ARBITRALE OPLEIDINGEN KNKV
Opleiding tot
Verenigingsbegeleider
Cursistenmap Oktober 2011
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ........................................................................................................................ 3
2.
Te volgen route voor de opleiding tot verenigingsbegeleider .................................. 4
3.
De opleiding.................................................................................................................. 5 3.1 Opzet cursusavonden .................................................................................................. 5 3.2 Het portfolio ................................................................................................................. 5 3.3 Afsluiting ...................................................................................................................... 6
4.
Het voeren van gesprekken ......................................................................................... 7
5.
Bijlagen ........................................................................................................................10 1. Begeleidingsformulier beginnend scheidsrechter ..........................................................10 2: Toetsplan opleiding verenigingsbegeleider ...................................................................13 3: Cursusevaluatie ............................................................................................................19 4: Planningsformulier deelname aan de opleiding .............................................................20
Oktober 2011
2
1. Inleiding Per 1 juli 2007 is de opzet van de arbitrale opleidingen aangepast. De belangrijkste veranderingen zijn: bij de basisopleidingen en de opleidingen tot jeugd- en verenigingsscheidsrechter is geen minimum aantal cursisten nodig om de opleiding te volgen; de opleiding van een beginnend scheidsrechter vindt bij de eigen vereniging plaats. Om dit te realiseren is een nieuwe scheidsrechterofficial geïntroduceerd: de verenigingsbegeleider. In het verleden was het zo dat de docent van de opleiding het voortgangsproces begeleidde. Dat kostte de docent tijd en dus geld. Door deze taak bij de deskundigen binnen de vereniging neer te leggen, wordt het mogelijk gemaakt om met kleinere groepen te werken. Dat heeft grote voordelen, omdat de verenigingsbegeleider vaak is gekoppeld aan één scheidsrechter in opleiding en dus heel persoonlijke aandacht tijdens het opleidingstraject kan geven. Binnen het KNKV kenden we tot de aanpassingsdatum geen verenigingsbegeleiders. Met de introductie van de opleiding verenigingsbegeleider hebben we er dus een categorie scheidsrechterofficials bij. De leerstof is bedoeld als handreiking voor verenigingsbegeleiders bij het in praktijk uitvoeren van de opleiding verenigingsbegeleider scheidsrechters. Het doel is dat de cursisten aan het einde van de opleiding voldoen aan de startkwalificatie van een beginnende verenigingsbegeleider scheidsrechters, op basis waarvan het certificaat wordt uitgereikt. De opleiding wordt als zelfstandige opleiding gevolgd. Voor toelating tot de opleiding dient men ten minste de Basisopleiding B behaald te hebben, of gekwalificeerd te zijn als scheidsrechter niveau 2 of hoger. Mocht u naar aanleiding van het gebruik van deze leerstof vragen of suggesties hebben dan vernemen we die graag! Zeist, oktober 2011 Landelijke Commissie Opleidingen.
Oktober 2011
3
2. Te volgen route voor de opleiding tot verenigingsbegeleider Hieronder kan de cursist lezen wat hij zoal moet doen om de opleiding verenigingsbegeleider met succes af te leggen. A. Bij aanvang van de cursus. Voorwaarden voor deelname: - De cursist is (moet) in het bezit (zijn) van de Basismodule B of vergelijkbaar diploma, waarin de kennis van de Basismodule B aanwezig wordt verondersteld. Bij twijfel wordt gecheckt bij de afdeling opleidingen van het bondsbureau van het KNKV. - De cursist heeft kennis van het korfbalspel en alle bijbehorende regels. Hij/zij is in staat vanuit eigen observatie spelsituaties te analyseren en te interpreteren naar de geldende regels. - Tijdens de cursus heeft de cursist de beschikking over een beginnend scheidsrechter, die door hem/haar begeleid wil worden. Als er binnen de vereniging geen scheidsrechter in opleiding voor handen is, mag dat ook een (recentelijk) gekwalificeerde scheidsrechter zijn. - Heeft kennis van de inhoud van de opleiding waaraan de te begeleiden scheidsrechter deelneemt. B. Lopende de cursus. Praktijkopdrachten: De cursist heeft de beschikking over een beginnend scheidsrechter om te begeleiden gedurende de periode van de cursus. De praktijk bestaat uit het oefenen in het begeleiden van een beginnend scheidsrechter. Daartoe kunnen zowel competitie- als vriendschappelijke wedstrijden gebruikt worden. Na afloop van de wedstrijd wordt een nabespreking gehouden met de beginnende scheidsrechter. Van de wedstrijden die zijn begeleid, worden begeleidingsformulieren ingevuld en deze worden in het portfolio opgeslagen. Het minimum aantal te begeleiden wedstrijden tussen de eerste en tweede resp. tweede en derde theorieavond is één wedstrijd. Met klem wordt aangeraden om met name tussen de tweede en derde avond meerdere wedstrijden te begeleiden. Minimaal drie weken na de eerste theorieavond volgt een tweede, en na eenzelfde periode volgt de derde en afsluitende bijeenkomst. Bovendien wordt een portfolio bijgehouden (zie pagina 5).
