Architectendiensten in Duitsland
Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl
INHOUD 04
VOORWOORD
04
INLEIDING
05
1 BOUWPROCES IN DUITSLAND 1.1 ENKELE KENMERKEN 1.2 BELANGRIJKE PARTICIPANTEN IN HET DUITSE BOUWPROCES 1.3 ORGANISATIE VAN HET DUITSE BOUWPROCES
08
2. ARCHITECTENDIENSTEN VERRICHTEN IN DUITSLAND 2.1 TAAK EN TITEL VAN DE ARCHITECT 2.2 INSCHRIJVING IN DE ‘ARCHITEKTENKAMMER’ ALS NEDERLANDSE ARCHITECT
09
3. ARCHITECTENCONTRACT EN DE STANDAARDWERKZAAMHEDEN 3.1 HONORARORDNUNG FÜR ARCHITEKTEN UND INGENIEURE - HOAI 3.2 VERTEGENWOORDIGINGSBEVOEGDHEID VAN DE ARCHITECT 3.2.1 Positie van de architect in geval van een uitdrukkelijke volmacht 3.2.2 Positie van de architect zonder uitdrukkelijke volmacht 3.3 STANDAARDWERKZAAMHEDEN 3.3.1 Grundlagenermittlung 3.3.2 Vorplanung 3.3.3 Entwurfsplanung 3.3.4 Genehmigungsplanung 3.3.5 Ausführungsplanung 3.3.6 Verbereitung der Vergabe 3.3.7 Mitwikung bei der Vergabe 3.3.8 Objektüberwachung 3.3.9 Objektbetreuung und Dokumentation
17
4. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT 4.1 VERHOUDING TUSSEN OPDRACHTGEVER EN ARCHITECT 4.2 VERHOUDING TUSSEN ARCHITECT EN DERDEN 4.3 AANSPRAKELIJKHEIDSDUUR 4.4 BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN MET NEDERLAND 4.5 AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING 02
20
5. DUITSE CULTUUR 5.1 CULTUURVERSCHILLEN 5.2 MACHT EN HIËRARCHIE 5.3 OMGANG MET DUITSERS DUITSE CULTUUR 21 5.4 AANBEVELING VOOR DE OMGANG MET CULTUURVERSCHILLEN
23
ADRESSENLIJST
25
COLOFON
03
VOORWOORD
INLEIDING
Nederland is van oudsher een internationaal georiënteerd land. Nu de open Europese markt van inmiddels 25 lidstaten een feit is, ligt deze grote markt reeds geruime tijd ook voor architectendiensten open. De Europese Commissie stimuleert grensoverschrijdende activiteiten in het Midden- en Kleinbedrijf en voert een beleid dat gericht is op het afschaffen van zo veel mogelijk administratieve bepalingen. Ook de BNA wil zijn leden stimuleren tot en ondersteunen bij het verrichten van hun diensten op de Europese markt. Het werken in andere landen kan bedrijfseconomisch interessant zijn, boeiende ervaringen opleveren en leiden tot vakmatige verrijking. De eerste samenwerking met een buitenlandse collega kan het begin zijn van vele volgende internationale ervaringen. U kunt dicht bij huis, bij onze oosterburen beginnen. Veel zaken zijn in Duitsland anders geregeld,maar er is in wezen niets meer dat u zou kunnen tegenhouden. In het recente verleden hebben Nederlandse architecten bewezen dat zij zeer zeker kans van slagen hebben op de Duitse bouwmarkt. Nederlandse architecten beschikken over vaardigheden,waarmee zij, mits terdege voorbereid, in de Duitse bouwwereld hun voordeel kunnen doen. Deze publicatie geeft informatie over de voor de architect relevante regelgeving in Duitsland,over de organisatie van het bouwproces aldaar en over de rol van de architect in dat bouwproces. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de – niet in het minst belangrijke – culturele verschillen tussen Duitsland en Nederland. Onontbeerlijke informatie voor wie in dat land aan de slag gaat. De voor u liggende vierde editie is in januari 2006 in samenwerking met het bureau Grensbebouwing op veel punten geactualiseerd. De BNA beoogt met deze publicatie, en met de vergelijkbare informatiebladen over architectendiensten in België,Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, bij te dragen aan zijn doelstelling om architecten te stimuleren de drempels naar onze directe buurlanden te slechten en wenst u veel succes bij uw grensoverschrijdende activiteiten.
U bent als architect van plan een dienst te verrichten in Duitsland? U heeft daarvoor belangstelling maar er bestaan nog enkele onduidelijkheden over wat u te wachten staat? U wilt zich oriënteren om later gedegen voorbereid aan de slag te kunnen gaan? Het lezen van deze brochure is dan de eerste stap in de goede richting. Door de integratie van de Europese markt zijn de mogelijkheden om als Nederlandse architect in het buitenland te gaan werken aanzienlijk groter geworden. Deze mogelijkheden worden echter niet volledig benut als men niet voldoende inzicht heeft in de omstandigheden waaronder het beroep in de medelidstaten wordt uitgeoefend. Een van de belangrijkste exportlanden voor Nederlandse architecten is Duitsland. De doelstelling van deze brochure is dan ook de onbekendheid omtrent het werken in Duitsland weg te nemen. Hierbij wordt uitgegaan van een doelgroep die gevormd wordt door die architecten die hetzij al een opdracht in Duitsland hebben, hetzij daarin geïnteresseerd zijn. Met nadruk wordt gesteld dat uitsluitend aandacht is besteed aan dienstverrichting, dus niet aan vestiging, van Nederlandse architecten in Duitsland. In het eerste hoofdstuk van de brochure komen enkele belangrijke aspecten van het Duitse bouwproces aan de orde. In dit verband worden ook de formeel-juridische aspecten van het beroep van de architect beschreven. In het tweede hoofdstuk staat de inschrijving van de Nederlandse architect bij de ‘Architektenkammer’ centraal. Het architectencontract en het bouwproces zoals de architect het doorloopt worden in het derde hoofdstuk behandeld. In dit verband wordt met name aandacht besteed aan de HOAI en de VOB. De standaardwerkzaamheden worden chronologisch weergegeven, geanalyseerd en vergeleken met de situatie in Nederland. De voor de verschillende fases belangrijke regelgevingen, wetten of verordeningen worden genoemd en nader toegelicht. In het vierde hoofdstuk komt de aansprakelijkheid aan bod. Het laatste hoofdstuk gaat in op de Duitse cultuur en de omgang met Duitsers. De brochure eindigt met enkele aanbevelingen voor de architect die in Duitsland wil werken en een adressenlijst. Tot op zekere hoogte wordt in deze brochure de Duitse (bouwkundige) terminologie aangehouden. Hiervoor is bewust gekozen omdat de architect die
Januari 2006 Architectendiensten in Duitsland
04
in Duitsland een opdracht uitvoert ook vertrouwd dient te zijn met de Duitse vaktermen.
-
De aanbesteding geschiedt op basis van zeer gedetailleerde deelbestekken. Tijdens de uitvoeringsfase worden minder beslissingen genomen.
1 BOUWPROCESPROCES IN DUITSLAND 1.1 ENKELE KENMERKEN De volgende kenmerken van het Duitse bouwproces zijn voor de Nederlandse architect van belang: - Prijsvragen spelen in de Bondsrepubliek een essentiële rol. In vergelijking met Nederland krijgen architecten in Duitsland veel vaker een opdracht via prijsvragen, die met name voor overheidsgebouwen worden uitgeschreven. - Hiërarchische verhoudingen spelen over het algemeen in Duitsland en binnen het Duitse bouwproces een belangrijker rol dan in Nederland. - Er worden in Duitsland hogere kwaliteitseisen gesteld aan de bouwsector. Het kwaliteitsbesef van Duitse opdrachtgevers is over het algemeen groter dan dat van Nederlanders. Een belangrijk criterium is de prijs-kwaliteitverhouding, en niet alleen de prijs. - Het is niet zo dat de normen en wetten in Duitsland veel strenger zijn dan in Nederland. Er wordt echter in Duitsland, en dan met name door de overheid, niet snel afgeweken van de voorgeschreven procedure. In geval van problemen is er vaak moeilijk een compromis te bereiken. Hierdoor lijken de normen en wetten strenger dan in Nederland. Ondernemers die in de fout gegaan zijn kunnen bovendien gedurende een langere periode rekenen op verscherpte aandacht van controlerende instanties. - In het kader van een volledige opdracht neemt de Duitse architect, vergeleken met zijn Nederlandse collega,over het algemeen meer verantwoordelijkheid op zich. Onder andere is hij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk van de diverse onderaannemers, de betaling van de rekeningen aan hen en de tijdsplanning. - De partiële aanbesteding is een ander belangrijk aspect van het Duitse bouwproces. In het systeem van partiële aanbesteding heeft de architect de coördinerende taak tussen de verschillende aannemers (zie paragraaf 1.3).
