977 herzien, waarbij de coördinerende rol van de architect is uitgebreid. Sinds de vorige uitgave van deze handleiding (2000) is de situatie duidelijk verbeterd, al komt nog steeds de meerderheid van de gebouwen zonder architect tot stand. De omzet van de bureaus is toegenomen, de concentratie van de architecten in het geheel van de bouwproductie eveneens. De ‘Conseil National de l’Ordre des Architectes’ (CNOA) streeft ernaar de architect de centrale plaats te laten innemen in de beheersing van de ruimtelijke vormgeving. De CNOA heeft een witboek gepubliceerd in februari 2004, waarin een herwaardering van de architectuur en dus ook van de architecten wordt bepleit door een dertigtal maatregelen voor te stellen. Het witboek richt zich niet alleen tot de architecten, maar vooral tot de gekozen overheden, verantwoordelijk voor de juiste toepassing van de ‘Loi sur l’architecture’ en de daaruit afgeleide regelingen. Het keert zich onder andere tegen de dominantie van het prijscriterium:‘la prestation architecturale est une prestation intellectuelle avant d’être un service marchand’ (denk in dit verband aan de Britse ministeriële voorkeur voor ‘best value rather than low cost’), en het betreurt de neiging om geïntegreerde contracten te sluiten waarbij de onafhankelijkheid van de architect wordt aangetast. In juni 2004 heeft de CNOA eveneens een groenboek gepubliceerd, waarin zowel de architectenstand als de verantwoordelijke (publieke) opdrachtgevers worden opgeroepen zich in te spannen voor duurzame ontwikkeling door middel van de nodige maatregelen en hervormingen. De trend om over stadsontwikkeling en sociale huisvesting meer en meer economisch te denken en steeds minder ruimtelijk, moet omgebogen worden. De werving van architecten, zijn honorarium bij overheidsopdrachten, zijn vergoeding bij deelname aan prijsvragen,de uitbreiding van de bemoeienissen van de architect benodigd voor het verkrijgen van een bouwvergunning, al deze punten zijn onderwerp van wettelijke regelingen in de maak. De MIQCP blijft voor de kwaliteit van overheidsgebouwen ijveren door middel van onderzoek, prijsvragen, discussie en voorlichting, dwars door alle ministeries heen. Dankzij
20
inspanningen van de CAUE’s worden lokale bestuurders en politici zich bewust van de waarde van goede architectuur en dus van de inschakeling van goede architecten. En naast de hervorming van het beroep is ook het architectuuronderwijs aan renovatie toe. Vanwege de ingewikkeldheid van de regelingen met betrekking tot overheidsopdrachten heeft de CNOA in oktober 2005 een ‘Guide de la commande publique d’architecture’ gepubliceerd met heldere richtlijnen voor een zuivere procesgang. In Parijs functioneert de ‘Cité de l’architecture et du patrimoine’, gesticht in 2004, als een soort superarchitectuurinstituut dat drie instellingen herbergt: het ‘Institut français d’architecture’ (IFA), het ‘Centre des hautes études de Chaillot’ (CEDHEC) en het ‘Musée des monuments français’ (MMF). Eind 2006 zal het zijn definitieve huisvesting vinden in het Palais de Chaillot. 5.3 ZAKEN DOEN Los van de vanzelfsprekende hindernissen bij het werken in een ander land en een andere cultuur, zal het sluiten van een contract in Frankrijk waarschijnlijk een wat langere adem vergen dan in Nederland. Men moet rekening houden met een hiërarchischer instelling dan bij ons gebruikelijk is. Maar autoriteit moet wel respect verdienen op basis van bekwaamheden. Daartegenover moet men bedenken dat formeel niet hetzelfde is als star en verstikkend. Wanneer regels niet aan hun doel beantwoorden worden ze voortdurend gemanipuleerd of genegeerd. Overigens, geen enkele cultuur is statisch. Informatietechnologie, internationale concurrentie, onderwijs, economische deregulering en de toenemende invloed van de Europese Unie leiden tot een meer homogene en grensoverschrijdende bedrijfscultuur. Vergaderingen zijn in het algemeen strak georganiseerd. Zij zijn meer bedoeld om instructies door te geven en te coördineren dan om plannen te bespreken. Rapporten dienen uitvoerig, duidelijk, goed geconstrueerd, goed geschreven en goed gepresenteerd te worden. Hoe punctueel men moet zijn hangt af van de sociale omstandigheden en de status van degene die men laat wachten. De spreuk ‘l’exactitude est la politesse des rois’ is niet voor niets een Frans gezegde. Een gemiddelde wachttijd