-
-
-
C. Bij de afronding van de opleiding. De cursist moet bij de afronding van de opleiding verenigingsbegeleider minstens 21 jaar oud zijn. Een minimale leeftijd van 18 jaar is voldoende als men jeugdscheidsrechters bij E- en Fwedstrijden gaat begeleiden. De cursist dient een portfolio in te leveren. Het portfolio moet tenminste bevatten: Het persoonlijk routeverslag (PRV) van de cursist. De uitwerking van de praktijkopdrachten. Tenminste twee begeleidingsformulieren van wedstrijden die tijdens het traject zijn begeleid. D. Certificaat Verenigingsbegeleider. Als een kandidaat alle cursusavonden heeft bijgewoond en de PVB (Proeve van Bekwaamheid) naar behoren heeft afgerond, ontvangt hij het certificaat “Verenigingsbegeleider”. e Indien bij de 3 en laatste theorieavond de leeftijd van 21 jaar nog niet is bereikt en de cursist een voldoende als beoordeling heeft gekregen, dan ontvangt hij het certificaat “Verenigingsbegeleider E/F-jeugd”.
Oktober 2011
4
3. De opleiding 3.1 Opzet cursusavonden In de bijeenkomsten ligt het accent op communiceren, omdat de verenigingsbegeleider middels gesprekken de beginnende scheidsrechter ondersteunt in zijn ontwikkeling naar een startkwalificatie. Eerste cursusavond: Welke eisen worden gesteld aan het opstarten van een begeleiding. Hoe wordt een kennismakingsgesprek tussen beginnend scheidsrechter en verenigingsbegeleider gevoerd. Aan de hand van een rollenspel zal dit worden geoefend. Vervolgens wordt gesproken over de eisen gesteld aan een verenigingsbegeleider. Welke vaardigheden zijn nodig om een beginnend scheidsrechter te begeleiden naar een startniveau? Hiermee wordt het profiel van de verenigingsbegeleider inzichtelijk gemaakt. Er wordt uitleg gegeven over de wijze waarop het portfolio moet worden opgebouwd en aan welke eisen een goed portfolio moet voldoen. Tenslotte wordt een begin gemaakt met het oefenen met de gesprekstechniek gebaseerd op “zelfreflectie”. De avond wordt afgesloten met het geven van de praktijkopdracht. Tweede cursusavond: De eerste praktijkperiode wordt geëvalueerd middels een groepsgesprek. De theorie achter de gesprekstechniek “zelfreflectie”wordt behandeld. Vervolgens wordt er geoefend in het toepassen van deze methode in het begeleidingsgesprek. De ervaringen worden geëvalueerd. Besproken wordt of het opbouwen van het portfolio voor een ieder duidelijk is. Afspraken worden gemaakt over het inleveren van het portfolio. De avond wordt afgesloten met het geven van een volgende praktijkopdracht. Derde cursusavond: Voor de derde cursusavond moet het portfolio bij de docent zijn ingeleverd. e Op deze laatste avond worden de praktijkopdrachten uit de 2 periode geëvalueerd. Middels een interview wordt de kans geboden te evalueren op het eigen ontwikkelingsproces. Welke leerdoelen zijn gehaald en welke vragen nog aandacht. Waar staat de cursist in vergelijking met zijn medecursisten. De avond wordt afgesloten met een groepsgesprek waarbij de gehele cursus in het kort de revue passeert. Heeft de cursus aan de verwachtingen voldaan? Waren theorie en praktijk goed op elkaar afgestemd? Enz. De afsluiting van de cursus wordt gevormd door het uitreiken van de certificaten.
3.2 Het portfolio In het portfolio laat de cursist zien welk proces hij tijdens de cursus doorloopt. Dat wordt vooral in het persoonlijk routeverslag van de cursist beschreven. Tevens worden de praktijkopdrachten bijgevoegd. De inhoud van het portfolio ziet er als volgt uit: A - Het Persoonlijk Route Verslag ( PRV ) - Beginsituatie cursist e - Evaluatie 1 cursusavond (benoemen van leermomenten en aandachtspunten). - Evaluatie van kennismakingsgesprek e - Evaluatie van 1 begeleiding e - Evaluatie van 2 begeleiding (facultatief) e - Evaluatie 2 cursusavond (benoemen van leermomenten en aandachtspunten). e - Evaluatie van 3 begeleiding e - Evaluatie van 4 begeleiding (facultatief) - Eindsituatie cursist: evaluatie van eigen leerproces. B - De Praktijkopdrachten
Oktober 2011
5
-
Verslag kennismakingsgesprek Beschrijving beginsituatie scheidsrechter e Verslag 1 begeleiding e Verslag 2 begeleiding (facultatief) e Verslag 3 begeleiding e Verslag 4 begeleiding (facultatief) Evaluatie van ontwikkeling scheidsrechter
C - De begeleidingsformulieren Het portfolio heeft een persoonlijk karakter, en dat is qua stijl en inhoud zichtbaar in het eindresultaat. Geadviseerd wordt om e.e.a. kort en bondig te houden, hetgeen kan bijdragen aan een objectieve beoordeling. Het belang van het portfolio voor de cursist is gelegen in het verkrijgen van inzicht in het eigen ontwikkelingsproces richting startkwalificatie. De leercoach zal vooral op dat aspect het portfolio beoordelen.
3.3 Afsluiting Aan de hand van een Proeve van Bekwaamheid ( PVB ) wordt beoordeeld of de cursist de opleiding met goed gevolg heeft afgerond. Voorwaarde is dat alle cursusavonden zijn bijgewoond. De PVB bestaat uit een productbeoordeling van het portfolio. ( Zie 2 punt C en D, en 3.2 ) Of (dat) de opleiding met goed gevolg is afgerond wordt bepaald door het niveau van het portfolio van de cursist en door de wijze waarop de cursist zich tijdens de cursus heeft gemanifesteerd. Dit komt tot e uitdrukking in de beoordeling van het portfolio door de docent (tijdens de 3 cursusavond). Als er bij de docent twijfels zijn over het niveau van de cursist, dan kan de beoordeling worden uitgesteld en een extra opdracht worden gegeven. (alvorens wordt beoordeeld of de cursist de PVB naar behoren heeft afgerond.) Indien de cursist door zeer bijzondere omstandigheden (ter beoordeling aan de docent) een theorieavond heeft gemist kan er ook sprake zijn van een uitgestelde beoordeling. De cursist kan in dat geval in staat worden gesteld om de vergelijkbare theorieavond bij een andere cursus te volgen alvorens de beoordeling zal plaatsvinden.