Architectendiensten in Duitsland
1.2 BELANGRIJKSTE PARTICIPANTEN IN HET DUITSE BOUWPROCES - De opdrachtgever (‘Bauherr’) Er zijn twee soorten opdrachtgevers, private en publieke. De talrijke prijsvragen die in de Bondsrepubliek worden uitgeschreven komen met name voor rekening van publieke opdrachtgevers. Voor nadere informatie omtrent het Duitse prijsvraagwezen kan men de Grundsätze und Richtlinien für Wettbewerbe auf den Gebieten der Raumplanung, des Städtebaus und des Bauwesens, afgekort de GRW 1995, raadplegen. De GRW 1995 heeft per 1 januari 1996 de versie uit 1977 vervangen en is onder meer aangepast aan de Europese richtlijnen omtrent prijsvragen. De tekst van de GRW 1995 is te bestellen bij de Kohlhammer Verlag (zie adressenlijst achterin). - De aannemers (‘Unternehmer’) De uitvoering op de bouwplaats geschiedt over het algemeen door aannemers die gespecialiseerd zijn in slechts één aspect van het bouwkundige werk. Een hoofdaannemer die, zoals in Nederland, een totaalpakket kan aanbieden komt in veel mindere mate voor. Het systeem van partiële aanbesteding, waarbij verschillende bouwkundige werkzaamheden als afzonderlijke delen worden aanbesteed, is dan ook karakteristiek voor het Duitse bouwproces (zie paragraaf 1.3). - De architect (‘Architekt’) Vergeleken met zijn Nederlandse collega heeft de Duitse architect bij een volledige opdracht een meer uitgebreide functie. Hij coördineert de uitvoeringsfase en doet namens de opdrachtgever de aanbiedingen, de gunningen, het toezicht en ten slotte de afrekeningen. In de hiërarchie van het bouwproces staat de architect helemaal bovenaan. Hierdoor geniet dit beroep in de Bondsrepubliek een hoog aanzien. 1.3 ORGANISATIE VAN HET DUITSE BOUWPROCES Hoewel het Duitse bouwproces in principe dezelfde participanten kent als het Nederlandse, verschillen hun rollen, taken en verantwoordelijkheden ten opzichte van de Nederlandse situatie. Het sterkst komt dit naar voren in de meest traditionele Duitse 05
organisatievorm. Traditioneel vloeit de organisatie van het bouwproces voort uit de wijze waarop aanbesteed wordt – namelijk in delen - de zogenaamde ‘Losenvergabe’ (zie figuur 8). De verschillende aannemers voeren hun werkzaamheden daarbij na elkaar uit. De architect vervult hierbij een centrale rol. Hij treedt op als vertegenwoordiger van de opdrachtgever, schrijft de aanbestedingen uit, selecteert de aanbiedingen, coördineert de betrokken aannemers en adviseurs en voert de directie tijdens de bouw. De betrokken partijen (aannemers, adviseurs en architect) hebben echter een contract met de opdrachtgever. De architect heeft slechts een functionele relatie met de andere partijen. Gezien het zeer grote aantal partijen dat traditioneel betrokken is bij een Duits bouwproject - voor iedere deelprestatie is een gespecialiseerde aannemer actief - worden aan de architect bijzonder hoge eisen gesteld wat betreft zijn coördinatie- en organisatiecapaciteiten. Naast de traditionele vorm komt regelmatig een organisatievorm voor waarin een (hoofd)aannemer de centrale rol heeft. De opdrachtgever heeft alleen een contract met de architect en de aannemer. De (hoofd)aannemer, bekend als ‘Generalunternehmer’ (GU), heeft een contractuele relatie met de verschillende onderaannemers en eventuele adviseurs (zie figuur 8). De architect treedt ook in deze vorm op als vertegenwoordiger van de opdrachtgever. De coördinatie van de werkzaamheden van de verschillende partijen is echter de verantwoordelijkheid van de ‘Generalunternehmer’, waardoor een verdere integratie van de verschillende benodigde disciplines, ten opzichte van de traditionele organisatievorm, mogelijk is. Het is tevens mogelijk dat de opdrachtgever alleen met een (hoofd)aannemer een contractuele relatie heeft. De architect en alle andere betrokken partijen hebben een contract met de aannemer en vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Er bestaat derhalve geen directe relatie - contractueel én functioneel meer tussen de opdrachtgever en de architect. Deze organisatievorm, waarin de hoofdaannemer bekend is als ‘Generalübernehmer’ (GÜ),wordt veel gehanteerd bij turn key opdrachten. Het Duitse bouwproces kent overigens zeer veel mengvormen. Zo kent men bijvoorbeeld de ‘Hauptunternehmer’, de ‘Totalübernehmer’ en de ‘Bauträger’. Deze laatste heeft zelf geen uitvoerende capaciteit. De ‘Bauträger’ koopt een kavel en ontwikkelt hiervoor Architectendiensten in Duitsland
een bouwplan. Met dit bouwplan benadert hij een of meerdere aannemers die een prijs kunnen afgeven voor de uitvoering van het plan. Met de prijs van de aannemer benadert hij geïnteresseerde kopers, die een kavel inclusief bouwplan en aannemer aangeboden krijgen. Vanwege de malafide praktijken in het verleden van sommige ‘Bauträger’ dienen dergelijke ondernemingen – dus ook Nederlandse – zich tegenwoordig te conformeren aan de ‘Makler- und Bauträgerverordnung’ (MaBV), waarin de rechten en vooral de (financiële) plichten van de ‘Bauträger’ zijn vastgelegd. Het bouwteam, zoals dat in Nederland opereert, is in Duitsland tot op heden zo goed als onbekend, hoewel de interesse toeneemt voor deze vorm van organisatie van het bouwproces. Met name de federale regering spoort Duitse architecten en aannemers aan om van hun buitenlandse collega’s te leren.
06
Opdrachtgever
Architect
Adviseur: Constructie Installaties Bouwfysica
Aannemers ruwbouw
Aannemers afbouw
Figuur 1 Bouworganisatie in Duitsland, traditioneel Opdrachtgever
Architect
Generalunternehmer
Adviseur: Constructie Installaties Bouwfysica
Onderaannemers
Toeleveranciers
Figuur 2 Bouworganisatie in Duitsland, ‘Generalunternehmer’1 Functionele relatie Contractuele relatie
Architectendiensten in Duitsland
07
2 ARCHITECTENDIENSTENVERRICHTEN IN DUITSLAND 2.1 TAAK EN TITEL VAN DE ARCHITECT Taak en titel van de Duitse architect zijn in de wet nader beschreven. Hierbij moet worden opgemerkt dat elke deelstaat een eigen wetgeving heeft (de wetgeving van de zestien deelstaten komt wel in grote lijnen overeen). In deze brochure wordt uitgegaan van de wetgeving van de deelstaat Nordrhein-Westfalen (NRW). De taak van een architect wordt in paragraaf 1, lid 1 van het ‘Architektengesetz NRW’ als volgt omschreven: ‘Die Berufsaufgabe des Architekten ist die gestaltende, technische und wirtschaftliche Planung von Bauwerken. ’ Het ‘Architektengesetz’ regelt verder wie zich überhaupt architect mag noemen. In paragraaf 2, lid 1 staat: ‘Die Berufsbezeichnung ‘Architekt’... darf nur führen,wer in die Architektenliste ... eingetragen ist.’ Er is dus sprake van titelbescherming. Om in aanmerking te komen voor registratie op de ‘Architektenliste’ van de ‘Architektenkammer NRW’ dient men te zijn afgestudeerd aan een universiteit,‘Fachhochschule’ of een ‘Technische Hochschule’ en te beschikken over twee jaar praktijkervaring. Iedere deelstaat heeft een eigen ‘Architektenkammer’. De architect moet ingeschreven staan in de ‘Architektenkammer’ van de deelstaat waar het project ten uitvoer wordt gebracht. Dit geldt zowel voor Duitse als voor buitenlandse architecten. Per deelstaat bestaan er door de ‘Architektenkammer’ opgestelde wettelijk geregelde gedragscodes voor de beroepsuitoefening. Op de naleving ervan wordt toegezien door de ‘Verwaltungsgerichte’, administratieve, rechtsprekende lichamen. Naleving van de gedragscode is voor iedereen verplicht. Het is belangrijk als Nederlandse architect kennis te nemen van deze code. Is een architect niet ingeschreven in de ‘Architektenkammer’ dan is hij niet gerechtigd een bouwaanvraag in te dienen, hij is niet Architectendiensten in Duitsland
‘bauvorlageberechtigt’. Sinds juni 1996 kunnen in alle Duitse deelstaten ook bouwkundig ingenieurs, mits ingeschreven in een Ingenieurkammer’, de bouwaanvraag doen. Voorheen was dit in de meeste Duitse deelstaten een alleenrecht van de architect. Het feit dat men alleen ‘bauvorlage-berechtigt’ is als men staat ingeschreven in de ‘Architektenliste’ – of de ‘Ingenieurliste’ – betekent niet dat er in de Bondsrepubliek ook sprake is van beroepsbescherming. 2.2 INSCHRIJVING IN DE ‘ARCHITEKTENKAMMER’ ALS NEDERLANDS ARCHITECT Om in de Bondsrepubliek als architect te kunnen werken, is inschrijving in de ‘Architektenliste’ van de ‘Architektenkammer’ noodzakelijk. In principe levert deze inschrijving voor een Nederlandse architect die geregistreerd staat in het Nederlandse architectenregister geen problemen op. Reden voor het vrij soepele verloop van de inschrijvingsprocedure in Duitsland is de EGRichtlijn. In het kader van de vrije Europese 2 binnenmarkt is in 1985 de Richtlijn 85/384/EEG1 , de zogenaamde ‘Architectenrichtlijn’, uitgevaardigd. De bepalingen uit deze richtlijn vormen de rechtsgrond waarop het verrichten van architectendiensten in een medelidstaat gebaseerd is. De kern van de richtlijn wordt gevormd door artikel 2 dat stelt dat aan een architect uit een andere EU-lidstaat hetzelfde rechtsgevolg toegekend moet worden als aan de eigen architecten. Hoofdstuk V van deze richtlijn artikel 17 t/m 26 voorziet in drie soorten bepalingen, te weten: - bepalingen die specifiek zijn voor het recht van vestiging. - bepalingen die specifiek zijn voor het verrichten van diensten. - bepalingen die het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten gemeen hebben. Aangezien deze brochure uitsluitend gericht is op de dienstverrichting van Nederlandse architecten in Duitsland, zijn alleen de twee laatste soorten bepalingen – en dan met name artikel 22 – van belang. In dit artikel 22 staat onder andere beschreven welke attesten de ‘Architektenkammer’ in de Bondsrepubliek bevoegd is te vragen aan architecten van andere lidstaten die een dienst in 08
Duitsland willen verrichten. Hieronder vallen onder meer ‘een attest waaruit blijkt dat de betrokkene in de lidstaat waar hij gevestigd is, de desbetreffende werkzaamheden wettig uitoefent’ en ‘een attest dat de betrokkene het of de diploma(‘s), certificaat (certificaten) of andere titel(s) bezit dat/die voor het verrichten van de bedoelde diensten is/zijn vereist’. Als een Duitse deelstaat van eigen onderdanen voor inschrijving in de ‘Architektenkammer’ een praktijkervaring van twee jaar eist, moet een buitenlandse architect dezelfde praktijkervaring kunnen aantonen. De verklaring van praktijkervaring wordt op aanvraag afgegeven door Stichting Bureau Architectenregister in Den Haag (zie adressenlijst achterin). De architect- dienst verrichter heeft niet alleen dezelfde rechten, maar ook dezelfde plichten als de 3 onderdanen van de ontvangende lidstaat . Wanneer de Nederlandse architect in Duitsland regels van de beroepsplichtleer overtreedt, gelden voor hem de tuchtrechtelijke bepalingen zoals die in Duitsland van toepassing zijn. (Adressen van de ‘Architektenkammern’ zijn opgenomen in de adressenlijst achterin).
