Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het primair onderwijs

Mededelingen OCenW

Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het primair onderwijs Bestemd voor:

AB-1998/12522 van 17 maart 1998 komt met deze publica-

de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel

tie te vervallen.

van:

Deze publicatie is onderverdeeld in de volgende hoofd-

c scholen voor basisonderwijs;

stukken.

c scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en

c hoofdstuk 2:

de besturen van: c de Centrale Diensten.

de verlaging van de normjaartaak en de aanpassing in het RPBO c hoofdstuk 3:

Voorlichting Datum: 24 april 1998 Kenmerk: AB-1998/18847 Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: n.v.t. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.

de spaarverlofregeling c hoofdstuk 4: de BAPO-regeling c Bijlage I: Schematische overzichten met betrekking tot de arbeidsduur e.d. c Bijlage II: Integrale tekst onderhandelaarsakkoord spaarverlof

Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, 079-3232.333

1.3

Doelgroep

Deze publicatie is van toepassing op al het personeel dat in dienst is bij de bevoegde gezagsorganen van:

Hoofdstuk 1

c scholen voor het basisonderwijs (tevens speciale scholen voor basisonderwijs) c scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en

1.

Inleiding

de besturen van: c de Centrale Diensten.

In mijn publicatie AB/1998/12522, van 17 maart 1998, gepubliceerd in de Gele katern nummer 9, heb ik u geïn-

Hoofdstuk 2

formeerd over het onderhandelaarsakkoord dat ik met de Centrales van overheids- en onderwijspersoneel heb afgesloten over de verlaging van de normjaartaak, de taakvermindering voor senioren (bapo) en het spaarverlof. Ik

2.

De verlaging van de normjaartaak en de aanpassing in het RPBO

2.1

Inleiding

heb toen een globale uitleg gegeven van het onderhandelaarsakkoord.

1.2

Doel

In deze publicatie wil ik u nader informeren over dit

In de CAO 1996-98 is de afspraak vastgelegd om per

akkoord en de uitwerking daarvan in een wijziging van

1 augustus 1998 een arbeidsduurverkorting van 3% door

het Rechtpositiebesluit onderwijspersoneel (RPBO) per

te voeren. Dit leidt er toe dat de normjaartaak wordt ver-

1 augustus 1998. In een later te verschijnen ministeriële

laagd van 1710 naar 1659 uur. Voor de invulling van deze

regeling wordt het spaarverlof uitgewerkt. De publicatie

NU M M E R 1 2 b •

4•6

mei 1998

Pri ma ir o n d e r w i j s

verlaging van de normjaartaak krijgt het personeel een keuzemogelijkheid tussen 2 verlofregelingen: a.

Arbeidsduurverkorting in het jaar zelf opnemen = jaarverlof;

b. Het verlof sparen gedurende minimaal 5 en maxi-

en het verlof op basis van de BAPO-regeling normatief plaats. c Voor het onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden taken of behandeltaken is 10% van het feitelijk te werken aantal

maal 12 jaar (zie hoofdstuk 3) en op een later moment

uren in een jaar beschikbaar voor deskundigheids-

opnemen = spaarverlof.

bevordering. Arbeidsduurverkorting

Met de centrales van het onderwijspersoneel zijn daar-

2.2

(adv), spaarverlof en bevor-

Werktijdfactor

naast afspraken gemaakt die moeten leiden tot een

dering arbeidsparticipatie

modernisering van die onderdelen van de rechtspositie

Tot 1 augustus 1998 wordt de betrekkingsomvang uitge-

ouderen (bapo) in het

die betrekking hebben op de arbeidsduur. Voordat deze

drukt in een aantal uren per week. Dit aantal uren wordt

primair onderwijs

maatregelen worden besproken, is het zinvol een aantal

vermeld in de akte van benoeming dan wel de akte van

begrippen te beschrijven die regelmatig in deze publica-

aanstelling. In deze publicatie wordt verder gesproken

tie zullen terugkeren:

over de akte van benoeming. Een normbetrekking is

c Normbetrekking:

daarbij gelijk aan 38 uur. Vanaf 1 augustus 1998 wordt er

een volledige betrekking met een normjaartaak van

gewerkt vanuit de normjaartaak die vastgesteld is op

1659 uur per jaar;

1659 uur per jaar. Omdat binnen een normjaartaak het

c Normjaartaak:

niet noodzakelijk is dat de werkzaamheden per week

het aantal feitelijk te werken uren per jaar bij een

steeds een gelijke omvang zullen hebben, is er voor geko-

benoeming in een normbetrekking van 1659 uur, met

zen om de betrekkingsomvang uit te drukken in de vorm

uitzondering van het BAPO-verlof en de

van een werktijdfactor. Daarbij spreekt het voor zich dat

leeftijdsvakantie-uren;

de uren op jaarbasis waarvoor betrokkene wordt belast

c Arbeidsduur: bij een normbetrekking: 1790 dan wel 1710 uur; c Adv-verlof:

zoveel mogelijk evenwichtig worden verspreid over het schooljaar. De werktijdfactor wordt rekenkundig op 4 cijfers achter de komma afgerond. Een normbetrekking

bij een benoeming in een normbetrekking het verschil is daarbij gelijk aan 1. tussen de arbeidsduur en de normjaartaak. Dit verlof

Vanaf 1 augustus 1998 dient deze werktijdfactor in de

wordt jaarlijks genoten (jaarverlof) of meerjarig opge-

akte van benoeming te worden vermeld. In het vervolg

spaard om op een later moment op te nemen (spaar-

zal het salaris van een betrokkene met behulp van de

verlof);

werktijdfactor worden vastgesteld.

c Werktijdfactor: het gedeelte van een normbetrekking waarvoor

2.3

iemand is benoemd;

Invulling arbeidsduur per 1 augustus 1998

c Les-adv: het gedeelte van het adv-verlof dat normatief in lesuren kan worden genoten.

2.3.1

Algemeen

Naast de verlaging van de normjaartaak worden per

De verlaging van de normjaartaak moet er toe leiden dat

1 augustus 1998 de volgende maatregelen doorgevoerd:

de personeelsleden op een herkenbare wijze adv-verlof

c de introductie van de werktijdfactor;

genieten. Dat gebeurt door in het RPBO te bepalen dat er

c de maximum lessentaak voor onderwijsgevend perso-

gewerkt moet worden vanuit een arbeidsduur van 1710

neel en onderwijsondersteunend personeel met les-

dan wel 1790 uur. Het verschil tussen de normjaartaak en

gebonden taken dan wel behandeltaken, benoemd in

de arbeidsduur bij een normbetrekking (1659 uur) is het

een normbetrekking, wordt als volgt vastgesteld:

verlof, respectievelijk 51 of 131 uur. Voor een betrokkene

c bij een arbeidsduur van 1790 uur bedraagt deze 1010 die is benoemd voor minder dan een normbetrekking uur; c bij een arbeidsduur van 1710 uur bedraagt deze 961 uur.

wordt de arbeidsduur en het verlof naar evenredigheid van de werktijdfactor berekend en rekenkundig afgerond op hele uren.

Het nu nog geldende voorschrift dat maximaal 65% van Hoofdregel is dat gewerkt wordt op basis van een arbeidsde betrekkingsomvang mag bestaan uit lesgebonden

duur van 1710 uur waarbinnen 51 uur adv-verlof. Tenzij

taken komt hiermee te vervallen.

het dienstbelang zich daartegen verzet kan op verzoek

c Voor het onderwijsgevend personeel en het onderwijs-

van betrokkene gewerkt worden op basis van een arbeids-

ondersteunend personeel met lesgebonden taken of

duur van 1790 uur. Wellicht ten overvloedde wordt opge-

behandeltaken vindt het afschrijven van het adv-verlof merkt dat bij de jaarvariant de netto werktijd in de situa-

P rima i r o n d e r w i j s

N U MMER 12b •

5 • 6 mei 1998

tie dat gewerkt wordt op basis van een arbeidsduur van

2.3.2

1790 uur gelijk is aan de netto werktijd bij een arbeidsduur van 1710 uur. In beide situaties is deze netto werktijd voor de voltijder 1659 uur. Bij de jaarvariant verzet

Invulling arbeidsduur voor personeel benoemd volgens hoofdstuk I-Q, hoofdstuk I-R, artikel I-S203 en artikel I-S303

het dienstbelang zich tegen 1790 uur als de school voor al het onderwijzend personeel en het onderwijs-

Voor de invulling van de arbeidsduur voor een betrok-

ondersteunend personeel met les- of behandeltaken

kene bedoeld in hoofdstuk I-Q, hoofdstuk I-R, artikel

Arbeidsduurverkorting

werkt op basis van een wekelijkse werktijd van 38 uur,

I-S203 en artikel I-S303 zal vanaf 1 augustus 1998 een


waardoor het feitelijk onmogelijk is om op jaarbasis te

aantal specifieke maatregelen gelden, zoals de vastge-


komen tot een rooster van 1790 uur (= wekelijkse werk-

stelde maximum lessentaak bij een bepaalde arbeidsduur,


tijd van 40 uur).

de deskundigheidsbevordering en het normatief afschrijven van het adv-verlof.

primair onderwijs

Het verlof wordt genoten in hele vrije dagen, een restant dat kleiner is dan een gehele werkdag wordt voor een

Maximale lessentaak

gedeelte van de werkdag genoten. Het bevoegd gezag en

Tot 1 augustus 1998 geldt voor deze categorie van perso-

betrokkene kunnen ter zake andere afspraken maken.

neelsleden dat zij voor ten hoogste 65% van hun betrek-

Dit kan alleen op verzoek van betrokkene en alleen als

kingsomvang belast mogen worden met het geven van

het dienstbelang zich daar niet tegen verzet.

onderwijs als bedoeld in de taakkarakteristiek. Zoals in

Het bevoegd gezag en betrokkene maken afspraken over

hoofdstuk 2.1 al is vermeld, komt deze bepaling per

het tijdstip waarop het verlof wordt opgenomen. Als over

1 augustus 1998 te vervallen. Uitgangspunt van de nieuwe

dat tijdstip geen overeenstemming wordt bereikt, beslist

regel is dat iemand die een volledige betrekking heeft en

het bevoegd gezag.

een arbeidsduur van 1790 uur het hele jaar een groep in

In het RPBO zal worden bepaald dat het verlof onder door de bovenbouw moet kunnen draaien. Andersom geldt dat de minister te stellen voorwaarden (ministeriële regeling)

de betrokkene, die behoudens de voor hem geldende

kan worden opgenomen in een later schooljaar (spaar-

arbeidsduurverkorting, het gehele schooljaar de lessen in

verlof).

een bepaalde groep verzorgt of mede verzorgt (klassenassistent of onderwijsassistent), een normbetrekking

Het bovenstaande betekent dat het personeel (met uit-

heeft. Indien men de lessen (mede-)verzorgt in meer groe-

zondering van de personeelsleden die benoemd worden

pen en dit qua omvang overeenkomt met het verzorgen

in verband met vervanging of in verband met een kort-

van de lessen van één groep, is het bovenstaande even-

durende vacature) in de volgende arrangementen kan

eens van toepassing. Dit geldt dus ook voor degene die

werken.

het hele jaar de lessen in de onderbouw (mede-) verzorgt,

1.

2.

niet sparen

zij het dat zijn maximum lessentaak daarmee ruimte

In dit geval krijgt de betrokkene een verlof van 51

biedt voor een inzet voor andere taken naast het lesgeven

respectievelijk 131 uur afhankelijk van de arbeids-

in de onderbouw, bijvoorbeeld een aantal lessen in de

duur die door het schoolbestuur is vastgesteld. Dit

bovenbouw.

verlof wordt in principe genoten in hele werkdagen.

Vanaf voornoemde datum zal een maximum aantal

Het resultaat is dat een betrokkene die is aangesteld

lessen gaan gelden behorende bij de arbeidsduur waaruit

in een normbetrekking per jaar 1659 uren werkt.

wordt gewerkt. Dit betekent het volgende:

51 uur sparen

c bij een arbeidsduur van 1790 uur bedraagt de maxi-

Als betrokkene 51 uur gaat sparen en de school heeft de laatste jaren gewerkt vanuit een rooster dat gebaseerd was op 1710 uur, verandert in het jaarlijkse

mum lessentaak 1010 uur; c bij een arbeidsduur van 1710 uur bedraagt de maximum lessentaak 961 uur.

werkpatroon van betrokkene in feite niets. De

3.

betrokkene die werkt vanuit een arbeidsduur van

Voor het antwoord op de vraag welke taken als lestaken

1790 uur gaat 51 uur sparen. De overige 80 uren adv

moeten worden aangemerkt is doorslaggevend de defini-

worden in beginsel genoten in hele vrije dagen.

tie die de Inspectie ter zake in de praktijk bij de toetsing

131 uren sparen

van de activiteitenplannen hanteert. Het verdient aanbe-

Als betrokkene 131 uur gaat sparen, werkt hij in

veling om taken die niet zijn aan te merken als lestaken

totaal 1790 uur per jaar. Zolang hij spaart worden er

in het activiteitenplan vooraf in te plannen.

voor hem geen vrije dagen op basis van adv ingeroosterd.