Oktober 2011
6
4. Het voeren van gesprekken Inleiding en doel Het doel van een praktijkbegeleiding is verbetering van de arbitrage en ondersteuning van de scheidsrechter. De verenigingsbegeleider doet dit door de scheidsrechter te informeren, te adviseren, te ondersteunen, te coachen en te begeleiden. Dit moet voor de scheidsrechter meteen duidelijk zijn. De gesprekken tijdens een praktijkbegeleiding dienen plaats te vinden op basis van gelijkwaardigheid. De scheidsrechter moet met vertrouwen aan een wedstrijd kunnen beginnen en niet het gevoel hebben dat er iemand alleen op zijn fouten gaat staan letten. Het is ook niet de bedoeling om de scheidsrechter met allerlei opdrachten het veld in te sturen. Observeer hoe de scheidsrechter zich presenteert, kijk naar zijn warming-up en veldverkenning en laat hem rustig zijn gang gaan. Na de wedstrijd is er gelegenheid om zijn optreden met de scheidsrechter te evalueren en te bespreken. Een praktijkbegeleiding dient niet om te beoordelen en zeker niet om te veroordelen! Locatie van de gesprekken Een verenigingsbegeleider dient er allereerst voor zorg te dragen dat het gesprek in een rustige omgeving wordt gehouden. In de praktijk is dit meestal de kleedkamer van de scheidsrechter of een stil hoekje in de kantine. Dit laatste is niet altijd ideaal. Het gesprek kan immers worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere scheidsrechters en/of aanwezigen. Bovendien bestaat de kans dat er mensen in- en uitlopen. Dit draagt er ook niet toe bij dat het gesprek in alle rust kan worden gehouden. De verenigingsbegeleider moet hier rekening mee houden. Als dit kan worden voorkomen door een betere locatie op het sportcomplex of in de onmiddellijke nabijheid te gebruiken, dan heeft deze natuurlijk de voorkeur. Het gesprek kan waarschijnlijk het beste plaatsvinden in de bestuurskamer van de vereniging. Kennismakingsgesprek Het kennismakingsgesprek dient ruim voor de eerste wedstrijd plaats te vinden, bijvoorbeeld op een trainingsavond. Spreek duidelijk af waar en hoe laat je de scheidsrechter ontmoet. Maak kennis met elkaar en stel de scheidsrechter op zijn/haar gemak. Laat de scheidsrechter zelf vertellen. Bijvoorbeeld over het verloop van de scheidsrechtersopleiding (nieuwe scheidsrechter), zijn korfbalachtergrond, waarom hij scheidsrechter is geworden of laat hem zijn ervaringen vertellen (gevestigde scheidsrechter). Geef indien nodig ook de scheidsrechter wat informatie over je eigen korfbalachtergrond en functie(s), maar zorg er voor dat dit niet wordt gepresenteerd als: “ik ben dus erg goed, heb zelf hoog gefloten, loop al jaren mee en zal dus wel eens even vertellen hoe het allemaal moet”. In de meeste gevallen ben je al bekend bij de scheidsrechter en kan dit tot een minimum worden beperkt. Heel belangrijk in dit gesprek is dat er wederzijds vertrouwen groeit en dat er op basis van wederzijds respect aan een traject wordt begonnen. Onderwerpen kennismakingsgesprek: 1. Elkaars rollen verduidelijken (wat mag men van elkaar verwachten). 2. De startsituatie in kaart brengen. 3. Aftasten of er een basis van vertrouwen is. 4. Doelen stellen (o.a. het niveau). 5. Concrete afspraken maken (o.a. aandachtspunten voor de eerste wedstrijd). Gesprek voor de wedstrijd Voor de wedstrijd kunnen de eerder benoemde aandachtspunten nog even summier worden besproken. Maak hiervan aantekeningen op het begeleidingsformulier; dat maakt het bespreken na de wedstrijd veel eenvoudiger. Gesprek in de rust Belangrijk is dat de scheidsrechter ook daadwerkelijk de tijd krijgt om tot rust te komen en zich te verzorgen. De komst van een verenigingsbegeleider draagt hier niet altijd toe bij. Ga dus alleen in de rust naar de scheidsrechter toe als dit echt nodig is. Sommige scheidsrechters stellen je komst zeker op prijs, maar soms komt het voor dat scheidsrechters liever geen contact hebben. Respecteer dit en bespreek dit vooraf.