Architectendiensten in Frankrijk
van ongeveer een kwartier is niet ongebruikelijk. De Fransen houden meer van spitsvondigheden dan van dijenkletsers. Ze prefereren een intelligent, satirisch soort humor. Formele vergaderingen en gelegenheden dient men au sérieux te nemen en humor hoort daar nauwelijks bij. Het wordt oneerbiedig gevonden om humor te gebruiken om iets te verduidelijken of om de spanning te ontladen. Anekdotes of grapjes om een presentatie in te leiden moeten wel echt intelligent en waardig zijn, wil men voorkomen dat ze ongepast gevonden worden. Maar buiten kantooruren wordt er met een gezond gebrek aan respect, om niet te zeggen cynisme, van alles en nog wat op de hak genomen. Frankrijk kent een uitgebreide en veel omvattende arbeidswetgeving, grotendeels vastgelegd in de ‘Code du Travail’, die in complexiteit zeker niet onderdoet voor de Nederlandse regelgeving. Het ‘contrat du travail’ is streng gereglementeerd, evenals de wetten die werknemers beschermen in geval van ontslag. In dit verband moet de ‘Loi Aubry’ uit 2001 genoemd worden, waarbij de wekelijkse arbeidsduur werd beperkt tot 35 uur (maximaal 1.600 uur per jaar). Betalingstermijnen liggen in Frankrijk heel anders dan in Nederland. Fransen proberen altijd een lange betalingstermijn te krijgen, bijvoorbeeld van 90 of 120 dagen, als een soort voorfinanciering. Een betalingstermijn van 20 tot 30 dagen zal waarschijnlijk moeilijk haalbaar zijn, een termijn van 60 dagen moet als redelijk beschouwd worden. 5.4 AANBEVELINGEN VOOR DE OMGANG MET CULTUURVERSCHILLEN Samenwerken is iets anders of iets meer dan als koper en verkoper met elkaar zakendoen. Op het niveau van persoonlijke betrekkingen en sociale contacten is het belangrijk om zich van de nationale trots en gevoeligheden van de andere partij(en) bewust te zijn. Buitenlanders, Fransen daarbij inbegrepen, geven meestal meer op van hun nationaliteit dan Nederlanders van hun Nederlanderschap. Uiteraard zal het strelen van een zekere nationale ijdelheid meestal meer vruchten afwerpen dan de ander daarin bruuskeren. Wat ‘iets verkeerd doen’ precies inhoudt, kan van
21
geval tot geval verschillen. Wat bijvoorbeeld tegen de wet is hoeft nog niet onethisch te zijn. In de opvatting van buitenstaanders bestaan er zeker stereotypen over een bepaald land en het zijn juist die opvattingen van gedrag die misverstanden doen ontstaan. Het minst gevaarlijk zijn verschillen die in het oog springen. Echt gevaarlijke verschillen liggen onder de oppervlakte verscholen. De Nederlandse vaak zeer directe manier van uitdrukken kan kwetsend overkomen op Fransen die (nog) waarde hechten aan ‘courtoisie’ en ‘politesse’, Franse begrippen uit de Franse savoir-vivre. Het bezitten van professionele kwaliteiten is voor buitenstaanders een eerste vereiste om te worden geaccepteerd. Nieuwe ideeën en technieken zijn welkom wanneer zij goed onderzocht, logisch beredeneerd en conceptueel sterk zijn. De implementatie hangt vooral af van persoonlijke relaties. Over de vereiste taalbeheersing hebben wij het al eerder gehad; hierbij kan het raadzaam zijn om onder alle omstandigheden een routine in te bouwen om zich ervan te vergewissen dat iedereen alles heeft begrepen. Ten slotte is het goed om te beseffen dat cultuur alleen een probleem is wanneer problemen ontstaan. Motivatie, eigenbelang en goede wil kunnen culturele hindernissen overwinnen. Het is ook mogelijk dat problemen ten onrechte aan cultuurverschillen worden toegeschreven, terwijl het om puur zakelijke aspecten van de relatie gaat. Inzicht in cultuurverschillen kan geen slecht plan goed maken, of verschillende zakelijke doeleinden met elkaar verzoenen.