Deskundigheidsbevordering Vanaf 1 augustus 1998 zal 10% van de normjaartaak (bij

Voor een betrokkene die in een deeltijdbetrekking werk-

keuze voor de jaarvariant) of 10% van de arbeidsduur (bij

zaam is, geldt bovenstaande naar rato.

spaarvariant) bestemd zijn voor deskundigheidsbevordering. Deskundigheidsbevordering geldt niet voor

NU M M E R 1 2 b •

6•6

mei 1998


het onderwijsondersteunend personeel zonder les-

verlof op een donderdag. Daarnaast heeft betrokken nog

gebonden taken dan wel behandeltaken (zie 2.3.3) . Per

recht op 3 uur verlof. Voor de dagen waarop betrokkene

saldo betekent dit dat 10% van wat iemand feitelijk in een vrij is, is hij ook vrijgesteld van de overige werkzaamhejaar werkt, bestemd is voor deskundigheidsbevordering.

den op die dag. Met andere woorden: betrokkene is voor

Spaart betrokkene vanuit een arbeidsduur van 1790, dan

deze dagen niet beschikbaar voor de school.

is 179 uur van zijn arbeidsduur bestemd voor deskundigheidsbevordering. Kiest betrokkene voor de

Samenvatting

jaarvariant, dan is 166 uur beschikbaar voor de

Rekening houdend met het voorgaande gaat voor het


deskundigheidsbevordering. Voor de betrokkene die in

personeel bedoeld in hoofdstuk I-Q, hoofdstuk I-R, artikel


een deeltijdbetrekking werkzaam is, geldt deze maatregel I-S203 en artikel I-S303 van het RPBO het volgende


naar rato.

gelden.


De uren die bestemd zijn voor deskundigheids-

c De betrokkene die niet gaat sparen en benoemd is in

primair onderwijs

bevordering worden in principe door het personeelslid

een normbetrekking staat in feite per jaar maximaal

zelf ingevuld, vanuit de eigen professionaliteit. In indivi-

930 uren voor de klas. Is de arbeidsduur door het

duele gevallen kan de werkgever afwijken van deze regel,

bestuur vastgesteld op 1790 uur, dan betekent dit dat

mits dat schriftelijk wordt gemotiveerd. In de Raam-

er in feite gewerkt wordt in een rooster dat gebaseerd

overeenkomst PO is vastgelegd dat periodiek functione-

is op maximaal 1010 uren aan lessen. Betrokkene heeft

ringsgesprekken met het personeel worden gevoerd. In

derhalve recht op 80 lesgebonden adv-uren (1010-80 =

deze gesprekken legt betrokkene achteraf verantwoor-

930). Heeft het bestuur de arbeidsduur vastgesteld op

ding af over de feitelijke besteding van de uren

1710 uur dan geldt een rooster van maximaal 961 les-

deskundigheidsbevordering. In individuele gevallen

uren. Betrokkene heeft in dit geval recht op 31 les-

kunnen door het bevoegd gezag en betrokkene ten aan-

gebonden adv-uren (961-31 = 930). Via het genormeerd

zien van het percentage van 10% per jaar, afwijkende

afschrijven wordt inhoud gegeven aan het herkenbaar

afspraken gemaakt worden. Dit kan bijvoorbeeld wenselijk zijn als betrokkene in een bepaald jaar een opleiding

opnemen van het verlof. c De betrokkene die 51 uur gaat sparen en benoemd is

wil volgen die meer tijd kost dan 10%. De afspraak kan

in een normbetrekking staat per jaar maximaal 961

dan zijn dat de tijd die hij in het ene jaar meer krijgt voor

uur voor de klas. Is de arbeidsduur door het schoolbe-

deskundigheidsbevordering in het andere jaar wordt-

stuur vastgesteld op 1790 uur dan betekent dit dat er

gecompenseerd.

in feite gewerkt wordt in een rooster dat gebaseerd is op maximaal 1010 uur aan lessen. Aangezien betrok-

Normatief afschrijven van het advverlof

kene reeds 31 lesgebonden adv-uren spaart, dient hij

Zoals hiervoor is aangegeven dient het verlof op een her-

geroosterd.

nog voor 49 lesgebonden adv-uren te worden uit-

kenbare wijze vorm te krijgen. Voor de categorie van per- c Als een betrokkene 131 uren gaat sparen, betekent dit soneel als bedoeld in de hoofdstukken I-Q en I-R en de

dat het bestuur voor deze betrokkene voor de duur dat

artikelen I-S203 en artikel I-S303 van het RPBO, wordt het

hij spaart moet werken vanuit een arbeidsduur van

verlof normatief afgeschreven aan de hand van het aantal

1790 uur. De betrokkene kan dan voor maximaal 1010

lesuren dat op de dag dat men verlof neemt in de boven-

uur ingeroosterd worden voor de lessentaak.

bouw wordt lesgegeven op de desbetreffende school. Om normatief te kunnen afschrijven dient eerst het aantal

Eén en ander kan worden samengebracht in de volgende

uren verlof van 51 respectievelijk 131 uur te worden

3 tabellen waarbij de getallen een aantal uren weergeven.

omgezet naar het aantal lesuren, te weten 31 respectievelijk 80 uur. Het normatief afschrijven houdt in dat betrokkene voor die dag ook vrijgesteld is voor (zijn) overige werkzaamheden. In het DGO kan een andere afschrijvingssystematiek worden afgesproken.

Voorbeeld 1 Een betrokkene heeft recht op totaal 80 uur les-adv. Betrokkene verzoekt het schoolbestuur de adv dag zoveel mogelijk op een donderdag in te plannen. Volgens het lesrooster wordt op donderdag in de bovenbouw totaal 5,5 uur lesgegeven. Betrokkene heeft dus recht op 80 : 5,5 = 14 hele dagen


N U MMER 12b •

7 • 6 mei 1998

Telefonische bereikbaarheid van Cƒi U kunt als u de Informatiecentra Onderwijs (ICO’s) belt,

Wanneer het voorkiezen niet lukt dan is het mogelijk dat

gebruik maken van de mogelijkheid het onderwerp

het toestel waarmee u belt op ‘pulse’ staat. Dit moet u

waarover u meer wilt weten vooraf te selecteren.

dan omzetten naar ‘tone’. Blijft het maken van keuzes

Dat kan met behulp van de druktoetsen op uw

onmogelijk, of treden storingen op dan stelt Cƒi het op

telefoontoestel. Er bestaat ook de mogelijkheid voor

prijs wanneer u dit kenbaar maakt via telefoonnummer

speciale onderwerpen een helpdesk te raadplegen;

(079) 323 49 28.

er is bijvoorbeeld een helpdesk Lump sum Voortgezet Onderwijs en een helpdesk Wet Educatie en

Het volledige schema, met CFI nummer 36.959 kan worden

Beroepsonderwijs (WEB).

aangevraagd via het cfi plaketiket met nummer 84887 of via het Cƒi loket op het Internet: http://www.pi.net/~cfi

Agentschap van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen

Vragen aan Cƒi kunnen ook via het volgende e-mail adres worden gesteld: [email protected]

Primair Onderwijs

☎ (079) 323 23 33 1

2

Hoofdmenu

Alle andere vragen

Rechtspositie/formatie

1

2

Rechtspositie

9 Terug naar hoofdmenu

Formatie

1 Huisvesting

2 Bekostiging

3 Overig


Voortgezet Onderwijs

☎ (079) 323 24 44 0

1

Helpdesk Lump sum VO

1

Rechtspositie/formatie

2

Rechtspositie

2

Hoofdmenu

Alle andere vragen

9

Formatie

Terug naar hoofdmenu

1 Huisvesting

2 Bekostiging

3 Overig


Beroepsonderwijs, Volwasseneducatie, Hoger Onderwijs

☎ (079) 323 26 66 0 Helpdesk WEB

1

2

Hoofdmenu

Rechtspositie en arbeidsvoorwaarden

1 Huisvesting

Alle andere vragen

2 Bekostiging

3 Overig


Tabel I Jaarverlof arbeidsduur feitelijk te werken

desk.bev

maximale

minimale

ordering

lessentaak

niet lessen-

adv-verlof

les-adv

feitelijke maximale

taak

lessentaak Arbeidsduurverkorting

1790

1659

166

1010

563

131

80

930


1710

1659

166

961

563

51

31

930

dering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het

Voorbeeld 2

Voorbeeld 3

Betrokkene heeft een benoeming van:

Betrokkene heeft op 31 juli 1998 een benoeming voor 20

c Werktijdfactor: 1

uur. Per 1 augustus 1998 wordt zijn werktijdfactor 20/38 is

c Arbeidsduur : 1790

primair onderwijs

0,5263. Betrokkene werkt op basis van een voltijds-

Maximale lessentaak

1010x1 = 1010 arbeidsduur van 1790.

Les-adv

80x1 = 80 – --------------- Maximale lessentaak

Feitelijke maximale lessentaak

1010x0,5263 = 532

930 Les-adv

80x0,5263 = 42 –

Deskundigheidsbevordering

---------------

(=10% van 1659)

166x1 = 166 + Feitelijke maximale lessentaak

Minimale niet-lessentaak

563x1 = 563 + Deskundigheidsbevordering

490 66x0,5263 = 87 +

--------------- (= 10% van 1659) Feitelijk te werken

1659

Adv-verlof in uren


563x0,5263 = 296 +

131 x1 = 131 +

---------------

--------------- Feitelijk te werken Arbeidsduur

873

1790 Adv-verlof

131x0,5263 = 69 + ---------------

Arbeidsduur

1790x0,5263 = 942

Tabel 2 Spaarverlof arbeidsduur feitelijk te werken

desk.bev

maximale

minimale

adv-

ordering

lessentaak

niet lessen-

spaarverlof

les-adv

feitelijke maximale

taak

lessentaak

1790

1790

179

1010

601

131

80

1010

1710

1710

171

961

578

51

31

961

Voorbeeld 4

Voorbeeld 5

Betokkene heeft een benoeming van werktijdfactor 1 en

Betrokkene heeft een benoeming van werktijdfactor

werkt op basis van eenvoltijdsarbeidsduur van 1790 uur.

0,5263 en werkt op basis van voltijdsarbeidsduur 1790

Maximale lessentaak

uur.

1010x1 = 1010

Deskundigheidsbevordering (=10% van 1790)179x1 = 179 + Minimale niet-lessentaak

601x1 = 601 + Maximale lessentaak

1010x0,5263 = 532

---------------- Deskundigheidsbevordering Feitelijk te werken

1790

(=10% van 1790)

179x0,5263 = 94 +


601x0,5263 = 316 +

Spaargedeelte adv-verlof

131x1 = 131

Spaargedeelte les-adv

80x1 = 80 Feitelijk te werken

--------------

Spaargedeelte adv-verlof Spaargedeelte les-Adv


942 131x0,5263 = 69 80x0,5263 = 42

N U MMER 12b •

9 • 6 mei 1998

Tabel 3 Combinatie jaar- en spaarverlof. Sparen is gebaseerd op 1710 uren arbeids

feitelijk te desk.

maximale minimale adv-spaar adv-spaar- adv-

duur

werken

lessentaak niet-

bevordering

verlof

lessentaak


verlof

adv-

feitelijke

jaarverlof jaarverlof maximale

in de

in de

lessentaak

lessentaak

lessentaak

(adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie

1790

1710

171

1010

578

51

31

80

49

961

ouderen (bapo) in het primair onderwijs

Voorbeeld 6

2.3.3

Invulling arbeidsduur voor het overige I-S-personeel

Betrokkene heeft een benoeming van werktijdfactor 1 en werkt op basis van een voltijdsarbeidsduur van

Ook voor dit personeel geldt de nieuwe normjaartaak van

1790 uur.

1659 uur. Dit betekent dat een betrokkene benoemd in een volledige betrekking jaarlijks 1659 uur dient te

Maximaal lessentaak Adv-verlof lessentaak

1010x1 = 1010

werken. Dit aantal uren dient eventueel te worden ver-

49x1 = 49 – laagd met het aantal vakantie-uren in verband met de --------------- leeftijd en de vakantie-uren in verband met de schaal


961

(=10% van 1710) Minimale niet-lessentaak

waarin betrokkene benoemd is. Ten aanzien van dit personeel is bepaald dat de verlaging van de normjaartaak


171x1 = 171 + vorm krijgt door in aanvulling op de huidige werktijden578x1 = 578 + regeling 51 uur adv-verlof in acht te nemen. Wie dat ------------- wenst, kan dit verlof opnemen gedurende de periode dat

Feitelijk te werken Adv-verlof

1710x1 = 1710 + lesgegeven wordt op school. Voor het betreffende perso80x 1 = 80 + neel wordt een werktijdenregeling vastgesteld waar de ------------- 51 uur wordt uitgeroosterd in gehele werkdagen. Het

Arbeidsduur

1790x1 = 1790

aantal verlof uren dat resteert, wordt over een gedeelte van een werkdag genoten. Tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet, kan het verlof op verzoek van betrok-


51x1 = 51

Spaargedeelte les-Adv

31x 1 = 31 kene anders dan in gehele werkdagen worden verleend. Als betrokkene gebruik maakt van de spaarvariant, leidt

Voorbeeld 7

dit ertoe dat de extra uren die boven de 1710 uur worden gewerkt, moeten worden gewerkt in de schoolvakanties

Betrokkene heeft een benoeming van werktijdfactor

en/of in werkweken die langer zijn dan 40 uur. Op grond

0,5263 en werkt op basis van een voltijdsarbeidsduur van

van de huidige rechtspositieregeling wordt het aantal

1790 uur.

uren dat wordt gewerkt boven het aantal uren zoals vastgelegd in de werktijdenregeling als overwerk aange-

Maximaal lessentaak Adv-verlof lessentaak

1010x0,5263 = 532

merkt.

49x0,5263 = 26 – De in paragraaf 2.3.2 genoemde norm van 10% ------------- deskundigheidsbevordering geldt niet voor dit onderwijs-


506 ondersteunend personeel. De systematiek van het RPBO brengt met zich mee dat wanneer dit personeel in

Deskundigheidsbevordering (=10% van 1710)

171x0,5263 = 90 + opdracht van het bevoegd gezag activiteiten ontplooit om


578x0,5263 = 304 + zijn deskundigheid (verder) te ontwikkelen, dit overwe------------ gend tijdens werktijd plaatsvindt.


