OUDERENZORG VOOR NEDERLANDERS IN FRANKRIJK een inventarisatie van voorzieningen en (financiële)vergoedingssystemen
Samengesteld door de leden van de Werkgroep Zorg van La Tulipe:
Elly Huiskes Miep Jonker Kees Jonker Cora Koelemeijer Meinje Veenhuizen
februari 2014
-1-
OUDERENZORG VOOR NEDERLANDERS IN FRANKRIJK
Voorwoord en verantwoording Deze inventarisatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld door leden van de werkgroep Zorg van La Tulipe. De leden van de werkgroep, de redacteuren en het bestuur van La Tulipe kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onjuiste interpretaties in deze tekst en de mogelijk daaruit voortvloeiende financiële gevolgen. Dat geldt ook voor toekomstige wijzigingen, waardoor de hierna volgende tekst geheel of gedeeltelijk niet meer van toepassing zou kunnen zijn. In het bijzonder dankt de werkgroep Wietze Erich voor het vele werk dat hij heeft verzet met name voor de totstandkoming van het eerste concept van deze inventarisatie. INHOUD I.
Introductie
II.
Zorg
III.
Situatie in Nederland III.1
Algemeen A. B.
IV.
Informele zorg Formele zorg
III.2
Ontwikkelingen
III.3
Conclusie
Situatie in Frankrijk IV.1
Algemeen
IV.2
Ouderenzorg in de vorm van (formele) thuishulp IV.2.1 Sociaal IV.2.2 Medisch
IV.3
Ouderenzorg in een instelling
IV.4
Financiële vergoedingssystemen A. B. C. D. E. F. G. H.
CPAM APA ASH APL ASPA CCAS/CIAS Credit d’impot Particuliere ouderdomsafhaneklijkheidsverzekering
IV.5
Conclusie
Bijlage 1: Bijlage 2:
Lijst van afkortingen Aanvullende notitie zorgvoorzieningen Dordogne
BIJLAGEN:
februari 2014
-2-
OUDERENZORG VOOR NEDERLANDERS IN FRANKRIJK I.
INTRODUCTIE
Binnen la Tulipe is het initiatief genomen om de diverse aspecten van “wonen in Frankrijk op hogere leeftijd” voor haar leden nader in kaart te brengen. Via een enquête is een voorzichtige conclusie getrokken dat ca. 20% van de leden geïnteresseerd is in dit onderwerp. Het gaat dan vooral om een tweetal aspecten van het ouder worden, te weten: “noodzakelijke zorg” en “aangepaste huisvesting”. Tijdens een bijeenkomst van leden van La Tulipe (31 mei 2012) zijn deze twee aspecten in algemene zin besproken. Besloten werd de mogelijkheden van deze onderwerpen nader te inventariseren. Hiertoe zijn twee werkgroepen samengesteld:
de werkgroep “wonen” en de werkgroep “zorg”.
In deze notitie wordt verslag gedaan van de door de werkgroep “zorg” uitgevoerde inventarisatie van de ouderenzorg in Frankrijk inclusief het van toepassing zijn van deze zorg voor Nederlandse verdragsgerechtigden. Nederlandse verdragsgerechtigden zijn Nederlanders die in Frankrijk wonen en uit Nederland een uitkering ontvangen zoals AOW, WAO of Anw. Deze verdragsgerechtigden hebben bij remigratie naar Nederland direct toegang tot de “ouderenzorg”. Ter vergelijking wordt daarom ook de Nederlandse situatie belicht. Op basis van deze inventarisatie zal getracht worden de situatie voor de leden van La Tulipe en de ervaringen met het sociaal-medisch contactpunt nader in kaart te brengen. Doel hiervan is na te gaan in hoeverre het mogelijk is / c.q. er belangstelling bestaat de coördinerende taak van dit contactpunt te verbreden met een vorm van vrijwilligerswerk . II.
ZORG
De zorg kan onderscheiden worden in informele zorg en formele zorg.
Duurt de informele zorg, ook wel gebruikelijke zorg genoemd, langer dan 3 maanden dan spreken we over mantelzorg. Mantelzorg kan dan ook omschreven worden als langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende (thuis of in een zorginstelling) door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande relatie. De formele zorg kan zowel door vrijwilligers als door professionals worden verricht. Het verschil is dat de vrijwilligers zich vanuit een georganiseerd verband onbetaald en onverplicht inzetten voor anderen. Terwijl de professionals hun werkzaamheden vanuit een georganiseerd verband uitvoeren en daarvoor worden betaald. Zij zijn gebonden aan vaste regels en kwaliteitseisen. februarii 2014
-3-
III.
SITUATIE IN NEDERLAND
III.1.
Algemeen
A.
Informele zorg
In 2007 verleenden ongeveer 3.5 miljoen mensen mantelzorg. Het gaat dan om 75% van de totale zorg. Ongeveer de helft van deze mantelzorgers is tussen de 50 en 65 jaar oud en geeft hulp aan één of beide ouder(s). Bijna 20% van alle mantelzorgers geeft hulp aan een partner.
B.
Formele zorg
Zoals reeds vermeld kan de formele zorg verdeeld worden in georganiseerd vrijwilligerswerk en professionele zorg. Op dit moment verlenen ca. 400.000 vrijwilligers ondersteuning in georganiseerd verband. In tegenstelling tot de mantelzorg komt deze hulp niet voort uit een bestaande sociale relatie. Voorbeelden zijn het Rode Kruis, de Zonnebloem, Humanitas etc. In Nederland is deze zorg in het algemeen goed geregeld. Als het gaat om professionele zorg wordt onderscheid gemaakt tussen
extramurale zorg (thuiszorg) en intramurale zorg (zorg in een instelling).