6 AANBEVELINGEN Indien men als Nederlandse architect in Frankrijk een dienst wil gaan verrichten, dient men zich er terdege van bewust te zijn dat men, ondanks de (schijnbaar) vrije Europese binnenmarkt, bezig is export te bedrijven. Succesvol exporteren is van veel, vaak onbekende, factoren afhankelijk en begint derhalve bij een gedegen voorbereiding. Veel zaken zijn in Frankrijk anders geregeld en vragen daarom een andere aanpak. Men dient zich voldoende te verdiepen in de van toepassing zijnde wetgeving, in de lokale omstandigheden en in de
Architectendiensten in Frankrijk
bevoegdheden van de lokale autoriteiten waaronder gewerkt moet worden. Culturele verschillen dienen uiteraard niet onderschat te worden, wil men conflicten en problemen vermijden. Een belangrijke aanbeveling, zo niet een bijna absolute noodzaak, is om samen te werken met een Franse architect. Met name bij een eerste project is de kennis en ervaring van een Franse partner van grote waarde, zo niet onmisbaar. Hij kent de regels en voorschriften en, misschien nog wel belangrijker, hij interpreteert ze ook op de juiste manier. Bovendien kan men door samenwerking met een Franse collega snel contacten opdoen en een beeld krijgen van de Franse zakelijke cultuur. Voor een succesvolle samenwerking is het van belang dat deze voor beide partijen profijtelijk is. Er wordt aangeraden om zakelijk te opereren en alle gemaakte afspraken duidelijk vast te leggen in contracten. Een model voor het sluiten van een contract met een Franse collega is de ‘Outline for an international cooperationcontract between architects’, gepubliceerd door ACE (‘Architects Council of Europe’) in 1993. Ook het ‘Model samenwerkingsovereenkomst ad hoc’ van de BNA, bedoeld voor de samenwerking tussen twee Nederlandse architecten, kan als richtlijn dienen voor een samenwerkingsovereenkomst tussen een Nederlandse en een Franse architect, zowel in Nederland als in Frankrijk. Behalve met een Franse collega is het eventueel ook mogelijk om met een zogenaamd ‘bureau d’étude’ in zee te gaan en deze de projectleiding toe te vertrouwen. Deze ‘bureaux d’étude’ zijn particuliere tekenkamers die de markt, de wet en de weg kennen. Hun rol verklaart bovendien veel van de eigenaardigheden van het gemiddelde Franse architectenbureau: eenmans of zeer klein, niet erg technisch. Net zo vanzelfsprekend noodzakelijk als het is dat een Nederlandse architect het vertrouwen van zijn Nederlandse opdrachtgever geniet, is dat het geval wanneer hij met en voor Franse opdrachtgevers en partners werkt. Om een dergelijke vertrouwensrelatie tot stand te brengen kan het geen kwaad om zelf ‘een beetje Fransman te worden’. Dit betekent openstaan voor de Franse (bouw)cultuur, die veelal wat formeler is dan de
22
Nederlandse, waarbij echter persoonlijke contacten van groot belang zijn. Om verantwoord een opdracht in Frankrijk te kunnen vervullen moet de Nederlandse architect over ruime ervaring in eigen land beschikken. Tevens dient men te beseffen dat aan de rol van de architect in Frankrijk andere verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden verbonden zijn dan in Nederland. Een verzekering die deze aansprakelijkheid dekt is niet alleen absoluut noodzakelijk maar is in Frankrijk zonder meer verplicht.