1710x0,5263 = 900 80x 0,5263 = 42 + --------------

Arbeidsduur

NU M M E R 1 2 b •

1790x0,5263 = 942


51x0,5263 = 27


31x0,5263 = 16

10 • 6

mei 1998


2.4

Situatie zittend personeel per 1 augustus 1998

Algemeen

Voorbeeld 9 Het bevoegd gezag heeft voldoende formatie om aan het verzoek van betrokkene A (voorbeeld 8) tegemoet te

Onder zittend personeel worden verstaan degenen die op

komen, zijn werktijdfactor wordt derhalve per 1 augustus

31 juli 1998 en 1 augustus 1998 in vaste dienst bij een

1998 als volgt verhoogd: 0,5263 x 1710/1659 = 0,5425. Het


bestuur zijn benoemd en voor wie buiten de overgangsbe- feitelijk aantal te werken uren blijft door dit opplussen


paling genoemd in deze paragraaf niets verandert.

gelijk aan het aantal uren waarvoor betrokkene op 31 juli


op jaarbasis was aangesteld.


Conversie betrekkingsomvang per 1 augustus 1998 Voorbeeld 10 Door de invoering van de werktijdfactor zal de betrekkingsomvang zoals deze tot en met 31 juli 1998 geldt, per

In verband met de verwachte daling van de formatie per

1 augustus 1998 moeten worden omgezet. Dit wordt ook

1 augustus 1998 heeft het bevoegd gezag betrokkene B

wel genoemd het herbezetten van de eigen adv. Deze

per 1 augustus 1997 in het RDDF geplaatst. Door de verla-

omzetting vindt plaats door de betrekkingsomvang in

ging van de normjaartaak komt er per 1 augustus 1998

uren van 31 juli 1998 te delen door 38. De uitkomst hier-

formatie vrij. Het verzoek van betrokkene A kan derhalve

van wordt rekenkundig afgerond op 4 cijfers achter de

niet worden gehonoreerd, aangezien de vrijgekomen for-

komma.

matie bij voorrang aan betrokkene B moet worden toebedeeld, waardoor aan betrokkene B per 1 augustus 1998 geen ontslag wordt verleend. De werktijdfactor voor

Voorbeeld 8 Betrokkene A is benoemd voor 20 uur per week. De

betrokkene A blijft dus vastgesteld op 0,5263.

2.5

Nieuw te benoemen personeel

werktijdfactor wordt voor hem per 1 augustus 1998 als volgt vastgesteld: 20 : 38 = 0,5263

Algemeen Overgangsmaatregel voor part-timers Onder nieuw te benoemen personeel wordt verstaan een Voor de personeelsleden die op 31 juli 1998 een deeltijd-

personeelslid dat vanaf 1 augustus 1998 voor het eerst

betrekking hebben en voor wie op 1 augustus 1998 met

wordt benoemd of een personeelslid dat tot en met 31 juli

toepassing van de conversie een werktijdfactor wordt

1998 in tijdelijke dienst benoemd is geweest en op

vastgesteld, geldt een overgangsbepaling. Deze perso-

1 augustus 1998 opnieuw wordt benoemd hetzij in tijde-

neelsleden kunnen éénmalig om een verhoging van de

lijke dienst hetzij in vaste dienst. Dit hoofdstuk is ook

werktijdfactor vragen (=opplussen). De werktijdfactor

van toepassing op personeelsleden die in vaste dienst zijn

wordt dan verhoogd met de factor 1710/1659. De uitkomst benoemd en die met ingang van 1 augustus 1998 of op hiervan mag uiteraard nooit hoger zijn dan 1. Het gaat

een later tijdstip voor een hoger dan wel lager aantal

hier immers om part-timers. Het verzoek om verhoging

uren gaan werken (los van het overgangsrecht zoals

van de werktijdfactor wordt gehonoreerd, tenzij daarvoor genoemd onder paragraaf 2.4). op 1 augustus 1998 geen formatieruimte beschikbaar is. Het gaat daarbij om de formatie die door het bevoegd

Keuze jaarverlof of spaarverlof

gezag is vastgesteld met in achtneming van wat hierover in de WMO is bepaald. Het opplussen mag op generlei

Uitgangspunt voor nieuw te benoemen personeel is het

wijze direct leiden tot plaatsing in het risicodragendende

aantal uren of lesuren waarvoor een vacature bestaat en

deel van de formatie (RDDF) zoals bedoeld in artikel I-P76, de arbeidsduur op basis waarvan het nieuwe personeelstweede lid, onder b van het RPBO dan wel direct leiden

lid gaat werken. Dit levert 5 mogelijke arrangementen

tot een uitkering op grond van het BWOO. Het bevoegd

op, die genoemd worden in tabel 1 tot en met 3 in para-

gezag heeft daarnaast voldaan aan de herbenoemings-

graaf 2.3.2. Afhankelijk van het arrangement dat partijen

verplichting op grond van de zogenoemde ’eigen

kiezen, ontstaat de werktijdfactor voor het personeelslid.

wachtgeldersbepaling’.

Deze keuze geldt niet voor personeelsleden die benoemd worden in verband met vervanging of in verband met een kortdurende vacature.


N U MMER 12b •

11 • 6 m e i 1 9 9 8

2.5.1

lesgevende taken is gerelateerd zijn twee zaken van

Vaststelling werktijdfactor algemeen

belang: 1.

de omvang van de lessentaak die een school voor een

2.

het feit of betrokkene kiest voor jaarverlof dan wel

betrokkene op jaarbasis beschikbaar heeft en;

Kiest het personeelslid voor de jaarvariant dan wordt de werktijdfactor vastgesteld door het aantal uren van de

spaarverlof.

vacature te delen door 1659. Kiest betrokkene voor sparen dan wordt zijn werktijdArbeidsduurverkorting

factor vastgesteld door het aantal uren van de vacature te

Het verdient aanbeveling om in de systematiek van de


delen door de omvang van de arbeidsduur. Deze omvang

vaststelling van de werktijdfactor rekening te houden


van de arbeidsduur bestaat uit 1710 dan wel 1790 uur. De

met een gemiddeld aantal uren over meerdere schoolja-


werktijdfactor wordt in dat geval dus feitelijk vastgesteld

ren.

primair onderwijs

exclusief de te sparen uren. Op het moment dat hij deze meer gewerkte uren via een aaneengesloten periode van

Jaarverlof

verlof effectueert, wordt zijn bezoldiging immers voor de volle 100% doorbetaald. Betrokkene geeft in overleg met

Kiest een betrokkene voor jaarverlof dan wordt de onder

het bestuur aan op welke basis hij wenst te sparen. De

1. vastgestelde lessentaak gedeeld door het feitelijke

omvang van het verlof is het verschil tussen de omvang

maximale aantal lessen dat behoort bij de normjaartaak

van het aantal uren die betrokkene gaat werken en de

(930). De op deze wijze vastgestelde werktijdfactor wordt

omvang van het aantal uren die op basis van de werktijd-

afhankelijk van de voor de school geldende arbeidsduur

factor afgezet tegen 1659 wordt vastgesteld.

vermenigvuldigd met de in tabel 1 aangegeven feitelijk te werken uren, deskundigheidsbevordering, minimale nietlessentaak, adv-verlof, les-adv en de maximale feitelijke

Voorbeeld 11

lessentaak.

School heeft een vacature van 1000 uur. Voorbeeld 13

De werktijdtijdfactor wordt als volgt vastgesteld als betrokkene kiest voor: het jaarverlof:

1000 : 1659 = 0,6028 Een school heeft een vacature van 5,5 lesuur op donder-

het spaarverlof op basis van een

dag en 5,4 uur lesuur op vrijdag. Gedurende 39 weken

arbeidsduur van 1790 uur

wordt er op deze dagen lesgegeven. Er is dan een vaca-

en 131 uur sparen:

1000 : 1790 = 0,5587 ture van 39 x (5,5 + 5,4) = 425 lesuur. Het verdient aanbeveling om in de systematiek van de vaststelling van de

het spaarverlof op basis van een

werktijdfactor rekening te houden met een gemiddeld

arbeidsduur van 1710 uur en 51 uur sparen:

1000 : 1710 = 0,5848 aantal schoolweken per jaar. Het rooster van de school is gebaseerd op een arbeidsduur van 1790 uur.

Voorbeeld 12 Betrokkene kiest voor jaarverlof Een personeelslid gaat sparen op basis van 1790 uur. Betrokkene werkt, krijgt bezoldigd en spaart op basis van

Werktijdfactor wordt: 425 : 930 = 0,4570

het volgende aantal uren. Maximale lessentaak 1000 Les-adv

Werkzaam

80x0,4570 = 37 – ---------------

Aantal uren bezoldigd volgens de werktijdfactor

1010x0,4570 = 462

0,5587 x 1659 =

927 Feitelijke maximale lessentaak

--------------- Deskundigheidsbevordering Aantal uren te sparen

73 Minimale niet-lessentaak

= 425 166x0,4570 = 76 + 563x0,4570 = 257 + ---------------

2.5.2.

Vaststelling werktijdfactor onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden dan wel behandeltaken


1659x0,4570 = 758 131x0,4570 = 60 + ---------------

Arbeidsduur

1790x0,4570 = 818

Voor de vaststelling van de minimale werktijdfactor voor deze categorie van personeel, waarvan het werk aan de

NU M M E R 1 2 b •

12 • 6

mei 1998



Spaarverlof Kiest betrokkene voor het spaarverlof dan is de vraag

= 425


171x0,4422 = 76 +


578x0,4422 = 256 +

volgens welke arbeidsduur de school werkzaam is. Werkt

--------------

de school volgens een rooster van 1790 uur dan wordt de

Feitelijk te werken

onder 1 vastgestelde lessentaak gedeeld door 1010. Als de

Adv-verlof

1710x0,4422 = 756 + 80x0,4422 = 35 +

school werkt volgens het rooster van 1710 uur, dan wordt de onder 1 vastgestelde lessentaak gedeeld door 961. De

--------------Arbeidsduur

1790x0,4422 = 791

op deze wijze vastgestelde werktijdfactor wordt afhanke-

Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevor-

lijk van de voor de school geldende arbeidsduur verme-


51x0,4422 = 23


nigvuldigd met de in tabel 2 aangegeven feitelijk te


31x0,4422 = 14


werken uren, deskundigheidsbevordering, minimale nietlessentaak en de maximale feitelijke lessentaak. Daar-

primair onderwijs

2.6

naast wordt het spaargedeelte berekend.

Aanpassing specifieke regelingen in verband met de invoering van de werktijdfactor

Voorbeeld 14 Zie voorbeeld 13 maar in dit geval kiest betrokkene voor spaarverlof dat gebaseerd is op een rooster van 1790 uur.

Algemeen De berekening van het salaris en de formatierekeneenheden (fre’s) vindt tot 1 augustus 1998 plaats op basis van uren. De berekening van het salaris en de fre’s

Werktijdfactor wordt: 425 : 1010 = 0,4208

wordt vanaf 1 augustus 1998 berekend op basis van de Feitelijke maximale lessentaak

1010x0,4208 = 425

werktijdfactor. Een aantal artikelen in het RPBO zal hier-


179x0,4208 = 75 + door moeten worden aangepast. In onderstaande paragra-


601x0,4208 = 253 + fen zal hier nader op worden ingegaan. ---------------

Feitelijk te werken

1790x0,4208 = 753


131x0,4208 = 55


80x0,4208 = 34

2.6.1

Bezoldiging over een gedeelte van de maand

In artikel I-P15 van het RPBO wordt geregeld hoe het salaris wordt vastgesteld. In het tweede lid is bepaald hoe het

Combinatie van spaarverlof en jaarverlof

salaris te berekenen voor een betrokkene die voor 6 maanden of korter is aangesteld. Aangezien de normbetrekking op weekbasis als uitgangspunt voor de rege-

Als een school werkt volgens een rooster dat gebaseerd is

ling van de arbeidsduur verdwijnt, dient er voor de bere-

op 1790 uur, is het mogelijk dat een betrokkene kiest

kening van een uursalaris een ijkpunt te zijn ten

voor een combinatie van jaarverlof en spaarverlof. De

opzichte van de uren die in een niet volledige kalender-

werktijdfactor wordt bij deze keuze vastgesteld door de

week of kalenderweken worden gewerkt. Deze referentie

onder nr. 1 vastgestelde lessentaak te delen door 961. Met

is gelijk aan het getal 36,86.

deze werktijdfactor worden de getallen in tabel 3 verme-

De formule komt als volgt te luiden:

nigvuldigd. De omvang van het spaarverlof wordt apart

(w x q + r) x (3 : 13) x s

vastgesteld.

waarin: w = de werktijdfactor die voor betrokkene geldt; q = het aantal volledige kalenderweken gedurende welke

Voorbeeld 15

betrokkene in de desbetreffende maand werkzaam is; r = het aantal uren dat betrokkene feitelijk heeft

Zie voorbeeld 13 maar in dit geval kiest betrokkene voor

gewerkt in de niet volledige kalenderweek of

spaarverlof dat gebaseerd is op een rooster van 1710 uur.

kalenderweken gedurende welke hij in de desbetref-

Voor het overige kiest betrokkene voor het jaarverlof.

fende maand is benoemd, gedeeld door 36,86; s = het salaris bij een normbetrekking.

Werktijdfactor wordt: 425 : 961 = 0,4422 Maximale lessentaak Les-adv

1010x0,4422 = 447 49x0,4422 = 22 – ---------------


N U MMER 12b •

13 • 6 m e i 1 9 9 8

2.6.2

Salaris bij kortdurende vervanging

(nieuw te benoemen personeel). Het doet niet ter zake of het afwezige personeelslid spaart dan wel adv-verlof op jaarbasis geniet. Een betrokkene die vervangt, kan name-


In de artikelen I-R205 en I-R305, eerste lid, is aangegeven

lijk niet sparen. In beide gevallen dient voor de vaststel-

hoe het salaris wordt vastgesteld voor een betrokkene die

ling van de werktijdfactor van de vervanger die werkt

wordt benoemd voor een kortdurende vervanging. Uren

volgens het rooster van het afwezige personeelslid, het

dienen ook hier omgezet te worden naar een werktijd-

feitelijk aantal te werken uren volgens de lessentaak op

factor.

jaarbasis te worden gedeeld door 930.

(adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie

was uren


wordt factor Voorbeeld 17

primair onderwijs

8,5

0,2306 Het aantal uren van de lessentaak is volgens het roos-

ochtend

5

0,1356 ter op jaarbasis 500 uur.

middag

3,5

0,095.

hele dag

De vervanger wordt voor langere duur aangesteld. De werktijdfactor wordt voor de vervanger: 500 : 930 = 0,5376

De dag waarop structureel uitsluitend gedurende de ochtend onderwijs wordt gegeven, veel al de woensdag, is

Een betrokkene is benoemd in een normbetrekking

gelijk aan de factor 0,1628.

en spaart daarnaast 51 uur. Hij vervult feitelijk op

Met de omzetting van de uren is hiermee de factor r vast-

jaarbasis 961 uur aan lestaken. Betrokkene is voor

gesteld zoals deze in I-P15, tweede lid per 1 augustus 1998

langere duur afwezig.

dient te worden berekend. Als er sprake is van meerdere hele dagen, ochtenden en/of middagen, dient in r de som

De werktijdfactor wordt voor de vervanger: 961 :

van de factoren te worden opgenomen.

930 = 1,0333

2.6.3

Verbruik rekeneenheden

Voorbeeld 16 In artikel I-P78, vijfde lid wordt aangegeven hoe het Een betrokkene heeft 2 hele dagen en een ochtend ver-

rekeneenhedenverbruik moet worden berekend. Ook

vangen. In dat geval wordt de factor voor r: 0,5968 (2 x

deze formule wordt aangepast in verband met de invoe-

een hele dag + 1 ochtend = 0,4612 + 0,1356)

ring van de werktijdfactor en komt als volgt te luiden: w x (d : e) x f

In het tweede lid van de betreffende artikelen zal worden

waarin:

aangegeven hoe moet worden gehandeld als een betrok-

w = de omvang van de werktijdfactor waarvoor betrok-

kene voor korter dan een ochtend dan wel een middag heeft vervangen. In dit geval dient vanaf 1 augustus 1998 het gewerkte aantal uren vermenigvuldigd te worden met de factor 1,5385. Het resultaat van deze berekening wordt ingebracht als het aantal uren dat wordt bedoeld in r van de formule in artikel I-P15, tweede lid. Het betreffende aantal uren wordt derhalve gedeeld door 36,86 waardoor voor betrokkene voor dat deel van de vervanging een werktijdfactor wordt vastgesteld.

kene is benoemd voor zover die voor rijksbekostiging in aanmerking wordt gebracht; d = het aantal kalenderdagen gedurende welke de betrokkene in die functie in de desbetreffende kalendermaand is benoemd; e = het aantal kalenderdagen dat in de desbetreffende kalerdermaand geldt; f = het aantal rekeneenheden dat bij de betreffende functie behoort. De aldus berekende uitkomst wordt op rekenkundige

De hierboven aangegeven werktijdfactoren voor de kort-

wijze afgerond op 2 decimalen.

durende vervanging zijn zo vastgesteld dat een vervanger via de bezoldiging het adv-verlof vergoed krijgt. Als een benoeming ter vervanging over een langere periode plaatsvindt, is voor de vaststelling van de werktijdfactor een ander uitgangspunt noodzakelijk. Betrokkene gaat namelijk in de meeste gevallen werken volgens het rooster van het personeelslid dat afwezig is. Voor de vaststelling van de werktijdfactor kan dan worden aangesloten bij de systematiek zoals beschreven onder paragraaf 2.5

NU M M E R 1 2 b •

14 • 6

mei 1998


Hoofdstuk 3

arbeidsduur van 1790 uur en van 80 uur te sparen les-adv.

3.

Regeling spaarverlof primair onderwijs

In beide situaties geldt dat er pas gespaard kan worden indien de formatie dit toelaat en dit op generlei wijze direct leidt tot plaatsing in de het riscodragende deel van de formatie (RDDF) zoals bedoeld in artikel I-P76, tweede lid, onder b van het RPBO dan wel direct leidt tot enige


uitkering. De spaarperiode wordt niet onderbroken als op


In de publicatie van 17 maart 1998, kenmerk AB/1998/

enig moment de spaarder dan wel een ander personeels-


12522, is de integrale tekst van het onderhandelaars-

lid in het RDDF wordt geplaatst door afname van de for-


akkoord over het spaarverlof opgenomen. Deze integrale

matie. Bij spaarverlof kan het bevoegd gezag de fre’s ver-

primair onderwijs

tekst is wederom als bijlage II opgenomen.

zilveren. Het aantal te verzilveren fre’s is gebaseerd op

Naar aanleiding van een aantal vragen dat over de rege-

het aantal te sparen uren, de voor de betreffende perso-

ling spaarverlof is binnengekomen wordt door middel

neelscategorie geldende adv-opslag en het fre-verbruik.

van deze publicatie op enige punten een verduidelijking

Bij een deeltijdbetrekking worden genoemde aantallen

aangebracht.

uren naar evenredigheid van de normbetrekking toege-

3.1

Inleiding

past.

3.2

Algemeen 3.4

Termijn van sparen

Per 1 augustus 1998 zal een arbeidsduurverkorting van 3% worden doorgevoerd door een reductie van de normjaartaak met 51 uur, van 1710 tot 1659 uur. Door deze verlaging van de normjaartaak bestaat de

Minimale en maximale termijn van sparen

mogelijkheid voor het personeel om minder te gaan

Voor al het personeel geldt een minimale spaartermijn

werken (jaarverlof), of hetzelfde aantal uren te blijven

van 5 jaar. Voor het personeel dat op de peildatum 1-8-98

werken en het aantal adv-uren op te sparen om zodoende 50 jaar of ouder is, geldt echter een minimale spaarterdeze uren op een later tijdstip op te nemen (spaarverlof).

mijn van 4 jaar.

De ’spaarverlof’-variant wordt uitgewerkt in de vorm van

De maximale spaartermijn bedraagt 12 jaar, ongeacht de

een verlofspaarregeling, waarbij de jaarlijkse adv (51 uur)

leeftijd van de betrokkene.

wordt opgespaard en kan worden opgenomen in de vorm van:

Onderbreking sparen

c sabbatsverlof, waarbij de gespaarde adv wordt opgeno-

De spaartermijn kan éénmaal worden onderbroken. Deze

men gedurende een lange aaneengesloten verlof-

onderbreking kan plaatsvinden wanneer er minimaal

periode;

3 aaneengesloten schooljaren is gespaard. Tijdens de

c seniorenverlof, waarbij de jaarlijkse toegekende en

onderbreking maakt de betrokkene gebruik van het jaar-

eventueel de opgespaarde adv, na het bereiken van een verlof. De gespaarde uren worden niet opgenomen, maar bepaalde leeftijd, wordt opgenomen in de vorm van

blijven als verlof-tegoed staan. Bij hervatting van het

een reductie van de weektaak.

sparen moet alsnog de overeengekomen spaartermijn

Daarnaast bestaat de mogelijkheid het jaarlijks te

worden volgemaakt. Voor hervatting gelden de voorwaar-

sparen verlof (51 uur) uit te breiden tot 131 uur wan-

den, zoals die eerder zijn omschreven in publicatie van

neer er sprake is van een normbetrekking met een

17 maart 1998, kenmerk AB/1998/12522. Een onderbreking

arbeidsduur van 1790 uur en de door het bevoegd

kan alleen ingaan op 1 augustus van enig schooljaar en

gezag bepaalde formatie hiervoor ruimte biedt.

mag op generlei wijze direct leiden tot plaatsing in de het riscodragende deel van de formatie (RDDF) zoals bedoeld

3.3

Keuze van de spaaromvang

in artikel I-P76, tweede lid, onder b van het RPBO dan wel direct leiden tot enige uitkering.

Voor het jaarlijks te sparen aantal uren staan in beginsel twee mogelijkheden open: a.

51 te sparen uren per (school)jaar bij een norm-

3.5

Vormen van opname spaartegoed

betrekking. Dit betekent dat er sprake is van een arbeidsduur van 1710 uur en van 31 uur te sparen

Het spaarverlof kan in twee vormen worden opgenomen:

les-adv. b. 131 te sparen uren per (school)jaar bij een normbetrekking. Dit betekent dat er sprake is van een

Sabbatsverlof Bij het sabbatsverlof vindt er een onderbreking plaats van de loopbaan. Het aantal gespaarde uren wordt door


N U MMER 12b •

15 • 6 m e i 1 9 9 8

middel van verlof opgenomen. Tijdens (school)vakanties

Het opfrisverlof wordt dus geparkeerd en pas opgenomen

is het sabbatsverlof opgeschort.

op het moment dat er gebruik wordt gemaakt van het sabbatsverlof.

Seniorenverlof Voor personeel van 52 jaar en ouder kan het verlof ook in de vorm van een taakvermindering per week worden

Voorbeeld 18

opgenomen. De minimale omvang van dit verlof bedraagt Arbeidsduurverkorting

40 uur per (school)jaar, ongeacht de betrekkingsomvang

Spaarperiode Opfrisverlof tot 1-8-2000


van betrokkene. Tijdens de opnameperiode kan aan het

Aantal uren Opfrisverlof

320


seniorenverlof per jaar het aantal uren jaarverlof worden

Extra verlof

204


toegevoegd.

primair onderwijs

De maximale omvang van seniorenverlof bedraagt 50%

--------------524

van de betrekkingsomvang op (school)jaarbasis (830 uur bij een normbetrekking).

Spaarperiode Sabbatsverlof tot 1-8-2003 Aantal uren sabbatsverlof

255 ---------------

Seniorenverlof in combinatie met BAPO en jaarverlof Totaalverlof op 1-8-2003

779

Voor het personeel van 52 jaar en ouder bestaat de mogelijkheid om het seniorenverlof te combineren met de

3.6

BAPO en het jaarverlof.

Aanvang opname van het sabbatsverlof

De maximale omvang van de combinatie seniorenverlof, BAPO en adv in de vorm van jaarverlof bedraagt 50% van

Het verlof dient te worden genomen in het schooljaar

de betrekkingsomvang op (school)jaarbasis (830 uur bij

volgend op het laatste jaar van de spaartermijn. In over-

een normbetrekking).

leg tussen betrokkene en het bevoegd gezag kan een later tijdstip worden overeengekomen. Het verlof wordt uiter-

Sabbatsverlof en BAPO-verlof afzonder- lijk in het derde schooljaar volgend op de overeengekolijk men spaartermijn opgenomen. Zoals hierboven is aangegeven kan spaarverlof in de vorm van seniorenverlof met de BAPO worden gecombi-

3.7

Duur van de verlofperiode

neerd. Dit neemt echter niet weg dat de betrokkene ook achtereenvolgens van het sabbatsverlof en de BAPO-verlof De duur van het sabbatsverlof mag nooit langer zijn dan gebruik kan maken. Dit kan inhouden dat hij bijvoor-

een volledig schooljaar.

beeld in eerste instantie gebruik maakt van het sabbats-

Wanneer het aantal gespaarde uren niet volledig is ver-

verlof, en in een later stadium gebruik maakt van de

bruikt, kan dat restant worden toegevoegd aan de nieuwe

BAPO-regeling. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid

spaarperiode.

om gelijktijdig van beide regelingen gebruik te maken.

Integratie opfrisverlof Integratie van opfrisverlof en sabbatsverlof blijft achterwege. Personeel dat thans nog deelneemt aan de (aflopende) regeling opfrisverlof blijft onder de huidige condities aan de regeling deelnemen. Gecombineerde opname is mogelijk, mits aan de minimale spaarperiode voor spaarverlof is voldaan. Om in aanmerking te komen voor het aantal extra verlofuren binnen het opfrisverlof dient de spaarperiode, die bij aanvang van de spaarperiode van het opfrisverlof is vastgesteld, ook te zijn verstreken. Tijdens de spaarperiode van het opfrisverlof vindt er een verzilvering plaats over het aantal uren dat gespaard wordt. Na afloop van de spaarperiode van het opfrisverlof wordt er een extra aantal uren beschikbaar gesteld. Het totaal van de verzilvering en de extra verlofuren dient de werkgever te reserveren tot het moment dat betrokkene met opfris/sabbatsverlof gaat.

NU M M E R 1 2 b •

16 • 6

mei 1998


Hoofdstuk 4

ken. De normjaartaak is hierdoor per 1 augustus 1998 verlaagd van 1710 uur naar 1659 uur (verschil 51 uur adv).

4.