Afgezien van de medische behandelingen die vallen onder de verplichte ziektekostenverzekering, Ziekteverzorgingswet (Zvw) en eventuele aanvulling, wordt deze zorg op dit moment nog betaald vanuit
de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ( AWBZ) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) .
De AWBZ is een volksverzekering waarvoor premie op het inkomen wordt ingehouden. De Wmo wordt gefinancierd uit de algemene middelen. Zowel voor de AWBZ als de Wmo wordt een eigen bijdrage gevraagd. Deze eigen bijdrage is afhankelijk van de omvang van noodzakelijke zorg, het aantal personen binnen het huishouden en van het verzamelinkomen van de aanvrager en eventuele partner. AWBZ voorzieningen Onder de AWBZ valt de thuiszorg en de opname in een instelling, i.c. verzorgings- of verpleeghuis. Om aanspraak te kunnen maken op zorg cq. vergoedingen vanuit de AWBZ wordt door een onafhankelijk orgaan, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaald of de aanvrager recht heeft op zorg, zo ja, welke en hoeveel. Hierbij speelt onder andere de gezondheidstoestand, de leefsituatie en de aanwezige sociale steun, i.c. beschikbare mantelzorg, een rol. De zorg waar de aanvrager aanspraak op mag maken wordt vastgelegd in een indicatiebesluit. februari 2014
-4-
Gaat het om thuiszorg dan kan de aanvrager gebruik maken van zorg in natura (ZIN) en bepaalt de aanvrager welke zorginstelling de zorg mag leveren. Kanttekening; Sinds 2012 is voor nieuwe gevallen de keuze om gebruik te maken van zorg via een persoonsgebonden budget (PGB) afgeschaft. Wel is er de mogelijkheid van een vergoedingsregeling persoonlijke zorg (VPZ) bij tenminste 10 uur per week die niet via een ZIN kan worden geleverd. .
Bij opname in een verzorgings- of verpleeghuis, valt de zorg geheel onder verantwoordelijkheid van deze instelling. Opname in deze instellingen kan zowel blijvend als tijdelijk zijn. Een tijdelijke opname kan in verband staan met ziekte of revalidatie maar ook bij afwezigheid of ziekte van partner of mantelzorger. Daarnaast zijn er mogelijkheden van dagopvang of dagbehandeling voor thuiswonende ouderen. Ook vervullen verzorgingshuizen vaak een actieve rol voor mensen in de naaste omgeving en leveren ze diensten zoals het verzorgen van warme maaltijden. Naast opvang in een instelling kunnen mensen kiezen voor een bepaalde woonvorm waar zorg en ondersteuning gemakkelijker, met meer zelfstandigheid, geboden kan worden. Te denken valt aan serviceflats, aanleunwoningen of levensloopbestendige, i.c. direct aan ouderen aangepaste woningen. Wmo voorzieningen
Vanuit de Wmo kan de aanvrager aanspraak maken op voorzieningen als Vervoer op Maat (rolstoel)vervoer tegen gereduceerd tarief Invalidenkaart, Aanpassingen in de woning, Huishoudelijke verzorging en ondersteunende begeleiding via de Thuiszorg. Het verkrijgen van het recht op bepaalde voorzieningen verloopt op een vergelijkbare wijze als bij de AWBZ. Er dient een aanvraag ingediend te worden bij de gemeente, die onderzoekt of men in aanmerking komt, waarna een indicatiebesluit wordt afgegeven.
III.2
Ontwikkelingen
In het kader van de (noodzakelijke) financiële beheersbaarheid zal de AWBZ drastisch worden hervormd. Het beleid zal nog meer dan thans erop gericht zijn om de oudere zo lang mogelijk zelfstandig (thuis) te laten blijven wonen. De drempel voor een plek in een verzorgings- en verpleeghuis wordt verhoogd. Daarnaast wordt het beleid gericht op versterking van de rol van de mantelzorg, i.c. de hulp van familie, vrienden en buren. De overheid ziet de mantelzorg als het “fundament” van de zorg.
februari 2014
-5-
Bij de aanvraag om zorg vanuit de AWBZ zal allereerst gekeken worden wat de aanvrager of diens omgeving zelf aan zorg kan regelen. Daarin worden de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, zijn financiële positie, de nabijheid van kinderen en zijn sociale netwerk meegewogen. Pas daarna wordt vastgesteld of er nog behoefte is aan aanvullende professionele hulp. Vanaf 2014 is in de AWBZ “scheiden van wonen en zorg” ingevoerd. Dit betekent dat de woonlasten (huur) uit de AWBZ worden gehaald. Hulpmiddelen worden geheel van de AWBZ overgebracht naar de Wmo. Thuisverpleging wordt in 2017 overgebracht van de AWBZ naar Zvw. Bij de thuiszorg worden de gemeenten verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. Op termijn wordt de AWBZ omgevormd tot een nieuwe wet “Wet langdurige intensieve Zorg” (Wet LIZ) Naast de bezuinigingen op de AWBZ-voorzieningen wordt ook de eigen bijdrage verhoogd. Zo wordt de bijtelling uit vermogen in het verzamelinkomen verhoogd van 4 % naar 12 %, waardoor de eigen bijdrage kan oplopen tot boven de € 2000 per maand. Hierbij telt het eigen huis ook mee. Twee jaar nadat een alleenstaande oudere of een echtpaar wordt opgenomen in een zorginstelling verhuist het eigen huis van box 1 naar box 3 en maakt het deel uit van het vermogen. Bij gebrek aan andere middelen zal het huis uiterlijk 2 jaar later moeten worden verkocht. Vooruitlopend op deze hervormingen zijn er inmiddels een aantal financiële maatregelen genomen. Zo is in 2012 de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke premie Zvw verhoogd van € 33.400 naar € 50.000. Deze maatregel kan een premieverhoging tot maximaal € 1162 per jaar tot gevolg hebben . Sinds de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) geldt de verhoging van de inkomensgrens en de daarmee gepaard gaande verlaging van het netto inkomen (pensioen) alléén voor gepensioneerden. III.3.