3 ARCHITECTENCONTRACT EN DE STANDAARDWERKZAAMHEDEN De grondslag voor iedere opdracht aan een architect wordt gevormd door het architectencontract, het zogenaamde ‘Architektenvertrag’. Het Architektenvertrag is een ‘Werkvertag’ dat onderhevig is aan de ‘Werkvertagsregelungen des BGB’ (Bürgerliches GesetzBuch). Dientengevolge bepaalt uitsluitend de overeenkomst met de opdrachtgever de op te leveren werkzaamheden. De inhoud van het Architektenvertrag zal op ieder bouwproject individueel toegesneden moeten worden. De basis vormt een omvattend ‘Grundlagenermittlung’
3.1 HONORARORDNUNG FÜR ARCHITEKTEN UND INGENIEURE - HOAI Een belangrijk onderdeel van het architectencontract vormt het honorarium. De van de HOAI opgesomde negen standaardwerkzaamheden, van
Architectendiensten in Duitsland
volgende paragrafen geven in het kort weer op welke manier het honorarium in Duitsland wordt samengesteld. De hoogte en de samenstelling van het honorarium worden geregeld in de HOAI (Honorarordnung für Architekten und Ingenieure). Per 1 januari 2002 is de nieuwe HOAI van kracht geworden. Om te kunnen concurreren is het verstandig het honorarium laag te houden, dit kan op verschillende manieren. In deze ‘Honorarordnung’ staat duidelijk vermeld hoe het honorarium te berekenen is, namelijk aan de hand van de volgende vier punten: 1 ‘anrechenbare Kosten des Objektes’ 2 ‘Honorarzone’ 3 ‘Honorartafel’ 4 ‘vereinbarter Leistungsumfang’ Punt 1: Paragraaf 10 van de HOAI geeft weer welke kosten als grondslag dienen voor de berekening van het honorarium. Punt 2: In paragraaf 11 van de HOAI staan de kenmerken die ten grondslag liggen aan de indeling van gebouwen in vijf verschillende klassen, de zogenaamde ‘Honorarzonen’, opgesomd. Paragraaf 12 omvat een lijst van de voor iedere ‘Honorarzone’ typerende gebouwen. De indeling in een bepaalde ‘Honorarzone’ is afhankelijk van de moeilijkheidsgraad die de werkzaamheden van de architect wordt toegedicht met betrekking tot het desbetreffende bouwwerk. Honorarzone 1 bevat de meest ‘eenvoudige’ gebouwen (bijvoorbeeld een loods), Honararzone 5 de meest ‘moeilijke’ objecten (bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis). Punt 3: Paragraaf 16 van de ‘Honorarordnung’ bevat een honorariumtabel (‘Honorartafel’) waaruit het architectenhonorarium kan worden afgelezen op basis van de ‘Honorarzone’ en de ‘anrechenbare Kosten’. De tarieven kennen een boven- en benedengrens, waarvan de marge bij wet geregeld is. Zonder nadere afspraak bij de totstandkoming van het contract geldt het minimumtarief. Van deze afspraak kan dan niet meer worden afgeweken. Punt 4: De hoogte van het honorarium wordt verder bepaald door de omvang van de in paragraaf 15 ‘Grundlagenermittlung’ tot ‘Objektbetreuung und Dokumentation’ (zie paragraaf 3.9).
09
Voor in de HOAI omschreven werkzaamheden is naleving van de HOAI-bepalingen voor iedereen wettelijk verplicht, zowel bij publieke als bij private opdrachten. Ook zij die geen architect of ingenieur zijn, maar wel werkzaamheden uitvoeren die in de HOAI beschreven worden, zijn verplicht volgens de HOAI te werken. Alleen als het gaat om werkzaamheden die niet in de HOAI omschreven staan, hebben de opdrachtgever en de architect de mogelijkheid om in onderling overleg eigen afspraken te maken met betrekking tot de vergoeding. Voor de omzetbelasting (BTW) geldt in zijn algemeenheid dat diensten met betrekking tot onroerende zaken worden belast in het land waar de onroerende zaak is gelegen. Voor informatie over de omzetbelasting in uw specifieke situatie kunt u contact opnemen met de Belastingdienst, telefoonnummer 0800 - 0443. De HOAI kan onder andere besteld worden bij de Bundesanzeigerverlag te Keulen en de Bauverlag GmbH in Wiesbaden (ISBN 3-7625-3087-4) (zie de adressenlijst achterin).Tevens is een pocketuitgave verkrijgbaar (ISBN 3-423-05034-9) van de Deutscher Taschenbuch Verlag (DTV) waarin de HOAI en de VOB zijn opgenomen, alsmede de ‘Makler- und Bauträgerverordnung’ (MaBV) en enige relevante paragrafen uit het ‘Bürgerliches Gesetzbuch’ (BGB). Deze pocketuitgave is te koop in de meeste Duitse boekhandels. 3.2 VERTEGENWOORDIGINGSBEVOEGDHEID VAN DE ARCHITECT In de Bondsrepubliek Duitsland speelt de architect over het algemeen ook bij de uitvoering van de bouw een belangrijke rol. Veelal heeft de opdrachtgever daartoe met de architect een overeenkomst (Architektenvertrag) gesloten. In deze overeenkomst wordt in principe ook vastgelegd welke werkzaamheden tot het takenpakket van de architect behoren (zie paragraaf 3.3) en over welke (vertegenwoordigings) bevoegdheden de architect beschikt. Met name met betrekking tot de ‘Verdingungsordnung für Bauleistungen’ (VOB) is het van belang te weten over welke volmachten men als architect beschikt. De VOB geldt als de Duitse ‘bouwbijbel’ en wordt in de praktijk nauwgezet nageleefd, waarbij vaak getracht wordt het uiterste uit de VOB-bepalingen te halen. De VOB bestaat uit drie delen, te weten A, B Architectendiensten in Duitsland
en C (zie paragraaf 3.3.6 e.v.). De VOB A regelt de öffentlichrechtliche Vergabeverfahren, waarbij B en C het verdragrecht van de BGB door speciale regelingen completeren. De VOB is geen wet, noch een rechtsverordening. De VOB omvat de Allgemeinen Vertragsbedingungen für die Ausführung von Bausleistungen en hoort bij de AGB's (Allgemeine Geschäftsbedingungen). De VOB is aan de BGB onderhevig en moet voor ieder geval uitdrukkelijk afgesproken worden. De VOB is alleen een krachtig middel als hij algeheel wordt toegepast. Is de VOB geen onderdeel van het contract, dan is alleen de BGB van toepassing. Met betrekking tot de architectenovereenkomst is met name deel B van de VOB van belang, waarin de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer geregeld is. Deel B van de VOB bestaat uit achttien paragrafen en is min of meer vergelijkbaar met de Nederlandse UAV. Verwijzing naar VOB-paragrafen gebeurt op de volgende wijze: § 2 Nr. 8 Abs. 1 S. 2 VOB/B betekent dat verwezen wordt naar regel 2 in lid 1 van nummer 8 van paragraaf 2 in deel B van de VOB. Deze methode wordt ook in het verdere verloop van dit hoofdstuk gehanteerd. 3.2.1 Positie van de architect in geval van een uitdrukkelijke volmacht Normaal gesproken verleent de opdrachtgever (Bauherr) de architect door middel van een verklaring een bepaalde volmacht (‘Innenvollmacht’).Voor zover in deze verklaring is vastgelegd over welke volmachten de architect kan beschikken, is meteen duidelijk welke vertegenwoordigingsbevoegdheden hij namens de opdrachtgever heeft tegenover bouwondernemers. In geval van een algehele volmacht strekt deze zich uit over de afgifte en ontvangst van (eenzijdige) verklaringen van de partijen, voorzover deze in deel B van de VOB zijn geregeld. Hiertoe behoort ook de erkenning van uurloonbriefjes (‘Stundenlohnzettel’) en de juridische oplevering, de daadwerkelijke juridische overdracht van bouwwerk van de opdrachtnemer aan de opdrachtgever. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van de architect voor het verstrekken van opdrachten voor niet in het bestek opgenomen aanvullende voorwaarden is geregeld in § 1 Nr. 4 VOB/B.
10
De architect heeft echter nooit de bevoegdheid voortijdig namens de opdrachtgever een aannemingsovereenkomst te beëindigen. Temeer daar een dergelijke activiteit haaks staat op zijn taken en belangen als architect, namelijk het gezamenlijk met de aannemer(s) verwezenlijken van een bouwproject.