BAPO-regeling

Omvang van het BAPO-verlof Vanaf 1 augusutus 1998 kent de BAPO-regeling twee

4.1

Inleiding

mogelijkheden: c vanaf 52 jaar kan de normjaartaak bij een volledige


De uitwerking van het onderhandelaarsakkoord ’De Jaren

betrekking worden teruggebracht met maximaal 170


Tellen’ heeft, ter versterking van het reeds bestaande

uur. Voor het onderwijsgevend personeel en onderwijs-


seniorenbeleid, diverse aanpassingen binnen de Regeling

ondersteund personeel met lesgebonden dan wel


bevordering arbeidsparticipatie ouderen (BAPO-regeling)

behandeltaken betekent dit per schooljaar 104 les-

primair onderwijs

met zich meegebracht.

gebonden uren;

Ingangsdatum van de nieuwe regeling is 1 augustus 1998.

c vanaf 56 jaar kan de normjaartaak bij een volledige betrekking worden teruggebracht met maximaal 340

4.2

Doel

uur. Voor het onderwijsgevend personeel en onderwijs ondersteund personeel met lesgebonden dan wel

Doel van de verbetering van de regeling is het voor senio-

behandeltaken betekent dit per schooljaar 208 les-

ren aantrekkelijker te maken om aan het arbeidsproces

gebonden uren.

te blijven deelnemen door taakvermindering/-verlichting. Daardoor kan voortijdige uitval door ziekte en arbeids-

Omvang BAPO-verlof deeltijders

ongeschiktheid voorkomen worden. Vanuit deze optiek zal de bestaande BAPO-regeling ook

De BAPO-regeling is ook van toepassing op personeelsle-

een gevarieerde invulling moeten kunnen krijgen.

den met een deeltijdbetrekking. Bij een deeltijdbetrekking dient het BAPO-verlof naar rato te worden

4.3

Voorwaarden

vastgesteld, waarbij de uitkomst minimaal 45 uur verlof per jaar moet zijn. Het verlof wordt rekenkundig op hele

Om in aanmerking te kunnen komen voor de toepassing

of halve uren afgerond.

van de BAPO-regeling moet aan twee eisen zijn voldaan: a.

het personeelslid moet 52 jaar of ouder zijn;

b. het personeelslid moet direct voorafgaande aan de

Voorbeeld 19

gebruikmaking van de regeling gedurende ten minste vijf jaren aaneengesloten in dienst zijn geweest bij

Werktijdfactor

0,4

een bestuur van een door deminister van OCenW

Verlof vanaf 52 jaar (0,4 x 170)

68

bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel Verlof vanaf 56 jaar (0,4 x 3401)

36

door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling. Indien in die vijf jaar een werkloosheidsuitkering is

Omvang verlof onderwijsondersteunend personeel.

genoten wordt die periode niet als een onderbreking aangemerkt. De periode van een werkloosheidsuitke-

Het onderwijsondersteunend personeel behoudt tijdens

ring telt evenwel niet mee als diensttijd voor de

het BAPO-verlof het recht op leeftijdsvakantieuren en de

BAPO-regeling; er moet feitelijk minimaal vijf jaar

arbeidstijdsverkorting voor 60-jarigen en ouder. Ik ver-

zijn gewerkt.

wijs u hiervoor naar punt 4.6.6 van deze publicatie.

Onder een werkloosheidsuitkering wordt verstaan

Indien betrokkene recht heeft op dit aantal uren, vindt er

een werkloosheidsuitkering als bedoeld in het Besluit een taakvermindering plaats. Bij de vaststelling van het werkloosheid onderwijs en onderzoekspersoneel

BAPO-verlof dient hiermee rekening gehouden te

(BWOO) en het hierin opgenomen overgangsrecht.

worden. De omvang van het BAPO-verlof voor het OOP dient bere-

4.4

Omschrijving van de regeling

De BAPO-regeling is een regeling waarbij het personeelslid ervoor kan kiezen om de feitelijke werktijd te vermin-

kend te worden met behulp van de volgende formule: (1659 – (a + b) x L = U 1659

deren (taakvermindering). Over deze taakvermindering behoudt men een gedeeltelijke bezoldiging.

a = leeftijds(vakantie)uren;

In de CAO 1995-1996 en 1996-1998 is o.a. een verlaging van de gemiddelde arbeidsduur (adv) met 3 % afgespro-


N U MMER 12b •

17 • 6 m e i 1 9 9 8

b = 112,5 (geldt alleen voor de betrokkene waarop artikel

Eigen bijdrage over het verlof.

I-S111 van het RPBO (verlof 60-jarigen en ouder) op Over het gedeelte van de betrekkingsomvang waarover

van toepassing is); *

L = BAPO-verlof behorende bij de leeftijd (170 respectieve- verlof is verleend, vindt een inlevering over het salaris plaats van 25 % respectievelijk 35 %.

lijk 340 uur).

Het percentage is afhankelijk van de maximumschaal Arbeidsduurverkorting

*Voor wat betreft een part-timer is b altijd 0. Dit artikel is alleen

van de functie waarin het personeelslid is benoemd:

van toepassing bij een volledige betrekking.

Schaal 1 t/m 8

25 %.

Vanaf schaal 9

35 %.


De inhouding op het salaris vindt, vanaf het moment dat

dering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het

Voorbeeld 20

er daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de regeling, maandelijks plaats. Tijdens de schoolvakanties vindt er

primair onderwijs

Leeftijd

60 jaar

Normjaartaak

ook een inhouding plaats op het salaris.

1659 uur 48 Voorbeeld 21

Leeftijdsuren Arbeidsduurverkorting 60 jarigen

112,5 Werktijdfactor

( 1659 – ( 48 + 112,5) 1659

1,0

BAPO-uren

Aantal uren BAPO: x 340 = 307 uur

340

Eigen bijdrage

35%

Salaris per jaar

72.000,-

Salaris per maand Het aantal lesgebonden uren aan BAPO-verlof voor

Inhouding op basis van jaarbasis

onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden dan

340/1659 x 72.000 x 35 %

wel behandeltaken dient daarna als volgt te worden vast-

Inhouding op basis van maandbasis

gesteld:

340/1659 x 6.000 x 35 %

6.000,5164,56 430,38

12 maanden

5164,56

UxM

=

L

4.5

U = Uitkomst bovenstaande berekening;

Flexibele invulling van de BAPO-regeling (Flexibele BAPO)

L = BAPO-verlof behorende bij de leeftijd; M= Aantal lesgebonden BAPO uren behorende bij de leeftijd (104 resp. 208 uur).

Omschrijving Flexibele BAPO Flexibele-BAPO geeft de mogelijkheid om het BAPO-verlof

Voorbeeld 20A

geheel of gedeeltelijk op een ander tijdstip op te nemen dan in het jaar waarin men recht heeft op het BAPO307 uur verlof. Het niet verbruikte verlof in een schooljaar kan

Uitkomst bovenstaand voorbeeld:

worden toegevoegd aan een ander schooljaar (zie voorbeeld 22).

Aantal lesgebonden uren: 307 x 208 = 340

Uitgangspunt van de flexibele-BAPO is dat men gebruik 188,5 uur gaat maken van flexibel pensioen en uittreedt (de FPUregeling) voor het aantal uren dat men gebruik maakt

Zoals eerder al is aangegeven, behoudt men het aantal

van de BAPO-regeling.

uren aan leeftijdsvakantie-uren en de arbeidstijdsverkorting voor 60-jarigen en ouder. Dit aantal wijzigt

Datum gebruikmaking FPU-regeling

niet bij gebruikmaking van de BAPO-regeling. De vermindering van het aantal BAPO-uren (in bovenstaand voor-

Als datum van gebruikmaking van de FPU-regeling wordt

beeld 340 – 307 = 33 uur) behoudt men in de vorm van

de spilleeftijd gehanteerd die binnen de FPU-regeling

deze uren. De opname van deze uren (33 uur) dient op in

geldt. Deze spilleeftijd is:

dezelfde vorm te geschieden als de opname van de BAPO-

c 62 jaar voor werknemers die op 1 april 1997 jonger zijn

uren.

dan 50 jaar; c 61 jaar voor werknemers die op 1 april 1997 50 jaar of ouder zijn.

NU M M E R 1 2 b •

18 • 6

mei 1998


Personeelsleden die op 1-4-97:

Binnen de Flexibele BAPO heeft het personeelslid de

c 55 jaar of ouder zijn, hebben recht op een FPU-

mogelijkheid om gedurende de periode van 52 jaar tot

uitkering op 61-jarige leeftijd waarvan de hoogte van

61 jaar respectievelijk 62 jaar flexibel gebruik te maken

de FPU-uitkering is vastgesteld op 75%;

van de BAPO-regeling. Per leeftijdsjaar is een aantal

c 50 jaar t/m 54 jaar zijn, hebben recht op een FPU-

BAPO-uren beschikbaar gesteld. Het totaal aantal uren


BAPO-verlof over de gehele periode van 52 jaar tot 61 jaar

de FPU- uitkering is vastgesteld op 70%;

respectievelijk 62 jaar (totaalrecht) kan worden bepaald door het beschikbaar aantal BAPO-uren per jaar te totali-



seren. In het totaalrecht mogen alleen die jaren worden


de uitkering vastgesteld is op 70%.

meegenomen waarin voldaan wordt aan de referte-eis.


De leeftijd van 62 jaar geldt ook voor personeelsleden

Dit houdt in dat voorafgaande aan het jaar dat meegeno-


die op 1-4-97 jonger zijn dan 45 jaar en recht hebben

men wordt in het totaalrecht, het personeelslid 5 jaar in

primair onderwijs

op een FPU-uitkering.

dienst moet zijn geweest bij een instelling zoals eerder

c 45 jaar t/m 49 jaar zijn, hebben recht op een FPU-

omschreven. Naast bovengenoemde categorieën bestaat de mogelijk-

Het verkregen totaalrecht wordt daarnaast éénmalig ver-

heid om op basis van een aantal dienstjaren gebruik te

hoogd met een extra aantal BAPO-uren bij gebruikma-

kunnen maken van de FPU-regeling.

king van de FPU op 61- respectievelijk 62-jarige leeftijd,

In de FPU-regeling zijn de volgende mogelijkheden opge-

ongeacht de wijze waarop de flexibele BAPO wordt inge-

nomen tot:

vuld. Met andere woorden: bij gebruikmaking van de FPU

c 1 - 4 - 2000, op basis van 40 dienstjaren;

op 61-c.q. 62-jarige leeftijd heeft men recht op extra


BAPO-uren. Dit extra aantal BAPO-uren bedraagt 170 uur


bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking


dient dit extra aantal BAPO-uren naar rato te worden

c 1 - 4 - 2012, op basis van 44 dienstjaren.

vastgesteld. Het aantal extra BAPO-uren wordt rekenkundig op hele uren afgerond. Over dit extra aantal verlof-

Als datum van gebruikmaking van de FPU-regeling geldt

uren vindt ook een inlevering plaats over het salaris van

de datum dat men de spilleeftijd heeft bereikt of het tijd-

25% respectievelijk 35 %.

stip waarop men het aantal dienstjaren heeft bereikt. De

Om het aantal extra uren aan verlof te behouden dient

hoogte van de FPU-uitkering is vastgesteld op 70%.

men uiterlijk 1 augustus van het volgende schooljaar waarin men de leeftijd van 61 c.q 62 jaar heeft bereikt

Omvang van het aantal uren gebruikmaking FPU-regeling

gebruik te maken van de FPU-regeling. Het recht op het extra aantal uren aan verlof behoudt men dus indien men in de loop van het schooljaar de leeftijd van 61 res-

Het aantal uren waarvoor men gebruik gaat maken van

pectievelijk 62 jaar heeft bereikt en in dienst blijft tot het

de FPU-regeling, dient minimaal gelijk te zijn aan het

einde van het schooljaar.

aantal uren waar men in het laatste jaar van de BAPOregeling gebruik van heeft gemaakt.

Algemene vaststelling totaalrecht bij gebruikmaking FPU

Bij de invulling van de flexibele BAPO, zoals dat vorm is

op 61-jarige leeftijd bij een volledige betrekking met vol-

gegeven in voorbeeld 22, betekent dit 510 uur.

ledige gebruikmaking van de BAPO:

De mogelijkheid bestaat om voor een minder aantal uren gebruik te maken van de FPU-regeling, echter het minimum aantal uren waarvoor men gebruik moet maken van de FPU-regeling bedraagt bij een volledige betrekking 340 uur. Aan de hand van bovengenoemd voorbeeld zou dit inhouden dat men meer gaat werken. Dit mag op generlei wijze direct of indirect leiden tot uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Vaststelling totaalrecht Om tot een juiste invulling te kunnen komen van de flexibele-BAPO dient allereerst het totaalrecht aan BAPOverlof te worden vastgesteld over de periode van 52 jaar tot de spilleeftijd FPU.


N U MMER 12b •

19 • 6 m e i 1 9 9 8

Leeftijd

Uren verlof per jaar

Aantal jaren

Totaal uren verlof

52 t/m 55 jaar

170

4

680

56 jaar t/m 60 jaar

340

5

1700

Extra verlofuren

170

2380 170

Aantal uren aan totaalrecht

2550

Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het primair onderwijs

Algemene vaststelling totaalrecht bij gebruikmaking FPU op 62 jarige leeftijd bij een volledige betrekking met volledige gebruikmaking van de BAPO: Leeftijd

Uren verlof per jaar

Aantal jaren

Totaal uren verlof

52 t/m 55 jaar

170

4

680

56 jaar t/m 61 jaar

340

6

2040 2720

Extra verlofuren

170

170

Aantal uren totaalrecht

2890

Voor de categorie die op 1 augustus 1998 reeds de leeftijd

daaraan toegevoegd de extra BAPO-uren die worden toe-

van 52 jaar heeft bereikt, dient het totaalrecht te worden

gekend vanwege het gebruik maken van de FPU.

verlaagd met het aantal jaren dat men reeds gebruik

In onderstaande tabel wordt het totaalrecht aangegeven

heeft gemaakt (had kunnen maken) van de BAPO-

bij een volledige betrekking voor de verschillende leeftij-

regeling. Met andere woorden: in het totaalrecht worden

den op 1-8-98, waarbij het recht op het verlof niet eerder

alleen de uren opgenomen die vanaf 1-8-’98 gelden met

ingaat dan op 52-jarige leeftijd.

