Contactpersoon: Diederik Brink, 030 751 1726,
[email protected]
Datum: juli 2013
De BAPO (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) In de diverse onderwijssectoren is de BAPO-regeling al geruime tijd onderwerp van discussie/bespreking. Er is gesproken in het CAO-overleg over de (wijze van voortbestaan van de) BAPO maar dit heeft niet heeft geleid tot aanpassing op dit punt van de CAO’s in het primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO).
Huidige situatie Saillant gegeven is dat de politiek zich in toenemende mate met dit CAO-onderwerp is gaan bezighouden. De BAPO is in alle onderwijssectoren een gedecentraliseerd onderwerp is, ter bespreking aan de cao-tafel tussen sociale partners. Toch bemoeit de politiek er zich mee. Zelfs in het regeerakkoord VVD-PvdA ‘Bruggen slaan’, waarin ‘het afbouwen van de ouderenregeling (BAPO) om ruimte te creëren voor moderne arbeidsvoorwaarden’ als voorwaarde wordt genoemd voor investeringen in het onderwijs, te weten vanaf 2017 340 miljoen euro voor het primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO) en 250 miljoen euro voor het middelbaar beroepsonderwijs (MBO).
CNV Schoolleiders, CNV Onderwijs en duurzame inzetbaarheid Voor CNV Onderwijs is het van groot belang dat onderwijspersoneel op een goede en gezonde wijze kan (blijven) werken in het onderwijs. Daarbij dient een levensfasebewust personeelsbeleid te worden gevoerd, waardoor het personeel in de diverse leeftijdscategorieën op een verantwoorde wijze kan worden ingezet. Dit maakt deze inzetbaarheid duurzaam. Uit enquêtes die CNV Onderwijs in de diverse onderwijssectoren heeft gehouden bleek overduidelijk dat iedere leeftijdscategorie personeel ten aanzien van de werksituatie eigen wensen en behoeften heeft.
Gebruik BAPO-regeling De doelstelling van de BAPO-regeling is het aantrekkelijk maken om aan het arbeidsproces te blijven deelnemen door taakverlichting en/of taakvermindering. Een werknemer van 52 jaar of ouder kan ervoor kiezen gebruik te maken van deze regeling en de feitelijke werktijd te verminderen. Vanaf 52-jarige leeftijd kan dat voor eentiende van de betrekkingsomvang, vanaf 56 voor tweetiende. Hiervoor moet betrokkene een klein deel van zijn salaris inleveren. Alle grafieken en tabellen zijn laatst bijgewerkt: september 2011 De basistabel in het Primair onderwijs « 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 BAPO-gebruik, in fte 2.119 2.431 2.705 2.956 3.249 3.734 4.139 4.528 deelnemerspercentage, in personen 45,1 47,6 48,9 49,5 50,5 51,8 50,2 50,7 Toelichting tabel Het gaat in deze tabel om het totaal aantal uren van alle BAPO-gebruikers waarvoor niet meer gewerkt wordt en een uitkering volgens de BAPO-regeling wordt ontvangen. Om inzichtelijker te maken om hoeveel werktijd het in totaal gaat, is het aantal uren omgerekend naar fte's. Het deelnemerspercentage geeft het percentage werknemers weer in het primair onderwijs dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van 52 jaar en ouder in het primair onderwijs. De totale werkgelegenheid in het primair onderwijs bedroeg in 2010 133.300 fte, waarvan dus 4.528 fte BAPO. Dit komt overeen met ca. 3,4%. CNV Onderwijs biedt belangstellenden middels beleidsdocumenten inhoudelijke informatie aan, maar behoudt zelf het copyright op alle tekst, afbeeldingen en andere onderdelen. Het beleidsdocument betreft een groeidocument. Zij is gedocumenteerd op datum van verschijning en is samengesteld uit informatie die tot genoemde datum voorhanden was. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. De afnemer is zelf verantwoordelijk voor de keuze en het gebruik van de informatie. CNV Onderwijs aanvaardt geen aansprakelijkheid voortvloeiende uit gebruik, onnauwkeurigheid of onvolledigheid van deze inhoudelijke informatie, en behoudt zelf het recht om wijzigingen aan te brengen op genoemde informatie.
Naar leeftijd en functie (%) in het Primair onderwijs
Toelichting grafiek Het betreft het aantal werknemers naar leeftijd en functie in het primair onderwijs dat deelneemt aan de Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). Het percentage geeft het aandeel werknemers naar leeftijd weer dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van deze leeftijd. De percentages worden weergegeven per functiegroep: directie, leraren, OOP (onderwijsondersteunend personeel) en OBP (ondersteunend en beheerspersoneel). Vanaf 2008 zijn OOP en OBP samengevoegd tot één groep genaamd 'overig personeel'. Het primair onderwijs bestaat uit het basisonderwijs en het speciaal onderwijs (speciaal basisonderwijs plus WEC). De basistabel in het Voortgezet onderwijs « 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 BAPO-gebruik, in fte 2.337 2.623 2.994 3.156 3.332 3.292 3.826 4.066 deelnemerspercentage, in personen 49,5 50,2 53,8 54,0 54,5 52,5 56,3 58,0 Toelichting tabel Het gaat in deze tabel om het totaal aantal uren van alle BAPO-gebruikers waarvoor niet meer gewerkt wordt en een uitkering volgens de BAPO-regeling wordt ontvangen. Om inzichtelijker te maken om hoeveel werktijd het in totaal gaat, is het aantal uren omgerekend naar fte's. Het deelnemerspercentage geeft het percentage werknemers weer in het voortgezet onderwijs dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van 52 jaar en ouder in het voortgezet onderwijs. De totale werkgelegenheid in het voortgezet onderwijs bedroeg in 2010 87.600 fte, waarvan dus 4.066 fte BAPO. Dit komt overeen met ca. 4,6%.