-
3.2.2 Positie van de architect zonder een uitdrukkelijke volmacht Van groot belang is de vraag of een architect, die met de bouwuitvoering belast is, ook zonder uitdrukkelijke volmacht van de opdrachtgever door middel van een soort ‘minimale volmacht’ (‘originäre Vollmacht’) over vertegenwoordigingsbevoegdheden beschikt. Er is inderdaad sprake van een soort ‘minimale volmacht’. De omvang ervan is echter sterk afhankelijk van de specifieke situatie. De ‘minimale volmacht’ geeft de architect de bevoegdheid namens de opdrachtgever bepaalde handelingen te verrichten. Zo heeft hij de bevoegdheid: - de opdrachtnemer aanwijzingen te geven teneinde de uitvoering van de werkzaamheden volgens overeenkomst te waarborgen (vgl. § 4 Nr. 1 Abs. 3 § 1 VOB/B), zoals het constateren van gebreken en het geven van opdrachten voor het verhelpen ervan. - een technische oplevering te doen (vgl. § 12 Nr. 2b VOB/B), echter nadrukkelijk niet de juridische oplevering! De architect is tevens bevoegd namens de opdrachtgever bepaalde verklaringen van de opdrachtnemer in ontvangst te nemen. Ter illustratie volgen hier enkele voorbeelden van dergelijke verklaringen:
Volgens vonnis van de OLG Düsseldorf van 29.02.2000 (Az: 5 U 10/99) mag de architect niet over de financiën van de opdrachtgever beschikken als dit niet uitdrukkelijk schriftelijk is afgesproken. Dit betreft de § 2 Nr. 6 VOB/B. Is de waarde van de hoofdopdrachtsom bijvoorbeeld € 500.000,- dan wordt een opdracht met een waarde van circa € 2.550,- à € 5.000,- nog gezien als ‘zeer gering’ ten opzichte van de hoofdopdrachtsom.De architect is niet bevoegd om wijzigingen aan te brengen met betrekking tot de aannemingsovereenkomst, zoals bijvoorbeeld over de vastgestelde datum van eindoplevering. Wanneer de architect slechts over een ‘minimale volmacht’ beschikt mag hij in feite niets doen dat de opdrachtgever met betrekking tot het bouwproject op enigerlei wijze zou kunnen benadelen. Volgens vonnis van de OLG Düsseldorf van 29.02.2000 (Az: 5 U 10/99) mag de architect niet over de financiën van de opdrachtgever beschikken, als dit niet uitdrukkelijk schriftelijk is vastgehouden. Dit betreft de paragraaf 2 Nr. 6 VOB/B.
-
-
-
offertes van de opdrachtnemer. uitleg en aanwijzingen van de opdrachtnemer met betrekking tot de door hem ingediende rekening, indien de eindafrekening tot de taken van de architect behoort. het voorbehoud van de opdrachtnemer ten aanzien van de door de opdrachtgever gedane eindafrekening (Schlußzahlung), eveneens voor zover de architect bij de eindafrekening betrokken is (vgl. § 16 Nr. 3 Abs. 5 VOB/B). hij mag uurloonbriefjes in ontvangst nemen namens de opdrachtgever, hij kan echter niet namens de opdrachtgever de juistheid ervan erkennen tegenover de opdrachtnemer.
Architectendiensten in Duitsland
indien de opdrachtnemer bedenkingen heeft ten aanzien van de geplande uitvoering of de te gebruiken materialen, dan kan hij dit kenbaar maken aan de architect in plaats van aan de opdrachtgever, voor zover zijn bedenkingen niet direct betrekking hebben op de werkzaamheden van de architect.
3.3 STANDAARDWERKZAAMHEDEN Onderstaande figuur geeft een inschatting van de bouwkosten gerelateerd aan de fases van het bouwproces met procentuele afwijkingen. 3.3.1 Grundlagenermittlung De ‘Grundlagenermittlung’ is te vergelijken met de ‘inhoud van de opdracht’ in Nederland. Architect en opdrachtgever bespreken aard, inhoud en omvang van het te realiseren project. Dit wordt in het Duits ‘Klärung der Aufgabenstellung’ genoemd. Architect en opdrachtgever stellen samen een basisprogramma op waaruit het programma van eisen, de zogenaamde ‘Baubeschreibung’, voortvloeit. Verder worden de voor de uitvoering noodzakelijke constructeur (‘Statiker’) en ingenieurs benaderd. De gang van zaken tijdens de ‘Grundlagenermittlung’ wijkt in wezen niet van de Nederlandse situatie af. Volgens LP 1 HOAI is de architect verplicht objectief adviesgevend de 11
opdrachtgever tegenover te staan. Dit wordt
Leistungsphasen der HOAI
geregeld in de paragraaf 15 HOAI, Beratungspflicht.
Stufen der Kostenermittlungsverfahren
Grundlagenermittlung
Vorplanung
Kostenschätzung
Entwurfplanung Genehmigungsplanung
Kostenberechnung
Ausführungsplanung
Vorbereiting der Vergabe
Kostenanschlag
Mitwirkung bei der Vergabung Bauüberwachung
Kostenfeststellung
Objektbetreuung und Dokumention
Figuur 3 Toleranzbereich bei Kostenermittlung
3.3.2 Vorplanung Om een voorlopig ontwerp te kunnen maken, moet de architect op de hoogte zijn van het stedenbouwkundige kader waarbinnen het bouwterrein valt. Er moet worden nagegaan of de bouwlocatie deel uitmaakt van een ‘rechtskräftigen Bebauungsplan’ of valt onder paragraaf 34 van het ‘Baugesetzbuch’ (BauGB) dat te verkrijgen is bij de Bundesanzeigerverlag in Keulen (zie adressenlijst achterin). Het ‘rechtskräftigen Bebauungsplan’ bestaat uit twee delen, een ‘Flächennutzungsplan’, te vergelijken met het bestemmingsplan in Nederland, en het ‘Bebauungsplan’ waarin de stedenbouwkundige randvoorwaarden staan opgesomd. Bij kleine afwijkingen van het ‘Bebauungsplan’ moet er volgens paragraaf 13 van het BauGB toestemming verkregen worden van de gemeente, de buren en van de vertegenwoordigers van openbare belangen. Paragraaf 34 is min of meer te vergelijken met de Nederlandse welstandsbepaling. Belangrijk is in dit verband te vermelden dat er in de Bondsrepubliek geen afzonderlijke Architectendiensten in Duitsland
welstandscommissie bestaat. De instantie die de uiteindelijke bouwvergunning verstrekt, het ‘Bauamt’ (bouw- & woningtoezicht) van stad, gemeente of ‘Kreis’ (district) bepaalt tegelijkertijd in hoeverre het project aan de in paragraaf 34 geformuleerde eis voldoet, die als volgt luidt: ‘Innerhalb der im Zusammenhang bebauten Ortsteile ist ein Vorhaben zulässig,wenn es sich nach Art und Maß der baulichen Nutzung, der Bauweise und der Grundstücksfläche,die überbaut werden soll, in die Eigenart der näheren Umgebung einfügt und die Erschließung gesichert ist. Die Anforderungen an gesunde Wohn- und Arbeitsverhältnisse müssen gewahr bleiben, das Ortsbild darf nicht beeinträchtigt werden.’ In veel deelstaten wordt een Grünordnungsplan (GOP) toegepast op ‘ooghoogte’ van het Bestimmungsplan. In de HOAI § 46 van 01.01.2002 is de vergoeding omschreven. Nadat het voorlopig ontwerp op papier is gezet, maakt de architect een kostenraming. Over het algemeen is voor deze raming de DIN 276 van 12
toepassing. De DIN 276 schrijft voor hoe een kostenraming dient te worden opgesteld en is zoals de overige DIN-Normen te verkrijgen via de boekhandel of via de Beuth Verlag te Berlijn (zie adreslijst achterin). 3.3.3 Entwurfsplanung Aan het begin van deze fase stelt de architect een ‘Objektbeschreibung’ op, dat wil zeggen, hij maakt een omschrijving van de toe te passen constructies, installaties, materialen, afwerkingen en kleuren. Hierbij kan de DIN 276 als hulpmiddel dienen, omdat deze de samenhang tussen ‘Objektbeschreibung’ en bouwkosten duidelijk maakt. Zijn alle voor het ontwerp kenmerkende elementen doordacht, dan is het moment bereikt dat met het tekenen van het definitieve ontwerp kan worden begonnen. Omdat de belangrijkste gegevens voor de stedenbouwkundige ordening reeds bekend zijn, worden de tekeningen voor het definitieve plan vrij gedetailleerd, in de regel op een schaal van 1:100, gemaakt. De ‘Entwurfsplanung’ omvat tekeningen van de plattegronden, de gevels, de belangrijkste doorsneden en een situatieschets (het zogenaamde ‘Lageplan’). Ook maakt de architect in deze fase een berekening van de totale bouwkosten,weer aan hand van de DIN 276. Vanzelfsprekend dient de architect hierbij de wetten en de technische voorschriften van de bouwverordening, de ‘Landesbauordnung’ in acht te nemen. De ‘Landesbauordnung’ CLBO is de belangrijkste regeling voor het bouwen in Duitsland en wordt door ieder deelstaatparlement, de ‘Landtag’, afzonderlijk vastgesteld. Zonder voldoende kennis van de desbetreffende ‘Landesbauordnung’ zal men er waarschijnlijk niet in slagen een ‘genehmigungsfähige Entwurfsplanung’ te ontwerpen, dat wil zeggen een ontwerp te maken dat aan alle eisen voor de bouwvergunning voldoet. Het is dus uitermate belangrijk dat men zich de wetten, voorschriften en regels van de ‘Landesbauordnung’ eigen maakt. Gezien de berg verordeningen (Abstandsflächenverordnung, Baunutzungsverordnung, Feuerungsverordnung, Wärmeschutzverordnung, Wärmeschutzüberwachungsverordnung, et cetera) ligt het voor de hand een samenwerkingsverband met een Duitse collega-architect aan te gaan. Een gebouw, gebouwd volgens het Bouwbesluit 2003 c.q. 2005 voldoet in grote lijnen aan alle Architectendiensten in Duitsland
LBO's. Belangrijk zijn de specifieke wetten en verordeningen, vooral de En EV (EnergieEinsparVerordnung). In 2006 verschijnt een nieuwe versie, waarbij de Europese regel omtrent het energielabel vanaf medio 2006 zal worden geïmplementeerd.In Duitsland wordt het label Energiepass of Energieausweis genoemd. Een samenwerkingsverband met constructeur- en/of adviesbureaus (Energienerater) is in dit opzicht vaak zinvoller dan met een architect. Het is mogelijk dat de de architect voor een SiGeKo Sicherheitsund Gesundheitsschutzkoordination (siGe-Plan) moet zorgen, te vergelijken met het V&G- plan in Nederland. De SiGeKo is niet in de HOAI geregeld. De werkzaamheden worden tijdens de LP 4 t/m 9 verricht. De SiGe-Plan is gebaseerd op de Baustellenverordnung (BaustellV). 3.3.4 Genehmigungsplanung Gaat de opdrachtgever met het door de architect opgestelde definitieve ontwerp akkoord, dan kan de bouwaanvraag worden ingediend. In de ‘Verordnung über Bauantrag und Bauvorlagen im bauaufsichtlichen Genehmigungsverfahren’, afgekort de ‘Bauvorlagenverordnung’, die een onderdeel van de ‘Landesbauordnung’ is, staat welke stukken de aanvraag voor een bouwvergunning moet omvatten. Dit zijn onder meer: - een ondertekend aanvraagformulier bouwvergunning (‘Bauantragformular’). - een officiële situatietekening (‘amtlicher Lageplan’) die bij de gemeente, tegen betaling, moet worden besteld vervaardigd door een officiële landmeter, schaal 1:500. - plattegronden, doorsneden, gevelaanzichten, schaal 1:100. - een nauwkeurige bouwbeschrijving (‘Baubeschreibung’). - berekeningsoverzichten met betrekking tot de constructies (‘Statikantrag’), warmte-isolatie (EnEVRapport), geluidsisolatie (‘Schallschutzantrag’) en brandveiligheid (‘Brandschutzantrag’). - een plan van het leiding- en rioleringstelsel (‘Entwässerungsantrag’). - berekening van de ‘Grundflächenzahl’ (GRZ) en de ‘Geschoßflächenzahl’ (GFZ). - berekening oppervlakten (verhouding ‘Wohn’/’Nutzfläche’) en inhouden (Rauminhalt). - berekening van de bouwkosten. 13
-
een ‘Dispenzantrag’, indien wordt afgeweken van het ‘Bebauungsplan’. stukken opgesteld door derden die aan het project betrokken zijn.