Leeftijd op 1-8-98

Uren totaalrecht

Gebruikmaking FPU

Jonger dan 51 jaar

2890

62 jaar

51 of 52 jaar

2550

61 jaar

53 jaar *

2380

61 jaar

54 jaar

2210

61 jaar

55 jaar

2040

61 jaar

56 jaar

1870

61 jaar

57 jaar

1530

61 jaar

58 jaar

1190

61 jaar

59 jaar

850

61 jaar

60 jaar

510

61 jaar

* Voorbeeld berekeningswijze bij de leeftijd 53 jaar


N U MMER 12b •

21 • 6 m e i 1 9 9 8

53 t/m 55 jaar 56 t/m 60 jaar

3 x 170 5 x 340

510 leeftijd 1700

uren verlof

2210 52 jaar 170 53 jaar

0

Extra verlofuren Aantal uren totaalrecht

2380 54 jaar

0

55 jaar

340

56 jaar

340

57 jaar

340

58 jaar

510

59 jaar

510

60 jaar

510


Voor wat betreft het vaststellen van het totaalrecht voor


het personeel dat gebruik kan maken van de FPU-regeling


op basis van het aantal dienstjaren geldt het aantal uren


per jaar tot gebruikmaking van de FPU-regeling.

primair onderwijs

0

Totaalrecht

Invulling flexibele BAPO Zoals eerder al is aangegeven bestaat de mogelijkheid om het totaalrecht aan BAPO flexibel in te vullen. Het niet-

2550

Geen gebruikmaking FPU

verbruikte verlof in een schooljaar kan worden toegevoegd aan een andere periode. Hierbij is het niet toege-

Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de FPU op 61

staan het aantal BAPO-uren eerder op te nemen dan in

respectievelijk 62 jarige leeftijd terwijl daar wel recht op

het jaar waarop het recht is ontstaan. Dit met uitzonde-

is, heeft het personeelslid geen recht op extra BAPO-uren.

ring van het aantal extra BAPO-uren. Deze uren kunnen

Bij het verbruiken van het extra aantal BAPO-uren dient

aan een willekeurig jaar worden toegevoegd of over

vast te staan dat men gebruik gaat maken van de FPU-

meerdere jaren verspreid worden. Het aantal extra-BAPO-

regeling. Indien men geen gebruik maakt van de FPU-

uren dient voor gebruikmaking van de FPU-regeling te

regeling op 61 respectievelijk 62 jaar bedraagt het maxi-

zijn opgenomen. Daarnaast mag het jaarlijks aantal

maal aantal BAPO-uren waarover een inhouding van 25

BAPO-uren, eventueel gecombineerd met het senioren-

respectievelijk 35% plaatsvindt bij een volledige betrek-

verlof en jaarverlof, niet meer bedragen dan 50% van de

king 340 uur. Over het aantal BAPO-uren bij een volledige

betrekkingsomvang. Het totaalrecht aan BAPO-uren mag

betrekking groter dan 340 uur per jaar bedraagt de eigen

niet worden overschreden.

bijdrage 100%. Voor een vermindering van de omvang van het aantal BAPO-uren kan een verzoek bij het bevoegd

Bovendien mag het wijzigen van de omvang van het

gezag worden ingediend. In deze situatie dient er een

verlof (inclusief het extra aantal BAPO-uren) op generlei

vacatureruimte te zijn ontstaan, die aangeboden kan

wijze direct leiden tot plaatsing in de het risicodragende

worden aan de betrokkene. Het accepteren van deze vaca-

deel van de formatie (RDDF) zoals bedoeld in artikel I-P76, ture mag echter op generlei wijze direct of indirect leiden tweede lid, onder b van het RPBO dan wel direct leiden

tot uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid

tot enige uitkering. Dit geldt ook voor diegene die reeds

onderwijs- en onderzoekpersoneel.

gebruik hebben gemaakt van de BAPO-regeling en deze

Het personeelslid dat niet met FPU gaat, maar bij het

op een flexibele wijze wensen te gaan invullen.

vaststellen van de flexibele BAPO aan heeft gegeven met FPU te gaan waardoor hem extra BAPO-uren zijn toege-

Aan de hand van een voorbeeld zal één en ander verdui-

kend, dient dit extra toegekende aantal uren terug te

delijkt worden.

betalen.

4. 6.

Overig

Voorbeeld 22 Leeftijd op 1-8-98: Gebruikmaking FPU Aantal uren totaalrecht flexibele BAPO Gebruikmaking flexibele BAPO

52 jaar 4.6.1 61 jaar

Opslagen herbezetting BAPO

2550 uur Voor meer informatie over de opslagen vanwege herVanaf 55 jaar bezetting BAPO verwijs ik u naar een aparte publicatie die onlangs is verschenen op 4 februari 1998 in de Uitleg

Betrokkene kiest voor de volgende invulling.

(kenmerk PO/PJ-1998/3369) Met ingang van 1 augustus 1998 is de adv/bapoquoteringsregeling komen te vervallen. Dit houdt in dat voor de invulling van de herbezettingsruimte, de voorwaardelijke toekenning van een deel de herbezettingsruimte is komen te vervallen.

NU M M E R 1 2 b •

22 • 6

mei 1998


4.6.2

Werktijden

Het beleid dat het bevoegd gezag op schoolniveau vast-

4.6.3

Procedure

Het personeelslid dat van de BAPO-regeling gebruik

stelt ter uitvoering van deze regeling, is onderdeel van de wenst te maken, maakt zijn keuze ten minste tien weken werktijdenregeling en dient voor wat betreft de niet-

vóór de gewenste ingangsdatum aan het bevoegd gezag

arbeidsvoorwaardelijke aspecten te worden vastgesteld

van de instelling kenbaar. Indien het personeelslid kiest

met instemming van de medezeggenschapsraad (artikel

voor een ingangsdatum in de periode 1 mei tot 1 augus-

8, onderdeel d, WMO). De arbeidsvoorwaardelijke aspec-

tus, moet deze keuze uiterlijk op 1 maart daaraan vooraf-


ten behoren tot de competentie van het DGO, maar

gaande kenbaar worden gemaakt. Deze situatie kan vanaf


kunnen aan de personeelsgeleding van de medezeggen-

1 maart 1999 plaatsvinden. Bij een flexibele invulling van


schapsraad gemandateerd worden.

de bapo-regeling dient te worden aangegeven in welke


De vaststelling van de werktijden gebeurt door het

schooljaren hij het verlof wil opnemen alsmede het

primair onderwijs

bevoegd gezag, na zorgvuldig overleg met het personeels- aantal uren verlof in het eerste schooljaar waarin het lid. Het BAPO-verlof wordt toegekend in de vorm van een

verlof zal worden genoten.

dag of een dagdeel per schoolweek. Onder dagdeel wordt

Het bevoegd gezag toetst het verzoek aan de eisen en

verstaan een morgen of een middag van een werkdag.

voorwaarden. Indien er wijzigingen optreden ten aanzien

Voor het onderwijzend personeel geldt dat op de dagen of van het verzoek dient hierover overleg gepleegd te dagdelen dat hij lesvrij-verlof opneemt, hij niet kan

worden met het personeelslid. Het bevoegd gezag deelt

worden ingezet voor andere taken.

het personeelslid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk

Het is mogelijk, in overleg met de betrokkene, het weke-

binnen een termijn van acht weken, zijn besluit mede.

lijks aantal bapo-uren samen te voegen over een periode

Vervolgens wordt het besluit uitgevoerd.

van meer dan één week. Hier wordt bijvoorbeeld mee bedoeld dat de wekelijkse BAPO-uren 1 maal in de

4.6.4

Ingang BAPO-verlof

2 weken wordt opgenomen. Het bevoegd gezag dient er evenwel zorg voor te dragen dat sprake is van een rede-

Bij gebruikmaking van de flexibele BAPO kan het verlof

lijke spreiding van het BAPO-verlof. Bovendien dient het

op de eerste dag van de gewenste maand ingaan, echter

verlof zodanig te worden ingevuld dat voor het perso-

niet eerder dan op de eerste dag van de maand volgende

neelslid herkenbaar is wanneer het verlof wordt genoten, op de maand waarin de leeftijd van 52 jaar is bereikt. waarbij ook, in het kader van goed personeelsbeleid,

Indien men geen gebruik maakt van de flexibele BAPO

rekening moet worden gehouden met noodzakelijke acti- gaat het verlof niet eerder in dan op de eerste dag van de viteiten op onregelmatige tijdstippen in het jaar. Daar-

maand volgende op die waarin de leeftijd van 52 jaar is

naast dient het verlof zodanig ingevuld te worden dat dit

bereikt. Uitbreiding van het verlof in verband met het

ook past binnen de totale organisatie. Zoals eerder al is

bereiken van de 56-jarige leeftijd gaat eveneens niet

aangegeven dient een en ander in gezamenlijk overleg

eerder in dan de eerste dag van de maand volgende op

plaats tevinden.

die waarin de leeftijd van 56 jaar is bereikt.

Het bevoegd gezag kan, na overleg met het personeelslid, In het algemeen geldt dat bij gebruikmaking van de jaarlijks in het kader van het vaststellen van de werktij-

BAPO-regeling het verlof, om redenen van dienstbelang,

den en met inachtneming van de gestelde bepalingen

later in kan gaan dan voorgestelde ingangsdatum doch

veranderingen aanbrengen in de tijdstippen waarop het

uiterlijk op de eerste dag van het schooljaar volgende op

BAPO-verlof wordt genoten. Hierbij dient de hierboven

de datum dat het personeelslid gebruik wenst te maken

omschreven overlegprocedure in acht genomen te

van de regeling.

worden. Het personeelslid dient daarover op een zodanig tijdstip te worden geïnformeerd dat het naar aanleiding

4.6.5

Wijziging verlofomvang

daarvan nog tijdig een eventuele wijzigingsaanvraag als bedoeld onder punt 4.6.4 kan indienen.

Het personeelslid heeft het recht de omvang van het

Voor een leerkracht die verlof geniet, verminderen de

verlof met ingang van de eerste dag van het schooljaar te

lesgebonden taken. Voor het geven van onderwijs als

wijzigen. Hij kan daartoe een verzoek indienen bij het

bedoeld in de taakkarakteristiek geldt een belasting van

bevoegd gezag. Hiervoor geldt dezelfde procedure als

930 lesgebonden uren bij een normjaartaak van 1659 uur. onder punt 7.3 is vermeld voor de eerste aanvraag. Het Hetzelfde aantal uren geldt voor een personeelslid dat

bevoegd gezag toetst of het verzoek om wijziging voldoet

benoemd is in de functie van klassenassistent, onderwijs-

aan de gestelde voorwaarden en eisen. Daarbij gaat het

assistent dan wel technischassistent, alsmede een perso-

met name om het dienstbelang.

neelslid benoemd in de functie van logopedist en belast

Bovendien mag een verzoek om vermindering van de

met behandeltaken en voor personeelsleden die benoemd omvang van het verlof op generlei wijze direct of indirect zijn in andere dan de genoemde functies en voor wie

leiden tot uitkeringen krachtens het Besluit Werkloos-

sprake is van lesgebonden taken of behandeltaken.

heid onderwijs- en onderzoekpersoneel.


N U MMER 12b •

23 • 6 m e i 1 9 9 8

4.6.6Arbeidstijdverkorting 60-jarigen en ouderen (leef-

Voorbeeld 23

tijds) vakantie- uren en vakantieverlofuren


Bij gebruikmaking van de BAPO-regeling heeft betrok-

Betrekkingomvang

kene recht op de arbeidstijdverkorting 60-jarigen en

Aantal uren verlof op jaarbasis

volledig

ouder voor het onderwijsondersteunend personeel,

Inhouding salaris

zijnde een dagelijkse werktijdverkorting met een half

Nieuwe inkomsten

ƒ 1.500,-

uur. Ook het zogenoemde leeftijdsvakantieverlof zoals dit

Salaris

5.645,00

personeel dat kent, blijft ongewijzigd.

Inhouding salaris 400/1659 x 5645,00 x 35 %

400 35% over 400/1659


476,38 ---------------


4.6.7

Bezoldiging

5.168,62


Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven bere-

Maximaal te anticumuleren bedrag:

kend op basis van het salaris dat het personeelslid zou

Salaris incl. inhouding

hebben genoten wanneer geen gebruik van de regeling

Deeltijdsalaris bij een deeltijdbetrekking

wordt gemaakt. Dit betekent dat zaken als bijvoorbeeld

van 1259 uur (1659 – 400)

5.168,62 4.283,94 ---------------

vakantie-uitkering, ZKOO, pensioenopbouw, pensioenbijdrageverhaal, BWOO-uitkering, FPU, niet ver-

Maximaal te anticumuleren bedrag

884,68

anderen als gevolg van het deelnemen aan de regeling. Uitgezonderd zijn de uren waarover een eigen bijdrage

De nieuwe inkomsten dienen tot een max. van f. 884,68

100% bedraagt. Over deze uren vinden de berekeningen

gekort te worden over het salaris waar reeds de inhou-

vakantie-uitkering en ZKOO niet plaats. De totale

ding heeft plaatsgevonden (5.168,62) .

pensioenopbouw en afdracht vindt over deze uren wel plaats, maar komt geheel voor rekening voor de werkne-

Ik verzoek u het personeel van deze publicatie op de

mer.

hoogte te stellen.

4.6.8

Ziekte tijdens gebruikmaking BAPO-regeling

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, namens deze,

Indien het personeelslid tijdens de gebruikmaking van de

drs. R.J.A. Kerstens,

BAPO-regeling ziek wordt, blijft het verlof doorlopen

directeur arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit

(geen opschortende werking). Het salaris bedraagt gedurende de eerste 18 maanden van ziekte volgend op de kalendermaand waarin de ziekte is ontstaan,100% van het door de BAPO-regeling vermin-

Bijlage 1

derde salaris. De hoogte van de uitkering na deze periode bedraagt 80% van het salaris zonder vermindering wegens gebruik van BAPO, dus 80% van het oorspronkelijke 100%- salaris.

Schematische overzichten In de schematische overzichten 1, 2 en 3 wordt afhanke-

4.6.9

Anticumulatie

lijk van de arbeidsduur op basis waarvan een betrokkene werkt, de omvang aangegeven van het feitelijk te werken

Maakt het personeelslid gebruik van de BAPO-regeling

aantal uren, de deskundigheidsbevordering, de minimale

dan is een anticumulatieregeling van toepassing. Deze

niet-lessentaak, het adv-verlof, de les-adv en de feitelijk

houdt in dat alle nieuwe inkomsten uit arbeid (zowel in

maximale lessentaak bij een normbetrekking met de

het onderwijs als daar buiten) gekort worden op het sala-

werktijdfactor 1.

ris. Deze korting kan nooit meer bedragen dan het verschil tussen het salaris met inachtneming van deze rege-

Daarnaast wordt een uitwerking gegeven voor een deeltij-

ling en het salaris dat het personeelslid zou genieten als

der met werktijdfactor (WF) 0,8.

deeltijder met een gelijk aantal werkuren. Er blijft dus

Schema 1 is gebaseerd op het jaarverlof;

altijd recht bestaan op het salaris dat behoort bij de feite-

Schema 2 is gebaseerd op het spaarverlof;

lijke werktijd.