Conclusie
De ouderenzorg in Nederland is onderhevig aan belangrijke veranderingen. Vanaf 2014 is in de AWBZ “scheiden van wonen en zorg” ingevoerd. Meer dan tot nog toe is het beleid van de overheid gericht op het zolang mogelijk verblijven in de thuissituatie van de oudere en daarmee het verder uitbreiden van de rol van de mantelzorg. De verwachting is echter gerechtvaardigd dat deze mantelzorg vanwege demografische ontwikkelingen behoorlijk onder druk zal komen te staan. Immers het aantal ouderen neemt relatief toe en deze ouderen worden ook steeds ouder. Daarbij komt, dat allerlei veranderingen, de mogelijkheden voor jongere generaties om zich in te zetten als toekomstige mantelzorger aanzienlijk zullen beperken. Het gaat bijvoorbeeld om veranderingen op de arbeidsmarkt, in het socialeen pensioenstelsel en de veranderende attitudes, bijv. qua levensstijl. februari 2014
-6-
De professionele zorg in Nederland is over het algemeen qua inhoud en financiën goed geregeld. Op de AWBZ-voorzieningen zal echter sterk worden bezuinigd met als gevolg een verhoging van de eigen bijdrage. Bij het vaststellen van deze eigen bijdrage zal dan ook steeds meer de hoogte van het eigen inkomen en het eigen vermogen worden betrokken. De huidige zorgbehoevende wordt steeds meer aangesproken op de eigen autonomie. De kans op vraag naar/behoefte aan langdurige zorg neemt toe naar mate men ouder wordt. Uit diverse publicaties*) kan worden opgemaakt, dat gemiddeld genomen zo rond het 74ste levensjaar de gezonde jaren afnemen en dat de lichamelijke/geestelijke functies in meer of mindere mate gaan verminderen. ___________________ *) naar tekst Ellen de Visser, VK 06.02.2013; bronnen: zorgbalans, Euro Health ConsumerIndex2012, Nationaal Kompas Volksgezondheid.
IV. IV.1.
SITUATIE IN FRANKRIJK Algemeen
Het overgrote deel van de ouderen in Frankrijk en met name in de campagne blijven zo lang mogelijk zelfstandig in eigen huis wonen. Mantelzorg door de naaste familie is algemeen gebruik. Voor de verdragsgerechtigde Nederlanders ligt dit uiteraard anders. In een tweepersoonshuishouden kan de ene partner nog een beroep doen op de andere, voor zover beiden niet afhankelijk zijn, maar alleenstaanden zijn praktisch direct aangewezen op formele zorg. Verdere mantelzorg is uiteraard mogelijk vanuit de directe omgeving, maar in de praktijk blijken taal en culturele verschillen vaak een drempel. In dit verband, zeker de veranderende ontwikkelingen in Nederland in aanmerking genomen, is het raadzaam dat de oudere Nederlanders (.i.c. veel leden van La Tulipe) zelf hun situatie evalueren en nadenken over het organiseren van een ( sociaal) zorgnetwerk. De formele professionele thuiszorg zowel medisch als sociaal staat in Frankrijk op een hoog niveau. Uiteraard zijn er voor afhankelijke ouderen waarvoor thuiszorg tekort schiet, maar ook voor ouderen die geen beroep kunnen doen op mantelzorg, mogelijkheden van huisvesting in een instelling. Echter de snelle vergrijzing van de Franse bevolking komt niet tot uitdrukking in een groeiend aantal plaatsen in de ouderenopvang. Het aanbod van diensten en huisvesting voor ouderen is dan ook onvoldoende en slecht over het land verspreid. Zo is het aantal beschikbare plaatsen in het gehele zuiden van Frankrijk ver onder de maat. Daarnaast wordt niet in alle gevallen voldaan aan de veiligheidsnormen. Met name de opvang van ouderen die aan de ziekte van Alzheimer lijden laat te wensen over. februari 2014
-7-
Op departementaal niveau bestaan enkele hulp-en adviesorganen voor ouderen. a. Het Centre Local d’Information et de Coördination Gérontologique (CLIC) met o.a. een vestiging in Sarlat functioneert als informatieloket met betrekking tot de diverse voorzieningen voor ouderen. b. Het Centre Medico-Social (CMS), met vestigingen o.a. in Le Bugue, St. Cyprien, Bélvès en Sarlat, heeft onder meer de taak om mensen (jong en oud) te begeleiden respectievelijk te ondersteunen/verwijzen naar diverse zorgdisciplines, zoals artsen, maatschappelijk werkers/sters, pedagogen, psychologen enz .(zie verder bijlage 2) Naast deze instanties speelt de huisarts een centrale rol bij de verwijzing naar de verschillende vormen en voorzieningen van de ouderenzorg. Hiernavolgend wordt onder IV.2. ingegaan op de verschillende vormen van ouderenzorg in de thuissituatie. IV.3. de mogelijke vormen van ouderenzorg in een instelling, de Résidences des Personnes Âgées (RPA) beschreven en tenslotte onder IV.4. worden de diverse mogelijkheden van financiële vergoedingensystemen behandeld. IV.2.