Al deze voor de bouwaanvraag noodzakelijke gegevens worden door de architect bij de gemeente ingediend. De officiële aanvrager is echter de opdrachtgever en niet de architect. Voor het verkrijgen van een bouwvergunning zijn twee procedures: de vereenvoudigde procedure,‘vereinfachtes Genehmigungsverfahren’ en de gewone procedure, ‘normales Genehmigungsverfahren’. In het ‘vereinfachtes Genehmigungsverfahren’ wordt alleen maar nagegaan of het ontwerp overeenkomstig de afspraken is getekend. Er wordt geen technische/ statische controle uitgevoerd. Deze procedure wordt toegepast bij kleinere projecten, zoals bijvoorbeeld eengezinshuizen. De wachttijd tussen bouwaanvraag en bouwvergunning bedraagt hier gemiddeld zes weken. In paragraaf 64 van de ‘Bauordnung NRW’ staan de projecten waarop de vereenvoudigde procedure kan worden toegepast nader omschreven. Bij grotere projecten is het ‘normales Genehmigungsverfahren’ van kracht. Hier worden ook technische normen gecontroleerd. De gemiddelde duur van dit proces verschilt van gemeente tot gemeente en schommelt in de regel tussen de drie en vijf maanden. De uiteindelijke bouwvergunning wordt verstrekt door het ‘Bauamt’ van stad, gemeente of ‘Kreis’.
constructietekeningen. Deze bewerkte tekeningen dienen als basis voor de constructeur en de ingenieurs die de tekeningen voor hun vakgebied uitwerken en aan de architect voorleggen. Aansluitend preciseert de architect de werkzaamheden van de afzonderlijke aannemers op de bouwplaats, zoals de aannemer van de ruwbouw, de timmerman, de loodgieter et cetera. De afzonderlijke werkzaamheden wordt in het Duits ‘Gewerke’ genoemd. Stap voor stap worden voor iedere fase van de bouw alle constructies en details ontwikkeld, getekend en becommentarieerd zodat elke onderaannemer weet hoe de uitvoering moet zijn. Afhankelijk van de complexiteit van de uitvoering tekent de architect de uitvoerings-, detailen constructietekeningen op een schaal van 1:50 tot 1:1. Maar, ook al zijn alle plannen nu nauwkeurig uitgewerkt, toch zal het tijdens de uitvoering noodzakelijk blijven deze werk- en detailtekeningen voor bepaalde ‘Gewerke’ hier en daar te veranderen of aan te vullen.
Het is mogelijk voor indiening van de aanvraag voor de bouwvergunning de plannen te laten toetsen door het ‘Bauamt’, de zogenaamde ‘Antrag auf Vorbescheid’. Het ‘Bauamt’ geeft dan advies in hoeverre het ingediende ontwerp aan de eisen voldoet.
3.3.6 Vorbereitung der Vergabe De architect stelt alle gegevens samen voor de aanbesteding. De ‘Verdingungs-ordnung für Bauleistungen’ afgekort de VOB, speelt hierbij een belangrijke rol. De VOB geeft duidelijke en uniforme beginselen voor de verschillende vormen van aanbesteding, voor de gunning en de uitvoering en is onderverdeeld in drie delen: - deel A omvat regelingen en voorwaarden voor de aanbesteding en gunning van bouwopdrachten en is te vergelijken met het Nederlandse UAR. - deel B beschrijft de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens en na de uitvoering alsmede hun rechten en plichten en is te vergelijken met de Nederlandse UAV. - deel C geeft een opsomming van de technische bepalingen.
3.3.5 Ausführungsplanung De ‘Ausführungsplanung’, het voor de uitvoering gereed maken van de tot nu toe verzamelde gegevens, verloopt trapsgewijs en meestal hand in hand met de volgende fase, de ‘Vorbereitung der Vergabe’. Het hele project wordt, uitgaande van de tekeningen van de ‘Entwurfsplanung’ en de ‘Genehmigungsplanung’, nauwkeurig uitgewerkt en gedetailleerd.De architect maakt definitieve en complete uitvoerings-,detail- en
Vooral deel C is voor de ‘Vorbereitung der Vergabe’ essentieel, want hierin staan de DIN-Normen opgesomd die van toepassing zijn voor de verschillende werkzaamheden. DIN staat voor ‘Deutsches Institut für Normung’. Dit instituut stelt normen op voor een groot aantal producten – waaronder producten voor de bouw – die in Duitsland toegepast worden en keurt deze. De werkzaamheden zijn vergelijkbaar met die van het Nederlandse Normalisatie-instituut (NEN) in
Architectendiensten in Duitsland
14
Nederland. De VOB schrijft voor dat de aanbesteder – in de regel de architect in opdracht van de opdrachtgever – het uit te voeren werk eenduidig en volledig omschrijft. Deze werk-omschrijving bestaat op zich weer uit twee documenten: - de ‘Leistungsbeschreibung’, waarin onder andere de materialen worden omschreven. - het ‘Leistungsverzeichnis’, waarin onder meer de hoeveelheden van de te leveren materialen zijn berekend en de te verrichten ‘Leistungen’,werkzaamheden, staan opgesomd. Het ‘Leistungsverzeichnis’ vormt hiermee de basis voor het contract met de verschillende aannemers. Het ‘Leistungsverzeichnis’ van het aan te besteden werk wordt samengesteld uit tal van inschrijfstaten, de ‘Positionen’ die heel gedetailleerd omschreven zijn. Iedere inschrijfstaat heeft betrekking op één bepaald onderdeel van het gehele werk, vanaf de eerste spade tot en met de oplevering.Kortom, de architect moet zeer gedetailleerde bestekken opstellen. De constructeur en de ingenieurs maken eveneens voor hun vakgebied ‘Leistungsbeschreibungen’ en ‘Leistungsverzeichnisse’, welke de architect op zijn beurt in het gehele concept moet betrekken en op elkaar moet afstemmen. De VOB is, evenals de verschillende toelichtingen hierop, onder andere te verkrijgen bij de Bundesanzeigerverlag in Keulen en bij het NEN in Delft (zie de adressenlijst achterin). In deze fase heeft de architect de coördinerende rol tussen de verschillende aannemers. In tegenstelling tot de situatie in Nederland maakt hij over het algemeen niet één totaalbestek, maar hij stelt aparte bestekken voor alle bouwonderdelen op. Van enorm belang zijn hierbij de voorschriften voor het opstellen van deze bestekken zoals beschreven in de VOB met de in deel C opgesomde DIN-Normen. Wel moet in dit verband nog worden opgemerkt dat er in de Bondsrepubliek ook bouwbedrijven zijn – zogenaamde ‘Generalunternehmer’ – die de deelbestekken maken en de coördinatie tijdens de uitvoeringsfase verzorgen (zie paragraaf 1.3). Een goede kennis van de VOB in het algemeen en van de DIN-Normen in het bijzonder, is voorwaarde voor het opstellen van de bestekken. Als men voor de eerste keer een opdracht in Duitsland uitvoert, dan is het absoluut noodzakelijk om hierbij samen te werken met een Duitse architect. Door een samenwerkingsverband kunnen problemen voor en Architectendiensten in Duitsland
na de ‘Vorbereitung der Vergabe’ worden voorkomen. 3.3.7 Mitwirkung bei der Vergabe In principe bepaalt de opdrachtgever voor welke vorm van aanbesteding gekozen wordt: de openbare, de beperkte of de onderhandse aanbesteding. (Semi-)overheidsinstanties dienen zich bij de vraag al of niet openbaar aan te besteden te houden aan de drempelbedragen zoals die zijn vastgelegd in de Coördinatierichtlijn Aanbestedingen van de Europese Unie. Opdrachten die deze drempelbedragen overschrijden dienen openbaar te worden aanbesteed en worden geplaatst in de databank ‘Tender Electronic Daily’ (TED). Deze aanbestedingen worden tevens gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie, Supplement S. Bedrijven als SdU en CustomerSelekt/TenderSelekt verrichten het zoekwerk op basis van een zoekprofiel tegen een abonnementsprijs. Tevens beschikt de BNA over een handleiding ‘Europees aanbesteden’ die leden van de BNA kunnen verkrijgen bij CustomerSelekt B.V. Openbare opdrachtgevers en opdrachtgevers die gebruik maken van openbare middelen zijn bovendien in vrijwel alle gevallen gebonden aan toepassing van de VOB. De Europese richtlijnen omtrent aanbestedingen zijn sinds 1992 onderdeel van deel A van de VOB. Hierin wordt verder voorgeschreven dat in principe alle opdrachten openbaar aanbesteed dienen te worden. Alleen in bijzondere gevallen kan beperkt of onderhands aanbesteed worden. Private opdrachtgevers hebben de vrije keuze een aanbestedingsvorm te kiezen. Zij kunnen tevens ervoor kiezen – bepaalde delen van – de VOB toe te passen. In de praktijk betekent dit dat maar weinig private opdrachtgevers gebruik maken van deel A van de VOB. De architect stelt de algemene contractvoorwaarden op die naast de ‘Leistungsverzeichnisse’ de basis vormen van het contract. De VOB is bij het opstellen van dit contract een grote hulp. Is namelijk deel B van de VOB onderdeel van het contract, dan kunnen zowel opdrachtgever als opdrachtnemer (de aannemer) ervan uitgaan dat de aan beide kanten vaak verschillende belangen evenwichtig in het contract zijn verwerkt. 15