Schema 3 is gebaseerd op een combinatie van jaar- en spaarverlof.

NU M M E R 1 2 b •

24 • 6

mei 1998


Schema 2 Jaarverlof A B

Arbeidsduur Feitelijk te werken

C


D

Maximale lessentaak

E

1790 1659

1710 1659

166

166


1010

961



563

563


F

Adv-verlof

131

51


G

Les-Adv

80

31

primair onderwijs

H

Feitelijk maximale lessentaak

930

930

Werktijdfactor (WF): 0,8. A x WF B x WF


1432 1327

1368 1327

C x WF


133

133

D x WF

Maximale lessentaak

808

769

E x WF


450

450

F x WF

Adv-verlof

105

41

G x WF

Les-Adv

64

25

H x WF


744

744

1790 1790

1710 1710

Schema 2 Spaarverlof A B


C

Deskundigheids-bevordering

D

Maximale lessentaak

E F

179

171

1010

961


601

578

Adv-verlof

131

51

Spaargedeelte G

Les-Adv

H


80

31

1010

961

1432 1432

1368 1368

Werktijdfactor (WF): 0,8 A x WF B x WF


C x WF


143

137

D x WF

Maximale lessentaak

808

769

E x WF


481

462

H x WF


808

769

105

41

64

25

Spaargedeelte F x WF

Adv-verlof

G x WF

Les-Adv


N U MMER 12b •

25 • 6 m e i 1 9 9 8

Schema 3

Bijlage II

Combinatie jaar- en spaarverlof

Regeling spaarverlof primair onderwijs

Het jaarverlof is gebaseerd op het verschil 1790 – 1710 Het spaarverlof is gebaseerd op het verschil 1710 – 1659


A B

Arbeidsduur Feitelijke te werken


C

Deskundigheids-


bevordering


D

Maximale lessentaak

E

Minimale nietlessentaak

F

Adv-verlof jaarverlof

G

Les-Adv jaarverlof

H

Feitelijk maximale

1.

Inleiding

1790 1710 In de CAO 1996-1998 is een verlaging van de algemene 171 arbeidsduur (adv) met 3% overeengekomen, corresponderend met een reductie van de normjaartaak met 51 uur, 1010 van 1710 tot 1659 uur. Voor het onderwijs personeel in de 578 subsectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie kan een keuze 80 worden gemaakt uit 1. adv op ’life time’-basis en 2. adv op 49 jaarbasis. De ’life time’-variant wordt uitgewerkt in de 961 vorm van een verlofspaarregeling, waarbij de jaarlijkse

lessentaak

adv (51 uur) wordt opgespaard en kan worden opgenomen in de vorm van: c Sabbatsverlof, waarbij de gespaarde adv wordt opgeno-

Spaargedeelte

men gedurende een lange aaneengesloten verlofperiode;

F

Adv-verlof spaarverlof

51

G

Les-Adv spaarverlof

31 c Seniorenverlof, waarbij de jaarlijkse toegekende en eventueel de opgespaarde adv, na het bereiken van een bepaalde leeftijd, wordt opgenomen in de vorm van

Werktijdfactor (WF): 0,8

een reductie van de weektaak. In de CAO is afgesproken dat de adv gemiddeld 80% wordt herbezet, waarbij prioriteit wordt gegeven aan

A x WF

Arbeidsduur

1432

B x WF

Feitelijke te werken

1368

C x WF

Deskundigheids-

137 Hierna volgt de concrete uitwerking van de regeling

bevordering

spaarverlof in het po. De uitgangspunten voor deze rege808 ling zijn geformuleerd in de ’Beleidsnotitie spaarverlof 462 naar aanleiding van het rapport ’Tijd voor tijd’ van de

D x WF

Maximale lessentaak

E x WF

Minimale nietlessentaak

F x WF

Adv-verlof jaarverlof

G x WF

Les-Adv jaarverlof

H x WF


herbezetting van de lesgebonden taken.

commissie Ter Veld’. In de op 13 mei 1997 tussen CAO64 partijen gesloten overeenkomst over de CAO-uitwerking 39 zijn over adv en sabbatsverlof reeds enkele nadere afspra769 ken gemaakt. Op een aantal punten is het advies van de commissie Ter Veld aanleiding om te komen tot een gewijzigde invulling ten opzichte van deze afspraken. Bij de uitwerking kan een onderscheid worden gemaakt

Spaargedeelte F x WF

Adv-verlof spaarverlof

G x WF

Les-Adv spaarverlof

tussen twee hoofdonderdelen: 41 A. De ’polisvoorwaarden’; 25 B. Uitvoeringsaspecten en invoering.

A.

’Polisvoorwaarden’

A1.

Deelname aan spaarverlof

1.

Doelgroep

De regeling spaarverlof is van toepassing op al het personeel dat door het bevoegd gezag is aangesteld volgens de formatie, zoals bedoeld in artikel I-P76 Rpbo. Hieronder

NU M M E R 1 2 b •

26 • 6

mei 1998


wordt al het personeel, zowel in tijdelijke als in vaste

mogelijkheden voor het jaarlijks aantal te sparen uren

dienst, verstaan, waarvan de salariskosten worden gefi-

mogelijk is. Indien dit het geval is, kunnen, in afwijking

nancierd door middel van declaratie of door middel van

van het bepaalde in A2.1, in de SCOW nadere regels

verzilvering van formatierekeneenheden (of eigen midde- worden overeengekomen om het aantal mogelijkheden len van het bevoegd gezag).

voor het jaarlijks te sparen aantal uren uit te breiden.

De regeling is, eventueel in afwijking van het bovenstaande, niet van toepassing op personeel dat is aange-

A3.

Voorwaarden voor deelname

steld voor:


c tijdelijke vervanging van afwezig personeel ten laste van het Vervangingsfonds of


1.

Formatie-ruimte


c de voorziening in een vacature voor een termijn van


6 maanden of korter.

De werknemer kan kiezen voor spaarverlof, mits de door

In een uitvoeringsanalyse zal worden nagegaan of een

het Bevoegd Gezag, met in achtneming van artikel 8b

verruiming van de doelgroep tegen aanvaardbare

WMO, bepaalde formatie hiervoor ruimte biedt (geen

administratieve lasten tot de mogelijkheden behoort.

verdringing).

Personeel in het Voorgezet Speciaal Onder- 2.

2.

primair onderwijs

Nadere voorwaarden

wijs (VSO) In DGO kunnen nadere voorwaarden voor deelname aan Personeel in het VSO valt onder de werkingssfeer van

spaarverlof worden overeengekomen, vast te leggen in de

deze regeling. Wetswijziging die er toe leidt dat dit perso- raamovereenkomst. neel onder een het bereik van de decentrale CAO-VO komt, zal met de volgende waarborgen worden omkleed:

A4.

Nadere voorwaarden sparen

1.

Spaartermijn

c Gemaakte afspraken inzake spaarverlof zullen worden gerespecteerd; c Bij overgang van dit personeel naar de subsector VO krijgt de deelnemer aan spaarverlof de gelegenheid c

om zijn verlof-saldo in uren:

De spaartermijn wordt in overleg tussen betrokkene en

over te dragen aan de nieuwe werkgever;

het bevoegd gezag bij aanvang van het sparen bepaald.

c om te zetten in een geldelijke uitbetaling, overeen-

De spaartermijn gaat in beginsel bij aanvang van enig

komstig hetgeen gesteld wordt onder punt A8.3, sub c). schooljaar in en eindigt bij einde schooljaar. Het sparen kan alleen lopende een schooljaar aanvangen, indien

A2.

Spaarkeuze

sprake is van een nieuwe dienstbetrekking en betrokkene reeds gebruik maakt van spaarverlof. Opmerking: Het vooraf vastleggen van de spaartermijn is

1.

Keuze spaaromvang

gewenst vanwege de planning van het middelenbeheer. Voor de werkgever c.q. de uitvoerder van de belegging-

Voor het jaarlijks te sparen aantal uren staan in beginsel

staak ten behoeve van een centraal financieel arrange-

twee mogelijkheden open:

ment (CFA), moet duidelijk zijn op welk moment liquide

a.

51 te sparen uren per (school)jaar bij een norm-

middelen beschikbaar moeten zijn. Daarnaast is de

betrekking. Dit betekent dat er sprake is van een

spaartermijn voor de werkgever van belang in verband

arbeidsduur van 1710 uur en van 31 uur te sparen

met de planning van toekomstige vervanging.

les-adv. b. 131 te sparen uren per (school)jaar bij een norm-

2.

Minimale spaartermijn

betrekking. Dit betekent dat er sprake is van een arbeidsduur van 1790 uur en van 80 uur te sparen

De minimale spaartermijn is afhankelijk van de leeftijd

les-adv.

bij aanvang van het sparen: c Voor personeel tot 50 jaar geldt een minimale spaartermijn van 5 jaar;

Bij een deeltijdbetrekking worden genoemde aantallen uren naar evenredigheid van de normbetrekking toege-

c Voor personeel van 50 jaar e.o. op peildatum 1-8-’98 geldt een minimale spaartermijn van 4 jaar.

past, waarbij uren die op grond van artikel I-P80, lid 1 onder a en lid 1 onder b, onderdeel 1 van rechtswege kunnen komen te vervallen, buiten beschouwing blijven.

3.

Maximale spaartermijn

Op basis van een uitvoeringsanalyse zal worden nagegaan of tegen aanvaardbare administratieve lasten voor het

De maximale spaartermijn bedraagt 12 jaar, ongeacht de

CFA en de schoolbesturen, een verruiming van het aantal

leeftijd van betrokkene.


N U MMER 12b •

27 • 6 m e i 1 9 9 8

4.

Onderbreking Sparen

A6.

Verlofbonussen op basis van rendement

De overeengekomen spaartermijn kan één maal worden onderbroken. Deze onderbreking kan plaatsvinden nadat

De voorwaarden voor toekenning van eventuele verlof-

3 aaneengesloten schooljaren is gespaard. Gedurende

bonussen zijn geen element van de ministeriële regeling.

deze onderbreking maakt betrokkene gebruik van jaar-

Afhankelijk van de ontwikkeling van het netto-

verlof. Indien betrokkene vervolgens het sparen hervat

rendement op de gereserveerde middelen, kan er ruimte


moet alsnog de overeengekomen spaartermijn worden

ontstaan om bonussen aan de werknemer toe te kennen.


vol gemaakt. Voor hervatting gelden de voorwaarden,

Van bonus-ruimte is sprake indien de dekkingsgraad van


zoals genoemd onder A3. De spaartermijn kan niet

de gereserveerde uren (structureel) boven een nader te


lopende een schooljaar worden onderbroken.

bepalen gewenste dekkingsgraad ligt.

primair onderwijs

Op basis van een medische verklaring die daartoe aanleiding geeft, kan van het bovengestelde worden afgeweken. De bonus-ruimte wordt aangewend voor extra uren Deze mogelijkheid wordt ook geboden als deze

verlof, voor specifieke faciliteiten voor scholing tijdens

onderbrekingsregeling leidt tot een onbillijkheid van

sabbatsverlof of voor algemeen personeelsbeleid op

overwegende aard jegens de werknemer (hardheids-

instellingsniveau. Binnen dit kader wordt de bestemming

clausule).

van bonus-ruimte overeengekomen in DGO, vast te leggen in de raamovereenkomst. De formele toekenning

5.

Verlenging spaartermijn

van eventuele bonusuren aan een werknemer vindt plaats op het moment van de verlofopname.

In overleg tussen betrokkene en Bevoegd gezag, kan, met in achtneming van de maximale spaartermijn, de over-

Het CFA doet jaarlijks mededelingen aan de schoolbestu-

eengekomen spaartermijn worden verlengd.

ren over de bonus-ruimte aan het bevoegd gezag. Ook schoolbesturen die niet zijn aangesloten bij het CFA, zijn

A5.

Nadere voorwaarden verlofopname

gehouden om, overeenkomstig de door het CFA bepaalde bonus-ruimte, middelen te bestemmen conform hetgeen in DGO is overeengekomen. Deze schoolbesturen worden

Het spaarverlof kan in twee vormen worden opgenomen:

daartoe van de nodige informatie voorzien.

1.

A7.

Sabbatsverlof

Vermindering verlof-saldi in uitzonderlijke omstandigheden

Een onderbreking van de loopbaan van minimaal 204 uur en maximaal 1659 uur (één (school)jaar). Tijdens (school-

Indien, in uitzonderlijke omstandigheden, de financiële

)vakanties schort het sabbatsverlof op. Bij een deeltijd-

positie van het CFA een vergoeding gebaseerd op 100%

betrekking worden genoemde aantallen uren naar even-

van de actuele geldswaarde van de voor herbezetting tij-

redigheid van de normbetrekking toegepast.

dens verlof bij het CFA ingelegde middelen niet toelaat, vindt een vermindering van de verlof-saldi van de deelne-

2.