Ouderenzorg in de vorm van (formele) thuishulp
1. Sociaal Frankrijk kent een rijke dienstverlening voor persoonlijke hulp aan huis, aide à domicile of aide à personne. Administratief valt deze zorgverlening onder de Agence nationale des services à la personne (ANSP). De dienstverlening omvat o.a. kinderoppas, huishoudelijke hulp, tuinieren, hulp en zorg voor invaliden, zieken en ouderen. Voor wat betreft de huishoudelijke hulp voor ouderen kan het gaan om het schoonhouden van het huis, het doen van de was, bereiden van maaltijden, doen van boodschappen als ook het verrichten van enkele administratieve handelingen. Zonodig kan de hulp ook ingeschakeld worden bij het opstaan, eten geven e.d. Binnen het ANSP vallen drie systemen te onderscheiden:
Het systeem emploi direct van de CESU. Hierbij treedt op contractbasis de hulpbehoevende op als werkgever en de hulpgever als werknemer. Men kan zelf de hulp aanvragen al dan niet via tussenkomst van de CESU/ANSP. Opm.: in feite is hier geen sprake van formele zorg maar meer van betaalde informele zorg.
februari 2014
Het systeem contrat prestataire waarbij de aanvrager een onderneming, i.c. een vereniging (Associations d’Aides Ménagères, bijv. Proxim’aide in St. Cyprien) of publieke organisaties als Centre Communal d’Action Sociale (CCAS) of Centre Intercommunal d’Action Sociale (CIAS) inschakelt, die de gevraagde dienstverlening op contractbasis volledig verzorgt (zie verder bijlage 2).
-8-
Het systeem contrat mandataire. Hierbij treedt de organisatie op als tussenpersoon voor het leveren van menskracht en waarbij de aanvrager als werkgever met name zekere administratieve werkzaamheden overdraagt.
2. Medisch De ziekenhulp thuis - les services de soins à domicile - is van toepassing bij medische indicatie. Het uitgangspunt is dat deze vormen van zorg zijn gereserveerd voor personen van 60 jaar en ouder. In de praktijk betekent dit de zorg voor personen van 85 jaar en ouder, voor personen die een ziekenhuisopname achter de rug hebben, aan een ernstige ziekte lijden of een ongeluk hebben gehad. Verpleeghulpen en infirmières, verenigd in de Soins Infirmiers à Domicile (SIAD) respectievelijk Service de Soins Infimiers à Domicile (SSIAD), bieden over het algemeen deze zorg die bestaat uit het verstrekken van medicijnen, het voorkomen van doorliggen, en algemene zorg. De procedure is dat de huisarts de noodzaak van deze medische thuiszorg constateert en vervolgens een aanvraag richt aan het ziekenfonds (CPAM). Vanuit het departement wordt voorzien in een assistentie op afstand (telefonische signalering) verzorgd door Cassiopea Teleassistence. Ook bestaat het systeem van het systeem van thuisgenezing na een ziekenhuisopname: “hospitalisation à domicile” (HAD). Deze hulp richt zich op zieken die na behandeling in het ziekenhuis thuis verder genezen en daarbij voortdurend toezicht en zorg nodig hebben. Met deze hulp kan het verblijf in het ziekenhuis worden verkort. Deze hulp wordt voor 100% vergoed door het ziekenfonds en de afspraken over de kosten worden gemaakt in samenspraak met het betreffende ziekenhuis.
IV.3
Ouderenzorg in een instelling
1. EHPAD (maison de retraite) In Frankrijk kent men tegenwoordig de EHPAD (Etablissement d’Hebergement pour Personnes Agées Dependantes), het vroegere “maison de retraite”, waarin de hulpdisciplines van een Nederlands verzorgings- en verpleeghuis zijn samengebracht. Een EHPAD biedt huisvesting op basis van individuele kamers voor één en twee personen met bad/toiletruimte en collectieve voorzieningen, gezamenlijke maaltijden, ontspanningsactiviteiten). De EHPAD staat open voor zowel valide personen, die om welke reden dan ook de voorkeur geven aan collectieve huisvesting, als voor ouderen die hun zelfstandigheid in meer of mindere mate hebben verloren. De praktijk is dat het merendeel van de personen die opgenomen worden in een EHPAD ouderen zijn met verlies van zelfstandigheid of getroffen zijn door een ziekte. februari 2014
-9-
Bij opname in een EHPAD is het opzetten van een hulpplan niet aan de orde. Het personeel zorgt voor alle noodzakelijke hulp. De verblijfkosten in een EHPAD (geldt ook voor de hierna aan gegeven vormen van huisvesting) worden gesplitst: Kosten voor medische en paramedische verzorging, die in aanmerking komen voor vergoeding door de CPAM en additionele ziektekostenverzekering. (zie verder IV.4.A) Afhankelijkheidskosten afhankelijk van de GIR van de gebruiker, die in aanmerking (kunnen) komen voor een vergoeding via de APA.(zie verder IV.4.B) Huisvestingskosten, die in aanmerking (kunnen)komen voor vergoeding via bijv. ASH of APL. (zie verder IV.4.C) Er bevinden zich onder andere EHPADS in Le Bugue, Castels/St. Cyprien en Cadouin ( zie verder bijlage 2) 3. Andere vormen van beschermd wonen In Frankrijk kent men een aantal vormen van beschermd zelfstandig wonen voor ouderen. In principe gaat het om aparte wooneenheden samen met een centrale ruimte voor gezamenlijke activiteiten (restaurant, ontspanning). Naar behoefte kan gebruik gemaakt worden van aanwezige hulp of van apart in te roepen thuishulp. In het algemeen zijn dit instellingen die onder de machtigingen van de Aide Social vallen.