Architectendiensten in Frankrijk
23
ADRESSENLIJST Beroepsorganisaties Ordre des Architectes Conseil National de l’Ordre des Architectes (CNOA) 9 Rue Borromée 75015 Paris T +33 1 5658 67 00 F +33 1- 5658 67 01 E
[email protected] I www.architectes.org Union Nationale des Syndicats Français d’Architectes (UNSFA) 26 Boulevard Raspail 75007 Paris T +33 1 4544 58 45 F +33 1 4544 93 68 E
[email protected] I www.unsfa.com Institut Français d’Architecture (IFA) 293 Avenue Daumesnil 75012 Paris T +33 1 5851 52 00 F +33 1 5851 52 20 E
[email protected] I www.archi.fr/IFA
Ambassade de France Smidsplein 1 2514 BT Den Haag T 070 312 58 00 F 070 312 58 24 E
[email protected] I www.ambafrance-nl.org Nederlandse Ambassade 7-9 Rue Eblé 75007 Paris T +33 1 4062 33 00 F +33 1 4062 34 56 E
[email protected] I www.amb-pays-bas.fr Economische Voorlichtingsdienst (EVD) Juliana van Stolberglaan 148 2594 AH Den Haag T 070 778 88 88 F 070 778 88 89 E
[email protected] I www.evd.nl
Office Général du Bâtiment et des Travaux Publics 55 Avenue Kléber 75784 Paris T +33 (1) - 45 53 61 36 E
[email protected] I www.ogbtp.com Overige adressen Mutuelle des Architectes Français (MAF) 9 Rue Hamelin 75783 Paris T +33 1 5370 30 00 F +33 1 5370 32 10 E
[email protected] I www.maf.fr Stichting Bureau Architectenregister Nassauplein 24 2585 EC Den Haag T 070 346 70 20 F 070 360 30 28 E
[email protected] I www.architectenregister.nl Franse Kamer van Koophandel Wibautstraat 129 1091 GL Amsterdam T 020 562 82 00 F 020 562 82 02 E
[email protected] I www.cfci.nl
Architectendiensten in Frankrijk
24
WOORDENLIJST Adjudication Gunning
Gros oeuvre Ruwbouw
Second oeuvre Afbouw
Adjudication publique ouverte Openbare aanbesteding
Honoraire Honorarium
Sous-traitant Onderaannemer
Avant-projet définitif Definitief ontwerp
Ingénieur-conseil Raadgevend ingenieur
Avant-projet sommaire Voorlopig ontwerp
Maître d’oeuvre Bouwmeester, dus meestal architect; kan ook een constructeur zijn
Bureau d’études (techniques) Adviesbureau Cahier des charges Bestek Conception-réalisation Design and construct Conducteur d’opération Projectleider Corps d’état Bouwambachten Déboursé,Au Op kosten/urenbasis Déontologie Gedragsregels, erecode Désordres Gebreken, fouten (bij de oplevering) Devis Raming, begroting, prijsopgave Dommage (of vice) caché Verborgen gebrek Economiste de la construction Bouwkostendeskundige Entrepreneur Aannemer Entreprise de construction Aannemingsbedrijf Etudes de projet Bouwvoorbereiding, uitvoeringsontwerp Etudes d’esquisses Schetsontwerp Géomètre Landmeter Gérant Manager
Architectendiensten in Frankrijk
Maître d’ouvrage Opdrachtgever (bouwheer) Maître d’ouvrage public Overheidsopdrachtgever Maîtrise d’oeuvre Bouwmeesterschap Maîtrise d’ouvrage Opdrachtgeverschap Marché Aanbesteding, aannemingssom Marché de gré à gré Onderhandse aanbesteding Marchés publics de services Aanbesteding diensten Métreur Bouwkostendeskundige Mise en adjudication Aanbesteding Mission Opdracht Offre Aanbieding Permis de construire Bouwvergunning Projet de conception Bouwvoorbereiding, uitvoeringsontwerp Promoteur Projectontwikkelaar Réception des travaux Oplevering Rémunération Vergoeding
25