Oktober 2011
7
Als het nodig is om in de rust naar de scheidsrechter toe te gaan, zorg er dan voor dat de scheidsrechter niet overladen wordt met kritische opmerkingen over zijn prestatie in de eerste helft en met opdrachten voor de tweede helft. Een kort gesprek in de rust is bedoeld om bij te sturen en de scheidsrechter op het gemak te stellen, zodat hij met vertrouwen de wedstrijd kan vervolgen. Gesprek na afloop (“feedback”) Ook hier is het weer belangrijk dat de verenigingsbegeleider de scheidsrechter de tijd geeft eerst te douchen en tot rust te komen. Bedenk dat de scheidsrechter net van het veld komt en dan zijn er emoties. Geef de scheidsrechter dus even de tijd, anders zal het effect van het gesprek minder goed zijn. Ongeacht het verloop van de wedstrijd en de prestatie van de scheidsrechter dient de verenigingsbegeleider het gesprek met een positieve instelling aan te gaan. Neem een ontspannen houding aan en zorg dat er oogcontact is. Doe dit niet te indringend (is confronterend) door recht tegenover de scheidsrechter te gaan zitten, maar kies een positie schuin tegenover de scheidsrechter. Bouw het gesprek rustig op. Als eerste krijgt de scheidsrechter de kans om zijn ervaringen van de wedstrijd te vertellen. Vervolgens stuurt u het gesprek door middel van het stellen van vragen (zie de kunst van het vragenstellen). Begin met de van te voren vastgestelde aandachtspunten, zeker als er sprake is van een eerste begeleidingswedstrijd. Zorg er voor dat de scheidsrechter niet overladen wordt met te gedetailleerde informatie. Details kunnen later in de begeleiding aan de orde komen. Bij de evaluatie van de wedstrijd is het belangrijk dat de verenigingsbegeleider er voor zorgt dat de scheidsrechter zélf gaat vertellen hoe de arbitrage is verlopen. Laat hem zelf met voorbeelden aangeven waarom hij bepaalde beslissingen heeft genomen, bepaalde posities heeft ingenomen of spelregeltechnisch zo heeft gehandeld. De techniek (de kunst) van het vragen stellen speelt hierbij voor de verenigingsbegeleider een belangrijke rol: Stel ‘open’ vragen (hoe, wat, waarom, enz.). Een ‘open’ vraag biedt ruimte voor een eigen mening en zet aan tot denken. Geef niet meteen een waardeoordeel, maar haak in op de opmerkingen die de scheidsrechter maakt en vraag – indien nodig – om duidelijkheid (‘wat bedoel je met….?’). Luister goed wat de scheidsrechter zelf heeft te zeggen en probeer dit te begrijpen. Met andere woorden: laat hem reflecteren op eigen handelen! Daar leert hij het meeste van. Vul zijn uitleg aan, stuur bij, corrigeer, maar zorg er voor dat: Het geen preek wordt (‘dat moet zus en zo’)’ Dat het gesprek niet ontaardt in een welles/nietes verhaal. Praat beschrijvend en geef voorbeelden. Doe het gestructureerd. Behandel dus punt voor punt, vat kort samen en controleer of de scheidsrechter de uitleg heeft begrepen. Geef voldoende gelegenheid om vragen te stellen. Draai er niet omheen, maar veroordeel nooit. Spreek tenslotte af welke onderwerpen in volgende begeleiding centraal staan. Vergeet niet om vooral ook de positieve aspecten van zijn arbitrage te bespreken en geef complimenten. Dit is goed voor het zelfvertrouwen van de scheidsrechter. Als het gesprek is beëindigd moet de scheidsrechter met een goed gevoel huiswaarts kunnen keren en met vertrouwen naar de volgende wedstrijd kunnen gaan. Het is aan de verenigingsbegeleider hier zorg voor te dragen. Geen eenvoudige taak, maar wél een zeer dankbare taak. Een goede individuele praktijkbegeleiding draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de arbitrage en het behoud van scheidsrechters. Tot slot geven we een korte beschouwing over het voeren van een gesprek volgens de “zelfreflectie” methode, dit afgezet tegenover de directieve methode. Een aantal zaken die hierboven worden aangehaald worden hier nog eens kernachtig op een rijtje gezet. Gesprekstechniek: “zelfreflectie” versus “directieve” methode: De begeleider heeft als taak, de scheidsrechter te informeren over zijn sterke maar vooral over zijn minder sterke kanten van zijn optreden. Deze informatie moet bij de scheidsrechter tot veranderingen leiden, die als verbeteringen zullen worden gekenschetst. Daarvoor is nodig, dat de scheidsrechter de geuite kritiek herkent en accepteert. Daarnaast dient het eraan gekoppelde advies voor hem goed vertaalbaar te zijn naar verbeteringen in zijn praktisch handelen.
Oktober 2011
8
Het gaat hierbij om een ontwikkelingsproces, dat vanuit het begeleidingsgesprek op gang wordt gebracht. De begeleider is de aanjager, maar de scheidsrechter zelf is verantwoordelijk voor dat proces, en is ook degene die dat proces moet willen doorlopen. Zijn motivatie om dat met volle overtuiging te doen, wordt beïnvloed door de wijze waarop het gesprek verloopt. Door de scheidsrechter de kans te geven zelf te reflecteren op zijn optreden, wordt een optimaal resultaat bereikt. Het geeft de scheidsrechter het gevoel, dat hij zicht en controle krijgt op zijn ontwikkeling naar een beter functioneren. M.a.w. zijn vermogen om via zelfonderzoek zijn goede en minder goede kanten te ontdekken wordt gestimuleerd. De begeleider ondersteunt hem als deskundige in dat proces. Hij zorgt ervoor, dat alle onderwerpen scherp worden belicht, en dat de adviezen ter verbetering ook door de scheidsrechter als praktisch toepasbaar worden ervaren. Kritiek op deze manier gegeven leidt niet tot weerstand, maar wordt als positief ervaren. Het is zeer wel mogelijk, dat de scheidsrechter niet alle onderwerpen aanroert, die de beoordelaar zou willen bespreken. De begeleider heeft dan de mogelijkheid dit onderwerp aan te snijden, door de scheidsrechter daarover te bevragen. Hij kan suggesties doen, die de scheidsrechter aanzetten tot zelfonderzoek. En zelfonderzoek is de basis van het leerproces middels reflectie.