1. de logements foyers, geschikt voor zelfstandige huisvesting van een of twee personen. De logements foyers bestaan uit een- of tweekamerappartementen met een keuken en bad/toiletruimte. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van collectieve voorzieningen als restaurant, wasserij, bibliotheek, ontspanningsruimte. Enkele logements foyers hebben ook medische faciliteiten. 2. De kleinschalige domiciles collectifs (15 tot 20 wooneenheden van elk 30 à 50 m2) met ongeveer dezelfde faciliteiten als de logements foyers, bedoeld voor personen die wijk- of streekgebonden zijn. In Le Buissson bevindt zich een domicile collectif, een zogeheten MARPA (Maison d’Accueil Rural pour Personnes Agées). 3. de résidences Edylis betreffen serviceflats bestaande uit een- en tweekamerappartementen (woonoppervlak 24 tot 52 m2) weer met de nodige collectieve voorzieningen. 4. De résidences Edylis bieden huisvesting voor het leven en beschikken dan ook over de nodige verzorgings- en verplegingsfaciliteiten en ook over allerlei mogelijkheden voor ontspanningsactiviteiten.
februari 2014
- 10 -
5. De résidences privées avec service betreffen een wat comfortabelere huisvesting (één tot vier kamers) zowel in de vorm van aparte wooneenheden als in de vorm van (service)flats. Er zijn zowel mogelijkheden van huur als van koop. Naast de nodige collectieve voorzieningen kan gebruik gemaakt van huishoudelijke hulp, wasserij e.d. Deze résidences privées vallen buiten de machtigingen van de Aide Social. De organisatie Séniorales heeft in Bergerac en Villeréal vestigingen van résidences privées in de vorm van aparte wooneenheden. IV.4.
Financiële vergoedingssystemen
A. Caisse Primaire Assurance Maladie (CPAM) Ook in Frankrijk valt de normale medische zorg onder het ziekenfonds, de CPAM, eventueel gecombineerd met een aanvullende verzekering. Naast de medische kosten in de thuissituatie komen ook de medische kosten in of van een instelling voor vergoeding in aanmerking. Op de AOW-uitkering en overig pensioeninkomen van de Nederlandse verdragsgerechtigden houdt het Nederlandse College voor zorgverzekeringen (CVZ) premie Zvw en AWBZ in, waarmee de door CPAM aan de verdragsgerechtigden vergoede ziektekosten worden verrekend. Naast de onder de CPAM vallende ziekenzorg heeft de verdragsgerechtigde ook recht op de Zvw-basisziekenzorg in Nederland. Bij remigratie naar Nederland heeft hij/zij ook direct toegang tot de AWBZ. B. Allocation Personnalisée Autonomie (APA) Gaat het om de financiering van speciale zorg voor de hulpbehoevende oudere dan komt allereerst de APA in beeld. De APA is in zekere mate vergelijkbaar met de AWBZ maar het is geen (volks)verzekering waar premie voor moet worden betaald. De APA wordt gefinancierd via de Sécurité Sociale (SECU) en is voor iedereen toegankelijk die in Frankrijk woont, dus ook voor de buitenlanders die permanent in Frankrijk wonen. De regeling, beheerd door het Conseil Général, het bestuur van het departement, is bedoeld voor ouderen vanaf 60 jaar die afhankelijk van zorg zijn geworden. Het betreft financiële steun om persoonlijke zorg en/of technische hulp in te kopen. Momenteel maken meer dan een miljoen ingezetenen gebruik van deze allocation. De bijdragen kunnen worden verstrekt voor: 1. medisch sociale hulp in de thuissituatie: APA à domicile en 2. verzorging/verpleging in een instelling: APA en établissement ad. 1. Om de hoogte van de maandelijkse uitkering te bepalen wordt de mate van afhankelijkheid vastgelegd volgens de schaalindeling AGGIR (Autonomie Gérontologique Groupes Iso-ressources). Een team van deskundigen bepaalt tot welke groep de aanvrager behoort. Er zijn 6 schalen.