Seniorenverlof

mers aan spaarverlof plaats. Deze vermindering is zodanig dat over het resterende verlof-saldo een vergoeding

Voor personeel van 52 jaar en ouder kan het verlof ook in

van 100% van de actuele geldswaarde van de herbezetting-

de vorm van een taakvermindering per week worden

smiddelen kan worden gewaarborgd.

opgenomen. De minimale omvang van dit verlof bedraagt De actuele geldswaarde wordt bepaald door het 40 uur per (school)jaar, ongeacht de betrekkingsomvang

verzilveringstarief dat geldt in het (school)jaar waarin de

van betrokkene. De maximale omvang van senioren-

vermindering plaatsvindt.

verlof, gecombineerd met BAPO en Adv in de vorm van jaarverlof, bedraagt 50% van de betrekkingsomvang op

In de bestuurlijke ’Overeenkomst tussen de minister van

(school)jaarbasis (830 uur bij een normbetrekking).

OCenW, de VNG/Besturenorganisaties en de SCOW over de invoering van spaarverlof in het primair onderwijs’ is

3.

Tijdstip verlofopname

de procedure voor vermindering geschetst. De formele vaststelling van de vermindering vindt plaats in de

Het verlof wordt in beginsel in het schooljaar volgend op

SCOW.

de overeengekomen spaartermijn opgenomen. In overleg tussen betrokkene en het bevoegd gezag kan een later tijdstip worden overeengekomen. Het verlof wordt uiterlijk in het derde schooljaar volgend op de overeengekomen spaartermijn opgenomen.

NU M M E R 1 2 b •

28 • 6

mei 1998


A8.

Bijzondere omstandigheden

c.

Uitbetaling van een genormeerd bedrag, gelijk aan 70 % van de actuele geldswaarde van het verlof-saldo (exclusief eventuele bonusuren).

1.

Ziekteverlof (a.) 4.

Vrijwillig ontslag in verband met het

Bij ziekteverlof gelden de volgende voorwaarden:

betrekken van een functie buiten het

a.

onderwijs (PO, f.)

Betrokkene blijft gedurende maximaal één jaar spaarverlof opbouwen tijdens geheel of gedeeltelijk ziekte-


een functie buiten het het onderwijs heeft betrokkene de


moment dat het spaarverlof ingaat, wordt het spaar-

keuze uit drie (elkaar uitsluitende) mogelijkheden:


verlof volledig opgeschort.

A. Het verlof (excl. eventuele bonusuren) wordt, vooraf-

primair onderwijs

b. Als betrokkene geheel of gedeeltelijk ziek is op

c.


Bij vrijwillig ontslag in verband met het betrekken van

verlof;

Het spaarverlof wordt bij geheel of gedeeltelijke

gaande aan beëindiging van de dienstbetrekking,

ziekte die aanvangt tijdens de verlofperiode, na

opgenomen, ongeacht of de minimale spaartermijn is

4 weken opgeschort voor de omvang van het ziekte-

vol gemaakt.

verlof. Betrokkene maakt, na 4 weken, alleen gebruik B. Het verlof-saldo in uren (incl. eventuele bonusuren) van het spaarverlof voor het aantal uren waarvoor

wordt overgedragen aan de nieuwe werkgever. Voor-

hij/zij arbeidsgeschikt is. Het ’verbruik’ van het

waarde bij deze mogelijkheid is dat de nieuwe werk-

verlof-saldo wordt in deze situatie overeenkomstig

gever ook een regeling spaarverlof kent en dat deze

aangepast.

regeling wederzijdse herbezettingsreserve-overdracht tegen dezelfde voorwaarden mogelijk maakt.

2.

Lang buitengewoon verlof (b.)

C. Uitbetaling van een genormeerd bedrag, gelijk aan 70 % van de actuele geldswaarde van het verlof-saldo

Bij volledig lang buitengewoon verlof wordt het sparen

(excl. eventuele bonusuren)

volledig opgeschort. Bij gedeeltelijk buitengewoon verlof wordt het aantal uren gespaard over het aantal uren van

5.

Onvrijwillig ontslag of onbinding van de

de oorspronkelijke betrekkingsomvang. Als sprake is van

arbeidsovereenkomst in verband met

gedeeltelijk buitengewoon verlof moet het spaarverlof

onbekwaam- of ongeschiktheid, onver-

opgenomen worden alsof er geen sprake is van buitenge-

enigbaarheid van karakters en ontslag op

woon verlof.

staande voet (g.)

3.

Vrijwillig ontslag (c.), vrijwillig ontslag in

Bij onvrijwillig ontslag in verband met onbekwaam- of

verband met het betrekken van een func-

ongeschiktheid, onverenigbaarheid van karakters en ont-

tie elders in het onderwijs (d.) en onvrij-

slag op staande voet vindt uitbetaling plaats van een

willig ontslag in verband met opheffing

genormeerd bedrag, gelijk aan 70 % van de actuele gelds-

instelling of betrekking (e.)

waarde van het verlof-saldo (excl. eventuele bonusuren)

Bij vrijwillig ontslag, vrijwillig ontslag in verband met

6.

Overlijden en ontslag wegens blijvende

het betrekken van een functie elders in het onderwijs en

volledige arbeidsongeschiktheid op grond

onvrijwillig ontslag in verband met opheffing instelling

van ziekte of gebreken (h.)

of betrekking heeft betrokkene de keuze uit drie (elkaar uitsluitende) mogelijkheden:

Bij overlijden, ontslag wegens blijvende arbeids-

a.

Het verlof (excl. eventuele bonusuren) wordt, vooraf-

ongeschiktheid op grond van ziekte of gebreken vindt

gaande aan beëindiging van de dienstbetrekking,

uitbetaling plaats van een genormeerd bedrag, gelijk aan

opgenomen, ongeacht of de minimale spaartermijn is 70 % van de actuele geldswaarde van het verlof-saldo vol gemaakt.

(excl. eventuele bonusuren)

b. Het verlof-saldo in uren (incl. eventuele bonusuren)

Bij ontslag vanwege gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid

blijft staan (slapend tegoed), teneinde dit bij her-

blijft bij (her)aanstelling bij de huidige werkgever, over-

aanstelling bij de nieuwe werkgever te laten herle-

eenkomstig de restcapaciteit van betrokkene, het verlof-

ven. Na 5 jaar meldt betrokkene (aan de laatste werk-

tegoed volledig gehandhaafd. Bij ontslag en her-

gever c.q. aan de uitvoerder van het CFA) of deze nog

aanstelling bij een andere werkgever staan voor

van het slapende tegoed gebruik wenst te maken.

betrokkene de mogelijkheden genoemd onder 3b en 3c of

Indien deze melding achterwege blijft, vervalt het

4b open.

tegoed.

De normering van de uitbetaling is gebaseerd op de nominale geldswaarde van de gespaarde uren, excl. bonus-uren. In een uitvoeringsanalyse zal worden bezien


N U MMER 12b •

29 • 6 m e i 1 9 9 8

of, tegen aanvaardbare administratieve lasten, uitbetaling sparen uren, de voor de betreffende personeelscategorie van de feitelijke nomimale geldswaarde mogelijk is.

geldende herbezettingsnormen en het fre-verbruik.

A9.

Uitgaande van de geldende Adv-opslagen, is voor

Aanvullende faciliteiten

onderwijsgevend personeel (OP) endirectie (DIR) het aantal te verzilveren fre’s gelijk aan: 1.

Studiefaciliteiten

c Bij 51 uur sparen 3.16%*fre-verbruik; c Bij 131 uur sparen 8.11%*fre-verbruik.

Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevor-

Indien betrokkene het sabbatsverlof educatief invult,


wordt een tegemoetkoming van 50% in de kosten, tot een

Voor onderwijsondersteunend personeel (OOP) gelden


maximum van fl. 3000,- toegekend. Voor vergoeding in

afwijkende percentages, namelijk:

primair onderwijs

aanmerking komende kosten zijn de uitgaven in verband

c Bij 51 uur sparen 2.21%*fre-verbruik;

met studie en/of andere activiteiten die bijdragen aan de

c Bij 131 uur sparen 5.68%*fre-verbruik.

’employability’ van de werknemer tijdens verlof. Nadere

Het totale resultaat verzilvering wordt afgerond in

afspraken over de voorwaarden voor toekenning

hele fre’s.

scholingsfaciliteiten en de daaraan te verbinden procedure worden gemaakt in het DGO, vast te sleggen in de

2.

Verzilveringstarief

raamovereenkomst. Deze afspraken voorzien in ieder geval in het volgende:

Uitgegaan wordt van een hoog verzilveringstarief dat is

c Oneigenlijk gebruik van deze regeling wordt tegenge-

gebaseerd op 100% van de gemiddelde personeelslast (gpl).

gaan; c Een inhoudelijk toetsing van de scholingsprogramma’s blijft achterwege.

3.

Maximum verzilvering

Opmerking:

De ten behoeve van spaarverlof te verzilveren fre’s blij-

In de uitwerkingsafspraken van 13 mei 1997 is bepaald

ven buiten beschouwing bij bepaling van het maximale

dat voor scholingsfaciliteiten de vrijvallende middelen in

aantal te verzilveren fre’s (het zgn. 10%-maximum).

verband met beëindiging van de regeling opfrisverlof (ca. 15 mln structureel), alsmede een bijdrage van OCenW

4.

Minimale waarde-overdracht:

(9.4 mln structureel) beschikbaar komen. Deze middelen hebben betrekking op de subsectoren PO, VO en BVE. Het

Indien betrokkene ontslag neemt in verband met het

PO-aandeel in bijdrage van OCenW is 4.6 mln structureel.

betrekken van een functie elders in het onderwijs en

Overigens zijn de middelen opfrisverlof voor de sectoren

betrokkene wenst het gespaarde verlof-saldo mee te

VO en BVE versleuteld in de ’lump sum’. De bestemming

nemen naar de nieuwe werkgever, dan draagt oude werk-

van deze middelen is onderwerp van decentraal CAO-

gever de geldswaarde die gemoeid is met de her-

overleg.

bezettingsruimte die hoort bij het verlof-saldo over aan de nieuwe werkgever. Deze geldswaarde is minimaal

2.

Integratie opfrisverlof

gelijk aan het verlof-saldo in uren (excl. door de werkgever toegekende bonusuren) herleid naar fre’s, vermenig-

Integratie van opfrisverlof en sabbatsverlof blijft achter-

vuldigd met het verzilveringstarief spaarverlof. Deze

wege. Personeel dat thans nog deelneemt aan de (aflo-

geldswaarde wordt verhoogd met een opslag die gelijk is

pende) regeling opfrisverlof blijft onder de huidige condi-

aan de bonus-ruimte die zou kunnen worden aangewend,

ties aan de regeling deelnemen. Gecombineerde opname

indien betrokkene het verlof op het tijdstip van ontslag

is mogelijk, mits aan de minimale spaarperiode voor

zou opnemen.

spaarverlof is voldaan.

A10.

Verzilvering spaarverlof in het verkeer tussen scholen en departement

1.

Te verzilveren fre’s

Bij spaarverlof kan de school de fre’s verzilveren. Het aantal te verzilveren fre’s is gebaseerd op het aantal te

NU M M E R 1 2 b •

30 • 6

mei 1998


B.

Uitvoeringsaspecten en invoering

zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 maart zijn besluit mede. Aanvullend seniorenverlof

B1.

Aanvraagprocedures

Voor 1 februari voorafgaande het betreffende schooljaar, meldt betrokkene dat deze het verlof-saldo wil benutten voor seniorenverlof. De werknemer geeft bij de aanvraag

A.

Aanvraag spaarverlof

aanvullend seniorenverlof aan:


c de gewenste omvang per jaar (minimaal 40 uur);


c het gewenste opnamepatroon binnen het schooljaar.


Werknemer



Voor het schooljaar 1998-1999 maakt betrokkene voor

voorwaarden en deelt het personeelslid zo spoedig

primair onderwijs

15 april 1998 aan de werkgever de wens kenbaar om aan

mogelijk, doch uiterlijk 1 maart zijn besluit mede.

spaarverlof deel te nemen. In individuele gevallen kan van dit tijdstip worden afgeweken.

B2.

Voorlopige reservering werkgever

Vanaf schooljaar 1999-2000 wordt deze tijdstip vervroegd tot 1 februari. De werknemer geeft bij de aanvraag spaar-

Voorafgaande aan de totstandkoming van het CFA zal een

verlof aan:

centrale beleggingsrekening worden geopend, waar scho-

c de gewenste spaarvariant (51, resp. 131 uur).

len de verzilverde fre’s kunnen onderbrengen. Bij tot-

c de gewenste spaarperiode.

standkoming van het CFA kunnen werkgevers deze mid-


delen (incl. rendement) alsnog naar het CFA overmaken.

voorwaarden en deelt het personeelslid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 maart zijn besluit mede. Werkgever Voor het schooljaar 1998-1999 meldt de werkgever voor 1 oktober 1998 het aantal op basis van spaarverlof te verzilveren fre’s aan CFI. Vanaf schooljaar 1999-2000 moet deze melding voor 15 mei, voorafgaande aan het betreffende schooljaar, plaatsvinden. De werkgever registreert: c De door betrokkene in het betreffende schooljaar te sparen uren. c Functie (max. schaal) van betrokkene. Te zijner tijd kan de geregistreerde informatie worden overgedragen aan verlof- en financiële administratie van het CFA, wanneer deze administratie operationeel is (uiterlijk maart 1999). Verlenging spaartermijn Voor 1 februari van het laatste schooljaar van de overeengekomen kan betrokkene aan dewerkgever kenbaar maken dat deze de spaartermijn wenst te verlengen. B.

Aanvraag opname spaarverlof

Werknemer Na afloop van de overeengekomen spaarperiode kan het verlof worden opgenomen, in de vorm van sabbatsverlof of seniorenverlof. Sabbatsverlof Voor 1 februari voorafgaande het betreffende schooljaar, meldt betrokkene dat deze het verlof-saldo wil benutten voor sabbatsverlof. Het bevoegd gezag toetst het verzoek aan de eisen en voorwaarden en deelt het personeelslid


N U MMER 12b •

31 • 6 m e i 1 9 9 8

Arbeidsduurverkorting (adv), spaarverlof en bevordering arbeidsparticipatie ouderen (bapo) in het primair onderwijs

Recommend Documents