Een veel gebruikte manier van gespreksvoering n.a.v. een begeleiding, is de directieve methode. De begeleider vertelt de scheidsrechter over welke punten hij tevreden is en bij welke onderdelen van het scheidsrechterlijk handelen hij tekortkomingen heeft geconstateerd. Na elk item geeft hij de scheidsrechter gelegenheid te reageren. De scheidsrechter zal i.h.a. veel van de gemaakte opmerkingen onderschrijven. Maar onduidelijk blijft, of hij in staat zou zijn geweest deze mindere kanten van zijn optreden zelf te analyseren en te evalueren naar verbeteringen in zijn optreden. Daardoor bestaat het risico, dat de scheidsrechter in zijn ontwikkeling naar een hoger niveau afhankelijk blijft van derden, en dus minder snel vorderingen zal maken. Een bijkomend nadeel van deze methode ligt in de gevoelsbeleving. De scheidsrechter kan de begeleider ervaren als een betweter. Ondanks de juistheid van de gemaakte kritische opmerkingen kan dit belemmerend werken op de behoefte van de scheidsrechter deze kritiek positief te beleven, en om te zetten in energie voor het verbeteren van zijn handelen.
Oktober 2011
9
5. Bijlagen 1. Begeleidingsformulier beginnend scheidsrechter Van toepassing zijn punten uit STAPPENPLAN PRAKTIJKBEGELEIDING (uit de lesmappen jeugdscheidsrechter en scheidsrechter senioren en A-jeugd) 1. 2.
3. 4.
Wanneer een wedstrijd wordt gefloten vullen de cursist en de begeleider afzonderlijk van elkaar het begeleidingsformulier in. De resultaten van beide formulieren worden vergeleken en besproken. De gesprekspunten kunnen aandachtspunten opleveren waaraan de cursist bij de volgende wedstrijd extra aandacht aan zal schenken Cursist en begeleider bepalen in het kennismakingsgesprek welke aandachtspunten voor de eerste wedstrijd worden geformuleerd. De begeleidingsformulieren worden ondertekend en toegevoegd aan het portfolio van de cursist. Gedurende de opleidingsperiode zullen de aangekruiste “bolletjes” naar rechts verschuiven.
Toelichting gebruik De items komen overeen (zij het in een soms afwijkende volgorde) met het protocol PVB jeugdscheidsrechter en verenigingsscheidsrechter 2.1. Voor de items staan de aanduidingen 0 en A tot en met D. De items, waar een 0 voor staat zijn items van meer praktische aard en kunnen met nauwkeurigheid van de cursist meteen goed worden gedaan. De items A tot en met D passen in een leerproces, zoals dat in de praktijk over het algemeen verloopt. De items met de aanduiding A zijn het gemakkelijkst aan te leren; de items met de aanduiding D het moeilijkst. Wanneer een cursist bezig is om de items genoemd bij C en D te verbeteren dan begint de cursist het fluiten van een wedstrijd al aardig onder de knie te krijgen en kan gedacht worden aan het inschakelen van een PVB-beoordelaar.
Oktober 2011
10
Begeleidingsformulier beginnend scheidsrechter Naam scheidsrechter:..…………………………….. Wedstrijd: ………………………………………… Datum: …………………………..
Ingevuld door: …………………………………… Hoedanigheid: cursist/begeleider
Aandachtspunten:
Voorbereiden op wedstrijden 0 Is op tijd aanwezig 0 Draagt voorgeschreven schoeisel/kleding 0 Zorgt voor eigen scheidsrechtersattributen 0 Controleert veld en wedstrijdattributen A Overlegt vooraf met coaches/leiders van de teams Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Begeleiden wedstrijden A Kiest positie die goede waarneming mogelijk maakt B Onderbreekt het spel als de veiligheid in geding is C Communiceert door middel van fluit en stem en gebaren D Geeft spelbevorderende aanwijzingen Aandachtspunten cursist/begeleider:
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Omgaan met spelers en coaches A Biedt spelers gelegenheid tot het met elkaar kennismaken B Verplaatst zich in belevingswereld spelers C Legt desgewenst en op geschikt moment de reden van het fluiten uit D Stimuleert respectvol gedrag C Geeft aanwijzingen in verband met veiligheid B Houdt korte nabespreking met de coaches/leiders/aanvoerders(senioren) Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Toepassen van spelregels A Start wedstrijd volgens de regels B Onderbreekt het spel als spelregels worden overtreden A Noteert scores, gele en rode kaarten C Past indien mogelijk de voordeelregel toe C Straft bij overtredingen en wangedrag Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Oktober 2011
11
Specificatie spelovertredingen (aanduiden met +, +/- of -) Loopregel Verdedigd doelen Toepassing spelhervatting/vrije worp Ruw spel Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
Afhandelen van formaliteiten 0 Controleert of formulier juist is ingevuld 0 Vermeldt de verwijderingen + formele waarschuwingen 0 Plaats handtekening onder volledig ingevuld formulier A Levert aanvullende verklaring in geval van verwijdering A Rapporteert wangedrag Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0