februari 2014
- 11 -
GIR 1 heeft betrekking op personen met de meest ernstige vorm van afhankelijkheid en GIR 6 op personen die de belangrijkste dagelijkse zaken nog zelfstandig kunnen uitvoeren. Alleen GIR 1 tot en met GIR 4 komen voor een financiële bijdrage in aanmerking. De maximaal uit te keren bedragen zijn voor (in 2013) - GIR 1 € 1304,84 per maand - GIR 2 € 1118,43 per maand, - GIR 3 € 838,82 per maand - GIR 4 € 559, 22 per maand. Bij GIR 5 en GIR 6 heeft men geen recht op een uitkering maar wel recht op huishoudelijke hulp. Van de genoemde maximale uit te keren bedragen moet een eigen bijdrage (ticket modérateur) afhankelijk van het inkomen van de gebruiker worden afgetrokken. Bij inkomens(in 2013) lager of gelijk aan € 734,66 per maand is geen eigen bijdrage verschuldigd inkomens tussen € 734,66 en 2927,66 per maand neemt de eigen bijdrage evenredig met het inkomen toe van 0 % naar 90 % van het bij de betreffende GIR behorende maximale bedrag. boven de € 2927,66 per maand blijft de eigen bijdrage 90 % van het maximale GIR-bedrag. Een Nederlandse verdragsgerechtigde met een modaal inkomen (€ 30.000 tot €35.000 per jaar) zal in de meest afhankelijke situatie (GIR 1) slechts op een uitkering van € 130 per maand kunnen rekenen. Thuiswonenden kunnen zelf met de hulp van een raadgever van de APA een hulpplan opstellen. Na goedkeuring ervan kan de hulpzoeker met het vastgestelde budget zelf personeel aantrekken. Familieleden mogen deze diensten ook verrichten. ad.2. Bij verzorging/verpleging in een instelling worden de kosten van de afhankelijkheid van de gebruiker die gedeeltelijk in aanmerking komen voor een APA-vergoeding apart in rekening gebracht. Voor de mate van afhankelijkheid geldt dezelfde schaalindeling AGGIR met dezelfde maximale bedragen als bij verzorging/verpleging in de thuissituatie (zie onder ad.1). Ook nu moet van de aangegeven maximaal uit te keren bedragen de eigen bijdragen van het inkomen (ticket modérateur) worden afgetrokken. Bij een inkomen(in 2013) lager of gelijk aan € 2423,27 per maand is de eigen bijdrage gelijk aan het afhankelijkheidstarief behorende bij GIR 5 en GIR 6. Het gaat daarbij om huishoudelijke hulp, restauratie en eventueel hulp bij aankleden. Ligt het inkomen tussen € 2437,27 en 3728,10 per maand dan neemt de eigen bijdrage evenredig met het inkomen toe van 0% tot 80 % van het afhankelijkheidstarief van de gebruiker.
februari 2014
- 12 –
Bij inkomens boven de € 3728,10 per maand blijft de eigen bijdrage 80 % van het afhankelijkheidstarief behorend bij de GIR tarief van de gebruiker.
Over de uitkeringen wordt geen inkomstenbelasting geheven en ook vallen de toeslagen buiten de heffing van de sociale premies. De uitkeringen worden niet teruggevraagd uit de nalatenschap . C. Aide Sociale à l’Herbergement (ASH) De ASH is net als de APA een hulpregeling van het Conseil Général, het bestuur van het departement. De regeling is bedoeld voor personen ouder dan 60 jaar die te weinig inkomen hebben om zelf geheel de kosten van een bejaardenhuisvesting, bijv. logement foyers en domiciles collectifs (zie hierna) te betalen. Het bedrag wordt bepaald na aftrek van de verplichte bijdrage die de familie, in het kader van de alimentatieplicht van de kinderen (zie opm. hierna), moet doen en 90% van het inkomen van betrokkene. Voor deze persoon blijft dan nog 10% van het inkomen over met een minimum van € 94. De bijdragen gelden als een voorschot en worden later verhaald bij de afwikkeling van de nalatenschap. De regeling geldt ook voor buitenlanders die in Frankrijk wonen, dus ook voor verdragsgerechtigde Nederlanders. Opm. Alimentatieplicht kinderen Kan een Franse 60-plusser de zorg thuis of in een instelling ondanks de APA en de eventuele extra voorzieningen door pensioenfondsen niet volledig betalen, dan zal de rechter kinderen, aangetrouwde kinderen (ja, zelfs ex-aangetrouwde kinderen) en kleinkinderen de verplichting opleggen een bijdrage te leveren. Alleen wanneer nakomelingen onvoldoende inkomen hebben of wanneer een ouder aantoonbaar zijn kinderen verwaarloosde of mishandelde, kan deze bijdrage worden kwijtgescholden. Deze verplichting kan echter niet worden opgelegd aan in Nederland wonende kinderen van in Frankrijk wonende Nederlandse ouderen). D. AIDE Personnalisée au Logement (APL) Deze hulpregeling is onderdeel van de CAF (Caisse d’allocations familiales) en is onder andere bedoeld voor ouderen als tegemoetkoming in de huisvestingskosten in een maison de retraite. De bijdrage verschilt per regio en is afhankelijk van het inkomen. De regeling geldt ook voor verdragsgerechtigde Nederlanders. Aan de hand van een berekeningsmodule kan men vaststellen of men in aanmerking voor deze uitkering en voor welk bedrag. E.