Naar leeftijd en functie (%) in het Voortgezet onderwijs
Toelichting grafiek Het betreft het aantal werknemers naar leeftijd en functie in het voortgezet onderwijs dat deelneemt aan de Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). Het percentage geeft het aandeel werknemers naar leeftijd weer dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van deze leeftijd. De percentages worden weergegeven per functiegroep: directie, leraren, OOP (onderwijsondersteunend personeel) en OBP (ondersteunend en beheerspersoneel). Vanaf 2008 zijn OOP en OBP samengevoegd tot één groep genaamd 'overig personeel'. De basistabel in het Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (BVE) « 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 BAPO-gebruik, in fte 893 971 1.002 1.097 1.361 1.410 1.532 1.639 deelnemerspercentage, in personen 40,3 42,7 43,3 45,6 52,0 51,2 46,6 47,0 Toelichting tabel Het gaat in deze tabel om het totaal aantal uren van alle BAPO-gebruikers waarvoor niet meer gewerkt wordt en een uitkering volgens de BAPO-regeling wordt ontvangen. Om inzichtelijker te maken om hoeveel werktijd het in totaal gaat, is het aantal uren omgerekend naar fte's. Het deelnemerspercentage geeft het percentage werknemers weer in de BVE dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van 52 jaar en ouder in de BVE. De totale werkgelegenheid in de sector BVE bedroeg in 2010 38.700 fte, waarvan dus 1.639 fte BAPO. Dit komt overeen met ca. 4,2%. Toelichting op de gegevens Vanaf 2008 wordt deze intredeleeftijd voor het personeel in de BVE en de AOC's jaarlijks met een half jaar verhoogd. Per 1 januari 2013 is de entreeleeftijd 55 jaar. Het aantal werknemers in personen en in fte is exclusief de werknemers bij de AOC's.
Naar leeftijd en functie (%) in de sector BVE (excl. het agr. onderwijs)
Toelichting grafiek Het betreft het aantal werknemers naar leeftijd en functie in de BVE dat deelneemt aan de Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). Het percentage geeft het aandeel werknemers naar leeftijd weer dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van deze leeftijd. De percentages worden weergegeven per functiegroep: directie, leraren, OOP (onderwijsondersteunend personeel) en OBP (ondersteunend en beheerspersoneel). Vanaf 2008 zijn OOP en OBP samengevoegd tot één groep genaamd 'overig personeel'. Toelichting op de gegevens Vanaf 2008 wordt deze intredeleeftijd voor het personeel in de BVE en de AOC's jaarlijks met een half jaar verhoogd. Het percentage dat op 52 jarige leeftijd gebruik maakt van de BAPO-regeling is vanaf 2009 dan ook bijna nihil, een enkele uitzondering daargelaten. Per 1 januari 2013 is de intredeleeftijd 55 jaar. De basistabel in het Agrarisch Onderwijs (AOC’s) « 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 BAPO-gebruik, in fte 125 137 150 169 202 206 192 189 deelnemerspercentage, in personen 55,3 55,8 56,6 58,3 64,3 63,6 53,8 50,9 Toelichting tabel Het gaat in deze tabel om het totaal aantal uren van alle BAPO-gebruikers waarvoor niet meer gewerkt wordt en een uitkering volgens de BAPO-regeling wordt ontvangen. Om inzichtelijker te maken om hoeveel werktijd het in totaal gaat, is het aantal uren omgerekend naar fte's. Het deelnemerspercentage geeft het percentage werknemers weer in de AOC dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van 52 jaar en ouder in de AOC’s. De totale werkgelegenheid in het agrarisch onderwijs bedroeg in 2010 5.670 fte, waarvan dus 189 fte BAPO. Dit komt overeen met ca. 3,3%. Toelichting op de gegevens Vanaf 2008 wordt deze intredeleeftijd voor het personeel in de BVE en de AOC's jaarlijks met een half jaar verhoogd. Per 1 januari 2013 is de entreeleeftijd 55 jaar.
Naar leeftijd en functie (%) in de AOC’s
Toelichting grafiek Het betreft het aantal werknemers naar leeftijd en functie in de AOC dat deelneemt aan de Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). Het percentage geeft het aandeel werknemers naar leeftijd weer dat deelneemt aan de BAPO-regeling ten opzichte van het totaal aantal werknemers van deze leeftijd. Toelichting op de gegevens Vanaf 2008 wordt deze intredeleeftijd voor het personeel in de BVE en de AOC's jaarlijks met een half jaar verhoogd. Het percentage dat op 52 jarige leeftijd gebruik maakt van de BAPO-regeling is vanaf 2009 dan ook bijna nihil, een enkele uitzondering daargelaten. Per 1 januari 2013 is de entreeleeftijd 55 jaar. De AOC's bestaan uit een klein aantal personen. Om deze reden kunnen sommige percentages hoog uitvallen.