Burgerschapscompetentie C Gaat correct om met alle betrokkenen (positief naar coaches/leiders, publiek o.a.) D Vertoont voorbeeldgedrag Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leercompetentie B Houdt zich op hoogte van ontwikkelingen en spelregelwijzigingen C Vraagt feedback en advies aan begeleiders D Reflecteert op het eigen handelen Aandachtspunten voor de cursist/begeleider:
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Algemene opmerkingen verenigingsbegeleider:
Naam verenigingsbegeleider:
Oktober 2011
Handtekening verenigingsbegeleider:
12
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
2: Toetsplan opleiding verenigingsbegeleider 1. Inleiding In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens het profiel van de verenigingsbegeleider, het opleidingsprogramma en de proeve van bekwaamheid van de opleiding aan bod. In het profiel staat beschreven wat er in de praktijk van de verenigingsbegeleider wordt verwacht. Het is de bedoeling dat opgeleide cursisten aan de startkwalificaties voldoen. Het profiel is onderwerp van gesprek tijdens de opleiding. Het opleidingsprogramma is op te vatten als een contract tussen de cursist en het KNKV. Het beschrijft de inhoud van de opleiding in de vorm van beheersingscriteria. De proeve van bekwaamheid beschrijft de wijze van toetsen. Aangezien het om competenties gaat, vindt de toetsing plaats in de werkelijke context, dus de praktijk. De cursisten mogen verwachten dat het KNKV hen optimaal faciliteert en ondersteunt in hun leerproces. Binnen het KNKV is de Landelijke Commissie Opleidingen verantwoordelijk voor de opzet van de opleidingen, terwijl de opleiding wordt georganiseerd door de Districts Werkgroep Opleidingen. 1.1 Profiel van verenigingsbegeleider scheidsrechters 1.1.1 Functiebeschrijving Context en werkzaamheden De verenigingsbegeleider begeleidt beginnende scheidsrechters. Dit zijn meestal scheidsrechters die in opleiding zijn maar het kunnen ook scheidsrechters zijn die reeds gekwalificeerd maar nog weinig ervaren zijn. De begeleiding van gekwalificeerde scheidsrechters vindt plaats indien daartoe aanleiding is. De aanleiding kan een verzoek zijn van: een scheidsrechter, de scheidsrechterswerkgroep van het district of van een vereniging. De verenigingsbegeleider kan dus zowel voor de eigen vereniging, een naburige vereniging (regio) als voor het district werken. De begeleider is de aanjager (motor) van een beginnende scheidsrechter op weg naar een startkwalificatie. Rol en verantwoordelijkheden De verenigingsbegeleider is bevoegd tot het begeleiden van de jeugdscheidsrechter (BCD en/of EF) en de scheidsrechter (A-jeugd en senioren). De begeleiding bestaat uit het voeren van begeleidingsgesprekken waarbij feedback een belangrijke rol speelt. Ook het geven van adviezen is onderdeel van de begeleiding. De verenigingsbegeleider heeft een voorbeeldfunctie. Dat wil zeggen dat de verenigingsbegeleider zich bewust is van zijn eigen ontwikkeling en tracht dit proces over te brengen op de beginnend scheidsrechter en hem bewust maakt van het nemen van verantwoordelijkheid voor zijn eigen ontwikkeling als scheidsrechter. Complexiteit Bij scheidsrechters in opleiding is het van belang dat de begeleiding aansluit bij de opleiding. Anders bestaat de kans dat de begeleiding juist tot verwarring leidt. De verenigingsbegeleider wordt dan ook geacht de leerdoelen van de scheidsrechtersopleidingen te kennen. Met name de jeugdscheidsrechters kunnen jong zijn en de verenigingsbegeleider dient hiermee rekening te houden. De praktijkbegeleiding is niet bedoeld als beoordeling maar kan wel als zodanig worden ervaren. Van belang is dat de begeleiding positief bijdraagt aan het presteren van de (jeugd)scheidsrechter. De begeleiding kan plaatsvinden vóór en na de wedstrijd of in de rust. Tijdstip en plaats van begeleidingsgesprekken zijn van grote invloed. De rust is slechts zelden een geschikt moment. Emoties spelen hierbij altijd een rol. Begeleiding tijdens de rust mag alleen plaatsvinden als de scheidsrechter daar zelf om vraagt en/of de verenigingsbegeleider het noodzakelijk vindt in verband met een correct verloop van de wedstrijd. Typerende houding De verenigingsbegeleider tracht door te luisteren, het stellen van (open) vragen en doorvragen, de scheidsrechter te laten reflecteren op zijn eigen handelen. Ontwikkelingen Het Masterplan Arbitrage van het KNKV is opgesteld om de arbitrage een positieve impuls te geven. De animo om te (blijven) scheidsrechteren moet verder omhoog. De verenigingsbegeleider draagt aan deze ontwikkeling bij door extra aandacht in de vorm van begeleiding van scheidsrechters.