Allocation de solidarité aux personnes âgées (Aspa)
De Aspa is een uitkering die geldt voor personen van 65 jaar en ouder van wie het totale inkomen (in 2013)niet hoger is dan € 9447,21 per jaar voor een persoon alleen, respectievelijk € 14.667 per jaar voor een paar. De uitgekeerde gelden zijn weer invorderbaar bij overlijden op de nalatenschap die hoger is dan € 39.000. De uitkering moet worden aangevraagd bij een caisse de retraite (pensioenkas), Caisse Nationale d’Assurance Vieillesse ( Cnav) resp. Caisse d’Assurance Retraite et de la Santé au Travail (Carsat) of bij de gemeente. februari 2014
- 13 -
Ook verdragsgerechtigde Nederlanders met een gering inkomen kunnen via een aanvraag bij de gemeente van deze regeling gebruik maken. F. Centre Communal ou intercommunal d’Aide Social (CCAS/CIAS) Via de gemeente kunnen verdragsgerechtigde Nederlanders met een gering inkomen ook een beroep doen op ondersteuning via CCAS/CIAS. De regeling biedt ondersteuning aan diverse vormen van sociale activiteiten waaronder financiële bijdragen voor huishoudelijk hulp in de thuissituatie en voor huisvesting in een instelling zoals logements foyers. G. Crédit d’Impot Naast de mogelijkheid van een afhankelijkheidsuitkering kent men in Frankrijk de mogelijkheid van aftrek van kosten voor thuishulp (aide à domicile) via de inkomstenbelasting. Dit geldt zowel voor kosten van erkende dienstverleningsinstellingen (associations d’aides ménagères) als voor dienstverlening op particuliere basis via het systeem van Chèque Emploi Service Universel (CESU). In het algemeen geldt een korting van 50 % op de kosten van salaris en sociale premies. G. Particuliere ouderdomsafhankelijkheidsverzekering Veel Fransen sluiten een aparte ouderdomsafhankelijkheidsverzekering af in aanvulling op de APA-uitkering en een eventuele pensioenkasuitkering om daarmee mede hun kinderen te vrijwaren voor de verplichting bij te dragen aan hun zorgkosten. De verzekering kan vanaf het 50-ste levensjaar tot het 70-ste soms het 75-ste levensjaar worden afgesloten. Uiteraard hoe later men de verzekering afsluit hoe hoger de premie. Ook voor buitenlanders die in Frankrijk wonen is het mogelijk om deze verzekering af te sluiten. IV.5. Conclusie Zonder meer kan gesteld worden dat de professionele thuiszorg in Frankrijk goed georganiseerd is. Vooralsnog mag de afhankelijke verdragsgerechtigde Nederlander niet rekenen op mantelzorg anders dan van zijn partner. Een mogelijk aantrekkelijke oplossing kan zijn het aantrekken van hulp op basis van het systeem emploi van de CESU. Kiest men voor een Nederlandssprekende hulp, eventueel uit eigen kennissenkring, dan kan dat ook een oplossing zijn voor het probleem dat men bij het ouder worden geheel terugvalt op de moedertaal. De kosten komen in aanmerking voor 50 % aftrek in de inkomstenbelasting. Daarnaast blijven er mogelijkheden van gebruik van subsidiefondsen voor uitkeringen voor formele professionele thuiszorg. Een Nederlandse verdragsgerechtigde met een modaal inkomen (€ 30.000 tot €35.000 per jaar) zal echter in de meest afhankelijke situatie (GIR 1) slechts op een uitkering vanuit de APA van niet meer dan € 130 per maand kunnen rekenen. Ouderenopvang in een EHPAD lijkt vooralsnog alleen in beeld te komen als het echt niet meer anders kan. De aangegeven vormen van beschermd wonen zijn de moeite waard nader te onderzoeken. februari 2014
- 14 -
Voor zover daarbij niet is voorzien in hulp en ondersteuning kan altijd een beroep worden gedaan op thuiszorg. Zolang daarbij volstaan kan worden met niet-professionele hulp is het hulp aantrekken via het systeem emploi van de CESU een aantrekkelijke mogelijkheid. Tenslotte heeft de werkgroep overwogen in hoeverre in de toekomst het sociaalmedisch contactpunt van La Tulipe (al dan niet door verbreding) een ondersteunende functie in de vorm van mantelzorg zou kunnen vervullen voor oudere (hulpvragende) leden. Daarbij is de werkgroep tot de conclusie gekomen dat dit geen realistische optie is (en niet past in de doelstellingen van de vereniging).