Hebben de opdrachtgever en de architect overeenstemming bereikt over de in aanmerking komende aannemers, dan verstuurt de architect de bestekken met de daarbij horende staten en tekeningen naar de desbetreffende bedrijven. De aannemers geven vervolgens eenheidsprijzen op voor elke in het ‘Leistungsverzeichnis’ opgenomen ‘Position’. De binnenkomende offertes worden door de architect nauwkeurig gecontroleerd. Hij telt alle ‘Positionen’ op aan de hand van de opgegeven eenheidsprijzen en vergelijkt de door de verschillende aannemers opgegeven prijzen. Eveneens maakt de architect een kostenbegroting volgens de DIN 276 die de totale prijs van de offerte moet omvatten. Uiteindelijk gunt de opdrachtgever het werk, waarbij hij geadviseerd wordt door de architect. Het belangrijkste criterium voor gunning is de combinatie van prijs en kwaliteit van de aanbieding. De aannemer die het ‘meest aannemelijke’ bod gedaan heeft, krijgt daarbij de opdracht gegund. Het is niet zo dat de laagste bieder altijd de opdracht gegund krijgt. Samenwerking met een Duitse collega is hier, gezien zijn kennis van de in de regio gevestigde aannemers en zijn ervaring met partiële aanbesteding, eveneens aan te bevelen. 3.3.8 Objektüberwachung De taken van de architect tijdens de ‘Objektüberwachung’ zijn de volgende: - het vertegenwoordigen van de opdrachtgever in alle zaken die de uitvoering van het werk betreffen. - het opstellen van een tijdschema, het zogenaamde ‘Bauzeitplan’, zodat er een duidelijk beeld ontstaat welke werkzaamheden wanneer en binnen welke tijd moeten worden verricht. - het bijhouden van een ‘Bautagebuch’, waarin hij de algemene voortgang van het project vermeldt en noteert wanneer welke aannemer waar bezig is geweest. - het controleren van montageschema’s van bedrijven en zo nodig het corrigeren van details van ‘Fertigteile’, de geprefabriceerde onderdelen. - het toezicht houden op het verloop van de werkzaamheden. - het keuren van door de verschillende aannemers verrichte werkzaamheden, de Architectendiensten in Duitsland
-
-
zogenaamde ‘Abnahme der Bauleistungen’ en indien nodig het toezicht houden op het herstellen van de gebreken. het aanvragen en het begeleiden van inspecties door de overheid,de ‘Abnahme durch beteiligte Behörden’ teneinde een acceptatie-verklaring voor het gebouw te krijgen. het controleren van de door de aannemers opgestelde eindafrekeningen. het samenstellen van de totale bouwkosten aan de hand van DIN 276. het opleveren van het gebouw aan de opdrachtgever. SiGeKo - toezicht houden op de SiGe-Plan.
Tijdens de directievoering op de bouwplaats komt de coördinerende taak van de architect duidelijk naar voren. Hij heeft niet zoals in Nederland met maar één ‘persoon’ – de hoofdaannemer – te maken, maar moet het werk van alle aannemers coördineren en controleren. Het keuren van de verrichte werkzaamheden kan voor de Nederlandse architect een lastige opgave zijn. De controle en de uiteindelijke goedkeuring van het werk vereisen een goede kennis van de publiekrechtelijke bouwvoorschriften, vooral inzake veiligheid zoals vastgelegd in de ‘Unfallverhütungsvorschriften’ (UVV), en van de ‘allgemein anerkannten Regeln der Technik’, waaronder de uitvoering van het werk overeenkomstig de betreffende Duitse normen én de huidige stand der techniek wordt begrepen. Ook hier geldt dat samenwerking met een Duitse collega zeer aan te bevelen is. In dit verband moet nog worden vermeld dat in de Bondsrepubliek de mogelijkheid bestaat dat de ‘Objektüberwachung’ wordt gedaan door bureaus die hierin geheel gespecialiseerd zijn.Van deze mogelijkheid wordt met name bij grote projecten gebruik gemaakt. Doordat de bouw en het proces steeds ingewikkelder zijn geworden, is ook in de BRD het beroep van Bauprojektmanager van groter belang geworden. 3.3.9 Objektbetreuung und Dokumentation Vóór afloop van de aansprakelijkheidstermijn van de door de verschillende bouwbedrijven uitgevoerde werken, inspecteert de architect nog één keer het hele gebouw. Mogelijke gebreken reclameert hij bij de desbetreffende aannemer. 16
Ten slotte stelt hij alle plannen en alle gegevens over de kosten ter beschikking aan de opdrachtgever. Er is in Duitsland slechts één oplevering, er is geen sprake van een onderhoudstermijn (zie paragraaf 4.3).
-
4 AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT De omvang van de verantwoordelijkheid en daarmee de aansprakelijkheid van de architect is af te leiden van de ‘Leistungspflichten’, de verplichtingen die hij op zich heeft genomen bij het aanvaarden van de opdracht. Deze ‘Leistungspflichten’ staan nader omschreven in de HOAI, het BGB (Bundesgesetzbuch) en het tussen de opdrachtgever en de architect gesloten werkcontract (Werkvertrag). In tegenstelling tot DNR waar de omvang van de schadevergoeding een maximum kent, is er in Duitsland sprake van onbeperkte aansprakelijkheid. Onderling kunnen afspraken worden gemaakt om de aansprakelijkheid omlaag te brengen. Wél is de minimum dekking bij persoonlijke schade € 500.000 en bij materiële schade € 250.000. De VOB geeft een aansprakelijkheidsduur van 5 jaar voor zichtbare schades en 10 jaar voor verborgen gebreken van het gebouw. 4.1 VERHOUDING TUSSEN OPDRACHTGEVER EN ARCHITECT In het kort kan het volgende gezegd worden: - Voordat het architectencontract wordt getekend, is er sprake van een ‘vorvertragliches Vertrauensverhältnis’. De architect heeft de plicht om de opdrachtgever objectief van advies te voorzien, ook al is dat soms niet in zijn eigen voordeel. Dit houdt in, dat voor het sluiten van een contract tussen de betrokken personen, contacten worden gelegd, gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Verstrekt de architect bewust verkeerde informatie om de opdracht binnen te halen, dan wordt hij aansprakelijk gesteld voor de eventuele schade die de opdrachtgever daardoor kan lijden. - De architect moet zijn contractuele verplichtingen binnen de hiervoor gestelde termijn nakomen. Hij moet zich eveneens houden aan eventueel gegeven garanties voor de bouwkosten en het tijdschema. Hij moet Architectendiensten in Duitsland
waken voor de technische en architectonische kwaliteit van zijn werk dat geen gebreken mag vertonen. De opdrachtgever kan bij gebreken zowel de architect als de aannemer aanspreken, ongeacht de schuldvraag. In de meeste gevallen wordt de architect aangesproken, met name wanneer de aansprakelijkheidsduur van de aannemer is afgelopen of deze failliet is gegaan. Na de oplevering dient de architect zijn ‘nachvertraglichen Pflichten’ na te komen. Dit betekent dat hij na het verrichten van zijn werkzaamheden de opdrachtgever informeert over mogelijke of ontstane gebreken. Volgens Gewährleistungsrecht §§ 633 ff BGB geldt vanaf 1 januari 2002 een aansprakelijksduur van drie jaar.