Oktober 2011
13
Loopbaanmogelijkheden De verenigingsbegeleider kan afhankelijk van eigen kwalificatieniveau doorgroeien naar KNKVniveau, zodat ook bij wedstrijden, waar meer ervaren KNKV-scheidsrechters fluiten kan worden opgetreden. 1.1.2 Kernopgave De verenigingsbegeleider staat voor de uitdaging scheidsrechters (in opleiding) te stimuleren, te motiveren en die feedback te geven die bijdraagt tot een (verdere) verbetering van het prestatieniveau. Hij begeleidt de beginnend scheidsrechter op weg naar een startkwalificatie. 1.1.3 Kerntaak De kerntaak die centraal staat bij de verenigingsbegeleider is 'het bevorderen van competentieontwikkeling van scheidsrechters (gekwalificeerd en/of in opleiding)'. Activiteiten - voeren van kennismakingsgesprek; - communiceren op passende wijze; - observeren en analyseren van het scheidsrechterlijk handelen; - opstellen van het begeleidingsformulier; - informeren, adviseren en ondersteunen van de scheidsrechter; - voeren van begeleidingsgesprekken; - vragen, ontvangen en geven van feedback; - stimuleren van het proces naar zelfreflecterend handelen; - reflecteren op de gepleegde begeleidingsactiviteiten; - onderhouden van contacten met de verantwoordelijke verenigingsfunctionarissen; - zichzelf up-to-date informeren over spelregels en reglementen. Op basis van de begeleidingsformulieren van de gefloten wedstrijden geeft de verenigingsbegeleider het advies voldoende of onvoldoende waarbij hij zijn toelichting voorziet van informatie op basis van onderstaande punten: voldoende: de scheidsrechter in opleiding beheerst de punten zoals ze zijn beschreven op het begeleidingsformulier en er is vertrouwen in het feit dat hij/zij zich zal verbeteren ten aanzien van de “kluspunten”; onvoldoende met perspectief: de scheidsrechter in opleiding komt in aanmerking voor extra wedstrijden en/of andere zaken die aandacht nodig hebben om de opleiding met succes af te ronden; onvoldoende zonder perspectief: de scheidsrechter in opleiding beheerst de punten zoals ze zijn beschreven op het begeleidingsformulier onvoldoende en er is geen vertrouwen in het feit dat hij/zij zich zal verbeteren ten aanzien van de “kluspunten”. Hulpmiddelen De verenigingsbegeleider maakt gebruik van het 'Begeleidingsformulier beginnend scheidsrechter” 1.1.4 Competentie De verenigingsbegeleider is in staat op adequate (= overeenkomstig de geldende normen) wijze scheidsrechters die in opleiding zijn en reeds gekwalificeerde scheidsrechters te begeleiden. Beheersingscriteria Proces Begeleidt cursisten voor arbitrale opleidingen op KSA-niveau 2. Voert kennismakingsgesprek. Observeert (neemt waar) en analyseert. Vraagt, ontvangt en geeft feedback. Communiceert op passende wijze; staat open voor vragen. Informeert, adviseert en ondersteunt scheidsrechters. Voert begeleidingsgesprekken en stimuleert zelfreflecterend handelen. Blijft up-to-date m.b.t. nieuwe spelregels en reglementen. Stelt begeleidingsformulieren op. Onderhoudt contact met verantwoordelijke verenigingsfunctionarissen. Reflecteert op gepleegde begeleidingsactiviteiten.
Oktober 2011
14
Resultaat
1.2
Praktijkbegeleiding, die voldoet aan de eisen gesteld in de Proeve van Bekwaamheid, waardoor een beginnend scheidsrechter wordt ondersteunt in het bereiken van de startkwalificaties.
Opleidingsprogramma verenigingsbegeleider scheidsrechters
Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is cursisten competent (handelingsbekwaam) te maken voor het begeleiden van een scheidsrechter in opleiding. Inhoud De opleiding bestaat uit enkele deelkwalificaties die betrekking hebben op het bevorderen van competentieontwikkeling van scheidsrechters (in opleiding) van niveau 2. Beheersingscriteria Begeleidt cursisten voor arbitrale opleidingen op KSA-niveau 2. Voert kennismakingsgesprek. Observeert (neemt waar) en analyseert. Vraagt, ontvangt en geeft feedback. Communiceert op passende wijze; staat open voor vragen. Informeert, adviseert en ondersteunt scheidsrechters. Voert begeleidingsgesprekken en stimuleert zelfreflecterend handelen. Blijft up-to-date m.b.t. nieuwe spelregels en reglementen. Stelt begeleidingsformulieren op. Onderhoudt contact met verantwoordelijke verenigingsfunctionarissen. Reflecteert op gepleegde begeleidingsactiviteiten. Omvang De opleiding bestaat uit twee delen: een cursus- en een ervaringsdeel. Het cursusdeel bestaat uit drie bijeenkomsten van 2.5 uur (exclusief pauze). Eén bijeenkomst vindt plaats aan het begin van het ervaringsdeel de tweede na minimaal drie weken en de derde weer minimaal 3 weken na de tweede. (aan het einde ervan.) In het cursusdeel komt zowel praktijk als theorie aan bod. Door middel van zelfstudie (ongeveer 2,0 uur, wanneer de gevraagde startkwalificatie aanwezig is) bereiden de cursisten zich voor op de cursusbijeenkomsten en het ervaringsdeel. In het ervaringsdeel begeleidt de verenigingsbegeleider een scheidsrechter die in opleiding is (minimaal 2 wedstrijden). Totaal overzicht: Cursusdeel 3 bijeenkomsten (van 2.5 uur) zelfstudie (incl. zelfreflectie) verzorgen portfolio Ervaringsdeel begeleiden van scheidsrechter (in opleiding) Totaal (minimaal)
7,5 uur 2,0 uur 3,0 uur 6,0 uur 18,5 uur
Hieraan wordt toegevoegd dat dit een indicatie is. Met name het opbouwen van het portfolio kan meer tijd in beslag nemen als de cursist hiermede niet zoveel ervaring heeft. Toelating Men wordt tot de opleiding toegelaten als men: in het bezit van de Basisopleiding B (spelregels); minimaal 21 jaar is bij aanvang van de opleiding (voor het begeleiden van jeugdscheidsrechters kan deze leeftijd onder bepaalde voorwaarden verlaagd worden tot 18 jaar) en; voldoende schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid heeft en; (gemotiveerd en) beschikbaar is op wedstrijdmomenten. Aanmelding geschiedt digitaal: www.korfbalregels.nl. Dit kan door de vereniging gebeuren, maar ook individueel. In geval van twijfel bestaat de mogelijkheid tot een gesprek.