Bijlage 1:
Lijst van Afkortingen
Nederlands AOW Anw AWBZ CIZ CVZ LIZ PGB VPZ Wmo ZIN Zvw
Algemene Ouderdomswet Algemene nabestaandenwet Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Centrum Indicatiestelling Zorg College Van Zorgverzekeringen (Wet) Langdurige Intensieve Zorg PersoonsGebonden Budget Vergoedingsregeling Persoonlijke Zorg Wet maatschappelijke ondersteuning Zorg In Natura Zorgverzekeringswet
Frans AGGIR ANSP APA APL ASH ASPA CAF Carsat CCAS/CIAS CESU CLIC CMS Cnav CPAM EHPAD GIR HAD MARPA RPA SECU (S)SIAD
februari 2014
Autonomie Gérontologique Groupes Iso-Ressources Agence Nationale des Services à la Personne Allocation Personalisée Autonomie Aide Personnalisée au Logement Aide Sociale à l’Hébergement Allocation de Solidarité aux Personnes Agées Caisse d’Allocation Familiale Caisse d’assurance retraite et la santé au travail Centre Communal /Intercommunal d’Aide Social Chèque Emploi Service Universel Centre Local d’Information et Coordination gérontologique Centre Medico-Social Caisse nationale d’assurance vieillesse Caisse Primaire Assurance Maladie Etablissement d’Hébergement pour Personnes Agées Dépendantes Groupes Iso-Ressources Hospitalisation à Domicile Maison d’Accueil Rural pour Personnes Agées Résidences des Personnes Agées Sécurité Sociale (Service) Soins Infirmiers à Domicile
- 15 -
Bijlage 2
Ouderenzorg voor Nederlanders in Frankrijk
Aanvullende notitie over cantonale/communale zorgvoorzieningen voor ouderen in de Dordogne Algemeen Deze aanvullende notitie is bedoeld om meer concrete informatie te geven over de inrichting en spreiding van medische en sociale zorgvoorzieningen in de Dordogne en samengesteld op basis van gesprekken met nadere informatie van Mme Amélie Pavie en Mme Fabiënne Brousse, Assistances Sociales in resp. Le Bugue en St. Cypriën. Departementaal Voor de spreiding van deze voorzieningen is het département in meerdere territoriale regio’s ingedeeld. Relevant voor de zorg aan ouderen zijn onder meer de volgende voorzieningen: Le Clic (Centre Local d’Information et de Coördination Gérontotlogique). Met Le Clic heeft het department een cantonaal/communaal informatie-loket ingericht waar men informatie kan inwinnen over alle lokale en bovenlokale voorzieningen aan ouderen. (www.cg24.fr/senior ou solidarité personnes âgées). In de regio Sarlat bv. is Le CLIC gevestigd in het Maison du Département, Rue Jean Lecleir. Tel. 0553 292 704. Centre Medico-Social (CMS). Tot de taken van deze centra behoren onder meer het begeleiden/verwijzen/ondersteunen van hulpzoekenden naar de diverse sociaal-medische disciplines, zoals artsen, wijkverpleegkundigen, maatschappelijk werkers, pedagogen, psychologen etc.etc. Men kan zich met de hulpvraag wenden tot de zgn. Assistentes Sociales verbonden aan de CMS in de canton waarin men woont. De huisarts speelt een centrale rol bij de verwijzing naar deze vormen van zorg. Ook als het om de vergoeding via de Sécu gaat. In sommige situaties is er een bijdrage via de APA mogelijk In de regio Sarlat zijn 4 Centres Medico-Social gevestigd, te weten in Le Bugue; tel. St. Cypriën; tel.0553292694 Belvès; tel. 0553290010 Sarlat Daarnaast zijn er 5 steunpunten in Villefranche du Périgord Carlux Domme Salignac-Eviques. Het CLIC en de CMS vallen onder de verantwoordelijkheid van het Département. Cantonaal/Communaal Thuiszorg/persoonlijke hulp/maaltijden etc. Voor het hele pakket van dit type hulpverlening aan huis zijn er plaatselijk, door het departement erkende particuliere instellingen, beschikbaar. In de cantons Le Bugue en St. Cypriën functioneren onder meer in: Le Bugue: (CCAS)/CIAS (Centre Communal d’Action Sociale); tel. Belvès: (CCAS)/CIAS; tel. 0553 31 44 88 St. Cypriën: Proxim’aide (association aides ménagères); tel.0553292061 Le Buisson: dit is een landelijke liefdadigheidsinstelling; Meyrals: ADMR; een rurale sub-vereniging van een landelijke vereniging.
februari 2014
- 16 -
In het telefoon boek voor de Dordogne staan onder de rubriek Services pour personnes âgées van het deel Pages Jaunes in alfabetische volgorde van de vestigingsplaats, de adressen en telefoonnummers vermeld van de diverse thuishulporganisaties. Thuisverpleging/-genezing Deze zorg wordt verleend door wijkverpleegkundigen, is particulier en soms georganiseerd in het verband van SIAD/SSIAD (Service)Soins à Domicile). Wijkverpleegkundigen zijn onder meer gevestigd in: - Le Bugue; Place Dutard. tel. 0553071703 St. Cypriën; Rue Verdanson. tel. 0553293045 Pl. Ladignac. tel. 0553293425 Le Buisson; SIAD. tel. 0553220384 Herstel na ziekenhuisopname in hopitaux locaux te -
Belvès (réseau gérontologique pays de bessède); tel.0553314262 Domme
Ouderenhuisvesting in instellingsverband Voor de huisvesting (permanent en/of tijdelijk) van ouderen na verlies van zelfstandigheid zijn er onder meer verzorgingshuizen: EHPAD (publiek) De La Bastide te Beaumont: tel. 0553 22 30 36 Hôpital Local te Belves: tel. 0553314242 De Cadouin: tel. 0553 63 32 90 Du Canton de St. Cypriën te Castels: tel.0553303131 Fonfrède te Eymet: tel. 0553238411 De la Linde: tel. 0553610283 Lobligeos te Le Bugue: 0553079999 Les Clauds de Laly te Villefranche du PGD: tel. 0553298246 R.P.A (privé) St. Alvère Salignac-Eyviques Résidence Paul de Carbonnier te St. Cypriën; tel. 0553292061 Résidence le Périgord te Capdrot; tel. 0553226040 Andere nuttige instanties APA te Périgueux; tel. 0553033380 CPAM te Périgueux; tel. 3646 Télé Assistance : Cassiopéa te Périgueux; tel. 0553535454 Assystel te Périgueux ; tel. 0612210736 Association Présence Verte Guienne; tel. 0553677800 Diversen -
CMP adultes (psychologische hulp) te Sarlat; tel. 0553317656 Infos Droits; tel. 0553 35 34 03 Ligue contre le cancer te Périgueux; tel. 0553095445 TGI (tribunal tutelles) te Sarlat; tel.0553590173.
maart/april 2013 Miep Jonker en Meinje Veenhuizen
februari 2014
- 17 -