4.2 VERHOUDING TUSSEN ARCHITECT EN DERDEN - In verband met de gunning van de werkzaamheden is de architect samen met de opdrachtgever ervoor verantwoordelijk dat de aanbestedingsprocedure volgens de voorschriften verloopt. Wordt deze procedure incorrect uitgevoerd zodat bijvoorbeeld de aannemers schade oplopen, dan is de architect ten dele aansprakelijk voor deze schade. - De architect is verantwoordelijk voor het werk dat zogenaamde ‘Erfüllungsgehilfen’ uitvoeren.‘Erfüllungsgehilfen’ zijn de door de architect ingeschakelde medewerkers. Hieronder vallen ook ingenieurs en andere architecten waarmee hij een ‘Unterauftrag’ sluit. Dat houdt in dat hij, en niet de opdrachtgever, een contract met deze derden afsluit. De architect is dus in dit geval voor zijn medewerkers en de door hem ingeschakelde ingenieurs en architecten aansprakelijk tegenover de opdrachtgever. - Het is ook mogelijk dat de architect en de deskundigen die door de opdrachtgever zijn ingeschakeld samen aansprakelijk zijn voor eventuele gebreken. Hier is sprake van een ‘gesamtschuldnerische Haftung’. - De architect moet tijdens de planning en uitvoering rekening houden met de aan het bouwterrein grenzende buren. Heeft bijvoorbeeld een verkeerd gesitueerde bouwput onmiddellijke gevolgen voor de omringende
17
-
-
terreinen, dan kan de daardoor veroorzaakte schade op de architect worden verhaald. Voert de architect de directie op de bouwplaats, dan dient hij er rekening mee te houden dat hij ook aansprakelijk kan worden gesteld voor ongevallen op de bouwplaats. De bank die het project financiert gaat ervan uit dat de informatie over de ontwikkelingen van de werkzaamheden die door de architect verstrekt wordt, correct is. Is dit niet het geval dan stelt de bank de architect aansprakelijk voor de eventuele schade.
4.3 AANSPRAKELIJKHEIDSDUUR De aansprakelijkheidsduur voor architecten bedraagt vijf jaar volgens paragraaf 638 van het BGB. De aansprakelijkheidstermijn, de ‘Gewährleistungsfrist’, gaat in bij de oplevering van het werk. Er is in Duitsland sprake van slechts één oplevering. Er hoort in principe een geformaliseerde oplevering plaats te vinden,waarbij opdrachtgever en opdrachtnemer het object inspecteren en een zogenaamd ‘Abnahmeprotokoll’ opstellen. Blijft een formele oplevering achterwege, dan kan er een vormloze, een fictieve, of een stilzwijgende oplevering plaats vinden. Dit kan echter alleen wanneer een geformaliseerd oplevering niet als voorwaarde is opgenomen in de aannemingsovereenkomst! - Van een vormloze oplevering (‘Abnahme durch ausdrückliche formlose Erklärung’) is sprake wanneer de opdrachtgever bewust geen gebruik wenst te maken van een geformaliseerde oplevering. Hij verklaart geen bezwaren te hebben met betrekking tot de door de opdrachtnemer geleverde prestatie. - Er is sprake van een fictieve oplevering wanneer de opdrachtnemer de opdrachtgever duidelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden voltooid zijn en de opdrachtgever niet binnen twaalf werkdagen aangeeft een geformaliseerde oplevering te wensen. Daarnaast is er sprake van een fictieve oplevering wanneer de opdrachtgever het bouwwerk geheel of gedeeltelijk voor meer dan zes werkdagen in gebruik neemt. Een fictieve oplevering is alleen mogelijk wanneer deel B van de VOB van toepassing is. - Een stilzwijgende oplevering vindt plaats wanneer geen geformaliseerde oplevering plaats Architectendiensten in Duitsland
vindt, maar de opdrachtgever de rekening betaalt of het bouwwerk sinds meer dan één maand in gebruik neemt. De architect blijft gedurende dertig jaar aansprakelijk in geval van opzet of grove nalatigheid, (‘arglistiges Verschweigen’ of ‘arglistiges Verhalten’) en voor alle daaruit voortvloeiende schade. 4.4 BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN MET NEDERLAND In Duitsland wordt men niet alleen aansprakelijk gesteld voor gebreken die de stevigheid aantasten, maar ook voor gebreken die de waarde of de geschiktheid voor het bedoelde gebruik tenietdoen of reduceren. Ook een ‘Verstoß gegen die allgemein anerkannten Regeln der Technik’, wat wil zeggen het niet uitvoeren van het werk overeenkomstig de betreffende Duitse normen en de stand der techniek, is een reden voor aansprakelijkheidsstelling. Als gevolg van de grotere coördinerende taak die de architect heeft, neemt ook de omvang van zijn aansprakelijkheid - vergeleken met Nederland - toe. Voor behandeling van geschillen ten aanzien van gebreken aan het verrichte werk, kan er gekozen worden voor arbitrage (‘Schiedsgerichtverfahren’). Het is niet eenduidig te stellen of het inschakelen van een arbitrageinstituut sneller of goedkoper is dan de gang naar de burgerrechter. 4.5 AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING Een aansprakelijkheidsverzekering, een‘Haftpflichtversicherung’, is in Duitsland verplicht en moet samen met de bouwaanvraag worden ingediend. De verzekering kan worden afgesloten voor één persoon, voor een bureau of voor een bepaald bouwwerk. Verzekert een Nederlandse verzekering naar Duitse voorschriften, dan kan men deze aanhouden. In dit geval moet deze verzekering wel eerst officieel goedgekeurd worden door de ‘Architektenkammer’. In de deelstaten Nordrhein-Westfalen, Brandenburg en Niedersachsen is deze toetsing niet (meer) noodzakelijk. In plaats hiervan dient men een kopie van de verzekering te overhandigen bij het indienen van de aanvraag van de bouwvergunning. De plaatselijke autoriteiten keuren de verzekering alvorens de bouwvergunning verleend wordt.
18
5 Figuur 4Aansprakelijkheid
DUITSE CULTUUR 5.1 CULTUURVERSCHILLEN
Architectendiensten in Duitsland
19
Bij een eerste kennismaking met de Duitse bouwbranche wordt men vaak geconfronteerd met cultuurverschillen tussen Duitsland en Nederland. Voor veel Nederlandse architecten en bedrijven vormen deze cultuurverschillen een belangrijk obstakel voor succesvol zakendoen. Het omgaan met cultuurverschillen is een leerproces. De cruciale vraag is: hoe anders is de ander en waarom? Om irritaties en conflicten te voorkomen is het noodzakelijk de ander te analyseren en te begrijpen. Natuurlijk is het onmogelijk zoiets als dé Duitse cultuur en mentaliteit te omschrijven, zonder het risico te lopen in stereotypen en vooroordelen te vervallen. De beschrijving in dit hoofdstuk geeft een algemeen beeld dat in veel gevallen geldt, de individuele situatie kan hier sterk van verschillen. 5.2 MACHT EN HIËRARCHIE In Nederland bestaat een diepgeworteld wantrouwen tegen absolute macht; een sterke topdown benadering wordt in Nederland met moeite geaccepteerd. In Duitsland is de situatie anders, men is meer gewend aan een sterk gezag. Binnen organisaties bestaat een sterke verticale hiërarchie. Er wordt veel waarde gehecht aan rangen en standen en het respect voor iemand die hoger in de hiërarchie een plaats heeft is groot. Als gevolg hiervan dient een Duitse werknemer zijn acties te allen tijde van te voren te verifiëren bij zijn baas, en die bij zijn baas, et cetera. Dit brengt weer met zich mee dat er in Duitsland over het algemeen weinig ruimte is voor improvisatie. Werkzaamheden en verantwoordelijken zijn vaak nauwkeurig vastgelegd in procedures, protocollen en voorschriften waar niet snel van afgeweken wordt. Nieuwigheden worden niet zo vlot geaccepteerd. Voor een bepaald onderwerp is er binnen een organisatie vaak maar één juiste contactpersoon, anderen zullen zich niet in zijn/haar gebied begeven (veelgehoord motto: ‘dafür bin ich nicht zuständig’). Zo gaat bijvoorbeeld de aanvraag van een bouwvergunning langs een groot aantal personen binnen het ‘Bauamt’, die de aanvraag op hun specifieke vakgebied toetsen. Wanneer een van de bevoegde personen afwezig is, blijft de aanvraag hier steken totdat de desbetreffende persoon zijn goedkeuring heeft gegeven. De aanvraag wordt in zo’n geval niet overgenomen Architectendiensten in Duitsland
door een collega uit een ander vakgebied. Hierdoor treedt vaak – in de ogen van Nederlanders onnodige – vertraging op. Bij onderhandelingen maakt men om dezelfde reden vaak mee dat de Duitse delegatie met meer vertegenwoordigers aan tafel zit dan de Nederlandse. Deze op hiërarchie gebaseerde samenleving heeft een belangrijke invloed op de omgangsvormen. De mentaliteit van Duitsers is anders dan die van Nederlanders. Duitsers kenmerken zich door een formele en zakelijke houding. Collega’s die al vele jaren samenwerken noemen elkaar steevast ‘Herr Doktor Kohl’ of ‘Frau Schmidt’. Maatschappelijke status en het duidelijk uiten hiervan speelt voor Duitsers een grotere rol dan voor Nederlanders en is ook meer geaccepteerd. Het is in het zakelijke verkeer de gewoonte om een zekere afstand te bewaren. Kenmerkend voorbeeld hiervan is het gebruik van het woord ‘Du’. Het ‘Du’-tzen impliceert in Duitsland een langdurig en intensief persoonlijk contact. Het gebruik van het woord ‘Du’ wanneer men elkaar nog niet zo goed kent is daarom uit den boze. 5.3 OMGANG MET DUITSERS Belangrijk verschil in de omgang met Duitsers is de benadering van zakelijke kwesties. De Duitser onderhandelt ‘positiegericht’, hij is erop gericht zijn uitgangspunten – koste wat het kost – te realiseren. De Nederlander denkt ‘procesgericht’ en begint aan de onderhandelingen met het idee dat ‘de waarheid ergens in het midden zal liggen’. Het resultaat van de onderhandelingen is in zijn optiek altijd een compromis. Het woord compromis heeft voor Duitsers echter de klank van een nederlaag. Tijdens vrijblijvende gesprekken wordt over het algemeen niet gesproken over privéaangelegenheden. Geschiktere gespreksonderwerpen zijn het land, politiek, cultuur en sport. Met name de ‘Heimat’ (de plaats van herkomst, de thuishaven) is voor een Duitser belangrijk, belangrijker dan Duitsland zelf. Dit hangt vooral samen met de grote verschillen tussen de zestien deelstaten. Een inwoner van Bayern voelt zich in de eerste plaats een ‘Bayer’ en geen Duitser. De Duitser bestaat dan ook niet. Daarnaast is men in Duitsland trots op het culturele erfgoed (met name de ‘Dichter und Denker’). De ‘Heimat’ en ‘Kultur’ kunnen daarom goed als gespreksonderwerp dienen.