Oktober 2011
15
Competentie Aan het einde van de opleiding is de verenigingsbegeleider in staat om op adequate wijze een scheidsrechter in opleiding voor KSA-niveau 2 te begeleiden. Afsluiting De opleiding wordt afgesloten met een Proeve van Bekwaamheid. 1.3 Proeve van bekwaamheid (PVB) Opdracht Houd een portfolio bij van het begeleiden van een beginnend scheidsrechter (in opleiding tot niveau 2). Verplichte onderwerpen portfolio: Het persoonlijk routeverslag (PRV) van de cursist. De uitwerking van de praktijkopdrachten. Tenminste twee begeleidingsformulieren van wedstrijden die tijdens het traject zijn begeleid. De PVB bestaat uit een (product)beoordeling van het portfolio. Resultaat Beoordeling van de beheersing van de competentie: de verenigingsbegeleider is in staat op adequate wijze een scheidsrechter in opleiding voor KSA-niveau 2 te begeleiden. Deelname conditie Ervaringsdeel van de opleiding dat bestaat uit het begeleiden van een scheidsrechter bij minimaal twee, maar bij voorkeur vier wedstrijden. Normering De kandidaat is geslaagd voor de Proeve van Bekwaamheid wanneer de productbeoordeling van het portfolio ten minste voldoende is. Uitgestelde beoordeling Als de Proeve van Bekwaamheid niet voldoende is, dan bestaat er de mogelijkheid van een uitgestelde beoordeling van de Proeve van Bekwaamheid. De docent geeft aan op welke onderdelen het portfolio verbetering behoeft; over het algemeen is hiervoor een aanvullend ervaringsdeel nodig. Richtlijnen voor toetsing Voor de beoordeling van de Proeve van Bekwaamheid zijn beheersingscriteria opgesteld. De docent vult het protocol beoordeling portfolio in (zie bijlage bij dit toetsplan). Cursisten ontvangen een kopie van hun protocol. Ingeval een cursist het niet eens is met de procedure van toetsen of anderszins, dan meldt de cursist dit bij de organisator van de opleiding (Districts Werkgroep Opleidingen). Een cursist die zich schuldig maakt aan bedrog of incorrect gedrag, wordt de verdere deelname aan de opleiding ontzegd. Voordat hier uitvoering aan wordt gegeven, heeft er overleg plaats tussen de cursist en de Districts Werkgroep Opleidingen van het district waar de cursus wordt gehouden. Kwalificatie Cursisten die geslaagd zijn ontvangen het certificaat “Verenigingsbegeleider scheidsrechters”. Een gekwalificeerde verenigingsbegeleider is bevoegd om scheidsrechters op KSA-niveau 2 (in opleiding of reeds gekwalificeerd) te begeleiden.
Protocol beoordeling portfolio BEOORDELING PORTFOLIO
Oktober 2011
16
Cursist : Betreft: PORTFOLIO van de opleiding verenigingsbegeleider gehouden te: Periode: Verantwoordelijke docent: Verplichte onderwerpen
Opgenomen in portfolio ja/nee
1. Begin- en eindsituatie van de cursist e e 2. Evaluatie 1 en 2 cursusavond 3. Evaluatie van de begeleidingen (minimaal 2) 4. Evaluatie kennismakingsgesprek 5. Beschrijving beginsituatie beginnend scheidsrechter 6. Verslagen begeleidingen (minimaal 2) 7. Evaluatie van ontwikkeling scheidsrechter 8. De begeleidingsformulieren (minimaal 2) TOELICHTING DOCENT:
ALGEMENE INDRUK VERSLAG (verzorging/volledigheid) EINDBEOORDELING:
Normering: Het portfolio wordt beoordeeld op volledigheid, verzorging en kwaliteit. Het portfolio wordt met een voldoende of onvoldoende beoordeeld. De verenigingsbegeleider in opleiding is geslaagd als voor het logboek een voldoende is behaald. Als de Proeve van Bekwaamheid niet voldoende is, dan bestaat mogelijkheid op een uitgestelde beoordeling, zulks ter beoordeling van de docent. Voldoet men bij de uitgestelde beoordeling opnieuw niet aan de norm van slagen, dan is de kandidaat afgewezen. DATUM: NAAM DOCENT: HANDTEKENING DOCENT:
Oktober 2011
17
Beoordeling voldoende/ onvoldoende
Oktober 2011
18
3: Cursusevaluatie Koninklijk Nederlands Korfbalverbond Opleiding: …………………………………………………………………………………………… KNKV district: ..................................................................................................................… Docent: ……………………………………………………………………………………….. Accommodatie: ...................................................... te ....................................................... Startdatum:………………………………………… Wilt u uw mening geven over de volgende punten door het desbetreffende hokje aan te kruisen. 5 = goed; 4 = ruim voldoende; 3 = voldoende; 2 = matig; 1 = slecht
1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Informatie vanuit het KNKV Organisatie van de opleiding (accommodatie, randvoorwaarden) Inhoud van de opleiding Inhoudelijke deskundigheid van de docent Docent: Lesgeven van de docent Docent: Praktijk tijdens de cursusbijeenkomsten Aandacht van de docent voor mij persoonlijk Docent: Cursusmaterialen (lesmap) Huiswerkopdrachten Ervaringsdeel (praktijk buiten de cursusbijeenkomsten) Maken van portfolio en/of persoonlijk routeverslag Afstemming cursusdeel en ervaringsdeel Inhoud van de Proeve van Bekwaamheid
Bedankt voor uw medewerking! Oktober 2011
19
2
3
4
5
Opmerkingen
4: Planningsformulier deelname aan de opleiding Datum:
Oktober 2011
Waar:
Activiteit:
Aantekeningen:
20