AFKORTINGEN AFNOR Association Française de Normalisation AMT Assistance pour passation du Marché de Travaux AOR Assistance aux Opérations de Réception APD Avant-Projet Définitif APS Avant-Projet Sommaire BOAMP Bulletin Officiel des Annonces des Marchés Publics CAE Conseil des Architectes d’Europe CAPIMMO Collège des Architectes Promoteurs Immobiliers CAUE Conseil d’Architecture, d’Urbanisme et de l’Environnemet CCG Cahier des Clauses Générales du contrat d’architecte CCP Cahier des Clauses Particulières du contrat d’architecte CMP Code des Marchés Publics
DPC Dossier de Permis de Construire
PUC Police Unique de Chantier
DPLG Diplomé Par Le Gouvernement (m.b.t. architectentitel)
SA Société Anonyme
EURL Entreprise Unipersonnelle à Responsabilité Limitée FRAC Fonds Régional d’Aide au Conseil HT Hors Taxes IFA Institut Français d’Architecture INSEE Institut National de la Statistique et des Etudes Economiques JOCE Journal Officiel des Communautés Européennes LOV Loi d’Orientation pour la Ville MAF Mutuelle des Architectes Français MIQCP Mission Interministérielle pour la Qualité des Constructions Publiques MOP Maîtrise d’Ouvrage Publique
SARL Société Anonyme à Responsabilité Limitée SCP Société Civile Professionnelle SDAP Services Départementaux de l’Architecture et du Patrimoine SELAFA Société d’Exercice Libéral sous Forme de Société Anonyme SELARL Société d’Exercice Libéral à Responsabilité Limitée SEM Société d’Economie Mixte SFUIA Section Française de l’Union Internationale des Architectes SHOB Surface Hors OEuvre Brute SHON Surface Hors OEuvre Nette SPS Sécurité et protection de la santé
OGBTP Office Général du Bâtiment et des Travaux Publics
TF Task Force
CNOA Conseil National de l’Ordre des Architectes
PCG Projet de Conception Générale
TTC Toutes Taxes Comprises
COS Coefficient d’Occupation des Sols
PDG Président Directeur Général
TVA Taxe sur la Valeur Ajoutée (BTW)
DAPA Direction de l’Architecture et du Patrimoine 31
PLD Plafond Légal de Densité
UNSFA Union Nationale des Syndicats Français d’Architectes
DCE Dossier de Consultation des Entreprises DET Direction de l’Exécution du marché de Travaux
Architectendiensten in Frankrijk
PLU Plan Local d’Urbanisme
ZAC Zone d’aménagement concerté
POS Plan d’Occupation des Sols PRM Personne Responsable du Marché
26
COLOFON VERANTWOORDING Deze brochure is met de grootste zorgvuldigheid tot stand gebracht, maar pretendeert niet volledig te zijn. Geadviseerd wordt om altijd kennis te nemen van de regelingen en publicaties waarnaar wordt verwezen. De informatie is gebaseerd op de situatie van januari 2006. Het wordt op prijs gesteld indien eventuele onvolkomenheden bij het BNAsecretariaat buitenland worden gemeld.
ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
1 voluit: De Richtlijn van 31 maart 2004 betreffende de Coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten
.
2 voluit: De Richtlijn van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten.
UITGAVE Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99 E
[email protected] I www.bna.nl Maart 2006 Herziene uitgave uit 2000 AUTEURS ir O. Sluizer, architect BNA Bronnen,o.a.: John Mole: Zo doen we dat! (Academic Service, 1997;oorspronkelijke titel: Mind your manners: Managing Business Cultures in Europe) Archis, januari 2000 BEGELEIDING Betsy Visser, secretaris buitenland BNA © BNA,Amsterdam, 2006 Auteursrechten voorbehouden: Geheel of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17, Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 351,1974)
Architectendiensten in Frankrijk
27