20
Het volgende lijstje geeft een aantal tegenstellingen in de zakelijke omgang van Duitsers en 4 Nederlanders. Duitsland: - Posities innemen. - De zakenpartner is óf een vriend óf een vijand. - Is men zacht tegen de persoon, dan is men zacht in de benadering van het probleem. - Is men hard tegen de persoon, dan is men hard in de benadering van het probleem. - Confrontatie/druk. - Gelijk willen hebben. - Georiënteerd op de inhoud. Nederland: - Procesgericht (onder)handelen. - De zakenpartner is gericht op de oplossing van een probleem. - Men is zacht tegen de persoon, maar hard in de benadering van het probleem. - De persoon wordt gescheiden van het probleem. - Geen confrontatie/trekken. - Gelijk willen krijgen. - Georiënteerd op de manier waarop. 5.4 AANBEVELING VOOR DE OMGANG MET CULTUURVERSCHILLEN Voor Nederlandse architecten die op de Duitse markt actief willen zijn bestaat er geen collectieve oplossing voor de omgang met cultuurverschillen. Het gaat altijd om een individueel afwegings- en reflectieproces en het inschatten van de Duitse gesprekspartner. Duidelijk is weldat dit alleen mogelijk is wanneer er voldoende kennis aanwezig is over de specifieke cultuur van de ander. De aanbevelingen zijn: - Het betreden van de Duitse markt voor architectendiensten vergt een nauwgezette voorbereiding om onnodige fouten en risico’s te voorkomen. - Ideaal is een marktverkenning waarbij zoveel mogelijk informatie wordt ingewonnen en de specifieke mogelijkheden die uw bureau heeft worden getoetst. Maak gebruik van de informatie die beschikbaar is, bijvoorbeeld bij de Stichting Nederlands-Duitse Bouwexport. Stel een ondernemingsplan op voor uw exportactiviteiten, maar bedenk dat een mogelijkheid tot export zich ook onverwacht kan voordoen. U dient Architectendiensten in Duitsland
-
-
-
bereid en in staat te zijn te investeren in goede adviseurs zoals bijvoorbeeld een accountant, een fiscaal adviseur en een deskundig advocaat, want in Duitsland begint men eerder een juridische procedure dan in Nederland. Een goede beheersing van de Duitse taal – in woord en geschrift – is essentieel voor een goede afwikkeling van de Duitse projecten en voor het verwerven van nieuwe opdrachten. Richt de aandacht op projecten waarmee in Nederland veel ervaring is opgedaan. Neem bij voorkeur geen projecten aan die omvangrijker zijn dan de ‘normale’ Nederlandse projecten. Zoek vanwege de regionale verschillen projecten in één regio en een partner die kennis heeft van de desbetreffende regio. Het is iedere Nederlandse architect, die nog weinig of geen ervaring op de Duitse markt heeft, aan te raden met een Duitse collega samen te werken. Op die manier kunnen mogelijke problemen die onder meer samenhangen met andere normen en wetten makkelijker voorkomen worden.
Ook wat de cultuur- en mentaliteitsverschillen betreft is samenwerking met een Duitse collega nuttig. Een Duitser is niet alleen formeel vertrouwd met de geldende normen en voorschriften, hij weet ook hoe deze in het dagelijks leven worden toegepast en kent de ‘ongeschreven wetten’.Als men geen architect in Duitsland kent, kan men het beste contact opnemen met de ‘Bund Deutscher Architekten’ (BDA) (zie de adressenlijst), die te vergelijken is met de BNA,of de plaatselijke kringen van de BDA, de zogenaamde ‘Kreisgruppen’. Bovendien kan men ook het jaarboek van de ‘Architektenkammer’ raadplegen. In dit boek staan alle architecten van de desbetreffende deelstaat vermeld. - Voordat men met de werkzaamheden in Duitsland begint, moet in verband met de aansprakelijkheid worden nagaan of men wel voldoende verzekerd is. - Als men in de Bondsrepubliek wil werken, moet men bereid zijn open te staan voor de Duitse (bouw)cultuur. - In Duitsland is men over het algemeen eerder geneigd naar de rechter te stappen dan in Nederland. Het is van belang dat gemaakte toezeggingen, afspraken et cetera ook als 21
-
-
zodanig in de contracten komen te staan. Het is te adviseren zakelijk te opereren en alle afspraken schriftelijk vast te laten leggen. Neem voldoende tijd voor een goede voorbereiding. Neem niet hals over kop projecten aan in Duitsland, ook al lijken deze op het eerste gezicht bijzonder lucratief. Maak vooraf kennis met de Duitse bouwmethodiek. Hoe kleiner de projecten, des te groter zijn de verschillen in de bouwcultuur.
Architectendiensten in Duitsland
22
ADRESSENLIJST Registerorganisaties
Architektenkammer Niedersachsen
Bundesingenieurkammer (BIngK)
(‘Architektenkammern’)
info@aknds
Bundesgemeinschaft der deutschen
www.aknds.de
Ingenieurkammern
Bundesarchitektenkammer (BAK)
Kochstrasse 22
Bundesgemeinschaft der
Architektenkammer Nordrhein-
D-10969 Berlin
Architektenkammern
Westfalen
T +49 30 25342900
Körperschaften des öffentlichen
[email protected]
F +49 30 25342903
Rechts
www.aknw.de
[email protected]
Askanischer Platz 4
www.bingk.de
D-10963 Berlin
Architektenkammer Rheinland-Pfalz
T +49 30 263 94 40
[email protected]
F +49 30 26394490
www.akrp.de
Uitgeverijen
Architektenkammer des Saarlandes
Beuth Verlag
Neumarkt 11
D-10772 Berlin (Großkundennummer,
Architektenkammer Baden-
[email protected]
geen postbusnummer o.i.d nodig)
Württemberg
www.aksarland.de
T +49 30 26010
[email protected] www.bak.de
[email protected] www.akbw.de Bayerische Architektenkammer
F +49 30 26011260 Architektenkammer Sachsen
[email protected]
[email protected]
www.beuth.de
www.aksachsen.org
[email protected] www.byak.de Architektenkammer Berlin
W.Kohlhammer Verlag Architektenkammer Sachsen-Anhalt
Heßbrühlstraße 69
[email protected]
D-70565 Stuttgart
www.ak-lsa.de
T +49 711 78630
[email protected] www.ak-berlin.de
F +49 711 78460 Architekten- und Ingenieurkammer
[email protected]
Schleswig-Holstein
www.kohlhammer.de
Brandenburgische Architektenkammer
[email protected]
[email protected]
www.aik-sh.de
www.ak-brandenburg.de
Normalisatie-instituten Architektenkammer Thüringen
Architektenkammer der Freien
[email protected]
Deutsches Institut für Normung (DIN)
Hansestadt Bremen
www.architekten-thueringen.de
D-10772 Berlin (Großkundennummer,
[email protected]
geen postbusnummer o.i.d nodig)
www.architektenkammer-bremen.de
T +49 30 26010 Beroepsorganisaties
Hamburgische Architektenkammer
F +49 30 26011260 www.din.de
[email protected]
Bund Deutscher Architekten (BDA)
www.ak-hh.de
Köpenickerstraße 48-49 D-10179 Berlin
Architektenkammer Hessen
T +49 30 2787990
[email protected]
F +49 30 27879915
www.akh.de
[email protected] www.bda.architekten.de
Architektenkammer MecklenburgVorpommern
[email protected] www.architektenkammer-mv.de Architectendiensten in Duitsland
23
NEN Centrum van Normalisatie Postbus 5059 2600 GB Delft T +31 15 269 03 90 (algemene informatie) T +31 15 269 02 56 (afdeling ‘verkoop’, waar de catalogus ‘DINNormen’ kan worden besteld). F +49 15 269 01 90
[email protected] www.nen.nl
Kamers van Koophandel Deutsch-Niederländische Handelskammer Düsseldorf (Informatie alleen tegen betaling) vestiging in Nederland Nassauplein 30 2585 EC Den Haag T 070 311 41 14 vestiging in Düsseldorf Am Bonneshof 35 DD-40474 Düsseldorf T +49 211 498720
[email protected] www.dnhk.org
Architectendiensten in Duitsland
24
COLOFON VERANTWOORDING Deze brochure is met de grootste zorgvuldigheid tot stand gebracht, maar kan niet volledig zijn. Geadviseerd wordt om altijd kennis te nemen van de regelingen en publicaties waar naar wordt verwezen. De informatie is gebaseerd op de situatie van januari 2006. Het wordt op prijs gesteld indien eventuele onvolkomenheden bij het BNAsecretariaat buitenland worden gemeld.
1 Bron: Tijhuis, W. en G.J. Maas, UCB/TU Eindhoven, 1995 2 Voluit: De Richtlijn van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten. 3 artikel 22, lid 1, 2e alinea, van de Richtlijn. 4 Bron: Drs. Carla Seifert Groep, 1995
UITGAVE Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl
januari 2006 Herziene uitgave uit 1993 (1e editie, M.P.L.Koch, student), 1997 (2e editie , ir. I.H.P. Schunselaar, Fource Consultancy Group - Enschede), 2000 (3e editie , BNA), 2006 (4e editie , Grensbebouwing) BEGELEIDING E.M.Visser-Kuipers, secretaris buitenland BNA © BNA,Amsterdam, 2006 Auteursrechten voorbehouden: Geheel of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17, Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 351,1974) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
Architectendiensten in Duitsland
25